Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder:
1° Administratie: de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijke Ordening, Wonen, Erfgoed en Energie;
2° audit: de audit zoals bepaald in artikel 2, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning;
2° auditeur: de auditeur die erkend is overeenkomstig de eisen van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning;
4° [2 aanvrager: elke natuurlijke persoon, handelend voor eigen rekening of in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van een onverdeelde mede-eigendom, die ten minste achttien jaar oud of een geëmancipeerde minderjarige is, die ingeschreven is in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister, of elke vereniging van mede-eigenaars, en die projectleider is voor de investeringen bedoeld in dit besluit]2;
5° [2 kind ten laste: overeenkomstig artikel 1, 32°, van het Wetboek, een kind voor wie, op de datum van de indiening van de premie-aanvraag, gezins- of wezenbijslag wordt toegekend aan een lid van het huishouden van de aanvrager of zijn opdrachtgevers. Een kind wordt ook beschouwd als een kind ten laste als het op ten minste gelijke voet wordt opgevangen door de aanvrager of zijn gezinshoofden of een lid van zijn huishouden]2;
6° registratie: de indiening van het auditrapport [2 ...]2 door de auditeur in de dadabank die hun door de Administratie ter beschikking wordt gesteld overeenkomstig artikel 8 van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning;
7° ondernemer: de persoon die de krachtens dit besluit in aanmerking komende investeringen uitvoert en die ze aan de aanvrager factureert;
8° investering: ieder krachtens dit besluit in aanmerking komend werk of prestatie uitgevoerd door een ondernemer;
9° [2 ...]2
[1 9°/1 de beschadigde woning: de woning die beschadigd is ten gevolgde van de overstromingen van juli 2021 en gelegen is in een van de gemeenten zoals aangeduid in het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2021 waarbij de overstromingen die hebben plaatsgevonden van 14 tot 16 juli 2021 als een algemene natuurramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp wordt afgebakend en het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2021 waarbij de overstromingen van 24 juli 2021 als een algemene ramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp afgebakend wordt;]1
[1 9°/2 het beschadigde gebouw: het gebouw dat beschadigd is ten gevolgde van de overstromingen van juli 2021 en gelegen is in een van de gemeenten zoals aangeduid in het besluit van de Waalse Regering van 28 juli 2021 waarbij de overstromingen die hebben plaatsgevonden van 14 tot 16 juli 2021 als een algemene natuurramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp wordt afgebakend en het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2021 waarbij de overstromingen van 24 juli 2021 als een algemene ramp worden beschouwd en waarbij de geografische uitgestrektheid van deze ramp afgebakend wordt;]1
10° Ministers: de Ministers van Huisvesting en Energie;
[2 10° /1 de auditpremie: de premie die wordt toegekend voor het uitvoeren van een audit, overeenkomstig het besluit van de Waalse regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning;
10/2° de premie voor werken: de premie die wordt toegekend voor één of meerdere van de investeringen bedoeld in 3° tot 22° van de bijlage bij dit besluit;
10/3° de gekoppelde werken: de renovatiewerken en de werken ter verbetering van de energieprestatie uitgevoerd op dezelfde muur, zoals aanbevolen in het auditrapport;]2
11° auditrapport: het rapport opgesteld overeenkomstig artikel 15, §§ 2 en 3, van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning;
12° [2 ...]2
13° AVG: de Europese Verordening 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG;
14° gezamenlijk belastbare inkomens: de inkomens die betrekking hebben op het voorlaatste volledige jaar voorafgaand aan [2 de datum van indiening van de premie"]2 zoals vermeld in het/de aanslagbiljet/tten van het gezin [2 an de aanvrager en zijn opdrachtgevers en in elk soortgelijk certificaat]2.
[2 15° Wetboek: het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen;
16° renopack : een product bestaande uit een krediet tegen nultarief en een premie voor werken, die bestemd zijn voor de financiering van renovatiewerken, hetzij op het vlak van energiebesparing, hetzij op het vlak van gezondheid of veiligheid, en die recht geven op een premie ter bevordering van de renovatie van de woningen overeenkomstig dit besluit of werken voor de aanpassing van de woning krachtens het reglementair deel van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid.]2
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
4 APRIL 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit,[...] en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning (NOTA : opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap bij BDG2021-09-30/22, art. 21,1°, 002; Inwerkingtreding : 01-11-2021) <BWG2023-06-29/16, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 01-07-2023> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-07-2019 en tekstbijwerking tot 11-04-2025)
Titre
4 AVRIL 2019. - Arrêté du Gouvernement wallon instaurant un régime de primes pour la réalisation d'un audit, [...] et des investissements économiseurs d'énergie et de rénovation d'un logement (NOTE : abrogé pour la Communauté germanophone par ACG2021-09-30/22, art. 21,1°, 002; En vigueur : 01-11-2021)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 01-07-2019 et mise à jour au 11-04-2025)
Informations sur le document
Numac: 2019203007
Datum: 2019-04-04
Info du document
Numac: 2019203007
Date: 2019-04-04
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen
HOOFDSTUK II. - Premies voor auditrapporten, [1...
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Afdeling 2. - In aanmerking komende investering...
Afdeling 3. - Bepaling van het premiebedrag
Afdeling 4. - Procedure voor de indiening van e...
HOOFDSTUK IIbis. [1 - Premie voor beschadigde ...
Afdeling 1. [1 - Toepassingsgebied]1
Afdeling 2. [1 - In aanmerking komende invester...
Afdeling 3. [1 - Bepaling van het premiebedrag]1
Afdeling 4. [1 - Procedure voor de indiening va...
HOOFDSTUK IIter. [1 - Tijdelijke vrijstelling ...
HOOFDSTUK III. - Beroep
HOOFDSTUK IV. - Controle
HOOFDSTUK V.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
BIJLAGE.
Table des matières
CHAPITRE Ier. - Définitions
CHAPITRE II. - Primes aux rapports d'audit [1 ....
Section 1. - Champ d'application
Section 2. - Investissements et rapports éligibles
Section 3. - Détermination du montant de la prime
Section 4. - Procédure pour l'introduction d'un...
CHAPITRE IIbis. [1 - Prime à destination des l...
Section 1re. [1 - Champs d'application]1
Section 2. [1 - Investissements et rapports éli...
Section 3. [1 - Détermination du montant de la ...
Section 4. [1 - Procédure d'introduction d'une ...
CHAPITRE IIter. [1 - Dispense temporaire d'aud...
CHAPITRE III. - Recours
CHAPITRE IV. - Contrôle
CHAPITRE V.
CHAPITRE VI. - Dispositions finales
ANNEXE.
Tekst (50)
Texte (50)
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen
CHAPITRE Ier. - Définitions
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par :
1° l'Administration : le Service public de Wallonie Territoire, Logement, Patrimoine et Energie;
2° l'audit : l'audit tel que défini à l'article 2, 3°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement;
3° l'auditeur : l'auditeur agréé conformément aux exigences de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement;
4° [2 le demandeur : toute personne physique, agissant en son nom personnel ou en sa qualité de représentant d'une copropriété indivise, âgée de dix-huit ans au moins ou mineur émancipé, inscrite au registre de la population ou inscrite au registre des étrangers, ou toute association de copropriétaires, et qui est maître d'ouvrage des investissements visés au présent arrêté]2;
5° [2 l'enfant à charge : conformément à l'article 1er, 32°, du Code, l'enfant pour lequel, à la date d'introduction de la demande de prime, des allocations familiales ou d'orphelin sont attribuées à un membre du ménage du demandeur ou de ses mandants. Est également considéré comme enfant à charge l'enfant qui est hébergé à tout le moins à titre égalitaire par le demandeur ou ses mandants ou un membre de son ou leur ménage]2;
6° l'enregistrement : le dépôt du rapport d'audit [2 ...]2 par l'auditeur sur la base de données mise à leur disposition par l'Administration conformément à l'article 8 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement;
7° l'entrepreneur : la personne qui réalise et facture au demandeur les investissements éligibles en vertu du présent arrêté;
8° l'investissement : tout travail ou prestation éligible en vertu du présent arrêté et réalisé par un entrepreneur;
9° [2 ...]2
[1 9°/1 le logement sinistré : le logement sinistré à la suite des inondations de juillet 2021 et situé dans une des communes telles qu'identifiées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 juillet 2021 reconnaissant comme calamité naturelle publique les inondations survenues du 14 au 16 juillet 2021 et délimitant son étendue géographique et l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 septembre 2021 reconnaissant comme calamité naturelle publique les inondations survenues le 24 juillet 2021 et délimitant son étendue géographique;]1
[1 9°/2 le bâtiment sinistré : le bâtiment sinistré à la suite des inondations de juillet 2021 et situé dans une des communes telles qu'identifiées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 juillet 2021 reconnaissant comme calamité naturelle publique les inondations survenues du 14 au 16 juillet 2021 et délimitant son étendue géographique et l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 septembre 2021 reconnaissant comme calamité naturelle publique les inondations survenues le 24 juillet 2021 et délimitant son étendue géographique;]1
10° les Ministres : les Ministres qui ont le Logement et l'Energie dans leurs attributions;
[2 10/1° la prime audit : la prime octroyée pour la réalisation d'un audit, conformément à l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement ;
10/2° la prime travaux : la prime octroyée pour la réalisation d'un ou plusieurs investissements visés aux 3° à 22° de l'annexe au présent arrêté ;
10/3° les travaux liés : les travaux de rénovation et d'amélioration de la performance énergétique réalisés sur une même paroi, tels que recommandés par le rapport d'audit ; ]2
11° le rapport d'audit : le rapport réalisé conformément à l'article 15, §§ 2 et 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement;
12° [2 ...]2
13° le RGPD : le Règlement européen 2016/679 du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la Directive 95/46/CE;
14° les revenus imposables globalement : les revenus afférents à l'avant-dernière année complète précédant [2 la date d'introduction de la demande de prime]2 tels qu'ils apparaissent sur le ou les avertissements-extraits de rôle du ménage [2 du demandeur et de ses mandants et sur tout certificat assimilé]2.
[2 15° le Code : le Code wallon de l'Habitation durable ;
16° le rénopack : le produit composé d'un crédit à taux zéro et d'une prime travaux, destiné à financer les travaux de rénovation, en matière soit d'économies d'énergie, de salubrité ou de sécurité, ouvrant le droit à une prime favorisant la rénovation des logements conformément au présent arrêté ou des travaux d'adaptation du logement en vertu du Code réglementaire de l'Action sociale et de la Santé.]2
1° l'Administration : le Service public de Wallonie Territoire, Logement, Patrimoine et Energie;
2° l'audit : l'audit tel que défini à l'article 2, 3°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement;
3° l'auditeur : l'auditeur agréé conformément aux exigences de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement;
4° [2 le demandeur : toute personne physique, agissant en son nom personnel ou en sa qualité de représentant d'une copropriété indivise, âgée de dix-huit ans au moins ou mineur émancipé, inscrite au registre de la population ou inscrite au registre des étrangers, ou toute association de copropriétaires, et qui est maître d'ouvrage des investissements visés au présent arrêté]2;
5° [2 l'enfant à charge : conformément à l'article 1er, 32°, du Code, l'enfant pour lequel, à la date d'introduction de la demande de prime, des allocations familiales ou d'orphelin sont attribuées à un membre du ménage du demandeur ou de ses mandants. Est également considéré comme enfant à charge l'enfant qui est hébergé à tout le moins à titre égalitaire par le demandeur ou ses mandants ou un membre de son ou leur ménage]2;
6° l'enregistrement : le dépôt du rapport d'audit [2 ...]2 par l'auditeur sur la base de données mise à leur disposition par l'Administration conformément à l'article 8 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement;
7° l'entrepreneur : la personne qui réalise et facture au demandeur les investissements éligibles en vertu du présent arrêté;
8° l'investissement : tout travail ou prestation éligible en vertu du présent arrêté et réalisé par un entrepreneur;
9° [2 ...]2
[1 9°/1 le logement sinistré : le logement sinistré à la suite des inondations de juillet 2021 et situé dans une des communes telles qu'identifiées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 juillet 2021 reconnaissant comme calamité naturelle publique les inondations survenues du 14 au 16 juillet 2021 et délimitant son étendue géographique et l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 septembre 2021 reconnaissant comme calamité naturelle publique les inondations survenues le 24 juillet 2021 et délimitant son étendue géographique;]1
[1 9°/2 le bâtiment sinistré : le bâtiment sinistré à la suite des inondations de juillet 2021 et situé dans une des communes telles qu'identifiées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 28 juillet 2021 reconnaissant comme calamité naturelle publique les inondations survenues du 14 au 16 juillet 2021 et délimitant son étendue géographique et l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 septembre 2021 reconnaissant comme calamité naturelle publique les inondations survenues le 24 juillet 2021 et délimitant son étendue géographique;]1
10° les Ministres : les Ministres qui ont le Logement et l'Energie dans leurs attributions;
[2 10/1° la prime audit : la prime octroyée pour la réalisation d'un audit, conformément à l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement ;
10/2° la prime travaux : la prime octroyée pour la réalisation d'un ou plusieurs investissements visés aux 3° à 22° de l'annexe au présent arrêté ;
10/3° les travaux liés : les travaux de rénovation et d'amélioration de la performance énergétique réalisés sur une même paroi, tels que recommandés par le rapport d'audit ; ]2
11° le rapport d'audit : le rapport réalisé conformément à l'article 15, §§ 2 et 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement;
12° [2 ...]2
13° le RGPD : le Règlement européen 2016/679 du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la Directive 95/46/CE;
14° les revenus imposables globalement : les revenus afférents à l'avant-dernière année complète précédant [2 la date d'introduction de la demande de prime]2 tels qu'ils apparaissent sur le ou les avertissements-extraits de rôle du ménage [2 du demandeur et de ses mandants et sur tout certificat assimilé]2.
[2 15° le Code : le Code wallon de l'Habitation durable ;
16° le rénopack : le produit composé d'un crédit à taux zéro et d'une prime travaux, destiné à financer les travaux de rénovation, en matière soit d'économies d'énergie, de salubrité ou de sécurité, ouvrant le droit à une prime favorisant la rénovation des logements conformément au présent arrêté ou des travaux d'adaptation du logement en vertu du Code réglementaire de l'Action sociale et de la Santé.]2
HOOFDSTUK II. - Premies voor auditrapporten, [1 ...]1 en investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning of een gebouw dat aanvankelijk niet voor bewoning is bestemd maar waarin werken worden uitgevoerd om er één of meerdere woningen op te richten<0
CHAPITRE II. - Primes aux rapports d'audit [1 ...]1 et aux investissements économiseurs d'énergie et de rénovation d'un logement ou d'un bâtiment dont la vocation initiale n'est pas résidentielle mais dans lequel sont effectués des travaux afin d'y créer un ou plusieurs logements
Afdeling 1. - Toepassingsgebied
Section 1. - Champ d'application
Art.2. Dit besluit wijkt af van hoofdstuk IV van het besluit van de Waalse Regering van 30 augustus 2007 tot vaststelling van de minimale gezondheidsnormen, de overbevolkingsnormen en houdende de in artikel 1, 9° tot 22°bis, van de Waalse Huisvestingscode bedoelde begripsomschrijvingen.
Art.2. Le présent arrêté déroge au chapitre IV de l'arrêté du Gouvernement wallon du 30 août 2007 déterminant les critères minimaux de salubrité, les critères de surpeuplement et portant les définitions visées à l'article 1er, 19° à 22°bis, du Code wallon du Logement et de l'Habitat durable.
Art.3. § 1. De premies bedoeld [1 in dit hoofdstuk]1 worden voorbehouden voor de aanvrager [2 , natuurlijke persoon,]2 die minstens 18 jaar oud is of de ontvoogde minderjarige die:
1° houder is van een zakelijk recht op de woning of de woning die aanvankelijk niet voor bewoning is bestemd maar waarin werken worden uitgevoerd om er één of meerdere woningen, die het voorwerp uitmaken van de premie-aanvraag, op te richten;
2° uiterlijk binnen 24 maanden, te rekenen van de datum [2 van bevestiging van ontvangst van de eerste aanvraag voor de premie voor werken,]2, één van de volgende voorwaarden vervult of zich ertoe verbindt ze te vervullen:
a) de woning als hoofdverblijfplaats bewonen gedurende een minimumtermijn van 5 jaar;
b) de woning via een beheersmandaat gedurende minstens negen jaar ter beschikking stellen van een sociaal vastgoedagentschap, van een openbare huisvestingsmaatschappij [2 van een vereniging ter bevordering van de huisvesting]2 of elke andere instelling, aangewezen door de Minister;
c) de gehele woning kosteloos en als hoofdverblijfplaats ter beschikking stellen van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad gedurende een minimumtermijn van één jaar;
d) de woning gedurende een minimumtermijn van vijf jaar verhuren door middel van een geregistreerde huurovereenkomst, met inachtneming de indicatieve huurprijzenrooster vastgesteld overeenkomstig artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst.
§ 2. De in § 1, 2°, bedoelde voorwaarden zijn niet toepasselijk op de aanvrager die een premie alleen voor een [2 audit]2 aanvraagt [3 ...]3.
