Artikel 1. In artikel 1 van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2018, wordt punt 16° vervangen door wat volgt:
"16° VVDG: Zorggezind, de koepelorganisatie van de erkende diensten voor gezinszorg van de Vlaamse Gemeenschap;".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
15 MAART 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg, wat betreft de uitvoering van het vijfde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 8 juni 2018
Titre
15 MARS 2019. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 juillet 2009 relatif à la programmation, aux conditions d'agrément et au régime de subventionnement des structures de soins résidentiels et d'associations d'usagers et d'intervenants de proximité et l'arrêté ministériel du 26 juillet 2001 fixant le système de contribution pour l'usager d'aide aux familles, en ce qui concerne l'exécution du cinquième accord intersectoriel flamand du 8 juin 2018
Informations sur le document
Numac: 2019011881
Datum: 2019-03-15
Info du document
Numac: 2019011881
Date: 2019-03-15
Table des matières
Tekst (11)
Texte (11)
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers
CHAPITRE 1er. - Modifications de l'annexe Ire à l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 juillet 2009 relatif à la programmation, aux conditions d'agrément et au régime de subventionnement de structures de services de soins résidentiels et d'associations d'usagers et d'intervenants de proximité
Article 1er. Dans l'article 1er de l'annexe Ire de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 juillet 2009 relatif à la programmation, aux conditions d'agrément et au régime de subventionnement de structures de services de soins résidentiels et d'associations d'usagers et d'intervenants de proximité, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 septembre 2018, le point 16° est remplacé par ce qui suit :
" 16° VVDG : Zorggezind, l'organisation coordinatrice des services agréés d'aide familiale de la Communauté flamande ; ".
" 16° VVDG : Zorggezind, l'organisation coordinatrice des services agréés d'aide familiale de la Communauté flamande ; ".
Art.2. In artikel 10 van bijlage I bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, 25 april 2014 en 26 februari 2016,
worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 1°, wordt het bedrag "23,8295 euro" vervangen door het bedrag "23,8310 euro";
2° in het eerste lid, 1°, wordt het bedrag "23,8310 euro" vervangen door het bedrag "23,8334 euro";
3° in het eerste lid, 2°, wordt het bedrag "34.785 euro" vervangen door het bedrag "36.885 euro";
4° in het eerste lid, 2°, wordt het bedrag "36.885 euro" vervangen door het bedrag "36.913 euro";
5° het derde en het vierde lid worden opgeheven.
worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 1°, wordt het bedrag "23,8295 euro" vervangen door het bedrag "23,8310 euro";
2° in het eerste lid, 1°, wordt het bedrag "23,8310 euro" vervangen door het bedrag "23,8334 euro";
3° in het eerste lid, 2°, wordt het bedrag "34.785 euro" vervangen door het bedrag "36.885 euro";
4° in het eerste lid, 2°, wordt het bedrag "36.885 euro" vervangen door het bedrag "36.913 euro";
5° het derde en het vierde lid worden opgeheven.
Art.2. A l'article 10 de l'annexe Ire, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 21 décembre 2012, 25 avril 2014 et 26 février 2016,
sont apportées les modifications suivantes :
1° dans l'alinéa 1er, 1°, le montant " 23,8295 euros " est remplacé par le montant " 23,8310 euros " ;
2° dans l'alinéa 1er, 1°, le montant " 23,8310 euros " est remplacé par le montant " 23,8334 euros " ;
3° dans l'alinéa 1er, 2°, le montant " 34.785 euros " est remplacé par le montant " 36.885 euros " ;
4° dans l'alinéa 1er, 2°, le montant " 36.885 euros " est remplacé par le montant " 36.913 euros " ;
5° les alinéas 3 et 4 sont abrogés.
sont apportées les modifications suivantes :
1° dans l'alinéa 1er, 1°, le montant " 23,8295 euros " est remplacé par le montant " 23,8310 euros " ;
2° dans l'alinéa 1er, 1°, le montant " 23,8310 euros " est remplacé par le montant " 23,8334 euros " ;
3° dans l'alinéa 1er, 2°, le montant " 34.785 euros " est remplacé par le montant " 36.885 euros " ;
4° dans l'alinéa 1er, 2°, le montant " 36.885 euros " est remplacé par le montant " 36.913 euros " ;
5° les alinéas 3 et 4 sont abrogés.
