Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
18 JANUARI 2019. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten
Titre
18 JANVIER 2019. - Arrêté du Gouvernement modifiant l'arrêté du Gouvernement du 20 juillet 2017 relatif aux maladies infectieuses soumises à déclaration
Informations sur le document
Info du document
Tekst (6)
Texte (6)
Artikel 1. - Bijlage 1 van het besluit van de Regering van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten wordt vervangen door de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.
Article 1er. - L'annexe 1re de l'arrêté du Gouvernement du 20 juillet 2017 relatif aux maladies infectieuses soumises à déclaration est remplacée par l'annexe 1re jointe au présent arrêté.
Art.2. - In de punten 1.1.4, 1.2.4, 1.3.4, 1.4.4, 1.5.4, 1.6.4, 1.7.4, 1.8.4, 1.9.4, 1.10.4, 1.11.4, 1.12.4, 1.13.4, 1.14.4, 1.15.4 en 1.16.4 van bijlage 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "zie deel II" telkens vervangen door de woorden "zie deel 2".
Art.2. - Dans les points 1.1.4, 1.2.4, 1.3.4, 1.4.4, 1.5.4, 1.6.4, 1.7.4, 1.8.4, 1.9.4, 1.10.4, 1.11.4, 1.12.4, 1.13.4, 1.14.4, 1.15.4 et 1.16.4 de l'annexe 3 du même arrêté, les mots " voir partie II " sont chaque fois remplacés par les mots " voir partie 2 ".
Art. 3. - Deel 2 van bijlage 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "2° Versterking van de algemene hygiënische maatregelen in geval van besmettelijke ziekten
  2.1 Algemene hygiënische maatregelen
  - Regelmatig onderhoud van de lokalen met zeep en water, in het bijzonder de sanitaire voorzieningen en keukens.
  - In geval van schurft, tinea en luizen: regelmatig stofzuigen. De stofzuigerzak na elke stofzuigbeurt vervangen.
  - In het sanitair: terbeschikkingstelling van toiletpapier, stromend water, vloeibare zeep en papieren handdoeken om de handen te drogen.
  - Correcte lichaamshygiëne.
  - Handhygiëne.
  - De vingernagels kort houden.
  - Als de handen per ongeluk in contact komen met bloed of andere lichaamssecreten (secreet van de ademwegen, braaksel, stoelgang enz.), de handen minstens 40 seconden lang grondig met vloeibare zeep wassen. Na het wassen de handen drogen met papier. Na het drogen de handen minstens 20 seconden lang met een water-alcoholoplossing inwrijven.
  2.2 Hygiënische maatregelen in geval van ziekten die overdraagbaar zijn via de luchtwegen
  - Hygiënisch hoesten en niesen (kinderen leren om in een zakdoek of in de plooi van de elleboog te niezen).
  - Regelmatig snuiten met behulp van papieren wegwerpzakdoekjes.
  - Regelmatig handen wassen, vooral na contact met neusvocht.
  - De vingernagels kort houden.
  - Wegwerphandschoenen dragen in geval van risicocontact met mogelijk besmettelijke secreten.
  - Als de handen in contact gekomen zijn met mogelijk besmettelijke bronchiale secreten: de handen minstens 40 seconden lang grondig met vloeibare zeep wassen. Na het wassen de handen drogen met papier. Na het drogen de handen minstens 20 seconden lang met een water-alcoholoplossing inwrijven.
  - Oppervlakten die in contact komen met mogelijk besmet bloed of mogelijk besmette bronchiale secretie moeten grondig met gewone reinigingsmiddelen gereinigd worden en dan met 70 % -alcohol of bleekmiddel ontsmet worden (zie punt 2.7). De aanbevolen effectieve bleekmiddelconcentratie bedraagt 1000 ppm, d.i. een vers aangemaakte oplossing van 0,1 % . Dat stemt overeen met 10 ml geconcentreerd bleekmiddel in 10 liter water (zie punt 2.7). De keuze tussen alcohol en bleekmiddel hangt af van de te behandelen oppervlakte en het te behandelen materiaal.
  2.3 Hygiënische maatregelen in geval van ziekten die fecaal-oraal overdraagbaar zijn
  2.3.1 Algemene hygiënische maatregelen
  - Vloeibare zeep gebruiken om de handen te wassen en wegwerpbare doeken gebruiken om de handen te drogen, vooral vóór het hanteren van voedsel en na de stoelgang. Handen die in aanraking gekomen zijn met stoelgang (bijvoorbeeld bij het vervangen van de luiers, bij de wondverzorging,...), moeten ook zo gewassen worden.
