Artikel 1. De Staat draagt, op 1 januari 2019, de volle eigendom over aan de Vlaamse Gemeenschap van de hierna vermelde gebouwen waar momenteel de activiteiten van FAMIFED gevestigd zijn:
1. Brussel - Trierstraat 9/11 - kadastraal gekend als Brussel - afdeling 5, sectie E nr. 441L8 [2 ...]2.
2. Brugge - Hertogenstraat 73 - kadastraal gekend als Brugge - afdeling 27, sectie D nr. 459 C10.
3. Gent - Koning Leopold II-laan 27 - kadastraal gekend als Gent - afdeling 8, sectie H nr. 1 G35.
4. Antwerpen - Markgravestraat 10 - kadastraal gekend als Antwerpen - afdeling 2, sectie B nr. 2110 B
5. [2 ...]2
[1 De Staat draagt op 1 januari 2019 de volle eigendom over aan de Vlaamse Gemeenschap, van het mede-eigendomsaandeel van 307/1000 van de grond, momenteel parking, kadastraal gekend als Brugge - afdeling 27, sectie D nr. 459 N10 - en aanpalend aan het gebouw in Brugge - Hertogenstraat 73.]1
[2 De Staat draagt op 1 januari 2019 de volle eigendom over aan de Vlaamse Gemeenschap, van het mede-eigendomsaandeel van 5.340/10.000sten van het gebouw te Hasselt - De Schiervellaan 3- 5, kadastraal gekend als Hasselt - afdeling 6, sectie F nr. 380A2, bestaande uit kantoorruimten op de gelijkvloers en eerste verdieping, één berging, acht autostaanplaatsen in de kelderparking en vijf autostaanplaatsen op de dagparking.]2
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
21 MAART 2019. - Koninklijk besluit tot organisatie van de overdracht van de goederen, rechten en plichten van het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) aan het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in het kader van de vereffening van FAMIFED(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-04-2019 en tekstbijwerking tot 09-02-2024)
Titre
21 MARS 2019. - Arrêté royal organisant le transfert des biens, droits et obligations de l'Agence fédérale pour les allocations familiales (FAMIFED) à la Région wallonne, la Communauté flamande, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune dans le cadre de la liquidation de FAMIFED(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 01-04-2019 et mise à jour au 09-02-2024)
Informations sur le document
Numac: 2019201546
Datum: 2019-03-21
Info du document
Numac: 2019201546
Date: 2019-03-21
Table des matières
Tekst (21)
Texte (21)
HOOFDSTUK I. - ONROERENDE GOEDEREN
CHAPITRE Ier. - DES IMMEUBLES
Article 1er. L'Etat transfère, à la date du 1er janvier 2019, à la Communauté flamande la pleine propriété des bâtiments mentionnés ci-après actuellement destinés au logement de l'exercice des activités de FAMIF En vigueur :
1. Bruxelles - Trierstraat 9/11 - cadastré Bruxelles - 5e division, section E n° 441L8 [2 ...]2.
2. Bruges - Hertogenstraat 73 - cadastré Bruges - 27e division, section D n° 459 C10.
3. Gand - Koning Leopold II-laan 27 - cadastré Gand - 8e division, section H n° 1 G35.
4. Anvers - Markgravestraat 10 - cadastré Anvers - 2e division, section B n° 2110 B.
5. [2 ...]2
[1 L'Etat transfère, à la date du 1er janvier 2019, à la Communauté flamande la pleine propriété de la quote-part de 307/1000 en copropriété du terrain, actuellement un parking, cadastré Bruges - 27e division, section D n° 459 N10 - et attenant au bâtiment sis à Bruges - Hertogenstraat 73.]1
[2 L'Etat transfère, à la date du 1er janvier 2019, à la Communauté flamande la pleine propriété de la quote-part de 5.340/10.000 en copropriété du bâtiment à Hasselt - De Schiervellaan 3-5 - cadastré Hasselt - 6e division, section F n° 380A2, comprenant des espaces de bureaux au rez-de-chaussée et au premier étage, un local de stockage, huit places de stationnement dans le parking en sous-sol et cinq places de stationnement dans le parking de jour.]2
