Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
25 APRIL 2019. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 4 april 2019 betreffende de individuele beroepsopleiding(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-06-2019 en tekstbijwerking tot 25-07-2024)
Titre
25 AVRIL 2019. - Arrêté du Gouvernement wallon portant exécution du décret du 4 avril 2019 relatif à la formation professionnelle individuelle(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 06-06-2019 et mise à jour au 25-07-2024)
Informations sur le document
Numac: 2019202675
Datum: 2019-04-25
Info du document
Numac: 2019202675
Date: 2019-04-25
Tekst (22)
Texte (22)
Artikel 1. Dit besluit regelt gedeeltelijk een aangelegenheid bedoeld in artikel 138 van de Grondwet, overeenkomstig artikel 127, § 1, van de Grondwet.
Article 1er. Le présent arrêté règle, en partie, en application de l'article 138 de la Constitution, une matière visée à l'article 127, § 1er, de celle-ci.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° het decreet: het decreet van 4 april 2019 betreffende de individuele beroepsopleiding;
2° de stagiair die moeilijkheden inzake inschakeling ondervindt, ofwel:
a) de stagiair die niet houder is van het getuigschrift van de derde graad van het secundair onderwijs;
b) de stagiair jonger dan vijfentwintig jaar zijn die, op het tijdstip waarop de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt, sinds minder dan één jaar werkloos is;
c) de stagiair jonger dan vijfentwintig jaar zijn die, op het tijdstip waarop de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt, sinds minder dan twee jaar werkloos is;
d) de stagiair die een erkenning van zijn handicap heeft verkregen;
e) de stagiair ten laste van RIZIV die begeleid wordt in het kader van een herinschakelingstraject, ongeacht of dit een heroriënteringstraject dan wel een beroepsrehabilitatietraject is;
[1 f) de nieuwkomende stagiair van binnen en buiten de Europese Unie, zodat hij een individueel opleidingstraject kan volgen tot integratie, in voorkomend geval, van het leren van de woordenschat in verband met de uitoefening van de functie opgenomen in het plan voor een instapopleiding;]1
3° [1 de sociale uitkering: de werkloosheidsuitkering, de inschakelingsuitkering, het leefloon, de financiële sociale bijstand]1;
4° de Minister: de Minister bevoegd voor Vorming.
1° het decreet: het decreet van 4 april 2019 betreffende de individuele beroepsopleiding;
2° de stagiair die moeilijkheden inzake inschakeling ondervindt, ofwel:
a) de stagiair die niet houder is van het getuigschrift van de derde graad van het secundair onderwijs;
b) de stagiair jonger dan vijfentwintig jaar zijn die, op het tijdstip waarop de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt, sinds minder dan één jaar werkloos is;
c) de stagiair jonger dan vijfentwintig jaar zijn die, op het tijdstip waarop de overeenkomst voor een instapopleiding gesloten wordt, sinds minder dan twee jaar werkloos is;
d) de stagiair die een erkenning van zijn handicap heeft verkregen;
e) de stagiair ten laste van RIZIV die begeleid wordt in het kader van een herinschakelingstraject, ongeacht of dit een heroriënteringstraject dan wel een beroepsrehabilitatietraject is;
[1 f) de nieuwkomende stagiair van binnen en buiten de Europese Unie, zodat hij een individueel opleidingstraject kan volgen tot integratie, in voorkomend geval, van het leren van de woordenschat in verband met de uitoefening van de functie opgenomen in het plan voor een instapopleiding;]1
3° [1 de sociale uitkering: de werkloosheidsuitkering, de inschakelingsuitkering, het leefloon, de financiële sociale bijstand]1;
4° de Minister: de Minister bevoegd voor Vorming.
Modifications
Art.2. Pour l'application du présent arrêté, l'on entend par :
1° le décret : le décret du 4 avril 2019 relatif à la formation professionnelle individuelle;
2° le stagiaire rencontrant des difficultés d'insertion : soit :
a) le stagiaire qui ne possède pas de certificat du troisième degré de l'enseignement secondaire;
b) le stagiaire de moins de vingt-cinq ans qui, au moment de la conclusion du contrat de formation-insertion est inoccupé depuis au moins un an;
c) le stagiaire de vingt-cinq ans ou plus qui, au moment de la conclusion du contrat de formation-insertion est inoccupé depuis au moins deux ans;
d) le stagiaire qui a obtenu une reconnaissance de handicap;
e) le stagiaire à charge de l'Inami qui est accompagné dans le cadre d'un trajet de réinsertion, qu'il soit en trajet de réorientation ou de réhabilitation professionnelle;
[1 f) le stagiaire primo arrivant originaire de l'Union européenne et hors Union européenne, afin qu'il dispose d'un parcours individuel de formation intégrant le cas échéant l'apprentissage du vocabulaire lié à l'exercice de la fonction reprise au plan de formation-insertion;]1
3° [1 l'allocation sociale : l'allocation de chômage, l'allocation d'insertion, le revenu d'intégration, l'aide sociale financière]1;
4° le Ministre : le Ministre qui a la formation dans ses attributions.
1° le décret : le décret du 4 avril 2019 relatif à la formation professionnelle individuelle;
2° le stagiaire rencontrant des difficultés d'insertion : soit :
a) le stagiaire qui ne possède pas de certificat du troisième degré de l'enseignement secondaire;
b) le stagiaire de moins de vingt-cinq ans qui, au moment de la conclusion du contrat de formation-insertion est inoccupé depuis au moins un an;
c) le stagiaire de vingt-cinq ans ou plus qui, au moment de la conclusion du contrat de formation-insertion est inoccupé depuis au moins deux ans;
d) le stagiaire qui a obtenu une reconnaissance de handicap;
e) le stagiaire à charge de l'Inami qui est accompagné dans le cadre d'un trajet de réinsertion, qu'il soit en trajet de réorientation ou de réhabilitation professionnelle;
[1 f) le stagiaire primo arrivant originaire de l'Union européenne et hors Union européenne, afin qu'il dispose d'un parcours individuel de formation intégrant le cas échéant l'apprentissage du vocabulaire lié à l'exercice de la fonction reprise au plan de formation-insertion;]1
3° [1 l'allocation sociale : l'allocation de chômage, l'allocation d'insertion, le revenu d'intégration, l'aide sociale financière]1;
4° le Ministre : le Ministre qui a la formation dans ses attributions.
Modifications
Art.3. Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van het decreet, wordt de inwerkingtreding van het decreet uitgesteld tot 1 april 2022 voor de werkgevers uit de overheid die niet onderworpen zijn aan de wet van 5 december 1968 over de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, uitgezonderd:
1° de autonome overheidsbedrijven;
2° de plaatselijke besturen voor beroepsactiviteiten waarvoor er een proces ter bekrachtiging van vaardigheden bestaat, aanbevolen bij de omzendbrief van de Minister van Plaatselijke Besturen en Stedenbeleid van 25 januari 2011 betreffende de bekrachtiging van de vaardigheden in het kader van het pact voor een sterke en solidaire plaatselijk en provinciaal openbaar ambt.
De Minister kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
1° de autonome overheidsbedrijven;
2° de plaatselijke besturen voor beroepsactiviteiten waarvoor er een proces ter bekrachtiging van vaardigheden bestaat, aanbevolen bij de omzendbrief van de Minister van Plaatselijke Besturen en Stedenbeleid van 25 januari 2011 betreffende de bekrachtiging van de vaardigheden in het kader van het pact voor een sterke en solidaire plaatselijk en provinciaal openbaar ambt.
De Minister kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
Art.3. En application de l'article 16, alinéa 2, du décret, l'entrée en vigueur du décret est reportée au 1er avril 2022 pour les employeurs de la fonction publique non soumis à la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires à l'exception :
1° des entreprises publiques autonomes;
2° des pouvoirs locaux pour les activités professionnelles pour lesquelles il existe un processus de validation de compétences recommandé par la circulaire du Ministre des pouvoirs locaux et de la ville du 25 janvier 2011 relative à la valorisation des compétences dans le cadre du Pacte pour une fonction publique locale et provinciale solide et solidaire.
Le Ministre peut fixer une date d'entrée en vigueur antérieure à celle prévue à l'alinéa 1er.
1° des entreprises publiques autonomes;
2° des pouvoirs locaux pour les activités professionnelles pour lesquelles il existe un processus de validation de compétences recommandé par la circulaire du Ministre des pouvoirs locaux et de la ville du 25 janvier 2011 relative à la valorisation des compétences dans le cadre du Pacte pour une fonction publique locale et provinciale solide et solidaire.
Le Ministre peut fixer une date d'entrée en vigueur antérieure à celle prévue à l'alinéa 1er.
Art.4. § 1. De onderneming voor uitzendarbeid die een [1 plan voor een instapopleiding]1 sluit, selecteert de stagiair en de werkgever-gebruiker. De werkgever-gebruiker is als referentie in het opleidingsplan opgenomen.
§ 2. De [1 plan voor een instapopleiding]1, gesloten met een onderneming voor uitzendarbeid, kan enkel worden toegestaan aan stagiairs die aan volgende voorwaarden voldoen:
a) jonger dan vijfentwintig jaar zijn en, op het tijdstip waarop de [1 plan voor een instapopleiding]1 gesloten wordt, sinds minder dan één jaar niet-werkende zijn;
b) minstens vijftig jaar oud zijn en, op het tijdstip waarop de [1 plan voor een instapopleiding]1 gesloten wordt, sinds minder dan één jaar niet-werkende zijn.
§ 3. De duur van de [1 plan voor een instapopleiding ]1, gesloten met een onderneming voor uitzendarbeid, bedraagt minstens vier en hoogstens dertien weken.
De stagiair waarvoor de [1 plan voor een instapopleiding]1 gesloten wordt met een onderneming voor uitzendarbeid kan, in de loop van de drie maanden voorafgaand aan genoemde overeenkomst, tijdens hoogstens twintig werkdagen in de functie waarvoor genoemde overeenkomst met de onderneming voor uitzendarbeid gesloten is, een interimopdracht verricht hebben voor de werkgever-gebruiker.
§ 2. De [1 plan voor een instapopleiding]1, gesloten met een onderneming voor uitzendarbeid, kan enkel worden toegestaan aan stagiairs die aan volgende voorwaarden voldoen:
a) jonger dan vijfentwintig jaar zijn en, op het tijdstip waarop de [1 plan voor een instapopleiding]1 gesloten wordt, sinds minder dan één jaar niet-werkende zijn;
b) minstens vijftig jaar oud zijn en, op het tijdstip waarop de [1 plan voor een instapopleiding]1 gesloten wordt, sinds minder dan één jaar niet-werkende zijn.
§ 3. De duur van de [1 plan voor een instapopleiding ]1, gesloten met een onderneming voor uitzendarbeid, bedraagt minstens vier en hoogstens dertien weken.
De stagiair waarvoor de [1 plan voor een instapopleiding]1 gesloten wordt met een onderneming voor uitzendarbeid kan, in de loop van de drie maanden voorafgaand aan genoemde overeenkomst, tijdens hoogstens twintig werkdagen in de functie waarvoor genoemde overeenkomst met de onderneming voor uitzendarbeid gesloten is, een interimopdracht verricht hebben voor de werkgever-gebruiker.
Modifications
Art.4. § 1er. L'entreprise de travail intérimaire qui conclut un [1 P.F.I]2 sélectionne le stagiaire et l'employeur-utilisateur. L'employeur-utilisateur est référencié au plan de formation.
§ 2. Le [2 P.F.I.]2 conclu avec une entreprise de travail intérimaire ne peut être accordé qu'aux stagiaires répondant aux conditions suivantes :
a) moins de vingt-cinq ans et, au moment de la conclusion du contrat de formation-insertion est inoccupé depuis au moins un an;
b) au moins cinquante ans et, au moment de la conclusion du contrat de formation-insertion est inoccupé depuis au moins un an.