  - Als de handen in contact gekomen zijn met mogelijk besmettelijke darmsecreten: de handen minstens 40 seconden lang grondig met vloeibare zeep wassen. Na het wassen de handen drogen met papier. Na het drogen de handen minstens 20 seconden lang met een water-alcoholoplossing inwrijven.
  - Het ruilen van materiaal (bijv. bekers, bestek enz.) vermijden.
  - Het ruilen van persoonlijke hygiëneproducten vermijden.
  - Regelmatig onderhoud van het sanitair. Tot het regelmatig onderhoud van het sanitair behoort ook dat de volgende voorwerpen met water en zeep worden gereinigd: de deurklinken, de kranen, de knoppen van de waterspoeling en de vloer.
  - Regelmatig onderhoud van de keukens en van het gebruikte keukenmateriaal.
  - Inachtneming van de koelingsketen voor levensmiddelen.
  - Inachtneming van de gebruikelijke aanwijzingen om bepaalde levensmiddelen van elkaar gescheiden te houden tijdens de toebereiding.
  - Inachtneming van de gebruikelijke richtlijnen inzake levensmiddelenhygiëne in de keuken (bijvoorbeeld temperatuur waarop levensmiddelen bewaard worden en houdbaarheidsdatum van levensmiddelen).
  - Ruimten en oppervlakken indien mogelijk vaak reinigen en ontsmetten, in het bijzonder voorwerpen die vaak met de handen in contact komen (zoals deurknoppen, waterkraantjes, toiletten, telefoons, trapleuningen,...).
  - In de gemeenschappelijke ruimten bij voorkeur wegwerphandschoenen en wegwerpschorten gebruiken en voor elke patiëntenomgeving apart onderhoudsmateriaal gebruiken. Beddengoed, dekens, handdoeken, kleding, gordijnen, kussens en vuile doeken reinigen met heet water en een reinigingsmiddel (op hoge temperatuur in een wasmachine), besmette tapijten, zetels en matrassen met heet zeepwater reinigen en daarna met damp reinigen. Het gebruik van de stofzuiger vermijden, omdat stofzuigen de verspreiding van virussen bevordert.
  - Oppervlakten die in contact komen met mogelijk besmet bloed of mogelijk besmette bronchiale secretie grondig met gewone reinigingsmiddelen reinigen en dan met 70 % -alcohol of bleekmiddel ontsmetten (zie punt 2.7). de aanbevolen effectieve bleekmiddelconcentratie bedraagt 1000 ppm, d.i. een vers aangemaakte oplossing van 0,1 % . Dat stemt overeen met 10 ml geconcentreerd bleekmiddel in 10 liter water (zie punt 2.7). De keuze tussen alcohol en bleekmiddel hangt af van de te behandelen oppervlakte en het te behandelen materiaal.
  2.3.2 Specifieke hygiënische maatregelen
  Bij hepatitis A
  - Handen zorgvuldig wassen en vaat en bestek heet ontsmetten in de vaatwas genieten de voorkeur boven vaat en bestek uitsluitend voor de besmette persoon te gebruiken.
  - Er moet op gelet worden dat de handen vaak gewassen worden en dat sanitaire voorzieningen met bleekmiddel ontsmet worden.
  - Het door patiënten gebruikte vaatwerk hoeft niet met bleekmiddel te worden gereinigd.
  - Het medische materiaal van de patiënt hoeft alleen met bleekmiddel te worden ontsmet als het met stoelgang besmet werd.
  - De oppervlakken waarmee de patiënt in aanraking gekomen is, hoeven alleen regelmatig ontsmet te worden als ze verontreinigd werden door stoelgang.
  - Het delen van dezelfde sanitaire voorzieningen met de patiënt moet worden vermeden.
  Bij enterische virussen zoals norovirussen of rotavirussen (daarbij gaat het om zeer resistente virussen, vooral bij norovirussen)
  - Besmette oppervlakken grondig en regelmatig met reinigingsmiddel en warm water reinigen. Vervolgens ontsmetten met wegwerpmateriaal (wegwerpsponsjes of wegwerpdoekjes).
  - Aangezien niet alle ontsmettingsmiddelen tegen resistente virussen werkzaam zijn, chloorhoudende producten zoals bleekmiddel en waterstofperoxide gebruiken. Het gaat daarbij om virusdodende middelen die bij voorkeur gebruikt moeten worden voor de correcte hygiëne van de ruimten. De aanbevolen werkzame bleekmiddelconcentratie bedraagt 1000 ppm, d.i. een vers aangemaakte oplossing van 0,1 % . Dit stemt overeen met 10 ml geconcentreerd bleekmiddel, verdund in 10 liter water.
