Artikel 1. Aan artikel 239 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"In afwijking van het eerste lid wordt het budget voor het dienstjaar 2021 op 1 januari 2021 en op 1 juli 2021 vastgesteld.".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
1 OKTOBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, wat betreft de financiering van de revalidatieziekenhuizen
Titre
1 OCTOBRE 2021. - Arrêté du Gouvernement modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 décembre 2018 portant exécution du décret du 6 juillet 2018 relatif à la reprise des secteurs des maisons de soins psychiatriques, des initiatives d'habitation protégée, des conventions de revalidation, des hôpitaux de revalidation et des équipes d'accompagnement multidisciplinaires de soins palliatifs, en ce qui concerne le financement des hôpitaux de revalidation
Informations sur le document
Numac: 2021033604
Datum: 2021-10-01
Info du document
Numac: 2021033604
Date: 2021-10-01
Tekst (6)
Texte (6)
Article 1er. A l'article 239 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 décembre 2018 portant exécution du décret du 6 juillet 2018 relatif à la reprise des secteurs des maisons de soins psychiatriques, des initiatives d'habitation protégée, des conventions de revalidation, des hôpitaux de revalidation et des équipes d'accompagnement multidisciplinaires de soins palliatifs, est ajouté un alinéa 3, rédigé comme suit :
" Par dérogation à l'alinéa 1er, le budget pour l'exercice 2021 est fixé le 1er janvier 2021 et le 1er juillet 2021. ".
" Par dérogation à l'alinéa 1er, le budget pour l'exercice 2021 est fixé le 1er janvier 2021 et le 1er juillet 2021. ".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 242/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 242/1. Om de kwalitatieve verbeteringen van de arbeidsvoorwaarden van het personeel ter uitvoering van punt 2.2.1.A. van deel III van luik III van het zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor het jaar 2021 te financieren, wordt in het basisbudget van de private revalidatieziekenhuizen in een budget voorzien.
Het budget, vermeld in het eerste lid, bedraagt 726.641,23 euro.
Het budget, vermeld in het eerste lid, wordt verdeeld over de private revalidatieziekenhuizen, op basis van het aantal erkende bedden, rekening houdend met het relatief gewicht, waarbij het gewicht van een bed met kenletter G 88,24% is van het gewicht van een bed met kenletter SP.
Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dat bij het agentschap bekend is op 1 januari 2021.
De middelen, toegekend volgens het derde lid, worden vanaf 1 mei 2021 ingezet voor het zorgpersoneel, het ondersteunend personeel of het paramedisch personeel, zowel aan het bed als voor de revalidatie van de patiënt. Elk revalidatieziekenhuis verduidelijkt aan het agentschap de invulling van het bijkomend personeel in functie van lokale behoeften of noden, na intern sociaal overleg conform de bepalingen van luik II, deel I, punt 11.2.1. van het in het eerste lid vermelde Intersectoraal akkoord.
De onbenutte middelen, toegekend volgens het derde lid, die het gevolg zijn van een latere start dan 1 mei 2021 van de implementatie van de structurele bestemming, zijn in 2021 een compensatie voor tijdelijke bijkomende tewerkstelling om eenmalig de extra gepresteerde uren omwille van de COVID-crisis te compenseren.".
"Art. 242/1. Om de kwalitatieve verbeteringen van de arbeidsvoorwaarden van het personeel ter uitvoering van punt 2.2.1.A. van deel III van luik III van het zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor het jaar 2021 te financieren, wordt in het basisbudget van de private revalidatieziekenhuizen in een budget voorzien.
Het budget, vermeld in het eerste lid, bedraagt 726.641,23 euro.
Het budget, vermeld in het eerste lid, wordt verdeeld over de private revalidatieziekenhuizen, op basis van het aantal erkende bedden, rekening houdend met het relatief gewicht, waarbij het gewicht van een bed met kenletter G 88,24% is van het gewicht van een bed met kenletter SP.
Voor de vaststelling van het aantal erkende bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dat bij het agentschap bekend is op 1 januari 2021.
De middelen, toegekend volgens het derde lid, worden vanaf 1 mei 2021 ingezet voor het zorgpersoneel, het ondersteunend personeel of het paramedisch personeel, zowel aan het bed als voor de revalidatie van de patiënt. Elk revalidatieziekenhuis verduidelijkt aan het agentschap de invulling van het bijkomend personeel in functie van lokale behoeften of noden, na intern sociaal overleg conform de bepalingen van luik II, deel I, punt 11.2.1. van het in het eerste lid vermelde Intersectoraal akkoord.
De onbenutte middelen, toegekend volgens het derde lid, die het gevolg zijn van een latere start dan 1 mei 2021 van de implementatie van de structurele bestemming, zijn in 2021 een compensatie voor tijdelijke bijkomende tewerkstelling om eenmalig de extra gepresteerde uren omwille van de COVID-crisis te compenseren.".
