Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
19 JUNI 2020. - Decreet tot opheffing van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, tot regeling van de taken en bevoegdheden en tot wijziging van de naam Hermesfonds
Titre
19 JUIN 2020. - Décret portant abrogation de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen " (Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Flandre), réglant les missions et compétences et portant modification du nom " Hermesfonds " (Fonds Hermès)
Informations sur le document
Numac: 2020041989
Datum: 2020-06-19
Info du document
Numac: 2020041989
Date: 2020-06-19
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
HOOFDSTUK 2. - Maatregelen voor de ontbinding v...
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de herstelwet van ...
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het decreet van ...
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het decreet van ...
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het decreet van ...
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het decreet van ...
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de Codex Secunda...
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het decreet van ...
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingen van het decreet van...
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het decreet van 2...
HOOFDSTUK 12. - Wijzigingen van het decreet van...
HOOFDSTUK 13. - Wijziging van het decreet van 1...
HOOFDSTUK 14. - Wijziging van het Bestuursdecre...
HOOFDSTUK 15. - Slotbepalingen
Table des matières
CHAPITRE 1. - Dispositions générales
CHAPITRE 2. - Mesures pour la dissolution de l'...
CHAPITRE 3. - Modification du la loi de redress...
CHAPITRE 4. - Modifications du décret du 21 déc...
CHAPITRE 5. - Modifications du décret du 7 mai ...
CHAPITRE 6. - Modifications du décret du 10 jui...
CHAPITRE 7. - Modifications du décret du 30 avr...
CHAPITRE 8. - Modifications du Code de l'Enseig...
CHAPITRE 9. - Modifications du décret du 16 mar...
CHAPITRE 10. - Modifications du le décret du 7 ...
CHAPITRE 11. - Modification du décret du 20 nov...
CHAPITRE 12. - Modifications du décret du 10 ju...
CHAPITRE 13. - Modification du décret du 15 jui...
CHAPITRE 14. - Modification du décret de gouver...
CHAPITRE 15. - Dispositions finales
Tekst (97)
Texte (97)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
CHAPITRE 1. - Dispositions générales
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.
Article 1er. Le présent décret règle une matière communautaire et régionale.
HOOFDSTUK 2. - Maatregelen voor de ontbinding van het publiekrechtelijk vormge geven extern verzelfstandigd Agentschap "Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen"
CHAPITRE 2. - Mesures pour la dissolution de l'agence autonomisée externe de droit public Agence flamande pour la formation d'entrepreneurs - Syntra Flandre
Art.2. Het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen", wordt ontbonden onder de voorwaarden en op de wijze, vermeld in dit hoofdstuk.
Art.2. L'Agence flamande pour la formation d'entrepreneurs - Syntra Flandre, créée par le décret du 7 mai 2004 portant création de l'agence autonomisée externe de droit public " Agence flamande pour la formation d'entrepreneurs - Syntra Flandre ", est dissolue aux conditions et suivant les modalités visées au présent chapitre.
Art.3. De ontbinding, vermeld in artikel 2, is een ontbinding zonder vereffening. Het hele vermogen, de activiteiten, de rechten en de plichten van het Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen worden overgedragen aan het Departement Werk en Sociale Economie, het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding en het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
In het eerste lid wordt verstaan onder:
1° Departement Werk en Sociale Economie: het departement, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
2° Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding: het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";
3° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden, de procedure en de gevolgen van de ontbinding zonder vereffening, vermeld in het eerste lid.
In het eerste lid wordt verstaan onder:
1° Departement Werk en Sociale Economie: het departement, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
2° Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding: het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";
3° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden, de procedure en de gevolgen van de ontbinding zonder vereffening, vermeld in het eerste lid.
Art.3. La dissolution visée à l'article 2, est une dissolution sans liquidation. L'ensemble du patrimoine, les activités, les droits et les obligations de l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Flandre sont transférés au Département de l'Emploi et de l'Economie sociale, à l'agence autonomisée externe de droit public Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle (VDAB) et à l'Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat.
Dans l'alinéa 1er, on entend par :
1° Département de l'Emploi et de l'Economie sociale : le département visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande;
2° " Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding " : l'Agence autonomisée externe de droit public créée par le décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding " (Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle);
3° " Agentschap Innoveren en Ondernemen " : l'agence autonomisée interne sans personnalité juridique établie par l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 octobre 2005 relatif à l'" Agentschap Innoveren en Ondernemen " (Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat).
Le Gouvernement flamand arrête les modalités, la procédure et les conséquence de la dissolution sans liquidation visée à l'alinéa 1er.
Dans l'alinéa 1er, on entend par :
1° Département de l'Emploi et de l'Economie sociale : le département visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande;
2° " Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding " : l'Agence autonomisée externe de droit public créée par le décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding " (Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle);
3° " Agentschap Innoveren en Ondernemen " : l'agence autonomisée interne sans personnalité juridique établie par l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 octobre 2005 relatif à l'" Agentschap Innoveren en Ondernemen " (Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat).
Le Gouvernement flamand arrête les modalités, la procédure et les conséquence de la dissolution sans liquidation visée à l'alinéa 1er.
Art.4. De Vlaamse Regering bepaalt de plaats en de datum of de data van de overdrachten, vermeld in artikel 3.
De Vlaamse Regering bepaalt op welke wijze en op welke datum of data die overdrachten tegenstelbaar zijn aan derden.
De Vlaamse Regering bepaalt op welke wijze en op welke datum of data die overdrachten tegenstelbaar zijn aan derden.
Art.4. Le Gouvernement flamand détermine le lieu et la date ou les dates des transferts visés à l'article 3.
Le Gouvernement flamand détermine de quelle manière et à quelle(s) date(s) ces transferts sont opposables aux tiers.
Le Gouvernement flamand détermine de quelle manière et à quelle(s) date(s) ces transferts sont opposables aux tiers.
Art.5. Met behoud van de toepassing van het decreet van 28 november 2008 tot regeling van de overdracht van personeelsleden binnen de diensten van de Vlaamse overheid in geval van verschuiving van taken of bevoegdheden bepaalt de Vlaamse Regering de nadere voorwaarden voor de overdracht van het personeel van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen.
Art.5. Sans préjudice de l'application du décret du 28 novembre 2008 réglant le transfert de membres du personnel au sein des services de l'Autorité flamande en cas de glissement de tâches ou de compétences, le Gouvernement flamand fixe les modalités de transfert du personnel de l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Flandre.
Art.6. De Vlaamse Regering neemt de nodige maatregelen voor de wijziging van de naam van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd Agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen.
Art.6. Le Gouvernement flamand prend les mesures nécessaires pour modifier le nom de l'agence autonomisée externe de droit public Agence flamande pour la Formation d'entrepreneurs - Syntra Flandre.
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen
CHAPITRE 3. - Modification du la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales
Art.7. In artikel 109, § 1, 1°, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, vervangen bij het decreet van 12 oktober 2018, wordt punt e) vervangen door wat volgt:
"e) de ondernemerschapstrajecten, vermeld in artikel 26/2, § 1, 2°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;".
"e) de ondernemerschapstrajecten, vermeld in artikel 26/2, § 1, 2°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid;".
Art.7. A l'article 109, § 1er, 1°, de la loi de redressement du 22 janvier 1985 contenant des dispositions sociales, remplacé par le décret du 12 octobre 2018, le point e) est remplacé par ce qui suit :
" e) les parcours d'entrepreneuriat visés à l'article 26/2, § 1er, 2°, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique; ".
" e) les parcours d'entrepreneuriat visés à l'article 26/2, § 1er, 2°, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique; ".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002
CHAPITRE 4. - Modifications du décret du 21 décembre 2001 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 2002
Art.8. In het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 maart 2019, wordt het opschrift van hoofdstuk VII vervangen door wat volgt:
"Hoofdstuk VII. FONDS VOOR INNOVEREN EN ONDERNEMEN".
"Hoofdstuk VII. FONDS VOOR INNOVEREN EN ONDERNEMEN".
Art.8. Au décret du 21 décembre 2001 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 2002, modifié en dernier lieu par le décret du 15 mars 2019, l'intitulé du chapitre VII est remplacé par ce qui suit :
" Chapitre VII. FONDS POUR L'INNOVATION ET L'ENTREPRENEURIAT ".
" Chapitre VII. FONDS POUR L'INNOVATION ET L'ENTREPRENEURIAT ".
Art.9. In artikel 41 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 15 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "Hermesfonds" wordt telkens vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen";
2° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid" vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen";
3° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede ", hierna te noemen het Hermesfonds" opgeheven;
4° in paragraaf 3bis wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Het Fonds voor Innoveren en Ondernemen neemt ook het vermogen, de rechten en plichten en de activiteiten van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd Agentschap Vlaams Agentschap voor ondernemingsvorming - Syntra Vlaanderen, vermeld in artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen", over die ter uitvoering van artikel 3 van het decreet van 19 juni 2020 tot opheffing van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd Agentschap "Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen", tot regeling van de taken en bevoegdheden en tot wijziging van de naam "Hermesfonds" worden toegewezen aan het Fonds voor Innoveren en Ondernemen.";
5° in paragraaf 4, 5°, wordt de zinsnede "sociaal, economisch, innovatie-, ruimtelijk economisch en handelsvestigingenbeleid" vervangen door de zinsnede "sociaal, economisch, ondernemersvormings-, innovatie-, ruimtelijk economisch, handelsvestigingen- en ondernemingsbeleid";
6° in paragraaf 5 wordt tussen de zinsnede "economisch," en de zinsnede "innovatie-" de zinsnede "ondernemersvormings-," ingevoegd.
1° het woord "Hermesfonds" wordt telkens vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen";
2° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid" vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen";
3° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede ", hierna te noemen het Hermesfonds" opgeheven;
4° in paragraaf 3bis wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Het Fonds voor Innoveren en Ondernemen neemt ook het vermogen, de rechten en plichten en de activiteiten van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd Agentschap Vlaams Agentschap voor ondernemingsvorming - Syntra Vlaanderen, vermeld in artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen", over die ter uitvoering van artikel 3 van het decreet van 19 juni 2020 tot opheffing van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd Agentschap "Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen", tot regeling van de taken en bevoegdheden en tot wijziging van de naam "Hermesfonds" worden toegewezen aan het Fonds voor Innoveren en Ondernemen.";
5° in paragraaf 4, 5°, wordt de zinsnede "sociaal, economisch, innovatie-, ruimtelijk economisch en handelsvestigingenbeleid" vervangen door de zinsnede "sociaal, economisch, ondernemersvormings-, innovatie-, ruimtelijk economisch, handelsvestigingen- en ondernemingsbeleid";
6° in paragraaf 5 wordt tussen de zinsnede "economisch," en de zinsnede "innovatie-" de zinsnede "ondernemersvormings-," ingevoegd.
Art.9. A l'article 41 du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 15 mars 2019, les modifications suivantes sont apportées :
1° le mot " Hermesfonds " est chaque fois remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ";
2° au paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots " Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid " sont remplacés par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ";
3° au paragraphe 1er, alinéa 1er, le membre de phrase ", dénommé ci-après " Hermesfonds " (Fonds Hermès) " est abrogé;
4° au paragraphe 3bis, il est inséré entre les alinéas 2 et 3 un alinéa ainsi rédigé :
" Le Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat reprend également le patrimoine, les droits et obligations et les activités de l'agence autonomisée externe de droit public Agence flamande pour la formation d'entrepreneurs - Syntra Flandre, visée à l'article 3 du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen ", qui, en exécution de l'article 3 du décret du 19 juin 2020 portant abrogation de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen ", réglant les tâches et les compétences et modifiant le nom " Fonds Hermès " sont assignés au Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat. ";
5° au paragraphe 4, 5°, le membre de phrase " à la politique sociale, économique, à la politique en matière d'innovation, la politique spatiale et la politique relative aux établissements commerciaux " est remplacé par le membre de phrase " à la politique sociale, économique, à la politique en matière de la formation entrepreneurs, en matière d'innovation, à la politique spatiale-économique, à la politique des établissements commerciaux et d'encadrement des entreprises ";
6° au paragraphe 5, le membre de phrase " la politique en matière de la formation d'entrepreneurs " est inséré entre le membre de phrase " économique, " et le membre de phrase " la politique en matière d'innovation ".
1° le mot " Hermesfonds " est chaque fois remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ";
2° au paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots " Fonds voor Flankerend Economisch en Innovatiebeleid " sont remplacés par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ";
3° au paragraphe 1er, alinéa 1er, le membre de phrase ", dénommé ci-après " Hermesfonds " (Fonds Hermès) " est abrogé;
4° au paragraphe 3bis, il est inséré entre les alinéas 2 et 3 un alinéa ainsi rédigé :
" Le Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat reprend également le patrimoine, les droits et obligations et les activités de l'agence autonomisée externe de droit public Agence flamande pour la formation d'entrepreneurs - Syntra Flandre, visée à l'article 3 du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen ", qui, en exécution de l'article 3 du décret du 19 juin 2020 portant abrogation de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen ", réglant les tâches et les compétences et modifiant le nom " Fonds Hermès " sont assignés au Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat. ";
5° au paragraphe 4, 5°, le membre de phrase " à la politique sociale, économique, à la politique en matière d'innovation, la politique spatiale et la politique relative aux établissements commerciaux " est remplacé par le membre de phrase " à la politique sociale, économique, à la politique en matière de la formation entrepreneurs, en matière d'innovation, à la politique spatiale-économique, à la politique des établissements commerciaux et d'encadrement des entreprises ";
6° au paragraphe 5, le membre de phrase " la politique en matière de la formation d'entrepreneurs " est inséré entre le membre de phrase " économique, " et le membre de phrase " la politique en matière d'innovation ".
Art.10. In artikel 41bis van hetzelfde decreet, ingevoegd bij decreet van 19 december 2008, wordt het woord "Hermesfonds" vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen".
Art.10. A l'article 41bis du même décret, inséré par le décret du 19 décembre 2008, le mot " Hermesfonds " est remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ".
Art.11. In artikel 41ter van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 november 2015 en gewijzigd bij de decreten van 17 november 2017 en 15 maart 2019, wordt het woord "Hermesfonds" telkens vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen".
Art.11. A l'article 41ter du même décret, inséré par le décret du 20 novembre 2015 et modifié par les décrets des 17 novembre 2017 et 15 mars 2019, le mot " Hermesfonds " est chaque fois remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ".
Art.12. In artikel 41quater van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 20 november 2015 en gewijzigd bij het decreet van 17 november 2017, wordt het woord "Hermesfonds" telkens vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen".
Art.12. Dans l'article 41quater du même décret, inséré par le décret du 20 novembre 2015 et modifié par le décret du 17 novembre 2017, le mot " Hermesfonds " est chaque fois remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ".
HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding"
CHAPITRE 5. - Modifications du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding " (Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle)
Art.13. Aan artikel 2 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding", het laatst gewijzigd bij het decreet van 7 december 2018, wordt een punt 15° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"15° leertijd: het traject dat bestaat uit een praktijkopleiding in een onderneming, aangevuld met een theoretische opleiding in een erkend centrum als vermeld in artikel 26/2, § 1, 1°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, dat voldoet aan de regels, vermeld in artikel 22/20 tot en met 22/23 van dit decreet.".
"15° leertijd: het traject dat bestaat uit een praktijkopleiding in een onderneming, aangevuld met een theoretische opleiding in een erkend centrum als vermeld in artikel 26/2, § 1, 1°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid, dat voldoet aan de regels, vermeld in artikel 22/20 tot en met 22/23 van dit decreet.".