Art.3. In artikel 11 van bijlage I bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 en 19 januari 2018, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het percentage "67 %" vervangen door het percentage "84,65%";
2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het percentage "84,65%" vervangen door het percentage "100%";
3° in paragraaf 4, eerste lid, wordt het percentage "3,5%" vervangen door het percentage "3,8%";
4° in paragraaf 4, eerste lid, wordt het percentage "3,8%" vervangen door het percentage "4,2%".
1° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het percentage "67 %" vervangen door het percentage "84,65%";
2° in paragraaf 2, eerste lid, wordt het percentage "84,65%" vervangen door het percentage "100%";
3° in paragraaf 4, eerste lid, wordt het percentage "3,5%" vervangen door het percentage "3,8%";
4° in paragraaf 4, eerste lid, wordt het percentage "3,8%" vervangen door het percentage "4,2%".
Art.3. A l'article 11 de l'annexe Ire du même arrêté, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 21 décembre 2012 et 19 janvier 2018, sont apportées les modifications suivantes :
1° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, le pourcentage " 67 % " est remplacé par le pourcentage " 84,65 % " ;
2° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, le pourcentage " 84,65 % " est remplacé par le pourcentage " 100 % " ;
3° dans le paragraphe 4, alinéa 1er, le pourcentage " 3,5 % " est remplacé par le pourcentage " 3,8 % " ;
4° dans le paragraphe 4, alinéa 1er, le pourcentage " 3,8% " est remplacé par le pourcentage " 4,2% ".
1° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, le pourcentage " 67 % " est remplacé par le pourcentage " 84,65 % " ;
2° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, le pourcentage " 84,65 % " est remplacé par le pourcentage " 100 % " ;
3° dans le paragraphe 4, alinéa 1er, le pourcentage " 3,5 % " est remplacé par le pourcentage " 3,8 % " ;
4° dans le paragraphe 4, alinéa 1er, le pourcentage " 3,8% " est remplacé par le pourcentage " 4,2% ".
Art.4. Artikel 15 van bijlage I bij hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
"Art. 15. § 1. Voor de vergoeding van verplaatsingen met de fiets of bromfiets in opdracht wordt een budget van 156.862,75 euro verdeeld tussen de erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de erkende diensten voor logistieke hulp.
Het deel van het budget, vermeld in het eerste lid, dat in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop dat budget betrekking heeft, aan personeel van gezinszorg is toegekend, stijgt jaarlijks met hetzelfde percentage als het percentage waarmee het urencontingent gezinszorg wordt verhoogd voor het jaar waarop het budget betrekking heeft.
§ 2. In deze paragraaf wordt verstaan onder:
1° personeel: het personeel dat gefinancierd wordt met de middelen, vermeld in artikel 10 of artikel 25, § 2, van deze bijlage of artikel 6, § 2, van bijlage II van dit besluit;
2° fiets: het rijwiel, voortbewegingstoestel of gemotoriseerd rijwiel, vermeld in artikel 2.15.1, 2.15.2 of 2.15.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
3° bromfiets: de bromfiets, vermeld in artikel 2.17 van het voormelde koninklijk besluit.
Het budget, vermeld in paragraaf 1, wordt evenredig verdeeld tussen de diensten, vermeld in paragraaf 1, op basis van het aantal kilometers dat door het personeel met een fiets of bromfiets in opdracht heeft afgelegd in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop dat budget betrekking heeft.
De kilometers, vermeld in het tweede lid, bevatten ook de kilometers die het personeel met een fiets of bromfiets van huis naar de eerste gebruiker en van de laatste gebruiker terug naar huis heeft afgelegd.
De kilometers, vermeld in het tweede lid, bevatten niet de verplaatsingen om boodschappen te doen voor de gebruiker.
§ 3. De dienst geeft jaarlijks uiterlijk tegen 1 april aan het agentschap het aantal kilometers van het afgelopen jaar door dat in aanmerking komt conform paragraaf 2.
Het bedrag, vermeld in paragraaf 1, wordt aan de diensten toegekend, samen met hun voorschot voor het derde trimester.
Het bedrag, vermeld in paragraaf 1, wordt geïndexeerd conform artikel 14, § 3, derde lid.".
"Art. 15. § 1. Voor de vergoeding van verplaatsingen met de fiets of bromfiets in opdracht wordt een budget van 156.862,75 euro verdeeld tussen de erkende diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de erkende diensten voor logistieke hulp.
Het deel van het budget, vermeld in het eerste lid, dat in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop dat budget betrekking heeft, aan personeel van gezinszorg is toegekend, stijgt jaarlijks met hetzelfde percentage als het percentage waarmee het urencontingent gezinszorg wordt verhoogd voor het jaar waarop het budget betrekking heeft.