[3 De voorwaarden in § 1 zijn niet van toepassing op de verenigingen van mede-eigenaars.]3
1° houder is van een zakelijk recht op de woning of de woning die aanvankelijk niet voor bewoning is bestemd maar waarin werken worden uitgevoerd om er één of meerdere woningen, die het voorwerp uitmaken van de premie-aanvraag, op te richten;
2° uiterlijk binnen 24 maanden, te rekenen van de datum [2 van bevestiging van ontvangst van de eerste aanvraag voor de premie voor werken,]2, één van de volgende voorwaarden vervult of zich ertoe verbindt ze te vervullen:
a) de woning als hoofdverblijfplaats bewonen gedurende een minimumtermijn van 5 jaar;
b) de woning via een beheersmandaat gedurende minstens negen jaar ter beschikking stellen van een sociaal vastgoedagentschap, van een openbare huisvestingsmaatschappij [2 van een vereniging ter bevordering van de huisvesting]2 of elke andere instelling, aangewezen door de Minister;
c) de gehele woning kosteloos en als hoofdverblijfplaats ter beschikking stellen van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad gedurende een minimumtermijn van één jaar;
d) de woning gedurende een minimumtermijn van vijf jaar verhuren door middel van een geregistreerde huurovereenkomst, met inachtneming de indicatieve huurprijzenrooster vastgesteld overeenkomstig artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst.
§ 2. De in § 1, 2°, bedoelde voorwaarden zijn niet toepasselijk op de aanvrager die een premie alleen voor een [2 audit]2 aanvraagt [3 ...]3.
[3 De voorwaarden in § 1 zijn niet van toepassing op de verenigingen van mede-eigenaars.]3
Art.3. § 1er. Les primes visées [1 par le présent chapitre]1 sont réservées au demandeur, [2 personne physique ]2 âgé de dix-huit ans au moins ou mineur émancipé qui :
1° est titulaire d'un droit réel sur le logement ou le bâtiment dont la vocation initiale n'est pas résidentielle mais dans lequel sont effectués des travaux afin d'y créer un ou plusieurs logements, objet de la demande de primes;
2° remplit ou s'engage à remplir, au plus tard dans les vingt-quatre mois prenant cours à la date [2 d'accusé de réception de la première demande de prime travaux, ]2 une des conditions suivantes :
a) occuper le logement à titre de résidence principale, pendant une durée minimale de cinq ans;
b) mettre le logement à la disposition d'une agence immobilière sociale, d'une Société de logement de service public, [2 d'une association de promotion du logement]2 ou de tout autre organisme désigné par le Ministre du Logement, par un mandat de gestion pour une durée minimale de neuf ans;
c) mettre gratuitement et à titre de résidence principale, la totalité du logement à la disposition d'un parent ou allié jusqu'au deuxième degré inclusivement pendant une durée minimale d'un an;
d) mettre le logement en location par un bail enregistré, dans le respect de la grille indicative des loyers arrêtée en vertu de l'article 89 du décret du 15 mars 2018 relatif au bail d'habitation, pendant une durée minimale de cinq ans.
§ 2. Les conditions fixées au paragraphe 1er, 2°, ne s'appliquent pas au demandeur qui sollicite une prime [2 ...]2 audit uniquement [3 ...]3.
[3 Les conditions fixées au § 1er ne s'appliquent pas aux associations de copropriétaires.]3
1° est titulaire d'un droit réel sur le logement ou le bâtiment dont la vocation initiale n'est pas résidentielle mais dans lequel sont effectués des travaux afin d'y créer un ou plusieurs logements, objet de la demande de primes;
2° remplit ou s'engage à remplir, au plus tard dans les vingt-quatre mois prenant cours à la date [2 d'accusé de réception de la première demande de prime travaux, ]2 une des conditions suivantes :
a) occuper le logement à titre de résidence principale, pendant une durée minimale de cinq ans;
b) mettre le logement à la disposition d'une agence immobilière sociale, d'une Société de logement de service public, [2 d'une association de promotion du logement]2 ou de tout autre organisme désigné par le Ministre du Logement, par un mandat de gestion pour une durée minimale de neuf ans;
c) mettre gratuitement et à titre de résidence principale, la totalité du logement à la disposition d'un parent ou allié jusqu'au deuxième degré inclusivement pendant une durée minimale d'un an;
d) mettre le logement en location par un bail enregistré, dans le respect de la grille indicative des loyers arrêtée en vertu de l'article 89 du décret du 15 mars 2018 relatif au bail d'habitation, pendant une durée minimale de cinq ans.
§ 2. Les conditions fixées au paragraphe 1er, 2°, ne s'appliquent pas au demandeur qui sollicite une prime [2 ...]2 audit uniquement [3 ...]3.
[3 Les conditions fixées au § 1er ne s'appliquent pas aux associations de copropriétaires.]3
Art.4. § 1. [1 Onder de in dit besluit bepaalde voorwaarden en binnen de perken van de beschikbare kredieten worden premies toegekend voor het opstellen van een auditrapport en voor de in de bijlage bedoelde investeringen waarvoor in het auditrapport een aanbeveling is gedaan. De premie wordt toegekend voor ten hoogste de in het auditrapport aanbevolen hoeveelheid]1.
[3 In afwijking van het eerste lid wordt het opstellen van een voorafgaand auditrapport niet verplicht voor de investeringen bedoeld in 3° en 6° van de bijlage bij dit besluit, die het voorwerp kunnen uitmaken van een premieaanvraag, zelfs zonder dit rapport.]3
§ 2. De woning of het gebouw dat aanvankelijk niet voor bewoning is bestemd maar waarin werken worden uitgevoerd om er één of meerdere woningen op te richten, die het voorwerp uitmaken van een audit of investeringen waarvoor het Gewest een premie toekent, is vanaf de datum van de registratie van het auditrapport ouder dan 15 jaar, is in het Waalse Gewest [1 , exclusief gemeenten in de Duitstalige Gemeenschap,]1 gelegen en is hoofdzakelijk voor bewoning bestemd.[1 De periode van vijftien jaar begint te lopen vanaf de datum waarop de stedenbouwkundige vergunning werd toegekend, indien deze vereist was voor de oprichting ervan.]1
§ 3. Voor dezelfde investering mag de krachtens dit besluit toegekende premie niet gecumuleerd worden met een andere steun toegekend door het Waalse Gewest [2 met uitzondering van de steun voor energieverslindende woningen voorzien in het besluit van 23 mei 2024 betreffende de toekenning door de Société wallonne du Crédit social en het Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie van financiële steun waardoor bepaalde aanvragers met een onzeker inkomen in aanmerking kunnen komen voor een sociaal krediet voor de energierenovatie van hun woning.]2
§ 4. Behoudens andersluidende bepaling worden de investeringen in hun geheel door een ondernemer verricht, die bij de Kruispuntbank der Ondernemingen is ingeschreven.
Als de Regering een label voor de ondernemers creëert en de modaliteiten voor de toekenning van deze label vaststelt, worden de in aanmerking komende investeringen in hun geheel uitgevoerd door een gelabelliseerde ondernemer. Dit lid is niet van toepassing op de auditeur.
[3 In afwijking van het eerste lid wordt het opstellen van een voorafgaand auditrapport niet verplicht voor de investeringen bedoeld in 3° en 6° van de bijlage bij dit besluit, die het voorwerp kunnen uitmaken van een premieaanvraag, zelfs zonder dit rapport.]3
§ 2. De woning of het gebouw dat aanvankelijk niet voor bewoning is bestemd maar waarin werken worden uitgevoerd om er één of meerdere woningen op te richten, die het voorwerp uitmaken van een audit of investeringen waarvoor het Gewest een premie toekent, is vanaf de datum van de registratie van het auditrapport ouder dan 15 jaar, is in het Waalse Gewest [1 , exclusief gemeenten in de Duitstalige Gemeenschap,]1 gelegen en is hoofdzakelijk voor bewoning bestemd.[1 De periode van vijftien jaar begint te lopen vanaf de datum waarop de stedenbouwkundige vergunning werd toegekend, indien deze vereist was voor de oprichting ervan.]1
§ 3. Voor dezelfde investering mag de krachtens dit besluit toegekende premie niet gecumuleerd worden met een andere steun toegekend door het Waalse Gewest [2 met uitzondering van de steun voor energieverslindende woningen voorzien in het besluit van 23 mei 2024 betreffende de toekenning door de Société wallonne du Crédit social en het Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie van financiële steun waardoor bepaalde aanvragers met een onzeker inkomen in aanmerking kunnen komen voor een sociaal krediet voor de energierenovatie van hun woning.]2
§ 4. Behoudens andersluidende bepaling worden de investeringen in hun geheel door een ondernemer verricht, die bij de Kruispuntbank der Ondernemingen is ingeschreven.
Als de Regering een label voor de ondernemers creëert en de modaliteiten voor de toekenning van deze label vaststelt, worden de in aanmerking komende investeringen in hun geheel uitgevoerd door een gelabelliseerde ondernemer. Dit lid is niet van toepassing op de auditeur.
Art.4. § 1er. [1 Aux conditions prévues par le présent arrêté et dans la limite des crédits disponibles, il peut être octroyé des primes pour la réalisation d'un rapport d'audit et des investissements visés à l'annexe lorsqu'ils ont fait l'objet d'une recommandation dans le rapport d'audit. La prime est octroyée au maximum pour la quantité préconisée dans le rapport d'audit]1.
[3 Par dérogation à l'alinéa 1er, la réalisation d'un rapport d'audit préalable n'est pas obligatoire pour les investissements visés au 3° et au 6° de l'annexe au présent arrêté, lesquels peuvent faire l'objet d'une demande de primes même en l'absence de ce rapport.]3
§ 2. Le logement ou le bâtiment dont la vocation initiale n'est pas résidentielle mais dans lequel sont effectués des travaux afin d'y créer un ou plusieurs logements faisant l'objet d'un audit ou d'investissements pour lesquels la Région octroie une prime est âgé de plus quinze ans à dater de l'enregistrement du rapport d'audit, se situe en Région wallonne [1 , excepté les communes situées en communauté germanophone, ]1 et est destiné principalement [1 au logement ]1. [1 Le délai de quinze ans débute à la date d'octroi d'un permis d'urbanisme lorsque celui-ci était exigé pour sa création]1.
§ 3. Pour le même investissement, la prime octroyée en vertu du présent arrêté ne peut être cumulée avec aucune autre aide octroyée par la Région wallonne [2 , à l'exception de l'aide passoires énergétiques prévue par l'arrêté du 23 mai 2024 relatif à l'octroi par la Société wallonne du Crédit social et du Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie d'une aide financière permettant à certains demandeurs à revenus précaires d'être éligibles au crédit social pour la rénovation énergétique de leur logement.]2
§ 4. Sauf disposition contraire, les investissements dans leur ensemble sont réalisés par un entrepreneur, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises.
Si le Gouvernement crée et fixe les modalités d'octroi d'un label aux entrepreneurs, les investissements éligibles dans leur ensemble sont réalisés par un entrepreneur labellisé. Le présent alinéa ne s'applique pas à l'auditeur.
[3 Par dérogation à l'alinéa 1er, la réalisation d'un rapport d'audit préalable n'est pas obligatoire pour les investissements visés au 3° et au 6° de l'annexe au présent arrêté, lesquels peuvent faire l'objet d'une demande de primes même en l'absence de ce rapport.]3
§ 2. Le logement ou le bâtiment dont la vocation initiale n'est pas résidentielle mais dans lequel sont effectués des travaux afin d'y créer un ou plusieurs logements faisant l'objet d'un audit ou d'investissements pour lesquels la Région octroie une prime est âgé de plus quinze ans à dater de l'enregistrement du rapport d'audit, se situe en Région wallonne [1 , excepté les communes situées en communauté germanophone, ]1 et est destiné principalement [1 au logement ]1. [1 Le délai de quinze ans débute à la date d'octroi d'un permis d'urbanisme lorsque celui-ci était exigé pour sa création]1.
§ 3. Pour le même investissement, la prime octroyée en vertu du présent arrêté ne peut être cumulée avec aucune autre aide octroyée par la Région wallonne [2 , à l'exception de l'aide passoires énergétiques prévue par l'arrêté du 23 mai 2024 relatif à l'octroi par la Société wallonne du Crédit social et du Fonds du logement des familles nombreuses de Wallonie d'une aide financière permettant à certains demandeurs à revenus précaires d'être éligibles au crédit social pour la rénovation énergétique de leur logement.]2
§ 4. Sauf disposition contraire, les investissements dans leur ensemble sont réalisés par un entrepreneur, inscrit à la Banque-Carrefour des Entreprises.
Si le Gouvernement crée et fixe les modalités d'octroi d'un label aux entrepreneurs, les investissements éligibles dans leur ensemble sont réalisés par un entrepreneur labellisé. Le présent alinéa ne s'applique pas à l'auditeur.
Afdeling 2. - In aanmerking komende investeringen en rapporten
Section 2. - Investissements et rapports éligibles
Art.5. [1 Het in de bijlage vermelde rapport en investeringen]1 komen in aanmerking voor de toekenning van een premie.
Modifications
Art.5. Sont éligibles à l'octroi d'une prime [2 ,]2 [1 le rapport et les investissements]1 énumérés en annexe.
Art.6. § 1. De opstelling van een auditrapport is verplicht en moet aan de uitvoering van de investeringen voorafgaan. Deze investeringen kunnen pas na de registratie [1 van dit rapport]1 het voorwerp uitmaken van een premie-aanvraag.
[1 In afwijking van lid 1 mag de expertise die wordt uitgevoerd in het kader van de toekenning van een renopack [2 ...]2 worden gebruikt als auditrapport.]1
[2 In afwijking van het eerste lid wordt het opstellen van een voorafgaand auditrapport niet verplicht voor de investeringen bedoeld in 3° en 6° van de bijlage bij dit besluit, die het voorwerp kunnen uitmaken van een premieaanvraag, zelfs zonder dit rapport.]2
[1 § 1/1. Als het auditrapport gekoppelde werken aanbeveelt, wordt de premie-aanvraag ingediend wanneer al deze investeringen zijn gedaan.
In afwijking van lid 1 kan de premie-aanvraag, als het niet mogelijk is de muur te isoleren, worden ingediend wanneer de renovatiewerken zijn uitgevoerd.]1
[2 In afwijking van het eerste lid kan de premieaanvraag voor de investeringen bedoeld in 3° en 6° van de bijlage bij dit besluit worden ingediend zodra alle investeringen zijn uitgevoerd. ]2
§ 2. De investeringen worden binnen zeven jaar na de registratie van het auditrapport verricht [2 wanneer dit verplicht is en in elk geval uiterlijk op 30 september 2026]2.
[1 De premie-aanvragen worden binnen acht jaar na de registratie van het auditrapport ingediend [2 wanneer dit verplicht is en in elk geval uiterlijk op 30 september 2026]2]1.
§ 3. De aanvrager die eigenaar is van een woning verhuurd binnen zes jaar na de datum van registratie van het auditrapport, leeft de indicatieve huurprijzenrooster vastgesteld in uitvoering van artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst na.
§ 4. [1 De Ministers bepalen:
a) de minimumeisen inzake veiligheid, dichtheid en stabiliteit, waaraan de woning die het voorwerp van de premie uitmaakt, moet voldoen;
b) de technische voorwaarden die de in aanmerking komende investeringen moeten naleven;
c) de lijst van de gekoppelde werken bedoeld in § 1/1]1 [3 .]3
[1 In afwijking van lid 1 mag de expertise die wordt uitgevoerd in het kader van de toekenning van een renopack [2 ...]2 worden gebruikt als auditrapport.]1
[2 In afwijking van het eerste lid wordt het opstellen van een voorafgaand auditrapport niet verplicht voor de investeringen bedoeld in 3° en 6° van de bijlage bij dit besluit, die het voorwerp kunnen uitmaken van een premieaanvraag, zelfs zonder dit rapport.]2
[1 § 1/1. Als het auditrapport gekoppelde werken aanbeveelt, wordt de premie-aanvraag ingediend wanneer al deze investeringen zijn gedaan.
In afwijking van lid 1 kan de premie-aanvraag, als het niet mogelijk is de muur te isoleren, worden ingediend wanneer de renovatiewerken zijn uitgevoerd.]1
[2 In afwijking van het eerste lid kan de premieaanvraag voor de investeringen bedoeld in 3° en 6° van de bijlage bij dit besluit worden ingediend zodra alle investeringen zijn uitgevoerd. ]2
§ 2. De investeringen worden binnen zeven jaar na de registratie van het auditrapport verricht [2 wanneer dit verplicht is en in elk geval uiterlijk op 30 september 2026]2.
[1 De premie-aanvragen worden binnen acht jaar na de registratie van het auditrapport ingediend [2 wanneer dit verplicht is en in elk geval uiterlijk op 30 september 2026]2]1.
§ 3. De aanvrager die eigenaar is van een woning verhuurd binnen zes jaar na de datum van registratie van het auditrapport, leeft de indicatieve huurprijzenrooster vastgesteld in uitvoering van artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst na.
§ 4. [1 De Ministers bepalen:
a) de minimumeisen inzake veiligheid, dichtheid en stabiliteit, waaraan de woning die het voorwerp van de premie uitmaakt, moet voldoen;
b) de technische voorwaarden die de in aanmerking komende investeringen moeten naleven;
c) de lijst van de gekoppelde werken bedoeld in § 1/1]1 [3 .]3
Art.6. § 1er. La réalisation d'un rapport d'audit est obligatoire et préalable à la réalisation des investissements, lesquels peuvent faire l'objet d'une demande de primes uniquement après l'enregistrement [1 de ce rapport]1.
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, l'expertise réalisée dans le cadre de l'octroi d'un rénopack [2 ...]2 peut valoir rapport d'audit.]1
[2 Par dérogation à l'alinéa 1er, la réalisation d'un rapport d'audit préalable n'est pas obligatoire pour les investissements visés au 3° et au 6° de l'annexe au présent arrêté, lesquels peuvent faire l'objet d'une demande de primes même en l'absence de ce rapport.]2
[1 § 1/1. Si le rapport d'audit recommande des travaux liés, la demande de prime est introduite quand l'ensemble de ces investissements a été réalisé.