  - De regelmaat waarmee ruimten en oppervlakken gereinigd en ontsmet worden, tijdens een epidemie verhogen. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan voorwerpen die vaak in contact komen met de handen, zoals deurknoppen, waterkraantjes, toiletten, telefoons, trapleuningen enz.
  - Bij de reiniging beginnen met de voorwerpen die het minst waarschijnlijk besmet zijn (tafels,...) en eindigen met de voorwerpen die het meest waarschijnlijk besmet zijn (toiletten, handvaten en kraantjes,...).
  2.4 Hygiënische maatregelen in geval van ziekten die overdraagbaar zijn via bloed
  2.4.1 Algemene hygiënische maatregelen
  - Als slijmhuid of beschadigde huid met vreemd bloed in aanraking komt, die slijmhuid of beschadigde huid in geen geval doen bloeden, maar de volgende maatregelen nemen:
  1° uitspoelen onder stromend water;
  2° de wonde ontsmetten met povidonjodium of chlorhexidine;
  3° het ontsmettingsmiddel twee minuten laten inwerken;
  4° afdekken met een steriel verband.
  De bloedsporen op de neus- of mondslijmhuid grondig wegspoelen met water. Bloedspatten in de ogen met helder water of fysiologisch serum wegspoelen.
  - Bij vermoed risico van besmetting met HIV of hepatitis B specifieke profylactische maatregelen nemen. Idealerwijs moeten die maatregelen binnen vier uur en uiterlijk 72 uur na het contact worden genomen.
  - In het algemeen vermijden dat huid en slijmvliezen in contact komen met bloed.
  - Handwonden van de verzorger altijd met een waterbestendige pleister afdekken.
  - Bij de verzorging of bij contact met bloed altijd handschoenen aantrekken.
  - Handen voor en na elke verzorgende handeling wassen en ontsmetten.
  - Als de handen in aanraking komen met bloed: de handen minstens 40 seconden lang grondig wassen met vloeibare zeep. Na het wassen de handen drogen met papier. Na het drogen tot slot de handen minstens 20 seconden lang inwrijven met een water-alcoholoplossing.
  - Textiel, wasgoed en vuil beddengoed met gewoon reinigingsmiddel wassen.
  - Vuile verbanden in sluitbare zakken doen. De zakken veilig opbergen. De zakken samen met het gewone afval laten afhalen.
  - De gebruikte naalden in daartoe bestemde collectors doen. De collectors door de arts of door de verpleegkundigen als afval laten afhalen.
  - Elk oppervlak dat in aanraking is gekomen met bloed grondig reinigen met gewone reinigingsmiddelen en daarna, naargelang van de grootte van het oppervlak, met 70 % alcohol of 1000 pm chlooroplossing ontsmetten.
  2.4.2 Specifieke hygiënische maatregelen
  Bij hepatitis B en hepatitis C
  Het gevaar voor besmetting via speeksel bestaat bij hepatitis B, maar is gering. Bij hepatitis C kon dat risico niet vastgesteld worden. Daarom moeten de volgende maatregelen worden nageleefd:
  - Toiletartikelen (tandenborstels, scheerapparaten, pincetten, nagelschaartjes, apparaten om tandsteen te verwijderen, scharen, enz.) niet met anderen delen.
  - Bebloede voorwerpen (tampons, tandzijde, naalden, bandages enz.) in een box voor gevaarlijke stoffen doen.
  - Snijwonden of wonden met povidonjodium of chlorhexidine reinigen en ontsmetten en onmiddellijk afdekken met een breed wondverband.
  2.5 Hygiënische maatregelen in geval van ziekten die overdraagbaar zijn via direct contact met de huid
  - Direct of indirect contact met huid of haren vermijden.
  Geen kledingstukken ruilen, in het bijzonder geen mutsen, sjaals en handschoenen.
  - Voldoende afstand tussen de kledinghaken voorzien, zodat de kledingstukken niet met elkaar in contact komen.
  - Mutsen en sjaals in de mouwen van de jassen stoppen.
  - Lange haren samenbinden.
  - De kinderen niet met dezelfde borstel of dezelfde kam kammen.
  - Geen handdoeken ruilen.
  - Op huidhygiëne letten.
  - Op handhygiëne letten.
  - De nagels kort houden.
