Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
17 SEPTEMBER 2020. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van bepaalde bepalingen met betrekking tot de financiering van initiatieven voor beschut wonen en psychiatrische verzorgingstehuizen
Titre
17 SEPTEMBRE 2020. - Arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune modifiant certaines dispositions relatives au financement des initiatives d'habitation protégée et des maisons de soins psychiatriques
Informations sur le document
Info du document
Tekst (9)
Texte (9)
Artikel 1. In artikel 2, 2. van het koninklijk besluit van 10 december 1990 houdende vaststelling van de regels voor het bepalen van de opnemingsprijs voor personen die worden opgenomen in psychiatrische verzorgingstehuizen wordt een punt c) ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "c) een onderdeel B3 dat de kosten voor de registratie van minimale psychiatrische gegevens dekt".
Article 1er. A l'article 2, 2., de l'arrêté royal du 10 décembre 1990 fixant les règles pour la fixation du prix d'hébergement pour les personnes admises dans des maisons de soins psychiatriques, il est inséré un point c) rédigé comme suit :
  "c) une Sous-partie B3 qui couvre les coûts de l'enregistrement du résumé psychiatrique minimum".
Art.2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2bis ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 2bis. De tegemoetkoming in de zin van artikel 2, 18° van de ordonnantie van 21 december 2018 betreffende de Brusselse verzekeringsinstellingen op het domein van de gezondheidszorg en de hulp aan personen dekt de kosten van onderdeel B2, B3 en C2A zoals vermeld in artikel 2, 2. en 3. van de opnemingsprijs."
Art.2. Dans le même arrêté, il est inséré un article 2bis, rédigé comme suit :
  "Art. 2bis. L'intervention au sens de l'article 2, 18° de l'ordonnance du 21 décembre 2018 relative aux organismes assureurs bruxellois dans le domaine des soins de santé et de l'aide aux personnes couvre les coûts des sous-Parties B2, B3 et C2A visées à l'article 2, 2. et 3., du prix d'hébergement."
Art.3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door een bepaling die luidt als volgt:
  "Art. 5. § . 1. Onderdeel B2 van de opnemingsprijs, zoals vermeld in artikel 2, 2., b), is vastgesteld van 1 september 2020 tot en met 30 september 2020 op 104,17 euro per verblijfsdag voor een bewoner met een verstandelijke beperking en op 97,19 euro per verblijfsdag voor een andere bewoner.
  Vanaf 1 oktober 2020 zijn de bedragen in onderdeel B2, zoals vermeld in artikel 2, 2., b), vastgesteld op 92,76 euro per verblijfsdag voor een bewoner met een verstandelijke beperking en op 85,78 euro per verblijfsdag voor een andere bewoner.
  § 2. Onderdeel B2 van de opnemingsprijs, zoals vermeld in artikel 2, 2., b) dekt de volgende verzorgingskosten:
  1° de verzorging verleend door verpleegkundigen;
  2° de kinesitherapieverstrekkingen en de logopedieverstrekkingen verleend door de daartoe bevoegde zorgverstrekkers, met uitzondering van de kinesitherapieverstrekkingen die niet aansluiten op de psychiatrische behandeling en die zijn voorgeschreven door een andere behandelende arts dan de coördinerende en behandelende psychiater;
  3° Assistentie bij handelingen in het dagelijks leven en alle handelingen voor reactivering en sociale re-integratie, met inbegrip van ergotherapie;
  4° het toezicht door de coördinerende en behandelende psychiater.
  § 3. De bedragen zoals vermeld in paragraaf 1, tweede lid, zijn verbonden aan de spilindex 107,20 (basis 2013 = 100) en worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld waarbij de verhoging of de vermindering wordt toegepast vanaf de eerste maand nadat het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt".
Art.3. L'article 5 du même arrêté est remplacé par une disposition rédigée comme suit :
  "Art. 5. § . 1er. La Sous-partie B2 du prix d'hébergement, visée à l'article 2, 2., b), est fixée, du 1er septembre 2020 au 30 septembre 2020 inclus à 104,17 euros par journée d'hébergement d'un résident présentant un handicap mental, et à 97,19 euros par journée d'hébergement d'un autre résident.