Par dérogation à l'alinéa 1er, si l'isolation de la paroi n'est pas réalisable, la demande de prime peut être introduite quand le travail de rénovation est réalisé. ]1
[2 Par dérogation à l'alinéa 1er, pour les investissements visés au 3° et au 6° de l'annexe au présent arrêté, la demande de prime peut être introduite dès que l'ensemble des investissements est réalisé. ]2
§ 2. Les investissements sont réalisés dans les sept ans de l'enregistrement du rapport d'audit [2 lorsque celui-ci est obligatoire et, dans tous les cas, au plus tard le 30 septembre 2026 ]2.
Les [1 demandes de primes sont introduites]1 dans les huit ans de l'enregistrement du rapport d'audit [2 lorsque celui-ci est obligatoire et, dans tous les cas, au plus tard le 30 septembre 2026 ]2.
§ 3. Le demandeur [3 ,]3 propriétaire d'un logement mis en location dans les sept ans suivant la date de l'enregistrement du rapport d'audit [3 ,]3 respecte la grille indicative des loyers arrêtée en vertu de l'article 89 du décret du 15 mars 2018 relatif au bail d'habitation.
§ 4. [1 Les Ministres fixent :
a) les exigences minimales de sécurité, d'étanchéité et de stabilités auxquelles doit satisfaire le logement objet de la prime ;
b) les conditions techniques que doivent respecter les investissements éligibles ;
c) la liste des travaux liés visés au § 1/1]1.
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, l'expertise réalisée dans le cadre de l'octroi d'un rénopack [2 ...]2 peut valoir rapport d'audit.]1
[2 Par dérogation à l'alinéa 1er, la réalisation d'un rapport d'audit préalable n'est pas obligatoire pour les investissements visés au 3° et au 6° de l'annexe au présent arrêté, lesquels peuvent faire l'objet d'une demande de primes même en l'absence de ce rapport.]2
[1 § 1/1. Si le rapport d'audit recommande des travaux liés, la demande de prime est introduite quand l'ensemble de ces investissements a été réalisé.
Par dérogation à l'alinéa 1er, si l'isolation de la paroi n'est pas réalisable, la demande de prime peut être introduite quand le travail de rénovation est réalisé. ]1
[2 Par dérogation à l'alinéa 1er, pour les investissements visés au 3° et au 6° de l'annexe au présent arrêté, la demande de prime peut être introduite dès que l'ensemble des investissements est réalisé. ]2
§ 2. Les investissements sont réalisés dans les sept ans de l'enregistrement du rapport d'audit [2 lorsque celui-ci est obligatoire et, dans tous les cas, au plus tard le 30 septembre 2026 ]2.
Les [1 demandes de primes sont introduites]1 dans les huit ans de l'enregistrement du rapport d'audit [2 lorsque celui-ci est obligatoire et, dans tous les cas, au plus tard le 30 septembre 2026 ]2.
§ 3. Le demandeur [3 ,]3 propriétaire d'un logement mis en location dans les sept ans suivant la date de l'enregistrement du rapport d'audit [3 ,]3 respecte la grille indicative des loyers arrêtée en vertu de l'article 89 du décret du 15 mars 2018 relatif au bail d'habitation.
§ 4. [1 Les Ministres fixent :
a) les exigences minimales de sécurité, d'étanchéité et de stabilités auxquelles doit satisfaire le logement objet de la prime ;
b) les conditions techniques que doivent respecter les investissements éligibles ;
c) la liste des travaux liés visés au § 1/1]1.
Afdeling 3. - Bepaling van het premiebedrag
Section 3. - Détermination du montant de la prime
Art. 7. § 1. De Ministers bepalen:
1° de basisbedragen van elke premie die berekend worden [1 ...]1 op basis van een forfaitair bedrag, ongeacht de inkomens van de aanvrager;
2° het bedrag van de verhoging naar gelang van de gebruikte materialen of techniek.
§ 2.[2 De globaal belastbare inkomsten van het gezin die in paragraaf 3 zijn vastgesteld, vallen onder één van de volgende categorieën:
1° de basisbedragen van elke premie die berekend worden [1 ...]1 op basis van een forfaitair bedrag, ongeacht de inkomens van de aanvrager;
2° het bedrag van de verhoging naar gelang van de gebruikte materialen of techniek.
§ 2.[2 De globaal belastbare inkomsten van het gezin die in paragraaf 3 zijn vastgesteld, vallen onder één van de volgende categorieën:
Art. 7. § 1er. Les Ministres déterminent :
1° les montants de base de chaque prime [1 ...]1 [3 ...]3 sur une base forfaitaire indépendamment des revenus du ménage du demandeur;
2° le montant de la majoration en fonction des matériaux ou de la technique utilisés.
§ 2. [2 Les revenus imposables globalement du ménage du demandeur, déterminés au paragraphe 3, entrent dans l'une des catégories suivantes :
1° les montants de base de chaque prime [1 ...]1 [3 ...]3 sur une base forfaitaire indépendamment des revenus du ménage du demandeur;
2° le montant de la majoration en fonction des matériaux ou de la technique utilisés.
§ 2. [2 Les revenus imposables globalement du ménage du demandeur, déterminés au paragraphe 3, entrent dans l'une des catégories suivantes :
| Inkomenscategorie | Inkomens zoals voorzien in paragraaf 3 |
| R1 | ≤26.900 EUR |
| R2 | tussen 26.900,01 en 38.300 EUR |
| R3 | tussen 38.300,01 en 50.600 EUR |
| R4 | tussen 50.600,01 en 114.400 EUR |
De bedragen die de inkomenscategorieën afbakenen, worden geïndexeerd overeenkomstig de indexeringsmodaliteiten bedoeld in artikel 203 van het Waals Wetboek van Duurzaam Wonen.
Er wordt geen premie toegekend aan aanvragers met een inkomen boven dat van categorie R4. ]2.
§ 3. Voor de berekening van de inkomens bedoeld in paragraaf 2:
1° wordt rekening gehouden met de gezamenlijk belastbare inkomens van het gezin van de aanvrager [1 van zijn opdrachtgevers,]1 waarbij verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager [1 en van zijn opdrachtgevers]1 uitgesloten zijn, op grond van de samenstelling van het gezin;
2° wordt een som van 5.000 euro per kind ten laste [1 ...]1 afgetrokken.
In het geval vermeld in het eerste lid, 2°, wordt als bijkomend kind ten laste beschouwd:
1° iedere persoon van het gezin van de aanvrager [1 , van zijn opdrachtgevers]1 erkend als persoon met een handicap [1 overeenkomstig artikel 1, 32°, van het Wetboek]1 ;
2° iedere persoon erkend als persoon met een handicap, die op weg is om gedomicilieerd te zijn in de woning van de aanvrager [1 of van zijn opdrachtgevers]1 en die een verwantschapsband tot in de derde graad heeft met één van de personen van het gezin van de aanvrager [1 of van zijn opdrachtgevers]1;
3° het kind ten laste erkend als persoon met een handicap of voor wie de aanvrager [1 , zijn opdrachtgevers]1 of een lid van zijn gezin gezinsbijslagen voor weeskinderen ontvangt;
4° het ongeboren kind, d.w.z. het kind verwekt sinds ten minste negentig dagen vanaf de datum [1 van de indiening van de aanvraag]1;
5° [1 ...]1
Als persoon met een handicap erkend wordt, de minder- of meerjarige persoon met aanzienlijk beperkte capaciteiten inzake sociale integratie en inschakeling in het arbeidsproces ten gevolge van een krenking van het geestelijk, sensorieel of lichamelijk vermogen, overeenkomstig artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 7 september 2000 tot bepaling van het begrip "persoon met een handicap" in de zin van artikel 1, 33°, van de Waalse Huisvestingscode.
[1 Een bedrag van 5.000 euro wordt afgetrokken per bloedverwant van de aanvrager of van zijn opdrachtgevers als de bloedverwant aan de volgende voorwaarden voldoet:
a) bloedverwant zijn tot in de derde graad of gehuwd zijn of zijn geweest, doorgaans samenwonen of hebben samengewoond met deze bloedverwant ;
b) gedomicilieerd zijn of worden in de woning van de aanvrager of van de persoon met wie deze bloedverwant gehuwd is/is geweest of doorgaans samenleeft of heeft samengeleefd;
c) ten minste 60 jaar oud zijn.]1
§ 4. [2 De basisbedragen van elke premie worden vermenigvuldigd door de volgende coëfficiënt:
1° voor de inkomenscategorie R1: 6,00;
2° voor de inkomenscategorie R2: 4,00;
3° voor de inkomenscategorie R3: 3,00;
4° voor de inkomenscategorie R4: 2.00.
Verenigingen van mede-eigenaars ontvangen de basispremie.
De aanvrager of de aanvragers die natuurlijke personen zijn en die niet de documenten overleggen aan de hand waarvan hun inkomen kan worden vastgesteld overeenkomstig lid 2 van dit besluit, kunnen geen premie ontvangen. ]2. ]1
§ 5. [1 [2 Het bedrag van de premies die krachtens dit besluit zijn toegekend, mag niet hoger zijn dan zeventig procent, inclusief btw, van het bedrag van de factuur of facturen met betrekking tot elke in aanmerking komende investering voor inkomenscategorieën R1 en R2 zoals bedoeld in paragraaf 3. Dit bedrag mag niet hoger zijn dan vijftig procent, inclusief btw, van het bedrag van de factuur of facturen met betrekking tot elke in aanmerking komende investering voor inkomenscategorieën R3 en R4 zoals bedoeld in paragraaf 3.]2.
[2 ...]2
In afwijking van lid 1 kunnen in geval van een uitzonderlijke situatie of ramp auditrapporten worden opgesteld door auditors die door de administratie zijn aangesteld in het kader van een overheidsopdracht, en worden deze voor honderd procent gesubsidieerd]1.
| Catégorie de revenus | Revenus tels que prévus au paragraphe 3 |
| R1 | ≤26.900 EUR |
| R2 | entre 26.900,01 et 38.300 EUR |
| R3 | entre 38.300,01 et 50.600 EUR |
| R4 | entre 50.600,01 et 114.400 EUR |
Les montants définissant les catégories de revenus sont indexés conformément aux modalités d'indexation prévues à l'article 203 du Code wallon de l'habitation durable.
Aucune prime n'est octroyée au demandeur dont les revenus dépassent ceux de la catégorie R4.]2.
§ 3. Pour la détermination des revenus visés au paragraphe 2 :
1° sont pris en considération tous les revenus imposables globalement du ménage du demandeur [1 , de ses mandants, ]1, à l'exclusion des ascendants et des descendants et des collatéraux au second degré du demandeur [1 et de ses mandants]1 sur la base de la composition de ménage;
2° une somme de 5.000 euros est déduite par enfant à charge [1 ...]1.
Dans le cas mentionné à l'alinéa 1er, 2°, est considéré comme enfant à charge supplémentaire :
1° toute personne du ménage du demandeur [1 , de ses mandants,]1 reconnue comme personne en situation de handicap [1 conformément à l'article 1er, 32°, du Code]1;
2° toute personne reconnue comme personne en situation de handicap, en cours de domiciliation dans le logement du demandeur [1 , de ses mandants]1 et disposant d'un lien de parenté allant jusqu'au troisième degré avec l'une des personnes composant le ménage du demandeur [1 ou de ses mandants]1;
3° l'enfant à charge reconnu comme personne en situation de handicap ou pour lequel des allocations familiales d'orphelin sont perçues par le demandeur [1 , ses mandants ]1 ou un membre de [1 leur]1 ménage;
4° l'enfant à naître, c'est-à-dire l'enfant conçu depuis au moins nonante jours à la date [1 d'introduction de la demande]1;
5° [1 ...]1
Est reconnue comme personne en situation de handicap la personne mineure ou majeure présentant une limitation importante de ses capacités d'intégration sociale ou professionnelle suite à une altération de ses facultés mentales, sensorielles ou physiques, conformément à l'article 1er de l'arrêté du Gouvernement wallon du 7 septembre 2000 définissant la notion de personne en situation de handicap au sens de l'article 1er, 33°, du Code wallon du Logement.
[1 Une somme de 5.000 euros est déduite par parent du demandeur ou de ses mandants si le parent répond aux conditions suivantes :
a) être parent jusqu'au troisième degré ou être marié, avoir été marié, vivre habituellement ou avoir vécu avec ce parent ;
b) être domicilié ou en cours de domiciliation dans le logement du demandeur, ou la personne avec qui ce parent est marié, a été marié, vit habituellement ou a vécu ;
c) être âgé d'au moins 60 ans.]1
§ 4.[2 § 4. Les montants de base de chaque prime sont multipliés par le coefficient suivant :
1° pour la catégorie de revenus R1 : 6,00 ;
2° pour la catégorie de revenus R2 : 4,00 ;
3° pour la catégorie de revenus R3 : 3,00 ;
4° pour la catégorie de revenus R4 : 2,00.
Les associations de copropriétaires bénéficient de la prime de base.
Le ou les demandeurs personnes physiques qui ne produisent pas les documents permettant d'établir leurs revenus tels que définis au paragraphe 2, conformément au présent arrêté, ne peuvent pas bénéficier d'une prime]2.
§ 5. [1 Le montant des primes octroyées en vertu du présent arrêté ne peut pas excéder nonante pourcents T.V.A.C. du montant de la ou des facture(s) relative(s) à chaque investissement éligible [2 Le montant des primes octroyées en vertu du présent arrêté ne peut excéder septante pour cent T.V.A.C du montant de la ou des facture(s) relative(s) à chaque investissement éligible pour les catégories de revenus R1 et R2 telles que visées au paragraphe 3. Ce montant ne peut excéder cinquante pour cent T.V.A.C du montant de la ou des facture(s) relative(s) à chaque investissement éligible pour les catégories de revenus R3 et R4 telles que visées au paragraphe 3]2.
[2 ...]2
Par dérogation à l'alinéa 1er, en cas de situation exceptionnelle ou de sinistre, des rapports d'audit peuvent être réalisés par des auditeurs désignés par l'administration dans le cadre d'un marché public et ceux-ci sont subventionnés à cent pourcents.]1.
Afdeling 4. - Procedure voor de indiening van een aanvraag voor premies voor de opstelling van een auditrapport, van de rapporten over de opvolging van de werken en voor de uitvoering van investeringen [1 en voor een aanvraag voor een premie voor werken]1
Section 4. - Procédure pour l'introduction d'une demande de primes pour la réalisation d'un rapport d'audit, de ses rapports de suivi des travaux et des investissements [1 et pour une demande de prime travaux]1
Art.8. § 1. [2 Vóór de uitvoeringen van de andere investeringen dan die bedoeld in 3° en 6° van de bijlage]2 verzoekt de aanvrager om het bezoek van de auditeur om een auditrapport op te stellen.
§ 2. [1 ...]1
[1 § 2/1. De aanvrager dient een volledige aanvraag voor de auditpremie in bij de Administratie binnen de acht maanden na de registratie van het auditrapport bedoeld in § 1] [2 en uiterlijk op 30 september 2026]2-1
[1 § 3. De in [2 § 2/1]2 bedoelde premie-aanvraag wordt als volledig beschouwd als ze de volgende gegevens bevat:
1° het behoorlijk ingevulde formulier dat te verkrijgen is bij de Administratie;
2° een kopie van de factuur opgesteld op naam van de aanvrager;
3° de instemming van de aanvrager met de directe en indirecte verzameling bij authentieke bronnen in andere administraties of organismen van de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag;
4° voor de verenigingen van mede-eigenaars, de beslissing van de algemene vergadering betreffende de uitvoering van de audit.
§ 4. Om als volledig te worden beschouwd en om in aanmerking te komen voor de in artikel 7, § 4, bedoelde vermenigvuldigingscoëfficiënt, bevat de [3 in § 2/1]3 bedoelde aanvraag naast de in § 3 bedoelde gegevens, de volgende gegevens:
1° een uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de samenstelling van het gezin van de aanvrager of zijn opdrachtgevers blijkt op de datum waarop de aanvraag voor de auditpremie wordt ingediend;
2° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager [3 of van zijn opdrachtgevers]3, die een aangifte van de personenbelasting doet, een afschrift van het aanslagbiljet betreffende de inkomens van het voorlaatste volledige jaar dat aan de datum van de indiening van de aanvraag voor de auditpremie voorafgaat of bij gebreke daarvan, elk ander bewijsstuk op grond waarvan de inkomens van die personen kunnen worden bepaald;
3° een attest of de attesten betreffende de gezinsbijslagen ontvangen door het gezin, behoorlijk ingevuld, m.i.v. de noodzakelijke vermeldingen ten gunste van de toepassing van artikel 7, § 3, door het Kinderbijslagfonds, de Sociale verzekeringskas voor zelfstandige werknemers, of elke andere bevoegde instelling;
4° een van minder dan twee maanden gedateerd attest van de Federale Overheidsdienst Sociale zekerheid waarbij de hoedanigheid van persoon met een handicap overeenkomstig artikel 7, § 3, tweede lid, 1° tot 3°, wordt vastgesteld en waarbij het erkende percentage van de handicap wordt bepaald;
5° het vonnis of de overeenkomst tot vaststelling van de gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind bedoeld in artikel 1, 5° ;
6° een medisch attest waaruit blijkt dat het in artikel 7, § 3, tweede lid, 4°, bedoelde kind op de datum van indiening van de aanvraag voor de auditpremie sedert ten minste negentig dagen is verwekt.