  - Wonden afdekken.
  - Kleding en textiel van de patiënt op 60 graden wassen.
  - De lichaamsdelen die in contact gekomen zijn met de huid zorgvuldig en regelmatig wassen.
  - De omgeving zorgvuldig en regelmatig stofzuigen, in het bijzonder in geval van tinea, schurft of luizen. De stofzuigerzak na elke stofzuigbeurt weggooien.
  2.6 Hygiënische maatregelen in geval van seksueel overdraagbare ziekten
  - bij HIV: alleen veilig vrijen;
  - bij chronische hepatitis B: alleen veilig vrijen;
  - bij hepatitis C: alleen veilig vrijen, in het bijzonder tijdens menstruatie en bij genitale wondjes of anale sex;
  2.7 Nota: verdunning van bleekwater (javelwater)
  De verdunning hangt van het aantal chloorgraden in de oplossing af. Standaard-commerciële oplossingen zijn niet geconcentreerd. Hun chloorgraad bedraagt tussen 10° en 20°. Dit zijn de verdunningen om een oplossing van 1000 ppm te krijgen.
  Om 1000 ppm chloor te krijgen :
Art. 3. - La partie 2 de l'annexe 3 du même arrêté, est remplacée par ce qui suit :
  " 2. Renforcement des mesures générales d'hygiène en cas de maladies transmissibles
  2.1 Mesures générales d'hygiène
  - Entretien régulier des locaux au savon et à l'eau, en particulier des sanitaires et des cuisines.
  - Passer régulièrement l'aspirateur en cas de gale, de teignes et de lentes. Changer le sac d'aspirateur après chaque utilisation.
  - Dans les sanitaires, mise à disposition de papier toilette, d'eau courante, de savon liquide et de serviettes en papier pour le séchage des mains.
  - Hygiène corporelle correcte.
  - Hygiène des mains.
  - Garder les ongles courts.
  - Lors d'un contact involontaire des mains avec du sang ou d'autres liquides corporels (sécrétions des voies respiratoires, vomi, scelles, etc.) laver les mains à fond, avec du savon liquide, pendant au moins 40 secondes. Après le lavage, sécher les mains avec des serviettes en papier. Enfin, après le séchage, masser les mains avec une solution hydro-alcoolique pendant au moins 20 secondes.
  2.2. Mesures d'hygiène en cas de maladies à transmission respiratoire
  - Tousser et éternuer de manière hygiénique (amener les enfants à tousser dans un mouchoir et éternuer dans le creux du coude).
  - Se moucher régulièrement en utilisant des mouchoirs en papier jetables.
  - Se laver les mains fréquemment, surtout après contact avec des sécrétions respiratoires.
  - Garder les ongles courts.
  - Porter des gants jetables en cas de contact risqué avec des fluides potentiellement contaminants.
  - En cas de contact des mains avec des fluides potentiellement contaminants provenant de la zone bronchique, laver les mains à fond, avec du savon liquides, pendant au moins 40 secondes. Après le lavage, sécher les mains avec des serviettes en papier. Enfin, après le séchage, masser les mains avec une solution hydro-alcoolique pendant au moins 20 secondes.
  - Les surfaces entrant en contact avec du sang potentiellement contaminant ou des fluides provenant de la zone bronchique doivent être nettoyées à fond avec des détergents habituels et désinfectées ensuite avec de l'alcool à 70 % ou de l'eau de Javel (voir point 2.7). La concentration efficace recommandée pour l'eau de Javel est de 1000ppm, c.-à-d. une solution à 0,1 % fraîchement préparée. Cela correspond à 10ml d'eau de Javel concentrée dans 10 litres d'eau (voir remarque sous le point 2.7). Le choix entre l'alcool et l'eau de Javel dépend de la grandeur des surfaces et de la nature du matériau à traiter.
  2.3. Mesure d'hygiène en cas de maladies à transmission féco-orale
  2.3.1 Mesures générales d'hygiène
  - Utiliser du savon liquide pour se laver les mains et des serviettes jetables pour les sécher, surtout avant de manipuler de la nourriture et après avoir été à la selle. Les mains souillées par des scelles doivent être lavées de la même manière (p.ex. lors du changement de lange, de soins de plaies,...)
  - En cas de contact des mains avec des fluides potentiellement contaminants, provenant du système digestif, laver les mains à fond, avec du savon liquides, pendant au moins 40 secondes. Après le lavage, sécher les mains avec des serviettes en papier. Enfin, après le séchage, masser les mains avec une solution hydro-alcoolique pendant au moins 20 secondes.