1. Bruxelles - Trierstraat 9/11 - cadastré Bruxelles - 5e division, section E n° 441L8 [2 ...]2.
2. Bruges - Hertogenstraat 73 - cadastré Bruges - 27e division, section D n° 459 C10.
3. Gand - Koning Leopold II-laan 27 - cadastré Gand - 8e division, section H n° 1 G35.
4. Anvers - Markgravestraat 10 - cadastré Anvers - 2e division, section B n° 2110 B.
5. [2 ...]2
[1 L'Etat transfère, à la date du 1er janvier 2019, à la Communauté flamande la pleine propriété de la quote-part de 307/1000 en copropriété du terrain, actuellement un parking, cadastré Bruges - 27e division, section D n° 459 N10 - et attenant au bâtiment sis à Bruges - Hertogenstraat 73.]1
[2 L'Etat transfère, à la date du 1er janvier 2019, à la Communauté flamande la pleine propriété de la quote-part de 5.340/10.000 en copropriété du bâtiment à Hasselt - De Schiervellaan 3-5 - cadastré Hasselt - 6e division, section F n° 380A2, comprenant des espaces de bureaux au rez-de-chaussée et au premier étage, un local de stockage, huit places de stationnement dans le parking en sous-sol et cinq places de stationnement dans le parking de jour.]2
Art.1/1. [1 De Staat draagt, op 1 januari 2019, de erfpacht over aan de Vlaamse Gemeenschap van het hierna vermelde gebouw waar momenteel de activiteiten van FAMIFED gevestigd zijn: Brussel - Trierstraat 9/11 - kadastraal gekend als Brussel - afdeling 5, sectie E nr. 441/03D.]1
Art.1/1. [1 L'Etat transfère, à la date du 1er janvier 2019, à la Communauté flamande le droit d'emphytéose de l'immeuble mentionné ci-après où se situent actuellement les activités de FAMIF En vigueur : Bruxelles - Rue de Trèves 9/11 - cadastré Bruxelles - Section 5, Section E n° 441/03D.]1
Modifications
Art.2. De Staat draagt, op 1 januari 2019, de volle eigendom over aan de Duitstalige Gemeenschap van de hierna vermelde gebouwen waar momenteel de activiteiten van FAMIFED gevestigd zijn :
* Eupen - Hookstra;szlig;e 29 - kadastraal gekend als Eupen - afdeling 1, sectie C nr. 74/02F.
* Eupen - Hookstra;szlig;e 29 - kadastraal gekend als Eupen - afdeling 1, sectie C nr. 74/02F.
Art.2. L'Etat transfère, à la date du 1er janvier 2019, à la Communauté germanophone la pleine propriété du bâtiment mentionné ci-après actuellement destiné au logement de l'exercice des activités de FAMIF En vigueur :
* Eupen - Hookstrasse 29 - cadastré Eupen - 1ère division, section C n° 74/02F.
* Eupen - Hookstrasse 29 - cadastré Eupen - 1ère division, section C n° 74/02F.
Art.3. De Staat draagt, op 1 januari 2019, de volle eigendom over aan het Waalse Gewest van de hierna vermelde gebouwen waar momenteel de activiteiten van FAMIFED gevestigd zijn:
1. Charleroi - Rue de Charleville 23 - kadastraal gekend als Charleroi - afdeling 1, sectie D nr. 267 T 24 P0000.
2. Jambes - Rue Mazy 173 - kadastraal gekend als Namen - afdeling 3, sectie B nr. 8 C P00042.
3. Libramont - Rue Fleurie 2, boîte 2 - kadastraal gekend als Libramont - afdeling 1,sectie A nr. 115 C 2.
4. Luik - Avenue Rogier 12 - kadastraal gekend als Luik - afdeling 5, sectie B nr. 476Y26.
1. Charleroi - Rue de Charleville 23 - kadastraal gekend als Charleroi - afdeling 1, sectie D nr. 267 T 24 P0000.
2. Jambes - Rue Mazy 173 - kadastraal gekend als Namen - afdeling 3, sectie B nr. 8 C P00042.
3. Libramont - Rue Fleurie 2, boîte 2 - kadastraal gekend als Libramont - afdeling 1,sectie A nr. 115 C 2.
4. Luik - Avenue Rogier 12 - kadastraal gekend als Luik - afdeling 5, sectie B nr. 476Y26.
Art.3. L'Etat transfère, à la date du 1er janvier 2019, à la Région wallonne la pleine propriété des bâtiments mentionnés ci-après actuellement destinés au logement de l'exercice des activités de FAMIF En vigueur :
1. Charleroi - Rue de Charleville 23- cadastré Charleroi - 1ère division, section D n° 267 T 24 P0000.
2. Jambes - Rue Mazy 173- cadastré Namur - 3e division, section B n° 8 C P00042.
3. Libramont - Rue Fleurie 2, boîte 2 - cadastré Libramont - 1ère division, section A n° 115 C 2.
4. Liège - Avenue Rogier 12 - cadastré Liège - 5e division, section B n° 476Y26.
1. Charleroi - Rue de Charleville 23- cadastré Charleroi - 1ère division, section D n° 267 T 24 P0000.
2. Jambes - Rue Mazy 173- cadastré Namur - 3e division, section B n° 8 C P00042.
3. Libramont - Rue Fleurie 2, boîte 2 - cadastré Libramont - 1ère division, section A n° 115 C 2.
4. Liège - Avenue Rogier 12 - cadastré Liège - 5e division, section B n° 476Y26.
Art.4. De staat draagt op 31 december 2019 de volle eigendom over aan de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het hierna vermelde gebouw waar momenteel de activiteiten van FAMIFED gevestigd zijn:
* Brussel - Trierstraat 70 - kadastraal gekend als Brussel - afdeling 5, sectie E nr. 417 E3.
