Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
10 SEPTEMBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de regels om subsidies te verlenen voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-09-2021 en tekstbijwerking tot 19-12-2022)
Titre
10 SEPTEMBRE 2021. - Arrêté du Gouvernement flamand établissant les règles d'octroi de subventions pour la mise en oeuvre de mesures ayant un impact favorable sur l'environnement, le climat ou la biodiversité(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 20-09-2021 et mise à jour au 19-12-2022)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (36)
Texte (36)
HOOFDSTUK 1. - Definities
CHAPITRE 1. - Définitions
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° Beheerovereenkomst: een overeenkomst die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten met toepassing van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017, gesloten is;
  2° [1 beschikbare begrotingskredieten: een bedrag van 10.450.000,00 euro, dat vanuit het relanceprovisie-artikel CB0-1CBG2AH-PR naar het begrotingsartikel KB0-1KDX2BB-WT (KD124) is herverdeeld]1;
  3° bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
  4° ecologisch beheerd grasland: de landbouwpercelen waarop grasland op een ecologische wijze wordt beheerd als vermeld in artikel 12;
  5° effectieve organische koolstof: de koolstof die aanwezig is in vers organisch materiaal, dat voor een groot gedeelte door bodemmicro-organismen wordt gebruikt als voedselbron en dat één jaar na toediening nog in de bodem aanwezig is;
  6° gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014: gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;
  7° graskruidenmengsel: een mengsel dat bestaat uit minstens twee soorten gras en in totaal minstens vijf vlinderbloemigen en kruiden, waarvan minstens twee kruiden en minstens één vlinderbloemige. De vlinderbloemigen en kruiden vormen tezamen minstens 25% van het gewichtspercentage van het mengsel;
  8° landbouwer: de landbouwer, vermeld in artikel 4, lid 1, a), van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, die een actieve landbouwer is conform artikel 9 van de voormelde verordening, met uitsluiting van:
  a) de diensten en agentschappen die afhangen van het Vlaamse Gewest;
  b) de besturen, de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die in het Vlaamse Gewest belast zijn met taken van openbaar nut;
  c) de erkende terreinbeherende natuurverenigingen, vermeld in artikel 2, 16°, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;
  9° landbouwperceel: een perceel dat aan al de volgende voorwaarden voldoet:
  a) het bestaat uit een aaneengesloten stuk grond dat door een landbouwer is aangegeven en dat niet meer dan één enkele gewasgroep omvat;
  b) het is als subsidiabel beschouwd conform artikel 32, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad;
  c) het ligt in het Vlaamse Gewest;
  10° milieu-, klimaat- en biodiversiteitsvriendelijke teelten:
  a) de eiwitteelten voor de lokale eiwitvoorziening, vermeld in artikel 13, § 1;
  b) de teelten met voordelen voor het milieu, de biodiversiteit of het klimaat, vermeld in artikel 13, § 2;
  c) de faunavriendelijke hoofdteelten, vermeld in artikel 13, § 3;
  11° precisielandbouw: landbouw waarbij op basis van data die verzameld wordt via onder andere gps en sensoren, beslissingen worden genomen met slimme software;
  12° precisielandbouw via automatische gps-aansturing: het plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of bemesting, of beide, via een machine die automatisch wordt aangestuurd door een satellietplaatsbepalingssysteem, met uitzondering van precisielandbouw via RTK-gps;
  13° precisielandbouw via RTK-gps-aansturing: het plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of bemesting, of beide, via een machine die automatisch wordt aangestuurd door een Real-Time-Kinematic- satellietplaatsbepalingssysteem;
  14° productief kruidenrijk grasland: landbouwpercelen waarop een graskruidenmengsel dat bestaat uit grassen, vlinderbloemigen en kruiden, wordt ingezaaid als hoofdteelt als vermeld in artikel 11;
  15° verzamelaanvraag: de verzamelaanvraag, vermeld in artikel 11 van gedelegeerde Verordening (EU) nr. 640/2014, en artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;
  16° Vlaams Klimaatfonds: het Vlaams Klimaatfonds, opgericht bij artikel 14 van het decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012.
  
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
  1° Contrat de gestion : un contrat conclu conformément à l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 septembre 2014 relatif à l'octroi de subventions à des contrats de gestion en application du Règlement (UE) n° 1305/2013 du Parlement européen et du Conseil du 17 décembre 2013 relatif au soutien au développement rural par le Fonds européen agricole pour le développement rural, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 février 2017 ;
  2° [1 crédits budgétaires disponibles : un montant de 10 450 000,00 euros, qui a été redistribué de l'article de provision de relance CB0-1CBG2AH-PR à l'article budgétaire KB0-1KDX2BB-WT(KD124).]1 ;
  3° entité compétente : le département de l'Agriculture et de la Pêche visé à l'article 26 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande ;
  4° prairies gérées de manière écologique : les parcelles agricoles sur lesquelles les prairies sont gérées de manière écologique, telles que visées à l'article 12 ;
  5° carbone organique effectif : le carbone présent dans la matière organique fraîche, utilisé dans une large mesure par les micro-organismes du sol comme source de nourriture, et encore présent dans le sol un an après l'application ;
  6° Règlement délégué (UE) n° 640/2014 : Règlement délégué (UE) n° 640/2014 de la Commission du 11 mars 2014 complétant le Règlement (UE) n° 1306/2013 du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne le système intégré de gestion et de contrôle, les conditions relatives au refus ou au retrait des paiements et les sanctions administratives applicables aux paiements directs, le soutien au développement rural et la conditionnalité ;
  7° mélange de graminées-herbes : un mélange composé d'au moins deux espèces de graminées et d'un total d'au moins cinq légumineuses et herbes, dont au moins deux herbes et au moins une légumineuse. Les légumineuses et les herbes constituent ensemble au moins 25 % du mélange en poids ;
  8° agriculteur : l'agriculteur visé à l'article 4, premier alinéa, a), du Règlement (UE) n° 1307/2013 du Parlement européen et du Conseil du 17 décembre 2013 établissant les règles relatives aux paiements directs en faveur des agriculteurs au titre des régimes de soutien relevant de la politique agricole commune et abrogeant le Règlement (CE) n° 637/2008 du Conseil et le Règlement (CE) n° 73/2009 du Conseil, qui est un agriculteur actif conformément à l'article 9 du règlement susmentionné, à l'exclusion :
  a) des services et agences qui dépendent de la Région flamande ;
  b) des administrations, des personnes morales de droit public et de droit privé chargées de missions d'utilité publique en Région flamande ;
  c) des associations de défense de la nature gérant des terrains visées à l'article 2 du décret du 21 octobre 1997 concernant la conservation de la nature et le milieu naturel ;
  9° parcelle agricole : une parcelle qui répond à toutes les conditions suivantes :
  a) elle se compose d'un morceau de terre ininterrompu déclaré par un agriculteur et qui ne contient pas plus qu'une seule culture ;
  b) elle est considérée comme subventionnable conformément à l'article 32, deuxième alinéa, du Règlement (UE) n° 1307/2013 du Parlement européen et du Conseil du 17 décembre 2013 établissant les règles relatives aux paiements directs en faveur des agriculteurs au titre des régimes de soutien relevant de la politique agricole commune et abrogeant le Règlement (CE) n° 637/2008 du Conseil et le Règlement (CE) n° 73/2009 du Conseil ;
  c) elle est située en Région flamande ;
  10° cultures respectueuses de l'environnement, du climat et de la biodiversité :
  a) les protéagineux comme source locale de protéines, visés à l'article 13, § 1 ;
  b) les cultures présentant des avantages pour l'environnement, la biodiversité ou le climat, visées à l'article 13, § 2 ;
  c) les cultures principales respectueuses de la faune, visées à l'article 13, § 3 ;
  11° agriculture de précision : agriculture dans laquelle les décisions sont prises à l'aide de logiciels intelligents, sur la base des données recueillies, entre autres, par GPS et capteurs ;
  12° agriculture de précision par guidage GPS automatique : l'application spécifique au site de produits phytopharmaceutiques ou d'engrais, ou des deux, au moyen d'une machine guidée automatiquement par un système de positionnement par satellite, à l'exception de l'agriculture de précision par RTK-GPS ;
  13° agriculture de précision par guidage RTK-GPS : l'application spécifique au site de produits phytosanitaires ou d'engrais, ou des deux, par une machine guidée automatiquement par un système de positionnement par satellite Real-Time-Kinematic ;
  14° prairies productives riches en herbes : parcelles agricoles sur lesquelles est semé, à titre de culture principale, un mélange de graminées-herbes composé de graminées, de légumineuses et d'herbes, tel que visé à l'article 11 ;
  15° demande unique : la demande unique visée à l'article 11 du Règlement délégué (UE) n° 640/2014, et à l'article 4 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 février 2007 contenant des dispositions relatives à la création d'une identification commune d'agriculteurs, d'exploitations et de terres agricoles dans le cadre de la politique relative aux engrais et de la politique de l'agriculture ;
  16° Vlaams Klimaatfonds : le Fonds flamand pour le climat créé par l'article 14 du décret du 13 juillet 2012 contenant diverses mesures d'accompagnement du second ajustement du budget 2012.
  
HOOFDSTUK 2. - Maatregelen
CHAPITRE 2. - Mesures
Art.2. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de bevoegde entiteit een subsidie toekennen aan landbouwers die zich ertoe verbinden een of meer van de volgende maatregelen toe te passen:
  1° de inzaai van productief kruidenrijk grasland;
  2° ecologisch beheerd grasland;
  3° de inzaai van milieu-, klimaat- en biodiversiteitsvriendelijke teelten:
  a) de inzaai van eiwitteelten;
  b) de inzaai van eenjarige teelten die een specifieke bijdrage leveren aan het milieu, de biodiversiteit en het klimaat;
  c) de inzaai van faunavriendelijke hoofdteelten;
  4° precisielandbouw:
  a) precisielandbouw via automatische gps-aansturing;
  b) precisielandbouw via automatische RTK-gps-aansturing;
  c) precisielandbouw door opmaak van een taakkaart en plaatsspecifieke bekalking;
  5° het verhogen van het effectieve organische koolstofgehalte van bouwland via het teeltplan.