  - Eviter l'échange de matériel (ex. : gobelets, couverts, etc.).
  - Eviter l'échange de produits d'hygiène personnels.
  - Entretien régulier des sanitaires. En ce compris le lavage à l'eau et au savon des endroits suivants : poignées de portes, robinets, bouton de la chasse d'eau et sol.
  - Entretien régulier des cuisines et du matériel de cuisine utilisé.
  - Respect de la chaîne du froid pour les denrées alimentaires.
  - Respect des instructions habituelles relatives à la séparation des aliments pendant la préparation.
  - Respect des instructions habituelles relatives à l'hygiène alimentaire en cuisine (par ex. températures de stockage et date de conservation des aliments).
  - Entretien le plus fréquent possible et désinfection des locaux et surfaces en veillant particulièrement aux objets souvent en contact avec les mains (comme poignées de porte, robinets, cuvettes de WC, téléphones, rampes d'escalier,...)
  - Dans les locaux communs, privilégier l'utilisation de gants et blouses ou tabliers jetables, et utilisation de matériel d'entretien individuel pour l'environnement de chaque patient. Lessive du linge de lit et des couvertures, des serviettes, vêtements, rideaux, coussins, chiffons sales avec de l'eau chaude et du détergent (en machine à haute température); les tapis, fauteuils et matelas contaminés à l'eau savonneuse chaude et ensuite, nettoyage à la vapeur. Il faut éviter d'utiliser l'aspirateur, car il favorise la propagation des virus.
  - Les surfaces entrant en contact avec du sang potentiellement contaminant ou des fluides provenant de la zone bronchique doivent être nettoyées à fond avec des détergents habituels et désinfectées ensuite avec de l'alcool à 70 % ou de l'eau de Javel (voir point 2.7). La concentration effective recommandée pour l'eau de Javel est de 1000ppm, c.-à-d. une solution à 0,1 % fraîchement préparée. Cela correspond à 10ml d'eau de Javel concentrée dans 10 litres d'eau (voir remarque sous le point 2.7). Le choix entre l'alcool et l'eau de Javel dépend de la grandeur des surfaces et de la nature du matériau à traiter.
  2.3.2 Mesures spécifiques d'hygiène
  En cas d'hépatite A
  - Il faut privilégier un lavage soigneux des mains et une désinfection thermique des couverts en lave-vaisselle plutôt que de réserver l'utilisation exclusive des couverts à la personne infectée.
  - Il faut veiller à un lavage répété des mains et à une désinfection des sanitaires à l'eau de Javel.
  - Il n'est pas nécessaire de plonger dans l'eau de Javel les couverts utilisés par le patient.
  - Il n'est pas nécessaire de désinfecter à l'eau de Javel le matériel médical du patient, sauf s'il a été contaminé par des scelles.
  - Il n'est pas nécessaire de désinfecter régulièrement les surfaces avec lesquelles le patient entre en contact, à moins qu'elles n'aient été souillées par des scelles.
  - Le partage des mêmes sanitaires avec le patient doit être évité.
  Lors de virus entériques tels que le norovirus ou le rotavirus (virus très résistants, surtout les norovirus)
  - Nettoyer régulièrement à fond, avec du détergent et de l'eau chaude, les surfaces contaminées. Désinfecter ensuite à l'aide de matériel jetable (éponges ou chiffons).
  - Etant donné que tous les désinfectants ne sont pas efficaces contre les virus résistants dans l'environnement, il faut utiliser des produits contenant du chlore, comme l'eau de Javel et le péroxyde d'hydrogène. Il s'agit de virucides, à privilégier pour maintenir une hygiène correcte dans les locaux. La concentration efficace recommandée pour l'eau de Javel est de 1000ppm, c.-à-d. une solution à 0,1 % fraîchement préparée. Cela correspond à 10 ml d'eau de Javel concentrée, dilués dans 10 litres d'eau.
  - Augmenter la fréquence du nettoyage et de la désinfection des locaux et surfaces pendant une épidémie. Tenir particulièrement à l'oeil les objets qui sont souvent en contact avec les mains, comme les poignées de porte, les armatures, les cuvettes de WC, les téléphones, les rampes d'escalier, etc.
  - Commencer le nettoyage par les objets qui sont probablement les moins contaminés (table,...) et terminer par ceux risquant le plus d'être contaminés (toilettes, poignées des sanitaires,...)