De deelentiteiten komen overeen dat de Gemeenschappelijk Gemeenschapscommissie op 1 januari 2020 exclusief de volle eigendom van de verschillende aandelen in de aldus gecreëerde onverdeeldheid verwerft tegen een totaalbedrag van 20.126.292,98 euro gespreid over de volgende jaarlijkse termijnbetalingen :
1) 7.082.367,17 euro in 2019, hetzij 2.086.822,55 euro voor de Vlaamse Gemeenschap, 4.869.252,62 euro voor het Waals Gewest en 126.292 euro voor de Duitstalige Gemeenschap;
2) 4.347.975,27 euro in 2020, hetzij 1.304.392,58 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 3.043.582,69 euro voor het Waalse Gewest;
3) 4.347.975,27 euro in 2021, hetzij 1.304.392,58 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 3.043.582,69 euro voor het Waalse Gewest;
4) 4.347.975,27 euro in 2022, hetzij 1.304.392,58 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 3.043.582,69 euro voor het Waalse Gewest.
Die jaarlijkse termijnbetalingen moeten uiterlijk op 31 december van het betrokken jaar worden uitgevoerd.
Voor iedere jaarlijkse termijnbetaling die op de vervaldag niet volledig uitgevoerd is, wordt van rechtswege een rente tegen de wettelijke rentevoet aangerekend.
Zodra enige betalingsachterstand meer dan een jaar bedraagt, wordt de verkoop onmiddellijk ontbonden. De jaarlijkse termijnbetaling(en) of een deel ervan die uitgevoerd is/zijn vóór de ontbinding van de verkoop blijft/blijven eigendom van de deelentiteiten bij wijze van compensatie. De deelentiteiten beslissen dan in onderling akkoord over de bestemming van het goed. Als er geen akkoord wordt bereikt, wordt het goed verkocht waarbij de bedragen uit die verkoop verdeeld worden onder de deelentiteiten in overeenstemming met ieders aandeel in de onverdeeldheid en rekening houdend met de (gedeeltelijke) jaarlijkse termijnbetalingen die reeds werden afgelost door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
* Brussel - Trierstraat 70 - kadastraal gekend als Brussel - afdeling 5, sectie E nr. 417 E3.
De deelentiteiten komen overeen dat de Gemeenschappelijk Gemeenschapscommissie op 1 januari 2020 exclusief de volle eigendom van de verschillende aandelen in de aldus gecreëerde onverdeeldheid verwerft tegen een totaalbedrag van 20.126.292,98 euro gespreid over de volgende jaarlijkse termijnbetalingen :
1) 7.082.367,17 euro in 2019, hetzij 2.086.822,55 euro voor de Vlaamse Gemeenschap, 4.869.252,62 euro voor het Waals Gewest en 126.292 euro voor de Duitstalige Gemeenschap;
2) 4.347.975,27 euro in 2020, hetzij 1.304.392,58 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 3.043.582,69 euro voor het Waalse Gewest;
3) 4.347.975,27 euro in 2021, hetzij 1.304.392,58 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 3.043.582,69 euro voor het Waalse Gewest;
4) 4.347.975,27 euro in 2022, hetzij 1.304.392,58 euro voor de Vlaamse Gemeenschap en 3.043.582,69 euro voor het Waalse Gewest.
Die jaarlijkse termijnbetalingen moeten uiterlijk op 31 december van het betrokken jaar worden uitgevoerd.
Voor iedere jaarlijkse termijnbetaling die op de vervaldag niet volledig uitgevoerd is, wordt van rechtswege een rente tegen de wettelijke rentevoet aangerekend.
Zodra enige betalingsachterstand meer dan een jaar bedraagt, wordt de verkoop onmiddellijk ontbonden. De jaarlijkse termijnbetaling(en) of een deel ervan die uitgevoerd is/zijn vóór de ontbinding van de verkoop blijft/blijven eigendom van de deelentiteiten bij wijze van compensatie. De deelentiteiten beslissen dan in onderling akkoord over de bestemming van het goed. Als er geen akkoord wordt bereikt, wordt het goed verkocht waarbij de bedragen uit die verkoop verdeeld worden onder de deelentiteiten in overeenstemming met ieders aandeel in de onverdeeldheid en rekening houdend met de (gedeeltelijke) jaarlijkse termijnbetalingen die reeds werden afgelost door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Art.4. L'Etat transfère à la date du 31 décembre 2019 à la Communauté flamande, à la Région wallonne, à la Communauté germanophone et à la Commission communautaire commune, la pleine propriété du bâtiment mentionné ci-après actuellement destiné au logement de l'exercice des activités de FAMIF En vigueur :
* Bruxelles - rue de Trèves 70 - cadastré Bruxelles - 5e division, section E n° 417 E 3.