§ 3. La durée du contrat de formation-insertion conclu avec une entreprise de travail intérimaire est de minimum quatre semaines et de maximum treize semaines.
Le stagiaire pour lequel le [1 P.F.I.]1. est conclu avec une entreprise de travail intérimaire peut, au cours des1trois mois précédents ce [1 P.F.I.]1, avoir effectué une mission intérim pour l'employeur-utilisateur pendant vingt jours ouvrables au maximum dans la même fonction que celle pour laquelle le [1 P.F.I.]1 est conclu avec l'entreprise de travail intérimaire.
§ 2. Le [2 P.F.I.]2 conclu avec une entreprise de travail intérimaire ne peut être accordé qu'aux stagiaires répondant aux conditions suivantes :
a) moins de vingt-cinq ans et, au moment de la conclusion du contrat de formation-insertion est inoccupé depuis au moins un an;
b) au moins cinquante ans et, au moment de la conclusion du contrat de formation-insertion est inoccupé depuis au moins un an.
§ 3. La durée du contrat de formation-insertion conclu avec une entreprise de travail intérimaire est de minimum quatre semaines et de maximum treize semaines.
Le stagiaire pour lequel le [1 P.F.I.]1. est conclu avec une entreprise de travail intérimaire peut, au cours des1trois mois précédents ce [1 P.F.I.]1, avoir effectué une mission intérim pour l'employeur-utilisateur pendant vingt jours ouvrables au maximum dans la même fonction que celle pour laquelle le [1 P.F.I.]1 est conclu avec l'entreprise de travail intérimaire.
Modifications
Art.5. De prestaties van de [2 plan voor een instapopleiding]2 kunnen niet beginnen vóór de ondertekening ervan door de drie partijen.
Er mag voor de beroepsactiviteit geen enkele prestatie in het kader van een arbeidsovereenkomst verricht zijn vóór de ondertekening van de [2 plan voor een instapopleiding]2 door de drie partijen, uitgezonderd de prestaties verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, met inbegrip van een uitzendarbeidscontract, waarvan de gecumuleerde duur niet meer dan twintig dagen over de drie voorafgaande maanden mag bedragen.
[1 De opleidingsovereenkomst kan worden ondertekend met de hand, langs elektronische weg of op een andere wijze waarop elke partij zich identificeert en haar wil kenbaar maakt.]1
Er mag voor de beroepsactiviteit geen enkele prestatie in het kader van een arbeidsovereenkomst verricht zijn vóór de ondertekening van de [2 plan voor een instapopleiding]2 door de drie partijen, uitgezonderd de prestaties verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst, met inbegrip van een uitzendarbeidscontract, waarvan de gecumuleerde duur niet meer dan twintig dagen over de drie voorafgaande maanden mag bedragen.
[1 De opleidingsovereenkomst kan worden ondertekend met de hand, langs elektronische weg of op een andere wijze waarop elke partij zich identificeert en haar wil kenbaar maakt.]1
Art.5. Les prestations du [2 plan de formation-insertion ]2 ne peuvent pas débuter avant sa signature par les trois parties.
Aucune prestation ne peut avoir été effectuée, pour l'activité professionnelle, dans le cadre d'un contrat de travail par le stagiaire chez l'employeur avant la signature du [2 plan de formation-insertion]2 à l'exception des prestations effectuées dans le cadre d'un contrat de travail, en ce compris un contrat de travail intérimaire, dont la durée cumulée ne peut pas excéder vingt jours dans les trois mois qui précèdent.
[1 Le contrat de formation peut être signé manuscritement, par voie électronique ou par un autre procédé par lequel chaque partie s'identifie et manifeste sa volonté.]1
Aucune prestation ne peut avoir été effectuée, pour l'activité professionnelle, dans le cadre d'un contrat de travail par le stagiaire chez l'employeur avant la signature du [2 plan de formation-insertion]2 à l'exception des prestations effectuées dans le cadre d'un contrat de travail, en ce compris un contrat de travail intérimaire, dont la durée cumulée ne peut pas excéder vingt jours dans les trois mois qui précèdent.
[1 Le contrat de formation peut être signé manuscritement, par voie électronique ou par un autre procédé par lequel chaque partie s'identifie et manifeste sa volonté.]1
Art.6. § 1. De overeenkomst voor een instapopleiding duurt minstens vier en hoogstens zesentwintig weken.
In afwijking van lid 1 kan de overeenkomst voor een instapopleiding voor de stagiair die moeilijkheden met de inschakeling ondervindt, een langere duur hebben dan zesentwintig weken, zonder de tweeënvijftig weken te overschrijden.
[1 De duur van het plan voor een instapopleiding wordt, na overleg met de werkgever, door de adviseur bepaald, rekening houdend met:
1° de vak-referentielijst en meer bepaald de vaardigheden die verband houden met het beroep;
2° voor de stagiair, zijn/haar opleiding, ervaring en begeleidingstraject;
3° voor de onderneming, de beroepscompetenties die op de werkplek moeten worden verworven in overeenstemming met de verklaringen van de werkgever.]1
[1 Die]1 hangt af van het verschil tussen de competenties van de stagiair en de competenties die verworven dienen te zijn na afloop van [1 het plan voor een instapopleiding]1.
§ 2. [1 De onderneming kan "Forem" vragen de aanvankelijke duur van het plan voor een instapopleiding te verlengen tot zeven dagen voordat het plan afloopt.
"Forem" kan de verlenging toekennen als de uitvoering van het plan voor een instapopleiding is opgeschort en aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de opschorting is te wijten aan één van de volgende redenen:
a) een arbeidsongeschiktheid van de stagiair wegens ziekte, een arbeidsongeval of een ongeval op de weg van en naar het werk;
b) een sluiting van de onderneming wegens staking, economische werkloosheid, slechte weersomstandigheden of collectieve sluiting wegens de jaarlijkse vakantie of bij overmacht;
c) de jaarlijkse vakantie van de stagiair waarmee de werkgever heeft ingestemd;
d) de bemiddeling bedoeld in artikel 5, § 1/2, tweede lid, of in artikel 6, § 3, tweede lid, van het decreet;
2° de totale duur van de periodes van opschorting bedoeld in 1° is minstens gelijk aan zeven werkdagen.
De duur van de verlenging komt overeen met die van de in lid 2 bedoelde periodes van opschorting]1.
[1 § 3. Onverminderd paragraaf 1, als het leren van de stagiair langer dan voorzien is of in geval van evolutie van de beroepsactiviteit van de werkgever kan deze laatste "Forem" vragen om een eenmalige verlenging van de duur van de stage. De adviseur analyseert de behoefte en spreekt zich uit over de aanvraag.]1
In afwijking van lid 1 kan de overeenkomst voor een instapopleiding voor de stagiair die moeilijkheden met de inschakeling ondervindt, een langere duur hebben dan zesentwintig weken, zonder de tweeënvijftig weken te overschrijden.
[1 De duur van het plan voor een instapopleiding wordt, na overleg met de werkgever, door de adviseur bepaald, rekening houdend met:
1° de vak-referentielijst en meer bepaald de vaardigheden die verband houden met het beroep;
2° voor de stagiair, zijn/haar opleiding, ervaring en begeleidingstraject;
3° voor de onderneming, de beroepscompetenties die op de werkplek moeten worden verworven in overeenstemming met de verklaringen van de werkgever.]1
[1 Die]1 hangt af van het verschil tussen de competenties van de stagiair en de competenties die verworven dienen te zijn na afloop van [1 het plan voor een instapopleiding]1.
§ 2. [1 De onderneming kan "Forem" vragen de aanvankelijke duur van het plan voor een instapopleiding te verlengen tot zeven dagen voordat het plan afloopt.
"Forem" kan de verlenging toekennen als de uitvoering van het plan voor een instapopleiding is opgeschort en aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de opschorting is te wijten aan één van de volgende redenen:
a) een arbeidsongeschiktheid van de stagiair wegens ziekte, een arbeidsongeval of een ongeval op de weg van en naar het werk;
b) een sluiting van de onderneming wegens staking, economische werkloosheid, slechte weersomstandigheden of collectieve sluiting wegens de jaarlijkse vakantie of bij overmacht;
c) de jaarlijkse vakantie van de stagiair waarmee de werkgever heeft ingestemd;
d) de bemiddeling bedoeld in artikel 5, § 1/2, tweede lid, of in artikel 6, § 3, tweede lid, van het decreet;
2° de totale duur van de periodes van opschorting bedoeld in 1° is minstens gelijk aan zeven werkdagen.
De duur van de verlenging komt overeen met die van de in lid 2 bedoelde periodes van opschorting]1.
[1 § 3. Onverminderd paragraaf 1, als het leren van de stagiair langer dan voorzien is of in geval van evolutie van de beroepsactiviteit van de werkgever kan deze laatste "Forem" vragen om een eenmalige verlenging van de duur van de stage. De adviseur analyseert de behoefte en spreekt zich uit over de aanvraag.]1
Modifications
Art.6. [1 § 1er. ]1 La durée du contrat de formation-insertion ne peut pas être inférieure à quatre semaines, ni supérieure à vingt-six semaines.
Par dérogation à l'alinéa 1er, pour le stagiaire rencontrant des difficultés d'insertion, la durée du contrat de formation-insertion peut être supérieure à vingt-six semaines sans excéder cinquante-deux semaines.
[1 La durée du plan de formation-insertion est définie par le conseiller après entretien avec l'employeur, en prenant en compte :
1° le référentiel métier et plus particulièrement les compétences liées au métier;
2° pour le stagiaire, sa formation, son expérience et son parcours d'accompagnement;
3° pour l'entreprise, les compétences métiers à acquérir en entreprise en cohérence avec les déclarations de l'employeur. ]1
[1 Elle ]1est fonction de l'écart entre les compétences du stagiaire et celles à acquérir au terme du [1 plan de formation-insertion ]1.
§ 2.[1 L'entreprise peut demander au Forem une prolongation de la durée initiale du plan de formation-insertion, jusqu'à sept jours avant la fin prévue du plan.
Le Forem peut accorder la prolongation lorsque l'exécution du plan de formation-insertion a été suspendue et que les conditions suivantes sont remplies :
1° la suspension est due à un des motifs suivants :
a) une incapacité de travail du stagiaire due à la maladie, un accident de travail ou un accident sur le chemin du travail;
b) une fermeture de l'entreprise due à une grève, le chômage économique, des intempéries ou une fermeture collective pour vacances annuelles ou pour cas de force majeure;
c) les vacances annuelles du stagiaire autorisées par l'employeur;
d) une médiation visée à l'article 5, § 1/2, alinéa 2 ou à l'article 6, § 3, alinéa 2, du décret;
2° la durée totale des périodes de suspension visées au 1° est au moins égale à sept jours ouvrables.
La durée de la prolongation correspond à celle des périodes de suspension visées à l'alinéa 2]1.
[1 § 3. Sans préjudice du paragraphe 1er, lorsque l'apprentissage par le stagiaire est plus long que prévu ou en cas d'évolution de l'activité professionnelle de l'employeur, ce dernier peut demander au Forem une prolongation unique de la durée du stage. Le conseiller réalise une analyse sur le besoin puis se prononce sur la demande. ]1
Par dérogation à l'alinéa 1er, pour le stagiaire rencontrant des difficultés d'insertion, la durée du contrat de formation-insertion peut être supérieure à vingt-six semaines sans excéder cinquante-deux semaines.
[1 La durée du plan de formation-insertion est définie par le conseiller après entretien avec l'employeur, en prenant en compte :
1° le référentiel métier et plus particulièrement les compétences liées au métier;
2° pour le stagiaire, sa formation, son expérience et son parcours d'accompagnement;
3° pour l'entreprise, les compétences métiers à acquérir en entreprise en cohérence avec les déclarations de l'employeur. ]1
[1 Elle ]1est fonction de l'écart entre les compétences du stagiaire et celles à acquérir au terme du [1 plan de formation-insertion ]1.
