Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de Minister : de Minister bevoegd voor Economie;
2° de begunstigden : de zelfstandigen die in aanmerking komen voor de tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 overeenkomstig hoofdstuk 3 van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen;
3° de ondernemingen : de kleine onderneming bedoeld in artikel 3, § 3, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen, waarvan het personeelsbestand en de financiële drempels degene zijn als bedoeld in artikel 2.2. van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, en de in artikel 3, § 5, van het decreet bedoelde zeer kleine onderneming;
4° de Administratie : de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en Onderzoek;
5° volledig overbruggingsrecht : het maandelijks bedrag van de financiële uitkering bedoeld in artikel 10, § 1, van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en in artikel 4, § 1, van de wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen;
6° de aanvullende steun : de aanvullende steun op het overbruggingsrecht die onder de voorwaarden bepaald in dit besluit wordt toegekend.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
28 APRIL 2020. - Besluit van de Waalse Regering van bijzondere machten nr. 26 tot toekenning, op tijdelijke basis, van een aanvullende steun op het overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen in het kader van de crisis van het coronavirus COVID-19 en tot wijziging van verschillende wetgevingen en reglementeringen (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DWG2020-12-03/07, art. 9)
Titre
28 AVRIL 2020. - Arrêté du Gouvernement wallon de pouvoirs spéciaux n° 26 relatif à une aide complémentaire au droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants de manière temporaire dans le cadre de la crise du coronavirus COVID-19 et modifiant diverses législations et réglementations (NOTE : confirmé avec effet à la date de son entrée en vigueur par DRW2020-12-03/07, art. 9)
Informations sur le document
Numac: 2020041046
Datum: 2020-04-28
Info du document
Numac: 2020041046
Date: 2020-04-28
Tekst (11)
Texte (11)
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par :
1° le Ministre : le Ministre qui a l'économie dans ses attributions;
2° les bénéficiaires : les travailleurs indépendants, qui bénéficient des mesures temporaires dans le cadre du COVID-19 conformément au chapitre 3 de la loi du 23 mars 2020 modifiant la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et introduisant les mesures temporaires dans le cadre du COVID-19 en faveur des travailleurs indépendants;
3° les entreprises : la petite entreprise visée à l'article 3, § 3, du décret du 11 mars 2004 relatif aux incitants régionaux en faveur des petites ou moyennes entreprises dont l'effectif d'emploi et les seuils financiers sont ceux visés à l'article 2.2. de l'annexe I du règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aide compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du Traité et la très petite entreprise visée à l'article 3, § 5, du décret;
4° l'Administration : le Service public de Wallonie Economie, Emploi et Recherche;
5° droit passerelle complet : le montant mensuel de la prestation financière visé à l'article 10, paragraphe 1er de la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et à l'article 4, § 1er, de la loi du 23 mars 2020 modifiant la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et introduisant les mesures temporaires dans le cadre du COVID-19 en faveur des travailleurs indépendants;
6° l'aide complémentaire : l'aide complémentaire au droit passerelle complet octroyée aux conditions prévues par le présent arrêté.
1° le Ministre : le Ministre qui a l'économie dans ses attributions;
2° les bénéficiaires : les travailleurs indépendants, qui bénéficient des mesures temporaires dans le cadre du COVID-19 conformément au chapitre 3 de la loi du 23 mars 2020 modifiant la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et introduisant les mesures temporaires dans le cadre du COVID-19 en faveur des travailleurs indépendants;
3° les entreprises : la petite entreprise visée à l'article 3, § 3, du décret du 11 mars 2004 relatif aux incitants régionaux en faveur des petites ou moyennes entreprises dont l'effectif d'emploi et les seuils financiers sont ceux visés à l'article 2.2. de l'annexe I du règlement (UE) n° 651/2014 de la Commission du 17 juin 2014 déclarant certaines catégories d'aide compatibles avec le marché intérieur en application des articles 107 et 108 du Traité et la très petite entreprise visée à l'article 3, § 5, du décret;
4° l'Administration : le Service public de Wallonie Economie, Emploi et Recherche;
5° droit passerelle complet : le montant mensuel de la prestation financière visé à l'article 10, paragraphe 1er de la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et à l'article 4, § 1er, de la loi du 23 mars 2020 modifiant la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et introduisant les mesures temporaires dans le cadre du COVID-19 en faveur des travailleurs indépendants;
6° l'aide complémentaire : l'aide complémentaire au droit passerelle complet octroyée aux conditions prévues par le présent arrêté.