  2.4. Mesures d'hygiène en cas de maladies à transmission par voie hématogène
  2.4.1 Mesures générales d'hygiène
  - Si les muqueuses ou les endroits blessés de la peau entrent en contact avec du sang étranger, ne les faire saigner en aucun cas, mais appliquer les mesures suivantes :
  1° rincer à l'eau courante;
  2° désinfecter la plaie avec de la povidone iodée ou de la chlorhexidine;
  3° laisser le désinfectant agir deux minutes;
  4° couvrir d'un pansement stérile.
  - Rincer vigoureusement avec de l'eau les éclaboussures de sang sur les muqueuses nasales et buccales. Rincer les projections dans les yeux avec de l'eau claire ou du sérum physiologique.
  - En cas de suspicion de risque de transmission du virus de l'immunodéficience humaine ou de l'hépatite B, appliquer des mesures prophylactiques spécifiques. Idéalement, les appliquer dans les 4 heures et au plus tard dans les 72 heures suivant le contact.
  - De manière générale, éviter les contacts cutanés et muqueux avec du sang.
  - Toujours recouvrir les blessures des mains du soignant par un sparadrap hydrofuge.
  - Revêtir des gants lors de soins ou de contacts avec du sang.
  - Laver et désinfecter les mains avant et après chaque acte de soin.
  - Si les mains entrent en contact avec le sang, se les laver soigneusement avec du savon liquide pendant au moins 40 secondes. Après le lavage, sécher les mains avec des serviettes en papier. Enfin, après séchage, frottez les mains avec une solution hydro-alcoolique pendant au moins 20 secondes.
  - Laver les textiles, le linge et le linge de lit souillé avec un détergent ordinaire.
  - Eliminer les pansements souillés dans des sacs refermables entreposés à l'abri. Evacuer les sacs avec les déchets usuels.
  - Eliminer les aiguilles dans des collecteurs prévus à cet effet, et dont l'élimination est prise en charge par le médecin ou les infirmiers.
  - Nettoyer soigneusement chaque surface en contact avec le sang avec des produits de nettoyage traditionnels, puis désinfecter avec 70 % d'alcool ou 1000 ppm de solution chlorée en fonction de la grandeur des surfaces.
  2.4.2 Mesures spécifiques d'hygiène
  Dans les cas d'hépatite B et C
  Le risque de transmission de la salive existe en cas d'hépatite, mais est faible. Ce risque n'a pas pu être identifié pour l'hépatite C. Les mesures suivantes doivent donc être respectées :
  - Ne pas partager avec d'autres personnes les articles de toilette (brosse à dents, rasoir, brucelles, coupe-ongles, appareils pour le détartrage dentaire, ciseaux, etc.).
  - Placer des objets souillés de sang (tampons, fil dentaire, aiguilles, bandages, etc.) dans un récipient de protection.
  - Nettoyer et désinfecter les coupures ou les plaies avec de la povidone iodée ou de la chlorhexidine et appliquer immédiatement un pansement large.
  2.5. Mesures d'hygiène en cas de maladies à transmission directe par contact avec la peau
  - Eviter le contact direct ou indirect avec la peau ou les cheveux.
  - Eviter les échanges de vêtements, en particulier les bonnets, écharpes et gants.
  - Prévoir une distance suffisante entre les crochets pour éviter que les vêtements ne soient en contact.
  - Ranger les bonnets et les foulards dans les manches.
  - Attacher les cheveux longs.
  - Ne pas coiffer les enfants avec la même brosse ou le même peigne.
  - Eviter l'échange d'essuies.
  - Prêter attention à l'hygiène de la peau.
  - Prêter attention à l'hygiène des mains.
  - Garder les ongles courts.
  - Couvrir les plaies.
  - Laver les vêtements et autres textiles du patient à 60 degrés.
  - Lavage soigné et régulier des surfaces de contact.
  - Nettoyer soigneusement et régulièrement l'environnement à l'aspirateur, en particulier en cas de gale, de teignes ou de lentes. Changer le sac d'aspirateur après chaque utilisation.
  2.6. Mesures d'hygiène en cas de maladies sexuellement transmissibles
  - En cas de VIH : pratiquer uniquement des rapports sexuels protégés;
  - En cas d'hépatite B chronique : pratiquer uniquement des rapports sexuels protégés;
  - En cas d'hépatite C : pratiquer uniquement des rapports sexuels protégés, en particulier pendant les menstruations et les blessures génitales ou lors des relations anales.
