Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° A-eindexamens : de eindexamens algemene kennis op het einde van de leertijd, resp. de eindexamens bedrijfsbeheer op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd;
2° B-eindexamens : de eindexamens theoretische vakkennis op het einde van de leertijd of op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd;
3° C-eindexamens : de eindexamens praktische beroepsbekwaamheid op het einde van de leertijd of op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd;
4° I-eindexamens : de eindexamens geïntegreerde kennis op het einde van de leertijd of in het laatste jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd;
5° werkdagen : werkdagen van het centrum;
6° gewettigde afwezigheid : een afwezigheid die verantwoord wordt overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Regering van 10 februari 2000 betreffende het schoolbezoek;
7° besluit van de Regering betreffende de basisopleiding : het besluit van de Regering van 27 juni 2013 betreffende de basisopleiding in het kader van de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's;
8° gelijkgesteld centrum :
a) het door een andere gemeenschap of een ander gewest georganiseerd of erkend centrum voor beroepsopleiding of;
b) het buitenlands centrum voor beroepsopleiding dat op voorstel van het Instituut door de Minister gelijkgesteld is of;
c) de andere organisator van cursussen vermeld in artikel 4, § 2, van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen;
9° Instituut: het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's;
10° kandidaat: de persoon die toegelaten is tot een evaluatie;
11° A-cursussen : in de leertijd de cursussen algemene kennis, respectievelijk in de opleiding tot ondernemingshoofd de cursussen bedrijfsbeheer;
12° B-cursussen : de cursussen theoretische vakkennis;
13° I-cursussen : de cursussen geïntegreerde kennis;
14° Minister : de minister van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd voor Opleiding;
15° A-examens : in de leertijd de examens algemene kennis op het einde van elk leertijdjaar, met uitzondering van het laatste jaar, respectievelijk in de opleiding tot ondernemingshoofd de examens bedrijfsbeheer op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, met uitzonderlijk van het laatste jaar;
16° B-examens : de examens theoretische vakkennis op het einde van elk leertijdjaar of op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, telkens met uitzondering van het laatste jaar;
17° I-examens : de examens geïntegreerde kennis op het einde van elk leertijdjaar of op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, telkens met uitzondering van het laatste jaar;
[2 17.1° in het programma "E60 technisch productdesigner" :
a) eerste jaar van de leertijd : vakken "computerondersteund ontwerpen van componenten en gemonteerde onderdelen" en "vervaardiging van componenten";
b) tweede jaar van de leertijd : vakken "vormgeving en omvorming van kunststof componenten" en "scheidende productieprocessen";
c) derde jaar van de leertijd afdeling machine- en installatiebouw : vakken "verbindings- en montagetechnieken" en "machine-elementen en gekochte onderdelen";
d) derde jaar van de leertijd afdeling productvormgeving en -vervaardiging : vakken "verbindings- en montagetechnieken" en "ontwerpeisen"]2;
[2 17.2° in het programma "E61 gieterijmecanicien" :
a) eerste jaar van de leertijd : vakken "vervaardiging van werkstukken" en "machines en installaties";
b) tweede jaar van de leertijd : vakken "vervaardiging van werkstukken" en "verwerking van materialen";
c) derde jaar van de leertijd : vakken "vervaardiging van werkstukken" en "verwerking van materialen"];2
18° centrum : het centrum voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's. [1 Het centrum kan verschillende locaties hebben.]1
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
30 AUGUSTUS 2018. - Besluit van de Regering betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-11-2018 en tekstbijwerking tot 25-03-2025)
Titre
30 AOUT 2018. - Arrêté du Gouvernement relatif aux examens et à l'évaluation de la formation de base dans les classes moyennes(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 30-11-2018 et mise à jour au 25-03-2025)
Informations sur le document
Numac: 2018205607
Datum: 2018-08-30
Info du document
Numac: 2018205607
Date: 2018-08-30
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
HOOFDSTUK 2. - Evaluatie van de leertijd
Afdeling 1. - Evaluatie op het einde van elk ja...
Afdeling 2. - Praktische tussenevaluatie
Afdeling 3. - Evaluatie op het einde van de lee...
HOOFDSTUK 3. - Evaluatie van de opleiding tot o...
Afdeling 1. - Evaluatie op het einde van elk ja...
Afdeling 2. - Evaluatie op het einde van de opl...
HOOFDSTUK 4. - Evaluatie van de versnelde cursu...
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales
CHAPITRE 2. - Evaluation de l'apprentissage
Section 1er. - Evaluation à la fin de chaque an...
Section 2. - Evaluation pratique intermédiaire
Section 3. - Evaluation en fin d'apprentissage
CHAPITRE 3. - Evaluation de la formation de che...
Section 1er. - Evaluation à la fin de chaque an...
Section 2. - Evaluation en fin de formation de ...
CHAPITRE 4. - Evaluation des cours accélérés de...
CHAPITRE 5. - Dispositions finales
Tekst (78)
Texte (78)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales
Article 1er - Définitions
Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par :
1° examens finaux A : les examens finaux portant sur les connaissances générales en fin d'apprentissage ou, selon le cas, les examens finaux portant sur les connaissances en gestion en fin de formation de chef d'entreprise;
2° examens finaux B : les examens finaux portant sur les connaissances professionnelles théoriques en fin d'apprentissage ou en fin de formation de chef d'entreprise;
3° examens finaux C : les examens finaux portant sur les aptitudes professionnelles pratiques en fin d'apprentissage ou en fin de formation de chef d'entreprise;
4° examens finaux I : les examens finaux portant sur les connaissances intégrées en fin d'apprentissage ou lors de la dernière année de formation de chef d'entreprise;
5° jours ouvrables : les jours de travail du centre;
6° absence justifiée : une absence justifiée conformément à l'article 3 de l'arrêté du Gouvernement du 10 février 2000 relatif à la fréquentation scolaire;
7° arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base : l'arrêté du Gouvernement du 27 juin 2013 relatif à la formation de base dans la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les PME;
8° centre assimilé :
a) le centre de formation professionnelle organisé ou reconnu par une autre communauté ou région ou
b) le centre étranger de formation professionnelle assimilé par le ministre sur proposition de l'Institut ou
c) l'autre organisateur de cours mentionné à l'article 4, § 2, de l'arrêté du Gouvernement du 4 juin 2009 portant établissement des conditions de formation pour les apprentis des classes moyennes et pour les entreprises de formation;
9° Institut : l'Institut pour la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les PME;
10° candidat : la personne admise à une évaluation;
11° cours A : les cours où sont transmises les connaissances générales au stade de l'apprentissage ou, selon le cas, les connaissances en gestion au stade de la formation de chef d'entreprise;
12° cours B : les cours où sont transmises les connaissances professionnelles théoriques;
13° cours I : les cours où sont transmises des connaissances intégrées;
14° ministre : le ministre du Gouvernement de la Communauté germanophone compétent pour la Formation;
15° examens A : les examens de fin d'année, à l'exception de la dernière, portant sur les connaissances générales au stade de l'apprentissage ou, selon le cas, sur les connaissances en gestion au stade de la formation de chef d'entreprise;
16° examens B : les examens de fin d'année, à l'exception de la dernière, portant sur les connaissances professionnelles théoriques au stade de l'apprentissage ou de la formation de chef d'entreprise;
17° examens I : les examens de fin d'année, à l'exception de la dernière, portant sur les connaissances intégrées au stade de l'apprentissage ou de la formation de chef d'entreprise;
[2 17.1° dans le programme "E60 concepteur de produits techniques" :
a) 1re année d'apprentissage : branches "création assistée par ordinateur de composants et de pièces" et "conception de composants";
b) 2e année d'apprentissage : branches "procédés de fabrication et de transformation de composants en matière plastique" et "procédés de fabrication séparatifs";
c) 3e année d'apprentissage, orientation construction de machines et d'installations (CME) : branches "procédés d'assemblage et techniques de montage" et "éléments de machine et pièces achetées";
d) 3e année d'apprentissage, orientation conception et construction de produits (CCP) : branches "procédés d'assemblage et techniques de montage" et "spécifications de conception".]2
[2 17.2° dans le programme "E61 mécanicien de fonderie" :
a) 1re année d'apprentissage : branches "fabrication de pièces" et "machines et installations";
b) 2e année d'apprentissage : branches "fabrication de pièces" et "préparation des matériaux";
c) 3e année d'apprentissage : branches "fabrication de pièces" et "préparation de matériaux".]2
18° centre : le Centre de formation et de formation continue dans les classes moyennes et les PME. [1 Le centre peut compter plusieurs implantations.]1
Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par :
1° examens finaux A : les examens finaux portant sur les connaissances générales en fin d'apprentissage ou, selon le cas, les examens finaux portant sur les connaissances en gestion en fin de formation de chef d'entreprise;
2° examens finaux B : les examens finaux portant sur les connaissances professionnelles théoriques en fin d'apprentissage ou en fin de formation de chef d'entreprise;
3° examens finaux C : les examens finaux portant sur les aptitudes professionnelles pratiques en fin d'apprentissage ou en fin de formation de chef d'entreprise;
4° examens finaux I : les examens finaux portant sur les connaissances intégrées en fin d'apprentissage ou lors de la dernière année de formation de chef d'entreprise;
5° jours ouvrables : les jours de travail du centre;
6° absence justifiée : une absence justifiée conformément à l'article 3 de l'arrêté du Gouvernement du 10 février 2000 relatif à la fréquentation scolaire;
7° arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base : l'arrêté du Gouvernement du 27 juin 2013 relatif à la formation de base dans la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les PME;
8° centre assimilé :
a) le centre de formation professionnelle organisé ou reconnu par une autre communauté ou région ou
b) le centre étranger de formation professionnelle assimilé par le ministre sur proposition de l'Institut ou
c) l'autre organisateur de cours mentionné à l'article 4, § 2, de l'arrêté du Gouvernement du 4 juin 2009 portant établissement des conditions de formation pour les apprentis des classes moyennes et pour les entreprises de formation;
9° Institut : l'Institut pour la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les PME;
10° candidat : la personne admise à une évaluation;
11° cours A : les cours où sont transmises les connaissances générales au stade de l'apprentissage ou, selon le cas, les connaissances en gestion au stade de la formation de chef d'entreprise;
12° cours B : les cours où sont transmises les connaissances professionnelles théoriques;
13° cours I : les cours où sont transmises des connaissances intégrées;
14° ministre : le ministre du Gouvernement de la Communauté germanophone compétent pour la Formation;
15° examens A : les examens de fin d'année, à l'exception de la dernière, portant sur les connaissances générales au stade de l'apprentissage ou, selon le cas, sur les connaissances en gestion au stade de la formation de chef d'entreprise;
16° examens B : les examens de fin d'année, à l'exception de la dernière, portant sur les connaissances professionnelles théoriques au stade de l'apprentissage ou de la formation de chef d'entreprise;
17° examens I : les examens de fin d'année, à l'exception de la dernière, portant sur les connaissances intégrées au stade de l'apprentissage ou de la formation de chef d'entreprise;
[2 17.1° dans le programme "E60 concepteur de produits techniques" :
a) 1re année d'apprentissage : branches "création assistée par ordinateur de composants et de pièces" et "conception de composants";
b) 2e année d'apprentissage : branches "procédés de fabrication et de transformation de composants en matière plastique" et "procédés de fabrication séparatifs";
c) 3e année d'apprentissage, orientation construction de machines et d'installations (CME) : branches "procédés d'assemblage et techniques de montage" et "éléments de machine et pièces achetées";
d) 3e année d'apprentissage, orientation conception et construction de produits (CCP) : branches "procédés d'assemblage et techniques de montage" et "spécifications de conception".]2
[2 17.2° dans le programme "E61 mécanicien de fonderie" :
a) 1re année d'apprentissage : branches "fabrication de pièces" et "machines et installations";
b) 2e année d'apprentissage : branches "fabrication de pièces" et "préparation des matériaux";
c) 3e année d'apprentissage : branches "fabrication de pièces" et "préparation de matériaux".]2
18° centre : le Centre de formation et de formation continue dans les classes moyennes et les PME. [1 Le centre peut compter plusieurs implantations.]1
Art. 1.1. [1 - Toepassingsgebied van verschillende bepalingen
De voorwaarden vermeld in de artikelen 2, 3, 4, 7, 8, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 23, 24, 25, 29, 30, 31, 32, 33, 36, 37, 40, 41, 42, 43, 44, 47, 48, 50, 51, 52, 55, 56, 57, 58, 59, 62 en 63 gelden per locatie.]1
De voorwaarden vermeld in de artikelen 2, 3, 4, 7, 8, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 23, 24, 25, 29, 30, 31, 32, 33, 36, 37, 40, 41, 42, 43, 44, 47, 48, 50, 51, 52, 55, 56, 57, 58, 59, 62 en 63 gelden per locatie.]1
Art.1.1. [1 - Champ d'application de différentes dispositions
Les conditions énumérées aux articles 2, 3, 4, 7, 8, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 23, 24, 25, 29, 30, 31, 32, 33, 36, 37, 40, 41, 42, 43, 44, 47, 48, 50, 51, 52, 55, 56, 57, 58, 59, 62 et 63 s'appliquent par implantation.]1
Les conditions énumérées aux articles 2, 3, 4, 7, 8, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 20, 21, 23, 24, 25, 29, 30, 31, 32, 33, 36, 37, 40, 41, 42, 43, 44, 47, 48, 50, 51, 52, 55, 56, 57, 58, 59, 62 et 63 s'appliquent par implantation.]1
Modifications
Art.2. - Klassenraad
§ 1 - Bij elk centrum wordt een klassenraad opgericht per jaar van de leertijd, per jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, zowel voor elk beroep als voor de kennis bedrijfsbeheer, en per versnelde cursus.
De klassenraad bestaat uit de vakleerkrachten van de leerling of van de persoon die een opleiding tot ondernemingshoofd volgt en uit de directeur van het centrum of diens afgevaardigde. Minstens één vertegenwoordiger van het Instituut kan met adviserende stem deelnemen aan de vergaderingen van de klassenraad.
In met redenen omklede gevallen kan de directeur van het centrum of diens afgevaardigde nog andere personen uitnodigen om de klassenraad bij te wonen als leden met raadgevende stem.
Als een vakleerkracht afwezig is, bezorgt hij zijn eventuele opmerkingen vooraf aan de directeur van het centrum of aan diens afgevaardigde.
De vertegenwoordiger van het Instituut deelt de klassenraad alle inlichtingen mee waarover hij beschikt en die nuttig zijn voor de beoordeling.
Onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen kan de klassenraad alle inlichtingen inwinnen die nodig zijn om zijn taken te kunnen uitoefenen, voor zover die inlichtingen toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn en voor zover ze niet onder het beroepsgeheim vallen. De leden van de klassenraad mogen die inlichtingen niet voor andere doeleinden gebruiken en niet aan derden doorgeven.
§ 2 - Het centrum deelt het Instituut minstens tien werkdagen voordat de klassenraad bijeenkomt de datum, het uur en de plaats van de klassenraad mee.
§ 3 - De klassenraad komt uiterlijk op de volgende datums bijeen :
1° voor de evaluatie op het einde van elk leertijdjaar of op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, telkens met uitzondering van het laatste jaar :
a) op 30 juni op het einde van het leertijdjaar om over de eerste examenzittijd te beslissen;
b) op 31 augustus op het einde van het leertijdjaar om over de tweede examenzittijd te beslissen;
c) op 15 juli van het jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd om over de eerste examenzittijd te beslissen;
d) op 30 september van het jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd om over de tweede examenzittijd te beslissen;
2° voor de evaluatie op het einde van de leertijd of op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd :
a) op 15 juni op het einde van het laatste opleidingsjaar om over de eerste examenzittijd te beslissen;
b) op 5 juli op het einde van het laatste opleidingsjaar om over de tweede examenzittijd te beslissen;
c) op 15 juli op het einde van het laatste jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd om over de eerste examenzittijd te beslissen;
d) op 30 september op het einde van het laatste jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd om over de tweede examenzittijd te beslissen;
3° voor de evaluatie op het einde van het jaar van de versnelde cursussen bedrijfsbeheer :
a) op 15 juli van het jaar van de versnelde cursussen bedrijfsbeheer om over de eerste examenzittijd te beslissen;
b) op 1 oktober van het jaar van de versnelde cursussen bedrijfsbeheer om over de tweede examenzittijd te beslissen.
De klassenraad kan daarnaast ook tijdens het jaar bijeenkomen.
§ 4 - De klassenraad protocolleert zijn beslissingen.
§ 1 - Bij elk centrum wordt een klassenraad opgericht per jaar van de leertijd, per jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, zowel voor elk beroep als voor de kennis bedrijfsbeheer, en per versnelde cursus.
De klassenraad bestaat uit de vakleerkrachten van de leerling of van de persoon die een opleiding tot ondernemingshoofd volgt en uit de directeur van het centrum of diens afgevaardigde. Minstens één vertegenwoordiger van het Instituut kan met adviserende stem deelnemen aan de vergaderingen van de klassenraad.
In met redenen omklede gevallen kan de directeur van het centrum of diens afgevaardigde nog andere personen uitnodigen om de klassenraad bij te wonen als leden met raadgevende stem.
Als een vakleerkracht afwezig is, bezorgt hij zijn eventuele opmerkingen vooraf aan de directeur van het centrum of aan diens afgevaardigde.
De vertegenwoordiger van het Instituut deelt de klassenraad alle inlichtingen mee waarover hij beschikt en die nuttig zijn voor de beoordeling.
Onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen kan de klassenraad alle inlichtingen inwinnen die nodig zijn om zijn taken te kunnen uitoefenen, voor zover die inlichtingen toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn en voor zover ze niet onder het beroepsgeheim vallen. De leden van de klassenraad mogen die inlichtingen niet voor andere doeleinden gebruiken en niet aan derden doorgeven.
§ 2 - Het centrum deelt het Instituut minstens tien werkdagen voordat de klassenraad bijeenkomt de datum, het uur en de plaats van de klassenraad mee.
§ 3 - De klassenraad komt uiterlijk op de volgende datums bijeen :
1° voor de evaluatie op het einde van elk leertijdjaar of op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, telkens met uitzondering van het laatste jaar :
a) op 30 juni op het einde van het leertijdjaar om over de eerste examenzittijd te beslissen;
b) op 31 augustus op het einde van het leertijdjaar om over de tweede examenzittijd te beslissen;
c) op 15 juli van het jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd om over de eerste examenzittijd te beslissen;
d) op 30 september van het jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd om over de tweede examenzittijd te beslissen;
2° voor de evaluatie op het einde van de leertijd of op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd :
a) op 15 juni op het einde van het laatste opleidingsjaar om over de eerste examenzittijd te beslissen;
b) op 5 juli op het einde van het laatste opleidingsjaar om over de tweede examenzittijd te beslissen;
c) op 15 juli op het einde van het laatste jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd om over de eerste examenzittijd te beslissen;
d) op 30 september op het einde van het laatste jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd om over de tweede examenzittijd te beslissen;
3° voor de evaluatie op het einde van het jaar van de versnelde cursussen bedrijfsbeheer :
a) op 15 juli van het jaar van de versnelde cursussen bedrijfsbeheer om over de eerste examenzittijd te beslissen;
b) op 1 oktober van het jaar van de versnelde cursussen bedrijfsbeheer om over de tweede examenzittijd te beslissen.
De klassenraad kan daarnaast ook tijdens het jaar bijeenkomen.
§ 4 - De klassenraad protocolleert zijn beslissingen.
Art.2. - Conseil de classe
§ 1er - Chaque centre crée un conseil de classe par année d'apprentissage et par année de formation de chef d'entreprise, tant pour chaque profession que pour les connaissances en gestion et les cours accélérés.
Le conseil de classe se compose des professeurs spécialisés de l'apprenti ou de l'élève futur chef d'entreprise et du directeur du centre ou de son mandataire. Au moins un représentant de l'Institut peut assister aux réunions du conseil de classe avec voix consultative.
Dans des cas motivés, le directeur du centre ou son mandataire peut admettre au conseil de classe d'autres personnes en tant que membres ayant voix consultative.
En cas d'absence d'un professeur spécialisé, celui-ci communique préalablement ses éventuelles remarques au directeur du centre ou à son mandataire.
Le représentant de l'Institut communique au conseil de classe tous les renseignements dont il dispose et qui sont utiles pour l'évaluation.
Sans préjudice de dispositions légales ou décrétales contraires, le conseil de classe peut se faire remettre tout renseignement nécessaire à l'exercice de ses missions, dans la mesure où ces informations sont appropriées, utiles et proportionnées et ne sont pas soumises au secret professionnel. Les membres du conseil de classe ne peuvent ni utiliser ces informations à d'autres fins ni les transmettre à des tiers.
§ 2 - Au moins dix jours calendrier avant la réunion du conseil de classe, le centre en communique à l'Institut le jour, l'heure et le lieu.
§ 3 - Le conseil de classe se réunit au moins aux dates suivantes :
1° pour l'évaluation de fin d'année, à l'exception de la dernière, au stade de l'apprentissage ou de la formation de chef d'entreprise :
a) le 30 juin en fin d'année d'apprentissage pour statuer sur les premières sessions;
b) le 31 juillet en fin d'année d'apprentissage pour statuer sur les secondes sessions;
c) le 15 juillet de l'année de formation de chef d'entreprise pour statuer sur les premières sessions;
d) le 30 septembre de l'année de formation de chef d'entreprise pour statuer sur les secondes sessions;
2° pour l'évaluation en fin d'apprentissage ou de formation de chef d'entreprise :
a) le 15 juin en fin de dernière année de formation pour statuer sur les premières sessions;
b) le 5 juillet en fin de dernière année de formation pour statuer sur les secondes sessions;
c) le 15 juillet en fin de dernière année de la formation de chef d'entreprise pour statuer sur les premières sessions;
d) le 30 septembre en fin de dernière année de la formation de chef d'entreprise pour statuer sur les secondes sessions;
3° pour l'évaluation en fin d'année des cours accélérés de gestion :
a) le 15 juillet de l'année des cours accélérés de gestion pour statuer sur les premières sessions;
b) le 1er octobre de l'année des cours accélérés de gestion pour statuer sur les secondes sessions.
Le conseil de classe peut en outre se réunir en cours d'année.
§ 4 - Le conseil de classe rédige un procès-verbal reprenant ses décisions.
§ 1er - Chaque centre crée un conseil de classe par année d'apprentissage et par année de formation de chef d'entreprise, tant pour chaque profession que pour les connaissances en gestion et les cours accélérés.
Le conseil de classe se compose des professeurs spécialisés de l'apprenti ou de l'élève futur chef d'entreprise et du directeur du centre ou de son mandataire. Au moins un représentant de l'Institut peut assister aux réunions du conseil de classe avec voix consultative.
Dans des cas motivés, le directeur du centre ou son mandataire peut admettre au conseil de classe d'autres personnes en tant que membres ayant voix consultative.
En cas d'absence d'un professeur spécialisé, celui-ci communique préalablement ses éventuelles remarques au directeur du centre ou à son mandataire.
Le représentant de l'Institut communique au conseil de classe tous les renseignements dont il dispose et qui sont utiles pour l'évaluation.
Sans préjudice de dispositions légales ou décrétales contraires, le conseil de classe peut se faire remettre tout renseignement nécessaire à l'exercice de ses missions, dans la mesure où ces informations sont appropriées, utiles et proportionnées et ne sont pas soumises au secret professionnel. Les membres du conseil de classe ne peuvent ni utiliser ces informations à d'autres fins ni les transmettre à des tiers.
§ 2 - Au moins dix jours calendrier avant la réunion du conseil de classe, le centre en communique à l'Institut le jour, l'heure et le lieu.
§ 3 - Le conseil de classe se réunit au moins aux dates suivantes :
1° pour l'évaluation de fin d'année, à l'exception de la dernière, au stade de l'apprentissage ou de la formation de chef d'entreprise :
a) le 30 juin en fin d'année d'apprentissage pour statuer sur les premières sessions;
b) le 31 juillet en fin d'année d'apprentissage pour statuer sur les secondes sessions;
c) le 15 juillet de l'année de formation de chef d'entreprise pour statuer sur les premières sessions;
d) le 30 septembre de l'année de formation de chef d'entreprise pour statuer sur les secondes sessions;
2° pour l'évaluation en fin d'apprentissage ou de formation de chef d'entreprise :
a) le 15 juin en fin de dernière année de formation pour statuer sur les premières sessions;
b) le 5 juillet en fin de dernière année de formation pour statuer sur les secondes sessions;
c) le 15 juillet en fin de dernière année de la formation de chef d'entreprise pour statuer sur les premières sessions;
d) le 30 septembre en fin de dernière année de la formation de chef d'entreprise pour statuer sur les secondes sessions;
3° pour l'évaluation en fin d'année des cours accélérés de gestion :
a) le 15 juillet de l'année des cours accélérés de gestion pour statuer sur les premières sessions;
b) le 1er octobre de l'année des cours accélérés de gestion pour statuer sur les secondes sessions.