§ 2.[1 L'entreprise peut demander au Forem une prolongation de la durée initiale du plan de formation-insertion, jusqu'à sept jours avant la fin prévue du plan.
Le Forem peut accorder la prolongation lorsque l'exécution du plan de formation-insertion a été suspendue et que les conditions suivantes sont remplies :
1° la suspension est due à un des motifs suivants :
a) une incapacité de travail du stagiaire due à la maladie, un accident de travail ou un accident sur le chemin du travail;
b) une fermeture de l'entreprise due à une grève, le chômage économique, des intempéries ou une fermeture collective pour vacances annuelles ou pour cas de force majeure;
c) les vacances annuelles du stagiaire autorisées par l'employeur;
d) une médiation visée à l'article 5, § 1/2, alinéa 2 ou à l'article 6, § 3, alinéa 2, du décret;
2° la durée totale des périodes de suspension visées au 1° est au moins égale à sept jours ouvrables.
La durée de la prolongation correspond à celle des périodes de suspension visées à l'alinéa 2]1.
[1 § 3. Sans préjudice du paragraphe 1er, lorsque l'apprentissage par le stagiaire est plus long que prévu ou en cas d'évolution de l'activité professionnelle de l'employeur, ce dernier peut demander au Forem une prolongation unique de la durée du stage. Le conseiller réalise une analyse sur le besoin puis se prononce sur la demande. ]1
Modifications
Art.7. [2 Het plan voor een instapopleiding]2 bevat met name:
1° de omschrijving van de in te vullen beroepsactiviteit;
2° het opleidingsplan :
3° de duur van de overeenkomst voor een instapopleiding;
4° de wekelijkse duur van de daadwerkelijke prestaties, uitgedrukt in het aantal uren per week, vastgelegd in functie van de bepalingen betreffende de duur en de arbeidsuurregeling die bij werkgever van kracht is voor de beroepsactiviteit bedoeld onder 1°, zonder de mogelijkheid evenwel om overuren te verrichten;
5° [2 de wijze van berekening van de aanmoedigingspremie en de reiskosten bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet]2;
6° [2 ...]2
7° de wijze van berekening van de vergoeding wegens eventuele kosten voor de opvang, bedoeld in [2 artikel 6, § 1, lid 2, 2°, van het decreet]2;
8° de verbintenissen van de werkgever betreffende de verplichtingen bedoeld in artikel 5, § 1, van het decreet;
9° het brutomaandloon bij de aanwerving van de stagiair, vastgesteld voor de beroepsactiviteit bedoeld onder 1°, met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de barema's die van toepassing zijn bij de betrokken overheid als werkgever;
10° de nadere evaluatieregels van de opleiding.
Behalve de bepalingen bedoeld in lid 1 moet [2 het plan voor een instapopleiding]2 voorzien in een proefperiode gelijk aan een derde van de voorziene duur ervan. Ze duurt minimum twee en maximum acht weken.
[2 ...]2
Het model van [2 het plan voor een instapopleiding ]2 wordt door de Minister bepaald.
Elke andersluidende clausule dan in bedoeld model wordt ongeschreven geacht.
1° de omschrijving van de in te vullen beroepsactiviteit;
2° het opleidingsplan :
3° de duur van de overeenkomst voor een instapopleiding;
4° de wekelijkse duur van de daadwerkelijke prestaties, uitgedrukt in het aantal uren per week, vastgelegd in functie van de bepalingen betreffende de duur en de arbeidsuurregeling die bij werkgever van kracht is voor de beroepsactiviteit bedoeld onder 1°, zonder de mogelijkheid evenwel om overuren te verrichten;
5° [2 de wijze van berekening van de aanmoedigingspremie en de reiskosten bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet]2;
6° [2 ...]2
7° de wijze van berekening van de vergoeding wegens eventuele kosten voor de opvang, bedoeld in [2 artikel 6, § 1, lid 2, 2°, van het decreet]2;
8° de verbintenissen van de werkgever betreffende de verplichtingen bedoeld in artikel 5, § 1, van het decreet;
9° het brutomaandloon bij de aanwerving van de stagiair, vastgesteld voor de beroepsactiviteit bedoeld onder 1°, met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de barema's die van toepassing zijn bij de betrokken overheid als werkgever;
10° de nadere evaluatieregels van de opleiding.
Behalve de bepalingen bedoeld in lid 1 moet [2 het plan voor een instapopleiding]2 voorzien in een proefperiode gelijk aan een derde van de voorziene duur ervan. Ze duurt minimum twee en maximum acht weken.
[2 ...]2
Het model van [2 het plan voor een instapopleiding ]2 wordt door de Minister bepaald.
Elke andersluidende clausule dan in bedoeld model wordt ongeschreven geacht.
Art.7. Le [2 plan de formation-insertion ]2 contient notamment :
1° la description de l'activité professionnelle à pourvoir;
2° le plan de formation;
3° la durée du contrat de formation-insertion;
4° la durée hebdomadaire des prestations effectives exprimées en nombre d'heures par semaine établie en fonction des dispositions relatives à la durée et à l'horaire de travail en vigueur chez l'employeur pour l'activité professionnelle visée au 1° et ce, sans possibilité de prester des heures supplémentaires;
5° [2 le mode de calcul de la prime d'encouragement et des frais de déplacement visés à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 6°, du décret]2;
6° [2 ...]2
7° le mode de calcul de l'indemnité pour les frais de garde éventuels visée à [2 l'article 6, § 1er, alinéa 2, 2°, du décret]2 du décret;
8° les engagements de l'employeur relatifs aux obligations visées à l'article 5, § 1er, du décret;
9° le salaire mensuel brut à l'embauche du stagiaire fixé pour l'activité professionnelle visée au 1° dans le respect des conventions collectives de travail ou des barèmes applicables à l'employeur de la fonction publique concerné;
10° les modalités d'évaluation de la formation.
Outre les dispositions visées à l'alinéa 1er, le [2 plan de formation-insertion ]2 contient une période d'essai égale au tiers de la durée du [2 plan de formation-insertion ]2 prévue. Elle est égale au minimum à deux semaines et ne peut pas dépasser huit semaines.
[2 ...]2
Le modèle du [2 plan de formation-insertion ]2 est déterminé par le Ministre.
Toute clause contraire audit modèle est réputée non écrite.
1° la description de l'activité professionnelle à pourvoir;
2° le plan de formation;
3° la durée du contrat de formation-insertion;
4° la durée hebdomadaire des prestations effectives exprimées en nombre d'heures par semaine établie en fonction des dispositions relatives à la durée et à l'horaire de travail en vigueur chez l'employeur pour l'activité professionnelle visée au 1° et ce, sans possibilité de prester des heures supplémentaires;
5° [2 le mode de calcul de la prime d'encouragement et des frais de déplacement visés à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 6°, du décret]2;
6° [2 ...]2
7° le mode de calcul de l'indemnité pour les frais de garde éventuels visée à [2 l'article 6, § 1er, alinéa 2, 2°, du décret]2 du décret;
8° les engagements de l'employeur relatifs aux obligations visées à l'article 5, § 1er, du décret;
9° le salaire mensuel brut à l'embauche du stagiaire fixé pour l'activité professionnelle visée au 1° dans le respect des conventions collectives de travail ou des barèmes applicables à l'employeur de la fonction publique concerné;
10° les modalités d'évaluation de la formation.
Outre les dispositions visées à l'alinéa 1er, le [2 plan de formation-insertion ]2 contient une période d'essai égale au tiers de la durée du [2 plan de formation-insertion ]2 prévue. Elle est égale au minimum à deux semaines et ne peut pas dépasser huit semaines.
[2 ...]2
Le modèle du [2 plan de formation-insertion ]2 est déterminé par le Ministre.
Toute clause contraire audit modèle est réputée non écrite.
Art.8. § 1. [1 Tijdens de uitvoering van het plan voor een instapopleiding ziet "Forem" toe op het vlotte verloop van de opleiding, op een manier die past bij de duur van het plan voor een instapopleiding]1.
[1 ...]1
Dit toezicht op het vlot verloop heeft met name betrekking op volgende aspecten:
1° de inachtneming, door de partijen, van de voorwaarden van uitvoering van [1 het plan voor een instapopleiding]1, met name de inachtneming van de uurroosters;
2° de integratie van de stagiair bij de werkgever;
3° de integratie van de stagiair op zijn arbeidspost;
4° de opvolging en de begeleiding van de stagiair door de werkgever en, in voorkomend geval, door de mentor;
5° de door de stagiair en de werkgever opgegeven evolutie ter zake van competenties, overeenkomstig de respectievelijke overeenkomsten, vastgesteld in het opleidingsplan.
§ 2. [1 Na afloop van het plan voor een instapopleiding maakt "Forem" het attest van beroepsbekwaamheden op bedoeld in artikel 7, lid 1, 12°, van het decreet, in overleg met de werkgever en de stagiair. Het model van dit attest wordt door de Minister bepaald.
Bij deze gelegenheid informeert "Forem" de stagiair over eventuele vaardigheidsattesteringen die met de stage overeenkomen en over alle voordelen die een dergelijke attestering hem of haar kan opleveren in zijn of haar beroepstraject]1.
§ 3. [1 ...]1
[1 ...]1
Dit toezicht op het vlot verloop heeft met name betrekking op volgende aspecten:
1° de inachtneming, door de partijen, van de voorwaarden van uitvoering van [1 het plan voor een instapopleiding]1, met name de inachtneming van de uurroosters;
2° de integratie van de stagiair bij de werkgever;
3° de integratie van de stagiair op zijn arbeidspost;
4° de opvolging en de begeleiding van de stagiair door de werkgever en, in voorkomend geval, door de mentor;
5° de door de stagiair en de werkgever opgegeven evolutie ter zake van competenties, overeenkomstig de respectievelijke overeenkomsten, vastgesteld in het opleidingsplan.
§ 2. [1 Na afloop van het plan voor een instapopleiding maakt "Forem" het attest van beroepsbekwaamheden op bedoeld in artikel 7, lid 1, 12°, van het decreet, in overleg met de werkgever en de stagiair. Het model van dit attest wordt door de Minister bepaald.
Bij deze gelegenheid informeert "Forem" de stagiair over eventuele vaardigheidsattesteringen die met de stage overeenkomen en over alle voordelen die een dergelijke attestering hem of haar kan opleveren in zijn of haar beroepstraject]1.
§ 3. [1 ...]1
Modifications
Art.8. § 1er. [1 Pendant l'exécution du plan de formation-insertion, le Forem vérifie le bon déroulement de la formation, de manière adaptée à la durée du plan de formation-insertion]1.
[1 ...]1
La vérification du bon déroulement porte notamment sur les aspects suivants :
1° le respect par les parties des conditions d'exécution du [1 plan de formation-insertion]1 notamment le respect des horaires;
2° l'intégration du stagiaire chez l'employeur;
3° l'intégration au poste de travail du stagiaire;
4° le suivi et l'accompagnement du stagiaire par l'employeur et, le cas échéant, le tuteur;
5° l'évolution déclarée par le stagiaire et l'employeur en matière de compétences, conformément aux engagements respectifs établis dans le plan de formation.
§ 2.[1 Au terme du plan de formation-insertion, le Forem rédige, en concertation avec l'employeur et le stagiaire, l'attestation de compétences professionnelles acquises visée à l'article 7, aliéna 1er, 12°, du décret. Le modèle de cette attestation est déterminé par le ministre.
A cette occasion, le Forem informe le stagiaire des éventuelles certifications de compétences correspondant au stage et de tous les bénéfices qu'une telle certification peut leur apporter dans la suite de son parcours professionnel]1
§ 3.[1 ...]1
[1 ...]1
La vérification du bon déroulement porte notamment sur les aspects suivants :
1° le respect par les parties des conditions d'exécution du [1 plan de formation-insertion]1 notamment le respect des horaires;
2° l'intégration du stagiaire chez l'employeur;
3° l'intégration au poste de travail du stagiaire;
4° le suivi et l'accompagnement du stagiaire par l'employeur et, le cas échéant, le tuteur;
5° l'évolution déclarée par le stagiaire et l'employeur en matière de compétences, conformément aux engagements respectifs établis dans le plan de formation.