Wat het eerste lid, 2°, betreft, moeten de aanvragers [3 of zijn opdrachtgevers]3 die wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten ontvangen die vrij zijn van nationale belastingen een attest overleggen van de schuldenaar van de inkomens met melding van het totaalbedrag van de ontvangen wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten opdat de belastbare grondslag bepaald kan worden, zoals hij zich zou hebben voorgedaan indien de bedoelde inkomens aan de belasting onderworpen geweest zouden zijn onder het stelsel van het gemene recht.]1
§ 2. [1 ...]1
[1 § 2/1. De aanvrager dient een volledige aanvraag voor de auditpremie in bij de Administratie binnen de acht maanden na de registratie van het auditrapport bedoeld in § 1] [2 en uiterlijk op 30 september 2026]2-1
[1 § 3. De in [2 § 2/1]2 bedoelde premie-aanvraag wordt als volledig beschouwd als ze de volgende gegevens bevat:
1° het behoorlijk ingevulde formulier dat te verkrijgen is bij de Administratie;
2° een kopie van de factuur opgesteld op naam van de aanvrager;
3° de instemming van de aanvrager met de directe en indirecte verzameling bij authentieke bronnen in andere administraties of organismen van de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag;
4° voor de verenigingen van mede-eigenaars, de beslissing van de algemene vergadering betreffende de uitvoering van de audit.
§ 4. Om als volledig te worden beschouwd en om in aanmerking te komen voor de in artikel 7, § 4, bedoelde vermenigvuldigingscoëfficiënt, bevat de [3 in § 2/1]3 bedoelde aanvraag naast de in § 3 bedoelde gegevens, de volgende gegevens:
1° een uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de samenstelling van het gezin van de aanvrager of zijn opdrachtgevers blijkt op de datum waarop de aanvraag voor de auditpremie wordt ingediend;
2° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager [3 of van zijn opdrachtgevers]3, die een aangifte van de personenbelasting doet, een afschrift van het aanslagbiljet betreffende de inkomens van het voorlaatste volledige jaar dat aan de datum van de indiening van de aanvraag voor de auditpremie voorafgaat of bij gebreke daarvan, elk ander bewijsstuk op grond waarvan de inkomens van die personen kunnen worden bepaald;
3° een attest of de attesten betreffende de gezinsbijslagen ontvangen door het gezin, behoorlijk ingevuld, m.i.v. de noodzakelijke vermeldingen ten gunste van de toepassing van artikel 7, § 3, door het Kinderbijslagfonds, de Sociale verzekeringskas voor zelfstandige werknemers, of elke andere bevoegde instelling;
4° een van minder dan twee maanden gedateerd attest van de Federale Overheidsdienst Sociale zekerheid waarbij de hoedanigheid van persoon met een handicap overeenkomstig artikel 7, § 3, tweede lid, 1° tot 3°, wordt vastgesteld en waarbij het erkende percentage van de handicap wordt bepaald;
5° het vonnis of de overeenkomst tot vaststelling van de gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind bedoeld in artikel 1, 5° ;
6° een medisch attest waaruit blijkt dat het in artikel 7, § 3, tweede lid, 4°, bedoelde kind op de datum van indiening van de aanvraag voor de auditpremie sedert ten minste negentig dagen is verwekt.
Wat het eerste lid, 2°, betreft, moeten de aanvragers [3 of zijn opdrachtgevers]3 die wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten ontvangen die vrij zijn van nationale belastingen een attest overleggen van de schuldenaar van de inkomens met melding van het totaalbedrag van de ontvangen wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten opdat de belastbare grondslag bepaald kan worden, zoals hij zich zou hebben voorgedaan indien de bedoelde inkomens aan de belasting onderworpen geweest zouden zijn onder het stelsel van het gemene recht.]1
Art.8. § 1er. Avant la réalisation des investissements, [2 autres que ceux visés au 3° et au 6° de l'annexe]2 le demandeur sollicite le passage de l'auditeur afin de réaliser un rapport d'audit.
§ [1 ...]1
[1 § 2/1. Le demandeur introduit auprès de l'Administration une demande complète de prime audit dans les huit mois de l'enregistrement du rapport d'audit visé au § 1er [2 et au plus tard le 30 septembre 2026 ]2]1.
[1 § 3. Pour être considérée comme complète, la demande de primes visée au [2 paragraphe 2/1]2 est constituée :
1° du formulaire disponible auprès de l'Administration ;
2° d'une copie de la facture établie au nom du demandeur ;
3° de l'autorisation du demandeur concernant la collecte directe auprès de sources authentiques d'autres administrations ou organismes des données nécessaires à l'examen de sa demande ;
4° pour les associations de copropriétaires, [3 de]3 la décision de l'assemblée générale relative à la réalisation de l'audit.
§ 4. Pour être considérée comme complète et bénéficier du coefficient multiplicateur prévu à l'article 7, § 4, la demande prévue [3 au paragraphe 2/1]3 contient complémentairement aux éléments visés au paragraphe 3 :
1° un extrait du registre de la population établissant la composition du ménage du demandeur ou de ses mandants à la date d'introduction de la demande de prime audit ;
2° pour chaque personne du ménage, à l'exclusion des ascendants et descendants et des collatéraux au second degré du demandeur [3 ou de ses mandants]3, qui fait une déclaration à l'impôt des personnes physiques, une copie de l'avertissement-extrait de rôle relatif aux revenus de l'avant-dernière année complète précédant la date d'introduction de la demande de prime audit ou à défaut tout autre document probant permettant de déterminer les revenus ;
3° une attestation ou les attestations relatives aux allocations familiales perçues par le ménage, dûment complétées, en ce compris par les mentions nécessaires au bénéfice de l'application de l'article 7, § 3, par la Caisse d'allocation familiales, par la Caisse d'assurances sociales pour travailleurs indépendants, ou par tout autre organisme compétent ;
4° une attestation du Service public fédéral Sécurité sociale datée de moins de deux mois établissant la qualité de personne en situation de handicap conformément à l'article 7, § 3, alinéa 2, 1° à 3°, et précisant le taux de handicap reconnu ;
5° le jugement ou la convention établissant l'hébergement égalitaire de l'enfant visé à l'article 1er, 5° ;
6° une attestation médicale établissant la conception de l'enfant visé à l'article 7, § 3, alinéa 2, 4°, depuis au moins nonante jours à la date d'introduction de la demande de prime audit.
Concernant l'alinéa 1er, 2°, les demandeurs [3 ou ses mandants]3 bénéficiant de traitements, salaires, allocations ou émoluments exempts d'impôts nationaux devront produire une attestation du débiteur des revenus mentionnant la totalité de ces traitements, salaires, allocations ou émoluments perçus, pour permettre la détermination de la base taxable, telle qu'elle se serait présentée si les revenus concernés avaient été soumis à l'impôt sous le régime du droit commun. ]1
§ [1 ...]1
[1 § 2/1. Le demandeur introduit auprès de l'Administration une demande complète de prime audit dans les huit mois de l'enregistrement du rapport d'audit visé au § 1er [2 et au plus tard le 30 septembre 2026 ]2]1.
[1 § 3. Pour être considérée comme complète, la demande de primes visée au [2 paragraphe 2/1]2 est constituée :
1° du formulaire disponible auprès de l'Administration ;
2° d'une copie de la facture établie au nom du demandeur ;
3° de l'autorisation du demandeur concernant la collecte directe auprès de sources authentiques d'autres administrations ou organismes des données nécessaires à l'examen de sa demande ;
4° pour les associations de copropriétaires, [3 de]3 la décision de l'assemblée générale relative à la réalisation de l'audit.
§ 4. Pour être considérée comme complète et bénéficier du coefficient multiplicateur prévu à l'article 7, § 4, la demande prévue [3 au paragraphe 2/1]3 contient complémentairement aux éléments visés au paragraphe 3 :
1° un extrait du registre de la population établissant la composition du ménage du demandeur ou de ses mandants à la date d'introduction de la demande de prime audit ;
2° pour chaque personne du ménage, à l'exclusion des ascendants et descendants et des collatéraux au second degré du demandeur [3 ou de ses mandants]3, qui fait une déclaration à l'impôt des personnes physiques, une copie de l'avertissement-extrait de rôle relatif aux revenus de l'avant-dernière année complète précédant la date d'introduction de la demande de prime audit ou à défaut tout autre document probant permettant de déterminer les revenus ;
3° une attestation ou les attestations relatives aux allocations familiales perçues par le ménage, dûment complétées, en ce compris par les mentions nécessaires au bénéfice de l'application de l'article 7, § 3, par la Caisse d'allocation familiales, par la Caisse d'assurances sociales pour travailleurs indépendants, ou par tout autre organisme compétent ;
4° une attestation du Service public fédéral Sécurité sociale datée de moins de deux mois établissant la qualité de personne en situation de handicap conformément à l'article 7, § 3, alinéa 2, 1° à 3°, et précisant le taux de handicap reconnu ;
5° le jugement ou la convention établissant l'hébergement égalitaire de l'enfant visé à l'article 1er, 5° ;
6° une attestation médicale établissant la conception de l'enfant visé à l'article 7, § 3, alinéa 2, 4°, depuis au moins nonante jours à la date d'introduction de la demande de prime audit.
Concernant l'alinéa 1er, 2°, les demandeurs [3 ou ses mandants]3 bénéficiant de traitements, salaires, allocations ou émoluments exempts d'impôts nationaux devront produire une attestation du débiteur des revenus mentionnant la totalité de ces traitements, salaires, allocations ou émoluments perçus, pour permettre la détermination de la base taxable, telle qu'elle se serait présentée si les revenus concernés avaient été soumis à l'impôt sous le régime du droit commun. ]1
Art.9. [1 § 1. Nadat één of meerdere investeringen werden gedaan, dient de aanvrager een volledige aanvraag voor premies voor werken in bij de Administratie binnen de acht maanden na de registratie van het auditrapport bedoeld in artikel 8, § 1 [2 wanneer dit verplicht is en in elk geval uiterlijk op 30 september 2026]2.
§ 2. De in § 1 bedoelde premie-aanvraag wordt als volledig beschouwd als ze de volgende gegevens bevat:
1° het behoorlijk ingevulde formulier en de behoorlijk ingevulde bijlagen ervan die bij de Administratie beschikbaar zijn;
2° in voorkomend geval, een door de Administratie verstrekte technische bijlage, ingevuld, gedateerd en ondertekend door de aannemer die de werken heeft uitgevoerd;
3° de foto's die de effectiviteit van het werk laat zien;
4° de technische documenten bedoeld in hoofdstuk II van het besluit van 27 mei 2019 houdende uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning, afhankelijk van de uitgevoerde werken;
5° een kopie van de facturen betreffende de verrichte investeringen, die opgesteld zijn op naam van de aanvrager;
6° de prijsopgave betreffende de uitgevoerde investeringen;
7° de instemming van de aanvrager met de directe en indirecte verzameling bij authentieke bronnen in andere administraties of organismen van de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag;
8° een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat :
a) hij de in dit besluit bedoelde voorwaarden en voorschriften naleeft en zich ertoe verbindt ze na te leven;
b) de investeringen die het voorwerp uitmaken van de premie-aanvraag met inachtneming van de regels inzake stedenbouw uitgevoerd worden;
9° voor de verenigingen van mede-eigenaars, de beslissing van de algemene vergadering betreffende de uitvoering van de audit.
De in § 2, eerste lid, 2°, bedoelde technische bijlage bevat ten minste de volgende informatie:
1° de contactgegevens van de aannemer die de werken heeft uitgevoerd;
2° de ligging van het gebouw waarin de werken worden uitgevoerd;
3° het nummer en de datum van de facturen betreffende de werken.
4° voor de investeringen bedoeld in 10°, het nummer van het Qualiwall-certificaat waaruit blijkt dat de installateur die de investeringen, waarop de aanvraag betrekking heeft, heeft uitgevoerd, gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, § 2, eerste lid, 2°, 5° en 6°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren.
§ 3. Om als volledig te worden beschouwd en om in aanmerking te komen voor de in artikel 7, § 4, bedoelde vermenigvuldigingscoëfficiënt, bevat de in § 1 bedoelde aanvraag naast de in § 2 bedoelde informatie, de volgende gegevens:
1° een uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de samenstelling van het gezin van de aanvrager of zijn opdrachtgevers blijkt op de datum waarop de aanvraag voor de premie voor werken wordt ingediend;
2° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager [3 , van zijn opdrachtgevers]3, die een aangifte van de personenbelasting doet, een afschrift van het aanslagbiljet betreffende de inkomens van het voorlaatste volledige jaar dat aan de datum van de indiening van de aanvraag voor de premie voor werken voorafgaat of bij gebreke daarvan, elk ander bewijsstuk op grond waarvan de inkomens van die personen kunnen worden bepaald;
3° een attest of de attesten betreffende de gezinsbijslagen ontvangen door het gezin, behoorlijk ingevuld, m.i.v. de noodzakelijke vermeldingen ten gunste van de toepassing van artikel 7, § 3, door het Kinderbijslagfonds, de Sociale verzekeringskas voor zelfstandige werknemers, of elke andere bevoegde instelling;
4° een van minder dan twee maanden gedateerd attest van de Federale Overheidsdienst Sociale zekerheid waarbij de hoedanigheid van persoon met een handicap overeenkomstig artikel 7, § 3, tweede lid, 1° tot 3°, wordt vastgesteld en waarbij het erkende percentage van de handicap wordt bepaald;
5° het vonnis of de overeenkomst tot vaststelling van de gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind bedoeld in artikel 1, 5° ;
6° een medisch attest waaruit blijkt dat het in artikel 7, § 3, tweede lid, 4°, bedoelde kind op de datum van indiening van de aanvraag voor de premie voor werken sedert ten minste negentig dagen is verwekt.
Wat het eerste lid, 2°, betreft, moeten de aanvragers [3 of zijn opdrachtgevers]3 die wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten ontvangen die vrij zijn van nationale belastingen een attest overleggen van de schuldenaar van de inkomens met melding van het totaalbedrag van de ontvangen wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten opdat de belastbare grondslag bepaald kan worden, zoals hij zich zou hebben voorgedaan indien de bedoelde inkomens aan de belasting onderworpen geweest zouden zijn onder het stelsel van het gemene recht]1.
§ 2. De in § 1 bedoelde premie-aanvraag wordt als volledig beschouwd als ze de volgende gegevens bevat:
1° het behoorlijk ingevulde formulier en de behoorlijk ingevulde bijlagen ervan die bij de Administratie beschikbaar zijn;
2° in voorkomend geval, een door de Administratie verstrekte technische bijlage, ingevuld, gedateerd en ondertekend door de aannemer die de werken heeft uitgevoerd;
3° de foto's die de effectiviteit van het werk laat zien;
4° de technische documenten bedoeld in hoofdstuk II van het besluit van 27 mei 2019 houdende uitvoering van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning, afhankelijk van de uitgevoerde werken;
5° een kopie van de facturen betreffende de verrichte investeringen, die opgesteld zijn op naam van de aanvrager;
6° de prijsopgave betreffende de uitgevoerde investeringen;
7° de instemming van de aanvrager met de directe en indirecte verzameling bij authentieke bronnen in andere administraties of organismen van de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag;
8° een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat :
a) hij de in dit besluit bedoelde voorwaarden en voorschriften naleeft en zich ertoe verbindt ze na te leven;
b) de investeringen die het voorwerp uitmaken van de premie-aanvraag met inachtneming van de regels inzake stedenbouw uitgevoerd worden;
9° voor de verenigingen van mede-eigenaars, de beslissing van de algemene vergadering betreffende de uitvoering van de audit.
De in § 2, eerste lid, 2°, bedoelde technische bijlage bevat ten minste de volgende informatie:
1° de contactgegevens van de aannemer die de werken heeft uitgevoerd;
2° de ligging van het gebouw waarin de werken worden uitgevoerd;
3° het nummer en de datum van de facturen betreffende de werken.
4° voor de investeringen bedoeld in 10°, het nummer van het Qualiwall-certificaat waaruit blijkt dat de installateur die de investeringen, waarop de aanvraag betrekking heeft, heeft uitgevoerd, gecertificeerd is voor de activiteiten bedoeld in artikel 3, § 2, eerste lid, 2°, 5° en 6°, van het besluit van de Waalse Regering van 27 juni 2013 tot invoering van een certificeringsregeling voor installateurs van systemen voor energieproductie uit hernieuwbare energiebronnen en voor vaklui die werken i.v.m. energie-efficiëntie uitvoeren.
§ 3. Om als volledig te worden beschouwd en om in aanmerking te komen voor de in artikel 7, § 4, bedoelde vermenigvuldigingscoëfficiënt, bevat de in § 1 bedoelde aanvraag naast de in § 2 bedoelde informatie, de volgende gegevens:
1° een uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de samenstelling van het gezin van de aanvrager of zijn opdrachtgevers blijkt op de datum waarop de aanvraag voor de premie voor werken wordt ingediend;
2° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager [3 , van zijn opdrachtgevers]3, die een aangifte van de personenbelasting doet, een afschrift van het aanslagbiljet betreffende de inkomens van het voorlaatste volledige jaar dat aan de datum van de indiening van de aanvraag voor de premie voor werken voorafgaat of bij gebreke daarvan, elk ander bewijsstuk op grond waarvan de inkomens van die personen kunnen worden bepaald;
3° een attest of de attesten betreffende de gezinsbijslagen ontvangen door het gezin, behoorlijk ingevuld, m.i.v. de noodzakelijke vermeldingen ten gunste van de toepassing van artikel 7, § 3, door het Kinderbijslagfonds, de Sociale verzekeringskas voor zelfstandige werknemers, of elke andere bevoegde instelling;
4° een van minder dan twee maanden gedateerd attest van de Federale Overheidsdienst Sociale zekerheid waarbij de hoedanigheid van persoon met een handicap overeenkomstig artikel 7, § 3, tweede lid, 1° tot 3°, wordt vastgesteld en waarbij het erkende percentage van de handicap wordt bepaald;
5° het vonnis of de overeenkomst tot vaststelling van de gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind bedoeld in artikel 1, 5° ;
6° een medisch attest waaruit blijkt dat het in artikel 7, § 3, tweede lid, 4°, bedoelde kind op de datum van indiening van de aanvraag voor de premie voor werken sedert ten minste negentig dagen is verwekt.