Le conseil de classe peut en outre se réunir en cours d'année.
§ 4 - Le conseil de classe rédige un procès-verbal reprenant ses décisions.
Art.3. - Dossier van de kandidaat
Het centrum maakt voor elke kandidaat een dossier op dat de volgende gegevens bevat :
1° de uitslagen van de leerling, van de vrije cursist, van de persoon die een opleiding tot ondernemingshoofd volgt, van de deelnemer aan versnelde cursussen bedrijfsbeheer en van de externe deelnemer aan de examens en stukken die relevant zijn voor de evaluatie;
2° de beslissingen van de examencommissies en in voorkomend geval de beslissingen en voorstellen van de klassenraden;
3° een kopie van de uitgereikte schoolbezoekattesten, deelgetuigschriften, getuigschriften 'bedrijfsbeheer', praktijkcertificaten, eindeleertijdsgetuigschriften of bewijzen van bekwaamheid, attesten 'toegepast bedrijfsbeheer' en diploma's van opleiding tot ondernemingshoofd.
Het Instituut kan de dossiers te allen tijde inzien bij de centra.
Het centrum maakt voor elke kandidaat een dossier op dat de volgende gegevens bevat :
1° de uitslagen van de leerling, van de vrije cursist, van de persoon die een opleiding tot ondernemingshoofd volgt, van de deelnemer aan versnelde cursussen bedrijfsbeheer en van de externe deelnemer aan de examens en stukken die relevant zijn voor de evaluatie;
2° de beslissingen van de examencommissies en in voorkomend geval de beslissingen en voorstellen van de klassenraden;
3° een kopie van de uitgereikte schoolbezoekattesten, deelgetuigschriften, getuigschriften 'bedrijfsbeheer', praktijkcertificaten, eindeleertijdsgetuigschriften of bewijzen van bekwaamheid, attesten 'toegepast bedrijfsbeheer' en diploma's van opleiding tot ondernemingshoofd.
Het Instituut kan de dossiers te allen tijde inzien bij de centra.
Art.3. - Dossier du candidat
Pour chaque candidat, le centre établit un dossier qui contient au moins les informations suivantes :
1° les résultats obtenus par l'apprenti, l'auditeur libre, l'élève futur chef d'entreprise, l'auditeur des cours accélérés de gestion et le participant externe aux examens, ainsi que les documents d'évaluation pertinents;
2° les décisions prises par les commissions d'examen et, le cas échéant, les décisions prises et propositions formulées par les conseils de classe;
3° une copie des attestations de fréquentation, certificats partiels, certificats des connaissances en gestion, certificats de praticien, certificats d'apprentissage ou attestations de compétences, certificats " gestion appliquée " et certificats de patronat délivrés.
Les centres tiennent en tout temps les dossiers à la disposition de l'Institut pour consultation.
Pour chaque candidat, le centre établit un dossier qui contient au moins les informations suivantes :
1° les résultats obtenus par l'apprenti, l'auditeur libre, l'élève futur chef d'entreprise, l'auditeur des cours accélérés de gestion et le participant externe aux examens, ainsi que les documents d'évaluation pertinents;
2° les décisions prises par les commissions d'examen et, le cas échéant, les décisions prises et propositions formulées par les conseils de classe;
3° une copie des attestations de fréquentation, certificats partiels, certificats des connaissances en gestion, certificats de praticien, certificats d'apprentissage ou attestations de compétences, certificats " gestion appliquée " et certificats de patronat délivrés.
Les centres tiennent en tout temps les dossiers à la disposition de l'Institut pour consultation.
HOOFDSTUK 2. - Evaluatie van de leertijd
CHAPITRE 2. - Evaluation de l'apprentissage
Afdeling 1. - Evaluatie op het einde van elk jaar van de leertijd, met uitzondering van het laatste jaar
Section 1er. - Evaluation à la fin de chaque année d'apprentissage, à l'exception de la dernière
Art.4. - Toelating tot de jaarlijkse eindevaluatie
Op het einde van elk leertijdjaar, met uitzondering van het laatste jaar, organiseert het centrum een jaarlijkse eindevaluatie voor :
1° de leerlingen die krachtens een leerovereenkomst of een gecontroleerde leerverbintenis opgeleid worden in een door het Instituut erkende opleidingsonderneming;
2° de cursisten die deelnemen aan de cursussen in het stadium van de leertijd en die een praktijkopleiding volgen die gelijkgesteld wordt met een leerovereenkomst;
3° de cursisten die deelnemen aan de cursussen toegepast bedrijfsbeheer overeenkomstig artikel 31 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding;
4° de vrije cursisten die overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding toegelaten zijn tot de cursussen in het stadium van de leertijd.
De cursisten vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 4°, moeten de cursussen regelmatig bezocht hebben en mogen niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 21, tweede lid, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding.
Voor bepaalde beroepen en op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister aanvullende minimumeisen voor de deelneming aan de jaarlijkse eindevaluatie stellen.
De kandidaten die van cursussen vrijgesteld zijn, zijn ook vrijgesteld van de evaluatie van die cursussen.
Op het einde van elk leertijdjaar, met uitzondering van het laatste jaar, organiseert het centrum een jaarlijkse eindevaluatie voor :
1° de leerlingen die krachtens een leerovereenkomst of een gecontroleerde leerverbintenis opgeleid worden in een door het Instituut erkende opleidingsonderneming;
2° de cursisten die deelnemen aan de cursussen in het stadium van de leertijd en die een praktijkopleiding volgen die gelijkgesteld wordt met een leerovereenkomst;
3° de cursisten die deelnemen aan de cursussen toegepast bedrijfsbeheer overeenkomstig artikel 31 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding;
4° de vrije cursisten die overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding toegelaten zijn tot de cursussen in het stadium van de leertijd.
De cursisten vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 4°, moeten de cursussen regelmatig bezocht hebben en mogen niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 21, tweede lid, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding.
Voor bepaalde beroepen en op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister aanvullende minimumeisen voor de deelneming aan de jaarlijkse eindevaluatie stellen.
De kandidaten die van cursussen vrijgesteld zijn, zijn ook vrijgesteld van de evaluatie van die cursussen.
Art.4. - Admission à l'évaluation de fin d'année
A la fin de chaque année d'apprentissage, à l'exception de la dernière, le centre organise une évaluation de fin d'année pour :
1° les apprentis qui, en vertu d'un contrat d'apprentissage ou d'un accord contrôlé d'apprentissage, sont occupés dans une entreprise formatrice agréée par l'Institut;
2° les auditeurs des cours au stade de l'apprentissage qui suivent une formation pratique assimilée à un contrat d'apprentissage;
3° les auditeurs des cours en gestion appliquée, conformément à l'article 31 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base;
4° les auditeurs libres qui, conformément à l'article 18 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, sont admis à suivre les cours au stade de l'apprentissage.
Les auditeurs mentionnés à l'alinéa 1er, 1°, 2° et 4°, doivent avoir régulièrement fréquenté les cours et ne peuvent totaliser des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 21, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut prévoir d'autres exigences minimales pour la participation à l'évaluation de fin d'année.
Les candidats dispensés de cours sont également dispensés de l'évaluation y afférente.
A la fin de chaque année d'apprentissage, à l'exception de la dernière, le centre organise une évaluation de fin d'année pour :
1° les apprentis qui, en vertu d'un contrat d'apprentissage ou d'un accord contrôlé d'apprentissage, sont occupés dans une entreprise formatrice agréée par l'Institut;
2° les auditeurs des cours au stade de l'apprentissage qui suivent une formation pratique assimilée à un contrat d'apprentissage;
3° les auditeurs des cours en gestion appliquée, conformément à l'article 31 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base;
4° les auditeurs libres qui, conformément à l'article 18 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, sont admis à suivre les cours au stade de l'apprentissage.
Les auditeurs mentionnés à l'alinéa 1er, 1°, 2° et 4°, doivent avoir régulièrement fréquenté les cours et ne peuvent totaliser des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 21, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut prévoir d'autres exigences minimales pour la participation à l'évaluation de fin d'année.
Les candidats dispensés de cours sont également dispensés de l'évaluation y afférente.
Art.5. - Geëvalueerde kennis en wegingscoëfficiënt
§ 1 - De jaarlijkse eindevaluatie is gebaseerd op de opleidingsprogramma's die de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd. Ze heeft betrekking op :
1° de algemene kennis voor 50 pct. van het totaal aantal punten;
2° de theoretische vakkennis voor 50 pct. van het totaal aantal punten.
In afwijking van het eerste lid heeft de jaarlijkse eindevaluatie voor de beroepen waarvoor een geïntegreerd opleidingsprogramma is vastgelegd, betrekking op de geïntegreerde kennis.
In afwijking van het eerste lid heeft de jaarlijkse eindevaluatie voor de cursisten die overeenkomstig artikel 21 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding vrijgesteld zijn van de algemene cursussen in het stadium van de leertijd, betrekking op de theoretische vakkennis.
Voor de jaarlijkse eindevaluatie vervangen de modulaire algemene cursussen, in afwijking van het eerste lid, de algemene kennis voor de cursisten die overeenkomstig de artikelen 32 en 33 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding de modulaire algemene cursussen in het stadium van de leertijd volgen.
§ 2 - De jaarlijkse eindevaluatie van de algemene kennis, de theoretische vakkennis en de geïntegreerde kennis bestaat in de eerste en in de tweede zittijd uit twee gedeelten die elk goed zijn voor 50 pct. van het totaal aantal punten : enerzijds een dagelijkse evaluatie tijdens het opleidingsjaar en anderzijds een A-examen, B-examen of I-examen op het einde van het opleidingsjaar.
§ 1 - De jaarlijkse eindevaluatie is gebaseerd op de opleidingsprogramma's die de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd. Ze heeft betrekking op :
1° de algemene kennis voor 50 pct. van het totaal aantal punten;
2° de theoretische vakkennis voor 50 pct. van het totaal aantal punten.
In afwijking van het eerste lid heeft de jaarlijkse eindevaluatie voor de beroepen waarvoor een geïntegreerd opleidingsprogramma is vastgelegd, betrekking op de geïntegreerde kennis.
In afwijking van het eerste lid heeft de jaarlijkse eindevaluatie voor de cursisten die overeenkomstig artikel 21 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding vrijgesteld zijn van de algemene cursussen in het stadium van de leertijd, betrekking op de theoretische vakkennis.
Voor de jaarlijkse eindevaluatie vervangen de modulaire algemene cursussen, in afwijking van het eerste lid, de algemene kennis voor de cursisten die overeenkomstig de artikelen 32 en 33 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding de modulaire algemene cursussen in het stadium van de leertijd volgen.
§ 2 - De jaarlijkse eindevaluatie van de algemene kennis, de theoretische vakkennis en de geïntegreerde kennis bestaat in de eerste en in de tweede zittijd uit twee gedeelten die elk goed zijn voor 50 pct. van het totaal aantal punten : enerzijds een dagelijkse evaluatie tijdens het opleidingsjaar en anderzijds een A-examen, B-examen of I-examen op het einde van het opleidingsjaar.
Art.5. - Connaissances évaluées et pondération
§ 1er - L'évaluation de fin d'année repose sur les programmes de formation approuvés par le Gouvernement sur proposition de l'Institut. Elle porte sur :
1° les connaissances générales, à raison de 50 % du total des points;
2° les connaissances professionnelles théoriques, à raison de 50 % du total des points.
Par dérogation au premier alinéa, l'évaluation de fin d'année porte sur les connaissances intégrées en ce qui concerne les professions pour lesquelles a été établi un programme de formation intégré.
Par dérogation au premier alinéa, l'évaluation de fin d'année porte sur les connaissances professionnelles théoriques concernant les auditeurs dispensés de participer aux cours généraux au stade de l'apprentissage, conformément à l'article 21 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Par dérogation au premier alinéa et pour l'évaluation de fin d'année, les cours généraux modulaires remplacent les connaissances générales pour les auditeurs suivant les cours généraux modulaires au stade de l'apprentissage, conformément aux articles 32 et 33 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
§ 2 - En ce qui concerne les connaissances générales, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées, l'évaluation en première et seconde sessions comprend deux volets auxquels sont respectivement attribués 50 % du total des points : d'une part, une évaluation journalière pendant l'année de formation et, d'autre part, un examen A, B ou I à la fin de l'année de formation.
§ 1er - L'évaluation de fin d'année repose sur les programmes de formation approuvés par le Gouvernement sur proposition de l'Institut. Elle porte sur :
1° les connaissances générales, à raison de 50 % du total des points;
2° les connaissances professionnelles théoriques, à raison de 50 % du total des points.
Par dérogation au premier alinéa, l'évaluation de fin d'année porte sur les connaissances intégrées en ce qui concerne les professions pour lesquelles a été établi un programme de formation intégré.
Par dérogation au premier alinéa, l'évaluation de fin d'année porte sur les connaissances professionnelles théoriques concernant les auditeurs dispensés de participer aux cours généraux au stade de l'apprentissage, conformément à l'article 21 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Par dérogation au premier alinéa et pour l'évaluation de fin d'année, les cours généraux modulaires remplacent les connaissances générales pour les auditeurs suivant les cours généraux modulaires au stade de l'apprentissage, conformément aux articles 32 et 33 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
§ 2 - En ce qui concerne les connaissances générales, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées, l'évaluation en première et seconde sessions comprend deux volets auxquels sont respectivement attribués 50 % du total des points : d'une part, une évaluation journalière pendant l'année de formation et, d'autre part, un examen A, B ou I à la fin de l'année de formation.
Art.6. - Inhoud van het examen
De vakleerkrachten bereiden de examens in de eerste en de tweede zittijd voor voor het deel van het opleidingsprogramma waarvoor ze bevoegd zijn. Deze voorbereiding kan in het lerarenkorps of in samenwerking met andere professionals plaatsvinden.
De bevoegde vakleerkrachten maken de jaarlijkse eindevaluatie van de kennis van de kandidaten op; elke vakleerkracht doet dat voor zijn deel.
De vakleerkrachten bereiden de examens in de eerste en de tweede zittijd voor voor het deel van het opleidingsprogramma waarvoor ze bevoegd zijn. Deze voorbereiding kan in het lerarenkorps of in samenwerking met andere professionals plaatsvinden.
De bevoegde vakleerkrachten maken de jaarlijkse eindevaluatie van de kennis van de kandidaten op; elke vakleerkracht doet dat voor zijn deel.
Art.6. - Contenu de l'examen
Les professeurs spécialisés préparent les examens en première et seconde sessions pour la partie du programme de formation pour laquelle ils sont compétents. Cette préparation peut s'opérer en corps professoral ou en coopération avec d'autres professionnels.
Les professeurs spécialisés compétents procèdent, chacun pour leur partie, à l'évaluation des connaissances des candidats.
Les professeurs spécialisés préparent les examens en première et seconde sessions pour la partie du programme de formation pour laquelle ils sont compétents. Cette préparation peut s'opérer en corps professoral ou en coopération avec d'autres professionnels.
Les professeurs spécialisés compétents procèdent, chacun pour leur partie, à l'évaluation des connaissances des candidats.
Art.7. - Examenzittijden
§ 1 - Voor de jaarlijkse eindevaluaties worden twee zittijden georganiseerd.
De eerste zittijd vindt per vak tijdens de laatste lesuren plaats en staat vermeld in het uurrooster/de kalender.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie vermeld in artikel 9, § 1, eerste lid, maar die voor algemene kennis of theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis telkens minstens de helft van het totaal aantal punten hebben behaald en die door de klassenraad toegelaten werden tot de tweede zittijd;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad toegelaten werden.
De tweede zittijd vindt uiterlijk op 31 augustus plaats. Tussen beide zittijden liggen minstens twee weken.
§ 2 - De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
§ 1 - Voor de jaarlijkse eindevaluaties worden twee zittijden georganiseerd.
De eerste zittijd vindt per vak tijdens de laatste lesuren plaats en staat vermeld in het uurrooster/de kalender.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie vermeld in artikel 9, § 1, eerste lid, maar die voor algemene kennis of theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis telkens minstens de helft van het totaal aantal punten hebben behaald en die door de klassenraad toegelaten werden tot de tweede zittijd;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad toegelaten werden.
De tweede zittijd vindt uiterlijk op 31 augustus plaats. Tussen beide zittijden liggen minstens twee weken.
§ 2 - De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
Art.7. - Sessions d'examens
§ 1er - Deux sessions sont organisées pour les évaluations de fin d'année.
La première session se tient par branche, pendant les dernières heures de cours, et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi l'évaluation de fin d'année mentionnée à l'article 9, § 1er, alinéa 1er, ont toutefois obtenu au moins la moitié du total des points en connaissances générales ou en connaissances professionnelles théoriques ou en connaissances intégrées et ont été autorisés, par le conseil de classe, à présenter la seconde session;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage, et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
La seconde session a lieu avant le 31 août au plus tard. Les deux sessions sont espacées d'au moins deux semaines.
§ 2 - Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session, obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
§ 1er - Deux sessions sont organisées pour les évaluations de fin d'année.
La première session se tient par branche, pendant les dernières heures de cours, et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi l'évaluation de fin d'année mentionnée à l'article 9, § 1er, alinéa 1er, ont toutefois obtenu au moins la moitié du total des points en connaissances générales ou en connaissances professionnelles théoriques ou en connaissances intégrées et ont été autorisés, par le conseil de classe, à présenter la seconde session;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage, et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
La seconde session a lieu avant le 31 août au plus tard. Les deux sessions sont espacées d'au moins deux semaines.
§ 2 - Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session, obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
Art.8. - Verloop van de examens
Het centrum zorgt ervoor dat de examens vlot en regelmatig verlopen.
Het centrum houdt de vragenlijsten minstens vijftien werkdagen vóór het examen ter beschikking van het Instituut.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige examen of bepaalde examengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
Het centrum zorgt ervoor dat de examens vlot en regelmatig verlopen.
Het centrum houdt de vragenlijsten minstens vijftien werkdagen vóór het examen ter beschikking van het Instituut.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige examen of bepaalde examengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
Art.8. - Déroulement des examens
Le centre veille à la régularité et au bon déroulement des épreuves.
Le centre tient les questionnaires à la disposition de l'Institut au moins quinze jours ouvrables avant le début de l'examen.
Lorsque des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen, sans préjudice d'autres décisions administratives.
Le centre veille à la régularité et au bon déroulement des épreuves.
Le centre tient les questionnaires à la disposition de l'Institut au moins quinze jours ouvrables avant le début de l'examen.
Lorsque des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen, sans préjudice d'autres décisions administratives.
Art.9. - Evaluatiecriteria en evaluatiebeslissingen
§ 1 - De kandidaat die aan de volgende voorwaarden voldoet, slaagt voor de jaarlijkse eindevaluatie in de eerste of in de tweede zittijd :
1° hij behaalt voor algemene kennis en voor theoretische vakkennis of voor geïntegreerde kennis telkens minstens de helft van het totaal aantal punten;
2° hij behaalt voor Duits en voor wiskunde telkens minstens de helft van het totaal aantal punten;
3° voor de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering op voorstel van het Instituut heeft vastgelegd, behaalt hij telkens minstens de helft van het totaal aantal punten;
4° voor algemene kennis en voor theoretische vakkennis of voor geïntegreerde kennis behaalt hij telkens minstens de helft van het totaal aantal punten, zonder dat rekening wordt gehouden met het vak Duits en het vak wiskunde en zonder dat rekening wordt gehouden met de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering op voorstel van het Instituut heeft vastgelegd.
De uitslag van de eerste zittijd wordt vervangen door de uitslag van de tweede zittijd voor het desbetreffende vak om de einduitslag te bepalen.
In afwijking van het eerste lid kunnen kandidaten die overeenkomstig de artikelen 32 en 33 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding de modulaire algemene cursussen in het stadium van de leertijd volgen en aan de volgende voorwaarden voldoen, in eerste of tweede zittijd op basis van een beslissing van de klassenraad tot de hogere klas worden toegelaten :
1° ze behalen voor theoretische vakkennis de helft van het totaal aantal punten;
2° ze behalen voor elk van de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering op voorstel van het Instituut heeft vastgelegd, minstens de helft van het totaal aantal punten;
3° ze behalen voor theoretische vakkennis minstens de helft van het totaal aantal punten, zonder dat rekening wordt gehouden met de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering op voorstel van het Instituut heeft vastgelegd.
[1 In afwijking van het eerste lid worden de deelgebieden waarvoor overeenkomstig hoofdstuk 4.1, afdeling 2, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, niet in aanmerking genomen bij de beoordeling. Die afwijking wordt vermeld op het rapport van de kandidaat. Cijfers die vѓѓr de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers werden toegekend, mogen niet worden gewijzigd.]1
§ 2 - Op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister, voor bepaalde beroepen, de minimumeisen in bepaalde vakken wijzigen of een vereist minimumaantal punten vastleggen.
§ 1 - De kandidaat die aan de volgende voorwaarden voldoet, slaagt voor de jaarlijkse eindevaluatie in de eerste of in de tweede zittijd :
1° hij behaalt voor algemene kennis en voor theoretische vakkennis of voor geïntegreerde kennis telkens minstens de helft van het totaal aantal punten;
2° hij behaalt voor Duits en voor wiskunde telkens minstens de helft van het totaal aantal punten;
3° voor de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering op voorstel van het Instituut heeft vastgelegd, behaalt hij telkens minstens de helft van het totaal aantal punten;
4° voor algemene kennis en voor theoretische vakkennis of voor geïntegreerde kennis behaalt hij telkens minstens de helft van het totaal aantal punten, zonder dat rekening wordt gehouden met het vak Duits en het vak wiskunde en zonder dat rekening wordt gehouden met de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering op voorstel van het Instituut heeft vastgelegd.
De uitslag van de eerste zittijd wordt vervangen door de uitslag van de tweede zittijd voor het desbetreffende vak om de einduitslag te bepalen.
In afwijking van het eerste lid kunnen kandidaten die overeenkomstig de artikelen 32 en 33 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding de modulaire algemene cursussen in het stadium van de leertijd volgen en aan de volgende voorwaarden voldoen, in eerste of tweede zittijd op basis van een beslissing van de klassenraad tot de hogere klas worden toegelaten :
1° ze behalen voor theoretische vakkennis de helft van het totaal aantal punten;
2° ze behalen voor elk van de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering op voorstel van het Instituut heeft vastgelegd, minstens de helft van het totaal aantal punten;
3° ze behalen voor theoretische vakkennis minstens de helft van het totaal aantal punten, zonder dat rekening wordt gehouden met de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering op voorstel van het Instituut heeft vastgelegd.
[1 In afwijking van het eerste lid worden de deelgebieden waarvoor overeenkomstig hoofdstuk 4.1, afdeling 2, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, niet in aanmerking genomen bij de beoordeling. Die afwijking wordt vermeld op het rapport van de kandidaat. Cijfers die vѓѓr de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers werden toegekend, mogen niet worden gewijzigd.]1
§ 2 - Op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister, voor bepaalde beroepen, de minimumeisen in bepaalde vakken wijzigen of een vereist minimumaantal punten vastleggen.