Les entités fédérées s'accordent sur le fait que la Commission communautaire commune acquiert la pleine propriété exclusive des différentes quotes-parts dans l'indivision ainsi créée le 1er janvier 2020 moyennant le paiement d'un montant total de 20.126.292,98 euros qui sera payé selon les annuités suivantes :
1) 7.082.367,17 euros en 2019 soit 2.086.822,55 euros en faveur de la Communauté flamande, 4.869.252,62 euros en faveur de la Région wallonne, 126.292 euros en faveur de la Communauté germanophone;
2) 4.347.975,27 euros en 2020 soit 1.304.392,58 euros en faveur de la Communauté flamande et 3.043.582,69 euros en faveur de la Région wallonne;
3) 4.347.975,27 euros en 2021 soit 1.304.392,58 euros en faveur de la Communauté flamande et 3.043.582,69 euros en faveur de la Région wallonne;
4) 4.347.975,27 euros en 2022 soit 1.304.392,58 euros en faveur de la Communauté flamande et 3.043.582,69 euros en faveur de la Région wallonne.
Le paiement desdites annuités intervient au plus tard le 31 décembre de l'année visée.
Toute annuité non payée dans son intégralité au terme échu est productive de plein droit d'intérêts au taux légal.
Tout retard de paiement dépassant une année entraîne résiliation immédiate de la vente. La ou les éventuelle(s) annuité(s) ou partie(s) d'annuité versée(s) avant résiliation de la vente reste(nt) acquise(s) aux autres entités fédérées à titre d'indemnité. Dans ce cas, les entités fédérées décident de commun accord du sort de l'immeuble, à défaut, il est procédé à la vente de celui-ci les montants résultant de ladite vente sont répartis entre les entités fédérées conformément aux parts de chacune d'elles dans l'indivision et en tenant compte des annuités ou parts d'annuité déjà acquittées par la Commission communautaire commune.
* Bruxelles - rue de Trèves 70 - cadastré Bruxelles - 5e division, section E n° 417 E 3.
Les entités fédérées s'accordent sur le fait que la Commission communautaire commune acquiert la pleine propriété exclusive des différentes quotes-parts dans l'indivision ainsi créée le 1er janvier 2020 moyennant le paiement d'un montant total de 20.126.292,98 euros qui sera payé selon les annuités suivantes :
1) 7.082.367,17 euros en 2019 soit 2.086.822,55 euros en faveur de la Communauté flamande, 4.869.252,62 euros en faveur de la Région wallonne, 126.292 euros en faveur de la Communauté germanophone;
2) 4.347.975,27 euros en 2020 soit 1.304.392,58 euros en faveur de la Communauté flamande et 3.043.582,69 euros en faveur de la Région wallonne;
3) 4.347.975,27 euros en 2021 soit 1.304.392,58 euros en faveur de la Communauté flamande et 3.043.582,69 euros en faveur de la Région wallonne;
4) 4.347.975,27 euros en 2022 soit 1.304.392,58 euros en faveur de la Communauté flamande et 3.043.582,69 euros en faveur de la Région wallonne.
Le paiement desdites annuités intervient au plus tard le 31 décembre de l'année visée.
Toute annuité non payée dans son intégralité au terme échu est productive de plein droit d'intérêts au taux légal.
Tout retard de paiement dépassant une année entraîne résiliation immédiate de la vente. La ou les éventuelle(s) annuité(s) ou partie(s) d'annuité versée(s) avant résiliation de la vente reste(nt) acquise(s) aux autres entités fédérées à titre d'indemnité. Dans ce cas, les entités fédérées décident de commun accord du sort de l'immeuble, à défaut, il est procédé à la vente de celui-ci les montants résultant de ladite vente sont répartis entre les entités fédérées conformément aux parts de chacune d'elles dans l'indivision et en tenant compte des annuités ou parts d'annuité déjà acquittées par la Commission communautaire commune.
Art.5. De onroerende goederen vermeld in de artikelen 1 tot 4 worden overgedragen in de staat waarin ze zich bevinden op het moment van de overdracht met inbegrip van de actieve en passieve erfdienstbaarheden, de bijzondere lasten en verplichtingen die aan hun eigendom verbonden zijn, evenals de eventueel toegekende rechten aan derden.
De overdracht gebeurt van rechtswege en is tegenstelbaar aan derden zonder enige andere formaliteit.