Art.2. De Minister verleent, volgens de door hem vastgestelde modaliteiten, een aanvullende steun aan de begunstigden die hun activiteit in het Waalse Gewest uitoefenen en die aantonen dat zij hun activiteit op doorslaggevende wijze hebben onderbroken, waarbij ze vóór de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad een aanvraag voor een overbruggingsrecht hebben ingediend, en die in de periode maart-april 2020 het volledige overbruggingsrecht hebben genoten.
De Minister verleent, volgens de door hem vastgestelde modaliteiten, een aanvullende steun aan de ondernemingen die bewijzen dat zij hun in het Waalse Gewest uitgeoefende activiteit op doorslaggevende wijze hebben onderbroken, waarbij ze aantonen dat de zaakvoerder vóór de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad een aanvraag voor een overbruggingsrecht heeft ingediend, en dat ze in de periode maart-april 2020 het volledige overbruggingsrecht hebben genoten.
De aanvullende steun bedraagt 2.500 euro.
Voor ondernemingen waarvan de zaakvoerder niet zelfstandig is, verleent de Minister, volgens de door hem bepaalde modaliteiten, een steun van 2.500 euro aan ondernemingen die bewijzen dat een meerderheid van de werknemers in maart en april 2020 wegens overmacht tijdelijk werkloos is in het kader van de crisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19.
Van de in de leden 3 en 4 bedoelde steun zijn uitgesloten, de begunstigden en de ondernemingen die in aanmerking zijn gekomen voor :
1° de premie toegekend in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 20 maart 2020 betreffende de toekenning van compensatievergoedingen in het kader van de maatregelen tegen het coronavirus COVID-19;
2° de premie toegekend in een ander Gewest in het kader van de crisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19.
De onderneming die een aanvraag voor een van de in de leden 3 en 4 bedoelde steunmaatregelen indient, verbindt zich er op haar eer toe om voor haar boekjaar 2020 geen dividend op aandelen uit te keren.
De in de leden 3 en 4 bedoelde steun wordt slechts eenmaal verleend indien de zaakvoerder van de onderneming zelf een begunstigde is.
Voor de in het tweede lid bedoelde ondernemingen wordt de in het derde lid bedoelde steun, indien er meerdere zaakvoerders zijn, slechts eenmaal per onderneming toegekend.
De Minister verleent, volgens de door hem vastgestelde modaliteiten, een aanvullende steun aan de ondernemingen die bewijzen dat zij hun in het Waalse Gewest uitgeoefende activiteit op doorslaggevende wijze hebben onderbroken, waarbij ze aantonen dat de zaakvoerder vóór de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad een aanvraag voor een overbruggingsrecht heeft ingediend, en dat ze in de periode maart-april 2020 het volledige overbruggingsrecht hebben genoten.
De aanvullende steun bedraagt 2.500 euro.
Voor ondernemingen waarvan de zaakvoerder niet zelfstandig is, verleent de Minister, volgens de door hem bepaalde modaliteiten, een steun van 2.500 euro aan ondernemingen die bewijzen dat een meerderheid van de werknemers in maart en april 2020 wegens overmacht tijdelijk werkloos is in het kader van de crisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19.
Van de in de leden 3 en 4 bedoelde steun zijn uitgesloten, de begunstigden en de ondernemingen die in aanmerking zijn gekomen voor :
1° de premie toegekend in het kader van het besluit van de Waalse Regering van 20 maart 2020 betreffende de toekenning van compensatievergoedingen in het kader van de maatregelen tegen het coronavirus COVID-19;
2° de premie toegekend in een ander Gewest in het kader van de crisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19.
De onderneming die een aanvraag voor een van de in de leden 3 en 4 bedoelde steunmaatregelen indient, verbindt zich er op haar eer toe om voor haar boekjaar 2020 geen dividend op aandelen uit te keren.
De in de leden 3 en 4 bedoelde steun wordt slechts eenmaal verleend indien de zaakvoerder van de onderneming zelf een begunstigde is.
Voor de in het tweede lid bedoelde ondernemingen wordt de in het derde lid bedoelde steun, indien er meerdere zaakvoerders zijn, slechts eenmaal per onderneming toegekend.
Art.2. Le Ministre octroie, selon les modalités qu'il détermine, une aide complémentaire en faveur des bénéficiaires exerçant leur activité en Région wallonne et qui prouvent avoir interrompu substantiellement leur activité en ayant introduit une demande de droit passerelle avant la date de publication du présent arrêté au Moniteur belge et en ayant bénéficié du droit passerelle complet pendant la période de mars et avril 2020.