Art.13. A l'article 2 du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding " (Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle), modifié en dernier lieu par le décret du 7 décembre 2018, il est ajouté un point 15°, rédigé comme suit :
" 15° apprentissage : le parcours qui comprend une formation pratique dans une entreprise, complété par une formation théorique dans un centre reconnu tel que visé à l'article 26/2, § 1er, 1°, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique, qui répond aux règles visées aux articles 22/20 à 22/23 du présent décret. ".
" 15° apprentissage : le parcours qui comprend une formation pratique dans une entreprise, complété par une formation théorique dans un centre reconnu tel que visé à l'article 26/2, § 1er, 1°, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique, qui répond aux règles visées aux articles 22/20 à 22/23 du présent décret. ".
Art.14. Aan artikel 5, § 1, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt een punt 15° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"15° taken in het kader van de leertijd:
a) het bereik, de effectiviteit en de kwaliteit van de leertijd periodiek evalueren, monitoren, auditen en bijsturen;
b) de trajecten en modules controleren. Die controle gebeurt met het oog op:
1) de kwaliteit en het financieel correcte verloop van de leertijd;
2) de conformiteit met de reglementering;
c) de nodige instrumenten en procedures voor kennisborging en verspreiding opzetten;
d) de voorwaarden en de criteria vastleggen waaraan de kwaliteitssystemen binnen de leertijd moeten voldoen;
e) controleren of voor het uitreiken van studiebewijzen leertijd voldaan is aan alle voorwaarden, vermeld in hoofdstuk III van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap;
f) het algemeen pedagogisch didactisch toezicht uitoefenen op de uitvoering van de overeenkomsten in de leertijd;
g) de financiering van de leertijd.
De Vlaamse Regering bepaalt wie verantwoordelijk is voor de uitbetaling, de werkvoorwaarden en de geldelijke regeling van de lesgevers in de leertijd.".
"15° taken in het kader van de leertijd:
a) het bereik, de effectiviteit en de kwaliteit van de leertijd periodiek evalueren, monitoren, auditen en bijsturen;
b) de trajecten en modules controleren. Die controle gebeurt met het oog op:
1) de kwaliteit en het financieel correcte verloop van de leertijd;
2) de conformiteit met de reglementering;
c) de nodige instrumenten en procedures voor kennisborging en verspreiding opzetten;
d) de voorwaarden en de criteria vastleggen waaraan de kwaliteitssystemen binnen de leertijd moeten voldoen;
e) controleren of voor het uitreiken van studiebewijzen leertijd voldaan is aan alle voorwaarden, vermeld in hoofdstuk III van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap;
f) het algemeen pedagogisch didactisch toezicht uitoefenen op de uitvoering van de overeenkomsten in de leertijd;
g) de financiering van de leertijd.
De Vlaamse Regering bepaalt wie verantwoordelijk is voor de uitbetaling, de werkvoorwaarden en de geldelijke regeling van de lesgevers in de leertijd.".
Art.14. A l'article 5, § 1er, du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, il est ajouté un point 15°, libellé comme suit :
" 15° tâches dans le cadre de l'apprentissage :
a) évaluer, surveiller et corriger périodiquement la portée, l'efficacité et la qualité de l'apprentissage et procéder à des audits;
b) contrôler les parcours et modules. Ce contrôle s'effectue en vue :
1) de la qualité et du déroulement financier correct de l'apprentissage;
2) de la conformité à la réglementation;
c) de la mise en place des outils et procédures nécessaires à la conservation et la diffusion des connaissances;
d) de fixer les conditions et critères auxquels doivent répondre les système de qualité au sein de l'apprentissage;
e) de vérifier que toutes les conditions, visées au chapitre III du décret du 10 juillet 2008 relatif au système d'apprentissage et de travail en Communauté flamande, sont remplies pour la délivrance de titres d'apprentissage;
f) d'exercer le contrôle pédagogique et didactique général sur l'exécution des conventions en apprentissage;
g) du financement de l'apprentissage.
Le Gouvernement flamand détermine qui est responsable du paiement, des conditions de travail et du règlement pécuniaire des enseignants en apprentissage. ".
" 15° tâches dans le cadre de l'apprentissage :
a) évaluer, surveiller et corriger périodiquement la portée, l'efficacité et la qualité de l'apprentissage et procéder à des audits;
b) contrôler les parcours et modules. Ce contrôle s'effectue en vue :
1) de la qualité et du déroulement financier correct de l'apprentissage;
2) de la conformité à la réglementation;
c) de la mise en place des outils et procédures nécessaires à la conservation et la diffusion des connaissances;
d) de fixer les conditions et critères auxquels doivent répondre les système de qualité au sein de l'apprentissage;
e) de vérifier que toutes les conditions, visées au chapitre III du décret du 10 juillet 2008 relatif au système d'apprentissage et de travail en Communauté flamande, sont remplies pour la délivrance de titres d'apprentissage;
f) d'exercer le contrôle pédagogique et didactique général sur l'exécution des conventions en apprentissage;
g) du financement de l'apprentissage.
Le Gouvernement flamand détermine qui est responsable du paiement, des conditions de travail et du règlement pécuniaire des enseignants en apprentissage. ".
Art.15. In artikel 22/16, tweede lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 9 december 2016, worden de woorden "en op het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming Syntra Vlaanderen" opgeheven.
Art.15. Dans l'article 22/16, alinéa 2, du même décret, inséré par le décret du 9 décembre 2016, les mots " ainsi qu'à la Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming Syntra Vlaanderen " sont abrogés.
Art.16. Aan hoofdstuk VI van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt een afdeling 6 toegevoegd, die luidt als volgt:
"Afdeling 6. De leertijd".
"Afdeling 6. De leertijd".
Art.16. Au chapitre VI du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, il est ajouté une section 6, ainsi rédigée :
" Section 6. L'apprentissage ".
" Section 6. L'apprentissage ".
Art.17. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt aan afdeling 6, toegevoegd bij artikel 16, een artikel 22/20 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 22/20. De leertijd bestaat uit een praktijkopleiding in een onderneming, aangevuld met een theoretische vorming in een erkend centrum als vermeld in artikel 26/2, § 1, 1°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid.
De theoretische vorming omvat een algemene vorming en een beroepsgerichte vorming. Er kunnen ook aanvullende taalcursussen worden verstrekt.
Praktijkopleiding en aanvullende theoretische vorming zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beantwoorden aan de bepalingen van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.".
"Art. 22/20. De leertijd bestaat uit een praktijkopleiding in een onderneming, aangevuld met een theoretische vorming in een erkend centrum als vermeld in artikel 26/2, § 1, 1°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid.
De theoretische vorming omvat een algemene vorming en een beroepsgerichte vorming. Er kunnen ook aanvullende taalcursussen worden verstrekt.
Praktijkopleiding en aanvullende theoretische vorming zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beantwoorden aan de bepalingen van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap.".
Art.17. Au même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, il est ajouté à la section 6, insérée par l'article 16, un article 22/20, ainsi rédigé :
" Art. 22/20. L'apprentissage consiste en une formation pratique dans une entreprise, complétée par une formation théorique dans un centre agréé tel que visé à l'article 26/2, § 1er, 1°, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique.
La formation théorique comprend une formation générale et une formation à caractère professionnel. Des cours de langue supplémentaires peuvent également être dispensés.
La formation pratique et la formation théorique complémentaire sont indissociablement liées et répondent aux dispositions du décret du 10 juillet 2008 relatif au régime d'apprentissage et de travail en Communauté flamande. ".
" Art. 22/20. L'apprentissage consiste en une formation pratique dans une entreprise, complétée par une formation théorique dans un centre agréé tel que visé à l'article 26/2, § 1er, 1°, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique.
La formation théorique comprend une formation générale et une formation à caractère professionnel. Des cours de langue supplémentaires peuvent également être dispensés.
La formation pratique et la formation théorique complémentaire sont indissociablement liées et répondent aux dispositions du décret du 10 juillet 2008 relatif au régime d'apprentissage et de travail en Communauté flamande. ".
Art.18. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt aan dezelfde afdeling 6 een artikel 22/21 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 22/21. De praktijkopleiding in de leertijd omvat het sluiten van een overeenkomst als vermeld in artikel 3 van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen.".
"Art. 22/21. De praktijkopleiding in de leertijd omvat het sluiten van een overeenkomst als vermeld in artikel 3 van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen.".
Art.18. Dans le même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, est inséré dans la même section 6 un article 22/21, ainsi rédigé :
" Art. 22/21. La formation pratique en apprentissage comprend la conclusion d'une convention telle que visée à l'article 3 du décret du 10 juin 2016 réglant certains aspects des formations en alternance. ".
" Art. 22/21. La formation pratique en apprentissage comprend la conclusion d'une convention telle que visée à l'article 3 du décret du 10 juin 2016 réglant certains aspects des formations en alternance. ".
Art.19. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt aan dezelfde afdeling 6 een artikel 22/22 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 22/22. De erkende centra, vermeld in artikel 22/20, eerste lid, organiseren de theoretische vorming en de taalcursussen.
Aan een centrum kan de VDAB conform de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt, en conform eventuele bijkomende voorwaarden opgenomen in het ondernemingsplan, de volgende subsidies en financiële compensaties toekennen:
1° een subsidie voor de leertijd;
2° een subsidie of financiële compensatie voor de huur, het verwerven, de nieuwbouw, het eigenaarsonderhoud en de uitrusting van gebouwen conform de regels die de Vlaamse Regering vaststelt;
3° een subsidie of financiële compensatie voor innovatie en productontwikkeling conform de regels die de Vlaamse Regering vaststelt;
4° een subsidie of financiële compensatie voor projecten in het kader van de uitvoering van het ondernemingsplan conform de regels die de Vlaamse Regering vaststelt.
De subsidies, vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, kunnen de volgende vormen aannemen:
1° een productiesubsidie;
2° een effectiviteitssubsidie.
De subsidies, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, worden geval per geval toegekend op grond van een ondernemingsplan dat aan de VDAB ter goedkeuring wordt voorgelegd en op grond van de voorwaarden bepaald in het vijfde lid.
Een centrum als vermeld in het eerste lid komt in aanmerking voor een subsidie als het in het kader van de leertijd:
1° deelneemt aan en samenwerkt binnen een of meer overlegfora als vermeld in artikel 357/32 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;
2° binnen zijn opdrachten maximale inspanningen levert om het voltijds engagement voor elke jongere te realiseren;
3° deelneemt aan en samenwerkt binnen een lokaal overlegplatform opgericht overeenkomstig deel VIII, hoofdstuk 1, afdeling 2, van het besluit van 28 oktober 2016 betreffende codificatie van sommige bepalingen voor het onderwijs.
In het vijfde lid, 3°, wordt verstaan onder samenwerken:
1° de gegevens leveren, vermeld in deel VIII, hoofdstuk 1, afdeling 3, van het besluit van 28 oktober 2016 betreffende codificatie van sommige bepalingen voor het onderwijs;
2° de afspraken naleven, vermeld in deel VIII, hoofdstuk 1, afdeling 3, van het besluit van 28 oktober 2016 betreffende codificatie van sommige bepalingen voor het onderwijs.
De subsidiëring voor de leertijd van een centrum dat niet meer voldoet aan alle subsidiëringsvoorwaarden, wordt door de VDAB volledig of gedeeltelijk ingehouden. Met behoud van de toepassing van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begroting, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, kan de inhouding ook op voorstel van de onderwijsinspectie als het gaat om de voorwaarden, vermeld in het vijfde lid. De Vlaamse Regering bepaalt de aanvullende bepalingen voor die inhouding en regelt de beroepsprocedure.".
"Art. 22/22. De erkende centra, vermeld in artikel 22/20, eerste lid, organiseren de theoretische vorming en de taalcursussen.
Aan een centrum kan de VDAB conform de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt, en conform eventuele bijkomende voorwaarden opgenomen in het ondernemingsplan, de volgende subsidies en financiële compensaties toekennen:
1° een subsidie voor de leertijd;
2° een subsidie of financiële compensatie voor de huur, het verwerven, de nieuwbouw, het eigenaarsonderhoud en de uitrusting van gebouwen conform de regels die de Vlaamse Regering vaststelt;
3° een subsidie of financiële compensatie voor innovatie en productontwikkeling conform de regels die de Vlaamse Regering vaststelt;
4° een subsidie of financiële compensatie voor projecten in het kader van de uitvoering van het ondernemingsplan conform de regels die de Vlaamse Regering vaststelt.
De subsidies, vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, kunnen de volgende vormen aannemen:
1° een productiesubsidie;
2° een effectiviteitssubsidie.
De subsidies, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, worden geval per geval toegekend op grond van een ondernemingsplan dat aan de VDAB ter goedkeuring wordt voorgelegd en op grond van de voorwaarden bepaald in het vijfde lid.
Een centrum als vermeld in het eerste lid komt in aanmerking voor een subsidie als het in het kader van de leertijd:
1° deelneemt aan en samenwerkt binnen een of meer overlegfora als vermeld in artikel 357/32 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010;
2° binnen zijn opdrachten maximale inspanningen levert om het voltijds engagement voor elke jongere te realiseren;
3° deelneemt aan en samenwerkt binnen een lokaal overlegplatform opgericht overeenkomstig deel VIII, hoofdstuk 1, afdeling 2, van het besluit van 28 oktober 2016 betreffende codificatie van sommige bepalingen voor het onderwijs.
In het vijfde lid, 3°, wordt verstaan onder samenwerken:
1° de gegevens leveren, vermeld in deel VIII, hoofdstuk 1, afdeling 3, van het besluit van 28 oktober 2016 betreffende codificatie van sommige bepalingen voor het onderwijs;
2° de afspraken naleven, vermeld in deel VIII, hoofdstuk 1, afdeling 3, van het besluit van 28 oktober 2016 betreffende codificatie van sommige bepalingen voor het onderwijs.
De subsidiëring voor de leertijd van een centrum dat niet meer voldoet aan alle subsidiëringsvoorwaarden, wordt door de VDAB volledig of gedeeltelijk ingehouden. Met behoud van de toepassing van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begroting, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, kan de inhouding ook op voorstel van de onderwijsinspectie als het gaat om de voorwaarden, vermeld in het vijfde lid. De Vlaamse Regering bepaalt de aanvullende bepalingen voor die inhouding en regelt de beroepsprocedure.".
Art.19. Au même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, est inséré dans la même section 6 un article 22/22, ainsi rédigé :
" Art. 22/22. Les centres reconnus visés à l'article 22/20, alinéa 1er, organisent la formation théorique et les cours de langues.
Le VDAB peut octroyer à un centre, conformément aux conditions fixées par le Gouvernement flamand, et conformément aux éventuelles conditions supplémentaires reprises dans le plan d'entreprise, les subventions et compensations financières suivantes :
1° une subvention pour l'apprentissage;
2° une subvention ou une compensation financière pour la location, l'acquisition, la construction nouvelle, l'entretien du propriétaire et l'équipement d'immeubles conformément aux règles fixées par le Gouvernement flamand;
3° une subvention ou une compensation financière pour l'innovation et le développement de produits conformément aux règles fixées par le Gouvernement flamand;
4° une subvention ou une compensation financière pour des projets dans le cadre de l'exécution du plan d'entreprise conformément aux règles fixées par le Gouvernement flamand.