  De verbintenis wordt aangegaan per landbouwperceel.
  In afwijking van het tweede lid, wordt de verbintenis voor de maatregelen, vermeld in het eerste lid, 4°, a) en b), en 5°, aangegaan voor het totale areaal subsidiabele hoofdteelten van het bedrijf.
  Op een landbouwperceel kan voor verschillende maatregelen een verbintenis afgesloten worden, op voorwaarde dat de combineerbaarheid is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd. De subsidies zijn volledig of gedeeltelijk cumuleerbaar conform de voormelde bijlage.
Art.2. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, l'entité compétente peut accorder une subvention aux agriculteurs qui s'engagent à mettre en oeuvre une ou plusieurs des mesures suivantes :
  1° ensemencement de prairies productives riches en herbes ;
  2° prairie gérée de manière écologique ;
  3° ensemencement de cultures respectueuses de l'environnement, du climat et de la biodiversité :
  a) ensemencement de protéagineux ;
  b) ensemencement de cultures annuelles qui apportent une contribution spécifique à l'environnement, à la biodiversité et au climat ;
  c) ensemencement de cultures principales respectueuses de la faune ;
  4° agriculture de précision :
  a) agriculture de précision par guidage GPS automatique ;
  b) agriculture de précision par guidage RTK-GPS automatique ;
  c) agriculture de précision grâce à la création d'une carte des tâches et d'un traitement à la chaux spécifique au site ;
  5° augmentation de la teneur effective en carbone organique des terres arables par le plan de culture.
  L'engagement est pris par parcelle agricole.
  Par dérogation au deuxième alinéa, l'engagement pour les mesures visées au premier alinéa, 4°, a) et b), et 5°, porte sur la superficie totale des cultures principales subventionnables de l'exploitation.
  Un engagement peut être pris pour plusieurs mesures sur une parcelle agricole, à condition que la combinaison figure à l'annexe du présent arrêté. Les subventions peuvent être entièrement ou partiellement cumulées conformément à l'annexe susmentionnée.
Art.3. De subsidie, vermeld in artikel 2 van dit besluit, wordt verleend, na akkoord van de Europese Commissie, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in 1.1.5.1. van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 (2014/C 204/01) [1 inzonderheid aan de volgende voorwaarden:
   1° conform punt 26 van de voormelde richtsnoeren komen ondernemingen in moeilijkheden niet in aanmerking voor de steun;
   2° conform punt 27 van de voormelde richtsnoeren worden ondernemingen waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is aangemerkt, niet in aanmerking voor steun;
   3° conform punt 100 van de voormelde richtsnoeren mag steun voor identificeerbare in aanmerking komende kosten met andere staatssteun worden gecumuleerd, zolang het bij die steun om andere identificeerbare in aanmerking komende kosten gaat.]1
.
  Er kunnen pas subsidies worden toegekend na goedkeuring van de steunmaatregel door de Europese Commissie.
  [1 Steun voor identificeerbare in aanmerking komende kosten mag niet gecumuleerd worden met andere staatssteun voor dezelfde in aanmerking komende kosten die volledig of gedeeltelijk overlappen.]1
  [1 Conform punt 724 en 725 van de richtsnoeren, vermeld in het eerste lid, worden de verbintenissen die in het kader van dit besluit worden aangegaan, ook aangepast als de dwingende normen, vereisten of verplichtingen, vermeld in punt 210 van de richtsnoeren, vermeld in het eerste lid, worden gewijzigd.]1
  
Art.3. La subvention visée à l'article 2 du présent arrêté, est octroyée après l'accord de la Commission européenne, conformément aux conditions visées au 1.1.5.1. des lignes directrices de l'Union européenne concernant les aides publiques dans les secteurs de l'agriculture, de la sylviculture et des zones rurales 2014-2020 (2014/C 204/01) en particulier aux conditions suivantes :
   1° conformément au point 26 des lignes directrices précitées, les entreprises en difficulté ne sont pas éligibles à l'aide ;
   2° conformément au point 27 des lignes directrices précitées, les entreprises faisant l'objet d'une injonction de récupération à la suite d'une décision antérieure de la Commission considérés comme les aides illégales et incompatibles avec le marché intérieur, ne sont pas éligibles à l'aide ;
   3° conformément au point 100 des lignes directrices précitées, les aides pour les coûts éligibles identifiables peuvent être cumulées avec d'autres aides d'Etat, pour autant que cette aide concerne d'autres coûts éligibles identifiables.
  [1 Les aides pour des coûts éligibles identifiables ne peuvent être cumulées avec d'autres aides d'Etat relatives aux mêmes coûts éligibles qui se recouvrent en tout ou en partie.]1
  [1 Conformément aux points 724 et 725 des lignes directrices visées à l'alinéa 1er, les engagements pris en vertu du présent arrêté sont également adaptés en cas d'adaptation des normes, exigences ou obligations contraignantes visées au point 210 des lignes directrices visées à l'alinéa 1er. ]1
Art.4. Landbouwers kunnen een subsidie als vermeld in artikel 2, eerste lid, krijgen als ze een verbintenis aangaan voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, voor de duur van één jaar met als startdatum 1 januari 2022.
  De verbintenis, vermeld in artikel 2, kan alleen worden aangegaan door een actieve landbouwer.
  De verbintenis, vermeld in artikel 2, kan uitsluitend betrekking hebben op landbouwpercelen die in het Vlaamse Gewest liggen.
  De volgende landbouwpercelen komen niet in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 2:
  1° landbouwpercelen waarvoor al een subsidie wordt verleend in hetzelfde jaar en waarbij voor die subsidie een of meer gelijkaardige voorwaarden gelden;
  2° landbouwpercelen waarop wettelijke verplichtingen van toepassing zijn die de uitvoering van een of meer gelijkaardige voorwaarden vereisen die minstens zo ver gaan als de voorwaarden, vermeld in dit besluit.
Art.4. Les agriculteurs peuvent bénéficier d'une subvention visée à l'article 2, premier alinéa, s'ils prennent un engagement pour une mesure visée à l'article 2, premier alinéa, pour une durée d'un an à compter du 1 janvier 2022.
  L'engagement visé à l'article 2 ne peut être pris que par un agriculteur actif.
  L'engagement visé à l'article 2 ne peut porter que sur des parcelles agricoles situées en Région flamande.
  Les parcelles agricoles suivantes ne sont pas éligibles à la subvention visée à l'article 2 :
  1° les parcelles agricoles pour lesquelles une subvention a déjà été octroyée la même année et qui sont soumises à une ou plusieurs conditions similaires ;
  2° les parcelles agricoles auxquelles s'appliquent des obligations légales qui exigent la mise en oeuvre d'une ou plusieurs conditions similaires ayant une portée au moins égale à celle des conditions visées au présent arrêté.
Art.5. Een verbintenis voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, is op hetzelfde landbouwperceel combineerbaar met een verbintenis voor biologische landbouw of een agromilieumaatregel, en kan worden gesloten op een landbouwperceel dat is aangewezen als ecologisch aandachtsgebied, als die combineerbaarheid is opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd. De subsidies zijn volledig of gedeeltelijk cumuleerbaar conform de voormelde bijlage.
  In het eerste lid wordt verstaan onder
  1° verbintenis voor biologische landbouw: een verbintenis die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2014 tot het verlenen van hectaresteun voor de biologische productiemethode met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020, is gesloten en die lopende is in 2022;
  2° agromilieumaatregel: een maatregel als vermeld in het besluit van 5 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieu- en klimaatmaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020, en die van toepassing is in 2022;
  3° ecologisch aandachtsgebied: een gebied als vermeld in artikel 38 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2014 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
  Een verbintenis voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, is op hetzelfde landbouwperceel niet combineerbaar met een beheerovereenkomst, met uitzondering van de beheerovereenkomst waterkwaliteit, die wel combineerbaar is met een verbintenis voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, 1° tot en met 4°.
Art.5. Un engagement pour une mesure visée à l'article 2, premier alinéa, peut être combiné, sur la même parcelle agricole, avec un engagement pour l'agriculture biologique ou une mesure agri-environnementale et peut être conclu sur une parcelle agricole qui a été désignée comme surface d'intérêt écologique si cette combinaison figure à l'annexe du présent arrêté. Les subventions peuvent être entièrement ou partiellement cumulées conformément à l'annexe susmentionnée.
  Au premier alinéa, on entend par :
  1° engagement pour l'agriculture biologique : un engagement pris conformément à l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 juillet 2014 portant octroi d'aide à l'hectare pour le mode de production biologique en application du Programme flamand de développement rural pour la période 2014-2020, et qui est en cours en 2022 ;
  2° mesure agri-environnementale : une mesure telle que visée à l'arrêté du Gouvernement flamand du 5 septembre 2014 portant octroi de subventions pour l'exécution de mesures agri-environnementales et climatiques en application du Programme flamand de développement rural pour la période 2014 - 2022, et qui est applicable en 2022 ;
  3° surface d'intérêt écologique : une surface telle que visée à l'article 38 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 octobre 2014 fixant les règles relatives aux paiements directs en faveur des agriculteurs au titre des régimes de soutien relevant de la politique agricole commune.
  Un engagement relatif à une mesure visée à l'article 2, premier alinéa, ne peut être combiné sur la même parcelle agricole avec un contrat de gestion, à l'exception du contrat de gestion qualité de l'eau, qui peut être combiné avec un engagement pour une mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 1° à 4°.