Modifications
Art.9. - Critères d'évaluation et décisions
§ 1er - Le candidat remplissant les conditions suivantes réussit l'évaluation de fin d'année en première ou en seconde session :
1° il obtient au moins la moitié du total des points dans les connaissances générales et professionnelles théoriques ou dans les connaissances intégrées;
2° il obtient au moins la moitié du total des points en allemand et en mathématiques;
3° il obtient au moins la moitié du total des points dans les deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut;
4° il obtient au moins la moitié du total des points dans les connaissances générales et professionnelles théoriques ou dans les connaissances intégrées, sans tenir compte ni de l'allemand et des mathématiques ni des deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut;
Le résultat obtenu en première session est remplacé, dans chaque branche, par celui obtenu en seconde session afin de calculer le résultat global.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les candidats suivant les cours généraux modulaires au stade de l'apprentissage conformément aux articles 32 et 33 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base et remplissant les conditions suivantes, sont admis dans la classe supérieure, en première ou en seconde session, sur décision du conseil de classe :
1° ils obtiennent la moitié du total des points dans les connaissances professionnelles théoriques;
2° ils obtiennent au moins la moitié du total des points dans les deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut;
3° ils obtiennent au moins la moitié du total des points dans les connaissances professionnelles théoriques, sans tenir compte des deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, les sous-domaines pour lesquels une protection des notes a été accordée conformément au chapitre 4.1, section 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base ne sont pas pris en compte dans l'évaluation. Cette dérogation est mentionnée sur le bulletin du candidat. Les notes attribuées avant l'approbation de la protection des notes ne peuvent être modifiées.]1
§ 2 - Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut modifier les exigences minimales dans certaines branches ou fixer un nombre minimal de points.
§ 1er - Le candidat remplissant les conditions suivantes réussit l'évaluation de fin d'année en première ou en seconde session :
1° il obtient au moins la moitié du total des points dans les connaissances générales et professionnelles théoriques ou dans les connaissances intégrées;
2° il obtient au moins la moitié du total des points en allemand et en mathématiques;
3° il obtient au moins la moitié du total des points dans les deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut;
4° il obtient au moins la moitié du total des points dans les connaissances générales et professionnelles théoriques ou dans les connaissances intégrées, sans tenir compte ni de l'allemand et des mathématiques ni des deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut;
Le résultat obtenu en première session est remplacé, dans chaque branche, par celui obtenu en seconde session afin de calculer le résultat global.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les candidats suivant les cours généraux modulaires au stade de l'apprentissage conformément aux articles 32 et 33 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base et remplissant les conditions suivantes, sont admis dans la classe supérieure, en première ou en seconde session, sur décision du conseil de classe :
1° ils obtiennent la moitié du total des points dans les connaissances professionnelles théoriques;
2° ils obtiennent au moins la moitié du total des points dans les deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut;
3° ils obtiennent au moins la moitié du total des points dans les connaissances professionnelles théoriques, sans tenir compte des deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, les sous-domaines pour lesquels une protection des notes a été accordée conformément au chapitre 4.1, section 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base ne sont pas pris en compte dans l'évaluation. Cette dérogation est mentionnée sur le bulletin du candidat. Les notes attribuées avant l'approbation de la protection des notes ne peuvent être modifiées.]1
§ 2 - Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut modifier les exigences minimales dans certaines branches ou fixer un nombre minimal de points.
Modifications
Art.10. - Beslissing van de klassenraad
§ 1 - De klassenraad :
1° stelt vast of de kandidaten in de eerste of tweede zittijd geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie;
2° beslist of de kandidaten die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie, ook zonder een tweede zittijd bekwaam zijn om tot de hogere klas te worden toegelaten;
3° beslist of de kandidaten die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie toegelaten worden tot de tweede zittijd;
4° beslist of de kandidaten die in de tweede zittijd niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie, toch bekwaam zijn om tot de hogere klas te worden toegelaten.
[1 ...]1
Als de kandidaat niet tot de hogere klas wordt toegelaten, voegt de klassenraad bij zijn beslissing hetzij een voorstel om het jaar over te doen, hetzij een voorstel om de erkenning van de leerovereenkomst in te trekken, waarbij de erkenning van latere overeenkomsten uitgesloten wordt. Deze intrekking kan beperkt blijven tot het beroep dat het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt.
§ 2 - De klassenraad kan aanvullende maatregelen voorstellen die de kandidaat kunnen helpen om vorderingen te maken in zijn opleiding. Die maatregelen tellen niet mee bij de jaarlijkse eindevaluatie en zijn vrijblijvend.
§ 3 - Voor de kandidaten die de A-cursus en B-cursus bij verschillende centra bezoeken, nemen de betrokken klassenraden autonome beslissingen.
§ 1 - De klassenraad :
1° stelt vast of de kandidaten in de eerste of tweede zittijd geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie;
2° beslist of de kandidaten die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie, ook zonder een tweede zittijd bekwaam zijn om tot de hogere klas te worden toegelaten;
3° beslist of de kandidaten die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie toegelaten worden tot de tweede zittijd;
4° beslist of de kandidaten die in de tweede zittijd niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie, toch bekwaam zijn om tot de hogere klas te worden toegelaten.
[1 ...]1
Als de kandidaat niet tot de hogere klas wordt toegelaten, voegt de klassenraad bij zijn beslissing hetzij een voorstel om het jaar over te doen, hetzij een voorstel om de erkenning van de leerovereenkomst in te trekken, waarbij de erkenning van latere overeenkomsten uitgesloten wordt. Deze intrekking kan beperkt blijven tot het beroep dat het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt.
§ 2 - De klassenraad kan aanvullende maatregelen voorstellen die de kandidaat kunnen helpen om vorderingen te maken in zijn opleiding. Die maatregelen tellen niet mee bij de jaarlijkse eindevaluatie en zijn vrijblijvend.
§ 3 - Voor de kandidaten die de A-cursus en B-cursus bij verschillende centra bezoeken, nemen de betrokken klassenraden autonome beslissingen.
Modifications
Art.10. - Décision du conseil de classe
§ 1er - Le conseil de classe :
1° détermine si les candidats ont réussi l'évaluation de fin d'année après la première ou la seconde session;
2° décide si les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en première session possèdent malgré tout les aptitudes pour être admis dans la classe supérieure sans devoir passer une seconde session;
3° décide si les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en première session sont autorisés à présenter la seconde session;
4° décide si les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en seconde session possèdent malgré tout les aptitudes pour être admis dans la classe supérieure.
[1 ...]1
En cas de non-admission dans la classe supérieure, le conseil de classe joint à sa décision une proposition soit de redoublement soit de retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage, assortie de l'exclusion du droit de conclure des contrats ultérieurs. Ce retrait peut être limité à la profession qui fait l'objet du contrat.
§ 2 - Le conseil de classe peut suggérer toute mesure supplémentaire susceptible de permettre au candidat de progresser dans sa formation. Ces mesures ne sont ni incorporées à l'évaluation de fin d'année ni contraignantes.
§ 3 - Pour les candidats suivant les cours A et B dans différents centres, les conseils de classe correspondants prennent leur décision en toute autonomie.
§ 1er - Le conseil de classe :
1° détermine si les candidats ont réussi l'évaluation de fin d'année après la première ou la seconde session;
2° décide si les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en première session possèdent malgré tout les aptitudes pour être admis dans la classe supérieure sans devoir passer une seconde session;
3° décide si les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en première session sont autorisés à présenter la seconde session;
4° décide si les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en seconde session possèdent malgré tout les aptitudes pour être admis dans la classe supérieure.
[1 ...]1
En cas de non-admission dans la classe supérieure, le conseil de classe joint à sa décision une proposition soit de redoublement soit de retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage, assortie de l'exclusion du droit de conclure des contrats ultérieurs. Ce retrait peut être limité à la profession qui fait l'objet du contrat.
§ 2 - Le conseil de classe peut suggérer toute mesure supplémentaire susceptible de permettre au candidat de progresser dans sa formation. Ces mesures ne sont ni incorporées à l'évaluation de fin d'année ni contraignantes.
§ 3 - Pour les candidats suivant les cours A et B dans différents centres, les conseils de classe correspondants prennent leur décision en toute autonomie.
Modifications
Art.11. - Verlenging van de leerovereenkomst
Indien de klassenraad voorstelt om het jaar te laten overdoen, verzoekt de leersecretaris de partijen die de overeenkomst hebben gesloten om hem uiterlijk op 15 september mee te delen of ze met een verlenging van de leerovereenkomst instemmen.
Hij wijst de leerling en/of diens wettelijke vertegenwoordiger gelijktijdig op het feit dat de weigering van een verlenging of het uitblijven van een antwoord kan leiden tot de intrekking van de erkenning van de leerovereenkomst, alsook tot de uitsluiting van het recht om later nog overeenkomsten te sluiten overeenkomstig hoofdstuk IX van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen.
Indien de klassenraad voorstelt om het jaar te laten overdoen, verzoekt de leersecretaris de partijen die de overeenkomst hebben gesloten om hem uiterlijk op 15 september mee te delen of ze met een verlenging van de leerovereenkomst instemmen.
Hij wijst de leerling en/of diens wettelijke vertegenwoordiger gelijktijdig op het feit dat de weigering van een verlenging of het uitblijven van een antwoord kan leiden tot de intrekking van de erkenning van de leerovereenkomst, alsook tot de uitsluiting van het recht om later nog overeenkomsten te sluiten overeenkomstig hoofdstuk IX van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen.
Art.11. - Prolongation du contrat d'apprentissage
Si le conseil de classe propose un redoublement, le secrétaire d'apprentissage invite les parties contractantes à lui faire parvenir, pour le 15 septembre au plus tard, leur accord pour la prolongation du contrat d'apprentissage.
Parallèlement, il attire l'attention de l'apprenti et/ou de son représentant légal sur le fait que le refus d'une prolongation ou l'absence de réponse peut entraîner le retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage ainsi que l'exclusion du droit de conclure des contrats ultérieurs, conformément au chapitre IX de l'arrêté du Gouvernement du 4 juin 2009 portant établissement des conditions de formation pour les apprentis des classes moyennes et pour les entreprises de formation.
Si le conseil de classe propose un redoublement, le secrétaire d'apprentissage invite les parties contractantes à lui faire parvenir, pour le 15 septembre au plus tard, leur accord pour la prolongation du contrat d'apprentissage.
Parallèlement, il attire l'attention de l'apprenti et/ou de son représentant légal sur le fait que le refus d'une prolongation ou l'absence de réponse peut entraîner le retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage ainsi que l'exclusion du droit de conclure des contrats ultérieurs, conformément au chapitre IX de l'arrêté du Gouvernement du 4 juin 2009 portant établissement des conditions de formation pour les apprentis des classes moyennes et pour les entreprises de formation.
Art.12. - Mededeling van de uitslagen op het einde van het jaar
Het centrum deelt het Instituut, de leersecretaris en de kandidaat het volgende mee :
1° uiterlijk op 5 juli de uitslag van de eerste zittijd, de beslissingen van de klassenraad en eventuele voorstellen van de klassenraad en;
2° uiterlijk op 5 september, in voorkomend geval, de uitslag van de tweede zittijd, de beslissingen van de klassenraad en eventuele voorstellen van de klassenraad.
Op verzoek deelt de leersecretaris de uitslagen mee aan het ondernemingshoofd.
De mededeling aan de kandidaat geschiedt door de overhandiging, door het centrum, van het rapport vermeld in artikel 13.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij het rapport ontvangen heeft.
Het centrum deelt het Instituut, de leersecretaris en de kandidaat het volgende mee :
1° uiterlijk op 5 juli de uitslag van de eerste zittijd, de beslissingen van de klassenraad en eventuele voorstellen van de klassenraad en;
2° uiterlijk op 5 september, in voorkomend geval, de uitslag van de tweede zittijd, de beslissingen van de klassenraad en eventuele voorstellen van de klassenraad.
Op verzoek deelt de leersecretaris de uitslagen mee aan het ondernemingshoofd.
De mededeling aan de kandidaat geschiedt door de overhandiging, door het centrum, van het rapport vermeld in artikel 13.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij het rapport ontvangen heeft.
Art.12. - Communication des résultats de fin d'année
Le centre communique à l'Institut, au secrétaire d'apprentissage et aux candidats :
1° les résultats de la première session, ainsi que les décisions et éventuelles propositions du conseil de classe, pour le 5 juillet au plus tard et,
2° le cas échéant, les résultats de la seconde session, les décisions et éventuelles propositions du conseil de classe pour le 5 septembre au plus tard.
A la demande du chef d'entreprise, le secrétaire d'apprentissage lui communique les résultats.
Le centre communique les résultats aux candidats en leur remettant le bulletin mentionné à l'article 13.
Le candidat ou son mandataire en confirme la réception par écrit.
Le centre communique à l'Institut, au secrétaire d'apprentissage et aux candidats :
1° les résultats de la première session, ainsi que les décisions et éventuelles propositions du conseil de classe, pour le 5 juillet au plus tard et,
2° le cas échéant, les résultats de la seconde session, les décisions et éventuelles propositions du conseil de classe pour le 5 septembre au plus tard.
A la demande du chef d'entreprise, le secrétaire d'apprentissage lui communique les résultats.
Le centre communique les résultats aux candidats en leur remettant le bulletin mentionné à l'article 13.
Le candidat ou son mandataire en confirme la réception par écrit.
Art.13. - Rapporten
Het centrum bezorgt de kandidaten een rapport over de evaluatie van de algemene kennis, theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis. De rapporten worden na de eerste en de tweede zittijd overhandigd op een vooraf vastgelegde datum.
Voor de follow-up van de ontwikkeling van de dagelijkse evaluatie krijgt de kandidaat in de loop van het jaar op regelmatige tijdstippen een rapport.
De rapporten bevatten :
1° het aantal punten dat de kandidaat tijdens het lopende jaar voor de dagelijkse evaluatie en voor de examens heeft behaald;
2° op het einde van het opleidingsjaar de beslissingen van de klassenraad over de vraag of de betrokkene al dan niet mag overgaan en in voorkomend geval voorstellen om betrokkene de klas te laten overdoen of om de erkenning van de leerovereenkomst in te trekken;
3° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
Het centrum bezorgt de kandidaten een rapport over de evaluatie van de algemene kennis, theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis. De rapporten worden na de eerste en de tweede zittijd overhandigd op een vooraf vastgelegde datum.
Voor de follow-up van de ontwikkeling van de dagelijkse evaluatie krijgt de kandidaat in de loop van het jaar op regelmatige tijdstippen een rapport.
De rapporten bevatten :
1° het aantal punten dat de kandidaat tijdens het lopende jaar voor de dagelijkse evaluatie en voor de examens heeft behaald;
2° op het einde van het opleidingsjaar de beslissingen van de klassenraad over de vraag of de betrokkene al dan niet mag overgaan en in voorkomend geval voorstellen om betrokkene de klas te laten overdoen of om de erkenning van de leerovereenkomst in te trekken;
3° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
Art.13. - Bulletins
Le centre délivre aux candidats des bulletins reprenant l'évaluation relative aux connaissances générales, aux connaissances professionnelles théoriques ou aux connaissances intégrées. Les bulletins sont délivrés après les première et seconde sessions à une date fixée préalablement.
Le candidat reçoit à intervalles réguliers un bulletin en cours d'année afin de pouvoir suivre l'évolution de son évaluation continue.
Les bulletins mentionnent :
1° les points obtenus par le candidat pendant l'année en cours, tant pour l'évaluation continue que pour les examens;
2° les décisions prises par le conseil de classe à propos de l'admission dans la classe supérieure et, le cas échéant, les propositions soit de redoublement soit de retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage;
3° les possibilités de recours.
Le centre délivre aux candidats des bulletins reprenant l'évaluation relative aux connaissances générales, aux connaissances professionnelles théoriques ou aux connaissances intégrées. Les bulletins sont délivrés après les première et seconde sessions à une date fixée préalablement.
Le candidat reçoit à intervalles réguliers un bulletin en cours d'année afin de pouvoir suivre l'évolution de son évaluation continue.
Les bulletins mentionnent :
1° les points obtenus par le candidat pendant l'année en cours, tant pour l'évaluation continue que pour les examens;
2° les décisions prises par le conseil de classe à propos de l'admission dans la classe supérieure et, le cas échéant, les propositions soit de redoublement soit de retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage;
3° les possibilités de recours.
Art.14. - Inzien van de examens en indienen van klachten
Binnen twee werkdagen na de vastgelegde datum voor de uitreiking van de rapporten van de eerste en de tweede zittijd kan de kandidaat zich bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
Binnen twee werkdagen na de vastgelegde datum voor de uitreiking van de rapporten van de eerste en de tweede zittijd kan de kandidaat zich bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
Art.14. - Consultation des documents d'examen et recours
Dans un délai de deux jours suivant la date fixée de remise des bulletins après les première et seconde sessions, le candidat peut introduire une demande pour consulter les documents d'examen auprès du centre compétent. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire en confirme la consultation par écrit.
Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit auprès de l'Institut après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Dans un délai de deux jours suivant la date fixée de remise des bulletins après les première et seconde sessions, le candidat peut introduire une demande pour consulter les documents d'examen auprès du centre compétent. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire en confirme la consultation par écrit.
Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit auprès de l'Institut après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Art.15. - Schoolbezoekattesten, deelgetuigschriften en attest 'toegepast bedrijfsbeheer'
§ 1 - Het centrum reikt op verzoek schoolbezoekattesten en deelgetuigschriften uit, als een van de deelresultaten vermeld in artikel 9 bereikt wordt.
§ 2 - De kandidaten die overeenkomstig artikel 31 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding de cursussen toegepast bedrijfsbeheer in het stadium van de leertijd volgen en die in elk van de door het Instituut bepaalde vakken over toegepast bedrijfsbeheer minstens de helft van het totaal aantal punten behaald hebben, krijgen een certificaat dat overeenstemt met het model dat de Regering heeft vastgelegd.
Het Instituut zendt het certificaat ter ondertekening toe aan de Minister.
§ 1 - Het centrum reikt op verzoek schoolbezoekattesten en deelgetuigschriften uit, als een van de deelresultaten vermeld in artikel 9 bereikt wordt.
§ 2 - De kandidaten die overeenkomstig artikel 31 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding de cursussen toegepast bedrijfsbeheer in het stadium van de leertijd volgen en die in elk van de door het Instituut bepaalde vakken over toegepast bedrijfsbeheer minstens de helft van het totaal aantal punten behaald hebben, krijgen een certificaat dat overeenstemt met het model dat de Regering heeft vastgelegd.
Het Instituut zendt het certificaat ter ondertekening toe aan de Minister.
Art.15. - Attestations de fréquentation, certificats partiels et certificat " gestion appliquée "
§ 1er - Sur demande, le centre délivre des attestations de fréquentation et des certificats partiels, si l'un des résultats partiels mentionnés à l'article 9 est atteint.
§ 2 - Les candidats suivant les cours de gestion appliquée au stade de l'apprentissage conformément à l'article 31 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base et ayant obtenu au moins la moitié du total des points dans chacune des branches de gestion appliquée, fixées par l'Institut, obtiennent un certificat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement.
L'Institut transmet le certificat au Ministre pour signature.
§ 1er - Sur demande, le centre délivre des attestations de fréquentation et des certificats partiels, si l'un des résultats partiels mentionnés à l'article 9 est atteint.
§ 2 - Les candidats suivant les cours de gestion appliquée au stade de l'apprentissage conformément à l'article 31 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base et ayant obtenu au moins la moitié du total des points dans chacune des branches de gestion appliquée, fixées par l'Institut, obtiennent un certificat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement.
L'Institut transmet le certificat au Ministre pour signature.
Afdeling 2. - Praktische tussenevaluatie
Section 2. - Evaluation pratique intermédiaire
Art.16. - Praktische tussenevaluatie
§ 1 - Het centrum waar de kandidaat de B-cursussen of I-cursussen bezoekt, organiseert de praktische tussenevaluatie tijdens het tweede jaar van de leertijd.
Na goedkeuring van het Instituut zijn de externe deelnemers aan de examens vermeld in artikel 17, tweede lid, toegelaten tot de praktische tussenevaluatie.
§ 2 - Bij de praktische tussenevaluatie worden de praktische vaardigheden in het betrokken beroep gecontroleerd. Die controle wordt uitgevoerd door een vakleerkracht in de werkplaatsen van de centra of in een van de opleidingsondernemingen. Vertegenwoordigers van het Instituut kunnen als waarnemer deelnemen aan de praktische tussenevaluaties.
§ 3 - Het centrum dat de B-cursussen of I-cursussen organiseert, dient het evaluatierooster en de opgaven uiterlijk vier weken vóór de evaluatiedatum bij het Instituut in. Uiterlijk twee weken vóór de evaluatiedatum keurt het Instituut het evaluatierooster en de opgaven goed of vraagt correcties. Het Instituut deelt zijn beslissing mee aan het bevoegde centrum dat de B-cursussen of I-cursussen organiseert.
§ 4 - Het bevoegde centrum nodigt de kandidaten uit voor de praktische tussenevaluatie en het Instituut maant het ondernemingshoofd aan de kandidaten die aan de praktische tussenevaluatie deelnemen, ook te evalueren.
De door het ondernemingshoofd gemaakte evaluatie bevat de criteria die het Instituut heeft vastgelegd.
In afwijking van het eerste lid worden de externe deelnemers aan de examens vermeld in § 1, tweede lid, niet door de ondernemingshoofden geëvalueerd.
§ 5 - De praktische tussenevaluatie geldt uitsluitend als richtwaarde en verschaft duidelijkheid omtrent de huidige stand van de praktische kennis van de kandidaat.
[1 § 6 - Als de praktische tussenevaluatie tegelijk een erkend sectoraal examengedeelte in het betreffende beroep is waarvan de evaluatie relevant is voor het C-eindexamen op het einde van de leertijd, dan mag, na goedkeuring door het Instituut, een normatieve evaluatie worden gegeven die meetelt voor de evaluatie van het C-eindexamen. Als de leerling geslaagd is voor het sectorale examengedeelte, hoeft hij dat gedeelte niet meer over te doen tijdens het C-eindexamen op het einde van de leertijd. Als de leerling niet geslaagd is voor het sectorale examengedeelte in het kader van de tussenevaluatie, dan mag hij dat examen nog eens afleggen in het kader van het C-eindexamen op het einde van de leertijd. De praktische tussenevaluatie is niet relevant voor de overgang naar het volgende jaar voor het tweede jaar van de cursussen beroepskennis.]1
§ 1 - Het centrum waar de kandidaat de B-cursussen of I-cursussen bezoekt, organiseert de praktische tussenevaluatie tijdens het tweede jaar van de leertijd.
Na goedkeuring van het Instituut zijn de externe deelnemers aan de examens vermeld in artikel 17, tweede lid, toegelaten tot de praktische tussenevaluatie.
§ 2 - Bij de praktische tussenevaluatie worden de praktische vaardigheden in het betrokken beroep gecontroleerd. Die controle wordt uitgevoerd door een vakleerkracht in de werkplaatsen van de centra of in een van de opleidingsondernemingen. Vertegenwoordigers van het Instituut kunnen als waarnemer deelnemen aan de praktische tussenevaluaties.
§ 3 - Het centrum dat de B-cursussen of I-cursussen organiseert, dient het evaluatierooster en de opgaven uiterlijk vier weken vóór de evaluatiedatum bij het Instituut in. Uiterlijk twee weken vóór de evaluatiedatum keurt het Instituut het evaluatierooster en de opgaven goed of vraagt correcties. Het Instituut deelt zijn beslissing mee aan het bevoegde centrum dat de B-cursussen of I-cursussen organiseert.
§ 4 - Het bevoegde centrum nodigt de kandidaten uit voor de praktische tussenevaluatie en het Instituut maant het ondernemingshoofd aan de kandidaten die aan de praktische tussenevaluatie deelnemen, ook te evalueren.
De door het ondernemingshoofd gemaakte evaluatie bevat de criteria die het Instituut heeft vastgelegd.
In afwijking van het eerste lid worden de externe deelnemers aan de examens vermeld in § 1, tweede lid, niet door de ondernemingshoofden geëvalueerd.
§ 5 - De praktische tussenevaluatie geldt uitsluitend als richtwaarde en verschaft duidelijkheid omtrent de huidige stand van de praktische kennis van de kandidaat.
[1 § 6 - Als de praktische tussenevaluatie tegelijk een erkend sectoraal examengedeelte in het betreffende beroep is waarvan de evaluatie relevant is voor het C-eindexamen op het einde van de leertijd, dan mag, na goedkeuring door het Instituut, een normatieve evaluatie worden gegeven die meetelt voor de evaluatie van het C-eindexamen. Als de leerling geslaagd is voor het sectorale examengedeelte, hoeft hij dat gedeelte niet meer over te doen tijdens het C-eindexamen op het einde van de leertijd. Als de leerling niet geslaagd is voor het sectorale examengedeelte in het kader van de tussenevaluatie, dan mag hij dat examen nog eens afleggen in het kader van het C-eindexamen op het einde van de leertijd. De praktische tussenevaluatie is niet relevant voor de overgang naar het volgende jaar voor het tweede jaar van de cursussen beroepskennis.]1
Modifications
Art.16. - Evaluation pratique intermédiaire
§ 1er - Le centre où le candidat suit les cours B ou I organise l'évaluation pratique intermédiaire en deuxième année d'apprentissage.