De overdracht gebeurt van rechtswege en is tegenstelbaar aan derden zonder enige andere formaliteit.
Art.5. Les biens immeubles mentionnés aux articles 1er à 4 sont transférés dans l'état où ils se trouvent au moment du transfert avec leurs servitudes actives et passives, les charges particulières et obligations liées à leur propriété, ainsi que les droits éventuellement accordés aux tiers.
Le transfert est effectué de plein droit. Il est opposable aux tiers sans autre formalité.
Le transfert est effectué de plein droit. Il est opposable aux tiers sans autre formalité.
Art.6. Voor de uitoefening van zijn activiteiten neemt het Waalse Gewest vanaf 1 januari 2019 de huurcontracten over van de door FAMIFED gehuurde onroerende goederen gelegen te:
* 7000 Bergen - Avenue des Bassins 64;
* 1300 Waver - rue de Nivelles 14.
Het Waalse Gewest volgt FAMIFED op in zijn rechten en plichten.
* 7000 Bergen - Avenue des Bassins 64;
* 1300 Waver - rue de Nivelles 14.
Het Waalse Gewest volgt FAMIFED op in zijn rechten en plichten.
Art.6. La Région wallonne reprend, à partir du 1er janvier 2019, pour l'exercice de ses activités, les contrats de location des biens immeubles loués par FAMIFED sis à:
* 7000 Mons - Avenue des Bassins 64;
* 1300 Wavre - rue de Nivelles 14.
tions.
* 7000 Mons - Avenue des Bassins 64;
* 1300 Wavre - rue de Nivelles 14.
tions.
HOOFDSTUK II. - ANDERE BEZITTINGEN VAN FAMIFED
CHAPITRE II. - DES AUTRES AVOIRS DE FAMIFED
Art.7. De opgebouwde reserves sinds 2015 aan de hand van het niet-aangewende deel van de enveloppes voor de betaal- en beheerskosten bepaald in overeenstemming met artikel 68quinquies van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten en artikel 60sexies van de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap blijven bij de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Die bedragen, waarvan het bedrag wordt vastgelegd op 31 december 2018, worden afzonderlijk terugbetaald aan elke deelentiteit uiterlijk zes maanden later. Het bedrag dat op 31 december 2019 nog rest voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, wordt afzonderlijk terugbetaald aan hen uiterlijk zes maanden later.
Die bedragen, waarvan het bedrag wordt vastgelegd op 31 december 2018, worden afzonderlijk terugbetaald aan elke deelentiteit uiterlijk zes maanden later. Het bedrag dat op 31 december 2019 nog rest voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, wordt afzonderlijk terugbetaald aan hen uiterlijk zes maanden later.
Art.7. Les réserves constituées à partir de 2015 au moyen de la partie non utilisée des enveloppes de frais de paiement et de gestion fixées conformément à l'article 68quinquies de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions et à l'article 60sexies de la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone restent acquises à la Communauté flamande, à la Région wallonne, à la Communauté germanophone et à la Commission communautaire commune.
Ces sommes, dont le montant est arrêté au 31 décembre 2018, sont reversées séparément à chacune des entités fédérées au plus tard 6 mois plus tard. La somme qui subsiste encore le 31 décembre 2019 pour la Commission communautaire commune lui est reversée séparément au plus tard six mois plus tard.
Ces sommes, dont le montant est arrêté au 31 décembre 2018, sont reversées séparément à chacune des entités fédérées au plus tard 6 mois plus tard. La somme qui subsiste encore le 31 décembre 2019 pour la Commission communautaire commune lui est reversée séparément au plus tard six mois plus tard.
Art.8. Elk van de vier deelentiteiten behoudt het restbedrag van zijn aandeel in het werkkapitaal opgebouwd door FAMIFED in overeenstemming met artikel 7 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de budgettering, rapportering en afrekening van de gezinsbijslag en de gerelateerde kosten.
Die bedragen worden aan de deelentiteiten afzonderlijk terugbetaald uiterlijk 6 maanden na de datum waarop ze voor hun rekening het beheer en de betaling van de kinderbijslag overnemen overeenkomstig artikel 94 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Die bedragen worden aan de deelentiteiten afzonderlijk terugbetaald uiterlijk 6 maanden na de datum waarop ze voor hun rekening het beheer en de betaling van de kinderbijslag overnemen overeenkomstig artikel 94 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Art.8. Chacune des quatre entités fédérées conserve le solde de sa quote-part dans le fond de roulement constitué par FAMIFED conformément à l'article 7 du protocole vertical du 20 mars 2015 entre l'Etat fédéral, la Communauté flamande, la Région wallonne, la Commission communautaire commune et la Communauté germanophone, relatif à la budgétisation, au rapportage et au décompte des prestations familiales et des frais liés.