§ 2. In deze paragraaf wordt verstaan onder:
1° personeel: het personeel dat gefinancierd wordt met de middelen, vermeld in artikel 10 of artikel 25, § 2, van deze bijlage of artikel 6, § 2, van bijlage II van dit besluit;
2° fiets: het rijwiel, voortbewegingstoestel of gemotoriseerd rijwiel, vermeld in artikel 2.15.1, 2.15.2 of 2.15.3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
3° bromfiets: de bromfiets, vermeld in artikel 2.17 van het voormelde koninklijk besluit.
Het budget, vermeld in paragraaf 1, wordt evenredig verdeeld tussen de diensten, vermeld in paragraaf 1, op basis van het aantal kilometers dat door het personeel met een fiets of bromfiets in opdracht heeft afgelegd in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop dat budget betrekking heeft.
De kilometers, vermeld in het tweede lid, bevatten ook de kilometers die het personeel met een fiets of bromfiets van huis naar de eerste gebruiker en van de laatste gebruiker terug naar huis heeft afgelegd.
De kilometers, vermeld in het tweede lid, bevatten niet de verplaatsingen om boodschappen te doen voor de gebruiker.
§ 3. De dienst geeft jaarlijks uiterlijk tegen 1 april aan het agentschap het aantal kilometers van het afgelopen jaar door dat in aanmerking komt conform paragraaf 2.
Het bedrag, vermeld in paragraaf 1, wordt aan de diensten toegekend, samen met hun voorschot voor het derde trimester.
Het bedrag, vermeld in paragraaf 1, wordt geïndexeerd conform artikel 14, § 3, derde lid.".
Art.4. L'article 15 de l'annexe Ire du même arrêté, abrogé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 décembre 2012, est rétabli dans la rédaction suivante :
" Art. 15. § 1er. Un budget de 156.862,75 euros sera réparti entre les services agréés d'aide aux familles et de soins à domicile complémentaires et entre les services agréés d'aide logistique comme intervention dans les déplacements à vélo et à cyclomoteur faits pendant le service.
La partie du budget, mentionnée à l'alinéa 1er, qui est accordée au personnel de l'aide aux familles dans l'année précédant l'année à laquelle se rapporte ce budget, augmente annuellement du même pourcentage que le pourcentage duquel le contingent d'heures d'aide aux familles est augmenté pour l'année à laquelle se rapporte ce budget.
§ 2. Dans le présent paragraphe, on entend par :
1° personnel : le personnel financé par les moyens, visés à l'article 10 ou l'article 25, § 2, de la présente annexe ou à l'article 6, § 2, de l'annexe II du présent arrêté ;
2° vélo : le cycle, l'engin de déplacement ou le cycle motorisé, visé à l'article 2.15.1, 2.15.2 ou 2.15.3 de l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique ;
3° cyclomoteur : le cyclomoteur, visé à l'article 2.17 de l'arrêté royal précité ;
Le budget, visé au § 1er, sera proportionnellement réparti entre les services, visés au § 1er, sur la base du nombre de kilomètres à vélo ou à cyclomoteur que le personnel a parcourus pour le compte du service dans l'année précédant l'année à laquelle se rapporte le budget.
Les kilomètres, visés à l'alinéa 2, comprennent aussi les kilomètres à vélo ou à cyclomoteur que le personnel a parcourus pour se rendre de son domicile au premier usager et pour se rendre du dernier usager à son domicile.
Les kilomètres, visés à l'alinéa 2, ne comprennent pas les déplacements pour faire des courses pour l'usager.
§ 3. Chaque année, le service transmet à l'agence, au plus tard le 1er avril, le nombre de kilomètres éligibles conformément au § 2, de l'année passée.
Le montant, visé au paragraphe 1er, est accordé aux services conjointement avec leur avance du troisième trimestre.
Le montant, visé au paragraphe 1er, est indexé, conformément à l'article 14, § 3, alinéa 3. ".
" Art. 15. § 1er. Un budget de 156.862,75 euros sera réparti entre les services agréés d'aide aux familles et de soins à domicile complémentaires et entre les services agréés d'aide logistique comme intervention dans les déplacements à vélo et à cyclomoteur faits pendant le service.
La partie du budget, mentionnée à l'alinéa 1er, qui est accordée au personnel de l'aide aux familles dans l'année précédant l'année à laquelle se rapporte ce budget, augmente annuellement du même pourcentage que le pourcentage duquel le contingent d'heures d'aide aux familles est augmenté pour l'année à laquelle se rapporte ce budget.