Wat het eerste lid, 2°, betreft, moeten de aanvragers [3 of zijn opdrachtgevers]3 die wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten ontvangen die vrij zijn van nationale belastingen een attest overleggen van de schuldenaar van de inkomens met melding van het totaalbedrag van de ontvangen wedden, lonen, uitkeringen of emolumenten opdat de belastbare grondslag bepaald kan worden, zoals hij zich zou hebben voorgedaan indien de bedoelde inkomens aan de belasting onderworpen geweest zouden zijn onder het stelsel van het gemene recht]1.
Art.9. § 1. [1 . Après la réalisation d'un ou de plusieurs investissements, le demandeur introduit auprès de l'Administration une demande complète de primes travaux dans les huit ans de l'enregistrement du rapport d'audit visé à l'article 8, § 1er [2 lorsque celui-ci est obligatoire et, dans tous les cas, au plus tard le 30 septembre 2026 ]2.
§ 2. Pour être considérée comme complète, la demande de prime visée au paragraphe 1er est constituée :
1° du formulaire disponible auprès de l'Administration et de ses annexes dûment complétés ;
2° le cas échéant, [3 d']3 une annexe technique mise à disposition par l'Administration complétée, datée et signée par l'entrepreneur ayant réalisé les travaux ;
3° de photos démontrant l'effectivité des travaux ;
4° des documents techniques visés au chapitre II de l'arrêté du 27 mai 2019 portant exécution de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 instaurant un régime de primes pour la réalisation d'un audit et des investissements économiseurs d'énergie et de rénovation d'un logement en fonction des travaux réalisés ;
5° d'une copie des factures relatives aux investissements réalisés, établies au nom du demandeur ;
6° du devis relatif aux investissements réalisés ;
7° de l'autorisation du demandeur concernant la collecte directe auprès de sources authentiques d'autres Administrations ou organismes des données nécessaires à l'examen de sa demande ;
8° d'une déclaration sur l'honneur attestant que :
a) il respecte et s'engage à respecter les conditions et prescriptions prévues par le présent arrêté ;
b) les investissements faisant l'objet de la demande de prime sont réalisés dans le respect des règles en matière d'urbanisme ;
9° pour les associations de copropriétaires, [3 de]3 la décision de l'assemblée générale relative à la réalisation de travaux.
L'annexe technique visée au paragraphe 2, alinéa 1 er, 2°, contient au minimum les informations suivantes :
1° les coordonnées de l'entrepreneur ayant réalisé les travaux ;
2° la localisation de l'immeuble dans lequel les travaux sont effectués ;
3° le numéro et la date des factures relatives aux travaux ;
4° pour les investissements visés au 10°, le numéro du certificat Qualiwall attestant que l'installateur, ayant réalisé les investissements, objet de la demande, est certifié pour les activités visées à l'article 3, § 2, alinéa 1 er, 2°, 5° et 6°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 27 juin 2013 mettant en place un système de certification des installateurs de systèmes de production d'énergie à partir de sources renouvelables et des professionnels des travaux liés à l'efficacité énergétique.
§ 3. Pour être considérée comme complète et bénéficier du coefficient multiplicateur prévu à l'article 7, § 4, la demande prévue au paragraphe 1er contient complémentairement aux éléments visés au paragraphe 2 :
1° un extrait du registre de la population établissant la composition du ménage du demandeur [3 ou de ses mandants]3 à la date de demande de la prime travaux ;
2° pour chaque personne du ménage, à l'exclusion des ascendants et descendants et des collatéraux au second degré du demandeur [3 ou de ses mandants]3, qui fait une déclaration à l'impôt des personnes physiques, une copie de l'avertissement-extrait de rôle relatif aux revenus de l'avant-dernière année complète précédant la date de demande de la prime travaux ou, à défaut, tout autre document probant permettant de déterminer les revenus ;
3° une attestation ou les attestations relatives aux allocations familiales perçues par le ménage, dûment complétées, en ce compris par les mentions nécessaires au bénéfice de l'application de l'article 7, § 3, par la Caisse d'allocation familiales, par la Caisse d'assurances sociales pour travailleurs indépendants, ou par tout autre organisme compétent ;
4° une attestation du Service public fédéral Sécurité sociale datée de moins de deux mois établissant la qualité de personne en situation de handicap conformément à l'article 7, § 3, alinéa 2, 1° à 3°, et précisant le taux de handicap reconnu ;
5° le jugement ou la convention établissant l'hébergement égalitaire de l'enfant visé à l'article 1er, 5° ;
6° une attestation médicale établissant la conception de l'enfant visé à l'article 7, § 3, alinéa 2, 4°, depuis au moins nonante jours à la date de la demande de prime travaux.
Concernant l'alinéa 1er, 2°, les demandeurs [3 ou ses mandants]3 bénéficiant de traitements, salaires, allocations ou émoluments exempts d'impôts nationaux produisent une attestation du débiteur des revenus qui mentionne la totalité de ces traitements, salaires, allocations ou émoluments perçus, pour permettre la détermination de la base taxable, telle qu'elle se présente si les revenus concernés sont soumis à l'impôt sous le régime du droit commun.]1.
§ 2. Pour être considérée comme complète, la demande de prime visée au paragraphe 1er est constituée :
1° du formulaire disponible auprès de l'Administration et de ses annexes dûment complétés ;
2° le cas échéant, [3 d']3 une annexe technique mise à disposition par l'Administration complétée, datée et signée par l'entrepreneur ayant réalisé les travaux ;
3° de photos démontrant l'effectivité des travaux ;
4° des documents techniques visés au chapitre II de l'arrêté du 27 mai 2019 portant exécution de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 instaurant un régime de primes pour la réalisation d'un audit et des investissements économiseurs d'énergie et de rénovation d'un logement en fonction des travaux réalisés ;
5° d'une copie des factures relatives aux investissements réalisés, établies au nom du demandeur ;
6° du devis relatif aux investissements réalisés ;
7° de l'autorisation du demandeur concernant la collecte directe auprès de sources authentiques d'autres Administrations ou organismes des données nécessaires à l'examen de sa demande ;
8° d'une déclaration sur l'honneur attestant que :
a) il respecte et s'engage à respecter les conditions et prescriptions prévues par le présent arrêté ;
b) les investissements faisant l'objet de la demande de prime sont réalisés dans le respect des règles en matière d'urbanisme ;
9° pour les associations de copropriétaires, [3 de]3 la décision de l'assemblée générale relative à la réalisation de travaux.
L'annexe technique visée au paragraphe 2, alinéa 1 er, 2°, contient au minimum les informations suivantes :
1° les coordonnées de l'entrepreneur ayant réalisé les travaux ;
2° la localisation de l'immeuble dans lequel les travaux sont effectués ;
3° le numéro et la date des factures relatives aux travaux ;
4° pour les investissements visés au 10°, le numéro du certificat Qualiwall attestant que l'installateur, ayant réalisé les investissements, objet de la demande, est certifié pour les activités visées à l'article 3, § 2, alinéa 1 er, 2°, 5° et 6°, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 27 juin 2013 mettant en place un système de certification des installateurs de systèmes de production d'énergie à partir de sources renouvelables et des professionnels des travaux liés à l'efficacité énergétique.
§ 3. Pour être considérée comme complète et bénéficier du coefficient multiplicateur prévu à l'article 7, § 4, la demande prévue au paragraphe 1er contient complémentairement aux éléments visés au paragraphe 2 :
1° un extrait du registre de la population établissant la composition du ménage du demandeur [3 ou de ses mandants]3 à la date de demande de la prime travaux ;
2° pour chaque personne du ménage, à l'exclusion des ascendants et descendants et des collatéraux au second degré du demandeur [3 ou de ses mandants]3, qui fait une déclaration à l'impôt des personnes physiques, une copie de l'avertissement-extrait de rôle relatif aux revenus de l'avant-dernière année complète précédant la date de demande de la prime travaux ou, à défaut, tout autre document probant permettant de déterminer les revenus ;
3° une attestation ou les attestations relatives aux allocations familiales perçues par le ménage, dûment complétées, en ce compris par les mentions nécessaires au bénéfice de l'application de l'article 7, § 3, par la Caisse d'allocation familiales, par la Caisse d'assurances sociales pour travailleurs indépendants, ou par tout autre organisme compétent ;
4° une attestation du Service public fédéral Sécurité sociale datée de moins de deux mois établissant la qualité de personne en situation de handicap conformément à l'article 7, § 3, alinéa 2, 1° à 3°, et précisant le taux de handicap reconnu ;
5° le jugement ou la convention établissant l'hébergement égalitaire de l'enfant visé à l'article 1er, 5° ;
6° une attestation médicale établissant la conception de l'enfant visé à l'article 7, § 3, alinéa 2, 4°, depuis au moins nonante jours à la date de la demande de prime travaux.
Concernant l'alinéa 1er, 2°, les demandeurs [3 ou ses mandants]3 bénéficiant de traitements, salaires, allocations ou émoluments exempts d'impôts nationaux produisent une attestation du débiteur des revenus qui mentionne la totalité de ces traitements, salaires, allocations ou émoluments perçus, pour permettre la détermination de la base taxable, telle qu'elle se présente si les revenus concernés sont soumis à l'impôt sous le régime du droit commun.]1.
Art.10. [1 ...]1
§ [1 1.]1 Tenzij dit technisch of organisatorisch onmogelijk is, verzamelt de Administratie rechtstreeks de gegevens betreffende de kinderbijslagen bij de Kinderbijslagfondsen, de gegevens betreffende de inkomens bij de FOD Financiën, de gegevens over de samenstelling van het gezin bij de FOD Binnenlandse Zaken en de gegevens betreffende de handicap bij de FOD Sociale Zekerheid. Tenzij dit technisch of organisatorisch onmogelijk is, vraagt de Administratie de aanvrager om deze informatie.
§ [1 1.]1 Tenzij dit technisch of organisatorisch onmogelijk is, verzamelt de Administratie rechtstreeks de gegevens betreffende de kinderbijslagen bij de Kinderbijslagfondsen, de gegevens betreffende de inkomens bij de FOD Financiën, de gegevens over de samenstelling van het gezin bij de FOD Binnenlandse Zaken en de gegevens betreffende de handicap bij de FOD Sociale Zekerheid. Tenzij dit technisch of organisatorisch onmogelijk is, vraagt de Administratie de aanvrager om deze informatie.
Modifications
Art.10. [1 ...]1
[1 § 1.]1. Sauf impossibilité technique ou organisationnelle, l'Administration collecte directement les données relatives aux allocations familiales auprès des Caisses d'allocations familiales, les données relatives aux revenus auprès du SPF Finances, les données relatives à la composition de ménage auprès du SPF Intérieur et les données relatives au handicap auprès du SPF Sécurité sociale. En cas d'impossibilité technique ou organisationnelle, l'Administration réclame ces informations auprès du demandeur.
[1 § 1.]1. Sauf impossibilité technique ou organisationnelle, l'Administration collecte directement les données relatives aux allocations familiales auprès des Caisses d'allocations familiales, les données relatives aux revenus auprès du SPF Finances, les données relatives à la composition de ménage auprès du SPF Intérieur et les données relatives au handicap auprès du SPF Sécurité sociale. En cas d'impossibilité technique ou organisationnelle, l'Administration réclame ces informations auprès du demandeur.
Modifications
Art.11. § 1. De Administratie verstrekt de aanvrager een ontvangstbewijs [1 van de premie-aanvragen bedoeld in de artikelen 8 en 9]1.
§ 2. Na ontvangst van een volledige aanvraag, beschikt de Administratie over zestig dagen om haar beslissing aan de aanvrager te betekenen.
§ 3. [1 Als de aanvraag onvolledig is of als verzocht wordt om bewijsstukken die nodig geacht worden voor het begrip of de verificatie van de informatie in het dossier, vraagt de administratie de aanvrager langs elektronische weg of per post om de documenten die nodig zijn om de aanvraag te vervolledigen.
De aanvrager heeft zestig dagen vanaf de dag na ontvangst van de brief met het verzoek om informatie om alle vereiste informatie te verstrekken.
Als het geheel van de vereiste gegevens niet medegedeeld wordt binnen de termijn voorgeschreven in het tweede lid van deze paragraaf, wordt de aanvraag verworpen]1.
§ 4. [1 ...]1
§ 2. Na ontvangst van een volledige aanvraag, beschikt de Administratie over zestig dagen om haar beslissing aan de aanvrager te betekenen.
§ 3. [1 Als de aanvraag onvolledig is of als verzocht wordt om bewijsstukken die nodig geacht worden voor het begrip of de verificatie van de informatie in het dossier, vraagt de administratie de aanvrager langs elektronische weg of per post om de documenten die nodig zijn om de aanvraag te vervolledigen.
De aanvrager heeft zestig dagen vanaf de dag na ontvangst van de brief met het verzoek om informatie om alle vereiste informatie te verstrekken.
Als het geheel van de vereiste gegevens niet medegedeeld wordt binnen de termijn voorgeschreven in het tweede lid van deze paragraaf, wordt de aanvraag verworpen]1.
§ 4. [1 ...]1
Modifications
Art.11. § 1er. L'Administration adresse au demandeur un accusé de réception de la demande de primes dans les quinze jours de la date de la réception [1 des demandes de primes prévues aux articles 8 et 9]1.
§ 2. A dater de la réception d'une demande complète, l'Administration dispose de soixante jours pour notifier sa décision au demandeur.
§ 3. [1 . Lorsque la demande est incomplète ou nécessite des pièces justificatives jugées indispensables à la compréhension ou à la vérification des éléments contenus dans le dossier, l'administration réclame au demandeur, par voie électronique ou postale, tous documents nécessaires pour compléter sa demande.
Le demandeur dispose, pour notifier l'ensemble des informations requises, d'un délai de soixante jours prenant cours le lendemain de la réception de la lettre de demande d'information.
Le défaut de notification de l'ensemble des informations demandées dans le délai prescrit à l'alinéa 2 entraine le rejet de la demande ]1.
§ 4.[1 ...]1
§ 2. A dater de la réception d'une demande complète, l'Administration dispose de soixante jours pour notifier sa décision au demandeur.
§ 3. [1 . Lorsque la demande est incomplète ou nécessite des pièces justificatives jugées indispensables à la compréhension ou à la vérification des éléments contenus dans le dossier, l'administration réclame au demandeur, par voie électronique ou postale, tous documents nécessaires pour compléter sa demande.
Le demandeur dispose, pour notifier l'ensemble des informations requises, d'un délai de soixante jours prenant cours le lendemain de la réception de la lettre de demande d'information.
Le défaut de notification de l'ensemble des informations demandées dans le délai prescrit à l'alinéa 2 entraine le rejet de la demande ]1.
§ 4.[1 ...]1
Modifications
HOOFDSTUK IIbis. [1 - Premie voor beschadigde woningen in wording en voor beschadigde woningen voor de installatie van verwarmings- en warmwatersystemensystemen]1
CHAPITRE IIbis. [1 - Prime à destination des logements en devenir sinistrés et des logements sinistrés pour l'installation de systèmes de chauffage et d'eau chaude sanitaire]1
Afdeling 1. [1 - Toepassingsgebied]1
Section 1re. [1 - Champs d'application]1
Art.11/1. [1 § 1. De in dit hoofdstuk bedoelde premies zijn voorbehouden aan de aanvragers die ten minste achttien jaar oud zijn of geëmancipeerde minderjarigen, die een zakelijk recht bezitten op de volgende onroerende goederen waarop de premieaanvraag betrekking heeft
1° de beschadigde woning;
2° het beschadigde gebouw dat aanvankelijk niet voor bewoning bestemd was, maar waarin werken worden uitgevoerd om een of meerdere woningen te bouwen.
§ 2. Het bij deze afdeling ingevoerde stelsel wijkt af van de bepalingen van artikel 3, § 1, 2°.]1
1° de beschadigde woning;
2° het beschadigde gebouw dat aanvankelijk niet voor bewoning bestemd was, maar waarin werken worden uitgevoerd om een of meerdere woningen te bouwen.
§ 2. Het bij deze afdeling ingevoerde stelsel wijkt af van de bepalingen van artikel 3, § 1, 2°.]1
Art.11/1. [1 § 1er. Les primes visées par le présent chapitre sont réservées au demandeur âgé de dix-huit ans au moins ou mineur émancipé, titulaire d'un droit réel sur les biens immeubles suivants qui font l'objet de la demande de primes :
1° le logement sinistré;
2° sur le bâtiment sinistré dont la vocation initiale n'est pas résidentielle mais dans lequel sont effectués des travaux afin d'y créer un ou plusieurs logements.
§ 2. Le régime instauré par la présente section déroge aux dispositions de l'article 3, § 1er, 2°.]1
1° le logement sinistré;
2° sur le bâtiment sinistré dont la vocation initiale n'est pas résidentielle mais dans lequel sont effectués des travaux afin d'y créer un ou plusieurs logements.