Les subventions, visées à l'alinéa deux, 1° et 2°, peuvent prendre les formes suivantes :
1° une subvention de projet;
2° une subvention d'effectivité.
Les subventions visées à l'alinéa premier, 1° et 2°, sont octroyées au cas par cas sur la base d'un plan d'entreprise soumis à l'approbation du VDAB et sur la base des conditions fixées à l'alinéa 5.
Un centre tel que visé à l'alinéa premier entre en ligne de compte pour une subvention qui, dans le cadre de l'apprentissage :
1° participe à un ou plusieurs forums de concertation, tels que visés à l'article 357/32 du Code de l'Enseignement secondaire du 17 décembre 2010 et collabore à cet effet;
2° dans le cadre de ses missions, s'efforce au maximum de réaliser l'engagement à temps plein pour chaque jeune;
3° participe à une plate-forme locale de concertation créée conformément à la partie VIII, chapitre 1er, section 2, de l'arrêté du 28 octobre 2016 portant codification de certaines dispositions en matière d'enseignement, et collabore à cet effet.
Dans l'alinéa 5, 3°, on entend par collaborer :
1° fournir les données visées à la partie VIII, chapitre 1er, section 3, de l'arrêté du 28 octobre 2016 portant codification de certaines dispositions en matière d'enseignement;
2° respecter les accords visés à la partie VIII, chapitre 1er, section 3, de l'arrêté du 28 octobre 2016 portant codification de certaines dispositions en matière d'enseignement, et collabore à cet effet.
Le subventionnement pour l'apprentissage d'un centre qui ne répond plus à toutes les conditions de subventionnement, est retenu en tout ou en partie par le VDAB. Sans préjudice de l'application de l'article 13 de la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables au budget, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des comptes, la retenue peut également être opérée sur proposition de l'inspection de l'enseignement en ce qui concerne les conditions visées à l'alinéa 5. Le Gouvernement flamand fixe les dispositions complémentaires pour cette retenue et règle la procédure de recours. ".
" Art. 22/22. Les centres reconnus visés à l'article 22/20, alinéa 1er, organisent la formation théorique et les cours de langues.
Le VDAB peut octroyer à un centre, conformément aux conditions fixées par le Gouvernement flamand, et conformément aux éventuelles conditions supplémentaires reprises dans le plan d'entreprise, les subventions et compensations financières suivantes :
1° une subvention pour l'apprentissage;
2° une subvention ou une compensation financière pour la location, l'acquisition, la construction nouvelle, l'entretien du propriétaire et l'équipement d'immeubles conformément aux règles fixées par le Gouvernement flamand;
3° une subvention ou une compensation financière pour l'innovation et le développement de produits conformément aux règles fixées par le Gouvernement flamand;
4° une subvention ou une compensation financière pour des projets dans le cadre de l'exécution du plan d'entreprise conformément aux règles fixées par le Gouvernement flamand.
Les subventions, visées à l'alinéa deux, 1° et 2°, peuvent prendre les formes suivantes :
1° une subvention de projet;
2° une subvention d'effectivité.
Les subventions visées à l'alinéa premier, 1° et 2°, sont octroyées au cas par cas sur la base d'un plan d'entreprise soumis à l'approbation du VDAB et sur la base des conditions fixées à l'alinéa 5.
Un centre tel que visé à l'alinéa premier entre en ligne de compte pour une subvention qui, dans le cadre de l'apprentissage :
1° participe à un ou plusieurs forums de concertation, tels que visés à l'article 357/32 du Code de l'Enseignement secondaire du 17 décembre 2010 et collabore à cet effet;
2° dans le cadre de ses missions, s'efforce au maximum de réaliser l'engagement à temps plein pour chaque jeune;
3° participe à une plate-forme locale de concertation créée conformément à la partie VIII, chapitre 1er, section 2, de l'arrêté du 28 octobre 2016 portant codification de certaines dispositions en matière d'enseignement, et collabore à cet effet.
Dans l'alinéa 5, 3°, on entend par collaborer :
1° fournir les données visées à la partie VIII, chapitre 1er, section 3, de l'arrêté du 28 octobre 2016 portant codification de certaines dispositions en matière d'enseignement;
2° respecter les accords visés à la partie VIII, chapitre 1er, section 3, de l'arrêté du 28 octobre 2016 portant codification de certaines dispositions en matière d'enseignement, et collabore à cet effet.
Le subventionnement pour l'apprentissage d'un centre qui ne répond plus à toutes les conditions de subventionnement, est retenu en tout ou en partie par le VDAB. Sans préjudice de l'application de l'article 13 de la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables au budget, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des comptes, la retenue peut également être opérée sur proposition de l'inspection de l'enseignement en ce qui concerne les conditions visées à l'alinéa 5. Le Gouvernement flamand fixe les dispositions complémentaires pour cette retenue et règle la procédure de recours. ".
Art.20. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt aan dezelfde afdeling 6 een artikel 22/23 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 22/23. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de erkenning van de studiebewijzen in verband met de leertijd.".
"Art. 22/23. De Vlaamse Regering bepaalt de voorwaarden voor de erkenning van de studiebewijzen in verband met de leertijd.".
Art.20. Dans le même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, est inséré dans la même section 6 un article 22/23, ainsi rédigé :
" Art. 22/23. Le Gouvernement flamand arrêté les conditions pour la reconnaissance des titres en ce qui concerne l'apprentissage. ".
" Art. 22/23. Le Gouvernement flamand arrêté les conditions pour la reconnaissance des titres en ce qui concerne l'apprentissage. ".
Art.21. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt een hoofdstuk VII/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk VII/1. Toezicht, kwaliteit en sancties".
"Hoofdstuk VII/1. Toezicht, kwaliteit en sancties".
Art.21. Dans le même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, il est inséré un chapitre VII/1, ainsi rédigé comme suit :
" Chapitre VII/1. Contrôle, qualité et sanctions ".
" Chapitre VII/1. Contrôle, qualité et sanctions ".
Art.22. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt in hoofdstuk VII/1, ingevoegd bij artikel 21, een artikel 23/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 23/1. Met behoud van de toepassing van de geldende decretale en reglementaire bepalingen over het toezicht in het onderwijs, met inbegrip van het toezicht op de leertijd door de onderwijsinspectie en de bevoegde onderwijsadministratie, wordt het toezicht op de uitvoering, vermeld in hoofdstuk VI, afdeling 6, en de uitvoe- ringsbesluiten van dit decreet, uitgeoefend door het Departement Werk en Sociale Economie.
De Vlaamse Regering bepaalt de verdere modaliteiten en verdere regels van het toezicht en de kwaliteit.".
"Art. 23/1. Met behoud van de toepassing van de geldende decretale en reglementaire bepalingen over het toezicht in het onderwijs, met inbegrip van het toezicht op de leertijd door de onderwijsinspectie en de bevoegde onderwijsadministratie, wordt het toezicht op de uitvoering, vermeld in hoofdstuk VI, afdeling 6, en de uitvoe- ringsbesluiten van dit decreet, uitgeoefend door het Departement Werk en Sociale Economie.
De Vlaamse Regering bepaalt de verdere modaliteiten en verdere regels van het toezicht en de kwaliteit.".
Art.22. Dans ce même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, il est inséré au chapitre VII/1, inséré par l'article 21, un article 23/1, ainsi rédigé :
" Art. 23/1. Sans préjudice de l'application des dispositions décrétales et réglementaires en vigueur en matière de contrôle dans l'enseignement, y compris le contrôle de l'apprentissage par l'inspection de l'enseignement et l'administration compétente de l'enseignement, le contrôle de la mise en oeuvre visée au chapitre VI, section 6, et des arrêtés d'exécution du présent décret, est exercé par le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale.
Le Gouvernement flamand détermine les modalités et les règles en matière du contrôle et de la qualité. ".
" Art. 23/1. Sans préjudice de l'application des dispositions décrétales et réglementaires en vigueur en matière de contrôle dans l'enseignement, y compris le contrôle de l'apprentissage par l'inspection de l'enseignement et l'administration compétente de l'enseignement, le contrôle de la mise en oeuvre visée au chapitre VI, section 6, et des arrêtés d'exécution du présent décret, est exercé par le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale.
Le Gouvernement flamand détermine les modalités et les règles en matière du contrôle et de la qualité. ".
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingen van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap
CHAPITRE 6. - Modifications du décret du 10 juillet 2008 relatif au système d'apprentissage et de travail en Communauté flamande
Art.23. In artikel 2 van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap worden de woorden "het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB".
Art.23. A l'article 2 du décret du 10 juillet 2008 relatif au système d'apprentissage et de travail en Communauté flamande les mots " à la Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " au VDAB ".
Art.24. In artikel 3 van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 8° wordt vervangen door wat volgt:
"8° leertijd: de opleiding, vermeld in artikel 2, 15°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";";
2° punt 10° ter wordt opgeheven;
3° punt 15° wordt opgeheven.
1° punt 8° wordt vervangen door wat volgt:
"8° leertijd: de opleiding, vermeld in artikel 2, 15°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";";
2° punt 10° ter wordt opgeheven;
3° punt 15° wordt opgeheven.
Art.24. A l'article 3 du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 30 mars 2018, les modifications suivantes sont apportées :
1° le point 8° est remplacé par ce qui suit :
" 8° apprentissage : la formation visée à l'article 2, 15°, du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle; ";
2° le point 10° ter est abrogé;
3° le point 15° est abrogé.
1° le point 8° est remplacé par ce qui suit :
" 8° apprentissage : la formation visée à l'article 2, 15°, du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle; ";
2° le point 10° ter est abrogé;
3° le point 15° est abrogé.
Art.25. In artikel 15 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 37 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 26/2, § 5, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid";
2° in het tweede lid worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "het Departement Werk en Sociale Economie";
3° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"In het tweede lid wordt verstaan onder het Departement Werk en Sociale Economie: het departement, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.".
1° in het eerste lid wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 37 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 26/2, § 5, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid";
2° in het tweede lid worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "het Departement Werk en Sociale Economie";
3° tussen het tweede en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"In het tweede lid wordt verstaan onder het Departement Werk en Sociale Economie: het departement, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.".
Art.25. A l'article 15 du même décret, modifié par le décret du 21 décembre 2012, les modifications suivantes sont apportées :
1° à l'alinéa 1er, le membre de phrase " visées à l'article 37 du décret du 7 mai 2004 portant création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen " est remplacé par le membre de phrase " visées à l'article 26/2, § 5, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique ";
2° à l'alinéa 2, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale ";
3° entre les alinéas 2 et 3, il est inséré un alinéa ainsi rédigé :
" A l'alinéa 2, on entend par le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale : le département visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande. ".
1° à l'alinéa 1er, le membre de phrase " visées à l'article 37 du décret du 7 mai 2004 portant création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen " est remplacé par le membre de phrase " visées à l'article 26/2, § 5, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique ";
2° à l'alinéa 2, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale ";
3° entre les alinéas 2 et 3, il est inséré un alinéa ainsi rédigé :
" A l'alinéa 2, on entend par le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale : le département visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande. ".
Art.26. In artikel 16 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 21 december 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 38 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 22/22 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding"";
2° in het tweede lid worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB".
1° in het eerste lid wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 38 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 22/22 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding"";
2° in het tweede lid worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB".
Art.26. A l'article 16 du même décret, modifié par le décret du 21 décembre 2012, les modifications suivantes sont apportées :
1° à l'alinéa 1er, le membre de phrase " visées à l'article 38 du décret du 7 mai 2004 portant création de l'agence autonomisée externe de droit public Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen " est remplacé par le membre de phrase " visées à l'article 22/22 du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle ";
2° à l'alinéa 2, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le VDAB ".
1° à l'alinéa 1er, le membre de phrase " visées à l'article 38 du décret du 7 mai 2004 portant création de l'agence autonomisée externe de droit public Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen " est remplacé par le membre de phrase " visées à l'article 22/22 du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle ";
2° à l'alinéa 2, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le VDAB ".
Art.27. In artikel 23, § 2, derde en vierde lid, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB".
Art.27. A l'article 23, § 2, alinéas 3 et 4, du même arrêté, modifié en dernier lieu par le décret du 25 avril 2014, les mots " de Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " du VDAB ".
Art.28. In artikel 24, § 2, tweede en derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB".
Art.28. A l'article 24, § 2, alinéas 2 et 3, du même décret, les mots " de Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " du VDAB ".
Art.29. In artikel 31, § 1, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 30 maart 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het derde lid worden de woorden "De raad van bestuur van Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "Het centrumbestuur";
2° in het vierde lid worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de klassenraad".
1° in het derde lid worden de woorden "De raad van bestuur van Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "Het centrumbestuur";
2° in het vierde lid worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de klassenraad".
Art.29. A l'article 31, § 1er, du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 30 mars 2018, les modifications suivantes sont apportées :
1° à l'alinéa 3, les mots " le conseil d'administration de Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " l'administration du centre ";
2° à l'alinéa 4, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le conseil de classe ".
1° à l'alinéa 3, les mots " le conseil d'administration de Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " l'administration du centre ";
2° à l'alinéa 4, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le conseil de classe ".
Art.30. In artikel 32 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB".
1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB".
Art.30. A l'article 32 du même décret, modifié par le décret du 25 avril 2014, les modifications suivantes sont apportées :
1° au paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le VDAB ";
2° au paragraphe 2, les mots " de Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " du VDAB ".
1° au paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le VDAB ";
2° au paragraphe 2, les mots " de Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " du VDAB ".
Art.31. Artikel 33, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 33. Voor de toekenning van graad of leerjaargebonden eindstudiebewijzen, identiek aan die van het voltijds gewoon beroepssecundair onderwijs, zijn op de algemene vorming van de leertijd de bepalingen over eindtermen en op die eind termen gebaseerde leerplannen als vermeld in deel IV, titel 1, hoofdstuk 1, afdeling 3, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 van toepassing, met uitzondering van de eindtermen en leerplannen die zijn gekoppeld aan het vak lichamelijke opvoeding.".
"Art. 33. Voor de toekenning van graad of leerjaargebonden eindstudiebewijzen, identiek aan die van het voltijds gewoon beroepssecundair onderwijs, zijn op de algemene vorming van de leertijd de bepalingen over eindtermen en op die eind termen gebaseerde leerplannen als vermeld in deel IV, titel 1, hoofdstuk 1, afdeling 3, van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010 van toepassing, met uitzondering van de eindtermen en leerplannen die zijn gekoppeld aan het vak lichamelijke opvoeding.".
Art.31. L'article 33 du même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 8 mai 2009, est remplacé par ce qui suit :
" Art. 33. Pour l'octroi de titres de fin d'études liés au degré ou à l'année d'études, identiques à ceux de l'enseignement secondaire professionnel ordinaire à temps plein, les dispositions concernant les objectifs finaux et les programmes d'études, basés sur ces objectifs sont d'application à la formation générale de l'apprentissage, telle que visée à la partie IV, titre 1er, chapitre 1er, section 3, du Code de l'Enseignement secondaire du 17 décembre 2010, à l'exception des objectifs finaux et des programme d'études liés au cours d'éducation physique. ".
" Art. 33. Pour l'octroi de titres de fin d'études liés au degré ou à l'année d'études, identiques à ceux de l'enseignement secondaire professionnel ordinaire à temps plein, les dispositions concernant les objectifs finaux et les programmes d'études, basés sur ces objectifs sont d'application à la formation générale de l'apprentissage, telle que visée à la partie IV, titre 1er, chapitre 1er, section 3, du Code de l'Enseignement secondaire du 17 décembre 2010, à l'exception des objectifs finaux et des programme d'études liés au cours d'éducation physique. ".