Sur autorisation de l'Institut, les participants externes aux examens, mentionnés à l'article 17, alinéa 2, sont admis à l'évaluation pratique intermédiaire.
§ 2 - L'évaluation pratique intermédiaire consiste à vérifier les aptitudes pratiques dans chaque profession. Cette vérification est menée par un professeur spécialisé dans les ateliers des centres ou dans l'une des entreprises de formation. Des représentants de l'Institut peuvent participer aux évaluations pratiques intermédiaires en tant qu'observateurs.
§ 3 - Au moins quatre semaines avant la date de l'évaluation, le centre organisateur des cours B ou I introduit la grille d'évaluation et les tâches à accomplir auprès de l'Institut. Au plus tard deux semaines avant la date de l'évaluation, l'Institut approuve la grille d'évaluation et les tâches à accomplir ou demande des corrections. L'Institut communique sa décision au centre organisateur des cours B ou I.
§ 4 - Le centre compétent convoque les candidats à l'évaluation pratique intermédiaire et, à l'occasion de celle-ci, l'Institut invite les chefs d'entreprise à remettre également une évaluation desdits candidats.
L'évaluation donnée par le chef d'entreprise reprend les critères fixés par l'Institut.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les participants externes aux examens, mentionnés au § 1er, alinéa 2, ne sont pas évalués par les chefs d'entreprise.
§ 5 - L'évaluation pratique intermédiaire n'a qu'une valeur indicative et rend compte du niveau actuel des connaissances pratiques du candidat.
[1 § 6 - Si l'évaluation pratique intermédiaire constitue simultanément un examen sectoriel reconnu dans la profession concernée, dont l'évaluation est pertinente pour l'examen final C à la fin de l'apprentissage, une évaluation normative peut être rendue sur autorisation de l'Institut et prise en considération dans l'évaluation de l'examen final C. Si l'examen sectoriel est réputé réussi, l'apprenti n'est pas tenu de présenter à nouveau cette partie au cours de l'examen final C à la fin de l'apprentissage. Si l'examen sectoriel dans le cadre de l'évaluation intermédiaire n'a pas été réussi, l'apprenti peut le présenter à nouveau dans le cadre de l'examen final C à la fin de l'apprentissage. L'évaluation pratique intermédiaire n'est pas déterminante pour le passage à l'année supérieure en ce qui concerne la 2e année des cours de formation professionnelle.]1
§ 1er - Le centre où le candidat suit les cours B ou I organise l'évaluation pratique intermédiaire en deuxième année d'apprentissage.
Sur autorisation de l'Institut, les participants externes aux examens, mentionnés à l'article 17, alinéa 2, sont admis à l'évaluation pratique intermédiaire.
§ 2 - L'évaluation pratique intermédiaire consiste à vérifier les aptitudes pratiques dans chaque profession. Cette vérification est menée par un professeur spécialisé dans les ateliers des centres ou dans l'une des entreprises de formation. Des représentants de l'Institut peuvent participer aux évaluations pratiques intermédiaires en tant qu'observateurs.
§ 3 - Au moins quatre semaines avant la date de l'évaluation, le centre organisateur des cours B ou I introduit la grille d'évaluation et les tâches à accomplir auprès de l'Institut. Au plus tard deux semaines avant la date de l'évaluation, l'Institut approuve la grille d'évaluation et les tâches à accomplir ou demande des corrections. L'Institut communique sa décision au centre organisateur des cours B ou I.
§ 4 - Le centre compétent convoque les candidats à l'évaluation pratique intermédiaire et, à l'occasion de celle-ci, l'Institut invite les chefs d'entreprise à remettre également une évaluation desdits candidats.
L'évaluation donnée par le chef d'entreprise reprend les critères fixés par l'Institut.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les participants externes aux examens, mentionnés au § 1er, alinéa 2, ne sont pas évalués par les chefs d'entreprise.
§ 5 - L'évaluation pratique intermédiaire n'a qu'une valeur indicative et rend compte du niveau actuel des connaissances pratiques du candidat.
[1 § 6 - Si l'évaluation pratique intermédiaire constitue simultanément un examen sectoriel reconnu dans la profession concernée, dont l'évaluation est pertinente pour l'examen final C à la fin de l'apprentissage, une évaluation normative peut être rendue sur autorisation de l'Institut et prise en considération dans l'évaluation de l'examen final C. Si l'examen sectoriel est réputé réussi, l'apprenti n'est pas tenu de présenter à nouveau cette partie au cours de l'examen final C à la fin de l'apprentissage. Si l'examen sectoriel dans le cadre de l'évaluation intermédiaire n'a pas été réussi, l'apprenti peut le présenter à nouveau dans le cadre de l'examen final C à la fin de l'apprentissage. L'évaluation pratique intermédiaire n'est pas déterminante pour le passage à l'année supérieure en ce qui concerne la 2e année des cours de formation professionnelle.]1
Modifications
Afdeling 3. - Evaluatie op het einde van de leertijd
Section 3. - Evaluation en fin d'apprentissage
Art.17. - Toelating tot de eindevaluatie
De evaluatie op het einde van de leertijd wordt door een centrum uitgevoerd. Ze is bestemd voor :
1° de leerlingen met een leerovereenkomst of de leerlingen die opgeleid worden op grond van een leerverbintenis die door het Instituut goedgekeurd werd;
2° de cursisten die deelnemen aan de cursussen in het stadium van de leertijd en die een praktijkopleiding volgen die gelijkgesteld wordt met een leerovereenkomst;
3° de afgewezen kandidaten die voor 31 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het examenjaar een schriftelijke aanvraag bij het centrum indienen;
4° de vrije cursisten die overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding toegelaten zijn tot de cursussen in het stadium van de leertijd.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid worden - na goedkeuring door het Instituut - externe deelnemers aan de examens die een aanvraag indienen om hun beroepscompetenties door de examencommissie te laten bevestigen, toegelaten tot de C-eindexamens.
De kandidaten vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 4°, moeten de cursussen regelmatig bezocht hebben en mogen niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 21, tweede lid, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding.
Voor de kandidaten vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 4°, geschiedt de eindevaluatie op het einde van het jaar waarin de leerovereenkomst, de leerverbintenis of de opleiding eindigt.
Voor bepaalde beroepen en op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister aanvullende minimumeisen stellen voor de deelneming aan de B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens, alsook aan de jaarlijkse evaluatie.
De evaluatie op het einde van de leertijd wordt door een centrum uitgevoerd. Ze is bestemd voor :
1° de leerlingen met een leerovereenkomst of de leerlingen die opgeleid worden op grond van een leerverbintenis die door het Instituut goedgekeurd werd;
2° de cursisten die deelnemen aan de cursussen in het stadium van de leertijd en die een praktijkopleiding volgen die gelijkgesteld wordt met een leerovereenkomst;
3° de afgewezen kandidaten die voor 31 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het examenjaar een schriftelijke aanvraag bij het centrum indienen;
4° de vrije cursisten die overeenkomstig artikel 18 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding toegelaten zijn tot de cursussen in het stadium van de leertijd.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid worden - na goedkeuring door het Instituut - externe deelnemers aan de examens die een aanvraag indienen om hun beroepscompetenties door de examencommissie te laten bevestigen, toegelaten tot de C-eindexamens.
De kandidaten vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 4°, moeten de cursussen regelmatig bezocht hebben en mogen niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 21, tweede lid, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding.
Voor de kandidaten vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 4°, geschiedt de eindevaluatie op het einde van het jaar waarin de leerovereenkomst, de leerverbintenis of de opleiding eindigt.
Voor bepaalde beroepen en op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister aanvullende minimumeisen stellen voor de deelneming aan de B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens, alsook aan de jaarlijkse evaluatie.
Art.17. - Admission à l'évaluation finale
L'évaluation en fin d'apprentissage est menée par un centre. Elle s'adresse :
1° aux apprentis sous contrat d'apprentissage ou formés dans le cadre d'un accord d'apprentissage agréé par l'Institut;
2° aux auditeurs des cours au stade de l'apprentissage qui suivent une formation pratique assimilée à un contrat d'apprentissage;
3° aux candidats ajournés qui introduisent une demande écrite auprès du centre avant le 31 octobre de l'année précédant celle de l'examen;
4° aux auditeurs libres qui, conformément à l'article 18 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, sont admis à suivre les cours au stade de l'apprentissage.
Sans préjudice du premier alinéa, les participants externes aux examens qui demandent à ce que leurs compétences professionnelles soient confirmées par une commission d'examen sont admis aux examens finaux C sur avis de l'Institut.
Les candidats mentionnés à l'alinéa 1er, 1°, 2° et 4°, doivent avoir régulièrement fréquenté les cours et ne peuvent avoir cumulé des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 21, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Pour les candidats mentionnés à l'alinéa 1er, 1°, 2° et 4°, l'évaluation finale intervient à la fin de l'année où prend fin le contrat d'apprentissage, l'accord d'apprentissage ou la formation.
Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut prévoir d'autres exigences minimales pour la participation aux examens finaux B ou I et C, ainsi qu'à l'évaluation annuelle.
L'évaluation en fin d'apprentissage est menée par un centre. Elle s'adresse :
1° aux apprentis sous contrat d'apprentissage ou formés dans le cadre d'un accord d'apprentissage agréé par l'Institut;
2° aux auditeurs des cours au stade de l'apprentissage qui suivent une formation pratique assimilée à un contrat d'apprentissage;
3° aux candidats ajournés qui introduisent une demande écrite auprès du centre avant le 31 octobre de l'année précédant celle de l'examen;
4° aux auditeurs libres qui, conformément à l'article 18 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, sont admis à suivre les cours au stade de l'apprentissage.
Sans préjudice du premier alinéa, les participants externes aux examens qui demandent à ce que leurs compétences professionnelles soient confirmées par une commission d'examen sont admis aux examens finaux C sur avis de l'Institut.
Les candidats mentionnés à l'alinéa 1er, 1°, 2° et 4°, doivent avoir régulièrement fréquenté les cours et ne peuvent avoir cumulé des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 21, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Pour les candidats mentionnés à l'alinéa 1er, 1°, 2° et 4°, l'évaluation finale intervient à la fin de l'année où prend fin le contrat d'apprentissage, l'accord d'apprentissage ou la formation.
Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut prévoir d'autres exigences minimales pour la participation aux examens finaux B ou I et C, ainsi qu'à l'évaluation annuelle.
Art.18. - Geëvalueerde kennis en wegingscoëfficiënt
§ 1 - De evaluatie op het einde van de leertijd is gebaseerd op de opleidingsprogramma's die de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd. Ze heeft betrekking op :
1° de algemene kennis die in voorkomend geval overeenkomstig artikel 33 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding modulair gegeven wordt, voor 30 pct. van het totaal aantal punten;
2° de theoretische vakkennis voor 30 pct. van het totaal aantal punten;
3° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
Voor de beroepen waarvoor een geïntegreerd opleidingsprogramma is vastgelegd, heeft de eindevaluatie in afwijking van het eerste lid betrekking op :
1° de geïntegreerde kennis voor 60 pct. van het totaal aantal punten;
2° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
In afwijking van het eerste lid heeft de eindevaluatie voor de cursisten die overeenkomstig artikel 21 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding vrijgesteld zijn van de algemene cursussen in het stadium van de leertijd, betrekking op :
1° de theoretische vakkennis voor 60 pct. van het totaal aantal punten.
2° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
§ 2 - De eindevaluatie van de algemene kennis, de theoretische vakkennis en de geïntegreerde kennis bestaat in de eerste en in de tweede zittijd uit twee gedeelten, waarvan het maximum van de punten per gedeelte goed is voor 50 pct. van het totaal aantal punten: enerzijds een dagelijkse evaluatie tijdens het laatste opleidingsjaar en anderzijds een A-eindexamen, B-eindexamen of I-eindexamen.
De eindevaluatie van de praktische beroepsbekwaamheid omvat alleen de C-eindexamens.
§ 1 - De evaluatie op het einde van de leertijd is gebaseerd op de opleidingsprogramma's die de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd. Ze heeft betrekking op :
1° de algemene kennis die in voorkomend geval overeenkomstig artikel 33 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding modulair gegeven wordt, voor 30 pct. van het totaal aantal punten;
2° de theoretische vakkennis voor 30 pct. van het totaal aantal punten;
3° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
Voor de beroepen waarvoor een geïntegreerd opleidingsprogramma is vastgelegd, heeft de eindevaluatie in afwijking van het eerste lid betrekking op :
1° de geïntegreerde kennis voor 60 pct. van het totaal aantal punten;
2° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
In afwijking van het eerste lid heeft de eindevaluatie voor de cursisten die overeenkomstig artikel 21 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding vrijgesteld zijn van de algemene cursussen in het stadium van de leertijd, betrekking op :
1° de theoretische vakkennis voor 60 pct. van het totaal aantal punten.
2° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
§ 2 - De eindevaluatie van de algemene kennis, de theoretische vakkennis en de geïntegreerde kennis bestaat in de eerste en in de tweede zittijd uit twee gedeelten, waarvan het maximum van de punten per gedeelte goed is voor 50 pct. van het totaal aantal punten: enerzijds een dagelijkse evaluatie tijdens het laatste opleidingsjaar en anderzijds een A-eindexamen, B-eindexamen of I-eindexamen.
De eindevaluatie van de praktische beroepsbekwaamheid omvat alleen de C-eindexamens.
Art.18. - Connaissances évaluées et pondération
§ 1er - L'évaluation en fin d'apprentissage repose sur les programmes de formation approuvés par le Gouvernement sur proposition de l'Institut. Elle porte sur :
1° les connaissances générales, éventuellement dispensées sous la forme de modules conformément à l'article 33 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, à raison de 30 % du total des points;
2° les connaissances professionnelles théoriques, à raison de 30 % du total des points;
3° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
Concernant les professions pour lesquelles un programme de formation intégré a été établi, l'évaluation finale porte, par dérogation au premier alinéa, sur :
1° les connaissances intégrées, à raison de 60 % du total des points;
2° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
Concernant les auditeurs dispensés de participer aux cours généraux au stade de l'apprentissage conformément à l'article 21 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, l'évaluation finale porte, par dérogation au premier alinéa, sur :
1° les connaissances professionnelles théoriques, à raison de 60 % du total des points;
2° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
§ 2 - En ce qui concerne les connaissances générales, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées, l'évaluation finale en première et seconde sessions comprend deux volets auxquels sont respectivement attribués 50 % du total des points : d'une part, une évaluation journalière portant sur la dernière année de formation et, d'autre part, les examens finaux A, B ou I.
L'évaluation finale des aptitudes professionnelles pratiques reprend uniquement les examens finaux C.
§ 1er - L'évaluation en fin d'apprentissage repose sur les programmes de formation approuvés par le Gouvernement sur proposition de l'Institut. Elle porte sur :
1° les connaissances générales, éventuellement dispensées sous la forme de modules conformément à l'article 33 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, à raison de 30 % du total des points;
2° les connaissances professionnelles théoriques, à raison de 30 % du total des points;
3° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
Concernant les professions pour lesquelles un programme de formation intégré a été établi, l'évaluation finale porte, par dérogation au premier alinéa, sur :
1° les connaissances intégrées, à raison de 60 % du total des points;
2° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
Concernant les auditeurs dispensés de participer aux cours généraux au stade de l'apprentissage conformément à l'article 21 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, l'évaluation finale porte, par dérogation au premier alinéa, sur :
1° les connaissances professionnelles théoriques, à raison de 60 % du total des points;
2° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
§ 2 - En ce qui concerne les connaissances générales, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées, l'évaluation finale en première et seconde sessions comprend deux volets auxquels sont respectivement attribués 50 % du total des points : d'une part, une évaluation journalière portant sur la dernière année de formation et, d'autre part, les examens finaux A, B ou I.
L'évaluation finale des aptitudes professionnelles pratiques reprend uniquement les examens finaux C.
Art.19. - Inhoud van de eindexamens
Met inachtneming van de opleidingsprogramma's die de Regering heeft goedgekeurd, stellen de betrokken vakleerkrachten de inhoud vast van de A-eindexamens, B-eindexamens en/of I-eindexamens voor de eerste en de tweede zittijd. Voor de B-eindexamens waarvoor geen cursussen georganiseerd worden, leggen de vakleerkrachten vermeld in artikel 22, 2° resp. de externe vakdeskundigen vermeld in artikel 22, 2°, de inhoud van het eindxamen vast.
De bevoegde vakleerkracht maakt de inhoud van de C-eindexamens op in overleg met een van de vakdeskundigen vermeld in artikel 23, § 1, eerste lid.
De examencommissie voert de evaluatie uit.
Met inachtneming van de opleidingsprogramma's die de Regering heeft goedgekeurd, stellen de betrokken vakleerkrachten de inhoud vast van de A-eindexamens, B-eindexamens en/of I-eindexamens voor de eerste en de tweede zittijd. Voor de B-eindexamens waarvoor geen cursussen georganiseerd worden, leggen de vakleerkrachten vermeld in artikel 22, 2° resp. de externe vakdeskundigen vermeld in artikel 22, 2°, de inhoud van het eindxamen vast.
De bevoegde vakleerkracht maakt de inhoud van de C-eindexamens op in overleg met een van de vakdeskundigen vermeld in artikel 23, § 1, eerste lid.
De examencommissie voert de evaluatie uit.
Art.19. - Contenu des examens finaux
Dans le respect des programmes de formation approuvés par le Gouvernement, les différents professeurs spécialisés établissent le contenu des examens finaux A, B et/ou I pour les première et seconde sessions. Les professeurs spécialisés mentionnés à l'article 22, 2°, ou le(s) professionnel(s) externe(s) y mentionné(s), selon le cas, établissent le contenu des examens finaux B pour lesquels aucun cours n'a été organisé.
Le professeur compétent établit le contenu des examens finaux C en concertation avec l'un des professionnels externes mentionnés à l'article 23, § 1er, alinéa 1er.
La commission d'examen procède à l'évaluation.
Dans le respect des programmes de formation approuvés par le Gouvernement, les différents professeurs spécialisés établissent le contenu des examens finaux A, B et/ou I pour les première et seconde sessions. Les professeurs spécialisés mentionnés à l'article 22, 2°, ou le(s) professionnel(s) externe(s) y mentionné(s), selon le cas, établissent le contenu des examens finaux B pour lesquels aucun cours n'a été organisé.
Le professeur compétent établit le contenu des examens finaux C en concertation avec l'un des professionnels externes mentionnés à l'article 23, § 1er, alinéa 1er.
La commission d'examen procède à l'évaluation.
Art.20. - Vrijstellingen
§ 1 - Kandidaten die op grond van artikel 21, tweede lid, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een vrijstelling van cursussen hebben gekregen en kandidaten die op grond van prestaties aan een centrum of aan een gelijkgesteld centrum een vrijstelling voor een eindexamen of voor een volledig deelgebied A en/of B willen krijgen, dienen bewijzen in over de uitslagen die ze in dat vak hebben behaald om die uitslagen bij het bevoegde centrum aan te rekenen of om te rekenen. Als betrokkene voor het vak geslaagd is en geen punten aangerekend of omgerekend kunnen worden, telt de cursus of het examengedeelte waarvoor hij wordt vrijgesteld, voor 60 pct. van het mogelijke totaal aantal punten.
§ 2 - Als een kandidaat niet slaagt voor zijn C-eindexamen, kan hij, als hij dat examen moet overdoen, op verzoek een vrijstelling krijgen voor bepaalde, door de Regering op voorstel van het Instituut vastgelegde beroepen en examengedeelten.
Als de kandidaat een vrijstelling krijgt voor een examengedeelte, behoudt hij de reeds verkregen evaluatie voor dat examengedeelte als hij het C-eindexamen overdoet.
§ 1 - Kandidaten die op grond van artikel 21, tweede lid, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een vrijstelling van cursussen hebben gekregen en kandidaten die op grond van prestaties aan een centrum of aan een gelijkgesteld centrum een vrijstelling voor een eindexamen of voor een volledig deelgebied A en/of B willen krijgen, dienen bewijzen in over de uitslagen die ze in dat vak hebben behaald om die uitslagen bij het bevoegde centrum aan te rekenen of om te rekenen. Als betrokkene voor het vak geslaagd is en geen punten aangerekend of omgerekend kunnen worden, telt de cursus of het examengedeelte waarvoor hij wordt vrijgesteld, voor 60 pct. van het mogelijke totaal aantal punten.
§ 2 - Als een kandidaat niet slaagt voor zijn C-eindexamen, kan hij, als hij dat examen moet overdoen, op verzoek een vrijstelling krijgen voor bepaalde, door de Regering op voorstel van het Instituut vastgelegde beroepen en examengedeelten.
Als de kandidaat een vrijstelling krijgt voor een examengedeelte, behoudt hij de reeds verkregen evaluatie voor dat examengedeelte als hij het C-eindexamen overdoet.
Art.20. - Dispenses
§ 1er - Les candidats qui ont obtenu une dispense de cours conformément à l'article 21, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base et ceux qui souhaitent, sur la base de leurs prestations, obtenir auprès d'un centre ou d'un centre assimilé une dispense pour un examen final ou pour l'ensemble d'un partiel A et/ou B, introduisent auprès du centre compétent la preuve des résultats obtenus dans la branche concernée en vue de leur reconnaissance et conversion. Si la branche est réussie et que les points ne peuvent pas être reconnus ou convertis, le cours ou la partie d'examen pour lequel une dispense a été accordée est évalué à hauteur de 60 % des points totaux possibles.
§ 2 - Si un candidat ne réussit pas son examen final C et le représente, il peut, à sa demande, obtenir une dispense pour certaines professions et parties d'examen fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
Si le candidat sollicite la dispense pour une partie d'examen, l'évaluation déjà atteinte pour ladite partie sera prise en considération lorsqu'il représente l'examen final C.
§ 1er - Les candidats qui ont obtenu une dispense de cours conformément à l'article 21, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base et ceux qui souhaitent, sur la base de leurs prestations, obtenir auprès d'un centre ou d'un centre assimilé une dispense pour un examen final ou pour l'ensemble d'un partiel A et/ou B, introduisent auprès du centre compétent la preuve des résultats obtenus dans la branche concernée en vue de leur reconnaissance et conversion. Si la branche est réussie et que les points ne peuvent pas être reconnus ou convertis, le cours ou la partie d'examen pour lequel une dispense a été accordée est évalué à hauteur de 60 % des points totaux possibles.
§ 2 - Si un candidat ne réussit pas son examen final C et le représente, il peut, à sa demande, obtenir une dispense pour certaines professions et parties d'examen fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
Si le candidat sollicite la dispense pour une partie d'examen, l'évaluation déjà atteinte pour ladite partie sera prise en considération lorsqu'il représente l'examen final C.
Art.21. - Examenzittijden
§ 1 - Voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens worden twee zittijden georganiseerd.
De eerste zittijd vindt per vak tijdens de laatste lesuren plaats en staat vermeld in het uurrooster/de kalender.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie, met uitzondering van het C-eindexamen, en door de klassenraad tot de tweede zittijd werden toegelaten;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad daartoe toegelaten werden.
De tweede zittijd vindt uiterlijk op 30 juni plaats. De tweede zittijd duurt hoogstens twee lesuren per vak. Tussen beide zittijden liggen minstens twee weken.
§ 2 - Voor het C-eindexamen wordt één zittijd per jaar georganiseerd. [1 Deze zittijd en het sectorale examengedeelte vermeld in artikel 16, § 6, worden]1 tussen 15 mei en 30 juni gehouden, tenzij het Instituut een afwijking toestaat.
Het C-eindexamen duur hoogstens één dag.
In afwijking van het tweede lid kan het Instituut voor bepaalde beroepen een langere duur bepalen.
§ 3 - De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
§ 1 - Voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens worden twee zittijden georganiseerd.
De eerste zittijd vindt per vak tijdens de laatste lesuren plaats en staat vermeld in het uurrooster/de kalender.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie, met uitzondering van het C-eindexamen, en door de klassenraad tot de tweede zittijd werden toegelaten;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad daartoe toegelaten werden.
