Artikel 1. § 1. In afwijking van artikel 3, § 2, tweede lid, van het decreet van 11 mei 2017 betreffende de vierde graad van het aanvullend secundair beroepsonderwijs, afdeling verpleegkunde, kan de klassenraad voor het jaar 2019-2020 de organisatie van andere zittingen toestaan tot uiterlijk 31 oktober 2020.
§ 2. In afwijking van artikel 3, § 2, vierde lid, van hetzelfde decreet beslist de klassenraad voor het schooljaar 2019-2020 voor de overeenkomstig het vorige lid georganiseerde zittingen uiterlijk op 31 oktober 2020 over de uitreiking van het brevet van ziekenhuisverpleegkundige of ziekenhuisverpleegkundige - oriëntatie geestelijke gezondheid en psychiatrie.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
18 JUNI 2020. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 35 houdende afwijking van diverse bepalingen met betrekking tot het aanvullend secundair beroepsonderwijs, afdeling verpleegkunde in het kader van de COVID-19 gezondheidscrisis(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-06-2020 en tekstbijwerking tot 25-02-2021)
Titre
18 JUIN 2020. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française de pouvoirs spéciaux n° 35 dérogeant à diverses dispositions relatives à l'enseignement professionnel secondaire complémentaire, section soins infirmiers dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 26-06-2020 et mise à jour au 25-02-2021)
Informations sur le document
Numac: 2020015039
Datum: 2020-06-18
Info du document
Numac: 2020015039
Date: 2020-06-18
Tekst (10)
Texte (10)
Article 1er. § 1er. Par dérogation à l'alinéa 2 du paragraphe 2 de l'article 3 du décret du 11 mai 2017 relatif au quatrième degré de l'enseignement professionnel secondaire complémentaire, section soins infirmiers, pour l'année 2019-2020, le Conseil de classe peut permettre l'organisation d'autres sessions jusqu'au 31 octobre 2020 au plus tard.
§ 2. Par dérogation à l'alinéa 4 du paragraphe 2 de l'article 3 du même décret, pour l'année scolaire 2019-2020, dans le cas des sessions organisées conformément au paragraphe précédent, le Conseil de classe statue sur la délivrance du brevet d'infirmier(e) hospitalier(e) ou d'infirmier(e) hospitalier(e) - orientation santé mentale et psychiatrie au plus tard le 31 octobre 2020.
§ 2. Par dérogation à l'alinéa 4 du paragraphe 2 de l'article 3 du même décret, pour l'année scolaire 2019-2020, dans le cas des sessions organisées conformément au paragraphe précédent, le Conseil de classe statue sur la délivrance du brevet d'infirmier(e) hospitalier(e) ou d'infirmier(e) hospitalier(e) - orientation santé mentale et psychiatrie au plus tard le 31 octobre 2020.
Art.2. In afwijking van artikel 3, leden 3 en 5, van hetzelfde decreet is de verdeling per studiejaar van de lestijden van klinische en theoretische opleiding niet van toepassing voor leerlingen die zijn ingeschreven in het eerste, tweede en derde jaar in 2019-2020, en dit tot ze het getuigschrift ziekenhuisverpleegkundige of ziekenhuisverpleegkundige - geestelijke gezondheid en psychiatrische geaardheid hebben behaald, op voorwaarde dat de betrokken leerlingen ten minste voor het eerste jaar zijn geslaagd.
[1 ...]1
[1 ...]1
[1 ...]1
[1 ...]1
Modifications
Art.2. Par dérogation aux paragraphes 3 et 5 de l'article 3 du même décret, la répartition par année d'études des périodes de formations d'enseignement clinique et théorique n'est pas applicable pour les élèves inscrits en première, deuxième et troisième années en 2019-2020, et ce, jusqu'à l'obtention du brevet d'infirmier(e) hospitalier(e) ou d'infirmier(e) hospitalier(e) - orientation santé mentale et psychiatrie, pour autant que les élèves concernés aient au moins réussi la première année.
[1 ...]1
[1 ...]1
[1 ...]1
[1 ...]1
Modifications
Art.3. § 1. In afwijking van punt 1 van eerste lid van artikel 9 van hetzelfde decreet wordt de verplichting om in 2019-2020 theoretische proeven te organiseren afgeschaft voor de eerste en tweedejaars leerlingen. Het is aan de inrichtende machten om te beslissen of zij deze proeven al dan niet handhaven.
Als de theorieproeven worden gehandhaafd, kan een in 2019-2020 gegeven cursus in de volgende jaren worden geëvalueerd voor eerste en tweedejaarsstudenten. Zij moeten aan het einde van de gehele cursus zijn afgerond, op voorwaarde dat de betrokken leerlingen ten minste het eerste jaar van hun opleiding hebben doorlopen.
§ 2. Wanneer de theorieproeven in 2019-2020 worden gehandhaafd, kunnen ze op afstand worden georganiseerd. In dat geval verzoekt de school de leerling uiterlijk tien werkdagen voor de datum waarop de proef moet worden afgelegd, formeel te melden of hij niet in de correcte materiële omstandigheden verkeert om de proef te kunnen afleggen, zodat de school een passende oplossing kan voorstellen.