§ 2. Dans le présent paragraphe, on entend par :
1° personnel : le personnel financé par les moyens, visés à l'article 10 ou l'article 25, § 2, de la présente annexe ou à l'article 6, § 2, de l'annexe II du présent arrêté ;
2° vélo : le cycle, l'engin de déplacement ou le cycle motorisé, visé à l'article 2.15.1, 2.15.2 ou 2.15.3 de l'arrêté royal du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière et de l'usage de la voie publique ;
3° cyclomoteur : le cyclomoteur, visé à l'article 2.17 de l'arrêté royal précité ;
Le budget, visé au § 1er, sera proportionnellement réparti entre les services, visés au § 1er, sur la base du nombre de kilomètres à vélo ou à cyclomoteur que le personnel a parcourus pour le compte du service dans l'année précédant l'année à laquelle se rapporte le budget.
Les kilomètres, visés à l'alinéa 2, comprennent aussi les kilomètres à vélo ou à cyclomoteur que le personnel a parcourus pour se rendre de son domicile au premier usager et pour se rendre du dernier usager à son domicile.
Les kilomètres, visés à l'alinéa 2, ne comprennent pas les déplacements pour faire des courses pour l'usager.
§ 3. Chaque année, le service transmet à l'agence, au plus tard le 1er avril, le nombre de kilomètres éligibles conformément au § 2, de l'année passée.
Le montant, visé au paragraphe 1er, est accordé aux services conjointement avec leur avance du troisième trimestre.
Le montant, visé au paragraphe 1er, est indexé, conformément à l'article 14, § 3, alinéa 3. ".
Art.5. Aan artikel 15/1 van bijlage I bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 13 december 2013 en 25 april 2014, wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt:
" § 4. Voor de maatregel verplaatsingen met een privéwagen wordt ter uitvoering van VIA5 een extra budget van 147.058,82 euro boven op het budget, vermeld in paragraaf 1, verdeeld tussen de private diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de private diensten voor logistieke hulp.
Het deel van het budget dat in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop dat budget betrekking heeft, aan verzorgend personeel is toegekend, stijgt jaarlijks met hetzelfde percentage als het percentage waarmee het urencontingent wordt verhoogd voor het jaar waarop het budget betrekking heeft.
Het budget, vermeld in het eerste lid, wordt verdeeld op basis van het aantal kilometers dat de dienst jaarlijks doorgeeft aan het agentschap conform paragraaf 3.
Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt aan de diensten toegekend, samen met hun voorschot voor het derde trimester.
Het bedrag, vermeld in het eerste lid wordt geïndexeerd conform artikel 14, § 3, derde lid.".
" § 4. Voor de maatregel verplaatsingen met een privéwagen wordt ter uitvoering van VIA5 een extra budget van 147.058,82 euro boven op het budget, vermeld in paragraaf 1, verdeeld tussen de private diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg en de private diensten voor logistieke hulp.
Het deel van het budget dat in het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop dat budget betrekking heeft, aan verzorgend personeel is toegekend, stijgt jaarlijks met hetzelfde percentage als het percentage waarmee het urencontingent wordt verhoogd voor het jaar waarop het budget betrekking heeft.
Het budget, vermeld in het eerste lid, wordt verdeeld op basis van het aantal kilometers dat de dienst jaarlijks doorgeeft aan het agentschap conform paragraaf 3.
Het bedrag, vermeld in het eerste lid, wordt aan de diensten toegekend, samen met hun voorschot voor het derde trimester.
Het bedrag, vermeld in het eerste lid wordt geïndexeerd conform artikel 14, § 3, derde lid.".
Art.5. A l'article 15/1 de l'annexe Ire du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 décembre 2012 et modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 13 décembre 2013 et 25 avril 2014, il est ajouté un § 4, rédigé comme suit :
" § 4. Dans le cadre de la mesure des déplacements en voiture privée, un budget supplémentaire de 147.058,82 euros en sus du budget, visé au paragraphe 1er, sera réparti entre les services privés d'aide aux familles et les soins à domicile complémentaires et les services privés d'aide logistique en exécution de VIA5 (" cinquième accord intersectoriel flamand ").
La partie du budget qui est accordé au personnel soignant dans l'année précédant l'année à laquelle se rapporte ce budget, augmente annuellement du même pourcentage duquel est augmenté le contingent d'heures pour l'année à laquelle se rapporte ce budget.
