Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
4 SEPTEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs, wat betreft aanpassingen door de verlaging van de aanvang van de leerplicht van zes naar vijf jaar
Titre
4 SEPTEMBRE 2020. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 novembre 1997 relatif au contrôle des inscriptions d'élèves dans l'enseignement fondamental, en ce qui concerne les adaptations résultant de l'abaissement du début de la scolarité obligatoire de six à cinq ans
Informations sur le document
Numac: 2020031489
Datum: 2020-09-04
Info du document
Numac: 2020031489
Date: 2020-09-04
Tekst (8)
Texte (8)
Artikel 1. In artikel 2, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs wordt tussen het woord "en" en het woord "kleuters" het woord "niet-leerplichtige" ingevoegd.
Article 1er. Dans l'article 2, 3°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 novembre 1997 relatif au contrôle des inscriptions d'élèves dans l'enseignement fondamental, les mots " et non scolarisables " sont insérés entre le mot " scolarisables " et le mot " et ".
Art.2. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de woorden "verzoekt bij aangetekende brief" vervangen door het woord "vraagt";
2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:
" § 2. Als blijkt dat de leerplichtige niet voldoet aan de bepalingen van artikel 1 van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, maakt het Agentschap voor Onderwijsdiensten daarover een verslag op en stuurt het naar de procureur des konings.".
3° paragraaf 3 wordt opgeheven.
1° in paragraaf 1 worden de woorden "verzoekt bij aangetekende brief" vervangen door het woord "vraagt";
2° paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt:
" § 2. Als blijkt dat de leerplichtige niet voldoet aan de bepalingen van artikel 1 van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht, maakt het Agentschap voor Onderwijsdiensten daarover een verslag op en stuurt het naar de procureur des konings.".
3° paragraaf 3 wordt opgeheven.
Art.2. A l'article 9 du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 6 juillet 2007, sont apportées les modifications suivantes :
1° dans le paragraphe 1er, les mots " demande, par lettre recommandée, " sont remplacés par le mot " demande " ;
2° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
" § 2. S'il s'avère que l'enfant scolarisable ne répond pas aux dispositions de l'article 1er de la loi du 29 juin 1983 concernant l'obligation scolaire, l'Agence de Services d'Enseignement établit un rapport à ce sujet et le transmet au procureur du Roi ".
3° le paragraphe 3 est abrogé.
1° dans le paragraphe 1er, les mots " demande, par lettre recommandée, " sont remplacés par le mot " demande " ;
2° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
" § 2. S'il s'avère que l'enfant scolarisable ne répond pas aux dispositions de l'article 1er de la loi du 29 juin 1983 concernant l'obligation scolaire, l'Agence de Services d'Enseignement établit un rapport à ce sujet et le transmet au procureur du Roi ".
3° le paragraphe 3 est abrogé.
Art.3. In artikel 10bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2003, wordt tussen het woord "de" en het woord "leerplichtige" het woord "voltijds" ingevoegd.
Art.3. Dans l'article 10bis du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 mars 2003, les mots " à temps plein " sont insérés entre le mot " scolarisables " et le mot " dans ".
Art.4. In artikel 10quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 september 2013, 30 augustus 2016 en 19 juli 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2 worden tussen het woord "worden" en het woord "beschouwd" de woorden "om de regelmatigheid van de leerling te beoordelen" ingevoegd;
2° in paragraaf 3 worden tussen het woord "worden" en het woord "beschouwd" de woorden "om de regelmatigheid van de leerling te beoordelen" ingevoegd.
1° in paragraaf 2 worden tussen het woord "worden" en het woord "beschouwd" de woorden "om de regelmatigheid van de leerling te beoordelen" ingevoegd;
2° in paragraaf 3 worden tussen het woord "worden" en het woord "beschouwd" de woorden "om de regelmatigheid van de leerling te beoordelen" ingevoegd.
Art.4. A l'article 10quinquies du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 mars 2003 et modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 13 septembre 2013, 30 août 2016 et 19 juillet 2019, sont apportées les modifications suivantes :
1° dans le paragraphe 2, les mots " Afin d'évaluer la régularité de l'élève " sont ajoutés avant les mots " Les absences enregistrées " ;
2° dans le paragraphe 3, les mots " afin d'évaluer la régularité de l'élève " sont insérés entre le mot " légitime " et les mots " , pourvu que ".
1° dans le paragraphe 2, les mots " Afin d'évaluer la régularité de l'élève " sont ajoutés avant les mots " Les absences enregistrées " ;
2° dans le paragraphe 3, les mots " afin d'évaluer la régularité de l'élève " sont insérés entre le mot " légitime " et les mots " , pourvu que ".