Art.6. Landbouwers komen in aanmerking voor een subsidie als vermeld in artikel 2, als ze voldoen aan al de volgende voorwaarden:
  1° ze hebben het landbouwperceel of de landbouwpercelen waarop de verbintenis betrekking heeft, in eigen gebruik gedurende de teeltperiode van de hoofdteelt;
  2° ze geven het landbouwperceel of de landbouwpercelen waarop de verbintenis betrekking heeft, aan in de verzamelaanvraag en ze melden elke wijziging van de initiële aangifte.
Art.6. Les agriculteurs sont éligibles à une subvention visée à l'article 2 s'ils remplissent toutes les conditions suivantes :
  1° ils utilisent la ou les parcelles agricoles auxquelles se rapporte l'engagement pour leur propre usage pendant la période de culture de la culture principale ;
  2° ils déclarent la ou les parcelles agricoles auxquelles se rapporte l'engagement dans la demande unique et signalent toute modification de la déclaration initiale.
Art.7. De voorwaarden, vermeld in artikel 4, tweede tot en met vierde lid, en artikel 5, moeten gedurende de volledige looptijd van de verbintenis vervuld zijn.
Art.7. Les conditions visées à l'article 4, deuxième et quatrième alinéas, et à l'article 5, doivent être remplies pendant toute la durée de l'engagement.
HOOFDSTUK 3. - Subsidies
CHAPITRE 3. - Subventions
Afdeling 1. - Aanvraagprocedure
Section 1. - Procédure de demande
Art.8. § 1. Om een subsidie als vermeld in artikel 2, te krijgen, dient een landbouwer een verbintenisaanvraag in aan de hand van de verzamelaanvraag in 2022. De landbouwer dient de aanvraag uiterlijk op de uiterste wijzigingsdatum van de voormelde verzamelaanvraag in.
  § 2. De landbouwer wijst het landbouwperceel of de landbouwpercelen, waarop de verbintenis, vermeld in artikel 2, betrekking heeft, aan in de verzamelaanvraag.
  In afwijking van het eerste lid, geeft de landbouwer voor de maatregelen, zoals vermeld in artikel 2, eerste lid, 4°, a) en b), en 5° in de verzamelaanvraag eenmalig aan een verbintenis af te sluiten voor het totaal areaal subsidiabele hoofdteelten van zijn bedrijf.
  § 3. De verbintenisaanvraag, vermeld in paragraaf 1 en 2, geldt als steun- en betaalaanvraag.
  § 4. Conform artikel 21 keurt de bevoegde entiteit de verbintenisaanvragen goed na afloop van de looptijd van de verbintenissen.
Art.8. § 1. Pour obtenir une subvention visée à l'article 2, un agriculteur introduit une demande d'engagement au moyen de la demande unique en 2022. L'agriculteur introduit la demande au plus tard à la dernière date de modification de la demande unique susmentionnée.
  § 2. L'agriculteur identifie dans la demande unique la ou les parcelles agricoles soumises à l'engagement visé à l'article 2.
  Par dérogation au premier alinéa, l'agriculteur indique une seule fois, pour les mesures visées à l'article 2, premier alinéa, 4°, a) et b), et 5°, dans la demande unique, conclure un engagement pour la superficie totale des cultures principales subventionnables de l'exploitation.
  § 3. La demande d'engagement visée aux paragraphes 1 et 2 constitue une demande d'aide et de paiement.
  § 4. Conformément à l'article 21, l'entité compétente approuve les demandes d'engagement au terme des engagements.
Art.9. Voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, 1° tot en met 4°, krijgt de landbouwer per verbintenis een maximaal subsidiebedrag, uitgedrukt in euro per hectare als vermeld in artikel 11 tot en met 15 en artikel 17.
  De beschikbare begrotingskredieten worden verdeeld volgens de volgende verdeelsleutel:
  1° [1 22]1 % van de beschikbare begrotingskredieten is voorbehouden voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 1° ;
  2° [1 22]1 % van de beschikbare begrotingskredieten is voorbehouden voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 2° ;
  3° [1 22]1 % van de beschikbare begrotingskredieten is voorbehouden voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3° ;
  4° [1 22]1 % van de beschikbare begrotingskredieten is voorbehouden voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 4°.
  Als de som van de goedgekeurde verbintenisaanvragen voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, 1° tot en met 4°, het beschikbare begrotingskrediet van die maatregel niet overschrijdt, wordt het maximale subsidiebedrag, vermeld in het eerste lid, uitbetaald.
  Onverminderd de maximale subsidiebedragen, vermeld in het eerste lid, wordt de verdeelsleutel, vermeld in het tweede lid, voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 1° tot en met 4°, waarvoor het beschikbare begrotingskrediet niet is overschreden, aangepast en worden de beschikbare begrotingskredieten bij de voormelde onderbenutting overgeheveld naar de begrotingskredieten van de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 1° tot en met 4°, waarvoor het aantal goedgekeurde verbintenisaanvragen de beschikbare begrotingskredieten overschrijdt. Als het aantal goedgekeurde verbintenisaanvragen de beschikbare begrotingskredieten voor verschillende maatregelen als vermeld in artikel 2, eerste lid, 1° tot en met 4°, overschrijdt, wordt het beschikbare begrotingskrediet van de onderbenutte maatregel pro rata overgeheveld naar de verschillende maatregelen waarvoor het aantal goedgekeurde verbintenisaanvragen de beschikbare begrotingskredieten overschrijdt.
  Als, al dan niet na toepassing van het vierde lid, het totale aantal goedgekeurde verbintenisaanvragen voor de maatregelen, vermeld in artikel 2, eerste lid, 1° tot en met 4°, het totale beschikbare begrotingskrediet overschrijdt, worden de maximale subsidiebedragen, vermeld in het eerste lid, binnen die maatregel pro rata verminderd.
  De bevoegde entiteit berekent het definitieve subsidiebedrag na afloop van de verbintenis.
  
Art.9. Pour une mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 1° à 4°, l'agriculteur reçoit, par engagement, un montant maximal de subvention, exprimé en euros par hectare, tel que visé aux articles 11 à 15 et à l'article 17.
  Les crédits budgétaires disponibles sont répartis selon la clé de répartition suivante :
  1° [1 22]1 % des crédits budgétaires disponibles sont réservés à la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 1° ;
  2° [1 22]1 % des crédits budgétaires disponibles sont réservés à la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 2° ;
  3° [1 22]1 % des crédits budgétaires disponibles sont réservés à la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 3° ;
  4° [1 22]1 % des crédits budgétaires disponibles sont réservés à la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 4°.
  Si la somme des demandes d'engagement approuvées pour une mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 1° à 4°, ne dépasse pas le crédit budgétaire disponible pour cette mesure, le montant maximal de la subvention, visé au premier alinéa, est versé.
  Sans préjudice des montants maximaux de subvention visés au premier alinéa, la clé de répartition visée au deuxième alinéa est adaptée pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 1° à 4°, pour laquelle le crédit budgétaire disponible n'a pas été dépassé, et les crédits budgétaires disponibles, en cas de sous-utilisation visée ci-dessus, sont transférés vers les crédits budgétaires de la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 1° à 4°, pour laquelle le nombre de demandes d'engagement approuvées dépasse les crédits budgétaires disponibles. Si le nombre de demandes d'engagement approuvées dépasse les crédits budgétaires disponibles pour les différentes mesures visées à l'article 2, premier alinéa, 1° à 4°, le crédit budgétaire disponible pour la mesure sous-utilisée sont transférés au prorata vers les différentes mesures pour lesquelles le nombre de demandes d'engagement approuvées dépasse les crédits budgétaires disponibles.
  Si, après application ou non du quatrième alinéa, le nombre total de demandes d'engagement approuvées pour les mesures visées à l'article 2, premier alinéa, 1° à 4°, dépasse le crédit budgétaire total disponible, les montants maximaux de subvention visés au premier alinéa sont réduits au prorata dans le cadre de cette mesure.
  L'entité compétente calcule le montant définitif de la subvention au terme de l'engagement.
  
Art.10. Voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, 5°, krijgt de landbouwer per verbintenis een maximaal subsidiebedrag, uitgedrukt in euro per hectare als vermeld in artikel 19. Dat bedrag is afhankelijk van het beschikbare budget, dat bestaat uit [1 12]1 % van de beschikbare begrotingskredieten en een bedrag van 925.000,00 euro dat gefinancieerd wordt uit het Vlaams Klimaatfonds.
  Als de som van de goedgekeurde verbintenisaanvragen voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 5°, het beschikbare budget, vermeld in het eerste lid, niet overschrijdt, wordt het maximale subsidiebedrag, vermeld in het eerste lid, uitbetaald.
  Als het totale aantal goedgekeurde verbintenisaanvragen voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 5°, het beschikbare budget, vermeld in het eerste lid, overschrijdt, worden de maximale subsidiebedragen, vermeld in het eerste lid, binnen die maatregel pro rata verminderd.
  De bevoegde entiteit berekent het definitieve subsidiebedrag na afloop van de verbintenis.
  
Art.10. Pour une mesure telle que visée à l'article 2, premier alinéa, 5°, l'agriculteur reçoit, par engagement, un montant maximal de subvention, exprimé en euros par hectare, tel que visé à l'article 19. Ce montant dépend du budget disponible, qui se compose de [1 12]1 % des crédits budgétaires disponibles et d'un montant de 925 000,00 EUR financé par le Fonds flamand pour le climat.
  Si la somme des demandes d'engagement approuvées pour une mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 5°, ne dépasse pas le budget disponible visé au premier alinéa, le montant maximal de la subvention, tel que visé au premier alinéa, est versé.
  Si le nombre total de demandes d'engagement approuvées pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 5°, dépasse le budget disponible visé au premier alinéa, les montants maximaux de subvention visés au premier alinéa sont réduits au prorata dans le cadre de cette mesure.