§ 2.[1 Au terme du plan de formation-insertion, le Forem rédige, en concertation avec l'employeur et le stagiaire, l'attestation de compétences professionnelles acquises visée à l'article 7, aliéna 1er, 12°, du décret. Le modèle de cette attestation est déterminé par le ministre.
A cette occasion, le Forem informe le stagiaire des éventuelles certifications de compétences correspondant au stage et de tous les bénéfices qu'une telle certification peut leur apporter dans la suite de son parcours professionnel]1
§ 3.[1 ...]1
Modifications
Art.9. [1 § 1. Een overeenkomst tot overmaking van de verplichting bepaald in artikel 5, § 1/1, lid 3, 1°, van het decreet wordt gesloten tussen de werkgever die het plan voor een instapopleiding overdraagt en de werkgever die het opleidingsplan overneemt. De op de datum van overdracht bestaande rechten en verplichtingen van de overdrager zijn, als gevolg van de overdracht, aan de overnemer overgegaan.
In het geval bedoeld in artikel 5, § 1/1, lid 3, 2°, van het decreet, sluiten de onderneming voor uitzendarbeid en de gebruiker een overeenkomst tot overmaking van de verplichting bedoeld in artikel 5, § 1/1, lid 1.
De in lid 1 en 2 bedoelde overeenkomsten tot overmaking worden door "FOREm" goedgekeurd voordat de arbeidsovereenkomst ingaat.
§ 2. In geval van samensmelting, splitsing, overdracht of opslorping worden het plan voor een instapopleiding en de arbeidsovereenkomst, gesloten na afloop ervan, onder dezelfde voorwaarden behouden door de nieuw ontstane entiteit ]1.
In het geval bedoeld in artikel 5, § 1/1, lid 3, 2°, van het decreet, sluiten de onderneming voor uitzendarbeid en de gebruiker een overeenkomst tot overmaking van de verplichting bedoeld in artikel 5, § 1/1, lid 1.
De in lid 1 en 2 bedoelde overeenkomsten tot overmaking worden door "FOREm" goedgekeurd voordat de arbeidsovereenkomst ingaat.
§ 2. In geval van samensmelting, splitsing, overdracht of opslorping worden het plan voor een instapopleiding en de arbeidsovereenkomst, gesloten na afloop ervan, onder dezelfde voorwaarden behouden door de nieuw ontstane entiteit ]1.
Modifications
Art.9. [1 . § 1er. Une convention de transfert de l'obligation prévue à l'article 5, § 1/1, alinéa 3, 1°, du décret est conclue entre l'employeur cédant du plan de formation-insertion et l'employeur cessionnaire du plan de formation-insertion. Les droits et obligations qui résultent pour le cédant existant à la date du transfert ont, du fait du transfert, été transférés au cessionnaire.
Dans le cas visé à l'article 5, § 1/1, alinéa 3, 2°, du décret, l'entreprise de travail intérimaire et l'utilisateur concluent une convention de transfert de l'obligation prévue à l'article 5, § 1/1, alinéa 1er.
Les conventions de transfert visées aux alinéas 1 et 2 sont agréées par le FOREm avant tout début d'exécution du contrat de travail.
§ 2. En cas de fusion, scission, cession ou absorption, le plan de formation-insertion et le contrat de travail, conclus à l'issue de celui-ci, sont maintenus aux mêmes conditions par la nouvelle entité ainsi créée ]1.
Dans le cas visé à l'article 5, § 1/1, alinéa 3, 2°, du décret, l'entreprise de travail intérimaire et l'utilisateur concluent une convention de transfert de l'obligation prévue à l'article 5, § 1/1, alinéa 1er.
Les conventions de transfert visées aux alinéas 1 et 2 sont agréées par le FOREm avant tout début d'exécution du contrat de travail.
§ 2. En cas de fusion, scission, cession ou absorption, le plan de formation-insertion et le contrat de travail, conclus à l'issue de celui-ci, sont maintenus aux mêmes conditions par la nouvelle entité ainsi créée ]1.
Modifications
Art.10. [1 Het plan voor een instapopleiding"]1 kan voortijdig eindigen, o.a.:
1° op de datum waarop de curator het faillissement van de werkgever mededeelt;
2° bij een gemotiveerde beslissing van de stagiair bij niet-inachtneming door de werkgever van de verplichtingen bepaald in [1 artikel 5, § 1, lid 1, 3°, 4°, 6°, 7° en 14°, van het decreet]1;
3° [1 bij een beslissing van de werkgever in geval van:
a) staking van activiteiten van de werkgever;
b) afwezigheid van de stagiair voor een periode van ten minste een derde van de voorziene duur van de stage, ook als de afwezigheid te wijten is aan ziekte of een arbeidsongeval, op voorwaarde dat deze afwezigheid de voortzetting van de stage in gevaar brengt;
c) onbekwaamheid van de stagiair met betrekking tot zowel zijn lichamelijke als geestelijke capaciteiten, evenals tot zijn competenties inzake gedragingen en relaties;
d) het niet-verkrijgen van de voorziene attestering op et opleidingsprogramma wanneer deze attestering verplicht is voor de uitoefening van het aangeleerd beroep;
e) vroegtijdige indienstneming van de stagiair die alle vereiste competenties voor de post heeft verworven voor beëindiging van de opleidingsperiode;
f) het niet-inachtneming door de stagiair van zijn/haar verplichtingen bepaald in het arbeidsreglement van de onderneming;]1;
4° bij een gemotiveerde beslissing van "Forem" bij niet-inachtneming door de werkgever van de verplichtingen bepaald in artikel 5, § 1, lid 1, 5°, 6°, 12° en 14° van het decreet.
[1 ...]1.
1° op de datum waarop de curator het faillissement van de werkgever mededeelt;
2° bij een gemotiveerde beslissing van de stagiair bij niet-inachtneming door de werkgever van de verplichtingen bepaald in [1 artikel 5, § 1, lid 1, 3°, 4°, 6°, 7° en 14°, van het decreet]1;
3° [1 bij een beslissing van de werkgever in geval van:
a) staking van activiteiten van de werkgever;
b) afwezigheid van de stagiair voor een periode van ten minste een derde van de voorziene duur van de stage, ook als de afwezigheid te wijten is aan ziekte of een arbeidsongeval, op voorwaarde dat deze afwezigheid de voortzetting van de stage in gevaar brengt;
c) onbekwaamheid van de stagiair met betrekking tot zowel zijn lichamelijke als geestelijke capaciteiten, evenals tot zijn competenties inzake gedragingen en relaties;
d) het niet-verkrijgen van de voorziene attestering op et opleidingsprogramma wanneer deze attestering verplicht is voor de uitoefening van het aangeleerd beroep;
e) vroegtijdige indienstneming van de stagiair die alle vereiste competenties voor de post heeft verworven voor beëindiging van de opleidingsperiode;
f) het niet-inachtneming door de stagiair van zijn/haar verplichtingen bepaald in het arbeidsreglement van de onderneming;]1;
4° bij een gemotiveerde beslissing van "Forem" bij niet-inachtneming door de werkgever van de verplichtingen bepaald in artikel 5, § 1, lid 1, 5°, 6°, 12° en 14° van het decreet.
[1 ...]1.
Modifications
Art.10. Le [1 plan de formation-insertion";]1n prend fin avant son terme :
1° à la date de la communication par le curateur de la faillite de l'employeur;
2° sur décision motivée du stagiaire en cas de non-respect par l'employeur des obligations prévues à [1 l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 3°, 4°, 6°, 7° et 14°, du décret]1;
3° [1 sur décision de l'employeur en cas :
a) de cessation d'activités de l'employeur;
b) d'absence du stagiaire pendant une durée d'au moins un tiers de la durée du stage, y compris si l'absence est due à la maladie ou à un accident de travail, à la condition que cette absence mette en péril la poursuite de la formation;
c) d'inaptitude du stagiaire portant tant sur ses capacités physiques et intellectuelles, que sur ses compétences comportementales et relationnelles;
d) de non-obtention de la certification prévue au programme de formation lorsque cette certification est obligatoire pour l'exercice de la profession apprise;
e) d'engagement anticipé du stagiaire qui a acquis toutes les compétences requises pour le poste avant le terme de la période de formation;
f) de non-respect, par le stagiaire, de ses obligations reprises au règlement de travail de l'entreprise]1
4° sur décision motivée du Forem en cas de non-respect par l'employeur des obligations prévues à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 5°, 6°, 12° et 14° du décret.
[1 ...]1
1° à la date de la communication par le curateur de la faillite de l'employeur;
2° sur décision motivée du stagiaire en cas de non-respect par l'employeur des obligations prévues à [1 l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 3°, 4°, 6°, 7° et 14°, du décret]1;
3° [1 sur décision de l'employeur en cas :
a) de cessation d'activités de l'employeur;
b) d'absence du stagiaire pendant une durée d'au moins un tiers de la durée du stage, y compris si l'absence est due à la maladie ou à un accident de travail, à la condition que cette absence mette en péril la poursuite de la formation;
c) d'inaptitude du stagiaire portant tant sur ses capacités physiques et intellectuelles, que sur ses compétences comportementales et relationnelles;
d) de non-obtention de la certification prévue au programme de formation lorsque cette certification est obligatoire pour l'exercice de la profession apprise;
e) d'engagement anticipé du stagiaire qui a acquis toutes les compétences requises pour le poste avant le terme de la période de formation;
f) de non-respect, par le stagiaire, de ses obligations reprises au règlement de travail de l'entreprise]1
4° sur décision motivée du Forem en cas de non-respect par l'employeur des obligations prévues à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 5°, 6°, 12° et 14° du décret.
[1 ...]1
Modifications
Art.10bis. [1 Als de stagiair, werkgever of "Forem" het plan voor een instapopleiding voorziet te verbreken, worden de andere partijen geïnformeerd door deze laatste via de digitale ruimte of per post of via e-mail met vermelding van de redenen.
Binnen drie werkdagen na ontvangst van deze informatie stelt "Forem" een bemiddeling voor aan de andere partijen met het oog op het formuleren van aanbevelingen om te voorkomen dat het plan voor een instapopleiding wordt verbroken. "Forem" kan de uitvoering van het plan voor een instapopleiding tijdens deze periode opschorten.
Als er aan het einde van de bemiddeling geen overeenstemming wordt bereikt, kan de stagiair, de werkgever of "Forem" zijn/haar intentie bevestigen om het plan voor een instapopleiding op te schorten. De beslissing heeft uitwerking ten vroegste op de dag na de bemiddelin. ]1
Binnen drie werkdagen na ontvangst van deze informatie stelt "Forem" een bemiddeling voor aan de andere partijen met het oog op het formuleren van aanbevelingen om te voorkomen dat het plan voor een instapopleiding wordt verbroken. "Forem" kan de uitvoering van het plan voor een instapopleiding tijdens deze periode opschorten.
Als er aan het einde van de bemiddeling geen overeenstemming wordt bereikt, kan de stagiair, de werkgever of "Forem" zijn/haar intentie bevestigen om het plan voor een instapopleiding op te schorten. De beslissing heeft uitwerking ten vroegste op de dag na de bemiddelin. ]1
Art.10/1. [1 Lorsque le stagiaire, l'employeur ou le Forem envisage de rompre le plan de formation-insertion, il en informe les autres parties via l'espace numérique ou par voie postale ou électronique en mentionnant les motifs de son intention.
Dans les trois jours ouvrables de cette information, le Forem propose aux autres parties une médiation en vue de formuler des recommandations afin d'éviter la rupture du plan de formation-insertion. Il peut suspendre l'exécution du plan de formation-insertion pendant cette période.
A défaut d'accord à l'issue de la médiation, le stagiaire, l'employeur ou le Forem peut confirmer son intention de rompre le plan de formation-insertion. La décision prend effet au plus tôt le lendemain de la médiation. ]1
Dans les trois jours ouvrables de cette information, le Forem propose aux autres parties une médiation en vue de formuler des recommandations afin d'éviter la rupture du plan de formation-insertion. Il peut suspendre l'exécution du plan de formation-insertion pendant cette période.
A défaut d'accord à l'issue de la médiation, le stagiaire, l'employeur ou le Forem peut confirmer son intention de rompre le plan de formation-insertion. La décision prend effet au plus tôt le lendemain de la médiation. ]1
Art.11. De aanvraag bedoeld in artikel 4 van het decreet wordt [1 ...]1 of via het daartoe voorziene informaticaplatform aan "Forem" gericht.
De aanvraag bevat met name:
1° de identificatiegegevens van de werkgever en de persoon gemachtigd om hem te vertegenwoordigen bij het sluiten van [1 het plan voor een instapopleiding]1;
2° de naam, de beroepservaring en de kwalificaties van de mentor(en) bedoeld in [1 artikel 2, § 1, lid 1, 7°, van het decreet]1;
3° de kenmerken van de in te vullen beroepsactiviteit;
4° in voorkomend geval, de identificatie van de stagiair [1 ...]1;
5° in voorkomend geval, een voorstel tot [1 opleidingsprogramma ]1 waarin de te vervullen taken en de te verwerven competenties van de stagiair, evenals de dienovereenkomstige duur, omstandig worden opgegeven;
6° de voorwaarden van aanwerving zoals aangeboden na afloop van [1 het plan voor een instapopleiding]1, met name het type arbeidsovereenkomst, het brutomaandloon bij de aanwerving van de stagiair zoals vastgelegd voor de in te vullen beroepsactiviteit met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de barema's die van toepassing zijn op de overheidsdienst als werkgever en de wekelijkse duur van de prestaties van [1 het plan voor een instapopleiding]1 met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de duur van de prestaties, van toepassing op de betrokken overheidsdienst als werkgever.
[1 In afwijking van het eerste lid kan de stagiair of de werkgever zijn/haar aanvraag per post of via e-mail richten indien dit kanaal geschikt is voor zijn/haar situatie.]1
De aanvraag bevat met name:
1° de identificatiegegevens van de werkgever en de persoon gemachtigd om hem te vertegenwoordigen bij het sluiten van [1 het plan voor een instapopleiding]1;
2° de naam, de beroepservaring en de kwalificaties van de mentor(en) bedoeld in [1 artikel 2, § 1, lid 1, 7°, van het decreet]1;
3° de kenmerken van de in te vullen beroepsactiviteit;
4° in voorkomend geval, de identificatie van de stagiair [1 ...]1;
5° in voorkomend geval, een voorstel tot [1 opleidingsprogramma ]1 waarin de te vervullen taken en de te verwerven competenties van de stagiair, evenals de dienovereenkomstige duur, omstandig worden opgegeven;
6° de voorwaarden van aanwerving zoals aangeboden na afloop van [1 het plan voor een instapopleiding]1, met name het type arbeidsovereenkomst, het brutomaandloon bij de aanwerving van de stagiair zoals vastgelegd voor de in te vullen beroepsactiviteit met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de barema's die van toepassing zijn op de overheidsdienst als werkgever en de wekelijkse duur van de prestaties van [1 het plan voor een instapopleiding]1 met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomsten of de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de duur van de prestaties, van toepassing op de betrokken overheidsdienst als werkgever.
[1 In afwijking van het eerste lid kan de stagiair of de werkgever zijn/haar aanvraag per post of via e-mail richten indien dit kanaal geschikt is voor zijn/haar situatie.]1
Modifications
Art.11. La demande visée à l'article 4 du décret est adressée au Forem par [1 ...]1 ou via la plateforme informatique dédiée à cet effet.
La demande contient notamment :
1° les données d'identification de l'employeur et de la personne habilitée à le représenter pour la conclusion du [1 plan de formation-insertion ]1;
2° le nom, l'expérience professionnelle et les qualifications du ou des tuteurs, visés à [1 l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 7°, du décret ]1;
3° les caractéristiques de l'activité professionnelle à pourvoir;
4° le cas échéant, l'identification du stagiaire [1 ...]1;
5° le cas échéant, une proposition de [1 programme de formation]1 détaillant les tâches à accomplir et les compétences à acquérir par le stagiaire ainsi que la durée y afférente;
6° les conditions d'embauche offertes à l'issue du [1 plan de formation-insertion ]1, notamment le type de contrat de travail, le salaire mensuel brut à l'embauche du stagiaire fixé pour l'activité professionnelle à pourvoir dans le respect des conventions collectives de travail ou des barèmes applicables à l'employeur de la fonction publique concerné et la durée hebdomadaire des prestations du [1 plan de formation-insertion ]1dans le respect des conventions collectives de travail ou des dispositions légales et réglementaires en matière de durée des prestations applicables à l'employeur de la fonction publique concerné.
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, le stagiaire ou l'employeur peut adresser sa demande par envoi postal ou numérique si ce canal est adapté à sa situation .]1
La demande contient notamment :
1° les données d'identification de l'employeur et de la personne habilitée à le représenter pour la conclusion du [1 plan de formation-insertion ]1;
2° le nom, l'expérience professionnelle et les qualifications du ou des tuteurs, visés à [1 l'article 2, § 1er, alinéa 1er, 7°, du décret ]1;
3° les caractéristiques de l'activité professionnelle à pourvoir;
4° le cas échéant, l'identification du stagiaire [1 ...]1;
5° le cas échéant, une proposition de [1 programme de formation]1 détaillant les tâches à accomplir et les compétences à acquérir par le stagiaire ainsi que la durée y afférente;
6° les conditions d'embauche offertes à l'issue du [1 plan de formation-insertion ]1, notamment le type de contrat de travail, le salaire mensuel brut à l'embauche du stagiaire fixé pour l'activité professionnelle à pourvoir dans le respect des conventions collectives de travail ou des barèmes applicables à l'employeur de la fonction publique concerné et la durée hebdomadaire des prestations du [1 plan de formation-insertion ]1dans le respect des conventions collectives de travail ou des dispositions légales et réglementaires en matière de durée des prestations applicables à l'employeur de la fonction publique concerné.
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, le stagiaire ou l'employeur peut adresser sa demande par envoi postal ou numérique si ce canal est adapté à sa situation .]1
Modifications
Art.12. § 1. "Forem" is belast met de behandeling van elke aan hem gerichte aanvraag.
§ 2. "Forem" bericht ontvangst van de aanvraag binnen tien dagen na ontvangst ervan [1 via de digitale ruimten voor de werkgevers]1.
Als de aanvraag of het dossier onvolledig is, verwittigt "Forem" de werkgever in het bericht van ontvangst en laat hij hem in hetzelfde schrijven weten dat de termijn bedoeld in paragrafen 3 opgeschort wordt tot de inontvangstneming van de ontbrekende stukken of gegevens.
De werkgever dient de ontbrekende stukken of gegevens in volgens de modaliteiten die voor de aanvraag gelden.
"Forem" stuurt binnen vijftien dagen na de datum van verzending van het bericht van ontvangst een rappelbrief met de lijst van de ontbrekende stukken naar de werkgever.
Als hij ze niet binnen vijftien na die rappelbrief ontvangen heeft, wordt de aanvraag als afgedaan beschouwd.
§ 3. "Forem" neemt zijn beslissing binnen de veertien dagen volgend op de ontvangst van het volledige dossier.
Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn bedoeld in het eerste lid wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de werkgever. [1 In dit geval beslist "Forem" enkel over de nadere regels van het plan voor een instapopleiding, met inbegrip van de duur van de opleiding en het opleidingsplan.]1
§ 2. "Forem" bericht ontvangst van de aanvraag binnen tien dagen na ontvangst ervan [1 via de digitale ruimten voor de werkgevers]1.
Als de aanvraag of het dossier onvolledig is, verwittigt "Forem" de werkgever in het bericht van ontvangst en laat hij hem in hetzelfde schrijven weten dat de termijn bedoeld in paragrafen 3 opgeschort wordt tot de inontvangstneming van de ontbrekende stukken of gegevens.
De werkgever dient de ontbrekende stukken of gegevens in volgens de modaliteiten die voor de aanvraag gelden.
"Forem" stuurt binnen vijftien dagen na de datum van verzending van het bericht van ontvangst een rappelbrief met de lijst van de ontbrekende stukken naar de werkgever.
Als hij ze niet binnen vijftien na die rappelbrief ontvangen heeft, wordt de aanvraag als afgedaan beschouwd.
§ 3. "Forem" neemt zijn beslissing binnen de veertien dagen volgend op de ontvangst van het volledige dossier.
Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn bedoeld in het eerste lid wordt de beslissing geacht gunstig te zijn voor de werkgever. [1 In dit geval beslist "Forem" enkel over de nadere regels van het plan voor een instapopleiding, met inbegrip van de duur van de opleiding en het opleidingsplan.]1
Modifications
Art.12. § 1er. Le Forem est chargé de l'instruction de chaque demande qui lui est adressée.
§ 2. Le Forem accuse réception de la demande dans les dix jours de la réception de celle-ci [1 via les espaces numériques dédiés aux employeurs ]1.
En cas de demande ou de dossier incomplet, le Forem en avise l'employeur dans l'accusé de réception en lui faisant part de la suspension du délai visé au paragraphe 3, jusqu'à la réception des pièces ou renseignements manquants.
L'employeur introduit ces pièces et renseignements selon les mêmes modes que la demande.
Le Forem adresse à l'employeur, dans les quinze jours qui suivent la date d'envoi de l'accusé de réception, un rappel du relevé des pièces manquantes.
A défaut de les avoir reçues dans les quinze jours qui suivent ce rappel, la demande est classée sans suite.
§ 3. Le Forem prend sa décision dans les quatorze jours qui suivent la réception du dossier complet.
A défaut de décision du Forem dans le délai visé à l'alinéa 1er, la décision est réputée favorable à l'employeur. [1 Dans ce cas, le Forem se prononce uniquement sur les modalités du plan de formation-insertion, en ce compris la durée de la formation et le plan de formation. ]1
§ 2. Le Forem accuse réception de la demande dans les dix jours de la réception de celle-ci [1 via les espaces numériques dédiés aux employeurs ]1.
En cas de demande ou de dossier incomplet, le Forem en avise l'employeur dans l'accusé de réception en lui faisant part de la suspension du délai visé au paragraphe 3, jusqu'à la réception des pièces ou renseignements manquants.
L'employeur introduit ces pièces et renseignements selon les mêmes modes que la demande.
Le Forem adresse à l'employeur, dans les quinze jours qui suivent la date d'envoi de l'accusé de réception, un rappel du relevé des pièces manquantes.
A défaut de les avoir reçues dans les quinze jours qui suivent ce rappel, la demande est classée sans suite.
§ 3. Le Forem prend sa décision dans les quatorze jours qui suivent la réception du dossier complet.
A défaut de décision du Forem dans le délai visé à l'alinéa 1er, la décision est réputée favorable à l'employeur. [1 Dans ce cas, le Forem se prononce uniquement sur les modalités du plan de formation-insertion, en ce compris la durée de la formation et le plan de formation. ]1
Modifications
Art.13. [1 1. De compenserende vergoeding bedoeld in artikel 7, eerste lid, 5°, van het decreet, bedraagt het maandelijks bruto-bedrag van 300 euro.
Als de wekelijkse duur van de prestaties van het plan voor een instapopleiding overeenstemt met een deeltijdse arbeidsregeling, wordt het bedrag van de vergoeding bedoeld in lid 1 aangepast in verhouding tot de wekelijkse duur van de prestaties.