§ 2. Le régime instauré par la présente section déroge aux dispositions de l'article 3, § 1er, 2°.]1
Modifications
Art.11/2. [1 § 1. Onder de in dit besluit vastgestelde voorwaarden en binnen de perken van de beschikbare kredieten worden premies toegekend voor de installatie van een verwarmings- en warmwatersysteem.
§ 2. De voorwaarde betreffende de ouderdom van de woning of het gebouw bedoeld in artikel 4, § 2, is niet van toepassing.
§ 3. De voorwaarden bedoeld in artikel 6, § § 1 tot en met 3, zijn niet van toepassing.]1
§ 2. De voorwaarde betreffende de ouderdom van de woning of het gebouw bedoeld in artikel 4, § 2, is niet van toepassing.
§ 3. De voorwaarden bedoeld in artikel 6, § § 1 tot en met 3, zijn niet van toepassing.]1
Art.11/2. [1 § 1er. Aux conditions prévues par le présent arrêté et dans la limite des crédits disponibles, il est octroyé des primes pour l'installation d'un système de chauffage et d'eau chaude sanitaire.
§ 2. La condition relative à l'âge du logement ou du bâtiment visé à l'article 4, § 2, n'est pas applicable.
§ 3. Les conditions visées à l'article 6, § § 1er à 3, ne sont pas applicables.]1
§ 2. La condition relative à l'âge du logement ou du bâtiment visé à l'article 4, § 2, n'est pas applicable.
§ 3. Les conditions visées à l'article 6, § § 1er à 3, ne sont pas applicables.]1
Modifications
Afdeling 2. [1 - In aanmerking komende investeringen en rapporten]1
Section 2. [1 - Investissements et rapports éligibles]1
Art.11/3. [1 De investeringen bedoeld in 10° van de bijlage bij dit besluit komen in aanmerking voor de toekenning van een premie.]1
Art.11/3. [1 Sont éligibles à l'octroi d'une prime les investissements mentionnés au 10° de l'annexe du présent arrêté.]1
Modifications
Art.11/4. [1 De eindfactuur moet gedateerd zijn tussen 14 juli 2021 en 31 december 2022.]1
Art.11/4. [1 La facture finale est datée entre le 14 juillet 2021 et le 31 décembre 2022.]1
Modifications
Afdeling 3. [1 - Bepaling van het premiebedrag]1
Section 3. [1 - Détermination du montant de la prime]1
Art.11/5. [1 In afwijking van artikel 1, 14°, wordt het totaal belastbaar inkomen voor de toepassing van dit hoofdstuk gedefinieerd als het inkomen met betrekking tot het voorlaatste volledige jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de premieaanvraag, zoals dat blijkt uit de aanslagbiljetten of hun buitenlands equivalent.
In afwijking van artikel 7, § 3, tweede lid, 4°, wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk onder een ongeboren kind verstaan een kind dat op de datum van indiening van de premieaanvraag sedert ten minste negentig dagen is verwekt.]1
In afwijking van artikel 7, § 3, tweede lid, 4°, wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk onder een ongeboren kind verstaan een kind dat op de datum van indiening van de premieaanvraag sedert ten minste negentig dagen is verwekt.]1
Art.11/5. [1 Par dérogation à l'article 1er, 14°, les revenus imposables globalement pour l'application du présent chapitre sont définis comme les revenus afférents à l'avant-dernière année complète précédant la date d'introduction de la demande de prime tels qu'ils apparaissent sur les avertissements-extraits de rôle du ménage ou leur équivalent étranger.
Par dérogation à l'article 7, § 3, alinéa 2, 4°, l'enfant à naitre est défini pour l'application du présent chapitre comme l'enfant conçu depuis au moins nonante jours à la date de l'introduction de la demande de prime.]1
Par dérogation à l'article 7, § 3, alinéa 2, 4°, l'enfant à naitre est défini pour l'application du présent chapitre comme l'enfant conçu depuis au moins nonante jours à la date de l'introduction de la demande de prime.]1
Modifications
Afdeling 4. [1 - Procedure voor de indiening van een premieaanvraag]1
Section 4. [1 - Procédure d'introduction d'une demande de prime]1
Art.11/6. [1 § 1. In afwijking van artikel 9 wordt de premieaanvraag uiterlijk op 15 juni 2023 aan de Administratie toegezonden.
In afwijking van artikel [2 artikel 9, § 2]2, moet de premie, om als volledig beschouwd te worden, de volgende gegevens bevatten :
1° het behoorlijk ingevulde formulier en de behoorlijk ingevulde bijlagen ervan die bij de Administratie beschikbaar zijn;
2° een kopie van alle facturen met betrekking tot de belegging waarvoor de premie wordt aangevraagd;
3° een schadeattest van de verzekering of elk ander attest dat de schade bewijst die door de overstromingen van juli 2021 werd veroorzaakt;
4° een door de aanvrager ondertekende verklaring op erewoord waaruit blijkt dat :
a) hij de in artikel 3, met uitzondering van § 1, 2°, bedoelde voorwaarden naleeft en zich ertoe verbindt ze na te leven;
b) de investeringen die het voorwerp uitmaken van de premie-aanvraag met inachtneming van de regels inzake stedenbouw uitgevoerd worden;
c) hij, in geval van verhuring binnen zeven jaar te rekenen vanaf de dag na de betaling van de premie, zich ertoe verbindt de indicatieve huurprijzenrooster vastgesteld in uitvoering van artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst na te leven;
5° de instemming van de aanvrager met de directe en indirecte verzameling bij authentieke bronnen in andere overheidsdiensten of instanties van de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag.
§ 2. In afwijking van [2 artikel 9, § 3]2, moet de aanvraag om als volledig te worden beschouwd en om in aanmerking te komen voor de in artikel 7, § 4, bedoelde vermenigvuldigingscoëfficiënt, naast de in § 1 bedoelde gegevens, de volgende gegevens bevatten :
1° een uittreksel uit het bevolkingsregister met de gezinssamenstelling van de aanvrager dat van minder dan drie maanden dateert op de datum van indiening van de aanvraag;
2° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager, die een aangifte van de personenbelasting doet, een afschrift van het aanslagbiljet betreffende de inkomens van het voorlaatste volledige jaar dat aan de datum van de indiening van de premieaanvraag voorafgaat of bij gebreke daarvan, elk ander bewijsstuk op grond waarvan de inkomens van die personen kunnen worden bepaald;
3° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager, en die van nationale belastingen vrijgestelde salarissen, lonen, vergoedingen of emolumenten ontvangt, een attest van de schuldenaar van de inkomsten waarin het geheel van deze ontvangen salarissen, lonen, vergoedingen of emolumenten wordt vermeld, zodat de belastbare grondslag kan worden bepaald, zoals dit het geval zou zijn geweest indien de betrokken inkomsten aan belastingen volgens het gemeenrechtelijk stelsel onderworpen zouden zijn geweest;
4° een naar behoren ingevuld attest betreffende de gezinsbijslag ontvangen door het gezin, met inbegrip van de gegevens die vereist zijn voor de toepassing van [2 artikel 7, § 2]2, en ingevuld door de Kinderbijslagkas, de Sociale verzekeringskas voor zelfstandige werknemers, of elke andere bevoegde instelling;
5° een attest van de Federale Overheidsdienst Sociale zekerheid dat dateert van minder dan twee maanden voor de datum van indiening van de premieaanvraag, waarbij de hoedanigheid van persoon met een handicap overeenkomstig artikel 7, § 3, derde lid, wordt vastgesteld en waarbij het erkende percentage van de handicap wordt bepaald;
6° het vonnis of de overeenkomst tot vaststelling van de gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind bedoeld in artikel 1, 5°;
7° een medisch attest waaruit blijkt dat het in artikel 11/5, tweede lid, bedoelde kind op de datum van indiening van de premieaanvraag sedert ten minste negentig dagen is verwekt.]1
In afwijking van artikel [2 artikel 9, § 2]2, moet de premie, om als volledig beschouwd te worden, de volgende gegevens bevatten :
1° het behoorlijk ingevulde formulier en de behoorlijk ingevulde bijlagen ervan die bij de Administratie beschikbaar zijn;
2° een kopie van alle facturen met betrekking tot de belegging waarvoor de premie wordt aangevraagd;
3° een schadeattest van de verzekering of elk ander attest dat de schade bewijst die door de overstromingen van juli 2021 werd veroorzaakt;
4° een door de aanvrager ondertekende verklaring op erewoord waaruit blijkt dat :
a) hij de in artikel 3, met uitzondering van § 1, 2°, bedoelde voorwaarden naleeft en zich ertoe verbindt ze na te leven;
b) de investeringen die het voorwerp uitmaken van de premie-aanvraag met inachtneming van de regels inzake stedenbouw uitgevoerd worden;
c) hij, in geval van verhuring binnen zeven jaar te rekenen vanaf de dag na de betaling van de premie, zich ertoe verbindt de indicatieve huurprijzenrooster vastgesteld in uitvoering van artikel 89 van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst na te leven;
5° de instemming van de aanvrager met de directe en indirecte verzameling bij authentieke bronnen in andere overheidsdiensten of instanties van de gegevens die nodig zijn voor de behandeling van zijn aanvraag.
§ 2. In afwijking van [2 artikel 9, § 3]2, moet de aanvraag om als volledig te worden beschouwd en om in aanmerking te komen voor de in artikel 7, § 4, bedoelde vermenigvuldigingscoëfficiënt, naast de in § 1 bedoelde gegevens, de volgende gegevens bevatten :
1° een uittreksel uit het bevolkingsregister met de gezinssamenstelling van de aanvrager dat van minder dan drie maanden dateert op de datum van indiening van de aanvraag;
2° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager, die een aangifte van de personenbelasting doet, een afschrift van het aanslagbiljet betreffende de inkomens van het voorlaatste volledige jaar dat aan de datum van de indiening van de premieaanvraag voorafgaat of bij gebreke daarvan, elk ander bewijsstuk op grond waarvan de inkomens van die personen kunnen worden bepaald;
3° voor elke persoon van het gezin, met uitzondering van de verwanten in de opgaande en de dalende lijn en bloedverwanten in de zijlijn van de tweede graad van de aanvrager, en die van nationale belastingen vrijgestelde salarissen, lonen, vergoedingen of emolumenten ontvangt, een attest van de schuldenaar van de inkomsten waarin het geheel van deze ontvangen salarissen, lonen, vergoedingen of emolumenten wordt vermeld, zodat de belastbare grondslag kan worden bepaald, zoals dit het geval zou zijn geweest indien de betrokken inkomsten aan belastingen volgens het gemeenrechtelijk stelsel onderworpen zouden zijn geweest;
4° een naar behoren ingevuld attest betreffende de gezinsbijslag ontvangen door het gezin, met inbegrip van de gegevens die vereist zijn voor de toepassing van [2 artikel 7, § 2]2, en ingevuld door de Kinderbijslagkas, de Sociale verzekeringskas voor zelfstandige werknemers, of elke andere bevoegde instelling;
5° een attest van de Federale Overheidsdienst Sociale zekerheid dat dateert van minder dan twee maanden voor de datum van indiening van de premieaanvraag, waarbij de hoedanigheid van persoon met een handicap overeenkomstig artikel 7, § 3, derde lid, wordt vastgesteld en waarbij het erkende percentage van de handicap wordt bepaald;
6° het vonnis of de overeenkomst tot vaststelling van de gelijkmatig verdeelde huisvesting van het kind bedoeld in artikel 1, 5°;
7° een medisch attest waaruit blijkt dat het in artikel 11/5, tweede lid, bedoelde kind op de datum van indiening van de premieaanvraag sedert ten minste negentig dagen is verwekt.]1
Art.11/6. [1 § 1er. [1 § 1er. Par dérogation à l'article 9, la demande de prime est adressée à l'Administration au plus tard le 15 juin 2023.
Par dérogation à [2 l'article 9, § 2 ]2, pour être considérée comme complète, la demande de primes est constituée :
1° du formulaire disponible auprès de l'Administration et de ses annexes dûment complétés;
2° d'une copie de l'ensemble des factures liées à l'investissement pour lequel la prime est demandée;
3° d'une attestation de sinistre de l'assurance ou toute autre attestation prouvant les dégâts dus aux inondations de juillet 2021;
4° d'une déclaration sur l'honneur signée par le demandeur attestant que :
a) il respecte et s'engage à respecter les conditions prévues à l'article 3, à l'exception du § 1er, 2°;
b) les investissements faisant l'objet de la demande de prime sont réalisés dans le respect des règles en matière d'urbanisme;
c) en cas de mise en location dans les sept ans suivant le lendemain de la liquidation de la prime, il s'engage à respecter la grille indicative des loyers arrêtée en vertu de l'article 89 du décret du 15 mars 2018 relatif au bail d'habitation;
5° du consentement du demandeur concernant les collectes directes et indirectes auprès de sources authentiques d'autres Administrations ou organismes des données nécessaires à l'examen de sa demande.
§ 2. Par dérogation à [2 l'article 9, § 3 ]2, pour être considérée comme complète et bénéficier du coefficient multiplicateur prévu à l'article 7, § 4, la demande contient complémentairement aux éléments visés au paragraphe 1er :
1° un extrait du registre de la population établissant la composition du ménage du demandeur daté de moins de 3 mois à la date d'introduction de la demande;
2° pour chaque personne du ménage, à l'exclusion des ascendants et descendants et des collatéraux au second degré du demandeur, faisant une déclaration à l'impôt des personnes physiques, une copie de l'avertissement-extrait de rôle relatif aux revenus de l'avant-dernière année complète précédant la date d'introduction de la demande de prime ou, à défaut, tout autre document probant permettant de déterminer les revenus de ces personnes;
3° pour chaque personne du ménage, à l'exclusion des ascendants et descendants et des collatéraux au second degré du demandeur, bénéficiant de traitements, salaires, allocations ou émoluments exempts d'impôts nationaux, une attestation du débiteur des revenus mentionnant la totalité de ces traitements, salaires, allocations ou émoluments perçus, de façon à permettre la détermination de la base taxable, telle qu'elle se serait présentée si les revenus concernés avaient été soumis à l'impôt sous le régime du droit commun;
4° une attestation relative aux allocations familiales perçues par le ménage, dûment complétées, comprenant les mentions nécessaires au bénéfice à l'application de [2 l'article 7, § 2 ]2, et complétée par la Caisse d'allocation familiales, par la Caisse d'assurances sociales pour travailleurs indépendants, ou par tout autre organisme compétent;
5° une attestation du Service public fédéral Sécurité sociale datée de moins de deux mois à la date d'introduction de la demande de prime, établissant la qualité de personne en situation de handicap conformément à l'article 7, § 3, alinéa 3, et précisant le taux de handicap reconnu;
6° le jugement ou la convention établissant l'hébergement égalitaire de l'enfant visé à l'article 1er, 5°;
7° une attestation médicale établissant la conception de l'enfant visé à l'article 11/5, alinéa 2, depuis au moins nonante jours à la date d'introduction de la demande de prime.]1
Par dérogation à [2 l'article 9, § 2 ]2, pour être considérée comme complète, la demande de primes est constituée :
1° du formulaire disponible auprès de l'Administration et de ses annexes dûment complétés;
2° d'une copie de l'ensemble des factures liées à l'investissement pour lequel la prime est demandée;
3° d'une attestation de sinistre de l'assurance ou toute autre attestation prouvant les dégâts dus aux inondations de juillet 2021;
4° d'une déclaration sur l'honneur signée par le demandeur attestant que :
a) il respecte et s'engage à respecter les conditions prévues à l'article 3, à l'exception du § 1er, 2°;
b) les investissements faisant l'objet de la demande de prime sont réalisés dans le respect des règles en matière d'urbanisme;
c) en cas de mise en location dans les sept ans suivant le lendemain de la liquidation de la prime, il s'engage à respecter la grille indicative des loyers arrêtée en vertu de l'article 89 du décret du 15 mars 2018 relatif au bail d'habitation;
5° du consentement du demandeur concernant les collectes directes et indirectes auprès de sources authentiques d'autres Administrations ou organismes des données nécessaires à l'examen de sa demande.
§ 2. Par dérogation à [2 l'article 9, § 3 ]2, pour être considérée comme complète et bénéficier du coefficient multiplicateur prévu à l'article 7, § 4, la demande contient complémentairement aux éléments visés au paragraphe 1er :
1° un extrait du registre de la population établissant la composition du ménage du demandeur daté de moins de 3 mois à la date d'introduction de la demande;
2° pour chaque personne du ménage, à l'exclusion des ascendants et descendants et des collatéraux au second degré du demandeur, faisant une déclaration à l'impôt des personnes physiques, une copie de l'avertissement-extrait de rôle relatif aux revenus de l'avant-dernière année complète précédant la date d'introduction de la demande de prime ou, à défaut, tout autre document probant permettant de déterminer les revenus de ces personnes;
3° pour chaque personne du ménage, à l'exclusion des ascendants et descendants et des collatéraux au second degré du demandeur, bénéficiant de traitements, salaires, allocations ou émoluments exempts d'impôts nationaux, une attestation du débiteur des revenus mentionnant la totalité de ces traitements, salaires, allocations ou émoluments perçus, de façon à permettre la détermination de la base taxable, telle qu'elle se serait présentée si les revenus concernés avaient été soumis à l'impôt sous le régime du droit commun;
4° une attestation relative aux allocations familiales perçues par le ménage, dûment complétées, comprenant les mentions nécessaires au bénéfice à l'application de [2 l'article 7, § 2 ]2, et complétée par la Caisse d'allocation familiales, par la Caisse d'assurances sociales pour travailleurs indépendants, ou par tout autre organisme compétent;
5° une attestation du Service public fédéral Sécurité sociale datée de moins de deux mois à la date d'introduction de la demande de prime, établissant la qualité de personne en situation de handicap conformément à l'article 7, § 3, alinéa 3, et précisant le taux de handicap reconnu;
6° le jugement ou la convention établissant l'hébergement égalitaire de l'enfant visé à l'article 1er, 5°;
7° une attestation médicale établissant la conception de l'enfant visé à l'article 11/5, alinéa 2, depuis au moins nonante jours à la date d'introduction de la demande de prime.]1
Art.11/7. [1 § 1. [2 ...]2
§ 2. De Administratie verstrekt de aanvrager een ontvangstbewijs van de premieaanvraag binnen vijftien dagen na ontvangst van de premieaanvraag bedoeld in artikel 11/6.