De tweede zittijd vindt uiterlijk op 30 juni plaats. De tweede zittijd duurt hoogstens twee lesuren per vak. Tussen beide zittijden liggen minstens twee weken.
§ 2 - Voor het C-eindexamen wordt één zittijd per jaar georganiseerd. [1 Deze zittijd en het sectorale examengedeelte vermeld in artikel 16, § 6, worden]1 tussen 15 mei en 30 juni gehouden, tenzij het Instituut een afwijking toestaat.
Het C-eindexamen duur hoogstens één dag.
In afwijking van het tweede lid kan het Instituut voor bepaalde beroepen een langere duur bepalen.
§ 3 - De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
Modifications
Art.21. - Sessions d'examens
§ 1er - Deux sessions sont organisées pour les examens finaux A, B et I.
La première session se tient par branche, pendant les dernières heures de cours, et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi l'évaluation finale, à l'exception de l'examen final C, et sont admis en seconde session par le conseil de classe;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
La seconde session a lieu avant le 30 juin au plus tard et dure au maximum deux heures de cours par branche. Les deux sessions sont espacées d'au moins deux semaines.
§ 2 - L'examen final C ne fait l'objet que d'une session par an. [1 Cette session et l'examen sectoriel mentionné à l'article 16, § 6, se tiennent]1 entre le 15 mai et le 30 juin, sauf dérogation accordée par l'Institut.
L'examen final C dure un jour au plus.
Par dérogation à l'alinéa 2, l'Institut peut fixer une durée plus longue pour certaines professions.
§ 3 - Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
§ 1er - Deux sessions sont organisées pour les examens finaux A, B et I.
La première session se tient par branche, pendant les dernières heures de cours, et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi l'évaluation finale, à l'exception de l'examen final C, et sont admis en seconde session par le conseil de classe;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
La seconde session a lieu avant le 30 juin au plus tard et dure au maximum deux heures de cours par branche. Les deux sessions sont espacées d'au moins deux semaines.
§ 2 - L'examen final C ne fait l'objet que d'une session par an. [1 Cette session et l'examen sectoriel mentionné à l'article 16, § 6, se tiennent]1 entre le 15 mai et le 30 juin, sauf dérogation accordée par l'Institut.
L'examen final C dure un jour au plus.
Par dérogation à l'alinéa 2, l'Institut peut fixer une durée plus longue pour certaines professions.
§ 3 - Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
Modifications
Art.22. - Examinator voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens
De volgende examinatoren evalueren de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens :
1° voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens: de betrokken vakleerkracht(en) van de kandidaten;
2° voor de B-eindexamens die betrekking hebben op een beroep waarvoor geen specifieke cursussen georganiseerd konden worden :
a) ofwel een vakleerkracht en een externe vakdeskundige die geen vakleerkracht van de deelnemer aan het examen is, noch in dezelfde onderneming werkzaam is als een van de deelnemers aan het examen, noch met hem gehuwd is, noch wettelijk samenwoont, noch feitelijk samenwoont, noch in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was;
b) of twee externe vakdeskundigen, wanneer de vakleerkracht in dezelfde onderneming werkzaam is als een van de deelnemer aan het examen, of met hem gehuwd is, wettelijk samenwoont, feitelijk samenwoont, in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was.
De volgende examinatoren evalueren de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens :
1° voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens: de betrokken vakleerkracht(en) van de kandidaten;
2° voor de B-eindexamens die betrekking hebben op een beroep waarvoor geen specifieke cursussen georganiseerd konden worden :
a) ofwel een vakleerkracht en een externe vakdeskundige die geen vakleerkracht van de deelnemer aan het examen is, noch in dezelfde onderneming werkzaam is als een van de deelnemers aan het examen, noch met hem gehuwd is, noch wettelijk samenwoont, noch feitelijk samenwoont, noch in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was;
b) of twee externe vakdeskundigen, wanneer de vakleerkracht in dezelfde onderneming werkzaam is als een van de deelnemer aan het examen, of met hem gehuwd is, wettelijk samenwoont, feitelijk samenwoont, in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was.
Art.22. - Examinateur pour les examens finaux A, B et I
Procèdent à l'évaluation des examens finaux A, B et I les examinateurs suivants :
1° pour les examens finaux A, B et I : le ou les professeurs spécialisés du candidat;
2° pour les examens finaux B se rapportant à une profession pour laquelle aucun cours spécifique n'a pu être organisé :
a) soit un professeur spécialisé et un professionnel externe qui n'est ni professeur spécialisé du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, ni son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe;
b) soit deux professionnels externes si le professeur spécialisé est occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, ou est son conjoint ou son cohabitant légal, vit maritalement avec lui ou lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe.
Procèdent à l'évaluation des examens finaux A, B et I les examinateurs suivants :
1° pour les examens finaux A, B et I : le ou les professeurs spécialisés du candidat;
2° pour les examens finaux B se rapportant à une profession pour laquelle aucun cours spécifique n'a pu être organisé :
a) soit un professeur spécialisé et un professionnel externe qui n'est ni professeur spécialisé du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, ni son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe;
b) soit deux professionnels externes si le professeur spécialisé est occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, ou est son conjoint ou son cohabitant légal, vit maritalement avec lui ou lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe.
Art.23. - Examencommissie voor de C-eindexamens
§ 1 - De examencommissie is als volgt samengesteld voor de C-eindexamens :
a) ofwel uit een vakleerkracht en een externe vakdeskundige die geen vakleerkracht van de deelnemer aan het examen [1 is of was, noch in dezelfde onderneming werkzaam is of was]1 als een van de deelnemers aan het examen, noch met hem gehuwd is, noch wettelijk samenwoont, noch feitelijk samenwoont, noch in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was;
b) ofwel uit twee externe vakdeskundigen, als geen specifieke cursussen georganiseerd konden worden over het beroep waarop het examen betrekking heeft of als de vakleerkracht in dezelfde onderneming [1 werkzaam is of was]1 als een van de deelnemers aan het examen of met hem gehuwd is, wettelijk samenwoont, feitelijk samenwoont, in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was.
In afwijking van het eerste lid kan de examencommissie, voor bepaalde beroepen die door het Instituut vastgelegd worden, uit een hoger aantal vakleerkrachten of vakdeskundigen bestaan.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan het Instituut op met redenen omkleed verzoek van het centrum externe waarnemers toelaten tot de C-eindexamens. De externe waarnemers hebben geen stemrecht en oefenen op geen enkel moment invloed uit op de evaluatie.
§ 2 - Uiterlijk vier weken voor het begin van de examens dient het centrum zijn voordracht van de leden van de examencommissie en de externe waarnemers voor de C-eindexamens in bij het Instituut. Uiterlijk twee weken voor het begin van de examens deelt het Instituut aan het centrum zijn instemming of zijn met redenen omklede weigering mee.
§ 3 - De examencommissie voor de C-eindexamens protocolleert haar beslissingen.
§ 1 - De examencommissie is als volgt samengesteld voor de C-eindexamens :
a) ofwel uit een vakleerkracht en een externe vakdeskundige die geen vakleerkracht van de deelnemer aan het examen [1 is of was, noch in dezelfde onderneming werkzaam is of was]1 als een van de deelnemers aan het examen, noch met hem gehuwd is, noch wettelijk samenwoont, noch feitelijk samenwoont, noch in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was;
b) ofwel uit twee externe vakdeskundigen, als geen specifieke cursussen georganiseerd konden worden over het beroep waarop het examen betrekking heeft of als de vakleerkracht in dezelfde onderneming [1 werkzaam is of was]1 als een van de deelnemers aan het examen of met hem gehuwd is, wettelijk samenwoont, feitelijk samenwoont, in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was.
In afwijking van het eerste lid kan de examencommissie, voor bepaalde beroepen die door het Instituut vastgelegd worden, uit een hoger aantal vakleerkrachten of vakdeskundigen bestaan.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan het Instituut op met redenen omkleed verzoek van het centrum externe waarnemers toelaten tot de C-eindexamens. De externe waarnemers hebben geen stemrecht en oefenen op geen enkel moment invloed uit op de evaluatie.
§ 2 - Uiterlijk vier weken voor het begin van de examens dient het centrum zijn voordracht van de leden van de examencommissie en de externe waarnemers voor de C-eindexamens in bij het Instituut. Uiterlijk twee weken voor het begin van de examens deelt het Instituut aan het centrum zijn instemming of zijn met redenen omklede weigering mee.
§ 3 - De examencommissie voor de C-eindexamens protocolleert haar beslissingen.
Modifications
Art.23. - Commission d'examen pour les examens finaux C
§ 1er - Pour les examens finaux C, la commission d'examen est composée des personnes suivantes :
a) [1 soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ou n'était ni l'un des professeurs spécialisés du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, n'est pas son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou ne lui était pas apparenté ou allié en ligne directe]1;
b) soit de deux professionnels externes si aucun cours spécifique n'est organisé dans la profession faisant l'objet de l'examen ou [1 si le professeur spécialisé est ou était occupé]1 dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, est son conjoint ou son cohabitant légal, vit maritalement avec lui ou lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe.
Par dérogation à l'alinéa premier, la commission d'examen peut compter plus de professeurs spécialisés ou professionnels pour certaines professions, fixées par l'Institut.
Sans préjudice de l'alinéa 1er, l'Institut peut admettre aux examens finaux C des observateurs externes sur demande motivée du centre. Les observateurs externes n'ont pas voix délibérative et n'interviennent à aucun moment dans l'évaluation.
§ 2 - Au plus tard quatre semaines avant le début des examens, le centre propose à l'Institut les membres de la commission d'examen et les observateurs externes pour les examens finaux C. Au plus tard deux semaines avant le début des examens, l'Institut adresse au centre soit son accord, soit son refus motivé.
§ 3 - La commission d'examen pour les examens finaux C rédige un procès-verbal reprenant ses décisions.
§ 1er - Pour les examens finaux C, la commission d'examen est composée des personnes suivantes :
a) [1 soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ou n'était ni l'un des professeurs spécialisés du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, n'est pas son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou ne lui était pas apparenté ou allié en ligne directe]1;
b) soit de deux professionnels externes si aucun cours spécifique n'est organisé dans la profession faisant l'objet de l'examen ou [1 si le professeur spécialisé est ou était occupé]1 dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, est son conjoint ou son cohabitant légal, vit maritalement avec lui ou lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe.
Par dérogation à l'alinéa premier, la commission d'examen peut compter plus de professeurs spécialisés ou professionnels pour certaines professions, fixées par l'Institut.
Sans préjudice de l'alinéa 1er, l'Institut peut admettre aux examens finaux C des observateurs externes sur demande motivée du centre. Les observateurs externes n'ont pas voix délibérative et n'interviennent à aucun moment dans l'évaluation.
§ 2 - Au plus tard quatre semaines avant le début des examens, le centre propose à l'Institut les membres de la commission d'examen et les observateurs externes pour les examens finaux C. Au plus tard deux semaines avant le début des examens, l'Institut adresse au centre soit son accord, soit son refus motivé.
§ 3 - La commission d'examen pour les examens finaux C rédige un procès-verbal reprenant ses décisions.
Modifications
Art.24. - Dossier over de organisatie van de examens
Uiterlijk vier weken voor het begin van de examens legt het centrum het volledige dossier over de organisatie van alle C-eindexamens en B-eindexamens waarvoor geen cursussen georganiseerd werden, voor aan het Instituut.
Het dossier over de organisatie van de examens bevat :
1° het organisatieplan, dat de volgende gegevens bevat :
a) de namen van de leden van de examencommissie en, in voorkomend geval, de namen van de externe waarnemers;
b) de datum, het uur en de plaats en de inhoud van de eindexamens;
c) het aantal kandidaten;
d) in voorkomend geval de datum van de voorbereidende vergadering van de examencommissie;
e) het aantal zittijden;
f) de forfaitaire vergoeding die aan het centrum moet worden betaald per persoon die aan de C-eindexamens deelneemt, alsook het totale bedrag dat moet worden betaald per beroep en per C-eindexamen;
2° het evaluatieformulier;
3° de opgaven voor de deelnemers aan de examens;
4° de inlichtingen die het Instituut heeft aangevraagd over de aangevraagde externe leden van de examencommissie en over de waarnemers vermeld in artikel 23, § 1, derde lid.
Uiterlijk twee weken voor het begin van de examens deelt het Instituut zijn instemming of zijn opmerkingen mee aan het centrum.
Nadat het centrum het organisatieplan zo nodig verbeterd heeft, legt het centrum het definitieve organisatieplan voor het begin van de examens ter goedkeuring voor aan het Instituut.
Uiterlijk vier weken voor het begin van de examens legt het centrum het volledige dossier over de organisatie van alle C-eindexamens en B-eindexamens waarvoor geen cursussen georganiseerd werden, voor aan het Instituut.
Het dossier over de organisatie van de examens bevat :
1° het organisatieplan, dat de volgende gegevens bevat :
a) de namen van de leden van de examencommissie en, in voorkomend geval, de namen van de externe waarnemers;
b) de datum, het uur en de plaats en de inhoud van de eindexamens;
c) het aantal kandidaten;
d) in voorkomend geval de datum van de voorbereidende vergadering van de examencommissie;
e) het aantal zittijden;
f) de forfaitaire vergoeding die aan het centrum moet worden betaald per persoon die aan de C-eindexamens deelneemt, alsook het totale bedrag dat moet worden betaald per beroep en per C-eindexamen;
2° het evaluatieformulier;
3° de opgaven voor de deelnemers aan de examens;
4° de inlichtingen die het Instituut heeft aangevraagd over de aangevraagde externe leden van de examencommissie en over de waarnemers vermeld in artikel 23, § 1, derde lid.
Uiterlijk twee weken voor het begin van de examens deelt het Instituut zijn instemming of zijn opmerkingen mee aan het centrum.
Nadat het centrum het organisatieplan zo nodig verbeterd heeft, legt het centrum het definitieve organisatieplan voor het begin van de examens ter goedkeuring voor aan het Instituut.
Art.24. - Dossier relatif à l'organisation des examens
Au plus tard quatre semaines avant le début des examens, le centre soumet à l'Institut le dossier complet relatif à l'organisation des examens pour tous les examens finaux C et pour les examens finaux B pour lesquels aucun cours n'a été organisé.
Le dossier relatif à l'organisation des examens contient :
1° le plan d'organisation qui comprend les informations suivantes :
a) les noms des membres de la commission d'examen et, le cas échéant, ceux des observateurs externes;
b) les jours, heures, lieu et contenu des examens finaux;
c) le nombre de candidats;
d) le cas échéant, la date de la séance préparatoire de la commission d'examen;
e) le nombre de sessions;
f) l'indemnité forfaitaire à acquitter en faveur du centre par chaque participant aux examens finaux C ainsi que la somme totale à acquitter par profession et par examen final C;
2° le formulaire d'évaluation;
3° les tâches à accomplir par les participants à l'examen;
4° les renseignements demandés par l'Institut et relatifs aux membres externes de la commission d'examen et aux observateurs mentionnés à l'article 23, § 1er, alinéa 3.
Au plus tard deux semaines avant le début des examens, l'Institut communique au centre soit son accord, soit ses remarques.
Après avoir apporté d'éventuelles corrections, le centre transmet à l'Institut, avant le début des examens, le plan d'organisation définitif pour approbation.
Au plus tard quatre semaines avant le début des examens, le centre soumet à l'Institut le dossier complet relatif à l'organisation des examens pour tous les examens finaux C et pour les examens finaux B pour lesquels aucun cours n'a été organisé.
Le dossier relatif à l'organisation des examens contient :
1° le plan d'organisation qui comprend les informations suivantes :
a) les noms des membres de la commission d'examen et, le cas échéant, ceux des observateurs externes;
b) les jours, heures, lieu et contenu des examens finaux;
c) le nombre de candidats;
d) le cas échéant, la date de la séance préparatoire de la commission d'examen;
e) le nombre de sessions;
f) l'indemnité forfaitaire à acquitter en faveur du centre par chaque participant aux examens finaux C ainsi que la somme totale à acquitter par profession et par examen final C;
2° le formulaire d'évaluation;
3° les tâches à accomplir par les participants à l'examen;
4° les renseignements demandés par l'Institut et relatifs aux membres externes de la commission d'examen et aux observateurs mentionnés à l'article 23, § 1er, alinéa 3.
Au plus tard deux semaines avant le début des examens, l'Institut communique au centre soit son accord, soit ses remarques.
Après avoir apporté d'éventuelles corrections, le centre transmet à l'Institut, avant le début des examens, le plan d'organisation définitif pour approbation.
Art.25. - Verloop van de eindexamens
Het centrum zorgt voor het regelmatige en vlotte verloop van de eindexamens en voor de correcte toepassing van het dossier over de organisatie van de examens.
Het centrum houdt de opgaven of de inhoud van de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens minstens tien werkdagen vóór het begin van die examens ter inzage ter beschikking van het Instituut.
Volgende elementen van het eindexamen van de kandidaten worden ter beschikking gehouden van het Instituut tot uiterlijk 31 maart van het jaar dat volgt op het examenjaar :
1° de eindexamendocumenten;
2° de eindexamenwerken of bewijskrachtige beelddocumentatie over de eindexamenwerken;
3° de niet voor verbruik bestemde examenstukken of bewijskrachtige beelddocumentatie over de eindexamenstukken.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige examen of bepaalde eindexamengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
Het centrum zorgt voor het regelmatige en vlotte verloop van de eindexamens en voor de correcte toepassing van het dossier over de organisatie van de examens.
Het centrum houdt de opgaven of de inhoud van de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens minstens tien werkdagen vóór het begin van die examens ter inzage ter beschikking van het Instituut.
Volgende elementen van het eindexamen van de kandidaten worden ter beschikking gehouden van het Instituut tot uiterlijk 31 maart van het jaar dat volgt op het examenjaar :
1° de eindexamendocumenten;
2° de eindexamenwerken of bewijskrachtige beelddocumentatie over de eindexamenwerken;
3° de niet voor verbruik bestemde examenstukken of bewijskrachtige beelddocumentatie over de eindexamenstukken.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige examen of bepaalde eindexamengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
Art.25. - Déroulement des examens finaux
Le centre veille au bon déroulement et à la régularité des examens finaux ainsi qu'à l'application conforme du dossier relatif à l'organisation des examens.
Il tient les tâches à accomplir ou les contenus des examens finaux A, B et I à la disposition de l'Institut, pour consultation, au moins dix jours ouvrables avant la date de début des examens.
Les éléments suivants relatifs aux examens finaux des candidats sont tenus à la disposition de l'Institut jusqu'au 31 mars de l'année suivant celle des examens :
1° les documents des examens finaux;
2° les travaux des examens finaux ou des images documentant ces travaux de manière probante;
3° les pièces d'examen non destinées à la consommation ou des images documentant ces pièces de manière probante.
Si des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen, sans préjudice d'autres décisions administratives.
Le centre veille au bon déroulement et à la régularité des examens finaux ainsi qu'à l'application conforme du dossier relatif à l'organisation des examens.
Il tient les tâches à accomplir ou les contenus des examens finaux A, B et I à la disposition de l'Institut, pour consultation, au moins dix jours ouvrables avant la date de début des examens.
Les éléments suivants relatifs aux examens finaux des candidats sont tenus à la disposition de l'Institut jusqu'au 31 mars de l'année suivant celle des examens :
1° les documents des examens finaux;
2° les travaux des examens finaux ou des images documentant ces travaux de manière probante;
3° les pièces d'examen non destinées à la consommation ou des images documentant ces pièces de manière probante.
Si des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen, sans préjudice d'autres décisions administratives.
Art.26. - Evaluatiecriteria en evaluatiebeslissingen
§ 1 - De kandidaat die aan de volgende voorwaarden voldoet, slaagt voor de eindevaluatie in de eerste zittijd :
1° hij behaalt voor algemene kennis en voor theoretische vakkennis of voor geïntegreerde kennis telkens de helft van het totaal aantal punten;
2° hij behaalt voor Duits en voor wiskunde telkens minstens de helft van het totaal aantal punten;
3° hij behaalt voor elk van de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering heeft vastgelegd, minstens de helft van het totaal aantal punten;
4° voor algemene kennis en voor theoretische vakkennis of voor geïntegreerde kennis behaalt hij minstens de helft van het totaal aantal punten, zonder dat rekening wordt gehouden met het vak Duits en het vak wiskunde en zonder dat rekening wordt gehouden met de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering heeft vastgelegd;
5° hij behaalt bij het praktische C-eindexamen in totaal 60 pct. van het totaal aantal punten en voor elk van de professionele activiteiten 50 pct. van de punten, voor zover die activiteiten verschillend van aard zijn, op basis van de beroepenlijst met verscheidene beroepsactiviteiten die de Regering na advies van het Instituut heeft vastgelegd.
[1 In afwijking van het eerste lid worden de deelgebieden waarvoor overeenkomstig hoofdstuk 4.1, afdeling 2, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, niet in aanmerking genomen bij de beoordeling. Die afwijking wordt vermeld op het rapport van de kandidaat. Cijfers die vѓѓr de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers werden toegekend, mogen niet worden gewijzigd.]1
§ 2 - De kandidaten die niet geslaagd zijn voor de in § 1, 2°, 3° en 4°, vermelde evaluaties, maar die voor de algemene kennis en voor de theoretische vakkennis of voor de geïntegreerde cursussen telkens minstens de helft van het totaal aantal punten hebben behaald, kunnen deelnemen aan de A-eindexamens, B-eindexamens of I-eindexamens van de tweede zittijd voor de vakken waarvoor ze niet de helft van het totaal aantal punten hebben behaald, voor zover ze door de klassenraad tot die examens zijn toegelaten.
De kandidaat slaagt voor de eindevaluatie in de tweede zittijd als hij voldoet aan de voorwaarden bepaald in § 1.
De uitslag van de eerste zittijd wordt vervangen door de uitslag van de tweede zittijd voor het desbetreffende vak om de einduitslag en de graad van verdienste te bepalen.
§ 3 - Wie slaagt, krijgt een van de volgende graden van verdienste :
1° 'voldoende' voor een eindevaluatie tussen 50 en 69,9 pct.;
2° 'onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 70 en 79,9 pct.;
3° 'grote onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 80 en 89,9 pct.;
4° 'grootste onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 90 en 100 pct.
§ 1 - De kandidaat die aan de volgende voorwaarden voldoet, slaagt voor de eindevaluatie in de eerste zittijd :
1° hij behaalt voor algemene kennis en voor theoretische vakkennis of voor geïntegreerde kennis telkens de helft van het totaal aantal punten;
2° hij behaalt voor Duits en voor wiskunde telkens minstens de helft van het totaal aantal punten;
3° hij behaalt voor elk van de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering heeft vastgelegd, minstens de helft van het totaal aantal punten;
4° voor algemene kennis en voor theoretische vakkennis of voor geïntegreerde kennis behaalt hij minstens de helft van het totaal aantal punten, zonder dat rekening wordt gehouden met het vak Duits en het vak wiskunde en zonder dat rekening wordt gehouden met de twee hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering heeft vastgelegd;
5° hij behaalt bij het praktische C-eindexamen in totaal 60 pct. van het totaal aantal punten en voor elk van de professionele activiteiten 50 pct. van de punten, voor zover die activiteiten verschillend van aard zijn, op basis van de beroepenlijst met verscheidene beroepsactiviteiten die de Regering na advies van het Instituut heeft vastgelegd.
[1 In afwijking van het eerste lid worden de deelgebieden waarvoor overeenkomstig hoofdstuk 4.1, afdeling 2, van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een bescherming van de schoolcijfers werd toegekend, niet in aanmerking genomen bij de beoordeling. Die afwijking wordt vermeld op het rapport van de kandidaat. Cijfers die vѓѓr de goedkeuring van de bescherming van de schoolcijfers werden toegekend, mogen niet worden gewijzigd.]1
§ 2 - De kandidaten die niet geslaagd zijn voor de in § 1, 2°, 3° en 4°, vermelde evaluaties, maar die voor de algemene kennis en voor de theoretische vakkennis of voor de geïntegreerde cursussen telkens minstens de helft van het totaal aantal punten hebben behaald, kunnen deelnemen aan de A-eindexamens, B-eindexamens of I-eindexamens van de tweede zittijd voor de vakken waarvoor ze niet de helft van het totaal aantal punten hebben behaald, voor zover ze door de klassenraad tot die examens zijn toegelaten.