Ces sommes sont reversées à chacune des entités fédérées au plus tard 6 mois après la date à partir de laquelle elles reprennent effectivement pour leur compte la gestion et le paiement des allocations familiales conformément à l'article 94 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles.
Ces sommes sont reversées à chacune des entités fédérées au plus tard 6 mois après la date à partir de laquelle elles reprennent effectivement pour leur compte la gestion et le paiement des allocations familiales conformément à l'article 94 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles.
Art.9. De eindafrekening van de voorschotten op de kinderbijslag toegekend aan FAMIFED overeenkomstig artikel 4 van het protocol van 17 december 2014 tussen de federale overheid, de gewesten, de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de aanrekening van de door de openbare instellingen van sociale zekerheid voor rekening van de gewesten, de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie uitgevoerde uitgaven op de middelen die krachtens de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen en de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap aan de deelgebieden worden toegekend, wordt per deelentiteit opgesteld en met de deelentiteiten afzonderlijk verrekend uiterlijk op 30 juni van het jaar waarin ze effectief het beheer en de betaling van de kinderbijslag voor hun rekening overnemen overeenkomstig artikel 94 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen.
Art.9. Le décompte final des avances sur allocations familiales consenties à FAMIFED conformément à l'article 4 du protocole du 17 décembre 2014 entre l'autorité fédérale, les régions, les communautés et la Commission communautaire commune relatif à l'imputation des dépenses effectuées par les institutions publiques de sécurité sociale pour le compte des régions, des communautés et de la Commission communautaire commune sur les moyens qui sont attribués aux entités fédérées en vertu de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des Communautés et des Régions, de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux Institutions bruxelloises et de la loi du 31 décembre 1983 de réformes institutionnelles pour la Communauté germanophone est établi par entité et réglé avec chacune d'elles au plus tard le 30 juin de l'année au cours de laquelle elles reprennent effectivement pour leur compte la gestion et le paiement des allocations familiales conformément à l'article 94 loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles.
Art.10. Op 1 januari 2019 krijgt de Vlaamse Gemeenschap het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in de gebouwen bevinden waarvan ze eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 1.
Op 1 januari 2019 krijgt de Duitstalige Gemeenschap het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in het gebouw bevinden waarvan ze eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 2.
Op 1 januari 2019 krijgt het Waalse Gewest het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in de gebouwen bevinden waarvan het eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 3. Op dezelfde datum wordt aan het Waalse Gewest ook het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich bevinden in de gebouwen waarvan het de huurovereenkomst overneemt van FAMIFED in overeenstemming met artikel 6.
Op 1 januari 2020 krijgt de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in het gebouw bevinden waarvan ze eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 4.
Voor 1 januari 2019 kan het Waalse Gewest, onder voorbehoud van het akkoord van de andere deelentiteiten, als het meedeelt dat het dit wenst, de eigendom van roerende goederen toegewezen krijgen die zich bevinden in de gebouwen te Brussel die worden overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Zolang de eigendomsoverdracht waarvan sprake niet heeft plaatsgevonden, blijven de beoogde roerende goederen eigendom van FAMIFED.
Op 1 januari 2019 krijgt de Duitstalige Gemeenschap het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in het gebouw bevinden waarvan ze eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 2.
Op 1 januari 2019 krijgt het Waalse Gewest het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in de gebouwen bevinden waarvan het eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 3. Op dezelfde datum wordt aan het Waalse Gewest ook het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich bevinden in de gebouwen waarvan het de huurovereenkomst overneemt van FAMIFED in overeenstemming met artikel 6.
Op 1 januari 2020 krijgt de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie het eigendomsrecht over de roerende goederen toegewezen die zich in het gebouw bevinden waarvan ze eigenaar wordt in overeenstemming met artikel 4.
Voor 1 januari 2019 kan het Waalse Gewest, onder voorbehoud van het akkoord van de andere deelentiteiten, als het meedeelt dat het dit wenst, de eigendom van roerende goederen toegewezen krijgen die zich bevinden in de gebouwen te Brussel die worden overgedragen aan de Vlaamse Gemeenschap en Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Zolang de eigendomsoverdracht waarvan sprake niet heeft plaatsgevonden, blijven de beoogde roerende goederen eigendom van FAMIFED.
Art.10. Le 1er janvier 2019, la Communauté flamande se voit transférer le droit de propriété sur les biens meubles se trouvant dans les immeubles dont elle acquiert la propriété conformément à l'article 1er.
Le 1er janvier 2019, la Communauté germanophone se voit transférer le droit de propriété sur les biens meubles se trouvant dans l'immeuble dont elle acquiert la propriété conformément à l'article 2.