§ 3. Na ontvangst van een volledige aanvraag, beschikt de Administratie over zestig dagen om haar beslissing aan de aanvrager te betekenen.
§ 4. Indien de aanvraag niet volledig is, verzoekt de Administratie binnen zestig dagen na de in paragraaf 2 bedoelde ontvangstbevestiging om aanvullende documenten. De aanvrager beschikt over een termijn van zestig dagen, te rekenen vanaf de dag na ontvangst van de aanvraag van de Administratie om aanvullende informatie, om alle gevraagde documenten in te dienen.
§ 4. Indien de door de Administratie gevraagde documenten niet binnen de in § 4 genoemde termijn worden verstrekt, wordt de aanvraag afgewezen.]1
§ 2. De Administratie verstrekt de aanvrager een ontvangstbewijs van de premieaanvraag binnen vijftien dagen na ontvangst van de premieaanvraag bedoeld in artikel 11/6.
§ 3. Na ontvangst van een volledige aanvraag, beschikt de Administratie over zestig dagen om haar beslissing aan de aanvrager te betekenen.
§ 4. Indien de aanvraag niet volledig is, verzoekt de Administratie binnen zestig dagen na de in paragraaf 2 bedoelde ontvangstbevestiging om aanvullende documenten. De aanvrager beschikt over een termijn van zestig dagen, te rekenen vanaf de dag na ontvangst van de aanvraag van de Administratie om aanvullende informatie, om alle gevraagde documenten in te dienen.
§ 4. Indien de door de Administratie gevraagde documenten niet binnen de in § 4 genoemde termijn worden verstrekt, wordt de aanvraag afgewezen.]1
Art.11/7. [1 § 1er. Les articles 10, § § 3 et 4, et 11 ne sont pas applicables.
§ 2. L'Administration adresse au demandeur un accusé de réception de la demande de primes dans les quinze jours de la date de la réception de la demande de primes prévue à l'article 11/6.
§ 3. A dater de la réception d'une demande complète, l'Administration dispose de soixante jours pour notifier sa décision au demandeur.
§ 4. Si la demande n'est pas complète, l'Administration sollicite les compléments dans les soixante jours de l'accusé de réception visé au paragraphe 2. Le demandeur dispose, pour transmettre l'ensemble des documents sollicités, d'un délai de soixante jours prenant cours le lendemain de la réception de la demande de compléments adressée par l'Administration.
§ 4. Le défaut de transmission des documents demandés par l'Administration dans le délai prescrit au paragraphe 4 entraine le rejet de la demande.]1
§ 2. L'Administration adresse au demandeur un accusé de réception de la demande de primes dans les quinze jours de la date de la réception de la demande de primes prévue à l'article 11/6.
§ 3. A dater de la réception d'une demande complète, l'Administration dispose de soixante jours pour notifier sa décision au demandeur.
§ 4. Si la demande n'est pas complète, l'Administration sollicite les compléments dans les soixante jours de l'accusé de réception visé au paragraphe 2. Le demandeur dispose, pour transmettre l'ensemble des documents sollicités, d'un délai de soixante jours prenant cours le lendemain de la réception de la demande de compléments adressée par l'Administration.
§ 4. Le défaut de transmission des documents demandés par l'Administration dans le délai prescrit au paragraphe 4 entraine le rejet de la demande.]1
Modifications
HOOFDSTUK IIter. [1 - Tijdelijke vrijstelling van de auditvereiste voor de installatie van verwarmings- en warmwatersystemen voor alle huishoudens]1
CHAPITRE IIter. [1 - Dispense temporaire d'audit pour l'installation de systèmes de chauffage et d'eau chaude sanitaire à destination de tous les ménages]1
Art.11/8. [1 In afwijking van artikel 6, § 1, is voor premieaanvragen die worden ingediend tussen 1 juni 2022 en 30 oktober 2023 en die betrekking hebben op investeringen in verband met de installaties vermeld in 10° van de bijlage, noch de uitvoering van de audit van een woning, noch de registratie van een rapport over de opvolging van de werken vereist, en is de volgende regeling van toepassing :
1° in afwijking van artikel 3, § 1, 2°, gaat de daarin bedoelde termijn van vierentwintig maanden in op de datum van ontvangst van de premieaanvraag;
2° paragraaf 2 van artikel 3 is niet van toepassing;
3° artikel 4 is niet van toepassing;
4° in afwijking van artikel 9, eerste lid, vangt de termijn van vier maanden aan op de datum van de eindfactuur van de investering;
5° artikel 10, § 1, punt 2°, is niet van toepassing;
6° in afwijking van artikel 10, § 1, 3°, c) gaat de termijn van zeven jaar in op de datum van ontvangst van de premieaanvraag;
7° het uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de samenstelling van het huishouden blijkt, vereist krachtens artikel 10, § 2, 1°, is gedateerd minder dan drie maanden na de datum van ontvangst van de premieaanvraag;
8° het afschrift van het aanslagbiljet of, bij ontstentenis daarvan, elk ander bewijsstuk aan de hand waarvan het inkomen bedoeld in artikel 10, § 2, 2°, kan worden vastgesteld, heeft betrekking op het inkomen van het voorlaatste volledige jaar dat voorafgaat aan de datum van indiening van de premieaanvraag;
9° in afwijking van artikel 10, § 2, eerste lid, 6°, wordt het in die bepaling bedoelde medisch attest waaruit blijkt dat een ongeboren kind gedurende ten minste negentig dagen is verwekt, vastgesteld vanaf de datum van de eindfactuur;
10° artikel 10, § 3, is niet van toepassing;
11° artikel 12, § 4, is niet van toepassing.]1
1° in afwijking van artikel 3, § 1, 2°, gaat de daarin bedoelde termijn van vierentwintig maanden in op de datum van ontvangst van de premieaanvraag;
2° paragraaf 2 van artikel 3 is niet van toepassing;
3° artikel 4 is niet van toepassing;
4° in afwijking van artikel 9, eerste lid, vangt de termijn van vier maanden aan op de datum van de eindfactuur van de investering;
5° artikel 10, § 1, punt 2°, is niet van toepassing;
6° in afwijking van artikel 10, § 1, 3°, c) gaat de termijn van zeven jaar in op de datum van ontvangst van de premieaanvraag;
7° het uittreksel uit het bevolkingsregister waaruit de samenstelling van het huishouden blijkt, vereist krachtens artikel 10, § 2, 1°, is gedateerd minder dan drie maanden na de datum van ontvangst van de premieaanvraag;
8° het afschrift van het aanslagbiljet of, bij ontstentenis daarvan, elk ander bewijsstuk aan de hand waarvan het inkomen bedoeld in artikel 10, § 2, 2°, kan worden vastgesteld, heeft betrekking op het inkomen van het voorlaatste volledige jaar dat voorafgaat aan de datum van indiening van de premieaanvraag;
9° in afwijking van artikel 10, § 2, eerste lid, 6°, wordt het in die bepaling bedoelde medisch attest waaruit blijkt dat een ongeboren kind gedurende ten minste negentig dagen is verwekt, vastgesteld vanaf de datum van de eindfactuur;
10° artikel 10, § 3, is niet van toepassing;
11° artikel 12, § 4, is niet van toepassing.]1
Art.11/8. [1 Par dérogation à l'article 6, § 1er, les demandes de prime introduites entre le 1er juin 2022 et le 30 octobre 2023 qui concernent les investissements liés aux installations mentionnées au 10° de l'annexe, ne requièrent pas la réalisation de l'audit logement, ni l'enregistrement d'un rapport de suivi des travaux, et le régime suivant s'y applique :
1° par dérogation à l'article 3, § 1er, 2°, le délai de vingt-quatre mois y visé commence à courir à la date de réception de la demande de prime;
2° le § 2 de l'article 3 n'est pas applicable;
3° l'article 4 n'est pas applicable;
4° par dérogation à l'article 9, alinéa 1er, le délai de quatre mois commence à courir à la date de la facture finale relative à l'investissement;
5° le point 2°, du § 1er, de l'article 10, n'est pas applicable;
6° par dérogation à l'article 10, § 1er, 3°, c), le délai de sept ans commence à courir à la date de réception de la demande de prime;
7° l'extrait du registre de la population établissant la composition de ménage demandé à l'article 10, § 2, 1°, est daté de moins de trois mois par rapport à la date de réception de la demande de prime;
8° la copie de l'avertissement-extrait de rôle, ou à défaut, tout autre document probant permettant de déterminer les revenus visés à l'article 10, § 2, 2°, concerne les revenus de l'avant-dernière année complète précédant la date d'introduction de la demande de prime;
9° par dérogation à l'article 10, § 2, alinéa 1er, 6°, l'attestation médicale prévoyant la conception d'un enfant à naître depuis au moins nonante jours visée à cette disposition s'établit à partir de la date de la facture finale;
10° l'article 10, § 3, n'est pas applicable;
11° l'article 12, § 4, n'est pas applicable.]1
1° par dérogation à l'article 3, § 1er, 2°, le délai de vingt-quatre mois y visé commence à courir à la date de réception de la demande de prime;
2° le § 2 de l'article 3 n'est pas applicable;
3° l'article 4 n'est pas applicable;
4° par dérogation à l'article 9, alinéa 1er, le délai de quatre mois commence à courir à la date de la facture finale relative à l'investissement;
5° le point 2°, du § 1er, de l'article 10, n'est pas applicable;
6° par dérogation à l'article 10, § 1er, 3°, c), le délai de sept ans commence à courir à la date de réception de la demande de prime;
7° l'extrait du registre de la population établissant la composition de ménage demandé à l'article 10, § 2, 1°, est daté de moins de trois mois par rapport à la date de réception de la demande de prime;
8° la copie de l'avertissement-extrait de rôle, ou à défaut, tout autre document probant permettant de déterminer les revenus visés à l'article 10, § 2, 2°, concerne les revenus de l'avant-dernière année complète précédant la date d'introduction de la demande de prime;
9° par dérogation à l'article 10, § 2, alinéa 1er, 6°, l'attestation médicale prévoyant la conception d'un enfant à naître depuis au moins nonante jours visée à cette disposition s'établit à partir de la date de la facture finale;
10° l'article 10, § 3, n'est pas applicable;
11° l'article 12, § 4, n'est pas applicable.]1
Modifications
Art.11/9. [1 De eindfactuur voor de investering moet uiterlijk op 30 juni 2023 worden gedateerd.]1
Art.11/9. [1 La facture finale de l'investissement est datée au plus tard au 30 juin 2023.]1
Modifications
Art.11/10. [1 De premieaanvraag moet uiterlijk op 30 oktober 2023 worden ingediend.]1
Art.11/10. [1 La demande de prime est introduite au plus tard pour le 30 octobre 2023.]1
Modifications
HOOFDSTUK III. - Beroep
CHAPITRE III. - Recours
Art.12. § 1. De aanvrager beschikt over een termijn van dertig dagen na de betekening van de beslissing om een beroep tegen de weigering van de aanvraag of tegen het bedrag van de premie bij aangetekend schrijven bij de Administratie in te dienen.
De Administratie richt binnen vijftien dagen na de datum van ontvangst van het beroep een ontvangstbewijs van het beroep aan de aanvrager.
§ 2. Binnen zestig dagen na het ontvangstbewijs verzoekt de Administratie de aanvrager alle documenten en bewijsstukken over te leggen die zij noodzakelijk acht voor het onderzoek van de aanvraag. Bij gebrek aan overmaking van de aangevraagde elementen binnen een termijn van zestig dagen wordt de oorspronkelijke beslissing bevestigd.
§ 3. De Administratie beslist binnen drie maanden na ontvangst van het geheel van de elementen die nodig zijn voor het heronderzoek van de aanvraag.
§ 4. In geval van controle bedoeld in artikel 36 van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning, wordt de in § 3 bedoelde termijn opgeschort.
§ 5. Indien de beslissing niet binnen de in § 3 bedoelde termijn aan de aanvrager wordt medegedeeld, wordt ervan uitgegaan dat beslist is om de premie te verlenen.
De Administratie richt binnen vijftien dagen na de datum van ontvangst van het beroep een ontvangstbewijs van het beroep aan de aanvrager.
§ 2. Binnen zestig dagen na het ontvangstbewijs verzoekt de Administratie de aanvrager alle documenten en bewijsstukken over te leggen die zij noodzakelijk acht voor het onderzoek van de aanvraag. Bij gebrek aan overmaking van de aangevraagde elementen binnen een termijn van zestig dagen wordt de oorspronkelijke beslissing bevestigd.
§ 3. De Administratie beslist binnen drie maanden na ontvangst van het geheel van de elementen die nodig zijn voor het heronderzoek van de aanvraag.
§ 4. In geval van controle bedoeld in artikel 36 van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning, wordt de in § 3 bedoelde termijn opgeschort.
§ 5. Indien de beslissing niet binnen de in § 3 bedoelde termijn aan de aanvrager wordt medegedeeld, wordt ervan uitgegaan dat beslist is om de premie te verlenen.
Art.12. § 1er. Le demandeur dispose d'un délai de trente jours à dater de la notification de la décision pour introduire un recours contre le refus de la demande ou contre le montant de la prime, auprès de l'Administration par un envoi recommandé.
L'Administration adresse au demandeur un accusé de réception du recours dans les quinze jours de la date de la réception du recours.
§ 2. Dans les soixante jours suivant l'accusé de réception, l'Administration invite le demandeur à fournir toutes les pièces et éléments justificatifs qu'elle identifie comme nécessaires au réexamen de la demande. A défaut de fourniture des éléments réclamés dans un délai de soixante jours, la décision initiale est confirmée.
§ 3. L'Administration statue dans les trois mois de la réception de l'ensemble des éléments nécessaires au réexamen de la demande.
§ 4. En cas de contrôle prévu à l'article 36 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement, le délai visé au paragraphe 3 est suspendu.
§ 5. Le défaut de notification de la décision au demandeur, dans le délai visé au paragraphe 3, est assimilé à une décision d'octroi de la prime.
L'Administration adresse au demandeur un accusé de réception du recours dans les quinze jours de la date de la réception du recours.
§ 2. Dans les soixante jours suivant l'accusé de réception, l'Administration invite le demandeur à fournir toutes les pièces et éléments justificatifs qu'elle identifie comme nécessaires au réexamen de la demande. A défaut de fourniture des éléments réclamés dans un délai de soixante jours, la décision initiale est confirmée.
§ 3. L'Administration statue dans les trois mois de la réception de l'ensemble des éléments nécessaires au réexamen de la demande.
§ 4. En cas de contrôle prévu à l'article 36 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement, le délai visé au paragraphe 3 est suspendu.
§ 5. Le défaut de notification de la décision au demandeur, dans le délai visé au paragraphe 3, est assimilé à une décision d'octroi de la prime.
HOOFDSTUK IV. - Controle
CHAPITRE IV. - Contrôle
Art.13. De Administratie beschikt over een termijn van vijf jaar, die ingaat de dag waarop het bedrag van de premie wordt betaald, om na te gaan of de aanvraag voldoet aan de toekenningsvoorwaarden bedoeld in dit besluit.
Art.13. L'Administration dispose d'un délai de cinq ans, prenant cours le lendemain de la mise en liquidation du montant de la prime, pour vérifier la conformité de la demande aux conditions d'octroi visées au présent arrêté.
Art.13/1. [1 De Administratie vraagt aan de begunstigde van de premie elk document dat nodig is voor de controle op het gebruik ervan.
De begunstigde van de premie moet de Administratie de in lid 1 bedoelde documenten verstrekken binnen een term[00c4][00b3]n van zestig dagen te rekenen vanaf de dag na de verzending van de brief waarin om het document wordt verzocht.
Op verzoek van de Administratie machtigt de begunstigde de door de Minister van Huisvesting en de Minister van Energie of één van hun afgevaardigden om ter plaatse vast te stellen of de werken waarvoor een premie is toegekend, uitgevoerd zijn en of ze met de eisen bepaald bij of krachtens dit besluit en volgens de regels der kunst overeenstemmen. Elk bezoek ter plaatse wordt voorafgegaan door een kennisgeving die minstens vijftien dagen voor de geplande datum wordt verstuurd. De begunstigde kan maximaal zestig dagen om een uitstel van het bezoek vragen.
Wanneer de begunstigde weigert om op de verzoeken van de Administratie in te gaan, moet hij het niet-gerechtvaardigde deel van de premie terugbetalen overeenkomstig artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.
Wanneer niet alle gefactureerde werken zijn uitgevoerd of als het uitgevoerde werk niet overeenstemt met de aanvraag, kan de Administratie een verlenging van de uitvoeringstermijn van de werken voor maximum twaalf maanden toekennen.