Art.32. In artikel 39, § 1, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt de zin "Die toelating wordt gegeven door de directie van het centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs in kwestie of door Syntra Vlaanderen, naargelang van het geval, op advies van het centrum voor leerlingenbegeleiding waarmee de instelling voor voltijds onderwijs waar de jongere de lessen volgt, samenwerkt." vervangen door de zin "Die toelating wordt gegeven door de directie van het centrum voor deeltijds beroepssecundair onderwijs of door de directie van het centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen in kwestie op advies van het centrum voor leerlingenbegeleiding waarmee de instelling voor voltijds onderwijs waar de jongere de lessen volgt, samenwerkt.".
Art.32. Dans l'article 39, § 1er, alinéa 2, du même décret, la phrase " Cette autorisation est accordée par la direction du centre d'enseignement secondaire professionnel à temps partiel en question ou par Syntra Vlaanderen, selon le cas, sur avis du centre d'encadrement des élèves avec lequel collabore l'établissement d'enseignement à temps plein où le jeune suit les cours. " est remplacée par la phrase " Cette autorisation est accordée par la direction du centre d'enseignement secondaire professionnel à temps partiel ou par la direction du centre de formation des indépendants et des petites et moyennes entreprises en question sur avis du centre d'encadrement des élèves avec lequel collabore l'établissement d'enseignement à temps plein où le jeune suit les cours. ".
Art.33. In artikel 40 van hetzelfde decreet wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"In het eerste lid wordt verstaan onder het ondernemerschapstraject: een traject als vermeld in artikel 26/2, § 1, 2°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid.".
"In het eerste lid wordt verstaan onder het ondernemerschapstraject: een traject als vermeld in artikel 26/2, § 1, 2°, van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid.".
Art.33. Dans l'article 40 du même décret, il est inséré un nouvel alinéa entre les alinéas 1er et 2, ainsi rédigé :
" Au 1er alinéa, on entend par parcours d'entrepreneuriat : un parcours tel que visé à l'article 26/2, § 1er, 2°, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique. ".
" Au 1er alinéa, on entend par parcours d'entrepreneuriat : un parcours tel que visé à l'article 26/2, § 1er, 2°, du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique. ".
Art.34. In artikel 43 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 juni 2018, worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de VDAB".
Art.34. A l'article 43 du même décret, modifié par le décret du 15 juin 2018, les mots " de Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " du VDAB ".
Art.35. In artikel 44 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 maart 2018, worden de woorden "Syntra Vlaanderen" opgeheven.
Art.35. Dans l'article 44 du même décret, modifié par le décret du 30 mars 2018, les mots " Syntra Vlaanderen " sont abrogés.
Art.36. In artikel 61 van hetzelfde decreet worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "in een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen".
Art.36. Dans l'article 61 du même décret, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " dans un centre de formation d'indépendants et de petites et moyennes entreprises ".
Art.37. In artikel 93, § 1, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 15 juni 2018, worden de woorden "de erkenning en" opgeheven en worden de woorden "Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, zoals gewijzigd" vervangen door de woorden "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding".
Art.37. Dans l'article 93, § 1er, du même décret, remplacé par le décret du 15 juin 2018, les mots " l'agrément et " sont abrogés et les mots " " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen " (Agence flamande pour la formation d'entrepreneurs - Syntra Flandre), tel que modifié " sont remplacés par les mots " Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle ".
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur
CHAPITRE 7. - Modifications du décret du 30 avril 2009 relatif à la structure des certifications
Art.38. In artikel 10, § 2 en § 4, van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, vervangen bij het decreet van 1 juli 2011, worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "Agentschap Innoveren en Ondernemen".
Art.38. A l'article 10, §§ 2 et 4 du décret du 30 avril 2009 relatif à la structure des certifications, remplacé par le décret du 1er juillet 2011, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " L'Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat ".
Art.39. In artikel 11, tweede en derde lid, van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 1 juli 2011, worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "Agentschap Innoveren en Ondernemen".
Art.39. A l'article 11, alinéas 2 et 3 du même décret, remplacé par le décret du 1er juillet 2011, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " l'Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat ".
HOOFDSTUK 8. - Wijzigingen van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010
CHAPITRE 8. - Modifications du Code de l'Enseignement secondaire du 17 décembre 2010
Art.40. In artikel 3 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, het laatst gewijzigd bij het decreet van 22 maart 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° er wordt een punt 12° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"12° /0 Departement Werk en Sociale Economie: het departement, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;";
2° punt 17° /3 wordt vervangen door wat volgt:
"17° /3 leertijd: de opleiding, vermeld in artikel 2, 15°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";";
3° punt 43° /1 wordt opgeheven.
1° er wordt een punt 12° /0 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"12° /0 Departement Werk en Sociale Economie: het departement, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;";
2° punt 17° /3 wordt vervangen door wat volgt:
"17° /3 leertijd: de opleiding, vermeld in artikel 2, 15°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";";
3° punt 43° /1 wordt opgeheven.
Art.40. A l'article 3 du Code de l'Enseignement secondaire du 17 décembre 2010, modifié en dernier lieu par le décret du 22 mars 2019, les modifications suivantes sont apportées :
1° il est inséré un point 12° /0, ainsi rédigé :
" 12° /0 Département de l'Emploi et de l'Economie sociale : le département visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande; ";
2° le point 17° /3 est remplacé par ce qui suit :
" 17° /3 apprentissage : la formation visée à l'article 2, 15°, du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding " (Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle); ";
3° le point 43° /1 est abrogé.
1° il est inséré un point 12° /0, ainsi rédigé :
" 12° /0 Département de l'Emploi et de l'Economie sociale : le département visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande; ";
2° le point 17° /3 est remplacé par ce qui suit :
" 17° /3 apprentissage : la formation visée à l'article 2, 15°, du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding " (Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle); ";
3° le point 43° /1 est abrogé.
Art.41. In artikel 47, § 3, eerste lid, van dezelfde codex worden de woorden "het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming-Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding".
Art.41. A l'article 47, § 3, alinéa 1er, du même code, les mots " l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - SYNTRA Vlaanderen " sont remplacés par les mots " l'Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle ".
Art.42. In artikel 256, § 1, 2°, van dezelfde codex, gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2011, worden de woorden "Syntra Vlaanderen" telkens vervangen door de woorden "de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding".
Art.42. A l'article 256, § 1er, 2°, du même code, modifié par le décret du 1 juillet 2011, les mots " Syntra Vlaanderen " sont chaque fois remplacés par les mots " l'Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle ".
Art.43. In artikel 357/7, § 2, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 30 maart 2018, worden de woorden "het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "het Departement Werk en Sociale Economie".
Art.43. A l'article 357, § 2, alinéa 1er, du même code, inséré par le décret du 30 mars 2018, les mots " l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale ".
Art.44. In artikel 357/20, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 30 maart 2018, worden de woorden "het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "het Vlaams Partnerschap Duaal Leren".
Art.44. A l'article 357/20, du même code, inséré par le décret du 30 mars 2018, les mots " l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual ".
Art.45. In artikel 357/21, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 30 maart 2018, worden de woorden "het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "het Vlaams Partnerschap Duaal Leren".
Art.45. A l'article 357/21, alinéa 1er, du même code, inséré par le décret du 30 mars 2018, les mots " l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual ".
Art.46. In artikel 357/30, tweede lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 30 maart 2018, worden de woorden "het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "het Departement Werk en Sociale Economie" en worden de woorden "Het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" telkens vervangen door de woorden "Het Departement Werk en Sociale Economie".
Art.46. A l'article 357/30, alinéa 2, du même code, inséré par le décret du 30 mars 2018, les mots " l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale " et les mots " l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Vlaanderen " sont remplacés chaque fois par les mots " le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale ".
Art.47. In artikel 357/33, 8°, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 30 maart 2018, worden de woorden "het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "het Departement Werk en Sociale Economie".
Art.47. A l'article 357/33, 8°, du même code, inséré par le décret du 30 mars 2018, les mots " l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale ".
Art.48. In artikel 357/62, eerste lid, van dezelfde codex, ingevoegd bij het decreet van 30 november 2018, worden de woorden "het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "het Departement Werk en Sociale Economie".
Art.48. A l'article 357/62, alinéa 1er, du même code, inséré par le décret du 30 novembre 2018, les mots " l'Agence flamande pour la Formation d'Entrepreneurs - Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale ".
HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid
CHAPITRE 9. - Modifications du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique
Art.49. Artikel 1 van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid wordt vervangen door wat volgt:
"Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid, met uitzondering van hoofdstuk 6/1, dat een gemeenschapsaangelegenheid regelt.".
"Artikel 1. Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid, met uitzondering van hoofdstuk 6/1, dat een gemeenschapsaangelegenheid regelt.".
Art.49. L'article 1er du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique est remplacé par ce qui suit :
" Article 1er. Le présent décret règle une matière régionale, à l'exception du chapitre 6/1, qui règle une matière communautaire. ".
" Article 1er. Le présent décret règle une matière régionale, à l'exception du chapitre 6/1, qui règle une matière communautaire. ".
Art.50. Aan artikel 4 van hetzelfde decreet wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
Art.50. A l'article 4 du même décret, il est ajouté un alinéa 3, ainsi rédigé :
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
Art.51. Aan artikel 5 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
Art.51. A l'article 5 du même décret, il est ajouté un alinéa 2, ainsi rédigé :
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
Art.52. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt een hoofdstuk 6/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk 6/1. Steun voor ondernemersvorming".
"Hoofdstuk 6/1. Steun voor ondernemersvorming".
Art.52. Dans le même décret, modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, il est inséré un chapitre 6/1, ainsi rédigé :
" Chapitre 6/1. Aide à la formation d'entrepreneurs ".
" Chapitre 6/1. Aide à la formation d'entrepreneurs ".
Art.53. In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk 6/1, ingevoegd bij artikel 52, een afdeling 1 ingevoegd, die luidt als volgt:
"Afdeling 1. Definities".
"Afdeling 1. Definities".
Art.53. Dans le même décret, au chapitre 6/1, inséré par l'article 52, il est inséré une section 1re, ainsi rédigée :
" Section 1re. Définitions ".
" Section 1re. Définitions ".
Art.54. In hetzelfde decreet wordt in afdeling 1, ingevoegd bij artikel 53, een artikel 26/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 26/1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder departement: het Departement Werk en Sociale Economie, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.".
"Art. 26/1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder departement: het Departement Werk en Sociale Economie, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.".
Art.54. Dans le même décret, est inséré dans la section 1re, insérée par l'article 53, un article 26/1 ainsi rédigé :
" Art. 26/1. Dans le présent chapitre, on entend par département : le Département de l'Emploi et de l'Economie Sociale, visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande. ".
" Art. 26/1. Dans le présent chapitre, on entend par département : le Département de l'Emploi et de l'Economie Sociale, visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande. ".
Art.55. In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk 6/1, ingevoegd bij artikel 52, een afdeling 2 ingevoegd, die luidt als volgt:
"Afdeling 2. Toepassingsgebied".
"Afdeling 2. Toepassingsgebied".
Art.55. Dans le même décret, au chapitre 6/1, inséré par l'article 52, il est inséré une section 2, ainsi rédigée :
" Section 2. Champ d'application ".
" Section 2. Champ d'application ".
Art.56. In hetzelfde decreet wordt in afdeling 2, ingevoegd bij artikel 55, een artikel 26/2 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 26/2. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder:
1° erkend centrum: een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen dat erkend is conform de voorwaarden, vermeld in paragraaf 5;
2° ondernemerschapstraject: een traject dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 3;
3° toegewezen traject: een traject dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 4.
§ 2. De Vlaamse Regering kan steun verlenen aan erkende centra voor de uitvoering van ondernemerschapstrajecten en toegewezen trajecten onder de voorwaarden, vermeld in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
§ 3. Het ondernemerschapstraject, vermeld in paragraaf 2, is een niet-economische dienst van algemeen belang.
Het ondernemerschapstraject voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:
1° het traject leidt naar zelfstandig ondernemerschap, waarin een uitstroom als kmo-medewerker mogelijk is;
2° het traject beantwoordt aan een behoefte op de markt;
3° het traject is afgestemd op een sectoraal beroepscompetentieprofiel, het generieke ondernemersprofiel of andere regelgeving waarin competentievereisten zijn opgenomen;
4° het traject verhoogt de kansen op duurzame tewerkstelling en de economische effectiviteit;
5° het traject wordt niet aangeboden door andere private marktspelers of de toegang wordt belemmerd door specifieke drempels, die de toegang tot de opleiding belemmeren.
De ondernemerschapstrajecten worden alleen door de erkende centra uitgevoerd en kunnen werkplekleren omvatten.
De Vlaamse Regering kan de voorwaarden, vermeld in het eerste tot en met derde lid, verduidelijken en aanvullen.
§ 4. Het toegewezen traject, vermeld in paragraaf 2, is een dienst van algemeen economisch belang waarop de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt van toepassing is.
Het toegewezen traject heeft als doel de deelnemers sterker in te bedden binnen het ondernemerschap door hen opleidingen aan te bieden of technieken aan te leren om hun ondernemerschapscompetenties te verhogen.
De toegewezen trajecten kunnen uitgevoerd worden door de erkende centra, de professionele en interprofessionele organisaties of andere private of publieke opleidingsverstrekkers.
De Vlaamse Regering kan de voorwaarden, vermeld in het eerste tot en met derde lid, verduidelijken en aanvullen.
§ 5. Een centrum als vermeld in paragraaf 2 kan erkend worden voor het verstrekken van de leertijd, de aanloopstructuuronderdelen, de duale structuuronderdelen en de ondernemerschapstrajecten als het voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:
1° het centrum is opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk conform het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;
2° de algemene vergadering van het centrum is uitsluitend toegankelijk voor alle representatieve middenstands-, zelfstandigenen werkgeversorganisaties die voldoen aan de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt;
3° de statuten zijn voorafgaandelijk door de Vlaamse Regering goedgekeurd conform de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt;
4° het doel van het centrum is:
a) het organiseren van leertijd, aanloopstructuuronderdelen, duale structuuronderdelen en ondernemerschapstrajecten;
b) de pedagogische begeleiding van de cursisten die de door het centrum georganiseerde vorming volgen;
c) het verlenen aan de Vlaamse Regering en aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen van de medewerking voor bepaalde verwezenlijkingen op het gebied van de opleiding, vorming en begeleiding, met inbegrip van de innovatie en (product)ontwikkeling;
d) het sluiten van samenwerkingsakkoorden met of het deelnemen in de andere centra of derden met het oog op het optimaal functioneren van een centrum op zich of van de centra als totaliteit;
5° het centrum moet in het kader van de leertijd, de aanloopstructuuronderdelen en de duale structuuronderdelen:
a) de controle door de onderwijsinspectie mogelijk maken;
b) beantwoorden aan de bepalingen inzake structuur en organisatie van het onderwijs die bij de Codex Secundair Onderwijs, de decreetgeving op het stelsel van leren en werken en de uitvoeringsreglementering expliciet op, naargelang van het geval, de leertijd, de duale structuuronderdelen of de aanloopstructuuronderdelen, georganiseerd door het centrum, toepasbaar zijn gesteld;
c) een doeltreffend beleid voeren om het rookverbod kenbaar te maken en te handhaven, controle uitoefenen op de naleving van het verbod en overtreders sancties opleggen, conform het eigen sanctiebeleid, vermeld in het centrum of arbeidsreglement;
d) samenwerkingsafspraken maken met een centrum voor leerlingenbege leiding;
e) een beleid voor leerlingenbegeleiding voeren.