Le budget, visé à l'alinéa 1er, sera réparti sur la base du nombre de kilomètres que le service transmet annuellement à l'agence conformément au paragraphe 3.
Le montant, visé à l'alinéa 1er, est accordé aux services conjointement avec leur avance pour le troisième trimestre.
Le montant, visé à l'alinéa premier, est indexé conformément à l'article 14, § 3, alinéa 3. ".
" § 4. Dans le cadre de la mesure des déplacements en voiture privée, un budget supplémentaire de 147.058,82 euros en sus du budget, visé au paragraphe 1er, sera réparti entre les services privés d'aide aux familles et les soins à domicile complémentaires et les services privés d'aide logistique en exécution de VIA5 (" cinquième accord intersectoriel flamand ").
La partie du budget qui est accordé au personnel soignant dans l'année précédant l'année à laquelle se rapporte ce budget, augmente annuellement du même pourcentage duquel est augmenté le contingent d'heures pour l'année à laquelle se rapporte ce budget.
Le budget, visé à l'alinéa 1er, sera réparti sur la base du nombre de kilomètres que le service transmet annuellement à l'agence conformément au paragraphe 3.
Le montant, visé à l'alinéa 1er, est accordé aux services conjointement avec leur avance pour le troisième trimestre.
Le montant, visé à l'alinéa premier, est indexé conformément à l'article 14, § 3, alinéa 3. ".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van bijlage II bij het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg
CHAPITRE 2. - Modifications à l'annexe II de l'arrêté ministériel du 26 juillet 2001 fixant le système de contribution pour l'usager d'aide aux familles
Art.6. In bijlage II bij het ministerieel besluit van 26 juli 2001 tot vaststelling van het bijdragesysteem voor de gebruiker van gezinszorg, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 mei 2016, wordt de zin "De diensten verhogen de vastgestelde bijdrage in dat geval met een toeslag van 30 % voor de uren gezinszorg die verleend worden op weekdagen tussen 20 uur en 7 uur en op zaterdagen, en met een toeslag van 67 % voor de uren gezinszorg die verleend worden op zon- en feestdagen." vervangen door de zin "De diensten verhogen de vastgestelde bijdrage in dat geval met een toeslag van 30% voor de uren gezinszorg die verleend worden op weekdagen tussen 20 uur en 7 uur en op zaterdagen, en met een toeslag van 100% voor de uren gezinszorg die verleend worden op zon- en feestdagen.".
Art.6. Dans l'annexe II de l'arrêté ministériel du 26 juillet 2001 fixant le système de contribution pour l'usager du service d'aide aux familles, modifié en dernier lieu par l'arrêté ministériel du 13 mai 2016, la phrase " Les services augmentent la contribution fixée dans ce cas d'un supplément de 30% pour les heures d'aide aux familles effectuées les jours de semaine entre 20 heures et 7 heures et le samedi, et d'un supplément de 67% pour les heures d'aide aux familles effectuées le dimanche et les jours fériés. " est remplacée par la phrase " Les services augmentent la contribution fixée dans ce cas d'un supplément de 30% pour les heures d'aide aux familles effectuées les jours de semaine entre 20 heures et 7 heures et le samedi, et d'un supplément de 100% pour les heures d'aide aux familles effectuées le dimanche et les jours fériés. ".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
CHAPITRE 3. - Dispositions finales
Art.7. Artikel 6 treedt in werking op 1 april 2019.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018, met uitzondering van:
1° artikel 1, dat uitwerking heeft met ingang van 10 januari 2019;
2° artikel 2, 2° en 4°, artikel 3, 2° en 4°, en artikel 5, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2019.
Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018, met uitzondering van:
1° artikel 1, dat uitwerking heeft met ingang van 10 januari 2019;
2° artikel 2, 2° en 4°, artikel 3, 2° en 4°, en artikel 5, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2019.
Art.7. L'article 6 entre en vigueur le 1er avril 2019.
Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2018, à l'exception :
1° de l'article 1er, qui produit ses effets le 10 janvier 2019 ;
2° l'article 2, 2° et 4°, l'article 3, 2° et 4° et l'article 5 qui produisent leurs effets le 1er janvier 2019.
Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2018, à l'exception :
1° de l'article 1er, qui produit ses effets le 10 janvier 2019 ;
2° l'article 2, 2° et 4°, l'article 3, 2° et 4° et l'article 5 qui produisent leurs effets le 1er janvier 2019.
Art. 8. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. Le ministre flamand qui a l'assistance aux personnes dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.