Bij niet-naleving van de in dit besluit bedoelde bepalingen kan de Administratie de volledige terugbetaling van de door de aanvrager ontvangen premie vragen. ]1
De begunstigde van de premie moet de Administratie de in lid 1 bedoelde documenten verstrekken binnen een term[00c4][00b3]n van zestig dagen te rekenen vanaf de dag na de verzending van de brief waarin om het document wordt verzocht.
Op verzoek van de Administratie machtigt de begunstigde de door de Minister van Huisvesting en de Minister van Energie of één van hun afgevaardigden om ter plaatse vast te stellen of de werken waarvoor een premie is toegekend, uitgevoerd zijn en of ze met de eisen bepaald bij of krachtens dit besluit en volgens de regels der kunst overeenstemmen. Elk bezoek ter plaatse wordt voorafgegaan door een kennisgeving die minstens vijftien dagen voor de geplande datum wordt verstuurd. De begunstigde kan maximaal zestig dagen om een uitstel van het bezoek vragen.
Wanneer de begunstigde weigert om op de verzoeken van de Administratie in te gaan, moet hij het niet-gerechtvaardigde deel van de premie terugbetalen overeenkomstig artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof.
Wanneer niet alle gefactureerde werken zijn uitgevoerd of als het uitgevoerde werk niet overeenstemt met de aanvraag, kan de Administratie een verlenging van de uitvoeringstermijn van de werken voor maximum twaalf maanden toekennen.
Bij niet-naleving van de in dit besluit bedoelde bepalingen kan de Administratie de volledige terugbetaling van de door de aanvrager ontvangen premie vragen. ]1
Art.13/1. [1 L'administration réclame au bénéficiaire de la prime, tout document nécessaire au contrôle de son utilisation.
Le bénéficiaire de la prime est tenu de remettre à l'Administration les documents visés à l'alinéa 1er dans un délai de soixante jours prenant cours le lendemain de l'envoi de la lettre de demande de document.
Le bénéficiaire autorise, à la demande de l'Administration, les agents désignés par le Ministre du Logement et le Ministre de l'Energie ou un de leurs délégués à constater sur place la réalisation des travaux couverts par une prime et la conformité de ces travaux avec les exigences définies par ou en vertu du présent arrêté et avec les règles de l'art. Toute visite sur place est précédée d'un avis transmis au moins quinze jours avant la date prévue. Le bénéficiaire peut solliciter un report de la visite de soixante jours maximum.
Lorsque le bénéficiaire refuse d'accéder aux demandes de l'Administration, il est tenu de rembourser la partie non justifiée de la prime, conformément à l'article 13 de la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des Comptes.
Lorsque tous les travaux facturés n'ont pas été réalisés ou que le travail presté n'est pas conforme à la demande, l'Administration peut accorder un délai d'exécution des travaux d'une durée maximale de douze mois.
En cas de non-respect des dispositions prévues dans le présent arrêté, l'Administration peut demander le remboursement complet de la prime perçue par le demandeur . ]1
Le bénéficiaire de la prime est tenu de remettre à l'Administration les documents visés à l'alinéa 1er dans un délai de soixante jours prenant cours le lendemain de l'envoi de la lettre de demande de document.
Le bénéficiaire autorise, à la demande de l'Administration, les agents désignés par le Ministre du Logement et le Ministre de l'Energie ou un de leurs délégués à constater sur place la réalisation des travaux couverts par une prime et la conformité de ces travaux avec les exigences définies par ou en vertu du présent arrêté et avec les règles de l'art. Toute visite sur place est précédée d'un avis transmis au moins quinze jours avant la date prévue. Le bénéficiaire peut solliciter un report de la visite de soixante jours maximum.
Lorsque le bénéficiaire refuse d'accéder aux demandes de l'Administration, il est tenu de rembourser la partie non justifiée de la prime, conformément à l'article 13 de la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des Comptes.
Lorsque tous les travaux facturés n'ont pas été réalisés ou que le travail presté n'est pas conforme à la demande, l'Administration peut accorder un délai d'exécution des travaux d'une durée maximale de douze mois.
En cas de non-respect des dispositions prévues dans le présent arrêté, l'Administration peut demander le remboursement complet de la prime perçue par le demandeur . ]1
HOOFDSTUK V.
CHAPITRE V.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
CHAPITRE VI. - Dispositions finales
Art.17. In artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 5 juli 2018 tot vaststelling van de bijlagen voor elke type huurovereenkomsten, de lijst van de energiebesparende werken en de lijst van de rechtspersonen die gemachtigd zijn om de glijdende huurovereenkomst toe te passen in uitvoering van het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst worden de woorden "de werken die voor de toekenning van een premie in aanmerking komen in de zin van artikel 6, § 1, van het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 2015 tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen" vervangen door de woorden "de werken die voor de toekenning van een premie in aanmerking komen in de zin van artikel 5 van het besluit van de Waalse Regering van 4 april 2019 tot invoering van een premieregeling voor de uitvoering van een audit, van de rapporten over de opvolging van de werken ervan en van de investeringen tot bevordering van energiebesparing en van de renovatie van een woning".
Art.17. Dans l'article 2 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 5 juillet 2018 fixant les annexes pour chaque type de baux, la liste des travaux économiseurs d'énergie et la liste des personnes morales autorisées à pratiquer le bail glissant en exécution du décret du 15 mars 2018 relatif au bail d'habitation, les mots " travaux éligibles à l'octroi d'une prime au sens de l'article 6, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 26 mars 2015 instaurant un régime de primes aux particuliers favorisant les économies d'énergie et la rénovation des logements " sont remplacés par les mots " investissement éligibles à l'octroi d'une prime au sens de l'article 5 de l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 instaurant un régime de primes pour la réalisation d'un audit, de ses rapports de suivi des travaux et des investissements économiseurs d'énergie et de rénovation d'un logement ".
Art.18. Het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 2015 tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 11 januari 2018, wordt opgeheven.
Art.18. L'arrêté du Gouvernement wallon du 26 mars 2015 instaurant un régime de primes aux particuliers favorisant les économies d'énergies et la rénovation des logements, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 11 janvier 2018, est abrogé.
Art.19. Het besluit van de Waalse Regering van 26 maart 2015 tot invoering van een premieregeling voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen en renovatie van woningen blijft nochtans van toepassing voor de aanvragers die een voorafgaande waarschuwing overeenkomstig artikel 16 ervan vóór de inwerkingtreding van dit besluit hebben ingediend.
In afwijking van het eerste lid kunnen de aanvragers om de toepassing van dit besluit verzoeken indien de factuur van de in de voorafgaande waarschuwing genoemde investeringen na de inwerkingtreding van dit besluit valt en indien zij voldoen aan de voorwaarden van dit besluit.
De aanvragers die vóór de inwerkingtreding van dit besluit een voorafgaande waarschuwing met betrekking tot de uitvoering van een energieaudit hebben ingevoerd, kunnen de premie betreffende deze investering aanvragen indien ze overeenkomstig het besluit van de Waalse regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning een audit uitvoeren na de inwerkingtreding van dit besluit.
In afwijking van het eerste lid kunnen de aanvragers om de toepassing van dit besluit verzoeken indien de factuur van de in de voorafgaande waarschuwing genoemde investeringen na de inwerkingtreding van dit besluit valt en indien zij voldoen aan de voorwaarden van dit besluit.
De aanvragers die vóór de inwerkingtreding van dit besluit een voorafgaande waarschuwing met betrekking tot de uitvoering van een energieaudit hebben ingevoerd, kunnen de premie betreffende deze investering aanvragen indien ze overeenkomstig het besluit van de Waalse regering van 4 april 2019 betreffende de audit van een woning een audit uitvoeren na de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.19. L'arrêté du Gouvernement wallon du 26 mars 2015 instaurant un régime de primes aux particuliers favorisant les économies d'énergies et la rénovation des logements reste toutefois d'application pour les demandeurs ayant introduit un avertissement préalable conformément à son article 16 avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les demandeurs peuvent solliciter l'application du présent arrêté si la facture des investissements repris dans l'avertissement préalable est postérieure à l'entrée en vigueur du présent arrêté et s'ils satisfont aux conditions du présent arrêté.
Les demandeurs ayant introduit, avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, un avertissement préalable relatif à la réalisation d'un audit énergétique peuvent solliciter la prime relative à cet investissement s'ils réalisent un audit conformément à l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement après l'entrée en vigueur dudit arrêté.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les demandeurs peuvent solliciter l'application du présent arrêté si la facture des investissements repris dans l'avertissement préalable est postérieure à l'entrée en vigueur du présent arrêté et s'ils satisfont aux conditions du présent arrêté.
Les demandeurs ayant introduit, avant l'entrée en vigueur du présent arrêté, un avertissement préalable relatif à la réalisation d'un audit énergétique peuvent solliciter la prime relative à cet investissement s'ils réalisent un audit conformément à l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 avril 2019 relatif à l'audit logement après l'entrée en vigueur dudit arrêté.
Art.20. Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2019 en is van toepassing op iedere aanvraag van premies betreffende een auditrapport, [1 ...]1 en investeringen die na de inwerkingtreding van dit besluit valt.
[1 het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : "In afwijking van lid 1 is artikel 9, § 2, tweede lid, 4°, van toepassing op aanvragen die vanaf 1 januari 2026 worden ingediend.]1
[1 het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : "In afwijking van lid 1 is artikel 9, § 2, tweede lid, 4°, van toepassing op aanvragen die vanaf 1 januari 2026 worden ingediend.]1
Modifications
Art.20. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er juin 2019 et s'applique à toute demande de primes relative à un rapport d'audit, [1 ...]1 et à des investissements postérieure à l'entrée en vigueur du présent arrêté.
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, l'article 9, § 2, alinéa 2, 4°, s'applique aux demandes introduites à partir du 1er janvier 20260.]1
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, l'article 9, § 2, alinéa 2, 4°, s'applique aux demandes introduites à partir du 1er janvier 20260.]1
Modifications
Art.21. De Minister van Energie en de Minister van Huisvesting zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.21. le Ministre de l'Energie et la Ministre du Logement sont chargés de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. (NOTA : geen Nederlandse versie, zie Franse versie)
Gewijzigd bij :
Gewijzigd bij :
Art. N. Rapports et investissements éligibles à l'octroi d'une prime :
1° le rapport d'audit;
2° [1 ...]1
3° les travaux de toiture :
a) le remplacement de la couverture de la toiture;
b) l'appropriation [1 de la ou des charpentes du logement ou des logements]1;
c) le remplacement [1 du ou des dispositifs de collecte et d'évacuation des eaux pluviales du logement ou des logement]1, à l'exception des dispositifs de stockage;
4° les travaux visant à assécher, stabiliser ou rendre salubre les murs et le sol :
a) l'assèchement des murs en vue de régler les défauts d'étanchéité suivants :
(1) infiltration (murs extérieur);
(2) humidité ascensionnelle (pied de mur);
b) le renforcement des murs extérieurs instables, ou la démolition et la reconstruction totale de ces murs;
c) le remplacement des supports (gîtage, hourdis, etc.) des aires de circulation d'un ou plusieurs locaux, en ce compris le remplacement des aires de circulation et des sous-couches, ainsi que des plinthes, induit par les travaux de remplacement;
d) les travaux de nature à éliminer la mérule ou tout champignon aux effets analogues, par remplacement ou traitement des éléments immeubles attaqués;
e) les travaux de nature à éliminer le radon conseillés dans les rapports rédigés par les autorités compétentes;
5° [1 a) la mise en conformité de l'installation électrique aux réglementations en vigueur ;
b) la mise en conformité de l'installation gaz aux réglementations en vigueur ]1;
6° l'isolation thermique du toit ou des combles en contact [1 avec l'ambiance extérieure, un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel ou un sol]1;
7° l'isolation thermique des murs en contact avec l'ambiance extérieure [2 ,]2 [1 un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel ou un sol]1;
8° l'isolation thermique du sol ou des planchers en contact [1 un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel ou un sol ]1, en ce compris le remplacement des aires de circulation et des sous-couches, ainsi que des plinthes, induit par les travaux d'isolation;
9° [1 le remplacement des menuiseries ou des vitrages en contact avec l'ambiance extérieure ou avec un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel]1;
10° l'installation d'un des systèmes de chauffage ou d'eau chaude sanitaire suivants :
a) pompe à chaleur pour l'eau chaude sanitaire;
b) pompe à chaleur pour le chauffage ou combinée;
c) chaudière biomasse;
d) chauffe-eau solaire;
e) poêle biomasse local;
11° l'installation d'un des systèmes de ventilation suivants :
a)[1 système centralisé de ventilation mécanique simple flux qui assure la ventilation de l'ensemble des espaces du logement ]1;
b) [1 système centralisé de ventilation mécanique double flux qui assure la ventilation de l'ensemble des espaces du logement ]1;
[1 c) système de ventilation mécanique simple flux qui assure la ventilation d'une partie des espaces du logement ;
d) système de ventilation mécanique double flux qui assure la ventilation d'une partie des espaces du logement]1
12° l'augmentation de l'étanchéité à l'air;
13° [1 l'isolation des conduites, des gaines ou des vannes de chauffage et de ses accessoires situés dans un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel ]1;
14° [1 l'isolation d'un ballon de stockage de chauffage ]1;
[1 15° l'installation de circulateurs à vitesse variable ;
16° le remplacement d'un ballon de stockage d'un système de chauffage ;
17° le placement d'un minimum de cinq vannes thermostatiques sur des émetteurs de chaleur ;
18° le placement d'un thermostat d'ambiance assurant la mise à l'arrêt du producteur ou des circulateurs en dehors des périodes de demande de chaleur ;
19° le remplacement du réservoir de stockage pour l'eau chaude sanitaire ;
20° l'isolation des conduites d'une boucle de circulation d'eau chaude sanitaire et de ses accessoires ;
21° l'isolation d'un échangeur à plaques externe ;
22° l'isolation d'un ballon de stockage pour l'eau chaude sanitaire.]1
1° le rapport d'audit;
2° [1 ...]1
3° les travaux de toiture :
a) le remplacement de la couverture de la toiture;
b) l'appropriation [1 de la ou des charpentes du logement ou des logements]1;
c) le remplacement [1 du ou des dispositifs de collecte et d'évacuation des eaux pluviales du logement ou des logement]1, à l'exception des dispositifs de stockage;
4° les travaux visant à assécher, stabiliser ou rendre salubre les murs et le sol :
a) l'assèchement des murs en vue de régler les défauts d'étanchéité suivants :
(1) infiltration (murs extérieur);
(2) humidité ascensionnelle (pied de mur);
b) le renforcement des murs extérieurs instables, ou la démolition et la reconstruction totale de ces murs;
c) le remplacement des supports (gîtage, hourdis, etc.) des aires de circulation d'un ou plusieurs locaux, en ce compris le remplacement des aires de circulation et des sous-couches, ainsi que des plinthes, induit par les travaux de remplacement;
d) les travaux de nature à éliminer la mérule ou tout champignon aux effets analogues, par remplacement ou traitement des éléments immeubles attaqués;
e) les travaux de nature à éliminer le radon conseillés dans les rapports rédigés par les autorités compétentes;
5° [1 a) la mise en conformité de l'installation électrique aux réglementations en vigueur ;
b) la mise en conformité de l'installation gaz aux réglementations en vigueur ]1;
6° l'isolation thermique du toit ou des combles en contact [1 avec l'ambiance extérieure, un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel ou un sol]1;
7° l'isolation thermique des murs en contact avec l'ambiance extérieure [2 ,]2 [1 un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel ou un sol]1;
8° l'isolation thermique du sol ou des planchers en contact [1 un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel ou un sol ]1, en ce compris le remplacement des aires de circulation et des sous-couches, ainsi que des plinthes, induit par les travaux d'isolation;
9° [1 le remplacement des menuiseries ou des vitrages en contact avec l'ambiance extérieure ou avec un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel]1;
10° l'installation d'un des systèmes de chauffage ou d'eau chaude sanitaire suivants :
a) pompe à chaleur pour l'eau chaude sanitaire;
b) pompe à chaleur pour le chauffage ou combinée;
c) chaudière biomasse;
d) chauffe-eau solaire;
e) poêle biomasse local;
11° l'installation d'un des systèmes de ventilation suivants :
a)[1 système centralisé de ventilation mécanique simple flux qui assure la ventilation de l'ensemble des espaces du logement ]1;
b) [1 système centralisé de ventilation mécanique double flux qui assure la ventilation de l'ensemble des espaces du logement ]1;
[1 c) système de ventilation mécanique simple flux qui assure la ventilation d'une partie des espaces du logement ;
d) système de ventilation mécanique double flux qui assure la ventilation d'une partie des espaces du logement]1
12° l'augmentation de l'étanchéité à l'air;
13° [1 l'isolation des conduites, des gaines ou des vannes de chauffage et de ses accessoires situés dans un espace non chauffé qui est à l'abri du gel ou un espace non chauffé qui n'est pas à l'abri du gel ]1;
14° [1 l'isolation d'un ballon de stockage de chauffage ]1;
[1 15° l'installation de circulateurs à vitesse variable ;
16° le remplacement d'un ballon de stockage d'un système de chauffage ;
17° le placement d'un minimum de cinq vannes thermostatiques sur des émetteurs de chaleur ;
18° le placement d'un thermostat d'ambiance assurant la mise à l'arrêt du producteur ou des circulateurs en dehors des périodes de demande de chaleur ;
19° le remplacement du réservoir de stockage pour l'eau chaude sanitaire ;
20° l'isolation des conduites d'une boucle de circulation d'eau chaude sanitaire et de ses accessoires ;
21° l'isolation d'un échangeur à plaques externe ;
22° l'isolation d'un ballon de stockage pour l'eau chaude sanitaire.]1