Le Ministre octroie, selon les modalités qu'il détermine, une aide complémentaire en faveur des entreprises qui prouvent avoir interrompu substantiellement leur activité exercée en Région wallonne en démontrant que le gérant a introduit une demande de droit passerelle avant la date de publication du présent arrêté au Moniteur belge et en apportant la preuve d'avoir bénéficié du droit passerelle complet pendant la période de mars et avril 2020.
L'aide complémentaire s'élève à un montant de 2.500 euros.
Pour les entreprises dont le gérant n'est pas travailleur indépendant, le Ministre octroie, selon les modalités qu'il détermine, une aide de 2.500 euros aux entreprises qui prouvent qu'une majorité des travailleurs est en chômage temporaire pour force majeure en mars et en avril 2020 dans le cadre de la crise liée au COVID-19.
Sont exclus des aides visées aux alinéas 3 et 4, les bénéficiaires et les entreprises qui ont bénéficié :
1° de la prime octroyée dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020 relatif à l'octroi d'indemnités compensatoires dans le cadre des mesures contre le coronavirus COVID-19;
2° de la prime octroyée dans une autre région dans le cadre de la crise liée au coronavirus COVID-19.
L'entreprise qui sollicite une des aides visées aux alinéas 3 et 4 s'engage sur l'honneur à ne pas verser de dividendes sur actions pour son exercice 2020.
Les aides visées aux alinéas 3 et 4 ne sont octroyées qu'une seule fois dans le cas où le gérant de l'entreprise est lui-même bénéficiaire.
Pour les entreprises visées à l'alinéa 2, s'il y a plusieurs gérants, l'aide visée à l'alinéa 3 n'est octroyée qu'une seule fois par entreprise.
Le Ministre octroie, selon les modalités qu'il détermine, une aide complémentaire en faveur des entreprises qui prouvent avoir interrompu substantiellement leur activité exercée en Région wallonne en démontrant que le gérant a introduit une demande de droit passerelle avant la date de publication du présent arrêté au Moniteur belge et en apportant la preuve d'avoir bénéficié du droit passerelle complet pendant la période de mars et avril 2020.
L'aide complémentaire s'élève à un montant de 2.500 euros.
Pour les entreprises dont le gérant n'est pas travailleur indépendant, le Ministre octroie, selon les modalités qu'il détermine, une aide de 2.500 euros aux entreprises qui prouvent qu'une majorité des travailleurs est en chômage temporaire pour force majeure en mars et en avril 2020 dans le cadre de la crise liée au COVID-19.
Sont exclus des aides visées aux alinéas 3 et 4, les bénéficiaires et les entreprises qui ont bénéficié :
1° de la prime octroyée dans le cadre de l'arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020 relatif à l'octroi d'indemnités compensatoires dans le cadre des mesures contre le coronavirus COVID-19;
2° de la prime octroyée dans une autre région dans le cadre de la crise liée au coronavirus COVID-19.
L'entreprise qui sollicite une des aides visées aux alinéas 3 et 4 s'engage sur l'honneur à ne pas verser de dividendes sur actions pour son exercice 2020.
Les aides visées aux alinéas 3 et 4 ne sont octroyées qu'une seule fois dans le cas où le gérant de l'entreprise est lui-même bénéficiaire.
Pour les entreprises visées à l'alinéa 2, s'il y a plusieurs gérants, l'aide visée à l'alinéa 3 n'est octroyée qu'une seule fois par entreprise.
Art.3. De in artikel 2, derde en vierde leden, bedoelde steun wordt krachtens dit besluit toegekend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.
Art.3. Les aides visées à l'article 2, alinéas 3 et 4, sont octroyées en vertu du présent arrêté conformément au Règlement (UE) n° 1407/2013 de la Commission du 18 décembre 2013 relatif à l'application des articles 107 et 108 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides de minimis.
Art.4. Volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten dienen de begunstigden en de ondernemingen de aanvraag voor de in artikel 2, derde of vierde lid, bedoelde steun via een formulier bij de Administratie in.
De betaling van de steun bedoeld in artikel 2, derde en vierde leden, wordt door een externe dienstverlener toegestaan in afwijking van artikel 21, § 1, tweede lid, van het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheden.
De betaling van de steun bedoeld in artikel 2, derde en vierde leden, wordt door een externe dienstverlener toegestaan in afwijking van artikel 21, § 1, tweede lid, van het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheden.