Art.2. Dans le même arrêté il est ajouté un article 242/1, rédigé comme suit :
" Art. 242/1. Afin de financer les améliorations qualitatives des conditions de travail du personnel en exécution du point 2.2.1.A. de la partie III du volet III du sixième Accord intersectoriel flamand du 30 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non-marchands pour l'année 2021, un budget est prévu dans le budget de base des hôpitaux privés de revalidation.
Le budget visé à l'alinéa 1er s'élève à 726.641,23 euros.
Le budget visé à l'alinéa 1er est réparti entre les hôpitaux privés de revalidation sur la base du nombre de lits agréés, en tenant compte de la pondération relative, la pondération d'un lit indiqué par la lettre G s'élevant à 88,24% de la pondération d'un lit indiqué par la lettre SP.
Pour la détermination du nombre de lits agréés, il est tenu compte du nombre de lits agréés, connu auprès de l'agence au 1er janvier 2021.
Les moyens alloués conformément à l'alinéa 3 sont utilisés à partir du 1er mai 2021 pour le personnel soignant, le personnel d'appui ou le personnel paramédical, tant dans le cadre des soins au lit que de la revalidation du patient. Après une concertation sociale interne conformément aux dispositions du volet II, partie Ire, point 11.2.1. de l'Accord intersectoriel visé à l'alinéa 1er, chaque hôpital de revalidation informe l'agence de l'affectation du personnel supplémentaire en fonction des besoins ou nécessités locaux.
Les moyens inutilisés, alloués conformément à l'alinéa 3, résultant de la mise en oeuvre de la destination structurelle après le 1er mai 2021, sont en 2021 une compensation pour l'emploi supplémentaire temporaire afin de compenser les heures supplémentaires prestées en raison de la crise du COVID-19. ".
" Art. 242/1. Afin de financer les améliorations qualitatives des conditions de travail du personnel en exécution du point 2.2.1.A. de la partie III du volet III du sixième Accord intersectoriel flamand du 30 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non-marchands pour l'année 2021, un budget est prévu dans le budget de base des hôpitaux privés de revalidation.
Le budget visé à l'alinéa 1er s'élève à 726.641,23 euros.
Le budget visé à l'alinéa 1er est réparti entre les hôpitaux privés de revalidation sur la base du nombre de lits agréés, en tenant compte de la pondération relative, la pondération d'un lit indiqué par la lettre G s'élevant à 88,24% de la pondération d'un lit indiqué par la lettre SP.
Pour la détermination du nombre de lits agréés, il est tenu compte du nombre de lits agréés, connu auprès de l'agence au 1er janvier 2021.
Les moyens alloués conformément à l'alinéa 3 sont utilisés à partir du 1er mai 2021 pour le personnel soignant, le personnel d'appui ou le personnel paramédical, tant dans le cadre des soins au lit que de la revalidation du patient. Après une concertation sociale interne conformément aux dispositions du volet II, partie Ire, point 11.2.1. de l'Accord intersectoriel visé à l'alinéa 1er, chaque hôpital de revalidation informe l'agence de l'affectation du personnel supplémentaire en fonction des besoins ou nécessités locaux.
Les moyens inutilisés, alloués conformément à l'alinéa 3, résultant de la mise en oeuvre de la destination structurelle après le 1er mai 2021, sont en 2021 une compensation pour l'emploi supplémentaire temporaire afin de compenser les heures supplémentaires prestées en raison de la crise du COVID-19. ".
Art.3. In artikel 250 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in punt 3° wordt de zinsnede "de periode 2018-2020" vervangen door de zinsnede "de periode 2018-2021";
2° er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"4° het bedrag ter compensatie van de functiekwalificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor het jaar 2021.".
1° in punt 3° wordt de zinsnede "de periode 2018-2020" vervangen door de zinsnede "de periode 2018-2021";
2° er wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"4° het bedrag ter compensatie van de functiekwalificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor het jaar 2021.".
Art.3. A l'article 250 du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 mai 2019, sont apportées les modifications suivantes :
1° au point 3°, le membre de phrase " la période 2018-2020 " est remplacé par le membre de phrase " la période 2018-2021 " ;
2° il est ajouté un point 4°, rédigé comme suit :
" 4° le montant en compensation de la classification des fonctions en exécution du sixième Accord intersectoriel flamand du 30 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non marchands pour l'année 2021. ".
1° au point 3°, le membre de phrase " la période 2018-2020 " est remplacé par le membre de phrase " la période 2018-2021 " ;
2° il est ajouté un point 4°, rédigé comme suit :
" 4° le montant en compensation de la classification des fonctions en exécution du sixième Accord intersectoriel flamand du 30 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non marchands pour l'année 2021. ".
Art.4. Aan deel 5, titel 1, hoofdstuk 4, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2019, wordt een afdeling 5, die bestaat uit artikel 252/2, toegevoegd, die luidt als volgt:
"Afdeling 5. Het bedrag ter compensatie van de functiekwalificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 26 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor het jaar 2021
Art. 252/2. Om de loonsverhoging ter uitvoering van punt 1.1. van deel III van luik III van het zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor het jaar 2021 te financieren, wordt in het jaarlijks herrekende budget van de private revalidatieziekenhuizen in een budget voorzien.