Art.5. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2019, wordt een hoofdstuk IIbis/1, dat bestaat uit artikel 10septies/1 tot en met 10septies/4 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk IIbis/1. Aanvaardbare afwezigheden
Art. 10septies/1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de leerplichtige leerlingen in het gewoon en buitengewoon kleuteronderwijs, met uitzondering van de zes- en zevenjarigen die met toepassing van artikel 12/1 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 in het kleuteronderwijs zitten.
Art. 10septies/2. Alle afwezigheden die niet conform artikel 26 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 door de directie als aanvaardbaar worden geacht, worden geregistreerd als andere afwezigheden.
Om de regelmatigheid van de leerling te beoordelen, worden de andere afwezigheden, vermeld in het eerste lid, als aanvaardbare afwezigheden beschouwd, op voorwaarde dat:
1° de school in begeleidende maatregelen voor de kleuter in kwestie voorziet;
2° de school die andere afwezigheden aan het centrum voor leerlingenbegeleiding signaleert;
3° de school met het centrum voor leerlingenbegeleiding samenwerkt rond de begeleiding van de kleuter in kwestie. Van die begeleiding houdt de school een dossier bij, dat een onderdeel mag zijn van het leerlingendossier.
De andere afwezigheden, vermeld in het eerste lid, van leerlingen voor wie de school door de onbereikbaarheid van de leerling in kwestie niet in begeleiding kan voorzien, worden, om de regelmatigheid van de leerling te beoordelen, als aanvaardbare afwezigheden beschouwd, als de school kan aantonen dat ze inspanningen geleverd heeft om de betrokken leerling te bereiken.
De verplichtingen, vermeld in het tweede en derde lid, gelden niet voor het aantal afwezigheden waarover de ouder in het desbetreffende schooljaar zelf mag beslissen omdat ze buiten de 290 halve dagen leerplicht vallen.
Art. 10septies/3. Het dossier, vermeld in artikel 10septies/2, tweede lid, 3°, moet op de school ter inzage zijn voor de verificateurs.
Art. 10septies/4. Kleuters die na de toepassing van artikel 10septies/2, tweede en derde lid, in het schooljaar in kwestie, bovenop het aantal waarover de ouder zelf mag beslissen, nog andere afwezigheden hebben dan aanvaardbare afwezigheden, verliezen hun statuut van regelmatige leerling, vermeld in artikel 20 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.".
"Hoofdstuk IIbis/1. Aanvaardbare afwezigheden
Art. 10septies/1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de leerplichtige leerlingen in het gewoon en buitengewoon kleuteronderwijs, met uitzondering van de zes- en zevenjarigen die met toepassing van artikel 12/1 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 in het kleuteronderwijs zitten.
Art. 10septies/2. Alle afwezigheden die niet conform artikel 26 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 door de directie als aanvaardbaar worden geacht, worden geregistreerd als andere afwezigheden.
Om de regelmatigheid van de leerling te beoordelen, worden de andere afwezigheden, vermeld in het eerste lid, als aanvaardbare afwezigheden beschouwd, op voorwaarde dat:
1° de school in begeleidende maatregelen voor de kleuter in kwestie voorziet;
2° de school die andere afwezigheden aan het centrum voor leerlingenbegeleiding signaleert;
3° de school met het centrum voor leerlingenbegeleiding samenwerkt rond de begeleiding van de kleuter in kwestie. Van die begeleiding houdt de school een dossier bij, dat een onderdeel mag zijn van het leerlingendossier.
De andere afwezigheden, vermeld in het eerste lid, van leerlingen voor wie de school door de onbereikbaarheid van de leerling in kwestie niet in begeleiding kan voorzien, worden, om de regelmatigheid van de leerling te beoordelen, als aanvaardbare afwezigheden beschouwd, als de school kan aantonen dat ze inspanningen geleverd heeft om de betrokken leerling te bereiken.
De verplichtingen, vermeld in het tweede en derde lid, gelden niet voor het aantal afwezigheden waarover de ouder in het desbetreffende schooljaar zelf mag beslissen omdat ze buiten de 290 halve dagen leerplicht vallen.
Art. 10septies/3. Het dossier, vermeld in artikel 10septies/2, tweede lid, 3°, moet op de school ter inzage zijn voor de verificateurs.
Art. 10septies/4. Kleuters die na de toepassing van artikel 10septies/2, tweede en derde lid, in het schooljaar in kwestie, bovenop het aantal waarover de ouder zelf mag beslissen, nog andere afwezigheden hebben dan aanvaardbare afwezigheden, verliezen hun statuut van regelmatige leerling, vermeld in artikel 20 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.".
Art.5. Dans le même arrêté, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 juillet 2019, il est inséré un chapitre IIbis/1, comprenant les articles 10septies/1 à 10septies/4, rédigé comme suit :
" Chapitre IIbis/1. Absences acceptables
Art. 10septies/1. Le présent chapitre s'applique aux élèves scolarisables dans l'enseignement maternel ordinaire et spécial, à l'exception des enfants de six et sept ans de l'enseignement maternel en application de l'article 12/1 du décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental.