Le 1er janvier 2019, la Région wallonne se voit transférer le droit de propriété sur les biens meubles se trouvant dans les immeubles dont elle acquiert la propriété conformément à l'article 3. Elle se voit également transférer, à cette même date, le droit de propriété sur les biens meubles se trouvant dans les immeubles dont elle reprend le contrat de location en lieu et place de FAMIFED conformément à l'article 6.
Le 1er janvier 2020, la Commission communautaire commune se voit transférer le droit de propriété sur les biens meubles se trouvant dans l'immeuble dont elle acquiert la propriété conformément à l'article 4.
Avant le 1er janvier 2019, sous réserve de l'accord des autres entités fédérées, la Région wallonne peut, si elle en exprime la volonté, se voir attribuer la propriété de biens meubles se trouvant dans les immeubles situés à Bruxelles transférés à la Communauté flamande et à la Commission communautaire commune.
Aussi longtemps que les transferts de propriété dont il est question ci-avant ne sont pas intervenus, les biens meubles visés ci-avant demeurent la propriété de FAMIFED.
Le 1er janvier 2019, la Communauté germanophone se voit transférer le droit de propriété sur les biens meubles se trouvant dans l'immeuble dont elle acquiert la propriété conformément à l'article 2.
Le 1er janvier 2019, la Région wallonne se voit transférer le droit de propriété sur les biens meubles se trouvant dans les immeubles dont elle acquiert la propriété conformément à l'article 3. Elle se voit également transférer, à cette même date, le droit de propriété sur les biens meubles se trouvant dans les immeubles dont elle reprend le contrat de location en lieu et place de FAMIFED conformément à l'article 6.
Le 1er janvier 2020, la Commission communautaire commune se voit transférer le droit de propriété sur les biens meubles se trouvant dans l'immeuble dont elle acquiert la propriété conformément à l'article 4.
Avant le 1er janvier 2019, sous réserve de l'accord des autres entités fédérées, la Région wallonne peut, si elle en exprime la volonté, se voir attribuer la propriété de biens meubles se trouvant dans les immeubles situés à Bruxelles transférés à la Communauté flamande et à la Commission communautaire commune.
Aussi longtemps que les transferts de propriété dont il est question ci-avant ne sont pas intervenus, les biens meubles visés ci-avant demeurent la propriété de FAMIFED.
HOOFDSTUK III. - ANDERE RECHTEN EN PLICHTEN VAN FAMIFED
CHAPITRE III. - DES AUTRES DROITS ET OBLIGATIONS DE FAMIFED
Art.11. De regularisaties van de hoofdelijke bijdragen worden verdeeld onder de vier deelentiteiten naargelang het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar op 1 januari van het betreffende jaar overeenkomstig artikel 10 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de federale staat en de deelentiteiten.
De regularisaties van de bijdragen wat betreft de zelfstandigen worden verdeeld onder de vier deelentiteiten op basis van de ontvangen lijsten van de FOD Sociale Zekerheid.
De regularisaties van de bijdragen wat betreft de zelfstandigen worden verdeeld onder de vier deelentiteiten op basis van de ontvangen lijsten van de FOD Sociale Zekerheid.
Art.11. Les régularisations de cotisations capitatives sont réparties entre les quatre entités fédérées en fonction du nombre d'enfants de 0 à 18 ans au 1er janvier de l'année concernée conformément à l'article 10 du protocole vertical du 20 mars 2015 entre l'Etat fédéral et les entités fédérées.
Les régularisations des cotisations relatives aux travailleurs indépendants sont réparties entre les quatre entités fédérées sur base des listes reçues du SPF Sécurité Sociale.
Les régularisations des cotisations relatives aux travailleurs indépendants sont réparties entre les quatre entités fédérées sur base des listes reçues du SPF Sécurité Sociale.
Art.12. De bedragen die gerecupereerd worden ten voordele van het voormalige Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (FCUD), dat werd afgeschaft in overeenstemming met de artikelen 24 en 25 van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, worden verdeeld onder de vier deelentiteiten op basis van het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar op 1 januari van het betreffende jaar overeenkomstig artikel 10 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de Federale Staat en de deelentiteiten.
Art.12. Les sommes récupérées au bénéfice de l'ancien Fonds des Equipements et Services Collectifs (FESC), supprimé conformément aux articles 24 et 25 de la loi du 6 janvier 2014 relative à la Sixième Réforme de l'Etat concernant les matières visées à l'article 78 de la Constitution, sont réparties entre les quatre entités fédérées en fonction du nombre d'enfants de 0 à 18 ans au 1er janvier de l'année concernée conformément à l'article 10 du protocole vertical du 20 mars 2015 entre l'Etat fédéral et les entités fédérées.