De Vlaamse Regering kan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, verduidelijken en aanvullen.
De Vlaamse Regering kan, op voorstel van een college, de erkenning voor wat betreft de leertijd van een centrum geleidelijk en volledig of gedeeltelijk opheffen als niet meer wordt voldaan aan de erkenningsvoorwaarden als vermeld in dit artikel. Dat college wordt voor de helft samengesteld uit inspectieleden uit het onderwijs en voor de helft uit inspectieleden van het departement.
De Vlaamse Regering legt de aanvullende bepalingen vast over de werking en de organisatie van dat college, wijst de leden ervan aan en regelt de beroepsprocedure.
De Vlaamse Regering vraagt advies aan de raad van bestuur van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding over het voldoen van een centrum aan de erkenningsvoorwaarden die betrekking hebben op de leertijd.".
"Art. 26/2. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder:
1° erkend centrum: een centrum voor vorming van zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen dat erkend is conform de voorwaarden, vermeld in paragraaf 5;
2° ondernemerschapstraject: een traject dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 3;
3° toegewezen traject: een traject dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in paragraaf 4.
§ 2. De Vlaamse Regering kan steun verlenen aan erkende centra voor de uitvoering van ondernemerschapstrajecten en toegewezen trajecten onder de voorwaarden, vermeld in dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
§ 3. Het ondernemerschapstraject, vermeld in paragraaf 2, is een niet-economische dienst van algemeen belang.
Het ondernemerschapstraject voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:
1° het traject leidt naar zelfstandig ondernemerschap, waarin een uitstroom als kmo-medewerker mogelijk is;
2° het traject beantwoordt aan een behoefte op de markt;
3° het traject is afgestemd op een sectoraal beroepscompetentieprofiel, het generieke ondernemersprofiel of andere regelgeving waarin competentievereisten zijn opgenomen;
4° het traject verhoogt de kansen op duurzame tewerkstelling en de economische effectiviteit;
5° het traject wordt niet aangeboden door andere private marktspelers of de toegang wordt belemmerd door specifieke drempels, die de toegang tot de opleiding belemmeren.
De ondernemerschapstrajecten worden alleen door de erkende centra uitgevoerd en kunnen werkplekleren omvatten.
De Vlaamse Regering kan de voorwaarden, vermeld in het eerste tot en met derde lid, verduidelijken en aanvullen.
§ 4. Het toegewezen traject, vermeld in paragraaf 2, is een dienst van algemeen economisch belang waarop de richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt van toepassing is.
Het toegewezen traject heeft als doel de deelnemers sterker in te bedden binnen het ondernemerschap door hen opleidingen aan te bieden of technieken aan te leren om hun ondernemerschapscompetenties te verhogen.
De toegewezen trajecten kunnen uitgevoerd worden door de erkende centra, de professionele en interprofessionele organisaties of andere private of publieke opleidingsverstrekkers.
De Vlaamse Regering kan de voorwaarden, vermeld in het eerste tot en met derde lid, verduidelijken en aanvullen.
§ 5. Een centrum als vermeld in paragraaf 2 kan erkend worden voor het verstrekken van de leertijd, de aanloopstructuuronderdelen, de duale structuuronderdelen en de ondernemerschapstrajecten als het voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:
1° het centrum is opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk conform het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen;
2° de algemene vergadering van het centrum is uitsluitend toegankelijk voor alle representatieve middenstands-, zelfstandigenen werkgeversorganisaties die voldoen aan de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt;
3° de statuten zijn voorafgaandelijk door de Vlaamse Regering goedgekeurd conform de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt;
4° het doel van het centrum is:
a) het organiseren van leertijd, aanloopstructuuronderdelen, duale structuuronderdelen en ondernemerschapstrajecten;
b) de pedagogische begeleiding van de cursisten die de door het centrum georganiseerde vorming volgen;
c) het verlenen aan de Vlaamse Regering en aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen van de medewerking voor bepaalde verwezenlijkingen op het gebied van de opleiding, vorming en begeleiding, met inbegrip van de innovatie en (product)ontwikkeling;
d) het sluiten van samenwerkingsakkoorden met of het deelnemen in de andere centra of derden met het oog op het optimaal functioneren van een centrum op zich of van de centra als totaliteit;
5° het centrum moet in het kader van de leertijd, de aanloopstructuuronderdelen en de duale structuuronderdelen:
a) de controle door de onderwijsinspectie mogelijk maken;
b) beantwoorden aan de bepalingen inzake structuur en organisatie van het onderwijs die bij de Codex Secundair Onderwijs, de decreetgeving op het stelsel van leren en werken en de uitvoeringsreglementering expliciet op, naargelang van het geval, de leertijd, de duale structuuronderdelen of de aanloopstructuuronderdelen, georganiseerd door het centrum, toepasbaar zijn gesteld;
c) een doeltreffend beleid voeren om het rookverbod kenbaar te maken en te handhaven, controle uitoefenen op de naleving van het verbod en overtreders sancties opleggen, conform het eigen sanctiebeleid, vermeld in het centrum of arbeidsreglement;
d) samenwerkingsafspraken maken met een centrum voor leerlingenbege leiding;
e) een beleid voor leerlingenbegeleiding voeren.
De Vlaamse Regering kan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, verduidelijken en aanvullen.
De Vlaamse Regering kan, op voorstel van een college, de erkenning voor wat betreft de leertijd van een centrum geleidelijk en volledig of gedeeltelijk opheffen als niet meer wordt voldaan aan de erkenningsvoorwaarden als vermeld in dit artikel. Dat college wordt voor de helft samengesteld uit inspectieleden uit het onderwijs en voor de helft uit inspectieleden van het departement.
De Vlaamse Regering legt de aanvullende bepalingen vast over de werking en de organisatie van dat college, wijst de leden ervan aan en regelt de beroepsprocedure.
De Vlaamse Regering vraagt advies aan de raad van bestuur van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding over het voldoen van een centrum aan de erkenningsvoorwaarden die betrekking hebben op de leertijd.".
Art.56. Dans le même décret, est inséré dans la section 2, insérée par l'article 55, un article 26/2, ainsi rédigé :
" Art. 26/2. § 1er. Dans le présent article, on entend par :
1° centre reconnu : un centre de formation d'indépendants et des petites et moyennes entreprises qui est reconnu conformément aux conditions visées au paragraphe 5;
2° parcours d'entrepreneuriat : un parcours qui répond aux conditions visées au paragraphe 3;
3° parcours assigné : un parcours qui répond aux conditions visées au paragraphe 4.
§ 2. Le Gouvernement flamand peut octroyer une aide aux centres reconnus pour l'exécution de parcours d'entrepreneuriat et de parcours assignés aux conditions visées au présent décret et à ses arrêtés d'exécution.
§ 3. Le parcours d'entrepreneuriat, visé au paragraphe 2, est un service non économique d'intérêt général.
Le parcours d'entrepreneuriat remplit toutes les conditions suivantes :
1° le parcours mène à l'entrepreneuriat indépendant dans lequel une sortie comme collaborateur PME est possible;
2° le parcours répond à un besoin sur le marché;
3° le parcours est adapté à un profil de compétence professionnelle sectoriel, au profil générique d'entreprise ou à une autre réglementation dans laquelle sont reprises des exigences de compétence;
4° le parcours augmente les chances d'emploi durable et d'efficacité économique;
5° le parcours n'est pas offert par d'autres acteurs du marché privés ou l'accès est entravé par des barrières spécifiques qui entravent l'accès à la formation.
Les parcours d'entrepreneuriat ne sont mis en oeuvre que par les centres reconnus et peuvent comprendre l'apprentissage sur le lieu de travail.
Le Gouvernement flamand peut préciser et compléter les conditions visées aux alinéas 1er à 3 inclus.
§ 4. Le parcours assigné visé au paragraphe 2, est un service d'intérêt économique général auquel s'applique la directive 2006/123/CE du Parlement européen et du Conseil du 12 décembre 2006 relative aux services dans le marché intérieur.
Le parcours assigné a pour objectif de renforcer l'intégration des participants à l'esprit d'entreprise en leur offrant des formations ou en leur proposant des techniques pour améliorer leurs compétences entrepreneuriales.
Les trajets assignés peuvent être effectués par les centres reconnus, les organisations professionnelles et interprofessionnelles ou d'autres dispensateurs de formation privés ou publics.
Le Gouvernement flamand peut préciser et compléter les conditions visées aux alinéas 1er à 3 inclus.
§ 5. Un centre tel que visé au paragraphe 2 peut être reconnu pour dispenser l'apprentissage, les subdivisions structurelles de démarrage, les subdivisions structurelles duales et les parcours d'entrepreneuriat s'il répond à chacune des conditions suivantes :
1° le centre est établi sous la forme d'une association sans but lucratif conformément au Code des Sociétés et des Associations;
2° l'assemblée générale du centre est exclusivement accessible à toutes les organisations représentatives des classes moyennes, des travailleurs indépendants et des employeurs qui répondent aux conditions fixées par le Gouvernement flamand;
3° les statuts sont préalablement approuvés par le Gouvernement flamand conformément aux conditions fixées par le Gouvernement flamand;
4° le centre a pour objectif :
a) l'organisation de l'apprentissage, des subdivisions structurelles de démarrage, des subdivisions structurelles duales et des parcours d'entrepreneuriat;
b) l'encadrement pédagogique des apprenants qui suivent la formation organisée par le centre;
c) apporter au Gouvernement flamand et à l'Agence de l'Innovation et d'Entrepreneuriat sa collaboration pour certaines réalisations dans le domaine de la formation, de l'éducation et de l'accompagnement, y compris l'innovation et le développement (de produits);
d) la conclusion d'accords de coopération avec ou la participation dans les autres centres ou des tiers en vue du fonctionnement optimal d'un centre en soi ou des centres dans leur ensemble;
5° dans le cadre de l'apprentissage, des subdivisions structurelles de démarrage et des subdivisions structurelles duales, le centre est tenu de :
a) permettre le contrôle par l'inspection de l'enseignement;
b) répondre aux dispositions relatives à la structure et à l'organisation de l'enseignement qui sont rendues explicitement applicables par le Code de l'Enseignement secondaire, par la réglementation décrétale relative au système d'apprentissage et de travail et par la réglementation d'application, selon le cas, à l'apprentissage, aux subdivisions structurelles duales ou aux subdivisions structurelles de démarrage, organisées par le centre;
c) mener une politique efficace pour faire connaître et faire respecter l'interdiction de fumer, contrôler le respect de l'interdiction et infliger des sanctions aux contrevenants, conformément à la propre politique de sanctions, visée au règlement de centre ou de travail;
d) conclure des accords de coopération avec un centre d'encadrement des élèves;
e) mener une politique d'encadrement des élèves.
Le Gouvernement flamand peut préciser et compléter les conditions visées à l'alinéa 1er.
Le Gouvernement flamand peut, sur la proposition d'un collège, supprimer progressivement et totalement ou partiellement la reconnaissance en ce qui concerne l'apprentissage d'un centre s'il n'est plus satisfait aux conditions de reconnaissance visées au présent article. Ce collège est composé pour moitié de membres de l'inspection de l'enseignement et pour moitié de membres de l'inspection du département.
Le Gouvernement flamand arrête les dispositions complémentaires relatives au fonctionnement et à l'organisation de ce collège, en désigne les membres et règle la procédure de recours.
Le Gouvernement flamand demande l'avis du conseil d'administration de l'Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle concernant le respect par un centre des conditions de reconnaissance relatives à l'apprentissage. ".
" Art. 26/2. § 1er. Dans le présent article, on entend par :
1° centre reconnu : un centre de formation d'indépendants et des petites et moyennes entreprises qui est reconnu conformément aux conditions visées au paragraphe 5;
2° parcours d'entrepreneuriat : un parcours qui répond aux conditions visées au paragraphe 3;
3° parcours assigné : un parcours qui répond aux conditions visées au paragraphe 4.
§ 2. Le Gouvernement flamand peut octroyer une aide aux centres reconnus pour l'exécution de parcours d'entrepreneuriat et de parcours assignés aux conditions visées au présent décret et à ses arrêtés d'exécution.
§ 3. Le parcours d'entrepreneuriat, visé au paragraphe 2, est un service non économique d'intérêt général.
Le parcours d'entrepreneuriat remplit toutes les conditions suivantes :
1° le parcours mène à l'entrepreneuriat indépendant dans lequel une sortie comme collaborateur PME est possible;
2° le parcours répond à un besoin sur le marché;
3° le parcours est adapté à un profil de compétence professionnelle sectoriel, au profil générique d'entreprise ou à une autre réglementation dans laquelle sont reprises des exigences de compétence;
4° le parcours augmente les chances d'emploi durable et d'efficacité économique;
5° le parcours n'est pas offert par d'autres acteurs du marché privés ou l'accès est entravé par des barrières spécifiques qui entravent l'accès à la formation.
Les parcours d'entrepreneuriat ne sont mis en oeuvre que par les centres reconnus et peuvent comprendre l'apprentissage sur le lieu de travail.
Le Gouvernement flamand peut préciser et compléter les conditions visées aux alinéas 1er à 3 inclus.
§ 4. Le parcours assigné visé au paragraphe 2, est un service d'intérêt économique général auquel s'applique la directive 2006/123/CE du Parlement européen et du Conseil du 12 décembre 2006 relative aux services dans le marché intérieur.
Le parcours assigné a pour objectif de renforcer l'intégration des participants à l'esprit d'entreprise en leur offrant des formations ou en leur proposant des techniques pour améliorer leurs compétences entrepreneuriales.
Les trajets assignés peuvent être effectués par les centres reconnus, les organisations professionnelles et interprofessionnelles ou d'autres dispensateurs de formation privés ou publics.
Le Gouvernement flamand peut préciser et compléter les conditions visées aux alinéas 1er à 3 inclus.
§ 5. Un centre tel que visé au paragraphe 2 peut être reconnu pour dispenser l'apprentissage, les subdivisions structurelles de démarrage, les subdivisions structurelles duales et les parcours d'entrepreneuriat s'il répond à chacune des conditions suivantes :
1° le centre est établi sous la forme d'une association sans but lucratif conformément au Code des Sociétés et des Associations;
2° l'assemblée générale du centre est exclusivement accessible à toutes les organisations représentatives des classes moyennes, des travailleurs indépendants et des employeurs qui répondent aux conditions fixées par le Gouvernement flamand;
3° les statuts sont préalablement approuvés par le Gouvernement flamand conformément aux conditions fixées par le Gouvernement flamand;
4° le centre a pour objectif :
a) l'organisation de l'apprentissage, des subdivisions structurelles de démarrage, des subdivisions structurelles duales et des parcours d'entrepreneuriat;
b) l'encadrement pédagogique des apprenants qui suivent la formation organisée par le centre;
c) apporter au Gouvernement flamand et à l'Agence de l'Innovation et d'Entrepreneuriat sa collaboration pour certaines réalisations dans le domaine de la formation, de l'éducation et de l'accompagnement, y compris l'innovation et le développement (de produits);
d) la conclusion d'accords de coopération avec ou la participation dans les autres centres ou des tiers en vue du fonctionnement optimal d'un centre en soi ou des centres dans leur ensemble;
5° dans le cadre de l'apprentissage, des subdivisions structurelles de démarrage et des subdivisions structurelles duales, le centre est tenu de :
a) permettre le contrôle par l'inspection de l'enseignement;
b) répondre aux dispositions relatives à la structure et à l'organisation de l'enseignement qui sont rendues explicitement applicables par le Code de l'Enseignement secondaire, par la réglementation décrétale relative au système d'apprentissage et de travail et par la réglementation d'application, selon le cas, à l'apprentissage, aux subdivisions structurelles duales ou aux subdivisions structurelles de démarrage, organisées par le centre;
c) mener une politique efficace pour faire connaître et faire respecter l'interdiction de fumer, contrôler le respect de l'interdiction et infliger des sanctions aux contrevenants, conformément à la propre politique de sanctions, visée au règlement de centre ou de travail;
d) conclure des accords de coopération avec un centre d'encadrement des élèves;
e) mener une politique d'encadrement des élèves.