Als de theorieproeven worden gehandhaafd, kan een in 2019-2020 gegeven cursus in de volgende jaren worden geëvalueerd voor eerste en tweedejaarsstudenten. Zij moeten aan het einde van de gehele cursus zijn afgerond, op voorwaarde dat de betrokken leerlingen ten minste het eerste jaar van hun opleiding hebben doorlopen.
§ 2. Wanneer de theorieproeven in 2019-2020 worden gehandhaafd, kunnen ze op afstand worden georganiseerd. In dat geval verzoekt de school de leerling uiterlijk tien werkdagen voor de datum waarop de proef moet worden afgelegd, formeel te melden of hij niet in de correcte materiële omstandigheden verkeert om de proef te kunnen afleggen, zodat de school een passende oplossing kan voorstellen.
Art.3. § 1er. Par dérogation au point 1 du paragraphe 1er de l'article 9 du même décret, l'obligation d'organiser des épreuves théoriques en 2019-2020 est supprimée pour les élèves de première et deuxième années. Il appartiendra aux pouvoirs organisateurs de décider de maintenir ou non ces épreuves.
En cas de maintien des épreuves théoriques, un cours dispensé en 2019-2020 peut être évalué au cours des années ultérieures pour les élèves de première et de deuxième années. Elles devront avoir été réalisées au terme de la formation dans son ensemble, pour autant que les élèves concernés aient au moins réussi la première année de leur cursus.
§ 2. Lorsque les épreuves théoriques sont maintenues en 2019-2020, elles pourront être organisées à distance. Dans ce cas, au plus tard 10 jours ouvrables avant la date de passation de l'épreuve, l'établissement scolaire demande à l'élève de lui notifier formellement s'il ne se trouve pas dans les conditions matérielles adéquates lui permettant de la présenter afin que l'établissement puisse lui proposer une solution adaptée.
En cas de maintien des épreuves théoriques, un cours dispensé en 2019-2020 peut être évalué au cours des années ultérieures pour les élèves de première et de deuxième années. Elles devront avoir été réalisées au terme de la formation dans son ensemble, pour autant que les élèves concernés aient au moins réussi la première année de leur cursus.
§ 2. Lorsque les épreuves théoriques sont maintenues en 2019-2020, elles pourront être organisées à distance. Dans ce cas, au plus tard 10 jours ouvrables avant la date de passation de l'épreuve, l'établissement scolaire demande à l'élève de lui notifier formellement s'il ne se trouve pas dans les conditions matérielles adéquates lui permettant de la présenter afin que l'établissement puisse lui proposer une solution adaptée.
Art.4. In afwijking van artikel 9, paragraaf 1, punt 2, van hetzelfde decreet wordt de verplichting om in 2019-2020 praktijkproeven te organiseren voor leerlingen van het eerste en tweede leerjaar afgeschaft. Het komt aan de inrichtende machten toe om te beslissen of zij deze tests al dan niet handhaven.
Als de praktijkproeven worden gehandhaafd, kunnen ze in latere jaren worden georganiseerd voor eerste en tweedejaars leerlingen.
Zij moeten aan het einde van de gehele opleiding zijn uitgevoerd, op voorwaarde dat de betrokken leerlingen ten minste het eerste jaar van hun opleiding hebben doorlopen. In dit geval is de in paragraaf 2, punt 2, van hetzelfde artikel bedoelde verdeling van deze proeven per studiejaar niet van toepassing.
Als de praktijkproeven worden gehandhaafd, kunnen ze in latere jaren worden georganiseerd voor eerste en tweedejaars leerlingen.
Zij moeten aan het einde van de gehele opleiding zijn uitgevoerd, op voorwaarde dat de betrokken leerlingen ten minste het eerste jaar van hun opleiding hebben doorlopen. In dit geval is de in paragraaf 2, punt 2, van hetzelfde artikel bedoelde verdeling van deze proeven per studiejaar niet van toepassing.
Art.4. Par dérogation au point 2 du paragraphe 1er de l'article 9 du même décret, l'obligation d'organiser des épreuves pratiques en 2019-2020 est supprimée pour les élèves de première et deuxième années. Il appartiendra aux pouvoirs organisateurs de décider de maintenir ou non ces épreuves.
En cas de maintien des épreuves pratiques, celles-ci pourront être organisées au cours des années ultérieures pour les élèves de première et de deuxième années.
Elles devront avoir été réalisées au terme de la formation dans son ensemble, pour autant que les élèves concernés aient au moins réussi la première année de leur cursus. Dans ce cas, la répartition de ces épreuves par année d'études prévue au point 2° du paragraphe 2 du même article n'est pas applicable.
En cas de maintien des épreuves pratiques, celles-ci pourront être organisées au cours des années ultérieures pour les élèves de première et de deuxième années.
Elles devront avoir été réalisées au terme de la formation dans son ensemble, pour autant que les élèves concernés aient au moins réussi la première année de leur cursus. Dans ce cas, la répartition de ces épreuves par année d'études prévue au point 2° du paragraphe 2 du même article n'est pas applicable.