  L'entité compétente calcule le montant définitif de la subvention au terme de l'engagement.
  
Afdeling 2. - Voorwaarden
Section 2. - Conditions
Onderafdeling 1. - De inzaai van productief kruidenrijk grasland
Sous-section 1. - L'ensemencement de prairies productives riches en herbes
Art.11. § 1. Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 1°, afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een subsidie ontvangen voor de inzaai van een graskruidenmengsel, op voorwaarde dat maximum 30 kilogram graszaad per hectare wordt gebruikt. De subsidie bedraagt maximaal 350,00 euro per hectare.
  De minister bepaalt uit welke soorten grassen, vlinderbloemigen en kruiden het graskruidenmengsel, vermeld in het eerste en tweede lid, mag bestaan.
  § 2. Een landbouwer komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in paragraaf 1, voor de ingezaaide oppervlakte van een landbouwperceel als voldaan is aan al de volgende voorwaarden:
  1° de oppervlakte van het landbouwperceel in kwestie bedraagt minstens 30 are;
  2° de landbouwer zaait de teelten in vanaf het najaar van 2021;
  3° de teelt wordt aangehouden tot minstens 31 december 2022;
  4° het betreft een landbouwperceel dat in 2020 en 2021 bouwland was;
  5° kruiden en vlinderbloemigen zijn tijdens het groeiseizoen duidelijk zichtbaar aanwezig;
  6° er gebeurt geen herinzaai, tenzij na een voorafgaande schriftelijke melding bij de bevoegde entiteit. De herinzaai gebeurt binnen twee weken na het omploegen. Dat omploegen gebeurt pas na de voormelde melding.
  § 3. De landbouwer beschikt over facturen die op zijn naam staan, en houdt die facturen ter beschikking de bevoegde entiteit tot minimaal tien jaar na de laatste betaling voor de verbintenis.
  Op verzoek van de bevoegde entiteit bezorgt de landbouwer de facturen, vermeld in het eerste lid, onmiddellijk aan de bevoegde entiteit.
Art.11. § 1. Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 1°, un agriculteur peut recevoir une subvention, sous réserve des crédits budgétaires disponibles, pour l'ensemencement d'un mélange de graminées/herbes, à condition d'utiliser au maximum 30 kilogrammes de semences fourragères par hectare. Cette subvention s'élève à 350,00 euros maximum par hectare.
  Le ministre détermine les espèces de graminées, de légumineuses et d'herbes que peut comporter le mélange graminées/herbes visé aux premier et deuxième alinéas.
  § 2. Un agriculteur est éligible à la subvention mentionnée au paragraphe 1 pour la superficie ensemencée d'une parcelle agricole s'il remplit toutes les conditions suivantes :
  1° la superficie de la parcelle agricole en question est d'au moins 30 ares ;
  2° l'agriculteur sème les cultures à partir de l'automne 2021 ;
  3° la culture est maintenue jusqu'au 31 décembre 2022 au moins ;
  4° il s'agit d'une parcelle agricole qui était une terre arable en 2020 et 2021 ;
  5° les herbes et les légumineuses sont clairement visibles pendant la saison végétative ;
  6° il n'y a pas de resemis, sauf après notification écrite préalable auprès de l'entité compétente. Le resemis doit avoir lieu dans les deux semaines après le labour. Ce labour n'est effectué qu'après la notification susmentionnée.
  § 3. L'agriculteur détient les factures à son nom et les tient à la disposition de l'entité compétente pendant au moins dix ans après le dernier paiement de l'engagement.
  A la demande de l'entité compétente, l'agriculteur lui transmet immédiatement les factures visées au premier alinéa.
Onderafdeling 2. - Ecologisch beheerd grasland
Sous-section 2. - Prairie gérée de manière écologique
Art.12. Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een subsidie ontvangen. De subsidie bedraagt maximaal 300,00 euro per hectare.
  Een landbouwer komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in het eerste lid, voor de oppervlakte grasland van een landbouwperceel, als voldaan is aan al de volgende voorwaarden:
  1° de oppervlakte van het landbouwperceel in kwestie bedraagt minstens 30 are;
  2° de teelt wordt aangehouden van 1 januari 2022 tot minstens 31 december 2022;
  3° op het landbouwperceel worden geen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt gedurende de looptijd van de verbintenis, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van akkerdistel;
  4° op het landbouwperceel worden geen kunstmeststoffen gebruikt gedurende de looptijd van de verbintenis;
  5° het is geen landbouwperceel waarop een derogatie wordt aangevraagd als vermeld in hoofdstuk 5 van de VLAREME van 28 oktober 2016;
  6° het is geen landbouwperceel waarop al een beperking of verbod op het gebruik van bemesting of gewasbeschermingsmiddelen van toepassing is op grond van geldende regelgeving of een aangegane verbintenis.
Art.12. Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 2°, un agriculteur peut recevoir une subvention, sous réserve des crédits budgétaires disponibles. Cette subvention s'élève à 300,00 euros maximum par hectare.
  Un agriculteur est éligible à la subvention visée au premier alinéa pour la superficie de prairie d'une parcelle agricole s'il remplit toutes les conditions suivantes :
  1° la superficie de la parcelle agricole en question est d'au moins 30 ares ;
  2° la culture est maintenue du 1 janvier 2022 jusqu'au 31 décembre 2022 au moins ;
  3° aucun produit phytopharmaceutique n'est utilisé sur la parcelle agricole pendant la durée de l'engagement, sauf pour la lutte ponctuelle contre le chardon des champs ;
  4° aucun engrais chimique n'est utilisé sur la parcelle agricole pendant la durée de l'engagement ;
  5° il ne s'agit pas d'une parcelle agricole pour laquelle une dérogation est demandée, telle que visée au chapitre 5 du VLAREM du 28 octobre 2016 ;
  6° il ne s'agit pas d'une parcelle agricole qui fait déjà l'objet d'une restriction ou d'une interdiction d'épandage ou d'utilisation de produits phytopharmaceutiques sur la base d'une réglementation existante ou d'un engagement souscrit.
Onderafdeling 3. - De inzaai van milieu-, klimaat- en biodiversiteitsvriendelijke hoofdteelten
Sous-section 3. - L'ensemencement de cultures principales respectueuses de l'environnement, du climat et de la biodiversité
Art.13. § 1. Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3°, a), afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een subsidie ontvangen voor de inzaai van bepaalde eiwitteelten als hoofdteelt voor lokale eiwitvoorziening. De subsidie bedraagt maximaal 600,00 euro per hectare.
  De minister bepaalt welke eiwitteelten in aanmerking komen voor de subsidie, vermeld in het eerste lid.
  § 2. Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3°, b), afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een subsidie ontvangen voor de inzaai van hennep en koolzaad als hoofdteelt. De subsidie bedraagt maximaal 150,00 euro per hectare.
  Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3°, b), afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een subsidie ontvangen voor de inzaai van tagetes, gele mosterd en bladrammenas als hoofdteelt. De subsidie bedraagt maximaal 600,00 euro per hectare.
  De subsidie voor de inzaai van tagetes, vermeld in het tweede lid, wordt alleen verleend op voorwaarde dat de teelt minstens drie maanden wordt aangehouden en daarna wordt ondergewerkt.
  De subsidie voor de inzaai van bladrammenas en gele mosterd, vermeld in het tweede lid, wordt alleen verleend op voorwaarde dat de teelten minstens twee maanden worden aangehouden en daarna worden ondergewerkt.
  De minister kan beslissen welke teelten met voordelen voor het milieu, de biodiversiteit of het klimaat, bijkomend in aanmerking komen voor de subsidie, vermeld in het eerste en tweede lid.
  § 3. Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3°, c), afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een subsidie ontvangen voor de inzaai van zomergraan als hoofdteelt. De subsidie bedraagt maximaal 150,00 euro per hectare.
  Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3°, c), afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een subsidie ontvangen voor de inzaai van een faunamengsel als hoofdteelt, op voorwaarde dat de teelt wordt aangehouden tot minstens 15 maart 2023. De subsidie bedraagt maximaal 600,00 euro per hectare.
  De minister kan beslissen welke faunavriendelijke teelten bijkomend in aanmerking komen voor de subsidie, vermeld in het eerste en het tweede lid, en kan de samenstelling van het faunamengsel, vermeld in het tweede lid, bepalen.
  § 4. De minister kan de teelttechnische voorwaarden bepalen voor de teelten, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3.
  § 5. Een landbouwer komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in paragraaf 1 tot en met 3, voor de ingezaaide oppervlakte van een landbouwperceel, als de oppervlakte van het landbouwperceel minstens 30 are is.
  Voor een subsidie als vermeld in paragraaf 3, geldt naast de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, als bijkomende voorwaarde dat het landbouwperceel in een gebied ligt dat is aangewezen als speciale beschermingszone conform artikel 36bis van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, wegens de aanwezigheid van akkervogels.
  § 6. De landbouwer beschikt over facturen, die op zijn naam staan, en houdt die facturen ter beschikking te houden van de bevoegde enteiteit, tot minimaal tien jaar na de laatste betaling voor de verbintenis.
  Op verzoek van de bevoegde entiteit bezorgt de landbouwer de facturen, vermeld in het eerste lid, onmiddellijk aan de bevoegde entiteit.
Art.13. § 1. Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 3°, a), un agriculteur peut recevoir une subvention, sous réserve des crédits budgétaires disponibles, pour l'ensemencement de certains protéagineux comme source locale de protéines. Cette subvention s'élève à 600,00 euros maximum par hectare.
  Le ministre détermine quels protéagineux sont éligibles à la subvention, visée au premier alinéa.
  § 2. Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 3°, b), un agriculteur peut recevoir une subvention, sous réserve des crédits budgétaires disponibles, pour l'ensemencement de chanvre et de colza comme culture principale. Cette subvention s'élève à 150,00 euros maximum par hectare.
  Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 3°, b), un agriculteur peut recevoir une subvention, sous réserve des crédits budgétaires disponibles, pour l'ensemencement de tagètes, de moutarde blanche et de radis oléifère comme culture principale. Cette subvention s'élève à 600,00 euros maximum par hectare.
  La subvention pour l'ensemencement de tagètes, visée au deuxième alinéa, n'est accordée qu'à condition que la culture soit maintenue pendant au moins trois mois et qu'elle soit ensuite incorporée au sol.
  La subvention pour l'ensemencement de radis oléifère et de moutarde blanche, visée au deuxième alinéa, n'est accordée qu'à condition que les cultures soient maintenues pendant au moins deux mois et qu'elles soient ensuite incorporées au sol.
  Le ministre peut décider quelles cultures présentant des avantages pour l'environnement, la biodiversité ou le climat, sont éligibles à la subvention visée aux premier et deuxième alinéas.
  § 3. Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 3°, c), un agriculteur peut recevoir une subvention, sous réserve des crédits budgétaires disponibles, pour l'ensemencement de céréales d'été comme culture principale. Cette subvention s'élève à 150,00 euros maximum par hectare.
  Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 3°, c), un agriculteur peut recevoir une subvention, sous réserve des crédits budgétaires disponibles, pour l'ensemencement d'un mélange faunistique comme culture principale, à conditions que la culture soit maintenue jusqu'au 15 mars 2023 au moins. Cette subvention s'élève à 600,00 euros maximum par hectare.
  Le ministre peut décider quelles cultures respectueuses de la faune sont en outre éligibles à la subvention visée aux premier et deuxième alinéas, et peut déterminer la composition du mélange faunistique visé au deuxième alinéa.
  § 4. Le ministre peut préciser les conditions techniques de culture pour les cultures visées aux paragraphes 1 à 3.
  § 5. Un agriculteur est éligible à la subvention visée aux paragraphes 1 à 3, pour la superficie ensemencée d'une parcelle agricole si la superficie de la parcelle agricole est de 30 ares au moins.
  Pour une subvention telle que visée au paragraphe 3, outre les conditions visées au premier alinéa, une condition supplémentaire est que la parcelle agricole soit située dans une zone désignée comme zone de protection spéciale conformément à l'article 36bis du décret du 21 octobre 1997 concernant la conservation de la nature et le milieu naturel, en raison de la présence d'oiseaux des champs.
  § 6. L'agriculteur détient les factures à son nom et les tient à la disposition de l'entité compétente pendant au moins dix ans après le dernier paiement de l'engagement.
  A la demande de l'entité compétente, l'agriculteur lui transmet immédiatement les factures visées au premier alinéa.
Onderafdeling 4. - Precisielandbouw
Sous-section 4. - Agriculture de précision
Art.14. Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 4°, a), afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een eenmalige subsidie ontvangen voor de toediening door precisielandbouw via automatische gps-aansturing van de volgende middelen op de hoofdteelt:
  1° gewasbeschermingsmiddelen;
  2° korrelmeststoffen.
  Een landbouwer komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in het eerste lid, als minstens 80 % van het areaal subsidiabele hoofdteelten op landbouwpercelen worden behandeld, als vermeld in het eerste lid.
  De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt beperkt tot een areaal van 100 hectare subsidiabele hoofdteelten per landbouwer.
  Als de landbouwer op ieder landbouwperceel van het areaal in kwestie minstens één van de middelen, vermeld in het eerste lid, toedient door precisielandbouw via automatische gps-aansturing, wordt de subsidie voor het volledige areaal dat in aamerking komt voor de subsidie, op de volgende wijze berekend:
  1° een bedrag van maximaal 60,00 euro per hectare voor de eerste 10 hectare;
  2° een bedrag van maximaal 35,00 euro per hectare voor de volgende 10 hectare;
  3° een bedrag van maximaal 7,00 euro per hectare voor de volgende 80 hectare.
  Als de landbouwer op ieder landbouwperceel van het areaal in kwestie de beide middelen, vermeld in het eerste lid, toedient door precisielandbouw via automatische gps-aansturing, wordt de subsidie voor het volledige areaal dat in aamerking voor de subsidie, op de volgende wijze berekend:
  1° een bedrag van maximaal 75,00 euro per hectare voor de eerste 10 hectare;
  2° een bedrag van maximaal 50,00 euro per hectare voor de volgende 10 hectare;
  3° een bedrag van maximaal 10,00 euro per hectare voor de volgende 80 hectare.
  Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de toediening van gewasbeschermingsmiddelen ook verstaan: de toediening van gewasbeschermingsmiddelen en vloeibare kunstmeststoffen.
Art.14. Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 4°, a), un agriculteur peut recevoir une subvention non récurrente, sous réserve des crédits budgétaires disponibles, pour l'application, au moyen de l'agriculture de précision par guidage GPS automatique, des produits suivants sur la culture principale :
  1° produits phytopharmaceutiques ;
  2° engrais granulés.
  Un agriculteur est éligible à la subvention visée au premier alinéa si au moins 80 % de la superficie des cultures principales subventionnables est traitée sur des parcelles agricoles visées au premier alinéa.
  La subvention visée au premier alinéa est limitée à une superficie de 100 hectares de cultures principales subventionnables par agriculteur.
  Si l'agriculteur applique au moins un des produits visés au premier alinéa sur chaque parcelle agricole de la superficie en question au moyen de l'agriculture de précision par guidage GPS automatique, la subvention pour l'ensemble de la superficie éligible à la subvention est calculée de la manière suivante :
  1° un montant maximum de 60,00 euros par hectare pour les 10 premiers hectares ;
  2° un montant maximum de 35,00 euros par hectare pour les 10 hectares suivants ;
  3° un montant maximum de 7,00 euros par hectare pour les 80 hectares suivants.
  Si l'agriculteur applique les deux produits visés au premier alinéa sur chaque parcelle agricole de la superficie en question au moyen de l'agriculture de précision par guidage GPS automatique, la subvention pour l'ensemble de la superficie éligible à la subvention est calculée de la manière suivante :
  1° un montant maximum de 75,00 euros par hectare pour les 10 premiers hectares ;
  2° un montant maximum de 50,00 euros par hectare pour les 10 hectares suivants ;
  3° un montant maximum de 10,00 euros par hectare pour les 80 hectares suivants.
  Pour l'application du présent article, on entend également par application de produits phytopharmaceutiques : l'application de produits phytopharmaceutiques et d'engrais liquides.
Art.15. Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 4°, b), afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een eenmalige subsidie ontvangen voor de toediening door precisielandbouw via automatische RTK-gps-aansturing van de volgende middelen op de hoofdteelt:
  1° gewasbeschermingsmiddelen;
  2° korrelmeststoffen.
  Een landbouwer komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in het eerste lid, als minstens 80 % van het areaal subsidiabele hoofdteelten op landbouwpercelen wordt behandeld als vermeld in het eerste lid.
  De subsidie, vermeld in het eerste lid, wordt beperkt tot een areaal van 100 hectare subsidiabele hoofdteelten per landbouwer.
  Als de landbouwer op ieder landbouwperceel van het areaal in kwestie minstens één van de middelen, vermeld in het eerste lid, toedient door precisielandbouw via automatische RTK-gps-aansturing, wordt de subsidie voor het volledige areaal dat in aamerking komt voor de subsidie, op de volgende wijze berekend:
  1° een bedrag van maximaal 75,00 euro per hectare voor de eerste 10 hectare;
  2° een bedrag van maximaal 50,00 euro per hectare voor de volgende 10 hectare;
  3° een bedrag van maximaal 10,00 euro per hectare voor de volgende 80 hectare.
  Als de landbouwer op ieder landbouwperceel van het areaal in kwestie de beide middelen, vermeld in het eerste lid, toedient door precisielandbouw via automatische RTK-gps-aansturing, wordt de subsidie voor het volledige areaal dat in aanmerking komt voor de subsidie, op de volgende wijze berekend:
  1° een bedrag van maximaal 90,00 euro per hectare voor de eerste 10 hectare;
  2° een bedrag van maximaal 65,00 euro per hectare voor de volgende 10 hectare;
  3° een bedrag van maximaal 15,00 euro per hectare voor de volgende 80 hectare.
  Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de toediening van gewasbeschermingsmiddelen ook verstaan: de toediening van gewasbeschermingsmiddelen en vloeibare kunstmeststoffen.
Art.15. Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 4°, b), un agriculteur peut recevoir une subvention non récurrente, sous réserve des crédits budgétaires disponibles, pour l'application, au moyen de l'agriculture de précision par guidage RTK-GPS automatique, des produits suivants sur la culture principale :
  1° produits phytopharmaceutiques ;
  2° engrais granulés.
  Un agriculteur est éligible à la subvention visée au premier alinéa si au moins 80 % de la superficie des cultures principales subventionnables est traitée sur des parcelles agricoles visées au premier alinéa.
  La subvention visée au premier alinéa est limitée à une superficie de 100 hectares de cultures principales subventionnables par agriculteur.
  Si l'agriculteur applique au moins un des produits visés au premier alinéa sur chaque parcelle agricole de la superficie en question au moyen de l'agriculture de précision par guidage RTK-GPS automatique, la subvention pour l'ensemble de la superficie éligible à la subvention est calculée de la manière suivante :
  1° un montant maximum de 75,00 euros par hectare pour les 10 premiers hectares ;
  2° un montant maximum de 50,00 euros par hectare pour les 10 hectares suivants ;
  3° un montant maximum de 10,00 euros par hectare pour les 80 hectares suivants.