Le Gouvernement flamand peut préciser et compléter les conditions visées à l'alinéa 1er.
Le Gouvernement flamand peut, sur la proposition d'un collège, supprimer progressivement et totalement ou partiellement la reconnaissance en ce qui concerne l'apprentissage d'un centre s'il n'est plus satisfait aux conditions de reconnaissance visées au présent article. Ce collège est composé pour moitié de membres de l'inspection de l'enseignement et pour moitié de membres de l'inspection du département.
Le Gouvernement flamand arrête les dispositions complémentaires relatives au fonctionnement et à l'organisation de ce collège, en désigne les membres et règle la procédure de recours.
Le Gouvernement flamand demande l'avis du conseil d'administration de l'Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle concernant le respect par un centre des conditions de reconnaissance relatives à l'apprentissage. ".
Art.57. In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk 6/1, ingevoegd bij artikel 52, een afdeling 3 ingevoegd, die luidt als volgt:
"Afdeling 3. Steun".
"Afdeling 3. Steun".
Art.57. Dans le même décret, au chapitre 6/1, inséré par l'article 52, il est inséré une section 3, ainsi rédigée :
" Section 3. Aide ".
" Section 3. Aide ".
Art.58. In hetzelfde decreet wordt in afdeling 3, ingevoegd bij artikel 57, een artikel 26/3 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 26/3. De Vlaamse Regering bepaalt de vorm van de steun, vermeld in artikel 26/2, § 2.
Het steunbedrag is afhankelijk van de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt.".
"Art. 26/3. De Vlaamse Regering bepaalt de vorm van de steun, vermeld in artikel 26/2, § 2.
Het steunbedrag is afhankelijk van de voorwaarden die de Vlaamse Regering bepaalt.".
Art.58. Dans le même décret, il est inséré dans la section 3, insérée par l'article 57, un article 26/3, ainsi rédigé :
" Art. 26/3. Le Gouvernement flamand arrête la forme de l'aide visée à l'article 26/2, § 2.
Le montant d'aide est subordonné aux conditions fixées par le Gouvernement flamand. ".
" Art. 26/3. Le Gouvernement flamand arrête la forme de l'aide visée à l'article 26/2, § 2.
Le montant d'aide est subordonné aux conditions fixées par le Gouvernement flamand. ".
Art.59. In hetzelfde decreet wordt in hoofdstuk 6/1, ingevoegd bij artikel 52, een afdeling 4 ingevoegd, die luidt als volgt:
"Afdeling 4. Toezicht en sancties".
"Afdeling 4. Toezicht en sancties".
Art.59. Dans le même décret, au chapitre 6/1, inséré par l'article 52, il est inséré une section 4, ainsi rédigée :
" Section 4. Contrôle et sanctions ".
" Section 4. Contrôle et sanctions ".
Art.60. In hetzelfde decreet wordt in afdeling 4, ingevoegd bij artikel 59, een artikel 26/4 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 26/4. Het departement oefent het toezicht uit op de ondernemerschapstrajecten, vermeld in artikel 26/2, § 2.
De Vlaamse Regering bepaalt de verdere modaliteiten en verdere regels van het toezicht en de sancties.".
"Art. 26/4. Het departement oefent het toezicht uit op de ondernemerschapstrajecten, vermeld in artikel 26/2, § 2.
De Vlaamse Regering bepaalt de verdere modaliteiten en verdere regels van het toezicht en de sancties.".
Art.60. Dans le même décret, il est inséré dans la section 4, insérée par l'article 59, un article 26/4 ainsi rédigé :
" Art. 26/4. Le département exerce le contrôle des parcours d'entrepreneuriat, visés à l'article 26/2, § 2.
Le Gouvernement flamand arrête les modalités et les règles en matière du contrôle et des sanctions. ".
" Art. 26/4. Le département exerce le contrôle des parcours d'entrepreneuriat, visés à l'article 26/2, § 2.
Le Gouvernement flamand arrête les modalités et les règles en matière du contrôle et des sanctions. ".
Art.61. Aan artikel 38 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 20 maart 2015, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
Art.61. A l'article 38 du même décret, modifié par le décret du 20 mars 2015, il est ajouté un alinéa 4 ainsi rédigé :
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
Art.62. Aan artikel 39 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2015, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
Art.62. A l'article 39 du même décret, modifié par le décret du 18 décembre 2015, il est ajouté un alinéa 2 ainsi rédigé :
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
Art.63. Aan artikel 40 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
"Dit artikel is niet van toepassing op hoofdstuk 6/1.".
Art.63. A l'article 40 du même décret, modifié par le décret du 29 mars 2019, il est ajouté un alinéa 4 ainsi rédigé :
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
" Le présent article ne s'applique pas au chapitre 6/1. ".
HOOFDSTUK 10. - Wijzigingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie en inburgeringsbeleid
CHAPITRE 10. - Modifications du le décret du 7 juin 2013 relatif à la politique flamande d'intégration et d'insertion civique
Art.64. In artikel 2, eerste lid, 4°, c), van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie en inburgeringsbeleid, ingevoegd bij het decreet van 29 mei 2015, wordt de zinsnede "als vermeld in artikel 36 tot en met 38 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Ondernemingsvorming - Syntra Vlaanderen"" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 26/2 van het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid".
Art.64. A l'article 2, alinéa 1er, 4°, c), du décret du 7 juin 2013 relatif à la politique flamande d'intégration et d'intégration civique, inséré par le décret du 29 mai 2015, le membre de phrase " tel que visé aux articles 36 à 38 inclus du décret du 7 mai 2004 portant création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen " (Agence flamande pour la formation d'entrepreneurs - Syntra Flandre) " est remplacé par le membre de phrase " tel que visé à l'article 26/2 du décret du 16 mars 2012 relatif à la politique d'aide économique ".
Art.65. In artikel 46/3, eerste lid, 4°, b), van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 18 januari 2019, worden de woorden "Syntra Vlaanderen" vervangen door de woorden "Agentschap voor Innoveren en Ondernemen".
Art.65. A l'article 46/3, alinéa 1er, 4°, b), du même décret, inséré par le décret du 18 janvier 2019, les mots " Syntra Vlaanderen " sont remplacés par les mots " Agence de l'Innovation et de l'Entrepreneuriat ".
HOOFDSTUK 11. - Wijziging van het decreet van 20 november 2015 houdende diverse maatregelen inzake de herstructurering van het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie
CHAPITRE 11. - Modification du décret du 20 novembre 2015 portant diverses mesures relatives à la restructuration du domaine politique de l'Economie, des Sciences et de l'Innovation
Art.66. In artikel 2, eerste lid, 4°, van het decreet van 20 november 2015 houdende diverse maatregelen inzake de herstructurering van het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° het woord "Hermesfonds" wordt vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen";
2° de woorden "de rechtspersoon Fonds voor het Flankerend Economisch Beleid" worden vervangen door de woorden "het fonds".
1° het woord "Hermesfonds" wordt vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen";
2° de woorden "de rechtspersoon Fonds voor het Flankerend Economisch Beleid" worden vervangen door de woorden "het fonds".
Art.66. A l'article 2, alinéa 1er, 4°, du décret du 20 novembre 2015 portant diverses mesures relatives à la restructuration du domaine politique de l'Economie, des Sciences et de l'Innovation, les modifications suivantes sont apportées :
1° les mots " " Hermesfonds " (Fonds Hermès) " sont remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ";
2° les mots " personne morale " Fonds voor het Flankerend Economisch Beleid " (Fonds pour la politique d'encadrement économique) " sont remplacés par les mots " le Fonds ".
1° les mots " " Hermesfonds " (Fonds Hermès) " sont remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ";
2° les mots " personne morale " Fonds voor het Flankerend Economisch Beleid " (Fonds pour la politique d'encadrement économique) " sont remplacés par les mots " le Fonds ".
Art.67. In artikel 4 van hetzelfde decreet wordt het woord "Hermesfonds" vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen".
Art.67. A l'article 4 du même décret, le mot " Hermesfonds " est remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ".
Art.68. In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt het woord "Hermesfonds" vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen".
Art.68. A l'article 6, alinéa 1er, du même décret, le mot " Hermesfonds " est remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ".
Art.69. In artikel 30, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt het woord "Hermesfonds" vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen".
Art.69. A l'article 30, alinéa 1er, du même décret, le mot " Hermesfonds " est remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ".
Art.70. In artikel 32 van hetzelfde decreet wordt het woord "Hermesfonds" telkens vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen".
Art.70. A l'article 32 du même le décret le mot " Hermesfonds " est remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ".
HOOFDSTUK 12. - Wijzigingen van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen
CHAPITRE 12. - Modifications du décret du 10 juin 2016 réglant certains aspects des formations en alternance
Art.71. In artikel 2 van het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen, gewijzigd bij de decreten van 30 maart 2018 en 30 november 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt:
"1° Agentschap voor Onderwijsdiensten: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Onderwijsdiensten;";
2° er worden een punt 2° bis en 2° ter ingevoegd, die luiden als volgt:
"2° bis Departement Onderwijs en Vorming: het departement, vermeld in artikel 22, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
2° ter Departement Werk en Sociale Economie: het departement, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;";
3° punt 7° wordt vervangen door wat volgt:
"7° sectoraal partnerschap: het orgaan, vermeld in artikel 2sexies;";
4° punt 10° wordt vervangen door wat volgt:
"10° Vlaams Partnerschap Duaal Leren: het orgaan, vermeld in artikel 2bis;";
5° er wordt een punt 10° bis ingevoegd, dat luidt als volgt:
"10° bis Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding: het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";".
1° punt 1° wordt vervangen door wat volgt:
"1° Agentschap voor Onderwijsdiensten: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Onderwijsdiensten;";
2° er worden een punt 2° bis en 2° ter ingevoegd, die luiden als volgt:
"2° bis Departement Onderwijs en Vorming: het departement, vermeld in artikel 22, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;
2° ter Departement Werk en Sociale Economie: het departement, vermeld in artikel 25, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;";
3° punt 7° wordt vervangen door wat volgt:
"7° sectoraal partnerschap: het orgaan, vermeld in artikel 2sexies;";
4° punt 10° wordt vervangen door wat volgt:
"10° Vlaams Partnerschap Duaal Leren: het orgaan, vermeld in artikel 2bis;";
5° er wordt een punt 10° bis ingevoegd, dat luidt als volgt:
"10° bis Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding: het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";".
Art.71. A l'article 2, du décret du 10 juin 2016 réglant certains aspects des formations en alternance, modifié par les décrets des 30 mars 2018 et 30 novembre 2018, les modifications suivantes sont apportées :
1° le point 1° est remplacé par ce qui suit :
" 1° Agence de Services d'Enseignement : l'agence autonomisée interne sans personnalité juridique, créée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 septembre 2005 portant création de l'agence autonomisée interne " Agence de Services d'Enseignement "; ";
2° il est inséré des points 2° bis et 2° ter ainsi rédigés :
" 2° bis Département de l'Enseignement et de la Formation : le département visé à l'article 22, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande;
2° ter Département de l'Emploi et de l'Economie sociale : le département visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande; ";
3° le point 7° est remplacé par ce qui suit :
" 7° partenariat sectoriel : l'organe visé à l'article 2sexies; ";
4° le point 10° est remplacé par ce qui suit :
" 10° Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual : l'organe visé à l'article 2bis; ";
5° il est ajouté un point 10° bis ainsi rédigé :
" 10° bis Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle : l'Agence autonomisée externe de droit public dotée de la personnalité juridique, créée par le décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle "; ".
1° le point 1° est remplacé par ce qui suit :
" 1° Agence de Services d'Enseignement : l'agence autonomisée interne sans personnalité juridique, créée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 septembre 2005 portant création de l'agence autonomisée interne " Agence de Services d'Enseignement "; ";
2° il est inséré des points 2° bis et 2° ter ainsi rédigés :
" 2° bis Département de l'Enseignement et de la Formation : le département visé à l'article 22, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande;
2° ter Département de l'Emploi et de l'Economie sociale : le département visé à l'article 25, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande; ";
3° le point 7° est remplacé par ce qui suit :
" 7° partenariat sectoriel : l'organe visé à l'article 2sexies; ";
4° le point 10° est remplacé par ce qui suit :
" 10° Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual : l'organe visé à l'article 2bis; ";
5° il est ajouté un point 10° bis ainsi rédigé :
" 10° bis Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle : l'Agence autonomisée externe de droit public dotée de la personnalité juridique, créée par le décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence autonomisée externe de droit public " Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle "; ".
Art.72. In hoofdstuk 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 30 maart 2018 en 5 april 2019, wordt een artikel 2bis ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 2bis. § 1. De Vlaamse Regering richt een Vlaams Partnerschap Duaal Leren op.
§ 2. Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren is samengesteld uit de volgende leden:
1° een voorzitter;
2° vier effectieve en vier plaatsvervangende leden, voorgedragen door de representatieve middenstands-, zelfstandigen- en werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
3° vier effectieve en vier plaatsvervangende leden, voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal- Economische Raad van Vlaanderen;
4° een vertegenwoordiger van het Gemeenschapsonderwijs;
5° een vertegenwoordiger van elke representatieve vereniging van schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs;
6° een vertegenwoordiger van de erkende centra voor de vorming van zelfstandigen en kmo;
7° een vertegenwoordiger van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
8° een vertegenwoordiger van het Agentschap voor Onderwijsdiensten;
9° een vertegenwoordiger van het Departement Onderwijs en Vorming;
10° een vertegenwoordiger van het Departement Werk en Sociale Economie;
11° een vertegenwoordiger van het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties & Studietoelagen.
In het eerste lid wordt onder het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties & Studietoelagen verstaan: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen.
Het secretariaat wordt opgenomen door het Departement Werk en Sociale Economie en het Departement Onderwijs en Vorming.
De Vlaamse Regering regelt op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor het werk, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, de werking van het secretariaat.
De instanties, vermeld in het eerste lid, 4° tot en met 11°, duiden een effectieve en een plaatsvervangende vertegenwoordiger aan.
Met uitzondering van de voorzitter hebben alle leden, vermeld in het eerste lid, stemrecht.