Het budget, vermeld in het eerste lid, bedraagt 4.016.190,49 euro.
Het budget, vermeld in het eerste lid, wordt provisioneel verdeeld over de private revalidatieziekenhuizen, rekening houdend met het aantal voltijdsequivalent personeelsleden per revalidatieziekenhuis dat conform artikel 252 in aanmerking komt voor de berekening van het complement van de attractiviteitspremie.
De definitieve verdeling van het budget, vermeld in het eerste lid, per revalidatieziekenhuis, wordt bepaald op basis van de berekening die de vzw IFIC in juni 2022 aan het agentschap meedeelt. Daarbij wordt ermee rekening gehouden dat het bedrag, vermeld in het tweede lid, niet mag worden overschreden. Hiertoe wordt conform artikel 255, § 3, voorzien in een corrigerend bedrag voor het dienstjaar 2022.".
"Afdeling 5. Het bedrag ter compensatie van de functiekwalificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 26 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor het jaar 2021
Art. 252/2. Om de loonsverhoging ter uitvoering van punt 1.1. van deel III van luik III van het zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30 maart 2021 voor de social/non-profitsectoren voor het jaar 2021 te financieren, wordt in het jaarlijks herrekende budget van de private revalidatieziekenhuizen in een budget voorzien.
Het budget, vermeld in het eerste lid, bedraagt 4.016.190,49 euro.
Het budget, vermeld in het eerste lid, wordt provisioneel verdeeld over de private revalidatieziekenhuizen, rekening houdend met het aantal voltijdsequivalent personeelsleden per revalidatieziekenhuis dat conform artikel 252 in aanmerking komt voor de berekening van het complement van de attractiviteitspremie.
De definitieve verdeling van het budget, vermeld in het eerste lid, per revalidatieziekenhuis, wordt bepaald op basis van de berekening die de vzw IFIC in juni 2022 aan het agentschap meedeelt. Daarbij wordt ermee rekening gehouden dat het bedrag, vermeld in het tweede lid, niet mag worden overschreden. Hiertoe wordt conform artikel 255, § 3, voorzien in een corrigerend bedrag voor het dienstjaar 2022.".
Art.4. A la partie 5, titre 1, chapitre 4, du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 mai 2019, est ajouté une section 5, comprenant l'article 252/2, rédigée comme suit :
" Section 5. Le montant en compensation de la classification des fonctions en exécution du sixième Accord intersectoriel flamand du 26 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non marchands pour l'année 2021
Art. 252/2. Afin de financer l'augmentation de salaire en exécution du point 1.1. de la partie III du volet III du sixième Accord intersectoriel flamand du 30 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non marchands pour l'année 2021, un budget est prévu dans le budget recalculé annuellement des hôpitaux privés de revalidation.
Le budget visé à l'alinéa 1er s'élève à 4.016.190,49 euros.
Le budget visé à l'alinéa 1er est réparti provisoirement entre les hôpitaux privés de revalidation, en tenant compte du nombre d'équivalents temps plein de membres du personnel par hôpital de revalidation pris en considération pour le calcul du complément de la prime d'attractivité, conformément à l'article 252.
La répartition définitive du budget visée à l'alinéa 1er par hôpital de revalidation est déterminée sur la base du calcul communiqué par l'asbl IFIC à l'agence en juin 2022. Il est tenu compte du fait que le montant visé à l'alinéa 2 ne peut être dépassé. A cet effet, un montant correctif est prévu pour l'exercice 2022 conformément à l'article 255, § 3. ".
" Section 5. Le montant en compensation de la classification des fonctions en exécution du sixième Accord intersectoriel flamand du 26 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non marchands pour l'année 2021
Art. 252/2. Afin de financer l'augmentation de salaire en exécution du point 1.1. de la partie III du volet III du sixième Accord intersectoriel flamand du 30 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non marchands pour l'année 2021, un budget est prévu dans le budget recalculé annuellement des hôpitaux privés de revalidation.
Le budget visé à l'alinéa 1er s'élève à 4.016.190,49 euros.
Le budget visé à l'alinéa 1er est réparti provisoirement entre les hôpitaux privés de revalidation, en tenant compte du nombre d'équivalents temps plein de membres du personnel par hôpital de revalidation pris en considération pour le calcul du complément de la prime d'attractivité, conformément à l'article 252.
La répartition définitive du budget visée à l'alinéa 1er par hôpital de revalidation est déterminée sur la base du calcul communiqué par l'asbl IFIC à l'agence en juin 2022. Il est tenu compte du fait que le montant visé à l'alinéa 2 ne peut être dépassé. A cet effet, un montant correctif est prévu pour l'exercice 2022 conformément à l'article 255, § 3. ".
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2021.
Art.5. Le présent arrêté produit ses effets le 1er juillet 2021.
Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6. Le ministre flamand compétent pour les soins de santé et les soins résidentiels est chargé de l'exécution du présent arrêté.