  Si l'agriculteur applique les deux produits visés au premier alinéa sur chaque parcelle agricole de la superficie en question au moyen de l'agriculture de précision par guidage RTK-GPS automatique, la subvention pour l'ensemble de la superficie éligible à la subvention est calculée de la manière suivante :
  1° un montant maximum de 90,00 euros par hectare pour les 10 premiers hectares ;
  2° un montant maximum de 65,00 euros par hectare pour les 10 hectares suivants ;
  3° un montant maximum de 15,00 euros par hectare pour les 80 hectares suivants.
  Pour l'application du présent article, on entend également par application de produits phytopharmaceutiques : l'application de produits phytopharmaceutiques et d'engrais liquides.
Art.16. § 1. Om het areaal subsidiabele hoofdteelten, vermeld in artikel 14 en 15 van dit besluit, te berekenen, worden de volgende arealen niet mee in rekening gebracht:
  1° het areaal teelten op landbouwpercelen waarvoor een beheerovereenkomst gesloten is, met uitzondering van de beheerovereenkomst waterkwaliteit;
  2° het areaal teelten waarvoor de toediening van gewasbeschermingsmiddelen en korrelmeststoffen via precisielandbouw onvoldoende ontwikkeld is;
  3° het areaal teelten waarop teelttechnieken worden toegepast die door hun aard de toepassing van precisielandbouw uitsluiten;
  4° landbouwpercelen met grasland en meerjarige voedergewassen die in het kader van de biologische productiemethode zijn aangemeld en onder controle zijn van een controleorgaan dat erkend is door de Vlaamse overheid op basis van artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten, en die niet gedeclasseerd zijn als gevolg van een inbreuk tijdens de hoofdteelt.
  De minister kan de de teelten en teelttechnieken, vermeld in het eerste lid, 2° en 3°, bepalen.
  § 2. Een landbouwer komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in artikel 14 en 15, als voldaan is aan de volgende voorwaarden:
  1° als op het landbouwperceel of de landbouwpercelen waarop de verbintenis betrekking heeft, gewasbeschermingsmiddelen, vloeibare kunstmeststoffen of korrelmeststoffen worden toegediend, gebeurt dat met precisielandbouw via automatische gps-aansturing of RTK-gps-aansturing op de hoofdteelt;
  2° als op het landbouwperceel of de landbouwpercelen waarop de verbintenis betrekking heeft, korrelmeststoffen worden toegediend, is het afkantstrooien verplicht bij het strooien van die korrelmeststoffen op grasland en op landbouwpercelen met akkerbouwteelten, voor er kan worden geplant of gezaaid, tenzij gebruik gemaakt wordt van een pneumatische strooier;
  3° de landbouwer houdt een perceelsfiche bij waarin elke uitgevoerde handeling op het landbouwperceel of de landbouwpercelen wordt opgenomen, met vermelding van het gps-type, het merk en de uitvoerder;
  4° de landbouwer kan bij een controle aantonen dat de machines onmiddellijk ter beschikking zijn met functionerende besturing.
  De voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 4°, is niet van toepassing als de landbouwer bij de controle, de facturen, vermeld in artikel 18, eerste lid, 2°, kan voorleggen.
Art.16. § 1. Pour calculer la superficie des cultures principales subventionnables visées aux articles 14 et 15 du présent arrêté, les superficies suivantes ne sont pas prises en compte :
  1° la superficie des cultures sur les parcelles agricoles pour lesquelles un contrat de gestion a été conclu, à l'exception du contrat de gestion qualité de l'eau ;
  2° la superficie des cultures pour lesquelles l'application de produits phytopharmaceutiques et d'engrais granulés au moyen de l'agriculture de précision n'est pas suffisamment développée ;
  3° la superficie des cultures sur lesquelles sont utilisées des techniques de culture qui, par leur nature même, excluent le recours à l'agriculture de précision ;
  4° les parcelles agricoles avec des prairies et des cultures fourragères pluriannuelles qui ont été notifiées dans le cadre du mode de production biologique et qui sont sous le contrôle d'un organisme de contrôle reconnu par l'Autorité flamande sur la base de l'article 14 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 décembre 2008 relatif à la production biologique et à l'étiquetage des produits biologiques, et qui n'ont pas été déclassées à la suite d'une infraction au cours de la culture principale.
  Le ministre peut déterminer les cultures et techniques de culture visées au premier alinéa, 2° et 3°.
  § 2. Un agriculteur est éligible à la subvention visée aux articles 14 et 15 s'il remplit les conditions suivantes :
  1° lorsque des produits phytopharmaceutiques, des engrais liquides ou des engrais granulés sont appliqués sur la ou les parcelles agricoles auxquelles se rapporte l'engagement, cela se fait au moyen de l'agriculture de précision par guidage GPS ou guidage RTK-GPS automatique sur la culture principale ;
  2° lorsque des engrais granulés sont appliqués sur la ou les parcelles agricoles auxquelles se rapporte l'engagement, l'épandage en bordure est obligatoire lors de l'épandage de ces engrais granulés sur les prairies et sur les parcelles agricoles occupées par des cultures arables, avant la plantation ou le semis, sauf si un épandeur pneumatique est utilisé ;
  3° l'agriculteur tient une fiche de parcelle dans laquelle est enregistrée chaque opération effectuée sur la ou les parcelles agricoles, en indiquant le type de GPS, la marque et l'exécutant ;
  4° l'agriculteur peut prouver, en cas de contrôle, que les machines sont immédiatement disponibles avec des commandes en état de marche.
  La condition visée au premier alinéa, 4°, n'est pas applicable si, lors du contrôle, l'agriculteur peut présenter les factures visées à l'article 18, premier alinéa, 2°.
Art.17. Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 4°, c) afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten, een subsidie ontvangen voor de aanmaak van een taakkaart per landbouwperceel.
  De taakkaart, vermeld in het eerste lid, is een met behulp van grondmonsters gekalibreerde kaart die informatie over pH-variaties in de bodem weergeeft en plaatsspecifiek bekalkingsadvies geeft op basis van een bodemscan van het perceel.
  Een landbouwer komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in het eerste lid, als voldaan is aan al de volgende voorwaarden:
  1° de taakkaart is aangemaakt vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit besluit;
  2° het landbouwperceel in kwestie wordt plaatsspecifiek bekalkt in 2022 op basis van de taakkaart, vermeld in punt 1° ;
  3° de landbouwer houdt een perceelsfiche bij waarin elke uitgevoerde handeling wordt opgenomen, met vermelding van het gps-type, het merk en de uitvoerder.
  De subsidie bedraagt maximaal 100,00 euro per hectare voor het landbouwperceel in kwestie.
Art.17. Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 4°, c), un agriculteur peut recevoir une subvention, sous réserve des crédits budgétaires disponibles, pour la création d'une carte des tâches par parcelle agricole.
  La carte des tâches, visée au premier alinéa, est une carte étalonnée à l'aide d'échantillons de sol qui donne des informations sur les variations de pH dans le sol et fournit des conseils de traitement à la chaux spécifiques au site sur la base d'une analyse du sol de la parcelle.
  Un agriculteur est éligible à la subvention visée au premier alinéa s'il remplit toutes les conditions suivantes :
  1° la carte des tâches a été créée avant la date de l'entrée en vigueur du présent arrêté ;
  2° la parcelle agricole en question fera l'objet d'un chaulage spécifique en 2022 sur la base de la carte des tâches visée au point 1° ;
  3° l'agriculteur tient une fiche de parcelle dans laquelle est enregistrée chaque opération effectuée, en indiquant le type de GPS, la marque et l'exécutant.
  La subvention s'élève à 100,00 euros maximum par hectare pour la parcelle agricole en question.
Art.18. De landbouwer houdt, ter verantwoording van de subsidie, vermeld in artikel 14, 15 en 17, al de volgende documenten ter beschikking van de bevoegde entiteit, tot minimaal tien jaar na de laatste betaling voor de verbintenis:
  1° de perceelsfiche, vermeld in artikel 16, § 2, eerste lid, 3°, en artikel 17, derde lid, 3° ;
  2° de facturen van loonwerkers op zijn naam, met vermelding van het gps-type en het merk, als dat van toepassing is;
  3° de geotagged-foto's die genomen zijn via de LV-Agrilens-applicatie die de toepassing van de maatregel staven, of de as-applied-kaarten die aangeven hoe de toediening van gewasbeschermingsmiddelen, korrelmeststoffen of kalk daadwerkelijk uitgevoerd is, of de factuur van de loonwerker met minstens eenduidige locatiegegevens zoals X- en Y-coördinaten.
  Op verzoek van de bevoegde entiteit legt de landbouwer de documenten, vermeld in het eerste lid, onmiddellijk voor aan de bevoegde entiteit.
Art.18. L'agriculteur tient, comme justification de la subvention visée aux articles 14, 15 et 17, tous les documents suivants à la disposition de l'entité compétente pendant au moins dix ans après le dernier paiement de l'engagement :
  1° la fiche de parcelle visée à l'article 16, § 2, premier alinéa, 3°, et à l'article 17, deuxième alinéa, 3° ;
  2° les factures des travailleurs à façon à son nom, en indiquant le type et la marque du GPS, le cas échéant ;
  3° les photos géolocalisées prises via l'application LV-Agrilens qui prouvent l'application de la mesure, ou les cartes " as-applied " montrant comment l'application de produits phytopharmaceutiques, d'engrais granulés ou de chaux a été effectivement réalisée, ou la facture du travailleur à façon avec au moins des données de localisation non ambiguës telles que les coordonnées X et Y.
  A la demande de l'entité compétente, l'agriculteur lui présente immédiatement les documents visés au premier alinéa.
Onderafdeling 5. - Het verhogen van het effectieve organische koolstofgehalte van bouwland via het teeltplan
Sous-section 5. - L'augmentation de la teneur effective en carbone organique des terres arables par le plan de culture
Art.19. Een landbouwer kan voor de maatregel, vermeld in artikel 2, eerste lid, 5°, afhankelijk van de beschikbare begrotingskredieten en een bijdrage uit het Vlaams Klimaatfonds, een eenmalige subsidie ontvangen voor het verhogen van het effectieve organische koolstofgehalte van bouwland via de uitvoering van het teeltplan.