§ 3. Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren heeft de volgende opdrachten:
1° een onderneming erkennen of een erkenning opheffen;
2° een onderneming uitsluiten;
3° de uitvoering van de overeenkomst tot uitvoering van een alternerende opleiding wat betreft de opleiding op de werkplek controleren;
4° een jaarlijks monitoringsrapport opmaken over de stand van zaken van het duaal leren in Vlaanderen;
5° de nodige acties nemen om de ondernemingen te informeren over het duaal leren in Vlaanderen;
6° ondernemingen ondersteunen en mobiliseren om het aanbod aan werkplekken kwantitatief en kwalitatief te versterken;
7° advies verlenen over materies die het duaal leren aanbelangen.
Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren kan de uitvoering van de opdrachten, vermeld in het eerste lid, toevertrouwen aan een door de Vlaamse Regering aangewezen dienst. De Vlaamse Regering legt de nadere regels voor die opdrachtbepaling vast.
§ 4. Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren stelt een huishoudelijk reglement op dat minstens de volgende inhoud heeft:
1° de regels voor de bijeenroeping van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren;
2° de regels voor het voorzitterschap van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bij afwezigheid van de voorzitter;
3° de regels voor de samenwerking tussen het Vlaams Partnerschap Duaal Leren en de sectorale partnerschappen;
4° de regels die het Vlaams Partnerschap Duaal Leren in acht moet nemen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden;
5° de regels voor het uitnodigen van experten voor de toelichting van bepaalde agendapunten.
Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren legt zijn huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering, die binnen dertig dagen nadat ze het huishoudelijk reglement heeft ontvangen, beslist om het huishoudelijk reglement al of niet goed te keuren.
Als de Vlaamse Regering beslist het huishoudelijk reglement van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren niet goed te keuren, verricht het Vlaams Partnerschap Duaal Leren de nodige aanpassingen en legt het huishoudelijk reglement opnieuw ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering beslist binnen veertien dagen nadat ze het huishoudelijk reglement heeft ontvangen, om het huishoudelijk reglement al of niet goed te keuren.
De procedure bepaald in het tweede en derde lid is ook van toepassing als het huishoudelijk reglement wordt gewijzigd.".
"Art. 2bis. § 1. De Vlaamse Regering richt een Vlaams Partnerschap Duaal Leren op.
§ 2. Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren is samengesteld uit de volgende leden:
1° een voorzitter;
2° vier effectieve en vier plaatsvervangende leden, voorgedragen door de representatieve middenstands-, zelfstandigen- en werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
3° vier effectieve en vier plaatsvervangende leden, voorgedragen door de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal- Economische Raad van Vlaanderen;
4° een vertegenwoordiger van het Gemeenschapsonderwijs;
5° een vertegenwoordiger van elke representatieve vereniging van schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs;
6° een vertegenwoordiger van de erkende centra voor de vorming van zelfstandigen en kmo;
7° een vertegenwoordiger van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
8° een vertegenwoordiger van het Agentschap voor Onderwijsdiensten;
9° een vertegenwoordiger van het Departement Onderwijs en Vorming;
10° een vertegenwoordiger van het Departement Werk en Sociale Economie;
11° een vertegenwoordiger van het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties & Studietoelagen.
In het eerste lid wordt onder het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties & Studietoelagen verstaan: het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen.
Het secretariaat wordt opgenomen door het Departement Werk en Sociale Economie en het Departement Onderwijs en Vorming.
De Vlaamse Regering regelt op voorstel van de Vlaamse minister, bevoegd voor het werk, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, de werking van het secretariaat.
De instanties, vermeld in het eerste lid, 4° tot en met 11°, duiden een effectieve en een plaatsvervangende vertegenwoordiger aan.
Met uitzondering van de voorzitter hebben alle leden, vermeld in het eerste lid, stemrecht.
§ 3. Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren heeft de volgende opdrachten:
1° een onderneming erkennen of een erkenning opheffen;
2° een onderneming uitsluiten;
3° de uitvoering van de overeenkomst tot uitvoering van een alternerende opleiding wat betreft de opleiding op de werkplek controleren;
4° een jaarlijks monitoringsrapport opmaken over de stand van zaken van het duaal leren in Vlaanderen;
5° de nodige acties nemen om de ondernemingen te informeren over het duaal leren in Vlaanderen;
6° ondernemingen ondersteunen en mobiliseren om het aanbod aan werkplekken kwantitatief en kwalitatief te versterken;
7° advies verlenen over materies die het duaal leren aanbelangen.
Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren kan de uitvoering van de opdrachten, vermeld in het eerste lid, toevertrouwen aan een door de Vlaamse Regering aangewezen dienst. De Vlaamse Regering legt de nadere regels voor die opdrachtbepaling vast.
§ 4. Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren stelt een huishoudelijk reglement op dat minstens de volgende inhoud heeft:
1° de regels voor de bijeenroeping van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren;
2° de regels voor het voorzitterschap van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bij afwezigheid van de voorzitter;
3° de regels voor de samenwerking tussen het Vlaams Partnerschap Duaal Leren en de sectorale partnerschappen;
4° de regels die het Vlaams Partnerschap Duaal Leren in acht moet nemen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden;
5° de regels voor het uitnodigen van experten voor de toelichting van bepaalde agendapunten.
Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren legt zijn huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering, die binnen dertig dagen nadat ze het huishoudelijk reglement heeft ontvangen, beslist om het huishoudelijk reglement al of niet goed te keuren.
Als de Vlaamse Regering beslist het huishoudelijk reglement van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren niet goed te keuren, verricht het Vlaams Partnerschap Duaal Leren de nodige aanpassingen en legt het huishoudelijk reglement opnieuw ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering beslist binnen veertien dagen nadat ze het huishoudelijk reglement heeft ontvangen, om het huishoudelijk reglement al of niet goed te keuren.
De procedure bepaald in het tweede en derde lid is ook van toepassing als het huishoudelijk reglement wordt gewijzigd.".
Art.72. Au chapitre 2 du même décret, modifié par les décrets des 30 mars 2018 et 5 avril 2019, il est inséré un article 2bis, ainsi rédigé :
" Art. 2bis. § 1. Le Gouvernement flamand établit un Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage Dual.
§ 2. Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual se compose des membres suivants :
1° un président;
2° quatre membres effectifs et quatre membres suppléants, présentés par les organisations représentatives des classes moyennes, des travailleurs indépendants et des employeurs représentées au Conseil socio-économique de la Flandre;
3° quatre membres effectifs et quatre membres suppléants, présentés par les organisations représentatives des travailleurs représentées au Conseil socio-économique de la Flandre;
4° un représentant de l'Enseignement communautaire;
5° un représentant de chaque association représentative d'autorités scolaires de l'enseignement subventionné;
6° un représentant des centres de formation agréés des indépendants et des petites et moyennes entreprises;
7° un représentant de l'Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle;
8° un représentant de l'Agence de Services d'Enseignement;
9° un représentant du Département de l'Enseignement et de la Formation;
10° un représentant du Département de l'Emploi et de l'Economie sociale;
11° un représentant de l'Agence de l'Enseignement supérieur, de l'Education des Adultes, des Qualifications et des Allocations d'Etudes.
Dans l'alinéa 1er, il est entendu par l'Agence de l'Enseignement supérieur, de l'Education des Adultes, des Qualifications et des Allocations d'Etudes : l'agence autonomisée interne sans personnalité juridique établie par l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009 portant création de l'Agence autonomisée interne Agence de l'Enseignement supérieur, l'Education des Adultes, des Qualifications et des Allocations d'Etudes.
Le secrétariat est assuré par le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale et du Département de l'Enseignement et de la Formation.
Le Gouvernement flamand règle, sur la proposition du Ministre flamand ayant l'emploi dans ses attributions et du Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions, le fonctionnement du secrétariat.
Les instances visées à l'alinéa 1er, 4° à 11° inclus, désignent un représentant effectif et un représentant suppléant.
A l'exception du président, tous les membres visés à l'alinéa 1er, ont droit de vote.
§ 3. Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage Dual a les missions suivantes :
1° reconnaître une entreprise ou supprimer la reconnaissance;
2° exclure une entreprise;
3° contrôler l'exécution de la convention relative à la mise en oeuvre d'une formation en alternance en matière de formation sur le lieu de travail;
4° établir un rapport de suivi annuel sur l'état d'avancement de l'apprentissage dual en Flandre;
5° prendre les actions nécessaires pour informer les entreprises sur l'apprentissage dual en Flandre;
6° soutenir et mobiliser les entreprises afin de renforcer l'offre de lieux de travail sur les plans quantitatif et qualitatif;
7° donner des avis sur des matières qui concernent l'apprentissage dual.
Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual peut confier la mise en oeuvre des missions visées à l'alinéa 1er, à un service désigné par le Gouvernement flamand. Le Gouvernement flamand arrête les modalités de cette détermination de mission.
§ 4. Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual établit un règlement d'ordre intérieur qui contient au moins les éléments suivants :
1° les règles de convocation du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual;
2° les règles pour la présidence du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual en cas d'absence du président;
3° les règles pour la collaboration entre le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual et let partenariats sectoriels;
4° les règles que le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual doit respecter lors de l'exercice de ses compétences;
5° les règles d'invitation d'experts pour l'explication de certains points à l'ordre du jour.
Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual soumet son règlement d'ordre intérieur à l'approbation du Gouvernement flamand qui décide, dans les trente jours de la réception du règlement d'ordre intérieur, d'approuver ou non le règlement d'ordre intérieur.
Si le Gouvernement flamand décide de ne pas approuver le règlement d'ordre intérieur du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual, ce dernier effectue les adaptations nécessaires et soumet à nouveau le règlement d'ordre intérieur à l'approbation du Gouvernement flamand. Dans les quatorze jours de la réception du règlement d'ordre intérieur, le Gouvernement flamand décide d'approuver ou non le règlement d'ordre intérieur.
La procédure prévue aux alinéas 2 et 3 s'applique également en cas de modification du règlement d'ordre intérieur. ".
" Art. 2bis. § 1. Le Gouvernement flamand établit un Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage Dual.
§ 2. Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual se compose des membres suivants :
1° un président;
2° quatre membres effectifs et quatre membres suppléants, présentés par les organisations représentatives des classes moyennes, des travailleurs indépendants et des employeurs représentées au Conseil socio-économique de la Flandre;
3° quatre membres effectifs et quatre membres suppléants, présentés par les organisations représentatives des travailleurs représentées au Conseil socio-économique de la Flandre;
4° un représentant de l'Enseignement communautaire;
5° un représentant de chaque association représentative d'autorités scolaires de l'enseignement subventionné;
6° un représentant des centres de formation agréés des indépendants et des petites et moyennes entreprises;
7° un représentant de l'Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle;
8° un représentant de l'Agence de Services d'Enseignement;
9° un représentant du Département de l'Enseignement et de la Formation;
10° un représentant du Département de l'Emploi et de l'Economie sociale;
11° un représentant de l'Agence de l'Enseignement supérieur, de l'Education des Adultes, des Qualifications et des Allocations d'Etudes.
Dans l'alinéa 1er, il est entendu par l'Agence de l'Enseignement supérieur, de l'Education des Adultes, des Qualifications et des Allocations d'Etudes : l'agence autonomisée interne sans personnalité juridique établie par l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009 portant création de l'Agence autonomisée interne Agence de l'Enseignement supérieur, l'Education des Adultes, des Qualifications et des Allocations d'Etudes.
Le secrétariat est assuré par le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale et du Département de l'Enseignement et de la Formation.
Le Gouvernement flamand règle, sur la proposition du Ministre flamand ayant l'emploi dans ses attributions et du Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions, le fonctionnement du secrétariat.
Les instances visées à l'alinéa 1er, 4° à 11° inclus, désignent un représentant effectif et un représentant suppléant.
A l'exception du président, tous les membres visés à l'alinéa 1er, ont droit de vote.
§ 3. Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage Dual a les missions suivantes :
1° reconnaître une entreprise ou supprimer la reconnaissance;
2° exclure une entreprise;
3° contrôler l'exécution de la convention relative à la mise en oeuvre d'une formation en alternance en matière de formation sur le lieu de travail;
4° établir un rapport de suivi annuel sur l'état d'avancement de l'apprentissage dual en Flandre;
5° prendre les actions nécessaires pour informer les entreprises sur l'apprentissage dual en Flandre;
6° soutenir et mobiliser les entreprises afin de renforcer l'offre de lieux de travail sur les plans quantitatif et qualitatif;
7° donner des avis sur des matières qui concernent l'apprentissage dual.
Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual peut confier la mise en oeuvre des missions visées à l'alinéa 1er, à un service désigné par le Gouvernement flamand. Le Gouvernement flamand arrête les modalités de cette détermination de mission.
§ 4. Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual établit un règlement d'ordre intérieur qui contient au moins les éléments suivants :
1° les règles de convocation du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual;
2° les règles pour la présidence du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual en cas d'absence du président;
3° les règles pour la collaboration entre le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual et let partenariats sectoriels;
4° les règles que le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual doit respecter lors de l'exercice de ses compétences;
5° les règles d'invitation d'experts pour l'explication de certains points à l'ordre du jour.
Le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual soumet son règlement d'ordre intérieur à l'approbation du Gouvernement flamand qui décide, dans les trente jours de la réception du règlement d'ordre intérieur, d'approuver ou non le règlement d'ordre intérieur.
Si le Gouvernement flamand décide de ne pas approuver le règlement d'ordre intérieur du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual, ce dernier effectue les adaptations nécessaires et soumet à nouveau le règlement d'ordre intérieur à l'approbation du Gouvernement flamand. Dans les quatorze jours de la réception du règlement d'ordre intérieur, le Gouvernement flamand décide d'approuver ou non le règlement d'ordre intérieur.
La procédure prévue aux alinéas 2 et 3 s'applique également en cas de modification du règlement d'ordre intérieur. ".
Art.73. In hoofdstuk 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 30 maart 2018 en 5 april 2019, wordt een artikel 2ter ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 2ter. Op voordracht van de stemgerechtigde leden van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren benoemt de Vlaamse Regering de voorzitter van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren.".
"Art. 2ter. Op voordracht van de stemgerechtigde leden van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren benoemt de Vlaamse Regering de voorzitter van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren.".
Art.73. Au chapitre 2 du même décret, modifié par les décrets des 30 mars 2018 et 5 avril 2019, il est inséré un article 2ter, ainsi rédigé :
" Art. 2ter. Sur la proposition des membres ayant voix délibérative du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual, le Gouvernement flamand nomme le président du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual. ".
" Art. 2ter. Sur la proposition des membres ayant voix délibérative du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual, le Gouvernement flamand nomme le président du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual. ".
Art.74. In hoofdstuk 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 30 maart 2018 en 5 april 2019, wordt een artikel 2quater ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 2quater. De Vlaamse Regering stelt de voorzitter en de leden van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren, vermeld in artikel 2bis, § 2, eerste lid, 2° en 3°, aan voor een hernieuwbare periode van vijf jaar.
Als in de loop van de termijn, vermeld in het eerste lid, een mandaat vrijkomt, stelt de Vlaamse Regering, op voordracht van de organisatie in kwestie, een nieuwe mandataris aan die het mandaat overneemt voor de nog resterende looptijd ervan.".
"Art. 2quater. De Vlaamse Regering stelt de voorzitter en de leden van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren, vermeld in artikel 2bis, § 2, eerste lid, 2° en 3°, aan voor een hernieuwbare periode van vijf jaar.