Art.4. Selon les modalités déterminées par le Ministre, les bénéficiaires et les entreprises introduisent auprès de l'Administration via un formulaire la demande d'aide visée à l'article 2, alinéa 3 ou 4.
Le paiement des aides visées à l'article 2, alinéas 3 et 4, est autorisé par un prestataire externe en dérogation à l'article 21, § 1er, alinéa 2, du décret du 15 décembre 2011 portant organisation du budget, de la comptabilité et du rapportage des unités d'administration publique wallonnes.
Le paiement des aides visées à l'article 2, alinéas 3 et 4, est autorisé par un prestataire externe en dérogation à l'article 21, § 1er, alinéa 2, du décret du 15 décembre 2011 portant organisation du budget, de la comptabilité et du rapportage des unités d'administration publique wallonnes.
Art.5. Overeenkomstig het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheden kan de Administratie elk nuttig document opvragen dat bewijst dat de steun gebruikt wordt voor de doeleinden waarvoor hij wordt toegekend.
Art.5. Conformément au décret du 15 décembre 2011 portant organisation du budget, de la comptabilité et du rapportage des unités d'administration publique wallonnes, l'Administration peut demander tout document utile prouvant que l'aide est utilisée aux fins et conditions pour lesquelles elle est accordée.
Art.6. In afwijking van artikel 4, eerste lid, 1° en 5°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen worden de activiteiten van bemiddeling bij de verkoop en aankoop van onroerende goederen, alsook sport- en vrijetijdsactiviteiten en de activiteiten van verdeling van cultuurproducten op tijdelijke basis toegelaten in het kader van de maatregelen genomen naar aanleiding van de crisis van het coronavirus COVID-19 die door de Regering werd erkend als een buitengewone gebeurtenis in de zin van artikel 10 van bedoeld decreet.
Art.6. Par dérogation à l'article 4, alinéa 1er, 1° et 5°, du décret du 11 mars 2004 relatif aux incitants régionaux en faveur des petites ou moyennes entreprises, et de manière temporaire, les activités d'intermédiations en vente et en achat immobilier, ainsi que les activités sportives, de loisirs et de distribution de produits culturels, sont admises dans le cadre des mesures prises à la suite de la crise du coronavirus COVID-19 reconnue par le Gouvernement comme un évènement extraordinaire au sens de l'article 10 dudit décret.
Art.7. In artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 20 maart 2020 betreffende de toekenning van compensatievergoedingen in het kader van de maatregelen tegen het coronavirus COVID-19, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
a) in het eerste lid wordt punt 1° vervangen als volgt :
"1° 45 van de NACE-BEL-code met uitzondering van 45.111, 45.112, 45.191, 45.192, 45.194, 45.202 tot 45.205, 45.209, 45.310 en 45.401 van de NACE-BEL-code;";
b) in het eerste lid wordt een punt 1° /1 ingevoegd, luidend als volgt :
"1° /1 47 van de NACE-BEL-code met uitzondering van 47.20, 47.62 voor wat betreft de perswinkels en 47.73 van de NACE-BEL-code;";
c) in het eerste lid wordt een punt 4° /1 ingevoegd, luidend als volgt :
"4° /1 59.140 van de NACE-BEL-code;";
d) in het eerste lid wordt een punt 4° /2 ingevoegd, luidend als volgt :
"4° /2 68.311 van de NACE-BEL-code;";
e) in het eerste lid wordt een punt 4° /3 ingevoegd, luidend als volgt :
"4° /3 90 tot 93 van de NACE-BEL-code".
a) in het eerste lid wordt punt 1° vervangen als volgt :
"1° 45 van de NACE-BEL-code met uitzondering van 45.111, 45.112, 45.191, 45.192, 45.194, 45.202 tot 45.205, 45.209, 45.310 en 45.401 van de NACE-BEL-code;";
b) in het eerste lid wordt een punt 1° /1 ingevoegd, luidend als volgt :
"1° /1 47 van de NACE-BEL-code met uitzondering van 47.20, 47.62 voor wat betreft de perswinkels en 47.73 van de NACE-BEL-code;";
c) in het eerste lid wordt een punt 4° /1 ingevoegd, luidend als volgt :
"4° /1 59.140 van de NACE-BEL-code;";
d) in het eerste lid wordt een punt 4° /2 ingevoegd, luidend als volgt :
"4° /2 68.311 van de NACE-BEL-code;";
e) in het eerste lid wordt een punt 4° /3 ingevoegd, luidend als volgt :
"4° /3 90 tot 93 van de NACE-BEL-code".