  De subsidie bedraagt, voor het volledige areaal dat in aamerking komt voor de subsidie:
  1° maximaal 40,00 euro per hectare bouwland, als op het volledige areaal bouwland gemiddeld 1.350,00 kg effectieve organische koolstof wordt toegediend via het teeltplan;
  2° maximaal 60,00 euro per hectare bouwland, als op het volledige areaal bouwland gemiddeld 1.400,00 kg effectieve organische koolstof wordt toegediend via het teeltplan;
  3° maximaal 80,00 euro per hectare bouwland als op het volledige areaal bouwland gemiddeld 1.450,00 kg effectieve organische koolstof wordt toegediend via het teeltplan;
  4° maximaal 100,00 euro per hectare bouwland als op het volledige areaal bouwland gemiddeld 1.500,00 kg effectieve organische koolstof wordt toegediend via het teeltplan.
  Een landbouwer komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in het eerste lid, op voorwaarde dat het gaat om landbouwpercelen die in 2020 en 2021 bouwland waren.
Art.19. Pour la mesure visée à l'article 2, premier alinéa, 5°, un agriculteur peut recevoir une subvention non récurrente, sous réserve des crédits budgétaires disponibles et d'une contribution du Fonds flamand pour le climat, pour l'augmentation de la teneur effective en carbone organique des terres arables par la mise en oeuvre du plan de culture.
  Cette subvention s'élève, pour la superficie totale qui est éligible à la subvention, à :
  1° 40,00 euros maximum par hectare de terres arables, si 1.350,00 kg de carbone organique effectif sont appliqués en moyenne sur toute la superficie des terres arables par la mise en oeuvre du plan de culture ;
  2° 60,00 euros maximum par hectare de terres arables, si 1.400,00 kg de carbone organique effectif sont appliqués en moyenne sur toute la superficie des terres arables par la mise en oeuvre du plan de culture ;
  3° 80,00 euros maximum par hectare de terres arables, si 1.450,00 kg de carbone organique effectif sont appliqués en moyenne sur toute la superficie des terres arables par la mise en oeuvre du plan de culture ;
  4° 100,00 euros maximum par hectare de terres arables, si 1.500,00 kg de carbone organique effectif sont appliqués en moyenne sur toute la superficie des terres arables par la mise en oeuvre du plan de culture.
  Un agriculteur est éligible à la subvention visée au premier alinéa s'il s'agit de parcelles agricoles qui étaient des terres arables en 2020 et 2021 .
HOOFDSTUK 4. - Weigering van de verbintenisaanvraag, weigering van de steun, herberekening, terugvordering, en sancties
CHAPITRE 4. - Refus de la demande d'engagement, refus de l'aide, nouveau calcul, recouvrement et sanctions
Art.20. De bevoegde entiteit organiseert de administratieve controles, de controles door monitoring en de controles ter plaatse.
  Om de vereiste controlegegevens te verkrijgen, kan de bevoegde entiteit een beroep doen op derden.
  De bevoegde entiteit kan het voorwerp van de verbintenis en de verbintenisaanvraag controleren en kan de nodige vaststellingen over het nakomen van de verbintenis doen.
Art.20. L'entité compétente organise les contrôles administratifs, les contrôles par surveillance et les contrôles sur place.
  L'entité compétente peut faire appel à des tiers pour obtenir les données de contrôle requises.
  L'entité compétente peut vérifier l'objet de l'engagement et de la demande d'engagement et peut procéder aux constatations nécessaires quant au respect de l'engagement.
Art.21. De bevoegde entiteit onderzoekt de naleving van de voorwaarden, vermeld in dit besluit, en beslist of de verbintenisaanvraag al dan niet volledig of gedeeltelijk wordt goedgekeurd.
  In de volgende gevallen wordt de verbintenisaanvraag niet goedgekeurd en heeft de landbouwer geen recht op de steun:
  1° als de bevoegde entiteit vaststelt dat niet voldaan is aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 7, of de voorwaarden, vermeld in artikel 6;
  2° als de bevoegde entiteit vaststelt dat de landbouwer valse informatie heeft verstrekt om steun te ontvangen, of verzuimd heeft de nodige informatie te verstrekken;
  3° als de bevoegde entiteit vaststelt dat de landbouwer de controle, vermeld in artikel 20, verhindert of probeert te verhinderen.
  Als de bevoegde entiteit vaststelt dat de totale oppervlakte van het landbouwperceel of de landbouwpercelen, die zijn aangegeven voor een verbintenis voor een maatregel als vermeld in artikel 2, eerste lid, van dit besluit, en waarop de verbintenis betrekking heeft, hoger is dan de geconstateerde oppervlakte, wordt het areaal berekend conform artikel 19 van de gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014, en wordt de verbintenisaanvraag alleen goedgekeurd voor wat betreft het herberekende areaal.
  Als de bevoegde entiteit vaststelt dat, al dan niet na toepassing van het derde lid, minstens één van de voorwaarden, vermeld in artikel 11 tot en met 19, die van toepassing zijn op de aangegane verbintenis, niet is nageleefd, wordt de verbintenisaanvraag volledig of gedeeltelijk niet goedgekeurd.
  Als de bevoegde entiteit voor dezelfde verbintenisaanvraag de bepalingen, vermeld in het derde als het vierde lid, moet toepassen, past ze eerst het derde lid toe en vervolgens het vierde lid.
Art.21. L'entité compétente examine le respect des conditions visées dans le présent arrêté et décide d'approuver ou non la demande d'engagement, en tout ou en partie.
  Dans les cas suivants, la demande d'engagement n'est pas approuvée et l'agriculteur n'a pas droit à l'aide :
  1° si l'entité compétente constate que les conditions de subvention visées à l'article 7 ou les conditions visées à l'article 6 ne sont pas remplies ;
  2° si l'entité compétente constate que l'agriculteur a fourni de fausses informations pour bénéficier de l'aide, ou qu'il n'a pas fourni les informations nécessaires ;
  3° si l'entité compétente constate que l'agriculteur empêche ou tente d'empêcher le contrôle prévu à l'article 20.
  Si l'entité compétente constate que la superficie totale de la ou des parcelles agricoles déclarées pour un engagement pour une mesure visée à l'article 2, premier alinéa, du présent arrêté, et auxquelles se rapporte l'engagement dépasse la superficie déterminée, la superficie est calculée conformément à l'article 19 du Règlement délégué (UE) n° 640/2014 et la demande d'engagement n'est approuvée qu'en ce qui concerne la superficie recalculée.
  Si l'entité compétente constate, après application ou non du troisième alinéa, qu'au moins une des conditions visées aux articles 11 à 19, applicables à l'engagement pris, n'a pas été respectée, la demande d'engagement n'est pas approuvée, en tout ou en partie.
  Si l'entité compétente doit appliquer les dispositions visées aux troisième et quatrième alinéas à la même demande d'engagement, elle applique d'abord le troisième alinéa, puis le quatrième.
Art.22. In de volgende gevallen worden de steunbedragen die al zijn toegekend of uitbetaald, volledig of gedeeltelijk geweigerd en in voorkomend geval teruggevorderd nadat de verbintenisaanvraag al is goedgekeurd:
  1° de oppervlakte wordt herberekend conform artikel 21, derde lid;
  2° een geval als vermeld in artikel 21, tweede lid;
  3° een geval als vermeld in artikel 21, vierde lid.
Art.22. Dans les cas suivants, les aides déjà accordées ou payées sont refusées en totalité ou en partie et, le cas échéant, récupérées après l'approbation de la demande d'engagement :
  1° la superficie est recalculée conformément à l'article 21, troisième alinéa ;
  2° un cas visé à l'article 21, deuxième alinéa ;
  3° un cas visé à l'article 21, quatrième alinéa.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
CHAPITRE 5. - Dispositions finales
Art.23. Het besluit is van toepassing op de verbintenissen die van start gaan op 1 januari 2022.
Art.23. L'arrêté s'applique aux engagements qui débutent le 1 janvier 2022.