Als in de loop van de termijn, vermeld in het eerste lid, een mandaat vrijkomt, stelt de Vlaamse Regering, op voordracht van de organisatie in kwestie, een nieuwe mandataris aan die het mandaat overneemt voor de nog resterende looptijd ervan.".
Art.74. Au chapitre 2 du même décret, modifié par les décrets des 30 mars 2018 et 5 avril 2019, il est inséré un article 2quater, ainsi rédigé :
" Art. 2quater. Le Gouvernement flamand désigne le président et les membres du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual visés à l'article 2bis, § 2, 1er alinéa, 2° et 3°, pour une période renouvelable de cinq ans.
Si, dans le courant du délai, visé à l'alinéa 1er, un mandat est libéré, le Gouvernement flamand désigne, sur la proposition de l'organisation en question, un nouveau mandataire qui reprend le mandat pour la durée restante de celui-ci. ".
" Art. 2quater. Le Gouvernement flamand désigne le président et les membres du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual visés à l'article 2bis, § 2, 1er alinéa, 2° et 3°, pour une période renouvelable de cinq ans.
Si, dans le courant du délai, visé à l'alinéa 1er, un mandat est libéré, le Gouvernement flamand désigne, sur la proposition de l'organisation en question, un nouveau mandataire qui reprend le mandat pour la durée restante de celui-ci. ".
Art.75. In hoofdstuk 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 30 maart 2018 en 5 april 2019, wordt een artikel 2quinquies ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 2quinquies. De Vlaamse Regering kan een vergoeding toekennen aan de leden van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren.".
"Art. 2quinquies. De Vlaamse Regering kan een vergoeding toekennen aan de leden van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren.".
Art.75. Au chapitre 2 du même décret, modifié par les décrets des 30 mars 2018 et 5 avril 2019, il est inséré un article 2quinquies, ainsi rédigé :
" Art. 2quinquies. Le Gouvernement flamand peut octroyer une indemnité aux membres du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual. ".
" Art. 2quinquies. Le Gouvernement flamand peut octroyer une indemnité aux membres du Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual. ".
Art.76. In hoofdstuk 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 30 maart 2018 en 5 april 2019, wordt een artikel 2sexies ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 2sexies. Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren kan voor de uitvoering van zijn opdrachten met betrekking tot de overeenkomsten tot uitvoering van de alternerende opleiding een samenwerkingsakkoord sluiten met een sectoraal partnerschap. Het samenwerkingsakkoord bepaalt de opdrachten van het sectoraal partnerschap.
Het sectoraal partnerschap is samengesteld uit de volgende leden:
1° minstens drie vertegenwoordigers van de representatieve middenstands-, zelfstandigenen werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
2° minstens drie vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
3° een vertegenwoordiger van het Gemeenschapsonderwijs;
4° een vertegenwoordiger van elke representatieve vereniging van schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs;
5° een vertegenwoordiger van de erkende centra voor de vorming van zelfstandigen en kmo;
6° een vertegenwoordiger van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
7° een vertegenwoordiger van het Departement Onderwijs en Vorming;
8° een vertegenwoordiger van het Departement Werk en Sociale Economie;
9° een secretaris, personeelslid van het Departement Werk en Sociale Economie.
In afwijking van het tweede lid, 1° en 2°, wordt het sectoraal partnerschap in sectoren zonder representatieve werkgevers en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, samengesteld uit minstens drie vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties en minstens drie vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de raad van bestuur van het sectorfonds van de betrokken sector.
De instanties, vermeld in het tweede lid, duiden hun effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordiger(s) aan.
De leden, vermeld in het tweede lid, kiezen onder elkaar een voorzitter en een ondervoorzitter, die niet tot dezelfde geleding behoren.
Met uitzondering van de secretaris hebben alle leden stemrecht.
Als het samenwerkingsakkoord met het Vlaams Partnerschap Duaal Leren ook de bevoegdheden, vermeld in artikel 2bis, § 3, eerste lid, 1°, 2° en 3°, omvat, hebben, in afwijking van het zesde lid, voor die bevoegdheden alleen de leden, vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, stemrecht.
Het sectoraal partnerschap stelt een huishoudelijk reglement op.".
"Art. 2sexies. Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren kan voor de uitvoering van zijn opdrachten met betrekking tot de overeenkomsten tot uitvoering van de alternerende opleiding een samenwerkingsakkoord sluiten met een sectoraal partnerschap. Het samenwerkingsakkoord bepaalt de opdrachten van het sectoraal partnerschap.
Het sectoraal partnerschap is samengesteld uit de volgende leden:
1° minstens drie vertegenwoordigers van de representatieve middenstands-, zelfstandigenen werkgeversorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
2° minstens drie vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;
3° een vertegenwoordiger van het Gemeenschapsonderwijs;
4° een vertegenwoordiger van elke representatieve vereniging van schoolbesturen van het gesubsidieerd onderwijs;
5° een vertegenwoordiger van de erkende centra voor de vorming van zelfstandigen en kmo;
6° een vertegenwoordiger van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
7° een vertegenwoordiger van het Departement Onderwijs en Vorming;
8° een vertegenwoordiger van het Departement Werk en Sociale Economie;
9° een secretaris, personeelslid van het Departement Werk en Sociale Economie.
In afwijking van het tweede lid, 1° en 2°, wordt het sectoraal partnerschap in sectoren zonder representatieve werkgevers en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, samengesteld uit minstens drie vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties en minstens drie vertegenwoordigers van de werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de raad van bestuur van het sectorfonds van de betrokken sector.
De instanties, vermeld in het tweede lid, duiden hun effectieve en plaatsvervangende vertegenwoordiger(s) aan.
De leden, vermeld in het tweede lid, kiezen onder elkaar een voorzitter en een ondervoorzitter, die niet tot dezelfde geleding behoren.
Met uitzondering van de secretaris hebben alle leden stemrecht.
Als het samenwerkingsakkoord met het Vlaams Partnerschap Duaal Leren ook de bevoegdheden, vermeld in artikel 2bis, § 3, eerste lid, 1°, 2° en 3°, omvat, hebben, in afwijking van het zesde lid, voor die bevoegdheden alleen de leden, vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, stemrecht.
Het sectoraal partnerschap stelt een huishoudelijk reglement op.".
Art.76. Au chapitre 2 du même décret, modifié par les décrets des 30 mars 2018 et 5 avril 2019, il est inséré un article 2sexies, ainsi rédigé :
" Art. 2sexies. Pour l'accomplissement de ses missions relatives aux contrats d'exécution de la formation en alternance, le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual peut conclure un accord de coopération avec un partenariat sectoriel. L'accord de coopération définit les missions du partenariat sectoriel.
Le partenariat sectoriel est composé des membres suivants :
1° au moins trois représentants des organisations représentatives des classes moyennes, des travailleurs indépendants et des employeurs représentées au Conseil socio-économique de la Flandre;
2° au moins trois représentants des organisations représentatives des employeurs représentées au Conseil socio-économique de la Flandre;
3° un représentant de l'Enseignement communautaire;
4° un représentant de chaque association représentative d'autorités scolaires de l'enseignement subventionné;
5° un représentant des centres de formation agréés des indépendants et des petites et moyennes entreprises;
6° un représentant de l'Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle;
7° un représentant du Département de l'Enseignement et de la Formation;
8° un représentant du Département de l'Emploi et de l'Economie sociale;
9° un secrétaire, membre du personnel du Département de l'Emploi et de l'Economie sociale.
Par dérogation à l'alinéa 2, 1° et 2°, le partenariat sectoriel dans des secteurs sans organisations représentatives des employeurs et des travailleurs est représenté au sein du Conseil socio-économique de la Flandre, composé d'au moins trois représentants des organisations des employeurs et d'au moins trois représentants des organisations des travailleurs représentées au sein du conseil d'administration du fonds sectoriel du secteur concerné.
Les instances visées à l'alinéa 2, désignent leur(s) représentant(s) effectif(s) et suppléant(s).
Les membres visés à l'alinéa 2, élisent entre eux un président et un vice-président, qui n'appartiennent pas à la même catégorie.
A l'exception du secrétaire, tous les membres ont le droit de vote.
Par dérogation à l'alinéa 6, lorsque l'accord de coopération avec le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual comprend également les compétences, visées à l'article 2bis, § 3, alinéa 1er, 1°, 2° et 3°, seuls les membres visés à l'alinéa 2, 1° et 2°, ont droit de vote pour ces compétences.
Le partenariat sectoriel établit un règlement d'ordre intérieur. ".
" Art. 2sexies. Pour l'accomplissement de ses missions relatives aux contrats d'exécution de la formation en alternance, le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual peut conclure un accord de coopération avec un partenariat sectoriel. L'accord de coopération définit les missions du partenariat sectoriel.
Le partenariat sectoriel est composé des membres suivants :
1° au moins trois représentants des organisations représentatives des classes moyennes, des travailleurs indépendants et des employeurs représentées au Conseil socio-économique de la Flandre;
2° au moins trois représentants des organisations représentatives des employeurs représentées au Conseil socio-économique de la Flandre;
3° un représentant de l'Enseignement communautaire;
4° un représentant de chaque association représentative d'autorités scolaires de l'enseignement subventionné;
5° un représentant des centres de formation agréés des indépendants et des petites et moyennes entreprises;
6° un représentant de l'Office flamand de l'Emploi et de la Formation professionnelle;
7° un représentant du Département de l'Enseignement et de la Formation;
8° un représentant du Département de l'Emploi et de l'Economie sociale;
9° un secrétaire, membre du personnel du Département de l'Emploi et de l'Economie sociale.
Par dérogation à l'alinéa 2, 1° et 2°, le partenariat sectoriel dans des secteurs sans organisations représentatives des employeurs et des travailleurs est représenté au sein du Conseil socio-économique de la Flandre, composé d'au moins trois représentants des organisations des employeurs et d'au moins trois représentants des organisations des travailleurs représentées au sein du conseil d'administration du fonds sectoriel du secteur concerné.
Les instances visées à l'alinéa 2, désignent leur(s) représentant(s) effectif(s) et suppléant(s).
Les membres visés à l'alinéa 2, élisent entre eux un président et un vice-président, qui n'appartiennent pas à la même catégorie.
A l'exception du secrétaire, tous les membres ont le droit de vote.
Par dérogation à l'alinéa 6, lorsque l'accord de coopération avec le Partenariat flamand relatif à l'Apprentissage dual comprend également les compétences, visées à l'article 2bis, § 3, alinéa 1er, 1°, 2° et 3°, seuls les membres visés à l'alinéa 2, 1° et 2°, ont droit de vote pour ces compétences.
Le partenariat sectoriel établit un règlement d'ordre intérieur. ".
Art.77. Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.77. L'article 8 du même décret est abrogé.
Art.78. In artikel 30, eerste en tweede lid, van hetzelfde decreet wordt het woord "agentschap" vervangen door de woorden "Departement Werk en Sociale Economie".
Art.78. A l'article 30, alinéas 1er et 2, du même décret, les mots " l'agence " sont remplacés par les mots " le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale ".
HOOFDSTUK 13. - Wijziging van het decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid
CHAPITRE 13. - Modification du décret du 15 juillet 2016 relatif à la politique d'implantation commerciale intégrale
Art.79. In artikel 21, § 1, van het decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, gewijzigd bij het decreet van 27 oktober 2017, wordt het woord "Hermesfonds" vervangen door de woorden "Fonds voor Innoveren en Ondernemen".
Art.79. A l'article 21, § 1er, du décret du 15 juillet 2016 relatif à la politique d'implantation commerciale intégrale, modifié par le décret du 27 octobre 2017, les mots " Fonds Hermès " sont chaque fois remplacé par les mots " Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat ".
HOOFDSTUK 14. - Wijziging van het Bestuursdecreet van 7 december 2018
CHAPITRE 14. - Modification du décret de gouvernance du 7 décembre 2018
Art.80. In artikel I.3, 4°, van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 wordt punt a) vervangen door wat volgt:
"a) het Fonds voor Innoveren en Ondernemen;".
"a) het Fonds voor Innoveren en Ondernemen;".
Art.80. A l'article I.3, 4°, du décret de gouvernance du 7 décembre 2018, le point a) est remplacé par ce qui suit :
" a) le Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat; ".
" a) le Fonds pour l'Innovation et l'Entrepreneuriat; ".
HOOFDSTUK 15. - Slotbepalingen
CHAPITRE 15. - Dispositions finales
Art.81. Het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen", het laatst gewijzigd bij het decreet van 29 maart 2019, wordt opgeheven.
Art.81. Le décret du 7 mai 2004 portant création de l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen ", modifié en dernier lieu par le décret du 29 mars 2019, est abrogé.
Art. 82. De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit decreet de datum van inwerkingtreding, uiterlijk op 31 december 2021.
Art. 82. Le Gouvernement flamand arrête, pour chaque disposition du présent décret, la date d'entrée en vigueur, au plus tard le 31 décembre 2021.
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 49 tot 63 vastgesteld op 01-01-2021 door BVR 2020-10-30/19, art. 9)
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 2 ; 3 ; 4 ; 6 ; 7 ; 8 ; 9 ; 10 ; 11 ; 12 ; 38 ; 39 ; 40 ; 41 ; 42 ; 43 ; 44 ; 45 ; 46 ; 47 ; 48 ; 64 ; 65 ; 66 ; 67 ; 68 ; 69 ; 70 ; 79 ; 80 ; 81 ; 82 vastgesteld op 01-01-2021 door BVR 2020-11-20/11, art. 78)
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 5 vastgesteld op 01-01-2021 door BVR 2020-11-27/16, art. 10)
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 2 ; 3 ; 4 ; 6 ; 7 ; 8 ; 9 ; 10 ; 11 ; 12 ; 38 ; 39 ; 40 ; 41 ; 42 ; 43 ; 44 ; 45 ; 46 ; 47 ; 48 ; 64 ; 65 ; 66 ; 67 ; 68 ; 69 ; 70 ; 79 ; 80 ; 81 ; 82 vastgesteld op 01-01-2021 door BVR 2020-11-20/11, art. 78)
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 5 vastgesteld op 01-01-2021 door BVR 2020-11-27/16, art. 10)
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 49 à 63 fixée au 01-01-2021 par AGF 2020-10-30/19, art. 9)
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 2 ; 3 ; 4 ; 6 ; 7 ; 8 ; 9 ; 10 ; 11 ; 12 ; 38 ; 39 ; 40 ; 41 ; 42 ; 43 ; 44 ; 45 ; 46 ; 47 ; 48 ; 64 ; 65 ; 66 ; 67 ; 68 ; 69 ; 70 ; 79 ; 80 ; 81 ; 82 fixée au 01-01-2021 par AGF 2020-11-20/11, art. 78)
(NOTE : Entrée en vigueur de l'article 5 fixée au 01-01-2021 par AGF 2020-11-27/16, art. 10)
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 2 ; 3 ; 4 ; 6 ; 7 ; 8 ; 9 ; 10 ; 11 ; 12 ; 38 ; 39 ; 40 ; 41 ; 42 ; 43 ; 44 ; 45 ; 46 ; 47 ; 48 ; 64 ; 65 ; 66 ; 67 ; 68 ; 69 ; 70 ; 79 ; 80 ; 81 ; 82 fixée au 01-01-2021 par AGF 2020-11-20/11, art. 78)
(NOTE : Entrée en vigueur de l'article 5 fixée au 01-01-2021 par AGF 2020-11-27/16, art. 10)