  2.7. Note : Dilution de l'eau de Javel
  La dilution dépend du taux de chlore de la solution. Les solutions standard du commerce ne sont pas concentrées. Elles vont de 10° à 20°. Voici les dilutions pour obtenir une solution de 1000 ppm.
  Pour obtenir 1000 ppm de chlore :
Hoeveelheid geconcentreerd bleekwater
Bij bleekwateroplossing 10° 32 ml/liter water
Bij bleekwateroplossing 12 ° 26 ml/liter water
Bij bleekwateroplossing 15 ° 20 ml/liter water
Bij bleekwateroplossing 20 ° 16 ml/liter water
Hoeveelheid geconcentreerd bleekwater Bij bleekwateroplossing 10° 32 ml/liter water Bij bleekwateroplossing 12 ° 26 ml/liter water Bij bleekwateroplossing 15 ° 20 ml/liter water Bij bleekwateroplossing 20 ° 16 ml/liter water
Quantité d'eau de Javel concentrée
Pour une solution d'eau de Javel 10° 32 ml/litre d'eau
Pour une solution d'eau de Javel 12° 26 ml/litre d'eau
Pour une solution d'eau de Javel 15° 20 ml/litre d'eau
Pour une solution d'eau de Javel 20° 16 ml/litre d'eau
Quantité d'eau de Javel concentrée Pour une solution d'eau de Javel 10° 32 ml/litre d'eau Pour une solution d'eau de Javel 12° 26 ml/litre d'eau Pour une solution d'eau de Javel 15° 20 ml/litre d'eau Pour une solution d'eau de Javel 20° 16 ml/litre d'eau
Art. 4. - De minister bevoegd voor Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4. - Le Ministre compétent en matière de Santé est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Art. N. Bijlage 1 van het besluit van de Regering van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten
Art. N. Annexe 1re à l'arrêté du Gouvernement du 20 juillet 2017 relatif aux maladies infectieuses soumises à déclaration
Art. N. Bijlage 1 van het besluit van de Regering van 20 juli 2017 betreffende meldingsplichtige infectieziekten
  Lijst van de meldingsplichtige infectieziekten
  De ziekten vermeld in deze bijlage zijn meldingsplichtig om de volgende reden :
  a) de zwaartegraad van de vermoede ziekte is hoog, en/of
  b) voor de vermoede ziekte bestaan geen therapeutische maatregelen, en/of
  c) het epidemische gevarenpotentieel vereist preventieve maatregelen en controlemechanismen.
  In de volgende gevallen geldt geen meldingsplicht :
  1° zodra het klinisch vermoeden bestaat van:
  - acute verlamming (vermoeden van poliomyelitis)
  - botulisme
  - cholera
  - difterie (Corynebakterium diphtheriae)
  - hemorragische virale koorts (filovirussen [ebolavirus, marburgvirus] of arenavirussen [Lassa])
  - invasieve meningokokkeninfectie
  - kinkhoest
  - mazelen
  - collectieve voedseltoxi-infecties (CVTI's)
  - pest
  - pokken
  - zwaar acuut ademsyndroom met epidemiologische virale context ((MERS-CoV, nieuwe variant van Influenza, SARS,..)
  - hondsdolheid
  - hemolytisch uremisch syndroom door Escherichia coli die een Shiga-toxine (STEC) aanmaakt
  2° zodra de diagnostische bevestiging beschikbaar is van :
  - antrax (miltvuur)
  - brucellose
  - Escherichia coli die Shiga-toxines (STEC) aanmaakt/ eenvoudige infectie
  - epidemie* overdraagbaar via verzorgende activiteiten** met multiresistente bacteriën* * *
  - hantavirus
  - hepatitis A
  - infectie met Corynebactium ulcerans
  - influenzae, nieuwe serotypes
  - invasieve infectie met Haemophilus Influenzae type b
  - congenitale rodehond
  - congenitale syfilis
  - legionellose
  - leptospirose
  - listeriose
  - psittacose (papegaaienziekte)
  - Q-koorts
  - rickettsiose (Rickettsia spp.)
  - invasieve infectie door groep A-streptokokken (GAS)
  - tuberculose
  - tularemie (hazenpest)
  - tyfus - Paratyfuskoorts
  3° zodra de diagnostische bevestiging beschikbaar is, zonder dat de patiënt op reis was, waarbij het dus om een autochtoon geval kan handelen :
  - Chikungunya
  - Denguekoorts
  - gele koorts
  - malaria
  - West-Nijl-koorts
  4° voor elk infectieprobleem met ongewoon of bijzonder ziektebeeld.