De kandidaat slaagt voor de eindevaluatie in de tweede zittijd als hij voldoet aan de voorwaarden bepaald in § 1.
De uitslag van de eerste zittijd wordt vervangen door de uitslag van de tweede zittijd voor het desbetreffende vak om de einduitslag en de graad van verdienste te bepalen.
§ 3 - Wie slaagt, krijgt een van de volgende graden van verdienste :
1° 'voldoende' voor een eindevaluatie tussen 50 en 69,9 pct.;
2° 'onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 70 en 79,9 pct.;
3° 'grote onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 80 en 89,9 pct.;
4° 'grootste onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 90 en 100 pct.
Modifications
Art.26. - Critères d'évaluation et décisions
§ 1er - Le candidat remplissant les conditions suivantes réussit l'évaluation finale en première session :
1° il obtient la moitié du total des points dans les connaissances générales et professionnelles théoriques ou dans les connaissances intégrées;
2° il obtient au moins la moitié du total des points en allemand et en mathématiques;
3° il obtient au moins la moitié du total des points dans les deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement;
4° il obtient au moins la moitié du total des points dans les connaissances générales et professionnelles théoriques ou dans les connaissances intégrées, sans tenir compte ni de l'allemand et des mathématiques ni des deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement;
5° il obtient, lors de l'examen pratique C, 60 % des points au total et 50 % dans chacune des activités professionnelles, si celles-ci sont multiples, conformément à la liste des professions reprenant diverses activités professionnelles et fixée par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, les sous-domaines pour lesquels une protection des notes a été accordée conformément au chapitre 4.1, section 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base ne sont pas pris en compte dans l'évaluation. Cette dérogation est mentionnée sur le bulletin du candidat. Les notes attribuées avant l'approbation de la protection des notes ne peuvent être modifiées.]1
§ 2 - Les candidats qui n'ont pas réussi les évaluations mentionnées au § 1er, 2°, 3° et 4°, mais ont obtenu au moins la moitié du total des points dans les connaissances générales et les connaissances professionnelles théoriques ou dans les cours intégrés peuvent, dans les branches où ils n'ont pas obtenu la moitié du total des points, participer aux examens finaux A, B ou I de la seconde session, s'ils y sont autorisés par le conseil de classe.
Le candidat remplissant les conditions fixées au § 1er réussit l'évaluation finale en seconde session.
Le résultat obtenu en première session est remplacé, dans chaque branche, par celui obtenu en seconde session afin de calculer le résultat global et la mention.
§ 3 - Les mentions suivantes peuvent être obtenues en cas de réussite :
1° satisfaction pour une évaluation finale entre 50 et 69,9 % ;
2° distinction pour une évaluation finale entre 70 et 79,9 % ;
3° grande distinction pour une évaluation finale entre 80 et 89,9 % ;
4° plus grande distinction pour une évaluation finale entre 90 et 100 % .
§ 1er - Le candidat remplissant les conditions suivantes réussit l'évaluation finale en première session :
1° il obtient la moitié du total des points dans les connaissances générales et professionnelles théoriques ou dans les connaissances intégrées;
2° il obtient au moins la moitié du total des points en allemand et en mathématiques;
3° il obtient au moins la moitié du total des points dans les deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement;
4° il obtient au moins la moitié du total des points dans les connaissances générales et professionnelles théoriques ou dans les connaissances intégrées, sans tenir compte ni de l'allemand et des mathématiques ni des deux branches principales des connaissances professionnelles théoriques fixées par le Gouvernement;
5° il obtient, lors de l'examen pratique C, 60 % des points au total et 50 % dans chacune des activités professionnelles, si celles-ci sont multiples, conformément à la liste des professions reprenant diverses activités professionnelles et fixée par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
[1 Par dérogation à l'alinéa 1er, les sous-domaines pour lesquels une protection des notes a été accordée conformément au chapitre 4.1, section 2, de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base ne sont pas pris en compte dans l'évaluation. Cette dérogation est mentionnée sur le bulletin du candidat. Les notes attribuées avant l'approbation de la protection des notes ne peuvent être modifiées.]1
§ 2 - Les candidats qui n'ont pas réussi les évaluations mentionnées au § 1er, 2°, 3° et 4°, mais ont obtenu au moins la moitié du total des points dans les connaissances générales et les connaissances professionnelles théoriques ou dans les cours intégrés peuvent, dans les branches où ils n'ont pas obtenu la moitié du total des points, participer aux examens finaux A, B ou I de la seconde session, s'ils y sont autorisés par le conseil de classe.
Le candidat remplissant les conditions fixées au § 1er réussit l'évaluation finale en seconde session.
Le résultat obtenu en première session est remplacé, dans chaque branche, par celui obtenu en seconde session afin de calculer le résultat global et la mention.
§ 3 - Les mentions suivantes peuvent être obtenues en cas de réussite :
1° satisfaction pour une évaluation finale entre 50 et 69,9 % ;
2° distinction pour une évaluation finale entre 70 et 79,9 % ;
3° grande distinction pour une évaluation finale entre 80 et 89,9 % ;
4° plus grande distinction pour une évaluation finale entre 90 et 100 % .
Modifications
Art.27. - Beslissingen van de klassenraad en van de examencommissie
§ 1 - De klassenraad stelt vast respectievelijk beslist of :
1° de kandidaten geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 1°, 2°, 3° en 4°;
2° de kandidaten die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 1°, 2°, 3° en 4°, voldoende competenties in algemene kennis en theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis hebben om een eindeleertijdsgetuigschrift te krijgen zonder een tweede zittijd over de A-cursussen, B-cursussen of I-cursussen af te leggen;
3° de kandidaten die niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 1°, 2°, 3° en 4° overeenkomstig artikel 26, § 2, tot de tweede zittijd worden toegelaten;
4° de kandidaten die noch in de eerste, noch in de tweede zittijd over de A-cursussen, B-cursussen of I-cursussen geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 1°, 2°, 3° en 4°, voldoende competenties in algemene kennis en theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis hebben om het eindeleertijdsgetuigschrift te krijgen zonder in de eerste of tweede zittijd te slagen.
Als de kandidaat niet slaagt, voegt de klassenraad bij zijn beslissing hetzij een voorstel om het jaar over te doen, hetzij een voorstel om de erkenning van de leerovereenkomst in te trekken, verbonden met de uitsluiting van het recht om later nog overeenkomsten te sluiten. Deze intrekking kan beperkt worden tot het beroep dat het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt.
De klassenraad kan aanvullende maatregelen voorstellen die de kandidaat kunnen helpen om vorderingen te maken in zijn opleiding. Die maatregelen tellen niet mee bij de eindevaluatie en zijn vrijblijvend.
§ 2 - De examencommissie beslist of :
1° de kandidaten geslaagd zijn voor de evaluaties vermeld in artikel 26, § 1, 5°;
2° de kandidaten overeenkomstig artikel 20, § 2, vrijstellingen voor examengedeelten krijgen als ze het C-eindexamen dat ten vroegste in het volgende jaar plaatsvindt, overdoen.
§ 1 - De klassenraad stelt vast respectievelijk beslist of :
1° de kandidaten geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 1°, 2°, 3° en 4°;
2° de kandidaten die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 1°, 2°, 3° en 4°, voldoende competenties in algemene kennis en theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis hebben om een eindeleertijdsgetuigschrift te krijgen zonder een tweede zittijd over de A-cursussen, B-cursussen of I-cursussen af te leggen;
3° de kandidaten die niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 1°, 2°, 3° en 4° overeenkomstig artikel 26, § 2, tot de tweede zittijd worden toegelaten;
4° de kandidaten die noch in de eerste, noch in de tweede zittijd over de A-cursussen, B-cursussen of I-cursussen geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 1°, 2°, 3° en 4°, voldoende competenties in algemene kennis en theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis hebben om het eindeleertijdsgetuigschrift te krijgen zonder in de eerste of tweede zittijd te slagen.
Als de kandidaat niet slaagt, voegt de klassenraad bij zijn beslissing hetzij een voorstel om het jaar over te doen, hetzij een voorstel om de erkenning van de leerovereenkomst in te trekken, verbonden met de uitsluiting van het recht om later nog overeenkomsten te sluiten. Deze intrekking kan beperkt worden tot het beroep dat het voorwerp van de overeenkomst uitmaakt.
De klassenraad kan aanvullende maatregelen voorstellen die de kandidaat kunnen helpen om vorderingen te maken in zijn opleiding. Die maatregelen tellen niet mee bij de eindevaluatie en zijn vrijblijvend.
§ 2 - De examencommissie beslist of :
1° de kandidaten geslaagd zijn voor de evaluaties vermeld in artikel 26, § 1, 5°;
2° de kandidaten overeenkomstig artikel 20, § 2, vrijstellingen voor examengedeelten krijgen als ze het C-eindexamen dat ten vroegste in het volgende jaar plaatsvindt, overdoen.
Art.27. - Décisions du conseil de classe et de la commission d'examen
§ 1er - Le conseil de classe constate ou décide si :
1° les candidats ont réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26, § 1er, 1°, 2°, 3° et 4°;
2° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26, § 1er, 1°, 2°, 3° et 4°, après la première session ont suffisamment de compétences en connaissances générales et en connaissances professionnelles théoriques ou intégrées pour obtenir le certificat d'apprentissage sans devoir présenter la seconde session pour les examens A, B ou I;
3° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26, § 1er, 1°, 2°, 3° et 4°, sont autorisés à présenter la seconde session conformément à l'article 26, § 2;
4° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26, § 1er, 1°, 2°, 3° et 4°, ni en première ni en seconde session pour les examens A, B ou I, ont suffisamment de compétences en connaissances générales et en connaissances professionnelles théoriques ou intégrées pour obtenir le certificat d'apprentissage sans avoir réussi les sessions d'examen.
En cas de non-réussite, le conseil de classe joint à sa décision une proposition soit de redoublement soit de retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage, assortie de l'exclusion du droit de conclure des contrats ultérieurs. Ce retrait peut être limité à la profession qui fait l'objet du contrat.
Le conseil de classe peut suggérer toute mesure supplémentaire susceptible de permettre au candidat de progresser dans sa formation. Ces mesures ne sont ni incorporées à l'évaluation finale ni contraignantes.
§ 2 - La commission d'examen décide si :
1° les candidats ont réussi les évaluations mentionnées à l'article 26, § 1er, 5°;
2° les candidats sont dispensés de parties d'examens conformément à l'article 20, § 2, s'ils repassent l'examen final C organisé au plus tôt l'année suivante.
§ 1er - Le conseil de classe constate ou décide si :
1° les candidats ont réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26, § 1er, 1°, 2°, 3° et 4°;
2° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26, § 1er, 1°, 2°, 3° et 4°, après la première session ont suffisamment de compétences en connaissances générales et en connaissances professionnelles théoriques ou intégrées pour obtenir le certificat d'apprentissage sans devoir présenter la seconde session pour les examens A, B ou I;
3° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26, § 1er, 1°, 2°, 3° et 4°, sont autorisés à présenter la seconde session conformément à l'article 26, § 2;
4° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26, § 1er, 1°, 2°, 3° et 4°, ni en première ni en seconde session pour les examens A, B ou I, ont suffisamment de compétences en connaissances générales et en connaissances professionnelles théoriques ou intégrées pour obtenir le certificat d'apprentissage sans avoir réussi les sessions d'examen.
En cas de non-réussite, le conseil de classe joint à sa décision une proposition soit de redoublement soit de retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage, assortie de l'exclusion du droit de conclure des contrats ultérieurs. Ce retrait peut être limité à la profession qui fait l'objet du contrat.
Le conseil de classe peut suggérer toute mesure supplémentaire susceptible de permettre au candidat de progresser dans sa formation. Ces mesures ne sont ni incorporées à l'évaluation finale ni contraignantes.
§ 2 - La commission d'examen décide si :
1° les candidats ont réussi les évaluations mentionnées à l'article 26, § 1er, 5°;
2° les candidats sont dispensés de parties d'examens conformément à l'article 20, § 2, s'ils repassent l'examen final C organisé au plus tôt l'année suivante.
Art.28. - Verlenging van de leerovereenkomst
Indien de klassenraad voorstelt om het jaar te laten overdoen, verzoekt de leersecretaris de partijen die de overeenkomst hebben gesloten om hem uiterlijk op 15 juli mee te delen of ze met een verlenging van de leerovereenkomst instemmen.
Hij wijst de leerling of diens wettelijke vertegenwoordiger gelijktijdig op het feit dat de weigering van een verlenging of het uitblijven van een antwoord kan leiden tot de intrekking van de erkenning van de leerovereenkomst, alsook tot de uitsluiting van het recht om later nog overeenkomsten te sluiten overeenkomstig hoofdstuk IX van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen.
Indien de klassenraad voorstelt om het jaar te laten overdoen, verzoekt de leersecretaris de partijen die de overeenkomst hebben gesloten om hem uiterlijk op 15 juli mee te delen of ze met een verlenging van de leerovereenkomst instemmen.
Hij wijst de leerling of diens wettelijke vertegenwoordiger gelijktijdig op het feit dat de weigering van een verlenging of het uitblijven van een antwoord kan leiden tot de intrekking van de erkenning van de leerovereenkomst, alsook tot de uitsluiting van het recht om later nog overeenkomsten te sluiten overeenkomstig hoofdstuk IX van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen.
Art.28. - Prolongation du contrat d'apprentissage
Si le conseil de classe propose un redoublement, le secrétaire d'apprentissage invite les parties contractantes à lui faire parvenir, pour le 15 juillet au plus tard, leur accord pour la prolongation du contrat d'apprentissage.
Parallèlement, il attire l'attention de l'apprenti ou de son représentant légal sur le fait que le refus d'une prolongation ou l'absence de réponse peut entraîner le retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage ainsi que l'exclusion du droit de conclure des contrats ultérieurs, conformément au chapitre IX de l'arrêté du Gouvernement du 4 juin 2009 portant établissement des conditions de formation pour les apprentis des classes moyennes et pour les entreprises de formation.
Si le conseil de classe propose un redoublement, le secrétaire d'apprentissage invite les parties contractantes à lui faire parvenir, pour le 15 juillet au plus tard, leur accord pour la prolongation du contrat d'apprentissage.
Parallèlement, il attire l'attention de l'apprenti ou de son représentant légal sur le fait que le refus d'une prolongation ou l'absence de réponse peut entraîner le retrait de l'agréation du contrat d'apprentissage ainsi que l'exclusion du droit de conclure des contrats ultérieurs, conformément au chapitre IX de l'arrêté du Gouvernement du 4 juin 2009 portant établissement des conditions de formation pour les apprentis des classes moyennes et pour les entreprises de formation.
Art.29. - Mededeling van de einduitslag
§ 1 - Na afloop van de evaluatieprocedure maakt het centrum waar de B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens werden afgelegd, de mededeling van de einduitslag op en bezorgt die mededeling aan het Instituut.
Als de eindexamens in verschillende centra werden afgelegd, maakt het centrum waar de kandidaat de B-cursussen bezocht heeft, de mededeling van de einduitslag op.
De mededeling bevat minstens :
1° de uitslag van de kandidaat in de A-eindexamens, B-eindexamens of I-eindexamens - in voorkomend geval per zittijd - en in het C-eindexamen;
2° de graad van verdienste die de kandidaat heeft behaald;
3° de vermelding of betrokkene voor de leertijd geslaagd is overeenkomstig artikel 26;
4° de beslissingen van de klassenraad en van de examencommissie;
5° in voorkomend geval de mogelijkheden om de eindexamens waarvoor men niet geslaagd is, opnieuw af te leggen;
6° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
Het Instituut overhandigt de mededeling van de einduitslag na alle A-examens, B-examens of I-examens en C-examens op een vastgelegd tijdstip aan de kandidaat. Het centrum waar de B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens afgelegd werden, deelt dat tijdstip minstens tien werkdagen vooraf mee.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de mededeling van de einduitslag ontvangen heeft.
§ 2 - Het centrum licht de kandidaten binnen vijf werkdagen na het afleggen van het C-eindexamen door aanplakking uitsluitend in over de vraag of ze al dan niet voor dat eindexamen geslaagd zijn.
§ 1 - Na afloop van de evaluatieprocedure maakt het centrum waar de B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens werden afgelegd, de mededeling van de einduitslag op en bezorgt die mededeling aan het Instituut.
Als de eindexamens in verschillende centra werden afgelegd, maakt het centrum waar de kandidaat de B-cursussen bezocht heeft, de mededeling van de einduitslag op.
De mededeling bevat minstens :
1° de uitslag van de kandidaat in de A-eindexamens, B-eindexamens of I-eindexamens - in voorkomend geval per zittijd - en in het C-eindexamen;
2° de graad van verdienste die de kandidaat heeft behaald;
3° de vermelding of betrokkene voor de leertijd geslaagd is overeenkomstig artikel 26;
4° de beslissingen van de klassenraad en van de examencommissie;
5° in voorkomend geval de mogelijkheden om de eindexamens waarvoor men niet geslaagd is, opnieuw af te leggen;
6° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
Het Instituut overhandigt de mededeling van de einduitslag na alle A-examens, B-examens of I-examens en C-examens op een vastgelegd tijdstip aan de kandidaat. Het centrum waar de B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens afgelegd werden, deelt dat tijdstip minstens tien werkdagen vooraf mee.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de mededeling van de einduitslag ontvangen heeft.
§ 2 - Het centrum licht de kandidaten binnen vijf werkdagen na het afleggen van het C-eindexamen door aanplakking uitsluitend in over de vraag of ze al dan niet voor dat eindexamen geslaagd zijn.
Art.29. - Communication des résultats finaux
§ 1er - Au terme de la procédure d'évaluation, le centre où les examens finaux B ou I et C ont été passés établit les résultats globaux et les communique à l'Institut.
Si les examens finaux ont été passés dans différents centres, c'est celui où le candidat a suivi les cours B qui communique les résultats globaux.
La communication mentionne au moins :
1° les résultats obtenus par le candidat aux examens finaux A, B ou I, le cas échéant par session, et ceux de l'examen final C;
2° la mention obtenue par le candidat;
3° si l'apprentissage est réussi conformément à l'article 26;
4° les décisions du conseil de classe et de la commission d'examen;
5° le cas échéant, la possibilité de représenter les examens finaux non réussis;
6° les possibilités de recours.
L'Institut notifie au candidat les résultats globaux au terme de tous les examens A, B ou I et C à une date fixée. Le centre au sein duquel les examens finaux B ou I et C ont été passés communique cette date au moins dix jours ouvrables à l'avance.
Le candidat ou son mandataire confirme par écrit la réception de tous les résultats.
§ 2 - Dans les cinq jours ouvrables suivant la présentation de l'examen final C, le centre informe, par affichage, les candidats uniquement de la réussite ou non de cet examen.
§ 1er - Au terme de la procédure d'évaluation, le centre où les examens finaux B ou I et C ont été passés établit les résultats globaux et les communique à l'Institut.
Si les examens finaux ont été passés dans différents centres, c'est celui où le candidat a suivi les cours B qui communique les résultats globaux.
La communication mentionne au moins :
1° les résultats obtenus par le candidat aux examens finaux A, B ou I, le cas échéant par session, et ceux de l'examen final C;
2° la mention obtenue par le candidat;
3° si l'apprentissage est réussi conformément à l'article 26;
4° les décisions du conseil de classe et de la commission d'examen;
5° le cas échéant, la possibilité de représenter les examens finaux non réussis;
6° les possibilités de recours.
L'Institut notifie au candidat les résultats globaux au terme de tous les examens A, B ou I et C à une date fixée. Le centre au sein duquel les examens finaux B ou I et C ont été passés communique cette date au moins dix jours ouvrables à l'avance.
Le candidat ou son mandataire confirme par écrit la réception de tous les résultats.
§ 2 - Dans les cinq jours ouvrables suivant la présentation de l'examen final C, le centre informe, par affichage, les candidats uniquement de la réussite ou non de cet examen.
Art.30. - Rapporten
Het centrum bezorgt de kandidaten in het laatste jaar van de leertijd een rapport over de evaluatie van de algemene kennis, van de theoretische vakkennis, van de geïntegreerde kennis en van het C-eindexamen.
Voor de follow-up van de ontwikkeling van de dagelijkse evaluatie krijgt de kandidaat in de loop van het jaar op regelmatige tijdstippen een rapport.
Het Instituut overhandigt de in artikel 29 vermelde mededeling van de einduitslag na alle A-examens, B-examens of I-examens en C-examens op een vastgelegd tijdstip. Het bevoegde centrum maakt het tijdstip minstens tien werkdagen op voorhand bekend.
De rapporten bevatten :
1° het aantal punten dat de kandidaat tijdens het lopende jaar voor de dagelijkse evaluatie en voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens heeft behaald;
2° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
Het centrum bezorgt de kandidaten in het laatste jaar van de leertijd een rapport over de evaluatie van de algemene kennis, van de theoretische vakkennis, van de geïntegreerde kennis en van het C-eindexamen.
Voor de follow-up van de ontwikkeling van de dagelijkse evaluatie krijgt de kandidaat in de loop van het jaar op regelmatige tijdstippen een rapport.
Het Instituut overhandigt de in artikel 29 vermelde mededeling van de einduitslag na alle A-examens, B-examens of I-examens en C-examens op een vastgelegd tijdstip. Het bevoegde centrum maakt het tijdstip minstens tien werkdagen op voorhand bekend.
De rapporten bevatten :
1° het aantal punten dat de kandidaat tijdens het lopende jaar voor de dagelijkse evaluatie en voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens heeft behaald;
2° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
Art.30. - Bulletins
Le centre délivre aux candidats des bulletins reprenant l'évaluation relative aux connaissances générales, aux connaissances professionnelles théoriques, aux connaissances intégrées et à l'examen final C en dernière année d'apprentissage.
Le candidat reçoit à intervalles réguliers un bulletin en cours d'année afin de pouvoir suivre l'évolution de son évaluation continue.
L'Institut notifie les résultats globaux visés à l'article 29 au terme de tous les examens A, B ou I et C à une date fixée. Le centre compétent communique cette date au moins dix jours ouvrables à l'avance.
Les bulletins mentionnent :
1° les points obtenus par le candidat pendant l'année en cours, tant pour l'évaluation continue que pour les examens finaux A, B et I;
2° les possibilités de recours.
Le centre délivre aux candidats des bulletins reprenant l'évaluation relative aux connaissances générales, aux connaissances professionnelles théoriques, aux connaissances intégrées et à l'examen final C en dernière année d'apprentissage.
Le candidat reçoit à intervalles réguliers un bulletin en cours d'année afin de pouvoir suivre l'évolution de son évaluation continue.
L'Institut notifie les résultats globaux visés à l'article 29 au terme de tous les examens A, B ou I et C à une date fixée. Le centre compétent communique cette date au moins dix jours ouvrables à l'avance.
Les bulletins mentionnent :
1° les points obtenus par le candidat pendant l'année en cours, tant pour l'évaluation continue que pour les examens finaux A, B et I;
2° les possibilités de recours.
Art.31. - Inzien van de examens en indienen van klachten
Nadat de kandidaat de mededeling van de einduitslag heeft ontvangen, kan hij zich binnen twee werkdagen bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
Nadat de kandidaat de mededeling van de einduitslag heeft ontvangen, kan hij zich binnen twee werkdagen bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
Art.31. - Consultation des documents d'examen et recours
Dans les deux jours ouvrables suivant la communication des résultats globaux, le candidat peut s'inscrire auprès du centre compétent pour pouvoir consulter les documents d'examen. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire en confirme la consultation par écrit.
Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit auprès de l'Institut après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Dans les deux jours ouvrables suivant la communication des résultats globaux, le candidat peut s'inscrire auprès du centre compétent pour pouvoir consulter les documents d'examen. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire en confirme la consultation par écrit.
Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit auprès de l'Institut après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Art.32. - Eindeleertijdsgetuigschrift, praktijkcertificaat, schoolbezoekattesten, deelgetuigschriften en bewijzen van bekwaamheid
§ 1 - De kandidaten die geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, ontvangen een eindeleertijdsgetuigschrift dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model. Het Instituut zendt dat eindeleertijdsgetuigschrift ter ondertekening toe aan de Minister.
