Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
2 OKTOBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 houdende uitvoering van diverse bepalingen van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en het koninklijk besluit van 3 juli 2016 houdende uitvoering van artikel 21 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst
Titre
2 OCTOBRE 2019. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 12 octobre 2010 portant exécution de diverses dispositions de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité et l'arrêté royal du 3 juillet 2016 portant exécution de l'article 21 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité
Informations sur le document
Info du document
Tekst (23)
Texte (23)
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen aan het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 houdende uitvoering van diverse bepalingen van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
CHAPITRE I. - Modification de l'arrêté royal du 12 octobre 2010 portant exécution de diverses dispositions de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 houdende uitvoering van diverse bepalingen van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
  "3° "wet van 30 juli 2018" : de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens."
Article 1er. Dans l'article 1er de l'arrêté royal du 12 octobre 2010 portant exécution de diverses dispositions de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité, le 3° est remplacé par ce qui suit :
  " 3° " loi du 30 juillet 2018 " : la loi du 30 juillet 2018 relative à la protection des personnes physiques à l'égard des traitements de données à caractère personnel. "
Art.2. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk II vervangen als volgt:
  "Hoofdstuk II. - Beschermings- en ondersteuningsmaatregelen."
Art.2. Dans le même arrêté, l'intitulé du chapitre II est remplacé par ce qui suit :
  " Chapitre II. - Mesures de protection et d'appui ".
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden "artikel 13/1, § 1" vervangen door de woorden "artikel 13/2", wordt het woord "lijsten" vervangen door het woord "registers" en worden de woorden ", fictieve identiteiten en hoedanigheden" ingevoegd tussen de woorden "valse namen" en het woord "die";
  2° in het tweede lid worden de woorden "van de fictieve identiteit en/of van de fictieve hoedanigheid" ingevoegd tussen de woorden "van de valse naam," en de woorden "de data";
  3° het artikel wordt aangevuld met de volgende twee leden, luidend als volgt:
  "Het betrokken diensthoofd of de persoon die hij hiertoe aanstelt, wordt om de twee maanden schriftelijk op de hoogte gesteld van het gebruik van de fictieve identiteiten en hoedanigheden.
  Het logboek, bedoeld in het tweede lid, wordt bewaard gedurende minstens tien jaar na het laatste gebruik van de valse naam, van de fictieve identiteit of van de fictieve hoedanigheid."
Art.3. A l'article 2 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° à l'alinéa 1er, les mots " article 13/1, § 1er " sont remplacés par les mots " article 13/2, le mot " listes " est remplacé par le mot " registres " et les mots " , identités et qualités fictives " sont insérés entre les mots " faux noms " et le mot " indiquant " ;
  2° à l'alinéa 2, les mots " de l'identité fictive et/ou de la qualité fictive, " sont ajoutés entre les mots " faux nom, " et les mots " les dates " ;
  3° l'article est complété par deux alinéas rédigés comme suit :
  " Le dirigeant du service concerné, ou la personne qu'il désigne à cet effet, est informé par écrit tous les deux mois de l'utilisation des identités et qualités fictives.
  Le journal de bord, visé à l'alinéa 2, est conservé au minimum pendant dix ans après la dernière utilisation du faux nom, de l'identité ou de la qualité fictive. "
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 2/1. In toepassing van artikel 13/3 van de wet van 30 november 1998, kan het hoofd van de betrokken inlichtingen- en veiligheidsdienst of zijn gedelegeerde, schriftelijk beslissen om een rechtspersoon op te richten in het belang van de uitoefening van zijn opdrachten. De persoon die hij hiertoe aanstelt houdt een register van de opgerichte rechtspersonen bij, met aanduiding van de persoon of personen die hiervoor aansprakelijk zijn.
  De persoon die aansprakelijk is voor de rechtspersoon registreert in een logboek het gebruik ervan, de data, de context en eventuele incidenten die zich hebben voorgedaan.
  Het betrokken diensthoofd of de persoon die hij hiertoe aanstelt, wordt om de twee maanden schriftelijk op de hoogte gesteld van het gebruik bedoeld in het tweede lid.
  Het logboek, bedoeld in het tweede lid, wordt bewaard gedurende minstens tien jaar na de ontbinding of vereffening van de rechtspersoon. ".
Art.4. Dans le même arrêté, il est inséré un nouvel article rédigé comme suit :
  " Art. 2/1. En application de l'article 13/3 de la loi du 30 novembre 1998, le dirigeant du service de renseignement et de sécurité concerné, ou son délégué, peut décider par écrit de créer une personne morale dans l'intérêt de l'exercice de ses missions. La personne qu'il désigne à cet effet tient un registre des personnes morales créées indiquant la ou les personne(s) qui en sont responsables.
  La personne responsable de la personne morale enregistre dans un journal de bord l'utilisation de celle-ci, les dates, le contexte et, le cas échéant, les incidents survenus.
  Le dirigeant du service concerné, ou la personne qu'il désigne à cet effet, est informé par écrit tous les deux mois de l'utilisation visée à l'alinéa 2.
  Le journal de bord, visé à l'alinéa 2, est conservé au minimum pendant dix ans après la dissolution ou la liquidation de la personne morale. ".
Art.5. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk III vervangen als volgt:
  "Hoofdstuk III. - Gewone methoden voor het verzamelen van gegevens - Toegang tot externe gegevensbanken."
Art.5. Dans le même arrêté, l'intitulé du chapitre III est remplacé par ce qui suit :
  " Chapitre III. - Des méthodes ordinaires de recueil des données - Accès aux banques de données externes ".
Art.6. In artikel 3, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "Voor de toepassing van artikel 14, vierde lid, van de wet van 30 november 1998," opgeheven;
  2° in hetzelfde lid worden de woorden "kunnen beschikken over rechtstreekse toegang tot een gegevensbank van de openbare sector" vervangen door de woorden "beschikken over een rechtstreekse toegang tot een externe gegevensbank";
  3° in hetzelfde lid worden de woorden "de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" vervangen door de woorden "het Vast Comité I";
  4° in hetzelfde lid worden de woorden "de gegevensbank" vervangen door de woorden "deze gegevensbank";
  5° vijf leden worden tussen het eerste en het tweede lid ingevoegd, luidende:
  "Behalve indien de opslagcapaciteit van de betrokken inlichtingen- en veiligheidsdiensten het niet toelaat, kan de rechtstreekse toegang bedoeld in het eerste lid gerealiseerd worden door het verschaffen van persoonsgegevensbestanden.
  De verwerkingen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten in deze gegevensbank worden gelogd.
  De verwerkingen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en de logbestanden ervan worden beschermd door beveiligingsmaatregelen. Deze maatregelen worden ter beschikking gesteld van het Vast Comité I.
  Indien de redenen die deze verwerkingen rechtvaardigen moeten opgeslagen worden door of krachtens een wet, worden ze samen met de logbestanden binnen elke betrokken inlichtingen- en veiligheidsdienst opgeslagen.
  In afwijking van het voorgaande lid mogen de logbestanden en de redenen die de verwerking rechtvaardigen opgeslagen worden binnen de geraadpleegde gegevensbank, wanneer het betrokken diensthoofd van oordeel is dat deze opslag geen afbreuk kan doen aan de bescherming van de bronnen, aan de bescherming van de identiteit van de agenten en aan de discretie van de inlichtingenonderzoeken."
  6° in het vroegere tweede lid, dat het zevende lid wordt, wordt de eerste zin opgeheven.
  In artikel 3, § 2, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "onmiddellijk aan de agent van de inlichtingen- en veiligheidsdienst meegedeeld, op vertoon van zijn legitimatiekaart" vervangen door de woorden "onmiddellijk meegedeeld aan de agent van de inlichtingen- en veiligheidsdienst die gemachtigd is om toegang ertoe te krijgen voor zover deze nuttig is voor de uitoefening van zijn functie of opdracht";
  2° het derde lid wordt opgeheven.
Art.6. A l'article 3, § 1er, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° A l'alinéa 1er, les mots " Pour l'application de l'article 14, alinéa 4, de la loi du 30 novembre 1998, " sont abrogés ;
  2° au même alinéa, les mots " peuvent disposer d'un accès direct à une banque de données du secteur public " sont remplacés par les mots " disposent d'un accès direct dans une banque de données externe " ;
  3° au même alinéa, les mots " de la Commission de la protection de la vie privée " sont remplacés par les mots " du Comité permanent R " ;
  4° au même alinéa, les mots " la banque " sont remplacés par " cette banque " ;
  5° cinq alinéas sont insérés entre le premier et le deuxième alinéa, rédigés comme suit :
  " Sauf si la capacité d'enregistrement du service de renseignement et de sécurité concerné ne le permet pas, l'accès direct visé à l'alinéa 1er peut être réalisé par la fourniture de fichiers de données à caractère personnel.
  Les traitements des services de renseignement et de sécurité dans cette banque de données sont journalisés.
  Les traitements des services de renseignement et de sécurité dans cette banque de données et leur journalisation sont protégés par des mesures de sécurité. Ces mesures sont mises à la disposition du Comité permanent R.
  Si les raisons justifiant lesdits traitements doivent être enregistrées par ou en vertu de la loi, elles le sont avec la journalisation au sein de chaque service de renseignement et de sécurité concerné.
  Par dérogation à l'alinéa précédent, la journalisation et les raisons justifiant le traitement peuvent être enregistrées dans la banque de données consultée, lorsque le dirigeant du service concerné estime que cet enregistrement n'est pas susceptible de porter atteinte à la protection des sources, à la protection de l'identité des agents et à la discrétion des enquêtes de renseignement. "
  6° dans l'alinéa 2 ancien, devenant l'alinéa 7, la première phrase est abrogée.
  A l'article 3, § 2, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 1er, les mots " , sur présentation de sa carte de légitimation " sont remplacés par les mots " autorisé à y avoir accès dans la mesure où celles-ci sont utiles dans l'exercice de sa fonction ou de sa mission " ;
  2° l'alinéa 3 est abrogé.
Art.7. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.7. L'article 4 du même arrêté est abrogé.
Art.8. In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° afdeling 1 wordt opgeheven;
  2° afdeling 2 wordt vernummerd tot afdeling 1;
  3° in het opschrift van afdeling 2, die vernummerd wordt tot afdeling 1, worden de woorden "en van de eventuele overschrijvingen en vertalingen van de communicaties" opgeheven;
  4° in artikel 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "en van de eventuele overschrijvingen en vertalingen van de communicaties" opgeheven;
  5° afdeling 3 wordt vernummerd tot afdeling 2.
Art.8. Au chapitre IV du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° la section 1re est abrogée ;
  2° la section 2 est renumérotée en section 1ère ;
  3° dans l'intitulé de la section 2, qui est renuméroté section 1ère, les mots " , transcriptions et traductions éventuelles des communications " sont abrogés ;
  4° à l'article 7 du même arrêté, les mots " , transcriptions et traductions éventuelles des communications " sont abrogés ;
  5° la section 3 est renumérotée en section 2.
Art.9. In artikel 10, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "eerste lid" worden vervangen door de woorden "vijfde lid";
  2° het woord "onmiddellijk" wordt geschrapt;
  3° de woorden "aan de leden" worden vervangen door de woorden "aan de zetel";
  4° de woorden "maximaal binnen de vierentwintig uur van deze machtiging" toegevoegd aan het einde van het lid.
Art.9. A l'article 10, alinéa 1er du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots " alinéa 1er " sont remplacés par les mots " alinéa 5 " ;
  2° le mot " immédiatement " est supprimé ;
  3° les mots " aux membres " sont remplacés par les mots " au siège " ;
  4° les mots " au maximum dans les vingt-quatre heures de cette autorisation " sont ajoutés à la fin de l'alinéa, après les mots " par porteur ".
Art.10. In artikel 11 worden het eerste tot het vierde lid van hetzelfde besluit vervangen als volgt:
  "Voor de toepassing van artikel 43/3, tweede lid, van de wet van 30 november 1998, worden alle beslissingen, machtigingen, adviezen, akkoorden of bevestigingen met betrekking tot een specifieke of uitzonderlijke methode voor het verzamelen van gegevens integraal door de commissie ter kennis gebracht van het Vast Comité I.
  De commissie geeft ook kennis aan het Vast Comité I van het moment waarop de beslissing haar werd betekend.
  De kennisgeving gebeurt onder gedigitaliseerde vorm, behoudens volstrekte onmogelijkheid of ingevolge het uitdrukkelijke verzoek van het Vast Comité I. In dat geval kan de kennisgeving op een andere, door het Vast Comité I te bepalen wijze, gebeuren.".
Art.10. Dans l'article 11, les alinéas 1 à 4 du même arrêté sont remplacés par ce qui suit :
  " Pour l'application de l'article 43/3, alinéa 2, de la loi du 30 novembre 1998, toute décision, autorisation, avis, accord ou confirmation concernant une méthode spécifique ou exceptionnelle de recueil de données est intégralement communiqué(e) au Comité permanent R par la commission.
  La commission communique également au Comité permanent R le moment où la décision lui a été notifiée.
  La communication se fait sous forme numérique, sauf en cas d'impossibilité absolue ou de requête expresse du Comité permanent R. Dans ce cas, la communication peut se faire d'une autre manière, à déterminer par le Comité permanent R. ".
Art.11. In artikel 12 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "van de artikelen 18/3, § 2, vierde lid" vervangen door de woorden "van de artikelen 18/3, § 6, derde lid";
  2° in het tweede lid worden de woorden "de raadgever informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer" vervangen door de woorden "de functionaris voor gegevensbescherming".
Art.11. Dans l'article 12 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° à l'alinéa 1er, les mots " des articles 18/3, § 2, alinéa 4 " sont remplacés par les mots " des articles 18/3, § 6, alinéa 3 " ;
  2° à l'alinéa 2, les mots " le conseiller en sécurité de l'information et en protection de la vie privée " sont remplacés par les mots " le délégué à la protection des données ".
Art.12. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VI vervangen als volgt:
  "Hoofdstuk VI. - Bescherming van persoonsgegevens"
Art.12. Dans le même arrêté, l'intitulé du chapitre VI est remplacé par ce qui suit :
  " Chapitre VI. - De la protection des données à caractère personnel "
Art.13. In hetzelfde besluit wordt een artikel 13/1 ingevoegd, luidende:
  "Art. 13/1. § 1. Binnen elke inlichtingen- en veiligheidsdienst wordt, op voordracht van het betrokken diensthoofd, een functionaris voor gegevensbescherming, in de zin van artikel 91 van de wet van 30 juli 2018, aangewezen door de bevoegde minister.
  Om aangewezen te mogen worden in de hoedanigheid van functionaris voor gegevensbescherming binnen de betrokken inlichtingen- en veiligheidsdienst moet de kandidaat beantwoorden aan de volgende voorwaarden:
  1° lid zijn van de betrokken inlichtingen- en veiligheidsdienst en houder zijn van een veiligheidsmachtiging van het niveau zeer geheim (wet 11.12.1998);
  2° beschikken over grondige kennis van de wetgeving en over ervaring in het domein van de bescherming van de persoonsgegevens en de informatieveiligheid;
  3° beschikken over grondige kennis van informatietechnologie met inbegrip van inzicht in technische beveiligingsaspecten en in de specifieke vereisten van het beheer van informatiesystemen en informatiediensten.
  Een kandidaat kan aangewezen worden als functionaris voor gegevensbescherming zonder over de kennis te beschikken bedoeld in 2° en 3° van het voorgaande lid indien hij in zijn functie wordt bijgestaan door een adjunct, lid van de betrokken inlichtingen- en veiligheidsdienst, die beschikt over de kennis waaraan het hem ontbreekt.
  § 2. De functionaris voor gegevensbescherming kan ook de functie van raadsman voor de veiligheid van de gegevens vervullen zoals bepaald door of krachtens een wet.".
Art.13. Dans le même arrêté, il est inséré un article 13/1 rédigé comme suit :
  " Art. 13/1. § 1er. Un délégué à la protection des données, au sens de l'article 91 de la loi du 30 juillet 2018, est désigné au sein de chaque service de renseignement et de sécurité par le ministre compétent, sur proposition du dirigeant du service concerné.
  Pour pouvoir être désigné en qualité de délégué à la protection des données au sein du service de renseignement et de sécurité concerné, le candidat doit répondre aux conditions suivantes :
  1° être membre du service de renseignement et de sécurité concerné et être titulaire d'une habilitation de niveau très secret (loi 11.12.1998) ;
  2° disposer d'une connaissance approfondie de la législation et d'une expérience dans le domaine de la protection des données et de la sécurité de l'information ;
  3° disposer d'une connaissance approfondie des technologies de l'information en ce compris une compréhension des aspects techniques de la sécurité et des exigences spécifiques de la gestion de systèmes d'information et de services informatiques.
  Un candidat peut être désigné comme délégué à la protection des données sans disposer de l'une des deux connaissances visées aux 2° et 3° de l'alinéa précédent s'il est assisté dans sa fonction par un adjoint, membre du service de renseignement et de sécurité concerné, disposant de la connaissance lui faisant défaut.
  § 2. Le délégué à la protection des données peut également remplir la fonction de conseiller en sécurité des données prévue par ou en vertu d'une loi. "
Art.14. In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden "de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer naar aanleiding van een verificatie op grond van artikel 13 van de wet van 8 december 1992" vervangen door de woorden "een gegevensbeschermingsautoriteit naar aanleiding van een verificatie op grond van de wet van 30 juli 2018 of de wet van 3 december 2017 tot oprichting van de Gegevensbeschermingsautoriteit";
  2° in het eerste lid worden de woorden "in de zin van deze wet" opgeheven.
  3° in het tweede lid, derde streepje, worden de woorden "Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" vervangen door de woorden "betrokken gegevensbeschermingsautoriteit";
  4° in het tweede lid, vierde streepje, worden de woorden "de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer" vervangen door de woorden "de betrokken gegevensbeschermingsautoriteit".
Art.14. Dans l'article 14 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° à l'alinéa 1er, les mots " de l'article 13 de la loi du 8 décembre 1992, la Commission de la protection de la vie privée " sont remplacés par les mots " de la loi du 30 juillet 2018 ou de la loi du 3 décembre 2017 portant création de l'Autorité de protection des données, une autorité de protection des données " ;
  2° au même alinéa, les mots " au sens de cette loi, " sont abrogés;
  3° dans l'alinéa 2, troisième tiret, les mots " la Commission de la protection de la vie privée " sont remplacés par les mots " l'autorité de protection des données concernée " ;
  4° dans l'alinéa 2, quatrième tiret, les mots " la Commission de la protection de la vie privée " sont remplacés par les mots " l'autorité de protection des données concernée ".
Art.15. In hetzelfde besluit wordt een nieuw hoofdstuk VII ingevoegd, met als opschrift:
  "HOOFDSTUK VII. - Bescherming van het personeel, de infrastructuur en de goederen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten".
Art.15. Dans le même arrêté, il est inséré un nouveau chapitre VII intitulé :
  " CHAPITRE VII. - De la protection du personnel, des infrastructures et des biens des services de renseignement et de sécurité ".
Art.16. In hoofdstuk VII, ingevoegd bij artikel 15, wordt een nieuw artikel 15 ingevoegd, luidend als volgt:
  "Art. 15. Voor de toepassing van artikel 27, vierde lid, van de wet van 30 november 1998, houdt het diensthoofd van de betrokken inlichtingen- of veiligheidsdienst of de persoon die hij hiertoe aanstelt, een arrestatieregister bij. Het bevat de datum, de context en eventuele incidenten die zich hebben voorgedaan. Dit register wordt gedurende minstens tien jaar na de aanhouding bewaard."
Art.16. Dans le chapitre VII, inséré par l'article 15, il est inséré un nouvel article 15 rédigé comme suit:
  " Art. 15. Pour l'application de l'article 27, alinéa 4 de la loi du 30 novembre 1998, le dirigeant du service de renseignement et de sécurité concerné ou la personne qu'il désigne à cet effet, tient un registre des arrestations contenant la date, le contexte et le cas échéant, les incidents survenus. Ce registre est conservé pendant minimum dix ans après l'arrestation. "
Art.17. In hetzelfde besluit wordt hoofdstuk VII vernummerd tot hoofdstuk VIII.
Art.17. Dans le même arrêté, le chapitre VII est renuméroté chapitre VIII.
Art.18. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vernummerd tot artikel 16, en artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vernummerd tot artikel 17.
Art.18. L'article 15 du même arrêté est renuméroté article 16 et l'article 16 du même arrêté est renuméroté article 17.
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 2016 houdende uitvoering van artikel 21 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst
CHAPITRE II. - Modification de l'arrêté royal du 3 juillet 2016 portant exécution de l'article 21 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité
Art.19. In artikel 1, 2° en 3° van het koninklijk besluit van 3 juli 2016 houdende uitvoering van artikel 21 van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdienst worden de woorden "wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens" vervangen door de woorden "wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens".
Art.19. Aux 2° et 3° de l'article 1er de l'arrêté royal du 3 juillet 2016 portant exécution de l'article 21 de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité, les mots " loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel " sont remplacés par les mots " loi du 30 juillet 2018 relative à la protection des personnes physiques à l'égard des traitements de données à caractère personnel ".
Art.20. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "raadgever informatieveiligheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer aangeduid overeenkomstig artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 12 oktober 2010 houdende uitvoering van diverse bepalingen van de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten" vervangen door de woorden "functionaris voor gegevensbescherming aangeduid overeenkomstig artikel 91 van de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens".
Art.20. A l'article 4 du même arrêté, les mots " du conseiller en sécurité de l'information et en protection de la vie privée désigné conformément à l'article 4, § 1er, de l'arrêté royal du 12 octobre 2010 portant exécution de diverses dispositions de la loi du 30 novembre 1998 organique des services de renseignement et de sécurité " sont remplacés par les mots " du délégué à la protection des données désigné conformément à l'article 91 de la loi 30 juillet 2018 relative à la protection des personnes physiques à l'égard des traitements de données à caractère personnel ".
Art. 21. De minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Defensie zijn ieder wat hun betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 21. Le ministre qui a la Justice dans ses attributions et le ministre qui a la Défense dans ses attributions sont, chacun en ce qui le concerne, chargés de l'exécution du présent arrêté.