Art.13. Rechtsvorderingen en andere bezwaarschriften ten laste van FAMIFED in verband met of ingediend door naar de deelentiteiten overgehevelde personeelsleden vallen onder de bevoegdheid van de deelentiteit waar het personeelslid naar werd overgeheveld.
Rechtsvorderingen en andere bezwaarschriften ten laste van FAMIFED in verband met of ingediend door niet naar de deelentiteiten overgehevelde personeelsleden vallen onder de bevoegdheid van de deelentiteit op het grondgebied waar het personeelslid in kwestie gedomicilieerd is op het moment dat het de vordering inleidt of het bezwaarschrift indient. Als de rechtsvordering wordt voorafgegaan door een bezwaarschrift, blijft de op basis van dat bezwaarschrift als bevoegd aangewezen deelentiteit ook bevoegd voor de daaropvolgende rechtsvordering.
Rechtsvorderingen en andere bezwaarschriften ten laste van FAMIFED in verband met of ingediend door niet naar de deelentiteiten overgehevelde personeelsleden vallen onder de bevoegdheid van de deelentiteit op het grondgebied waar het personeelslid in kwestie gedomicilieerd is op het moment dat het de vordering inleidt of het bezwaarschrift indient. Als de rechtsvordering wordt voorafgegaan door een bezwaarschrift, blijft de op basis van dat bezwaarschrift als bevoegd aangewezen deelentiteit ook bevoegd voor de daaropvolgende rechtsvordering.
Art.13. Les actions judiciaires et autres réclamations à charge de FAMIFED, liées à ou introduites par des membres du personnel transférés aux entités fédérées relèvent de la compétence de l'entité fédérée à laquelle l'agent concerné est transféré.
Les actions judiciaires et autres actions à charge de FAMIFED, liées à ou introduites par des membres du personnel non transférés aux entités fédérées relèvent de la compétence de l'entité fédérée sur le territoire de laquelle l'agent concerné est domicilié au moment où l'action ou la réclamation est introduite. Lorsque l'action judiciaire est précédée d'une réclamation, l'entité fédérée désignée compétente sur la base de la réclamation demeure compétente dans le cadre de l'action judiciaire subséquente.
Les actions judiciaires et autres actions à charge de FAMIFED, liées à ou introduites par des membres du personnel non transférés aux entités fédérées relèvent de la compétence de l'entité fédérée sur le territoire de laquelle l'agent concerné est domicilié au moment où l'action ou la réclamation est introduite. Lorsque l'action judiciaire est précédée d'une réclamation, l'entité fédérée désignée compétente sur la base de la réclamation demeure compétente dans le cadre de l'action judiciaire subséquente.
HOOFDSTUK IV. - VEREFFENING VAN FAMIFED
CHAPITRE IV. - DE LA LIQUIDATION DE FAMIFED
Art.14. De instelling ingericht in overeenstemming met het samenwerkingsakkoord van 30 mei 2018 tussen de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de oprichting van het Interregionaal orgaan voor de gezinsbijslag wordt belast met de vereffening van FAMIFED.
De inherente kosten aan die vereffening worden verdeeld onder de vier deelentiteiten op basis van het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar op 1 januari van het jaar in kwestie in overeenstemming met artikel 10 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de Federale Staat en de deelentiteiten.
De inherente kosten aan die vereffening worden verdeeld onder de vier deelentiteiten op basis van het aantal kinderen van 0 tot 18 jaar op 1 januari van het jaar in kwestie in overeenstemming met artikel 10 van het verticaal protocol van 20 maart 2015 tussen de Federale Staat en de deelentiteiten.
Art.14. L'organisme institué conformément à l'accord de coopération du 30 mai 2018 entre la Communauté flamande, la Région wallonne, la Commission Communautaire commune et la Communauté germanophone relatif à la création de l'organe interrégional pour les prestations familiales est chargé de la liquidation de FAMIFED.
Les frais inhérents à cette liquidation sont répartis entre les entités fédérées en fonction du nombre d'enfants de 0 à 18 ans au 1er janvier de l'année concernée conformément à l'article 10 du protocole vertical du 20 mars 2015 entre l'Etat fédéral et les entités fédérées.
Les frais inhérents à cette liquidation sont répartis entre les entités fédérées en fonction du nombre d'enfants de 0 à 18 ans au 1er janvier de l'année concernée conformément à l'article 10 du protocole vertical du 20 mars 2015 entre l'Etat fédéral et les entités fédérées.
Art.15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van op 31 december 2018.
Art.15. Le présent arrêté produit ses effets le 31 décembre 2018.
Art. 16. De eerste minister en onze minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, elk binnen hun eigen bevoegdheid, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 16. Le premier ministre et le ministre qui a les Affaires sociales dans ses attributions sont chacun en ce qui le concerne, chargés de l'exécution du présent arrêté.