Art.7. Dans l'article 4 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020 relatif à l'octroi d'indemnités compensatoires dans le cadre des mesures contre le coronavirus COVID-19, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 26 mars 2020, les modifications suivantes sont apportées :
a) dans l'alinéa 1er, le 1° est remplacé par ce qui suit :
" 1° 45 du Code NACE-BEL, à l'exception des 45.111, 45.112, 45.191, 45.192, 45.194, 45.202 à 45.205, 45.209, 45.310 et 45.401 du Code NACE-BEL; ";
b) dans l'alinéa 1er est inséré un 1° /1, rédigé comme suit :
" 1° /1 47 du Code NACE-BEL à l'exception du 47.20, 47.62 pour ce qui concerne les press-shops et 47.73 du Code NACE-BEL; ";
c) dans l'alinéa 1er est inséré un 4° /1, rédigé comme suit :
" 4° /1 59.140 du Code NACE-BEL; ";
d) dans l'alinéa 1er est inséré un 4° /2, rédigé comme suit :
" 4° /2 68.311 du Code NACE-BEL; ";
e) dans l'alinéa 1er est inséré un 4° /3, rédigé comme suit :
" 4° /3 90 à 93 du Code NACE-BEL; ".
a) dans l'alinéa 1er, le 1° est remplacé par ce qui suit :
" 1° 45 du Code NACE-BEL, à l'exception des 45.111, 45.112, 45.191, 45.192, 45.194, 45.202 à 45.205, 45.209, 45.310 et 45.401 du Code NACE-BEL; ";
b) dans l'alinéa 1er est inséré un 1° /1, rédigé comme suit :
" 1° /1 47 du Code NACE-BEL à l'exception du 47.20, 47.62 pour ce qui concerne les press-shops et 47.73 du Code NACE-BEL; ";
c) dans l'alinéa 1er est inséré un 4° /1, rédigé comme suit :
" 4° /1 59.140 du Code NACE-BEL; ";
d) dans l'alinéa 1er est inséré un 4° /2, rédigé comme suit :
" 4° /2 68.311 du Code NACE-BEL; ";
e) dans l'alinéa 1er est inséré un 4° /3, rédigé comme suit :
" 4° /3 90 à 93 du Code NACE-BEL; ".
Art.8. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt :
"De aanvraag voor een compensatievergoeding moet vóór 13 mei 2020 ingediend worden, met uitzondering van artikel 4, eerste lid, 1° en 4° /1 tot 4° /3, waarvoor de aanvraag voor een compensatievergoeding vóór 1 juni 2020 ingediend moet worden.".
"De aanvraag voor een compensatievergoeding moet vóór 13 mei 2020 ingediend worden, met uitzondering van artikel 4, eerste lid, 1° en 4° /1 tot 4° /3, waarvoor de aanvraag voor een compensatievergoeding vóór 1 juni 2020 ingediend moet worden.".
Art.8. Dans l'article 5, du même arrêté, l'alinéa 2, est remplacé par ce qui suit :
" La demande d'indemnité compensatoire doit être introduite avant le 13 mai 2020, à l'exception de l'article 4, alinéa 1er, 1° et 4° /1 à 4° /3, pour lesquels la demande d'indemnité compensatoire doit être introduite avant le 1er juin 2020. ".
" La demande d'indemnité compensatoire doit être introduite avant le 13 mai 2020, à l'exception de l'article 4, alinéa 1er, 1° et 4° /1 à 4° /3, pour lesquels la demande d'indemnité compensatoire doit être introduite avant le 1er juin 2020. ".
Art.9. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden "en houdt op van kracht te zijn negentig dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad" vervangen door de woorden "en houdt op van kracht te zijn op 3 augustus 2020".
Art.9. Dans l'article 6 du même arrêté, les mots " et cesse d'être en vigueur nonante jours après sa publication au Moniteur belge " sont remplacés par les mots " et cesse d'être en vigueur le 3 août 2020 ".
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking op 1 maart 2020 en houdt op van kracht te zijn negentig dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van de artikelen 6 tot 9 die uitwerking hebben op 14 maart 2020.
Art.10. Le présent arrêté produit ses effets au 1er mars 2020 et cesse d'être en vigueur nonante jours après sa publication au Moniteur belge, à l'exception des articles 6 à 9 qui produisent leurs effets au 14 mars 2020.
Art. 11. De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 11. Le Ministre de l'Economie est chargé de l'exécution du présent arrêté.