In afwijking van het eerste lid ontvangen de kandidaten die een leerovereenkomst of leerverbintenis hebben en die overeenkomstig artikel 16 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding door het Instituut naar cursussen in een gelijkgesteld centrum werden gestuurd, het eindeleertijdsgetuigschrift als :
1° ze de cursussen regelmatig bezocht hebben en;
2° geslaagd zijn voor de desbetreffende eindevaluatie van het gelijkgestelde centrum.
§ 2 - De kandidaten die overeenkomstig artikel 33 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding de modulaire algemene cursussen in het stadium van de leertijd volgen en aan de volgende voorwaarden voldoen, krijgen een praktijkcertificaat dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model :
1° voor de theoretische vakkennis minstens de helft van het totaal aantal punten behaald hebben;
2° voor elk van de twee door de Regering bepaalde hoofdvakken over theoretische vakkennis minstens de helft van het totaal aantal punten behaald hebben;
3° voor theoretische vakkennis, los van de beide hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering heeft vastgelegd, minstens de helft van het totaal aantal punten behaald hebben;
4° bij het praktische C-eindexamen in totaal 60 pct. van het totaal aantal punten behaald hebben en voor elk van de professionele activiteiten 50 pct. van de punten behaald hebben, voor zover die activiteiten verschillend van aard zijn, op basis van de beroepenlijst met verscheidene beroepsactiviteiten die de Regering na advies van het Instituut heeft vastgelegd.
Het Instituut zendt het praktijkcertificaat ter ondertekening toe aan de Minister.
§ 3 - Het centrum reikt op verzoek schoolbezoekattesten en deelgetuigschriften uit, als een van de deelresultaten vermeld in artikel 26 bereikt wordt.
§ 4 - De externe deelnemers aan het examen vermeld in artikel 17 die slagen voor de evaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 5°, krijgen een bewijs van bekwaamheid dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model. Het Instituut zendt dat bewijs van bekwaamheid ter ondertekening toe aan de Minister.
§ 1 - De kandidaten die geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 26, ontvangen een eindeleertijdsgetuigschrift dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model. Het Instituut zendt dat eindeleertijdsgetuigschrift ter ondertekening toe aan de Minister.
In afwijking van het eerste lid ontvangen de kandidaten die een leerovereenkomst of leerverbintenis hebben en die overeenkomstig artikel 16 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding door het Instituut naar cursussen in een gelijkgesteld centrum werden gestuurd, het eindeleertijdsgetuigschrift als :
1° ze de cursussen regelmatig bezocht hebben en;
2° geslaagd zijn voor de desbetreffende eindevaluatie van het gelijkgestelde centrum.
§ 2 - De kandidaten die overeenkomstig artikel 33 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding de modulaire algemene cursussen in het stadium van de leertijd volgen en aan de volgende voorwaarden voldoen, krijgen een praktijkcertificaat dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model :
1° voor de theoretische vakkennis minstens de helft van het totaal aantal punten behaald hebben;
2° voor elk van de twee door de Regering bepaalde hoofdvakken over theoretische vakkennis minstens de helft van het totaal aantal punten behaald hebben;
3° voor theoretische vakkennis, los van de beide hoofdvakken over theoretische vakkennis die de Regering heeft vastgelegd, minstens de helft van het totaal aantal punten behaald hebben;
4° bij het praktische C-eindexamen in totaal 60 pct. van het totaal aantal punten behaald hebben en voor elk van de professionele activiteiten 50 pct. van de punten behaald hebben, voor zover die activiteiten verschillend van aard zijn, op basis van de beroepenlijst met verscheidene beroepsactiviteiten die de Regering na advies van het Instituut heeft vastgelegd.
Het Instituut zendt het praktijkcertificaat ter ondertekening toe aan de Minister.
§ 3 - Het centrum reikt op verzoek schoolbezoekattesten en deelgetuigschriften uit, als een van de deelresultaten vermeld in artikel 26 bereikt wordt.
§ 4 - De externe deelnemers aan het examen vermeld in artikel 17 die slagen voor de evaluatie vermeld in artikel 26, § 1, 5°, krijgen een bewijs van bekwaamheid dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model. Het Instituut zendt dat bewijs van bekwaamheid ter ondertekening toe aan de Minister.
Art.32. - Certificat d'apprentissage, certificat de praticien, attestations de fréquentation, certificats partiels et attestations de compétences
§ 1er - Les candidats qui ont réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26 obtiennent le certificat d'apprentissage correspondant au modèle fixé par le Gouvernement. L'Institut transmet le certificat d'apprentissage au ministre pour signature.
Par dérogation au premier alinéa, les candidats qui ont un contrat ou un accord d'apprentissage et ont été, conformément à l'article 16 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, envoyés par l'Institut suivre des cours auprès d'un centre assimilé obtiennent le certificat d'apprentissage s'ils :
1° ont régulièrement suivi les cours et
2° ont réussi l'évaluation finale auprès du centre assimilé.
§ 2 - Les candidats qui, conformément à l'article 33 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, suivent les cours généraux modulaires au stade de l'apprentissage obtiennent un certificat de praticien correspondant au modèle fixé par le Gouvernement s'ils remplissent les conditions suivantes :
1° avoir obtenu au moins la moitié du total des points dans les connaissances professionnelles théoriques;
2° avoir obtenu au moins la moitié du total des points dans chacune des deux branches principales fixées par le Gouvernement pour les connaissances professionnelles théoriques;
3° avoir obtenu, sans tenir compte des deux branches principales fixées par le Gouvernement pour les connaissances professionnelles théoriques, au moins la moitié du total des points dans les connaissances professionnelles théoriques;
4° avoir obtenu, lors de l'examen final pratique C, 60 % des points au total et 50 % dans chacune des activités professionnelles, si celles-ci sont multiples, conformément à la liste des professions reprenant diverses activités professionnelles et fixée par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
L'Institut transmet le certificat de praticien au Ministre pour signature.
§ 3 - Sur demande, le centre délivre des attestations de fréquentation et des certificats partiels, si l'un des résultats partiels mentionnés à l'article 26 est atteint.
§ 4 - Les participants externes aux examens, mentionnés à l'article 17, qui réussissent l'évaluation mentionnée à l'article 26, § 1er, 5°, reçoivent une attestation de compétences correspondant au modèle fixé par le Gouvernement. L'Institut transmet l'attestation de compétences au ministre pour signature.
§ 1er - Les candidats qui ont réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 26 obtiennent le certificat d'apprentissage correspondant au modèle fixé par le Gouvernement. L'Institut transmet le certificat d'apprentissage au ministre pour signature.
Par dérogation au premier alinéa, les candidats qui ont un contrat ou un accord d'apprentissage et ont été, conformément à l'article 16 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, envoyés par l'Institut suivre des cours auprès d'un centre assimilé obtiennent le certificat d'apprentissage s'ils :
1° ont régulièrement suivi les cours et
2° ont réussi l'évaluation finale auprès du centre assimilé.
§ 2 - Les candidats qui, conformément à l'article 33 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, suivent les cours généraux modulaires au stade de l'apprentissage obtiennent un certificat de praticien correspondant au modèle fixé par le Gouvernement s'ils remplissent les conditions suivantes :
1° avoir obtenu au moins la moitié du total des points dans les connaissances professionnelles théoriques;
2° avoir obtenu au moins la moitié du total des points dans chacune des deux branches principales fixées par le Gouvernement pour les connaissances professionnelles théoriques;
3° avoir obtenu, sans tenir compte des deux branches principales fixées par le Gouvernement pour les connaissances professionnelles théoriques, au moins la moitié du total des points dans les connaissances professionnelles théoriques;
4° avoir obtenu, lors de l'examen final pratique C, 60 % des points au total et 50 % dans chacune des activités professionnelles, si celles-ci sont multiples, conformément à la liste des professions reprenant diverses activités professionnelles et fixée par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
L'Institut transmet le certificat de praticien au Ministre pour signature.
§ 3 - Sur demande, le centre délivre des attestations de fréquentation et des certificats partiels, si l'un des résultats partiels mentionnés à l'article 26 est atteint.
§ 4 - Les participants externes aux examens, mentionnés à l'article 17, qui réussissent l'évaluation mentionnée à l'article 26, § 1er, 5°, reçoivent une attestation de compétences correspondant au modèle fixé par le Gouvernement. L'Institut transmet l'attestation de compétences au ministre pour signature.
HOOFDSTUK 3. - Evaluatie van de opleiding tot ondernemingshoofd
CHAPITRE 3. - Evaluation de la formation de chef d'entreprise
Afdeling 1. - Evaluatie op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, met uitzondering van het laatste jaar
Section 1er. - Evaluation à la fin de chaque année de la formation de chef d'entreprise, à l'exception de la dernière
Art.33. - Toelating tot de jaarlijkse eindevaluatie
De opleiding tot ondernemingshoofd is voorwerp van een jaarlijkse evaluatie op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, met uitzondering van het laatste jaar, die georganiseerd wordt door de centra voor de kandidaten die de cursussen regelmatig bezoeken. De kandidaten mogen per vak niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 30 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding.
De kandidaten die van cursussen vrijgesteld zijn, zijn ook vrijgesteld van de evaluatie van die cursussen.
De opleiding tot ondernemingshoofd is voorwerp van een jaarlijkse evaluatie op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd, met uitzondering van het laatste jaar, die georganiseerd wordt door de centra voor de kandidaten die de cursussen regelmatig bezoeken. De kandidaten mogen per vak niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 30 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding.
De kandidaten die van cursussen vrijgesteld zijn, zijn ook vrijgesteld van de evaluatie van die cursussen.
Art.33. - Admission à l'évaluation de fin d'année
La formation de chef d'entreprise fait l'objet d'une évaluation annuelle à la fin de chaque année de formation, à l'exception de la dernière; cette évaluation est organisée par les centres pour les candidats qui suivent régulièrement les cours. Les candidats ne peuvent avoir cumulé des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, et ce, par branche, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 30 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Les candidats dispensés de cours sont également dispensés de l'évaluation y afférente.
La formation de chef d'entreprise fait l'objet d'une évaluation annuelle à la fin de chaque année de formation, à l'exception de la dernière; cette évaluation est organisée par les centres pour les candidats qui suivent régulièrement les cours. Les candidats ne peuvent avoir cumulé des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, et ce, par branche, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 30 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Les candidats dispensés de cours sont également dispensés de l'évaluation y afférente.
Art.34. - Geëvalueerde kennis en wegingscoëfficiënt
§ 1 - De jaarlijkse eindevaluatie is gebaseerd op het opleidingsprogramma dat de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd.
Ze heeft betrekking op de kennis bedrijfsbeheer en de theoretische vakkennis, die elk 50 pct. van het totaal aantal punten vertegenwoordigen.
Ze heeft betrekking op de geïntegreerde kennis voor de beroepen waarvoor een geïntegreerd opleidingsprogramma goedgekeurd werd.
§ 2 - De jaarlijkse eindevaluatie van de kennis bedrijfsbeheer, de theoretische vakkennis en de geïntegreerde kennis bestaat in de eerste en in de tweede zittijd uit twee gedeelten: enerzijds een dagelijkse evaluatie tijdens het opleidingsjaar van de opleiding tot ondernemingshoofd en anderzijds een A-examen, B-examen of I-examen op het einde van het opleidingsjaar van de opleiding tot ondernemingshoofd.
De Regering bepaalt hoe de punten over de twee gedeelten van de evaluatie worden opgesplitst.
Het Instituut kan beslissen dat voor bepaalde vakken geen evaluatie tijdens het jaar wordt uitgevoerd.
In de tweede zittijd bestaat de jaarlijkse eindevaluatie van de kennis bedrijfsbeheer, theoretische vakkennis en geïntegreerde kennis uitsluitend uit de uitslag die in de tweede zittijd werd behaald.
§ 1 - De jaarlijkse eindevaluatie is gebaseerd op het opleidingsprogramma dat de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd.
Ze heeft betrekking op de kennis bedrijfsbeheer en de theoretische vakkennis, die elk 50 pct. van het totaal aantal punten vertegenwoordigen.
Ze heeft betrekking op de geïntegreerde kennis voor de beroepen waarvoor een geïntegreerd opleidingsprogramma goedgekeurd werd.
§ 2 - De jaarlijkse eindevaluatie van de kennis bedrijfsbeheer, de theoretische vakkennis en de geïntegreerde kennis bestaat in de eerste en in de tweede zittijd uit twee gedeelten: enerzijds een dagelijkse evaluatie tijdens het opleidingsjaar van de opleiding tot ondernemingshoofd en anderzijds een A-examen, B-examen of I-examen op het einde van het opleidingsjaar van de opleiding tot ondernemingshoofd.
De Regering bepaalt hoe de punten over de twee gedeelten van de evaluatie worden opgesplitst.
Het Instituut kan beslissen dat voor bepaalde vakken geen evaluatie tijdens het jaar wordt uitgevoerd.
In de tweede zittijd bestaat de jaarlijkse eindevaluatie van de kennis bedrijfsbeheer, theoretische vakkennis en geïntegreerde kennis uitsluitend uit de uitslag die in de tweede zittijd werd behaald.
Art.34. - Connaissances évaluées et pondération
§ 1er - L'évaluation de fin d'année repose sur le programme de formation approuvé par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
Elle porte sur 50 % du total des points pour les connaissances en gestion et sur 50 % pour les connaissances professionnelles théoriques.
Elle porte sur les cours intégrés pour les professions pour lesquelles un programme de formation intégré a été approuvé.
§ 2 - En ce qui concerne les connaissances en gestion, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées, l'évaluation de fin d'année comprend, en première et seconde sessions, deux volets : d'une part, une évaluation continue pendant l'année de formation de chef d'entreprise et, d'autre part, un examen A, B ou I à la fin de l'année de formation de chef d'entreprise.
Le Gouvernement fixe la répartition des points entre les deux volets de l'évaluation.
L'Institut peut décider qu'aucune évaluation n'ait lieu en cours d'année pour certaines branches.
En seconde session, l'évaluation de fin d'année portant sur les connaissances en gestion, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées reprend uniquement les résultats obtenus en seconde session.
§ 1er - L'évaluation de fin d'année repose sur le programme de formation approuvé par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
Elle porte sur 50 % du total des points pour les connaissances en gestion et sur 50 % pour les connaissances professionnelles théoriques.
Elle porte sur les cours intégrés pour les professions pour lesquelles un programme de formation intégré a été approuvé.
§ 2 - En ce qui concerne les connaissances en gestion, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées, l'évaluation de fin d'année comprend, en première et seconde sessions, deux volets : d'une part, une évaluation continue pendant l'année de formation de chef d'entreprise et, d'autre part, un examen A, B ou I à la fin de l'année de formation de chef d'entreprise.
Le Gouvernement fixe la répartition des points entre les deux volets de l'évaluation.
L'Institut peut décider qu'aucune évaluation n'ait lieu en cours d'année pour certaines branches.
En seconde session, l'évaluation de fin d'année portant sur les connaissances en gestion, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées reprend uniquement les résultats obtenus en seconde session.
Art.35. - Inhoud van het examen
De vakleerkrachten bereiden de examens in de eerste en de tweede zittijd voor voor het deel van het opleidingsprogramma waarvoor ze bevoegd zijn. Deze voorbereiding kan in het lerarenkorps of in samenwerking met andere professionals plaatsvinden.
De bevoegde vakleerkrachten maken de evaluatie van de kennis van de kandidaat op; elke vakleerkracht doet dat voor zijn deel.
De vakleerkrachten bereiden de examens in de eerste en de tweede zittijd voor voor het deel van het opleidingsprogramma waarvoor ze bevoegd zijn. Deze voorbereiding kan in het lerarenkorps of in samenwerking met andere professionals plaatsvinden.
De bevoegde vakleerkrachten maken de evaluatie van de kennis van de kandidaat op; elke vakleerkracht doet dat voor zijn deel.
Art.35. - Contenu de l'examen
Les professeurs spécialisés préparent les examens en première et seconde sessions pour la partie du programme de formation pour laquelle ils sont compétents. Cette préparation peut s'opérer en corps professoral ou en coopération avec d'autres professionnels.
Les professeurs spécialisés compétents procèdent, chacun pour leur partie, à l'évaluation des connaissances des candidats.
Les professeurs spécialisés préparent les examens en première et seconde sessions pour la partie du programme de formation pour laquelle ils sont compétents. Cette préparation peut s'opérer en corps professoral ou en coopération avec d'autres professionnels.
Les professeurs spécialisés compétents procèdent, chacun pour leur partie, à l'évaluation des connaissances des candidats.
Art.36. - Examenzittijden
§ 1 - Voor de jaarlijkse eindevaluaties worden twee zittijden georganiseerd. De eerste zittijd vindt per vak tijdens de laatste lesuren plaats en staat vermeld in het uurrooster/de kalender.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie vermeld in artikel 38 en door de klassenraad tot de tweede zittijd werden toegelaten;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad daartoe toegelaten werden.
De tweede zittijd vindt uiterlijk op 31 augustus van het jaar plaats. Tussen beide zittijden liggen minstens twee weken.
§ 2 - De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
§ 1 - Voor de jaarlijkse eindevaluaties worden twee zittijden georganiseerd. De eerste zittijd vindt per vak tijdens de laatste lesuren plaats en staat vermeld in het uurrooster/de kalender.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie vermeld in artikel 38 en door de klassenraad tot de tweede zittijd werden toegelaten;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad daartoe toegelaten werden.
De tweede zittijd vindt uiterlijk op 31 augustus van het jaar plaats. Tussen beide zittijden liggen minstens twee weken.
§ 2 - De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
Art.36. - Sessions d'examen
§ 1er - Deux sessions sont organisées pour les évaluations de fin d'année. La première se tient par branche, pendant les dernières heures de cours, et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi l'évaluation de fin d'année mentionnée à l'article 38 et ont été autorisés à participer à la seconde session par le conseil de classe;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage, et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
La seconde session a lieu avant le 31 août au plus tard. Les deux sessions sont espacées d'au moins deux semaines.
§ 2 - Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session, obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
§ 1er - Deux sessions sont organisées pour les évaluations de fin d'année. La première se tient par branche, pendant les dernières heures de cours, et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi l'évaluation de fin d'année mentionnée à l'article 38 et ont été autorisés à participer à la seconde session par le conseil de classe;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage, et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
La seconde session a lieu avant le 31 août au plus tard. Les deux sessions sont espacées d'au moins deux semaines.
§ 2 - Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session, obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
Art.37. - Verloop van het examen
Het centrum zorgt ervoor dat de examens vlot en regelmatig verlopen.
Het centrum houdt de vragenlijsten minstens vijftien dagen voor het begin van de examens ter beschikking van het Instituut.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige examen of bepaalde examengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
Het centrum zorgt ervoor dat de examens vlot en regelmatig verlopen.
Het centrum houdt de vragenlijsten minstens vijftien dagen voor het begin van de examens ter beschikking van het Instituut.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige examen of bepaalde examengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
Art.37. - Déroulement de l'examen
Le centre veille à la régularité et au bon déroulement des épreuves.
Le centre tient les questionnaires à la disposition de l'Institut au moins quinze jours ouvrables avant le déroulement des examens.
Si des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen, sans préjudice d'autres décisions administratives.
Le centre veille à la régularité et au bon déroulement des épreuves.
Le centre tient les questionnaires à la disposition de l'Institut au moins quinze jours ouvrables avant le déroulement des examens.
Si des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen, sans préjudice d'autres décisions administratives.
Art.38. - Evaluatiecriteria en evaluatiebeslissingen
Om voor de jaarlijkse eindevaluatie te slagen, moet de kandidaat zowel de helft van de punten behalen per onderwijsgebied voor de kennis betreffende bedrijfsbeheer alsook de helft van de punten behalen per vak voor de theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis.
[1 Met behoud van de toepassing van het eerste lid moeten kandidaten die met toepassing van artikel 27 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding toegelaten zijn tot de cursussen beroepskennis in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd en die met toepassing van artikel 33 toegelaten zijn tot de jaarlijkse eindevaluatie, bovendien geslaagd zijn voor het B-eindexamen en het C-eindexamen op het einde van de leertijd om te kunnen overgaan naar het tweede jaar van de B-cursussen in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd.]1
Voor bepaalde beroepen kan de Minister, op met redenen omkleed advies van het Instituut, voor bepaalde vakken de minimumeisen om te slagen voor de examens wijzigen of een vereist minimumaantal punten vaststellen.
Om de einduitslag te bepalen, wordt de uitslag van de eerste zittijd vervangen door de uitslag van de tweede zittijd voor het desbetreffende onderwijsgebied respectievelijk voor het desbetreffende vak.
Om voor de jaarlijkse eindevaluatie te slagen, moet de kandidaat zowel de helft van de punten behalen per onderwijsgebied voor de kennis betreffende bedrijfsbeheer alsook de helft van de punten behalen per vak voor de theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis.
[1 Met behoud van de toepassing van het eerste lid moeten kandidaten die met toepassing van artikel 27 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding toegelaten zijn tot de cursussen beroepskennis in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd en die met toepassing van artikel 33 toegelaten zijn tot de jaarlijkse eindevaluatie, bovendien geslaagd zijn voor het B-eindexamen en het C-eindexamen op het einde van de leertijd om te kunnen overgaan naar het tweede jaar van de B-cursussen in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd.]1
Voor bepaalde beroepen kan de Minister, op met redenen omkleed advies van het Instituut, voor bepaalde vakken de minimumeisen om te slagen voor de examens wijzigen of een vereist minimumaantal punten vaststellen.
Om de einduitslag te bepalen, wordt de uitslag van de eerste zittijd vervangen door de uitslag van de tweede zittijd voor het desbetreffende onderwijsgebied respectievelijk voor het desbetreffende vak.
Modifications
Art.38. - Critères d'évaluation et décisions
Pour réussir l'évaluation de fin d'année, le candidat doit obtenir la moitié des points tant par domaine d'enseignement pour les connaissances en gestion que par branche pour les connaissances professionnelles théoriques ou les connaissances intégrées.
[1 Sans préjudice de l'alinéa 1er, les candidats qui, en application de l'article 27 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, ont été admis aux cours de connaissances professionnelles au stade de la formation de chef d'entreprise et qui, en application de l'article 33, sont admis à l'évaluation de fin d'année, doivent en outre avoir réussi les examens finaux B et C à la fin de l'apprentissage pour pouvoir passer en deuxième année des cours B au stade de la formation de chef d'entreprise.]1
Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut modifier dans certaines branches les exigences minimales pour la réussite des examens ou fixer un nombre minimal de points.
Le résultat obtenu en première session est remplacé, dans chaque domaine d'enseignement ou branche, selon le cas, par celui obtenu en seconde session afin de calculer le résultat global.
Pour réussir l'évaluation de fin d'année, le candidat doit obtenir la moitié des points tant par domaine d'enseignement pour les connaissances en gestion que par branche pour les connaissances professionnelles théoriques ou les connaissances intégrées.
[1 Sans préjudice de l'alinéa 1er, les candidats qui, en application de l'article 27 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base, ont été admis aux cours de connaissances professionnelles au stade de la formation de chef d'entreprise et qui, en application de l'article 33, sont admis à l'évaluation de fin d'année, doivent en outre avoir réussi les examens finaux B et C à la fin de l'apprentissage pour pouvoir passer en deuxième année des cours B au stade de la formation de chef d'entreprise.]1
Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut modifier dans certaines branches les exigences minimales pour la réussite des examens ou fixer un nombre minimal de points.
Le résultat obtenu en première session est remplacé, dans chaque domaine d'enseignement ou branche, selon le cas, par celui obtenu en seconde session afin de calculer le résultat global.
Modifications
Art.39. - Beslissing van de klassenraad
De klassenraad stelt vast respectievelijk beslist of :
1° de kandidaten in de eerste of tweede zittijd geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie vermeld in artikel 38;
2° de kandidaten die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie, ook zonder een tweede zittijd bekwaam zijn om tot de hogere klas te worden toegelaten;
3° de kandidaten die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie toegelaten worden tot de tweede zittijd;
4° de kandidaten die in de tweede zittijd niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie, toch bekwaam zijn om tot de hogere klas te kunnen worden toegelaten.
De klassenraad kan aanvullende maatregelen voorstellen die de kandidaat kunnen helpen om vorderingen te maken in zijn opleiding. Die maatregelen tellen niet mee bij de evaluatie en zijn vrijblijvend.