  * Een epidemie door MRB (multiresistente bacteriën) wordt gedefinieerd als "een plotse stijging van de incidentie van een micro-organisme in vergelijking met de gewoonlijke aanwezigheid in de betrokken instelling" (Cunha CB, Cunha BA. Pseudo-infections and pseudo-outbreaks. Hospital epidemiology and infection control 4th edition. 2012 CG Mayhall. Blz. 142-152).
  ** Een epidemie die in ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen en andere zorginstellingen in de ruimste zin van het woord optreedt.
  ** multiresistent betekent "ongevoelig voor minstens één antimicrobieel middel in drie of meer als werkzaam beschouwde categorieën" en betreft: MRSA, VRE, Enterobacteriaceae ESBL + en/of CPE+, Actinobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa multresistent"(Magiorakos et al. Multidrug-resistant, extensively drug-resistant and pandrug-resistant bacteria: an international expert proposal for interim standard definitions for acquired resistance. Clin Microbiol Infect 2012; 18: 268-281).
Art. N. Annexe 1re à l'arrêté du Gouvernement du 20 juillet 2017 relatif aux maladies infectieuses soumises à déclaration
  Liste des maladies contagieuses soumises à déclaration
  Les maladies mentionnées dans la présente annexe sont soumises à la déclaration obligatoire parce que :
  a) le degré de gravité de la maladie suspectée est élevé et/ou;
  b) il n'existe aucune mesure thérapeutique pour la maladie suspectée et/ou;
  c) le risque épidémique potentiel exige des mesures préventives et des processus de contrôle.
  La déclaration obligatoire s'applique dans les cas suivants :
  1° dès qu'il y a suspicion clinique :
  - paralysie aigüe (suspicion de poliomyélite)
  - botulisme
  - choléra
  - diphtérie (corynebacterium diphtheriae)
  - fièvre hémorragique virale (filovirus [Ebola, Marburg], ou Arenavirus [Lassa])
  - infection invasive à méningocoques
  - coqueluche
  - rougeole
  - cluster de toxi-infection alimentaire communautaire (TIAC)
  - peste
  - variole
  - syndrome respiratoire aigu sévère avec contexte épidémiologique et viral (MERS-CoV, nouvelle variante de la grippe, SRAS,...)
  - rage
  - syndrome hémolytique urémique par Escherichia coli, producteur de shigatoxines (STEC)
  2. dès que le diagnostic est confirmé :
  - anthrax (maladie du charbon)
  - brucellose
  - Escherichia coli, producteur de shigatoxines (STEC)/ infection non compliquée
  - Epidémie* transmissible par des activités de soins** avec des bactéries multirésistantes* * *
  - hantavirus
  - hépatite A
  - infection à Corynebactium ulcerans
  - grippe (influenzae), nouveaux serotypes
  - infection invasive à Haemophilus influenzae de type b
  - rubéole congénitale
  - syphilis congénitale
  - légionellose
  - leptospirose
  - listériose
  - psittacose
  - fièvre Q
  - rickettsiose
  - infection invasive à streptocoques du groupe A (GAS)
  - tuberculose
  - tularémie
  - typhus - paratyphus
  3. dès que le diagnostic est confirmé sans que le patient ne se soit déplacé, c'est-à-dire que la maladie peut être un cas autochtone :
  - Chikungunya
  - dengue
  - fièvre jaune
  - paludisme
  - fièvre du Nil occidental
  4. pour tout problème infectieux avec symptômes particuliers ou inhabituels.
  * une épidémie par BMR (bactéries multirésistantes) est définie comme " une augmentation soudaine de l'incidence d'un micro-organisme par rapport à sa présence habituelle dans l'établissement concerné " (Cunha CB, Cunha BA. Pseudo-infections et pseudo-outbreaks. Hospital epidemiology and infection control 4th edition. 2012 ED. CG Mayhall. pages 142-152).
  ** une épidémie qui se produit dans les hôpitaux, les maisons de repos et de soins et dans les autres établissements de soins au sens large.
  et * * * le terme " multirésistant " se définit comme une " non-sensibilité acquise à au moins 1 agent antimicrobien dans 3 ou plus des catégories jugées efficaces et concerne : MRSA, VRE, Enterobacteriaceae ESBL + et/ou CPE+, Actinobacter baumannii et Pseudomonas aeruginosa multresistant "(Magiorakos et al. Multidrug-resistant, extensively drug-resistant and pandrug-resistant bacteria: an international expert proposal for interim standard definitions for acquired resistance. Clin Microbiol Infect 2012; 18 : 268-281).