  A partir du 1er octobre 2020, les montants de la sous-partie B2, visée à l'article 2, 2., b), sont fixés à 92,76 euros par journée d'hébergement d'un résident présentant un handicap mental et à 85,78 euros par journée d'hébergement d'un autre résident.
  § 2. La Sous-partie B2 du prix d'hébergement, visée à l'article 2, 2., b), couvre les coûts des soins suivants :
  1° les soins dispensés par les infirmiers ;
  2° les prestations de kinésithérapie et de logopédie dispensées par des prestataires de soins qualifiés à cet effet, à l'exception des prestations de kinésithérapie qui ne s'inscrivent pas dans le cadre du traitement psychiatrique et qui sont prescrites par un médecin traitant autre le psychiatre coordinateur et traitant ;
  3° l'assistance dans les actes de la vie journalière et tout acte de réactivation et de réintégration sociale, y compris l'ergothérapie ;
  4° la supervision par le psychiatre coordinateur et traitant.
  § 3. Les montants visés au § 1er, 2e alinéa, sont liés à l'indice-pivot 107,20 (base 2013 = 100) et sont adaptés conformément à la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison à l'indice des prix à la consommation du Royaume de certaines dépenses dans le secteur public, l'augmentation ou la diminution étant appliquée à partir du premier mois qui suit celui dont l'indice atteint une valeur justifiant une modification."
Art.4. Artikel 5bis van hetzelfde besluit wordt vervangen door een bepaling die luidt als volgt:
  "Art. 5bis. Onderdeel B3, zoals vermeld in artikel 2, 2., c) bedraagt op jaarbasis 3.482,07 euro per erkend psychiatrisch verzorgingstehuis, vermeerderd met 75,46 euro per bestaand en erkend bed in een psychiatrisch verzorgingstehuis op 1 januari dat de vaststelling van de begroting voorafgaat.
  De bedragen, zoals vermeld in het eerste lid, zijn verbonden aan de spilindex 107,20 (basis 2013 = 100) en worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld waarbij de verhoging of de vermindering wordt toegepast vanaf de eerste maand nadat het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt".
Art.4. L'article 5bis du même arrêté, est remplacé par une disposition rédigée comme suit :
  "Art. 5bis. La sous-partie B3 visée à l'article 2, 2., c), s'élève, sur une base annuelle, à 3.482,07 euros par maison de soins psychiatriques agréée, majorés de 75,46 euros par lit de maison de soins psychiatriques agréé et existant au 1er janvier qui précède l'exercice de fixation du budget.
  Les montants visés à l'alinéa 1er sont liés à l'indice-pivot 107,20 (base 2013 = 100) et sont adaptés conformément à la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison à l'indice des prix à la consommation du Royaume de certaines dépenses dans le secteur public, l'augmentation ou la diminution étant appliquée à partir du premier mois qui suit celui dont l'indice atteint une valeur justifiant une modification."
Art.5. In artikel 5ter van hetzelfde besluit wordt een bepaling toegevoegd die luidt als volgt:
  "Art. 5ter. Onderdelen C2A en C2B, zoals vermeld in artikel 2, 3., worden als volgt bepaald:
  a) C2A: het verschil tussen het inhaalbedrag dat nog niet in aanmerking is genomen van de psychiatrische verzorgingstehuizen gedeeld door het aantal dagen dat overeenkomt met het gemiddeld aantal bedden van de instelling met een bezettingsgraad van 90 %, en het onderdeel C2B;
  B) C2B: het gemiddelde inhaalbedrag verkregen door optelling van de inhaalbedragen die nog niet in aanmerking zijn genomen voor het geheel van de erkende psychiatrische verzorgingstehuizen, gedeeld door het aantal dagen dat overeenkomt met het gemiddeld aantal bedden van de sector met een bezettingsgraad van 90 %, waarna van dit gemiddelde inhaalbedrag een bedrag van 1,60 euro wordt afgetrokken.
  Voor de berekening van het gemiddeld aantal bedden, zoals vermeld in het eerste lid, a) en b), wordt rekening gehouden met de laatst gekende gegevens.
  Indien het resultaat van de berekening zoals vermeld in het eerste lid, a) en b), negatief is, dan wordt onderdeel C2B teruggebracht tot nul.