§ 2. Als de stagiair het recht op sociale uitkeringen verliest tijdens de duur van het plan voor een instapopleiding, kan hij of zij een aanvraag tot compenserende vergoeding indienen bij "Forem", dat een beslissing neemt binnen dertig dagen na de volledige aanvraag.
Als de stagiair tijdens de duur van het plan voor een instapopleiding een sociale uitkering ontvangt, verliest hij/zij het recht op de compenserende vergoeding ]1.
Als de wekelijkse duur van de prestaties van het plan voor een instapopleiding overeenstemt met een deeltijdse arbeidsregeling, wordt het bedrag van de vergoeding bedoeld in lid 1 aangepast in verhouding tot de wekelijkse duur van de prestaties.
§ 2. Als de stagiair het recht op sociale uitkeringen verliest tijdens de duur van het plan voor een instapopleiding, kan hij of zij een aanvraag tot compenserende vergoeding indienen bij "Forem", dat een beslissing neemt binnen dertig dagen na de volledige aanvraag.
Als de stagiair tijdens de duur van het plan voor een instapopleiding een sociale uitkering ontvangt, verliest hij/zij het recht op de compenserende vergoeding ]1.
Modifications
Art.13. [1 § 1er. L'indemnité compensatoire visée à l'article 7, alinéa 1er, 5°, du décret est de 300 euros bruts par mois.
Lorsque la durée hebdomadaire des prestations du plan de formation-insertion correspond à un régime à temps partiel, le montant de l'indemnité visé l'alinéa 1er est adapté au prorata de la durée hebdomadaire des prestations.
§ 2. Dans le cas où le stagiaire perd le droit aux allocations sociales pendant le cours du plan de formation-insertion, celui-ci peut demander l'indemnité compensatoire au Forem qui statue dans les trente jours de la demande complète.
Dans le cas où des allocations sociales sont octroyées au stagiaire pendant le cours du plan de formation-insertion, celui-ci perd le droit à l'indemnité compensatoire ]1.
Lorsque la durée hebdomadaire des prestations du plan de formation-insertion correspond à un régime à temps partiel, le montant de l'indemnité visé l'alinéa 1er est adapté au prorata de la durée hebdomadaire des prestations.
§ 2. Dans le cas où le stagiaire perd le droit aux allocations sociales pendant le cours du plan de formation-insertion, celui-ci peut demander l'indemnité compensatoire au Forem qui statue dans les trente jours de la demande complète.
Dans le cas où des allocations sociales sont octroyées au stagiaire pendant le cours du plan de formation-insertion, celui-ci perd le droit à l'indemnité compensatoire ]1.
Modifications
Art.14. § 1. "Forem" komt naar verhouding van de geleverde dagprestaties tussenbeide in de kosten voor opvang, kinderonthaal of kinderhuis bedoeld in [1 artikel 6, § 1, lid 2, 2°]1, van het decreet, aangetoond door de stagiair op basis van de factuur van bedoelde opvangmilieus of ieder betaalbewijs voor 4 euro per dagprestatie en per kind.
De tussenkomst van "Forem" in naschoolse kinderopvangkosten bedoeld in artikel 6, lid 2, 3°, van het decreet, aangetoond door de stagiair op basis van de factuur van de kinderopvang of ieder betaalbewijs bedraagt 2 euro per dagprestatie en per kind.
"Forem" komt niet tussenbeide in de kosten bedoeld in artikel 6, lid 2, 3°, van het decreet wanneer de factuur of de betaalbewijzen waarmee zij worden aangetoond na een termijn van 60 dagen, ingaand daags na de dag waarop [1 het plan voor een instapopleiding]1g beëindigd wordt, aan "Forem" worden overgemaakt.
[1 § 1/1 De stagiair die de bedoelde in artikel 6, § 1, tweede lid, 2°, van het decreet vergoeding voor opvang wenst te krijgen, daarom verzoekt bij "Forem", die een beslissing neemt binnen de dertig dagen na de volledige aanvraag. Indien toegekend, blijft de som van de vergoedingen en de premie bedoeld in artikel 6, § 1, 2°, van het decreet gelijk aan de som van deze bedragen bij het sluiten van het plan voor een instapopleiding.]1
§ 2. Op basis van de factuur voor opleidingskosten, verstrekt door de werkgever, betaalt "Forem" de werkgever de opleidingskosten bedoeld in artikel 5, § 1, lid 1, 7°, van het decreet terug. Het bedrag van de terugbetaling wordt beperkt tot de werkelijke kostprijs, met als maximumbedrag het vigerend tarief van de kenniscentra voor een gelijksoortige of aanverwante opleiding in dezelfde beroepssector.
[1 Forem" weigert de factuur voor opleidingskosten wanneer de opleiding meer dan een derde bedraagt van de totale duur van de opleiding die is vastgelegd in het plan voor een instapopleiding.]1
In afwijking van paragraaf 2, lid 1, wordt de terugbetaling van de prijs die door de verstrekker van een opleiding voor het besturen van voertuigen waarvoor een rijbewijs van categorie C of categorie D nodig is, met inbegrip van de retributies betaald aan de erkende centra voor de theoretische en praktische examens en de examens van beroepsbekwaamheid, beperkt tot het maximumbedrag van vijfduizend euro.
§ 3. [1 "Forem" komt niet tussenbeide in de kosten bedoeld in de leden 1 en 2 wanneer de werkgever de factuur of de betaalbewijzen meer dan zestig dagen na het einde van het plan voor een instapopleiding overmaakt ]1.
De tussenkomst van "Forem" in naschoolse kinderopvangkosten bedoeld in artikel 6, lid 2, 3°, van het decreet, aangetoond door de stagiair op basis van de factuur van de kinderopvang of ieder betaalbewijs bedraagt 2 euro per dagprestatie en per kind.
"Forem" komt niet tussenbeide in de kosten bedoeld in artikel 6, lid 2, 3°, van het decreet wanneer de factuur of de betaalbewijzen waarmee zij worden aangetoond na een termijn van 60 dagen, ingaand daags na de dag waarop [1 het plan voor een instapopleiding]1g beëindigd wordt, aan "Forem" worden overgemaakt.
[1 § 1/1 De stagiair die de bedoelde in artikel 6, § 1, tweede lid, 2°, van het decreet vergoeding voor opvang wenst te krijgen, daarom verzoekt bij "Forem", die een beslissing neemt binnen de dertig dagen na de volledige aanvraag. Indien toegekend, blijft de som van de vergoedingen en de premie bedoeld in artikel 6, § 1, 2°, van het decreet gelijk aan de som van deze bedragen bij het sluiten van het plan voor een instapopleiding.]1
§ 2. Op basis van de factuur voor opleidingskosten, verstrekt door de werkgever, betaalt "Forem" de werkgever de opleidingskosten bedoeld in artikel 5, § 1, lid 1, 7°, van het decreet terug. Het bedrag van de terugbetaling wordt beperkt tot de werkelijke kostprijs, met als maximumbedrag het vigerend tarief van de kenniscentra voor een gelijksoortige of aanverwante opleiding in dezelfde beroepssector.
[1 Forem" weigert de factuur voor opleidingskosten wanneer de opleiding meer dan een derde bedraagt van de totale duur van de opleiding die is vastgelegd in het plan voor een instapopleiding.]1
In afwijking van paragraaf 2, lid 1, wordt de terugbetaling van de prijs die door de verstrekker van een opleiding voor het besturen van voertuigen waarvoor een rijbewijs van categorie C of categorie D nodig is, met inbegrip van de retributies betaald aan de erkende centra voor de theoretische en praktische examens en de examens van beroepsbekwaamheid, beperkt tot het maximumbedrag van vijfduizend euro.
§ 3. [1 "Forem" komt niet tussenbeide in de kosten bedoeld in de leden 1 en 2 wanneer de werkgever de factuur of de betaalbewijzen meer dan zestig dagen na het einde van het plan voor een instapopleiding overmaakt ]1.
Modifications
Art.14. § 1er. Le Forem intervient, au prorata des prestations journalières réalisées, dans les frais de milieux d'accueil, de gardien et de maison d'enfants visée à l'[1 article 6, § 1er, alinéa 2, 2°]1 du décret attesté par le stagiaire sur base de la facture de ces milieux ou de toute preuve de paiement s'élève à 4 euros par prestation journalière et par enfant.
L'intervention du Forem dans les frais de garderie scolaire visée à l'[1 article 6, § 1er, alinéa 2, 2°]1 du décret attesté par le stagiaire sur base de la facture de la garderie ou de toute preuve de paiement s'élève à 2 euros par prestation journalière et par enfant.
Le Forem n'intervient pas pour les frais visés à l'article 6, alinéa 2, 3°, du décret lorsque la facture ou les preuves de paiement les attestant sont transmis au Forem après un délai de 60 jours prenant cours le lendemain du jour où le contrat de formation-insertion prend fin.
[1 § 1/1 Le stagiaire qui souhaite bénéficier de l'indemnité de milieux d'accueil pour enfant visée à l'article 6, § 1er, alinéa 2, 2°, du décret en fait la demande au Forem qui statue dans les trente jours de la demande complète. En cas d'octroi, la somme des allocations et la prime visée à l'article 6, § 1er, 2°, du décret reste égal à l'addition de ces montants lors de la conclusion du plan de formation-insertion. ";
§ 2. Sur base de la facture relative aux frais de formation fournie par l'employeur, le Forem rembourse à l'employeur les frais de la formation visée à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 7°, du décret. Le montant du remboursement est limité au coût réel plafonné au tarif en vigueur dans les Centres de compétences pour une formation similaire ou proche dans le même secteur professionnel.
[1 Le Forem refuse la facture relative aux frais de formation lorsque la formation excède un tiers de la durée totale de la formation définie dans le plan de formation-insertion.]1
Par dérogation au paragraphe 2, alinéa 1er, le remboursement du prix facturé par le prestataire d'une formation à la conduite de véhicules nécessitant un permis de conduire des catégories C ou des catégories D, en ce compris les redevances payées aux centres agréés pour les examens théoriques et pratiques et les examens d'aptitude professionnelle est plafonné à un montant de cinq milles euros.
§ 3. [1 Le Forem n'intervient pas dans les rais visés aux paragraphes 1er et 2 lorsque l'employeur fournit la facture ou les preuves de paiement plus de soixante jours après la fin du plan de formation-insertion]1.
L'intervention du Forem dans les frais de garderie scolaire visée à l'[1 article 6, § 1er, alinéa 2, 2°]1 du décret attesté par le stagiaire sur base de la facture de la garderie ou de toute preuve de paiement s'élève à 2 euros par prestation journalière et par enfant.
Le Forem n'intervient pas pour les frais visés à l'article 6, alinéa 2, 3°, du décret lorsque la facture ou les preuves de paiement les attestant sont transmis au Forem après un délai de 60 jours prenant cours le lendemain du jour où le contrat de formation-insertion prend fin.
[1 § 1/1 Le stagiaire qui souhaite bénéficier de l'indemnité de milieux d'accueil pour enfant visée à l'article 6, § 1er, alinéa 2, 2°, du décret en fait la demande au Forem qui statue dans les trente jours de la demande complète. En cas d'octroi, la somme des allocations et la prime visée à l'article 6, § 1er, 2°, du décret reste égal à l'addition de ces montants lors de la conclusion du plan de formation-insertion. ";
§ 2. Sur base de la facture relative aux frais de formation fournie par l'employeur, le Forem rembourse à l'employeur les frais de la formation visée à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 7°, du décret. Le montant du remboursement est limité au coût réel plafonné au tarif en vigueur dans les Centres de compétences pour une formation similaire ou proche dans le même secteur professionnel.
[1 Le Forem refuse la facture relative aux frais de formation lorsque la formation excède un tiers de la durée totale de la formation définie dans le plan de formation-insertion.]1
Par dérogation au paragraphe 2, alinéa 1er, le remboursement du prix facturé par le prestataire d'une formation à la conduite de véhicules nécessitant un permis de conduire des catégories C ou des catégories D, en ce compris les redevances payées aux centres agréés pour les examens théoriques et pratiques et les examens d'aptitude professionnelle est plafonné à un montant de cinq milles euros.
