Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
15 JULI 2020. - Wet tot verbetering van de toestand van de werknemers in de culturele sector(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-07-2020 en tekstbijwerking tot 19-07-2021)
Titre
15 JUILLET 2020. - Loi améliorant la situation des travailleurs du secteur culturel(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 27-07-2020 et mise à jour au 19-07-2021)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (8)
Texte (8)
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l'article 74 de la Constitution.
Art.2. In afwijking van artikel 130, § 2, derde lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering wordt geen rekening gehouden met de tijdens de periode van 1 april 2020 tot [3 30 september 2021]3 ontvangen inkomsten uit auteursrechten en uit naburige rechten.
  
Art.2. Par dérogation à l'article 130, § 2, alinéa 3, de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage, il n'est pas tenu compte des revenus de droits d'auteur et de droit voisins perçus pendant la période du 1er avril 2020 au [3 30 septembre 2021]3.
  
Art.3. Artikel 6 van het koninklijk besluit van 23 april 2020 tot het tijdelijk versoepelen van de voorwaarden waaronder werklozen, al dan niet met bedrijfstoeslag, kunnen worden tewerkgesteld in vitale sectoren en tot het tijdelijk bevriezen van de degressiviteit van de volledige werkloosheidsuitkeringen, wordt opgeheven.
Art.3. L'article 6 de l'arrêté royal du 23 avril 2020 assouplissant temporairement les conditions dans lesquelles les chômeurs, avec ou sans complément d'entreprise, peuvent être occupés dans des secteurs vitaux et gelant temporairement la dégressivité des allocations de chômage complet est abrogé.
Art.4. De referteperiodes van respectievelijk twaalf en achttien maanden als bedoeld in artikel 116, § § 5 en 5bis, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden van 13 maart 2020 tot en met [3 30 september 2021]3 opgeschort.
  De periode van twaalf maanden als bedoeld in artikel 116, § § 5 en 5bis, eerste en vierde lid, van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991, in voorkomend geval verlengd met toepassing van artikel 116, § § 5 en 5bis, zesde lid, van hetzelfde koninklijk besluit van 25 november 1991, die een einde neemt tijdens de periode vanaf 13 maart 2020 tot en met [3 30 september 2021]3, wordt verlengd tot en met [3 30 september 2021]3.
  
Art.4. Les périodes de référence de respectivement douze et dix-huit mois visées aux paragraphes 5 et 5bis de l'article 116 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage sont suspendues pendant la période du 13 mars 2020 au [3 30 septembre 2021]3 inclus.
  La période de douze mois visés à l'article 116, § § 5 et 5bis, premier et quatrième alinéa, du même arrêté royal du 25 novembre 1991, le cas échéant prolongée en application de l'article 116, § § 5 et 5bis, sixième alinéa, qui prend fin durant la période du 13 mars 2020 au [3 30 septembre 2021]3 inclus est prolongée jusqu'au [3 30 septembre 2021]3 inclus.
  
Art.5. De referteperiode van achttien maanden als bedoeld in artikel 31 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering wordt van 13 maart 2020 tot [3 30 september 2021]3 opgeschort.
  
Art.5. La période de référence de dix-huit mois visée à l'article 31 de l'arrêté ministériel du 26 novembre 1991 portant les modalités d'application de la réglementation du chômage est suspendue pendant la période du 13 mars 2020 au [3 30 septembre 2021]3 inclus.
  
Art.6. In afwijking van de artikelen 30 tot 32 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden de werknemers toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen zonder dat zij een wachttijd moeten doorlopen, wanneer zij aantonen dat zij tussen 13 maart 2019 en [4 30 september 2021]4 de volgende prestaties hebben geleverd:
  - hetzij ten minste tien artistieke activiteiten in de zin van artikel 27, 10°, van hetzelfde koninklijk besluit, op voorwaarde dat voor die activiteiten socialezekerheidsbijdragen werden ingehouden;
  - hetzij ten minste tien technische activiteiten in de kunstensector in de zin van artikel 116, § 8, van hetzelfde koninklijk besluit, op voorwaarde dat voor die activiteiten socialezekerheidsbijdragen werden ingehouden;
  - hetzij artistieke activiteiten in de zin van artikel 27, 10°, van hetzelfde koninklijk besluit en/of technische activiteiten in de kunstensector in de zin van artikel 116, § 8, van hetzelfde koninklijk besluit, die overeenkomen met ten minste twintig dagen van activiteit overeenkomstig artikel 37, § 1, derde lid, van hetzelfde koninklijk besluit.
  Voor de werknemers die krachtens het eerste lid recht krijgen op werkloosheidsuitkeringen vervalt dat recht op [5 1 oktober 2021]5.
  
Art.6. Par dérogation aux articles 30 à 32 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage, les travailleurs sont admis au bénéfice des allocations de chômage sans qu'ils doivent satisfaire aux conditions de stage s'ils apportent la preuve d'avoir presté entre le 13 mars 2019 et le [4 30 septembre 2021]4:
  - soit au moins dix activités artistiques, pour lesquelles des cotisations de sécurité sociale ont été retenues, au sens de l'article 27, 10°, du même arrêté royal;
  - soit au moins dix activités techniques dans le secteur artistique, pour lesquelles des cotisations de sécurité sociale ont été retenues, au sens de l'article 116, § 8, du même arrêté royal;
  - soit des activités artistiques au sens de l'article 27, 10°, du même arrêté royal et/ou des activités techniques dans le secteur artistique au sens de l'article 116, § 8, du même arrêté royal équivalentes à au moins vingt journées d'activité conformément à l'article 37, § 1er, alinéa 3, du même arrêté royal.
  Les travailleurs admis au droit aux allocations de chômage à la suite du premier alinéa, perdent ce droit au [5 1er octobre 2021]5.
  
Art.7. De Koning kan de bepalingen van deze wet aanvullen of verlengen.
Art.7. Le Roi peut compléter ou prolonger les dispositions de la présente loi.
Art. 8. Met uitzondering van de artikelen 4 en 5, die uitwerking hebben met ingang van 13 maart 2020, heeft deze wet uitwerking met ingang van 1 april 2020 en treedt ze buiten werking op [3 1 oktober 2021]3.
  Zij die vanaf de inwerkingtreding van deze wet voldoen of voldeden aan de in de vorige artikelen vermelde voorwaarden, kunnen een aanvraag tot toegang tot of tot herziening van hun rechten indienen.
  
Art. 8. A l'exception des articles 4 et 5, qui produisent leurs effets le 13 mars 2020, la présente loi produit ses effets le 1er avril 2020 et cesse d'être en vigueur le [3 1er octobre 2021]3.
  Les personnes qui, à partir de l'entrée en vigueur de la présente loi, se trouvent ou se trouvaient dans les conditions des articles précédents peuvent introduire une demande d'accès ou de révision de leurs droits.