  Indien het resultaat van de berekening zoals vermeld in het eerste lid, a) en b), hoger is dan 4,85 euro, dan wordt onderdeel C2B begrensd tot 4,85 euro."
Art.5. A l'article 5ter du même arrêté, il est inséré une disposition rédigée comme suit :
  "Art. 5ter. Les sous-parties C2A et C2B visées à l'article 2, 3., sont déterminées comme suit :
  a) C2A : la différence entre le montant de rattrapage non encore pris en compte de la maison de soins psychiatriques divisé par le nombre de jours correspondant au nombre moyen de lits de l'établissement occupés à 90 %, et la sous-partie C2B;
  b) C2B : le montant de rattrapage moyen obtenu en additionnant les montants de rattrapage non encore pris en compte pour l'ensemble des maisons de soins psychiatriques agréées divisés par le nombre de jours correspondant au nombre moyen total de lits du secteur occupés à 90%, ce montant de rattrapage moyen étant ensuite diminué d'un montant de 1,60 euro.
  Pour le calcul du nombre moyen de lits visés à l'alinéa 1er, a) et b), il est tenu compte des dernières données connues.
  Si le résultat du calcul visé à l'alinéa 1er a) et b), est négatif, la sous-partie C2B est ramenée à zéro.
  Si le résultat du calcul visé à l'alinéa 1er, b), est supérieur à 4,85 euros, la sous-partie C2B est plafonnée à 4,85 euros."
Art.6. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2001 houdende vaststelling van de regelen volgens dewelke het budget van financiële middelen, het quotum van verblijfsdagen en de prijs per verblijfsdag voor initiatieven van beschut wonen, wordt een punt O) ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "O) Van 1 september tot en met 30 september 2020 wordt een budget van 35,84 euro per plaats en per dag toegekend om de aanvullende personeelskosten met betrekking tot secretariaat, logistiek, coördinatie, anciënniteit of telefoondienst te dekken.
  Vanaf 1 oktober 2020 wordt een budget van 2,95 euro per plaats en per dag toegekend om de kosten te dekken die zijn opgenomen in het eerste lid.
  De bedragen, vermeld in het tweede lid, zijn verbonden aan de spilindex 107,10 (basis 2013 = 100) en aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld waarbij de verhoging of de vermindering wordt toegepast vanaf de eerste maand nadat het indexcijfer een waarde bereikt die een wijziging rechtvaardigt."
Art.6. A l'article 1er de l'arrêté royal du 18 juillet 2001 fixant les règles selon lesquelles le budget des moyens financiers, le quota de journées de séjour et le prix de la journée de séjour sont déterminés pour les initiatives d'habitations protégées, il est inséré un point O) rédigé comme suit :
  "O) Du 1er septembre 2020 au 30 septembre 2020 inclus, un budget de 35,84 euros par place et par jour est octroyé afin de couvrir des frais de personnel complémentaires relatifs au secrétariat, à la logistique, à la coordination, à l'ancienneté ou à la garde téléphonique.
  A partir du 1er octobre 2020, un budget de 2,95 euros par place et par jour est octroyé afin de couvrir les frais repris au premier alinéa.
  Les montants visés à l'alinéa 2 sont liés à l'indice-pivot 107,10 (base 2013 = 100) et sont adaptés conformément à la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison à l'indice des prix à la consommation du Royaume de certaines dépenses dans le secteur public, l'augmentation ou la diminution étant appliquée à partir du premier mois qui suit celui dont l'indice atteint une valeur justifiant une modification."
Art.7. Het ministerieel besluit van 10 juli 1990 tot vaststelling van de tegemoetkoming bedoeld in artikel 37, § 12, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt opgeheven.
Art.7. L'arrêté ministériel du 10 juillet 1990 fixant l'intervention visée à l'article 37, § 12, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994, dans les maisons de soins psychiatriques est abrogé.
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2020.
  In afwijking van het eerste lid, heeft artikel 4 uitwerking met ingang van 1 januari 2019.
Art.8. Le présent arrêté produit ses effets le 1er septembre 2020.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, l'article 4 produit ses effets le 1er janvier 2019.
Art. 9. De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 9. Les Membres du Collège réuni, compétents pour la politique de la Santé sont chargés de l'exécution du présent arrêté.