§ 3. [1 Le Forem n'intervient pas dans les rais visés aux paragraphes 1er et 2 lorsque l'employeur fournit la facture ou les preuves de paiement plus de soixante jours après la fin du plan de formation-insertion]1.
Modifications
Art.15. [1 § 1. Het basisbedrag van de maandelijkse aanmoedigingspremie bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 6°, van het decreet is ten minste gelijk aan het brutoloon bij aanwerving, verminderd met de sociale uitkeringen die de stagiair ontvangt. Het aldus bekomen verschil wordt vermenigvuldigd met 0,6.
Als de wekelijkse duur van de prestaties van het plan voor een instapopleiding overeenstemt met een deeltijdse arbeidsregeling, wordt het minimum basisbedrag bedoeld in lid 1 aangepast in verhouding tot de wekelijkse duur van de prestaties.
§ 2. Voor de bepaling van het bedrag van de sociale uitkeringen, de inkomsten of de vergoedingen te bepalen, houdt "Forem" rekening
1° voor de eerste maand van prestaties, met het bedrag op de eerste dag van de uitvoering van het plan voor een instapopleiding, zoals beschikbaar bij een authentieke gegevensbron de dag van ondertekening van het plan voor een instapopleiding;
2° voor de volgende maanden, met het bedrag op de eerste dag van de vervallen maand, beschikbaar bij een authentieke gegevensbron op de eerste dag van de vervallen maand.
Er wordt geen rekening gehouden met wijzigingen in het dagelijks bedrag die plaatsvinden buiten de tijden vastgelegd in lid 1.
"Forem" stelt de werkgever in kennis van elke wijziging van het in lid 1 bedoelde bedrag. De werkgever past het bedrag van de aanmoedigingspremie dienovereenkomstig aan.
§ 3. Het werkelijke bedrag van de aanmoedigingspremie wordt berekend op grond van de daadwerkelijke maandelijkse prestaties van de stagiair gedurende de afgelopen maand.
De werkgever geeft de prestatiestaat aan:
1° via het platform bedoeld in artikel 9 van het decreet, uiterlijk de vijfde werkdag van de volgende maand of;
2° via de post of via e-mail, uiterlijk op de eerste werkdag van de volgende maand.
Wordt de prestatiestaat niet binnen de termijnen, bedoeld in lid 2, medegedeeld, dan wordt het bedrag van de aanmoedigingspremie vastgesteld op basis van de prestaties als bepaald in het plan voor een instapopleiding.
§ 4. De werkgever houdt het bedrag van de bedrijfsvoorheffing in op de aanmoedigingspremie ]1.
Als de wekelijkse duur van de prestaties van het plan voor een instapopleiding overeenstemt met een deeltijdse arbeidsregeling, wordt het minimum basisbedrag bedoeld in lid 1 aangepast in verhouding tot de wekelijkse duur van de prestaties.
§ 2. Voor de bepaling van het bedrag van de sociale uitkeringen, de inkomsten of de vergoedingen te bepalen, houdt "Forem" rekening
1° voor de eerste maand van prestaties, met het bedrag op de eerste dag van de uitvoering van het plan voor een instapopleiding, zoals beschikbaar bij een authentieke gegevensbron de dag van ondertekening van het plan voor een instapopleiding;
2° voor de volgende maanden, met het bedrag op de eerste dag van de vervallen maand, beschikbaar bij een authentieke gegevensbron op de eerste dag van de vervallen maand.
Er wordt geen rekening gehouden met wijzigingen in het dagelijks bedrag die plaatsvinden buiten de tijden vastgelegd in lid 1.
"Forem" stelt de werkgever in kennis van elke wijziging van het in lid 1 bedoelde bedrag. De werkgever past het bedrag van de aanmoedigingspremie dienovereenkomstig aan.
§ 3. Het werkelijke bedrag van de aanmoedigingspremie wordt berekend op grond van de daadwerkelijke maandelijkse prestaties van de stagiair gedurende de afgelopen maand.
De werkgever geeft de prestatiestaat aan:
1° via het platform bedoeld in artikel 9 van het decreet, uiterlijk de vijfde werkdag van de volgende maand of;
2° via de post of via e-mail, uiterlijk op de eerste werkdag van de volgende maand.
Wordt de prestatiestaat niet binnen de termijnen, bedoeld in lid 2, medegedeeld, dan wordt het bedrag van de aanmoedigingspremie vastgesteld op basis van de prestaties als bepaald in het plan voor een instapopleiding.
§ 4. De werkgever houdt het bedrag van de bedrijfsvoorheffing in op de aanmoedigingspremie ]1.
Modifications
Art.15. [1 § 1er. Le montant de base de la prime d'encouragement mensuelle visée à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 6°, du décret est au moins égal au salaire brut d'embauche, moins les allocations sociales perçues par le stagiaire. La différence ainsi obtenue est multipliée par 0,6.
Lorsque la durée hebdomadaire des prestations du plan de formation-insertion correspond à un régime à temps partiel, le montant minimum de base visé à l'alinéa 1er est adapté au prorata de la durée hebdomadaire des prestations.
§ 2. Pour la détermination du montant des allocations sociales, revenus ou indemnités, le Forem tient compte :
1° pour le premier mois de prestations, du montant au premier jour de l'exécution de plan de formation-insertion, tel que disponible auprès d'une source de données authentique le jour de la conclusion du plan de formation-insertion;
2° pour les mois suivants, du montant au premier jour du mois échu disponible auprès d'une source de données authentiques au premier jour du mois échu.
Il n'est pas tenu compte des modifications du montant journalier intervenant en dehors des moments fixés à l'alinéa 1er.
Le Forem informe l'employeur de la modification du montant visé à l'alinéa 1er. L'employeur adapte le montant de la prime d'encouragement en conséquence.
§ 3. Le montant effectif de la prime d'encouragement est calculé sur base des prestations mensuelles effectives du stagiaire durant le mois échu.
L'employeur déclare l'état de prestations :
1° via la plateforme visée à l'article 9 du décret, au plus tard le cinquième jour ouvrable du mois suivant ou;
2° par voie postale ou par courriel, au plus tard le premier jour ouvrable du mois suivant.
A défaut de la communication visée à l'alinéa 2, le montant de la prime d'encouragement est déterminé sur base des prestations prévues par le plan de formation-insertion.
§ 4. L'employeur retient le montant du précompte professionnel sur la prime d'encouragement. ]1
Lorsque la durée hebdomadaire des prestations du plan de formation-insertion correspond à un régime à temps partiel, le montant minimum de base visé à l'alinéa 1er est adapté au prorata de la durée hebdomadaire des prestations.
§ 2. Pour la détermination du montant des allocations sociales, revenus ou indemnités, le Forem tient compte :
1° pour le premier mois de prestations, du montant au premier jour de l'exécution de plan de formation-insertion, tel que disponible auprès d'une source de données authentique le jour de la conclusion du plan de formation-insertion;
2° pour les mois suivants, du montant au premier jour du mois échu disponible auprès d'une source de données authentiques au premier jour du mois échu.
Il n'est pas tenu compte des modifications du montant journalier intervenant en dehors des moments fixés à l'alinéa 1er.
Le Forem informe l'employeur de la modification du montant visé à l'alinéa 1er. L'employeur adapte le montant de la prime d'encouragement en conséquence.
§ 3. Le montant effectif de la prime d'encouragement est calculé sur base des prestations mensuelles effectives du stagiaire durant le mois échu.
L'employeur déclare l'état de prestations :
1° via la plateforme visée à l'article 9 du décret, au plus tard le cinquième jour ouvrable du mois suivant ou;
2° par voie postale ou par courriel, au plus tard le premier jour ouvrable du mois suivant.
A défaut de la communication visée à l'alinéa 2, le montant de la prime d'encouragement est déterminé sur base des prestations prévues par le plan de formation-insertion.
§ 4. L'employeur retient le montant du précompte professionnel sur la prime d'encouragement. ]1
Modifications
Art.16. [1 §1.]1 Voor de toepassing van artikel 5, § 2, van het decreet richt "Forem", wanneer een tekortkoming wordt vastgesteld in de verplichtingen [1 ingesteld bij of krachtens het decreet]1, een gemotiveerde waarschuwing aan de werkgever.
De werkgever kan zijn verweermiddelen schriftelijk bij "Forem" te gelde maken, binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de kennisgeving van de waarschuwing.
[1 Na afloop van de in lid 2 bedoelde termijn beslist "Forem", rekening houdend met eventuele verweermiddelen, over de uitsluiting van de werkgever. Het laatstgenoemde krijgt een schriftelijke kennisgeving van zijn gemotiveerde beslissing.]1
[1 § 2. Forem vergelijkt de evolutie in het personeelsbestand van de werkgever tussen het sluiten van het plan voor een instapopleiding en het sluiten van de daaropvolgende arbeidsovereenkomst.
Wanneer het personeelsbestand niet is toegenomen, richt "Forem" een waarschuwing aan de werkgever overeenkomstig de procedure bedoeld in paragraaf 1 en verzocht hem om het bewijs te leveren dat hij voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 10° van het decreet.
De werkgever kan de naleving van de voorwaarde verantwoorden, bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 10°, van het decreet met een van de volgende gronden:
1° moeilijkheden inzake aanwervingen, te rechtvaardigen met aanwervingsprocedures, waaronder minstens een bij "Forem" bekendgemaakte vacature waarvoor hij geen sollicitanten heeft ontvangen voor het einde van het plan voor een instapopleiding;
2° overmacht;
3° opruststelling van een werknemer die na afloop van het plan voor een instapopleiding wordt vervangen;
4° ontslag van een werknemer wegens een zware fout;
5° andere reden die de niet-toename van het referentiepersoneelsbestand rechtvaardigt en die geen verband houdt met de functie waarop het plan voor een instapopleiding betrekking heeft.
"Forem" spreekt zich uit overeenkomstig paragraaf 1.]1
De werkgever kan zijn verweermiddelen schriftelijk bij "Forem" te gelde maken, binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de kennisgeving van de waarschuwing.
[1 Na afloop van de in lid 2 bedoelde termijn beslist "Forem", rekening houdend met eventuele verweermiddelen, over de uitsluiting van de werkgever. Het laatstgenoemde krijgt een schriftelijke kennisgeving van zijn gemotiveerde beslissing.]1
[1 § 2. Forem vergelijkt de evolutie in het personeelsbestand van de werkgever tussen het sluiten van het plan voor een instapopleiding en het sluiten van de daaropvolgende arbeidsovereenkomst.
Wanneer het personeelsbestand niet is toegenomen, richt "Forem" een waarschuwing aan de werkgever overeenkomstig de procedure bedoeld in paragraaf 1 en verzocht hem om het bewijs te leveren dat hij voldoet aan de voorwaarde bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 10° van het decreet.
De werkgever kan de naleving van de voorwaarde verantwoorden, bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 10°, van het decreet met een van de volgende gronden:
1° moeilijkheden inzake aanwervingen, te rechtvaardigen met aanwervingsprocedures, waaronder minstens een bij "Forem" bekendgemaakte vacature waarvoor hij geen sollicitanten heeft ontvangen voor het einde van het plan voor een instapopleiding;
2° overmacht;
3° opruststelling van een werknemer die na afloop van het plan voor een instapopleiding wordt vervangen;
4° ontslag van een werknemer wegens een zware fout;
5° andere reden die de niet-toename van het referentiepersoneelsbestand rechtvaardigt en die geen verband houdt met de functie waarop het plan voor een instapopleiding betrekking heeft.