Art. 10septies/2. Toutes les absences qui ne sont pas considérées comme acceptables par la direction conformément à l'article 26 du décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental, sont enregistrées comme d'autres absences.
Afin d'évaluer la régularité de l'élève, les autres absences visées à l'alinéa 1er sont considérées comme des absences acceptables, à condition que :
1° l'école prévoie à des mesures d'accompagnement pour l'enfant de l'enseignement maternel en question ;
2° l'école signale ces autres absences au centre d'encadrement des élèves ;
3° l'école collabore avec le centre d'encadrement des élèves pour l'encadrement de l'enfant de l'enseignement maternel en question. L'école conserve un dossier de cet encadrement, qui peut faire partie du dossier de l'élève.
Les autres absences, visées à l'alinéa 1er, d'élèves pour qui l'école ne peut pas pourvoir à des mesures d'encadrement parce qu'ils sont inatteignables, sont considérées comme des absences acceptables afin d'évaluer la régularité de l'élève, pourvu que l'école puisse démontrer qu'elle s'est efforcée de localiser l'élève concerné.
Les obligations visées aux alinéas 2 et 3 ne s'appliquent pas au nombre d'absences à décider par le parent pendant l'année scolaire en question parce qu'elles se situent en dehors des 290 demi-jours de scolarité obligatoire.
Art. 10septies/3. Le dossier visé à l'article 10septies/2, alinéa 2, 3°, doit être déposé à l'école à l'inspection des vérificateurs.
Art. 10septies/4. Les enfants de l'enseignement maternel qui, après l'application de l'article 10septies/2, alinéas 2 et 3, au cours de l'année scolaire en question, ont des absences autres que les absences acceptables en plus du nombre à décider par le parent, perdent leur statut d'élève régulier tel que visé à l'article 20 du décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental. ".
" Chapitre IIbis/1. Absences acceptables
Art. 10septies/1. Le présent chapitre s'applique aux élèves scolarisables dans l'enseignement maternel ordinaire et spécial, à l'exception des enfants de six et sept ans de l'enseignement maternel en application de l'article 12/1 du décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental.
Art. 10septies/2. Toutes les absences qui ne sont pas considérées comme acceptables par la direction conformément à l'article 26 du décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental, sont enregistrées comme d'autres absences.
Afin d'évaluer la régularité de l'élève, les autres absences visées à l'alinéa 1er sont considérées comme des absences acceptables, à condition que :
1° l'école prévoie à des mesures d'accompagnement pour l'enfant de l'enseignement maternel en question ;
2° l'école signale ces autres absences au centre d'encadrement des élèves ;
3° l'école collabore avec le centre d'encadrement des élèves pour l'encadrement de l'enfant de l'enseignement maternel en question. L'école conserve un dossier de cet encadrement, qui peut faire partie du dossier de l'élève.
Les autres absences, visées à l'alinéa 1er, d'élèves pour qui l'école ne peut pas pourvoir à des mesures d'encadrement parce qu'ils sont inatteignables, sont considérées comme des absences acceptables afin d'évaluer la régularité de l'élève, pourvu que l'école puisse démontrer qu'elle s'est efforcée de localiser l'élève concerné.
Les obligations visées aux alinéas 2 et 3 ne s'appliquent pas au nombre d'absences à décider par le parent pendant l'année scolaire en question parce qu'elles se situent en dehors des 290 demi-jours de scolarité obligatoire.
Art. 10septies/3. Le dossier visé à l'article 10septies/2, alinéa 2, 3°, doit être déposé à l'école à l'inspection des vérificateurs.
Art. 10septies/4. Les enfants de l'enseignement maternel qui, après l'application de l'article 10septies/2, alinéas 2 et 3, au cours de l'année scolaire en question, ont des absences autres que les absences acceptables en plus du nombre à décider par le parent, perdent leur statut d'élève régulier tel que visé à l'article 20 du décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental. ".
Art.6. In artikel 10decies/2, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
"3° of, naargelang de leeftijd, alle leergebieden, vermeld in artikel 39 of 40 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, aan bod komen.".
"3° of, naargelang de leeftijd, alle leergebieden, vermeld in artikel 39 of 40 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, aan bod komen.".
Art.6. Dans l'article 10decies/2, alinéa 2, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 23 mai 2014, le point 3° est remplacé par la disposition suivante :
" 3° si, selon l'âge, tous les domaines d'apprentissage, visés aux articles 39 ou 40 du décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental, sont abordés. ".
" 3° si, selon l'âge, tous les domaines d'apprentissage, visés aux articles 39 ou 40 du décret du 25 février 1997 relatif à l'enseignement fondamental, sont abordés. ".
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 september 2020.
Art.7. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2020.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. Le Ministre flamand ayant l'enseignement et la formation dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté.