Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
19 JULI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 1979 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan het personeel van 's lands algemeen bestuur en het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt
Titre
19 JUILLET 2019. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté royal du 30 janvier 1979 relatif à l'octroi d'un pécule de vacances aux agents de l'administration générale du Royaume et l'arrêté royal du 23 octobre 1979 accordant une allocation de fin d'année à certains titulaires d'une fonction rémunérée à charge du Trésor public
Informations sur le document
Info du document
Tekst (13)
Texte (13)
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 30 januari 1979 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan het personeel van 's lands algemeen bestuur
CHAPITRE 1er. - Modifications de l'arrêté royal du 30 janvier 1979 relatif à l'octroi d'un pécule de vacances aux agents de l'administration générale du Royaume
Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 januari 1979 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan het personeel van 's lands algemeen bestuur, vervangen bij het besluit van 28 maart 2014, wordt opgeheven.
Article 1er. L'article 3 de l'arrêté royal du 30 janvier 1979 relatif à l'octroi d'un pécule de vacances aux agents de l'administration générale du Royaume, remplacé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 mars 2014, est abrogé.
Art.2. In artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2018, wordt de zinsnede "in 2018 en 2019" vervangen door de zinsnede "in 2020".
Art.2. Dans l'article 4 du même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 mars 2014 et modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 janvier 2018, le membre de phrase " en 2018 et 2019 " est remplacé par le membre de phrase " en 2020 ".
Art.3. Artikel 4 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 en gewijzigd bij dit besluit, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 4. De personeelsleden die betaald worden door het Ministerie van Onderwijs en Vorming, ontvangen een vakantiegeld waarvan het bedrag 92 % bedraagt van een twaalfde van hun geïndexeerd jaarsalaris dat het salaris bepaalt dat verschuldigd is voor de maand maart van het vakantiejaar.".
Art.3. L'article 4 du même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 mars 2014 et modifié par le présent arrêté, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 4. Les membres du personnel payés par le Ministère de l'Enseignement et de la Formation reçoivent un pécule de vacances dont le montant s'élève à 92 % d'un douzième de leur traitement annuel indexé qui détermine le traitement dû pour le mois de mars de l'année de vacances. ".
Art.4. Artikel 9 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 23 maart 1984, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 9. Als de personeelsleden twee of meer ambten met volledige of onvolledige prestaties in het onderwijs cumuleren, wordt het vakantiegeld beperkt tot het bedrag van het hoogste vakantiegeld dat ze krijgen als het vakantiegeld van al de uitgeoefende ambten berekend worden op basis van volledige prestaties.".
Art.4. L'article 9 du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 23 mars 1984, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 9. Lorsque les membres du personnel cumulent deux ou plusieurs fonctions à prestations complètes ou incomplètes dans l'enseignement, le pécule de vacances est limité au montant correspondant au pécule de vacances le plus élevé qu'ils reçoivent lorsque le pécule de vacances de toutes les fonctions exercées est calculé sur la base de prestations complètes. ".
Art.5. Artikel 9bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 23 maart 1984, wordt opgeheven.
Art.5. L'article 9bis du même arrêté, inséré par l'arrêté royal du 23 mars 1984, est abrogé.
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt
CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté royal du 23 octobre 1979 accordant une allocation de fin d'année à certains titulaires d'une fonction rémunérée à charge du Trésor public
Art.6. Artikel 4bis, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende de toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 9 mei 1984, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 4bis. Als de personeelsleden twee of meer ambten met volledige of onvolledige prestaties in het onderwijs cumuleren, mag de eindejaarstoelage die op basis daarvan wordt toegekend, niet meer bedragen dan de hoogste toelage die ze krijgen als de toelagen van alle ambten berekend worden op basis van volledige prestaties.".
Art.6. L'article 4bis de l'arrêté royal du 23 octobre 1979 accordant une allocation de fin d'année à certains titulaires d'une fonction rémunérée à charge du Trésor public, inséré par l'arrêté royal du 9 mai 1984, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 4bis. Lorsque les membres du personnel cumulent deux ou plusieurs fonctions à prestations complètes ou incomplètes dans l'enseignement, l'allocation de fin d'année octroyée sur cette base, ne peut dépasser l'allocation la plus élevée qu'ils reçoivent lorsque les allocations de toutes les fonctions sont calculées sur la base de prestations complètes. ".
Art.7. In artikel 5, § 2/bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014, worden een punt 3° en 4° toegevoegd, die luiden als volgt:
  "3° voor het jaar 2019 wordt het forfaitaire bedrag verhoogd met een niet-geïndexeerd bedrag van 6,58 euro;
  4° vanaf 2020 wordt het forfaitair bedrag verhoogd met een niet-geïndexeerd bedrag van 8,55 euro.".
Art.7. L'article 5, § 2/bis du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 mars 2014, est complété par des points 3° et 4°, rédigés comme suit :
  " 3° pour 2019, le montant forfaitaire est augmenté d'un montant non indexé de 6,58 euros ;
  4° à partir de 2020, le montant forfaitaire est augmenté d'un montant non indexé de 8,55 euros. ".
Art.8. Artikel 5bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014, wordt opgeheven.
Art.8. L'article 5bis du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 28 mars 2014, est abrogé.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
CHAPITRE 3. - Dispositions finales
Art.9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019 met uitzondering van de artikelen 1, 3 en 8 die in werking treden op 1 januari 2021 en van artikel 2 dat op 1 januari 2020 in werking treedt.
Art.9. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2009, à l'exception des articles 1er, 3 et 8 qui entrent en vigueur le 1er janvier 2021 et de l'article 2 qui entre en vigueur le 1er janvier 2020.
Art. 10. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 10. Le Ministre flamand ayant l'enseignement dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.