"Forem" spreekt zich uit overeenkomstig paragraaf 1.]1
Modifications
Art.16. [1 §1.]1 Pour l'application de l'article 5, § 2, du décret, lorsque le Forem constate un manquement aux obligations [1 instituées par ou en vertu du décret]1, il adresse un avertissement motivé à l'employeur.
L'employeur peut faire valoir ses moyens de défense par écrit auprès du Forem dans un délai de trente jours à compter de la notification de l'avertissement.
[1 A l'issue du délai visé à l'alinéa 2, compte tenu des éventuels moyens de défense, le Forem se prononce sur l'exclusion de l'employeur. Il lui notifie sa décision motivée par écrit. ]1
[1 § 2. Le Forem compare l'évolution de l'effectif du personnel de l'employeur entre la conclusion du plan de formation-insertion et la conclusion du contrat de travail subséquent.
Lorsque l'effectif n'a pas augmenté, le Forem adresse à l'employeur un avertissement conformément à la procédure visée au paragraphe 1er et l'invite à justifier du respect de la condition visée à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 10° du décret.
L'employeur peut justifier du respect de la condition visée à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 10°, du décret par l'un des motifs suivants :
1° des difficultés de recrutement, à justifier par des démarches de recrutement comprenant au minimum, une offre d'emploi publiée au Forem pour lequel il n'aura pas reçu de candidats avant la fin du plan de formation insertion;
2° un cas de force majeure;
3° le départ à la retraite d'un travailleur qui est remplacé à l'issue du plan de formation-insertion;
4° un licenciement pour faute grave d'un travailleur;
5° un autre motif justifiant la non-augmentation de l'effectif de référence, qui n'est pas en lien avec la fonction visée par le plan de formation-insertion.
Le Forem se prononce conformément au paragraphe 1er. ]1
L'employeur peut faire valoir ses moyens de défense par écrit auprès du Forem dans un délai de trente jours à compter de la notification de l'avertissement.
[1 A l'issue du délai visé à l'alinéa 2, compte tenu des éventuels moyens de défense, le Forem se prononce sur l'exclusion de l'employeur. Il lui notifie sa décision motivée par écrit. ]1
[1 § 2. Le Forem compare l'évolution de l'effectif du personnel de l'employeur entre la conclusion du plan de formation-insertion et la conclusion du contrat de travail subséquent.
Lorsque l'effectif n'a pas augmenté, le Forem adresse à l'employeur un avertissement conformément à la procédure visée au paragraphe 1er et l'invite à justifier du respect de la condition visée à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 10° du décret.
L'employeur peut justifier du respect de la condition visée à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 10°, du décret par l'un des motifs suivants :
1° des difficultés de recrutement, à justifier par des démarches de recrutement comprenant au minimum, une offre d'emploi publiée au Forem pour lequel il n'aura pas reçu de candidats avant la fin du plan de formation insertion;
2° un cas de force majeure;
3° le départ à la retraite d'un travailleur qui est remplacé à l'issue du plan de formation-insertion;
4° un licenciement pour faute grave d'un travailleur;
5° un autre motif justifiant la non-augmentation de l'effectif de référence, qui n'est pas en lien avec la fonction visée par le plan de formation-insertion.
Le Forem se prononce conformément au paragraphe 1er. ]1
Modifications
Art. 17. § 1. "Forem" gaat jaarlijks tot de evaluatie van het decreet over, op basis van meer bepaald volgende elementen:
1° informatie over het aantal gesloten of[1 plannen voor een instapopleiding"]1;
2° informatie over de profielen van de stagiairs;
3° informatie over de profielen van de werkgevers, opgesplitst, met name, in functie van omvang en paritair comité;
4° het type beroepsactiviteit waarvoor [1 plannen voor een instapopleiding"]1 wordt verwezenlijkt;
5° de arbeidsregeling en de duur van de [1 plannen voor een instapopleiding]1;
6° de opleidingenverstrekkers, evenals de aard van de opleidingen die zij organiseren, vermeld in de [1 plannen voor een instapopleiding"]1;
7° de analyse van de termijn voor de behandeling van de dossiers;
8° de analyse van het voltooiingspercentage van de [1 plannen voor een instapopleiding" ]1g, met inbegrip van de oorzaken voor het afbreken en het niet-voltooien ervan;
9° de analyse van het inschakelingspercentage na afloop van de [1 plannen voor een instapopleiding]1;
10° het aantal werkgevers die minstens tien stagiairs tegelijk aanwerven, evenals het inschakelingspercentage onder die aanwervingen;
11° het aantal contracten, gesloten met een agentschap voor uitzendarbeid, evenals het inschakelingspercentage onder die aanwervingen.
Het evaluatieverslag, verwezenlijkt door "Forem", wordt overgemaakt aan het beheerscomité van "Forem" en aan de Minister.
§ 2. "Forem" verricht een halfjaarlijkse budgetaire opvolging.
Op grond van de opvolging, bedoeld in lid 1, kan de Minister, onder de voorwaarden van dit besluit en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, de terugbetaling van de opleidingen bedoeld in artikel 14, § 2, beperken.
1° informatie over het aantal gesloten of[1 plannen voor een instapopleiding"]1;
2° informatie over de profielen van de stagiairs;
3° informatie over de profielen van de werkgevers, opgesplitst, met name, in functie van omvang en paritair comité;
4° het type beroepsactiviteit waarvoor [1 plannen voor een instapopleiding"]1 wordt verwezenlijkt;
5° de arbeidsregeling en de duur van de [1 plannen voor een instapopleiding]1;
6° de opleidingenverstrekkers, evenals de aard van de opleidingen die zij organiseren, vermeld in de [1 plannen voor een instapopleiding"]1;
7° de analyse van de termijn voor de behandeling van de dossiers;
8° de analyse van het voltooiingspercentage van de [1 plannen voor een instapopleiding" ]1g, met inbegrip van de oorzaken voor het afbreken en het niet-voltooien ervan;
9° de analyse van het inschakelingspercentage na afloop van de [1 plannen voor een instapopleiding]1;
10° het aantal werkgevers die minstens tien stagiairs tegelijk aanwerven, evenals het inschakelingspercentage onder die aanwervingen;
11° het aantal contracten, gesloten met een agentschap voor uitzendarbeid, evenals het inschakelingspercentage onder die aanwervingen.
Het evaluatieverslag, verwezenlijkt door "Forem", wordt overgemaakt aan het beheerscomité van "Forem" en aan de Minister.
§ 2. "Forem" verricht een halfjaarlijkse budgetaire opvolging.
Op grond van de opvolging, bedoeld in lid 1, kan de Minister, onder de voorwaarden van dit besluit en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, de terugbetaling van de opleidingen bedoeld in artikel 14, § 2, beperken.
Modifications
Art.17. § 1er. Le Forem procède annuellement à l'évaluation du décret sur base, notamment, des éléments suivants :
1° les informations relatives aux nombre de [1 plans de formation-insertion ]1 conclus;
2° les informations relatives aux profils des stagiaires;
3° les informations relatives aux profils des employeurs ventilés notamment par taille et commission paritaire;
4° le type d'activité professionnelle pour laquelle un [1 plans de formation-insertion ]1 est réalisé;
5° le régime horaire et la durée des [1 plans de formation-insertion ]1;
6° les opérateurs de formation ainsi que la nature des formations organisées chez ces opérateurs repris dans les [1 plans de formation-insertion ]1;
7° l'analyse du délai de traitement des dossiers;
8° l'analyse du taux d'aboutissement des [1 plans de formation-insertion ]1, en ce compris les causes de rupture et de non-aboutissement;
9° l'analyse du taux d'insertion à l'issue du [1 plans de formation-insertion ]1;
10° le nombre d'employeurs recrutant au moins dix stagiaires en même temps ainsi que le taux d'insertion de ces recrutements;
11° le nombre de contrat conclus avec une agence de travail intérimaire ainsi que le taux d'insertion de ces recrutements.
Le rapport d'évaluation réalisé par le Forem est transmis au Comité de gestion du Forem et au Ministre.
§ 2. Le Forem effectue un suivi budgétaire semestriel.
Sur la base du suivi visé à l'alinéa 1er, le Ministre peut, aux conditions du présent arrêté et dans la limite des crédits budgétaires disponibles, limiter le remboursement des formations visé à l'article 14, § 2.
1° les informations relatives aux nombre de [1 plans de formation-insertion ]1 conclus;
2° les informations relatives aux profils des stagiaires;
3° les informations relatives aux profils des employeurs ventilés notamment par taille et commission paritaire;
4° le type d'activité professionnelle pour laquelle un [1 plans de formation-insertion ]1 est réalisé;
5° le régime horaire et la durée des [1 plans de formation-insertion ]1;
6° les opérateurs de formation ainsi que la nature des formations organisées chez ces opérateurs repris dans les [1 plans de formation-insertion ]1;
7° l'analyse du délai de traitement des dossiers;
8° l'analyse du taux d'aboutissement des [1 plans de formation-insertion ]1, en ce compris les causes de rupture et de non-aboutissement;
9° l'analyse du taux d'insertion à l'issue du [1 plans de formation-insertion ]1;
10° le nombre d'employeurs recrutant au moins dix stagiaires en même temps ainsi que le taux d'insertion de ces recrutements;
11° le nombre de contrat conclus avec une agence de travail intérimaire ainsi que le taux d'insertion de ces recrutements.
Le rapport d'évaluation réalisé par le Forem est transmis au Comité de gestion du Forem et au Ministre.
§ 2. Le Forem effectue un suivi budgétaire semestriel.
Sur la base du suivi visé à l'alinéa 1er, le Ministre peut, aux conditions du présent arrêté et dans la limite des crédits budgétaires disponibles, limiter le remboursement des formations visé à l'article 14, § 2.
Modifications
Art.18. Het comité bedoeld in artikel 8 van het decreet stelt de werkingsregels ervan in een huishoudelijk reglement vast. Het huishoudelijk reglement wordt de Minister ter goedkeuring voorgelegd.
Art.18. Le comité visé à l'article 8 du décret fixe les règles de son fonctionnement dans un règlement d'ordre intérieur. Le règlement d'ordre intérieur est soumis au Ministre pour approbation.
Art.19. Opgeheven worden:
1° het besluit van de Waalse Regering van 14 november 2007 tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien;
2° het ministerieel besluit van de Waalse Regering van 19 december 2007 tot bepaling van de nadere uitvoeringsregels van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien.
1° het besluit van de Waalse Regering van 14 november 2007 tot uitvoering van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien;
2° het ministerieel besluit van de Waalse Regering van 19 december 2007 tot bepaling van de nadere uitvoeringsregels van het decreet van 18 juli 1997 betreffende de inschakeling van werkzoekenden bij werkgevers die een beroepsopleiding organiseren om in een vacature te voorzien.
Art.19. Sont abrogés :
1° l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 novembre 2007 portant exécution du décret du 18 juillet 1997 relatif à l'insertion de demandeurs d'emploi auprès d'employeurs qui organisent une formation permettant d'occuper un poste vacant;
2° l'arrêté ministériel du 19 décembre 2007 déterminant les modalités d'exécution de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 novembre 2007 portant exécution du décret du 18 juillet 1997 relatif à l'insertion de demandeurs d'emploi auprès d'employeurs qui organisent une formation permettant d'occuper un poste vacant.
1° l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 novembre 2007 portant exécution du décret du 18 juillet 1997 relatif à l'insertion de demandeurs d'emploi auprès d'employeurs qui organisent une formation permettant d'occuper un poste vacant;
2° l'arrêté ministériel du 19 décembre 2007 déterminant les modalités d'exécution de l'arrêté du Gouvernement wallon du 14 novembre 2007 portant exécution du décret du 18 juillet 1997 relatif à l'insertion de demandeurs d'emploi auprès d'employeurs qui organisent une formation permettant d'occuper un poste vacant.
Art.20. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2019.
Art.20. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er mai 2019.
Art. 21. De Minister van Vorming is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 21. Le Ministre de la Formation est chargé de l'exécution du présent arrêté.