Art. 24. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 24. Le ministre flamand qui a l'agriculture et la pêche maritime dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
  Bijlage. Overzicht van de mogelijke combinaties van verbintenissen voor maatregelen met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit onderling en de mogelijke combinaties van verbintenissen voor maatregelen met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit met verbintenissen voor biologische landbouw, verbintenissen voor agromilieumaatregelen, beheerovereenkomsten en de aanwijzing als ecologisch aandachtgebied, op hetzelfde landbouwperceel als vermeld in artikel 2, vierde lid, en artikel 5, eerste lid
  Annexe. Aperçu des combinaisons possibles d'engagements relatifs à des mesures ayant un impact favorable sur l'environnement, le climat ou la biodiversité et les combinaisons possibles d'engagements pour des mesures ayant un impact favorable sur l'environnement, le climat ou la biodiversité avec des engagements pour l'agriculture biologique, des engagements pour des mesures agri-environnementales, des contrats de gestion et la désignation de surfaces d'intérêt écologique, sur la même parcelle agricole visée à l'article 2, quatrième alinéa, et à l'article 5, premier alinéa
 productief kruidenrijk grasland art. 2, eerste lid, 1°ecologisch beheerd grasland art. 2, eerste lid, 2°milieu- klimaat- en biodiversi-teitsvrien-delijke teelten
  art. 2, eerste lid, 3°
precisie-landbouw art. 2, 4°, eerste lid, a) en b)precisie-landbouw art. 2, 4°, eerste lid, c)organische koolstof op bouwland
  art. 2, eerste lid, 5°
productief kruidenrijk grasland art. 2, eerste lid, 1°    XX
ecologisch beheerd grasland eerste lid,      
milieu- klimaat- en biodiversiteits-
  vriendelijke teelten art. 2, eerste lid, 3°
   XXX
precisie-
  landbouw
  art. 2, 4°, eerste lid, a) en b)
  X XX
precisie-landbouw art. 2, 4°, eerste lid, c)X XX X
organische koolstof op bouwland art. 2, eerste lid, 5°X XXX 
       
agromilieu- klimaatmaat-regelen      
mechanische onkruid-bestrijding  XXXX
teelt van vlinder-bloemigen   XXX
teelt vezelvlas/
  vezelhennep met verminderde bemesting
   XXX
verwarrings-techniek in de fruitteelt      
hectaresteun biologische landbouwX XXXX
       
ecologisch aandachts-gebied      
groen-bedekking  XXXX
stikstof-bindende gewassen    XX
braakliggend land/spontane bedekking      
bufferstrook -1 m teeltvrije zoneXXXXXXXXXXXX
korte omloophout      
agroforestryXXXXXX
bosranden zonder productieXXXX   XX
bosranden met productieXXXXXXXXXXX
beboste gebieden      
bufferstrook akkerrand    XX
landschaps-elementen houtkant      
landschaps-elementen heg      
landschaps-elementen bomenrij      
landschaps-elementen bomen in groep      
landschaps-elementen grachten      
 productief kruidenrijk grasland art. 2, eerste lid, 1°ecologisch beheerd grasland art. 2, eerste lid, 2°milieu- klimaat- en biodiversi-teitsvrien-delijke teelten art. 2, eerste lid, 3°precisie-landbouwart. 2, 4°, eerste lid, a) en b)precisie-landbouwart. 2, 4°, eerste lid, c)organische koolstof op bouwland
  art. 2, eerste lid, 5°
landschaps-elementen poel      
[1 braakliggend land - met productie   x x]1
(1)<BVR 2022-09-30/07, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
productief kruidenrijk grasland art. 2, eerste lid, 1°ecologisch beheerd grasland art. 2, eerste lid, 2°milieu- klimaat- en biodiversi-teitsvrien-delijke teelten
  art. 2, eerste lid, 3°precisie-landbouw art. 2, 4°, eerste lid, a) en b)precisie-landbouw art. 2, 4°, eerste lid, c)organische koolstof op bouwland
  art. 2, eerste lid, 5°productief kruidenrijk grasland art. 2, eerste lid, 1°XXecologisch beheerd grasland eerste lid,milieu- klimaat- en biodiversiteits-
  vriendelijke teelten art. 2, eerste lid, 3°XXXprecisie-
  landbouw
  art. 2, 4°, eerste lid, a) en b)XXXprecisie-landbouw art. 2, 4°, eerste lid, c)XXXXorganische koolstof op bouwland art. 2, eerste lid, 5°XXXXagromilieu- klimaatmaat-regelenmechanische onkruid-bestrijdingXXXXteelt van vlinder-bloemigenXXXteelt vezelvlas/
  vezelhennep met verminderde bemestingXXXverwarrings-techniek in de fruitteelthectaresteun biologische landbouwXXXXXecologisch aandachts-gebiedgroen-bedekkingXXXXstikstof-bindende gewassenXXbraakliggend land/spontane bedekkingbufferstrook -1 m teeltvrije zoneXXXXXXXXXXXXkorte omloophoutagroforestryXXXXXXbosranden zonder productieXXXXXXbosranden met productieXXXXXXXXXXXbeboste gebiedenbufferstrook akkerrandXXlandschaps-elementen houtkantlandschaps-elementen heglandschaps-elementen bomenrijlandschaps-elementen bomen in groeplandschaps-elementen grachtenproductief kruidenrijk grasland art. 2, eerste lid, 1°ecologisch beheerd grasland art. 2, eerste lid, 2°milieu- klimaat- en biodiversi-teitsvrien-delijke teelten art. 2, eerste lid, 3°precisie-landbouwart. 2, 4°, eerste lid, a) en b)precisie-landbouwart. 2, 4°, eerste lid, c)organische koolstof op bouwland
  art. 2, eerste lid, 5°landschaps-elementen poel[1 braakliggend land - met productiexx]1(1)
X: maatregelen zijn combineerbaar op hetzelfde perceel, subsidies kunnen gecumuleerd worden
  XX: maatregelen zijn combineerbaar op hetzelfde perceel, maar er is geen betaling voor de oppervlakte van het EAG-element.
  In geval van combinatie en als dat van toepassing is, worden gecumuleerde bedragen beperkt tot de bedragen, vermeld in punt 228 van de richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014-2020 en bijlage II bij verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad.
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 tot bepaling van de regels om subsidies te verlenen voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op milieu, klimaat of biodiversiteit.
  Brussel, 10 september 2021
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  J. JAMBON
  De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
  H. CREVITS
 prairie productive riche en herbes
  art. 2, premier alinéa, 1°
prairie gérée de manière écologique art. 2, premier alinéa, 2°cultures respectueuses de l'environnement, du climat et de la biodiversité art. 2, premier alinéa, 3°agriculture de précision
  art. 2, 4°, premier alinéa, a) et b)
agriculture de précision art. 2, 4°, premier alinéa, c)carbone organique sur terres arables
  art. 2, premier alinéa, 5°
prairie productive riche en herbes
  art. 2,
  premier alinéa, 1°
    XX
prairie gérée de manière écologique
  premier alinéa,
      
cultures respectueuses de l'environnement, du climat et de la biodiversité art. 2 premier alinéa, 3°   XXX
agriculture de précision
  art. 2, 4°, premier alinéa, a) et b)
  X XX
agriculture
  de précision
  art. 2, 4°, premier alinéa, c)
X XX X
carbone organique sur terres arables
  art. 2, premier alinéa, 5°
X XXX 
       
mesures agri-environnementales et climatiques      
désherbage mécanique  XXXX
culture de légumineuses   XXX
culture de lin textile/chanvre textile à épandage réduit   XXX
technique de confusion dans la culture fruitière      
aide à l'hectare pour l'agriculture biologiqueX XXXX
       
surface d'intérêt écologique      
couverts verts  XXXX
cultures fixatrices d'azote    XX
terre en jachère /couverts spontanés      
bande tampon -bande de 1 mètre sans cultureXXXXXXXXXXXX
taillis à courte rotation      
'' agroforestry '' (système agroforestier)XXXXXX
bandes bordant des forêts sans productionXXXX   XX
bandes bordant des forêts avec productionXXXXXXXXXXX
zones boisées      
bande tampon en bord de champ    XX
éléments paysagers talus boisé      
éléments paysagers haie      
éléments paysagers rangée d'arbres      
éléments paysagers groupes d'arbres      
éléments paysagers fossés      
éléments paysagers mare      
[1 terre en jachère - avec activité   x x]1
(1)<AGF 2022-09-30/07, art. 5, 002; En vigueur : 01-01-2022>
prairie productive riche en herbes
  art. 2, premier alinéa, 1°prairie gérée de manière écologique art. 2, premier alinéa, 2°cultures respectueuses de l'environnement, du climat et de la biodiversité art. 2, premier alinéa, 3°agriculture de précision
  art. 2, 4°, premier alinéa, a) et b)agriculture de précision art. 2, 4°, premier alinéa, c)carbone organique sur terres arables
  art. 2, premier alinéa, 5°prairie productive riche en herbes
  art. 2,
  premier alinéa, 1°XXprairie gérée de manière écologique
  premier alinéa,cultures respectueuses de l'environnement, du climat et de la biodiversité art. 2 premier alinéa, 3°XXXagriculture de précision
  art. 2, 4°, premier alinéa, a) et b)XXXagriculture
  de précision
  art. 2, 4°, premier alinéa, c)XXXXcarbone organique sur terres arables
  art. 2, premier alinéa, 5°XXXXmesures agri-environnementales et climatiquesdésherbage mécaniqueXXXXculture de légumineusesXXXculture de lin textile/chanvre textile à épandage réduitXXXtechnique de confusion dans la culture fruitièreaide à l'hectare pour l'agriculture biologiqueXXXXXsurface d'intérêt écologiquecouverts vertsXXXXcultures fixatrices d'azoteXXterre en jachère /couverts spontanésbande tampon -bande de 1 mètre sans cultureXXXXXXXXXXXXtaillis à courte rotation'' agroforestry '' (système agroforestier)XXXXXXbandes bordant des forêts sans productionXXXXXXbandes bordant des forêts avec productionXXXXXXXXXXXzones boiséesbande tampon en bord de champXXéléments paysagers talus boisééléments paysagers haieéléments paysagers rangée d'arbreséléments paysagers groupes d'arbreséléments paysagers fosséséléments paysagers mare[1 terre en jachère - avec activitéxx]1(1)
X : les mesures peuvent être combinées sur la même parcelle, les subventions peuvent être cumulées
  XX : les mesures peuvent être combinées sur la même parcelle, mais il n'y a pas de paiement pour la surface d'intérêt écologique.
  En cas de combinaison, et s'il y a lieu, les montants cumulés sont limités à ceux visés au point 228 des lignes directrices de l'Union européenne concernant les aides publiques dans les secteurs de l'agriculture, de la sylviculture et des zones rurales 2014-2020 et à l'annexe II du Règlement (UE) n° 1305/2013 du Parlement européen et du Conseil du 17 décembre 2013 concernant le soutien au développement rural par le Fonds européen agricole pour le développement rural (FEADER) et abrogeant le Règlement (CE) n° 1698/2005 du Conseil.
  Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 septembre 2021 établissant les règles d'octroi de subventions pour la mise en oeuvre de mesures ayant un impact favorable sur l'environnement, le climat ou la biodiversité
  Bruxelles, le 10 septembre 2021.
  Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
  J. JAMBON
  La Ministre flamande de l'Economie, de l'Innovation, de l'Emploi, de l'Economie sociale et de l'Agriculture,
  H. CREVITS