Art.5. In afwijking van artikel 10, § 3 van hetzelfde decreet kan de klassenraad in 2019-2020 een leerling die niet voldoet aan de criteria om te slagen, niet tot laureaat verklaren in het derde jaar of in het eindexamen.
Eerste en tweedejaars leerlingen kunnen alleen tot laureaat worden uitgeroepen door de klassenraad als ze een herstelplan hebben om hun vaardigheden te consolideren.
Eerste en tweedejaars leerlingen kunnen alleen tot laureaat worden uitgeroepen door de klassenraad als ze een herstelplan hebben om hun vaardigheden te consolideren.
Art.5. Par dérogation à l'article 10, § 3, du même décret, en 2019-2020, le Conseil de classe ne peut pas déclarer lauréat de troisième année ou de l'épreuve finale, un élève qui n'a pas satisfait aux critères de réussite.
Les élèves de première et de deuxième années, ne pourront être déclarés lauréats par le Conseil de classe que moyennant un plan de remédiation destiné à consolider leurs compétences.
Les élèves de première et de deuxième années, ne pourront être déclarés lauréats par le Conseil de classe que moyennant un plan de remédiation destiné à consolider leurs compétences.
Art.6. In afwijking van artikel 11, paragraaf 1, van hetzelfde decreet, kunnen in de winter-, lente- en zomervakantie stages worden georganiseerd voor leerlingen die in 2019-2020 in de eerste drie jaar van het opleidingsprogramma zijn ingeschreven, zonder dat bij de Minister van Onderwijs om afwijking verzocht hoeft te worden, op voorwaarde dat zij ten minste voor het eerste jaar zijn geslaagd.
In 2019-2020 kan de klassenraad toestaan dat derdejaars leerlingen die de ontbrekende klinische onderwijsuren tijdens de zomervakantie of vóór 31 januari 2021 van het derde aanvullende jaar niet willen of kunnen aanvullen, deze ontbrekende uren na die datum kunnen aanvullen en zo het jaar tussen 1 februari en 30 juni 2021 kunnen aanvullen.
In 2019-2020 kan de klassenraad toestaan dat derdejaars leerlingen die de ontbrekende klinische onderwijsuren tijdens de zomervakantie of vóór 31 januari 2021 van het derde aanvullende jaar niet willen of kunnen aanvullen, deze ontbrekende uren na die datum kunnen aanvullen en zo het jaar tussen 1 februari en 30 juni 2021 kunnen aanvullen.
Art.6. Par dérogation au paragraphe 1er de l'article 11 du même décret, les stages pourront être organisés, sans solliciter de dérogation auprès du Ministre de l'Enseignement obligatoire, pendant les vacances d'hiver, de printemps et d'été, pour les élèves inscrits, en 2019-2020, dans les trois premières années de la formation, pour autant que ceux-ci aient au moins réussi la première année.
En 2019-2020, le Conseil de classe pourra permettre aux élèves de troisième année, qui ne le souhaiteraient pas ou qui n'en auraient pas la possibilité d'effectuer les heures d'enseignement clinique manquantes durant les vacances d'été ou avant le 31 janvier 2021 de la troisième année complémentaire, de pouvoir effectuer ces heures manquantes après cette date et ainsi terminer l'année entre le 1er février et le 30 juin 2021.
En 2019-2020, le Conseil de classe pourra permettre aux élèves de troisième année, qui ne le souhaiteraient pas ou qui n'en auraient pas la possibilité d'effectuer les heures d'enseignement clinique manquantes durant les vacances d'été ou avant le 31 janvier 2021 de la troisième année complémentaire, de pouvoir effectuer ces heures manquantes après cette date et ainsi terminer l'année entre le 1er février et le 30 juin 2021.
Art.7. In afwijking van artikel 14, punt 2, van hetzelfde decreet mag het aantal leerlingen per verpleger of vroedvrouw in 2020 bij wijze van uitzondering meer dan drie bedragen.
Art.7. Par dérogation au point 2 de l'article 14 du même décret, le nombre d'élèves par infirmier(ère) ou par sage-femme peut exceptionnellement être supérieur à trois, en 2020.
Art.8. (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DFG2021-10-28/28, art. 8)">Opgeheven art. 6 van 11 FEBRUARI 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 55 houdende afwijking van diverse bepalingen betreffende het aanvullend secundair beroepsonderwijs, afdeling verpleegkunde in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DFG2021-10-28/28, art. 8)
Art.8. (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DFG2021-10-28/28, art. 8)">Abrogé art. 6 van 11 FEBRUARI 2021. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van bijzondere machten nr. 55 houdende afwijking van diverse bepalingen betreffende het aanvullend secundair beroepsonderwijs, afdeling verpleegkunde in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 (NOTA : bekrachtigd met uitwerking op de datum van zijn inwerkingtreding bij DFG2021-10-28/28, art. 8)
Art.9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.
Art.9. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa signature.
Art. 10. De minister bevoegd voor het leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 10. Le Ministre qui a l'enseignement obligatoire dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.