De klassenraad stelt vast respectievelijk beslist of :
1° de kandidaten in de eerste of tweede zittijd geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie vermeld in artikel 38;
2° de kandidaten die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie, ook zonder een tweede zittijd bekwaam zijn om tot de hogere klas te worden toegelaten;
3° de kandidaten die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie toegelaten worden tot de tweede zittijd;
4° de kandidaten die in de tweede zittijd niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie, toch bekwaam zijn om tot de hogere klas te kunnen worden toegelaten.
De klassenraad kan aanvullende maatregelen voorstellen die de kandidaat kunnen helpen om vorderingen te maken in zijn opleiding. Die maatregelen tellen niet mee bij de evaluatie en zijn vrijblijvend.
Art.39. - Décision du conseil de classe
Le conseil de classe constate ou décide si :
1°les candidats ont réussi l'évaluation de fin d'année mentionnée à l'article 38 après la première ou la seconde session;
2° les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en première session possèdent malgré tout les aptitudes pour être admis dans la classe supérieure, et ce, sans devoir passer une seconde session;
3° les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en première session sont autorisés à présenter la seconde;
4° les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en seconde session possèdent malgré tout les aptitudes pour être admis dans la classe supérieure.
Le conseil de classe peut suggérer toute mesure supplémentaire susceptible de permettre au candidat de progresser dans sa formation. Ces mesures ne sont ni incorporées à l'évaluation ni contraignantes.
Le conseil de classe constate ou décide si :
1°les candidats ont réussi l'évaluation de fin d'année mentionnée à l'article 38 après la première ou la seconde session;
2° les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en première session possèdent malgré tout les aptitudes pour être admis dans la classe supérieure, et ce, sans devoir passer une seconde session;
3° les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en première session sont autorisés à présenter la seconde;
4° les candidats n'ayant pas réussi l'évaluation de fin d'année en seconde session possèdent malgré tout les aptitudes pour être admis dans la classe supérieure.
Le conseil de classe peut suggérer toute mesure supplémentaire susceptible de permettre au candidat de progresser dans sa formation. Ces mesures ne sont ni incorporées à l'évaluation ni contraignantes.
Art.40. - Mededeling van de uitslagen op het einde van het jaar
Het centrum deelt het Instituut en de kandidaat het volgende mee :
1° uiterlijk op 15 juli de uitslag van de eerste zittijd, de beslissingen van de klassenraad en eventuele voorstellen van de klassenraad en;
2° uiterlijk op 30 september, in voorkomend geval, de uitslag van de tweede zittijd, de beslissingen van de klassenraad en eventuele voorstellen van de klassenraad.
De mededeling aan de kandidaat geschiedt door de overhandiging, door het centrum, van het rapport vermeld in artikel 41.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij het rapport ontvangen heeft.
Het centrum deelt het Instituut en de kandidaat het volgende mee :
1° uiterlijk op 15 juli de uitslag van de eerste zittijd, de beslissingen van de klassenraad en eventuele voorstellen van de klassenraad en;
2° uiterlijk op 30 september, in voorkomend geval, de uitslag van de tweede zittijd, de beslissingen van de klassenraad en eventuele voorstellen van de klassenraad.
De mededeling aan de kandidaat geschiedt door de overhandiging, door het centrum, van het rapport vermeld in artikel 41.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij het rapport ontvangen heeft.
Art.40. - Communication des résultats de fin d'année
Le centre communique à l'Institut et aux candidats :
1° les résultats de la première session, ainsi que les décisions et éventuelles propositions du conseil de classe, pour le 15 juillet au plus tard et,
2° le cas échéant, les résultats de la seconde session, les décisions et éventuelles propositions du conseil de classe, pour le 30 septembre au plus tard.
Le centre communique les résultats aux candidats en leur remettant le bulletin mentionné à l'article 41.
Le candidat ou son mandataire en confirme la réception par écrit.
Le centre communique à l'Institut et aux candidats :
1° les résultats de la première session, ainsi que les décisions et éventuelles propositions du conseil de classe, pour le 15 juillet au plus tard et,
2° le cas échéant, les résultats de la seconde session, les décisions et éventuelles propositions du conseil de classe, pour le 30 septembre au plus tard.
Le centre communique les résultats aux candidats en leur remettant le bulletin mentionné à l'article 41.
Le candidat ou son mandataire en confirme la réception par écrit.
Art.41. - Rapporten
Het centrum bezorgt de kandidaten op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd een rapport over de evaluatie van de kennis 'bedrijfsbeheer', theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis.
De rapporten bevatten :
1° het aantal punten dat de kandidaat tijdens het lopende jaar voor de dagelijkse evaluatie en voor de examens heeft behaald;
2° de beslissingen van de klassenraad;
3° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
Het centrum bezorgt de kandidaten op het einde van elk jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd een rapport over de evaluatie van de kennis 'bedrijfsbeheer', theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis.
De rapporten bevatten :
1° het aantal punten dat de kandidaat tijdens het lopende jaar voor de dagelijkse evaluatie en voor de examens heeft behaald;
2° de beslissingen van de klassenraad;
3° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
Art.41. - Bulletins
Le centre délivre aux candidats, à la fin de chaque année de la formation de chef d'entreprise, à l'exception de la dernière, un bulletin reprenant l'évaluation relative aux connaissances en gestion, aux connaissances professionnelles théoriques ou aux connaissances intégrées.
Les bulletins mentionnent :
1° les points obtenus par le candidat pendant l'année en cours, tant pour l'évaluation continue que pour les examens;
2° les décisions du conseil de classe;
3° les possibilités de recours.
Le centre délivre aux candidats, à la fin de chaque année de la formation de chef d'entreprise, à l'exception de la dernière, un bulletin reprenant l'évaluation relative aux connaissances en gestion, aux connaissances professionnelles théoriques ou aux connaissances intégrées.
Les bulletins mentionnent :
1° les points obtenus par le candidat pendant l'année en cours, tant pour l'évaluation continue que pour les examens;
2° les décisions du conseil de classe;
3° les possibilités de recours.
Art.42. - Inzien van de examens en indienen van klachten
Binnen twee werkdagen na de vastgelegde datum voor de uitreiking van de rapporten van de eerste en de tweede zittijd kan de kandidaat zich bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
Binnen twee werkdagen na de vastgelegde datum voor de uitreiking van de rapporten van de eerste en de tweede zittijd kan de kandidaat zich bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
Art.42. - Consultation des documents d'examen et recours
Dans un délai de deux jours suivant la date fixée de remise des bulletins après les première et seconde sessions, le candidat peut introduire une demande pour consulter les documents d'examen auprès du centre compétent. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire en confirme la consultation par écrit.
Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit auprès de l'Institut après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Dans un délai de deux jours suivant la date fixée de remise des bulletins après les première et seconde sessions, le candidat peut introduire une demande pour consulter les documents d'examen auprès du centre compétent. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire en confirme la consultation par écrit.
Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit auprès de l'Institut après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Art.43. - Getuigschrift 'bedrijfsbeheer', schoolbezoekattesten en deelgetuigschriften
Voor elke kandidaat die nog niet in het laatste jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd is en die geslaagd is voor de noodzakelijke evaluatie van de kennis bedrijfsbeheer van het tweede jaar, maakt het Instituut een getuigschrift op dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model en zendt dat getuigschrift ter ondertekening toe aan de Minister.
Het centrum geeft op verzoek schoolbezoekattesten en deelgetuigschriften af, als een van de deelresultaten vermeld in artikel 38 bereikt wordt.
Voor elke kandidaat die nog niet in het laatste jaar van de opleiding tot ondernemingshoofd is en die geslaagd is voor de noodzakelijke evaluatie van de kennis bedrijfsbeheer van het tweede jaar, maakt het Instituut een getuigschrift op dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model en zendt dat getuigschrift ter ondertekening toe aan de Minister.
Het centrum geeft op verzoek schoolbezoekattesten en deelgetuigschriften af, als een van de deelresultaten vermeld in artikel 38 bereikt wordt.
Art.43. - Certificat de connaissances en gestion, attestations de fréquentation et certificats partiels
Pour tout candidat qui ne suit pas encore la dernière année de la formation de chef d'entreprise et qui a réussi l'évaluation requise des connaissances en gestion de la deuxième année, l'Institut établit un certificat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement et le transmet au ministre pour signature.
Sur demande, le centre délivre des attestations de fréquentation et des certificats partiels, si l'un des résultats partiels mentionnés à l'article 38 est atteint.
Pour tout candidat qui ne suit pas encore la dernière année de la formation de chef d'entreprise et qui a réussi l'évaluation requise des connaissances en gestion de la deuxième année, l'Institut établit un certificat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement et le transmet au ministre pour signature.
Sur demande, le centre délivre des attestations de fréquentation et des certificats partiels, si l'un des résultats partiels mentionnés à l'article 38 est atteint.
Afdeling 2. - Evaluatie op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd
Section 2. - Evaluation en fin de formation de chef d'entreprise
Art.44. - Toelating tot de eindevaluatie
De evaluatie op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd wordt door een centrum georganiseerd. Ze is bestemd voor :
1° de kandidaten die regelmatig deelgenomen hebben aan de cursussen van de opleiding tot ondernemingshoofd; de kandidaten mogen per vak niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 47;
2° onder voorbehoud van de toestemming van het centrum: de kandidaten die de cursussen om redenen van vooropleiding of overmacht geheel of gedeeltelijk niet hebben gevolgd;
3° de afgewezen kandidaten van het C-eindexamen die voor 31 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het examenjaar een schriftelijke aanvraag bij het centrum ingediend hebben, op voorwaarde dat het desbetreffende examen door het centrum georganiseerd wordt.
Voor bepaalde beroepen en op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister een andere minimumeis stellen voor de deelneming aan de B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens, alsook aan de jaarlijkse evaluatie.
De evaluatie op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd wordt door een centrum georganiseerd. Ze is bestemd voor :
1° de kandidaten die regelmatig deelgenomen hebben aan de cursussen van de opleiding tot ondernemingshoofd; de kandidaten mogen per vak niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 47;
2° onder voorbehoud van de toestemming van het centrum: de kandidaten die de cursussen om redenen van vooropleiding of overmacht geheel of gedeeltelijk niet hebben gevolgd;
3° de afgewezen kandidaten van het C-eindexamen die voor 31 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het examenjaar een schriftelijke aanvraag bij het centrum ingediend hebben, op voorwaarde dat het desbetreffende examen door het centrum georganiseerd wordt.
Voor bepaalde beroepen en op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister een andere minimumeis stellen voor de deelneming aan de B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens, alsook aan de jaarlijkse evaluatie.
Art.44. - Admission à l'évaluation finale
L'évaluation en fin de formation de chef d'entreprise est menée par un centre. Elle s'adresse :
1° aux candidats qui ont régulièrement participé aux cours de la formation de chef d'entreprise; ils ne peuvent avoir cumulé des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, et ce, par branche, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 47;
2° moyennant l'accord du centre, aux candidats qui n'ont pas suivi les cours, en tout ou partie, en raison de leur formation précédente ou d'un cas de force majeure;
3° aux candidats ajournés de l'examen final C qui, avant le 31 octobre de l'année précédant celle de l'examen, ont introduit une demande écrite auprès du centre, à condition que l'examen en question soit organisé par le centre.
Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut prévoir d'autres exigences minimales pour la participation aux examens finaux B ou I et C, ainsi qu'à l'évaluation annuelle.
L'évaluation en fin de formation de chef d'entreprise est menée par un centre. Elle s'adresse :
1° aux candidats qui ont régulièrement participé aux cours de la formation de chef d'entreprise; ils ne peuvent avoir cumulé des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, et ce, par branche, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 47;
2° moyennant l'accord du centre, aux candidats qui n'ont pas suivi les cours, en tout ou partie, en raison de leur formation précédente ou d'un cas de force majeure;
3° aux candidats ajournés de l'examen final C qui, avant le 31 octobre de l'année précédant celle de l'examen, ont introduit une demande écrite auprès du centre, à condition que l'examen en question soit organisé par le centre.
Pour certaines professions et sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut prévoir d'autres exigences minimales pour la participation aux examens finaux B ou I et C, ainsi qu'à l'évaluation annuelle.
Art.45. - Geëvalueerde kennis en wegingscoëfficiënt
§ 1 - De eindevaluatie is gebaseerd op het opleidingsprogramma dat de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd. Ze heeft betrekking op :
1° de kennis 'bedrijfsbeheer' voor 30 pct. van het totaal aantal punten;
2° de theoretische vakkennis voor 30 pct. van het totaal aantal punten;
3° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
Voor de beroepen waarvoor een geïntegreerd opleidingsprogramma goedgekeurd werd, heeft de eindevaluatie betrekking op :
1° de geïntegreerde kennis voor 60 pct. van het totaal aantal punten;
2° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
§ 2 - De eindevaluatie van de kennis bedrijfsbeheer, de theoretische vakkennis en de geïntegreerde kennis bestaat in de eerste en in de tweede zittijd uit twee gedeelten: enerzijds een dagelijkse evaluatie tijdens het opleidingsjaar van de opleiding tot ondernemingshoofd en anderzijds een A-examen, B-examen of I-examen op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd.
De Regering bepaalt hoe de punten over de twee gedeelten van de evaluatie worden opgesplitst.
Het Instituut kan beslissen dat voor bepaalde vakken geen evaluatie tijdens het jaar wordt uitgevoerd.
Voor de evaluatie van de praktische beroepsbekwaamheid op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd vindt een C-eindexamen plaats.
§ 1 - De eindevaluatie is gebaseerd op het opleidingsprogramma dat de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd. Ze heeft betrekking op :
1° de kennis 'bedrijfsbeheer' voor 30 pct. van het totaal aantal punten;
2° de theoretische vakkennis voor 30 pct. van het totaal aantal punten;
3° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
Voor de beroepen waarvoor een geïntegreerd opleidingsprogramma goedgekeurd werd, heeft de eindevaluatie betrekking op :
1° de geïntegreerde kennis voor 60 pct. van het totaal aantal punten;
2° de praktische beroepsbekwaamheid voor 40 pct. van het totaal aantal punten.
§ 2 - De eindevaluatie van de kennis bedrijfsbeheer, de theoretische vakkennis en de geïntegreerde kennis bestaat in de eerste en in de tweede zittijd uit twee gedeelten: enerzijds een dagelijkse evaluatie tijdens het opleidingsjaar van de opleiding tot ondernemingshoofd en anderzijds een A-examen, B-examen of I-examen op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd.
De Regering bepaalt hoe de punten over de twee gedeelten van de evaluatie worden opgesplitst.
Het Instituut kan beslissen dat voor bepaalde vakken geen evaluatie tijdens het jaar wordt uitgevoerd.
Voor de evaluatie van de praktische beroepsbekwaamheid op het einde van de opleiding tot ondernemingshoofd vindt een C-eindexamen plaats.
Art.45. - Connaissances évaluées et pondération
§ 1er - L'évaluation finale repose sur le programme de formation approuvé par le Gouvernement sur proposition de l'Institut. Elle porte sur :
1° les connaissances en gestion, à raison de 30 % du total des points;
2° les connaissances professionnelles théoriques, à raison de 30 % du total des points;
3° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
Concernant les professions pour lesquelles un programme de formation intégré a été approuvé, l'évaluation finale porte sur :
1° les connaissances intégrées, à raison de 60 % du total des points;
2° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
§ 2 - En ce qui concerne les connaissances en gestion, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées, l'évaluation finale comprend, en première et seconde sessions, deux volets : d'une part, une évaluation continue pendant l'année de formation de chef d'entreprise et, d'autre part, un examen A, B ou I en fin de formation.
Le Gouvernement fixe la répartition des points entre les deux volets de l'évaluation.
L'Institut peut décider qu'aucune évaluation n'ait lieu en cours d'année pour certaines branches.
Un examen final C a lieu pour évaluer les aptitudes professionnelles pratiques en fin de formation de chef d'entreprise.
§ 1er - L'évaluation finale repose sur le programme de formation approuvé par le Gouvernement sur proposition de l'Institut. Elle porte sur :
1° les connaissances en gestion, à raison de 30 % du total des points;
2° les connaissances professionnelles théoriques, à raison de 30 % du total des points;
3° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
Concernant les professions pour lesquelles un programme de formation intégré a été approuvé, l'évaluation finale porte sur :
1° les connaissances intégrées, à raison de 60 % du total des points;
2° les aptitudes professionnelles pratiques, à raison de 40 % du total des points.
§ 2 - En ce qui concerne les connaissances en gestion, les connaissances professionnelles théoriques et les connaissances intégrées, l'évaluation finale comprend, en première et seconde sessions, deux volets : d'une part, une évaluation continue pendant l'année de formation de chef d'entreprise et, d'autre part, un examen A, B ou I en fin de formation.
Le Gouvernement fixe la répartition des points entre les deux volets de l'évaluation.
L'Institut peut décider qu'aucune évaluation n'ait lieu en cours d'année pour certaines branches.
Un examen final C a lieu pour évaluer les aptitudes professionnelles pratiques en fin de formation de chef d'entreprise.
Art.46. - Inhoud van de eindexamens
Met inachtneming van de opleidingsprogramma's die de Regering heeft goedgekeurd, leggen de betrokken vakleerkrachten de inhoud van de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens vast. De bevoegde vakleerkracht maakt de inhoud van het C-eindexamen op in overleg met een van de vakdeskundigen vermeld in artikel 50, § 1, eerste lid.
De examencommissie voert de evaluatie uit.
De betrokken vakleerkracht legt de inhoud voor de tweede zittijd vast.
Met inachtneming van de opleidingsprogramma's die de Regering heeft goedgekeurd, leggen de betrokken vakleerkrachten de inhoud van de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens vast. De bevoegde vakleerkracht maakt de inhoud van het C-eindexamen op in overleg met een van de vakdeskundigen vermeld in artikel 50, § 1, eerste lid.
De examencommissie voert de evaluatie uit.
De betrokken vakleerkracht legt de inhoud voor de tweede zittijd vast.
Art.46. - Contenu des examens finaux
Dans le respect des programmes de formation approuvés par le Gouvernement, les différents professeurs spécialisés établissent le contenu des examens finaux A, B et I. Le professeur spécialisé compétent établit le contenu de l'examen final C en concertation avec l'un des professionnels mentionnés à l'article 50, § 1er, alinéa 1er.
La commission d'examen procède à l'évaluation.
Le professeur spécialisé concerné établit les contenus pour la seconde session.
Dans le respect des programmes de formation approuvés par le Gouvernement, les différents professeurs spécialisés établissent le contenu des examens finaux A, B et I. Le professeur spécialisé compétent établit le contenu de l'examen final C en concertation avec l'un des professionnels mentionnés à l'article 50, § 1er, alinéa 1er.
La commission d'examen procède à l'évaluation.
Le professeur spécialisé concerné établit les contenus pour la seconde session.
Art.47. - Vrijstellingen
§ 1 - Kandidaten die op grond van artikel 30 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een vrijstelling van cursussen hebben gekregen en kandidaten die op grond van prestaties aan een centrum of aan een gelijkgesteld centrum een vrijstelling voor een eindexamen of voor een volledig deelgebied A en/of B willen krijgen, dienen bewijzen in over de uitslagen die ze in dat vak hebben behaald om die uitslagen bij het bevoegde centrum aan te rekenen of om te rekenen. Als betrokkene voor het vak geslaagd is en geen punten aangerekend of omgerekend kunnen worden, telt de cursus of het examengedeelte waarvoor hij wordt vrijgesteld, voor 60 pct. van het mogelijke totaal aantal punten.
§ 2 - Als een kandidaat niet slaagt voor zijn C-eindexamen, kan hij, als hij dat examen moet overdoen, op verzoek een vrijstelling krijgen voor bepaalde, door de Regering op voorstel van het Instituut vastgelegde beroepen en examengedeelten.
Als de kandidaat een vrijstelling krijgt voor een examengedeelte, behoudt hij de reeds verkregen evaluatie voor dat examengedeelte als hij het C-eindexamen overdoet.
§ 1 - Kandidaten die op grond van artikel 30 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding een vrijstelling van cursussen hebben gekregen en kandidaten die op grond van prestaties aan een centrum of aan een gelijkgesteld centrum een vrijstelling voor een eindexamen of voor een volledig deelgebied A en/of B willen krijgen, dienen bewijzen in over de uitslagen die ze in dat vak hebben behaald om die uitslagen bij het bevoegde centrum aan te rekenen of om te rekenen. Als betrokkene voor het vak geslaagd is en geen punten aangerekend of omgerekend kunnen worden, telt de cursus of het examengedeelte waarvoor hij wordt vrijgesteld, voor 60 pct. van het mogelijke totaal aantal punten.
§ 2 - Als een kandidaat niet slaagt voor zijn C-eindexamen, kan hij, als hij dat examen moet overdoen, op verzoek een vrijstelling krijgen voor bepaalde, door de Regering op voorstel van het Instituut vastgelegde beroepen en examengedeelten.
Als de kandidaat een vrijstelling krijgt voor een examengedeelte, behoudt hij de reeds verkregen evaluatie voor dat examengedeelte als hij het C-eindexamen overdoet.
Art.47. - Dispenses
§ 1er - Les candidats qui ont obtenu une dispense de cours conformément à l'article 30 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base et ceux qui souhaitent, sur la base de leurs prestations, obtenir auprès d'un centre ou d'un centre assimilé une dispense pour un examen final ou pour l'ensemble d'un partiel A et/ou B, introduisent auprès du centre compétent la preuve des résultats obtenus dans la branche concernée en vue de leur reconnaissance et conversion. Si la branche est réussie et que les points ne peuvent pas être reconnus ou convertis, le cours ou la partie d'examen pour lequel une dispense a été accordée est évalué à hauteur de 60 % des points totaux possibles.
§ 2 - Si un candidat ne réussit pas son examen final C et le représente, il peut à sa demande obtenir une dispense pour certaines professions et parties d'examen fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
Si le candidat sollicite la dispense pour une partie d'examen, l'évaluation déjà atteinte pour ladite partie sera prise en considération s'il représente l'examen final C.
§ 1er - Les candidats qui ont obtenu une dispense de cours conformément à l'article 30 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base et ceux qui souhaitent, sur la base de leurs prestations, obtenir auprès d'un centre ou d'un centre assimilé une dispense pour un examen final ou pour l'ensemble d'un partiel A et/ou B, introduisent auprès du centre compétent la preuve des résultats obtenus dans la branche concernée en vue de leur reconnaissance et conversion. Si la branche est réussie et que les points ne peuvent pas être reconnus ou convertis, le cours ou la partie d'examen pour lequel une dispense a été accordée est évalué à hauteur de 60 % des points totaux possibles.
§ 2 - Si un candidat ne réussit pas son examen final C et le représente, il peut à sa demande obtenir une dispense pour certaines professions et parties d'examen fixées par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
Si le candidat sollicite la dispense pour une partie d'examen, l'évaluation déjà atteinte pour ladite partie sera prise en considération s'il représente l'examen final C.
Art.48. - Examenzittijden
§ 1 - Voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens worden twee zittijden georganiseerd.
De eerste zittijd eindigt ten laatste op 15 juli en moet in het uurrooster/de kalender ingeschreven zijn.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie, met uitzondering van de C-eindexamens, en door de klassenraad tot de tweede zittijd werden toegelaten;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad daartoe toegelaten werden.
Ze vindt ten vroegste drie weken na de mededeling van de uitslagen van de eerste zittijd aan de kandidaten plaats en ten laatste op 25 september.
§ 2 - Voor de C-eindexamens wordt één zittijd per jaar georganiseerd. Deze zittijd wordt tussen 15 mei en 30 september gehouden, tenzij het Instituut een afwijking toestaat.
In afwijking van het eerste lid worden twee zittijden georganiseerd voor C-examens voor de beroepen waarvoor in het kader van een opleiding tot ondernemingshoofd een meesterschapsstage kan worden gevolgd. De tweede zittijd vindt ten vroegste drie weken na de mededeling van de uitslagen van de eerste zittijd aan de kandidaten plaats en ten laatste op 31 januari van het daaropvolgende jaar.
De C-examens duren hoogstens één dag.
In afwijking van het derde lid kan het Instituut voor bepaalde beroepen een langere duur bepalen.
§ 3 - De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
§ 1 - Voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens worden twee zittijden georganiseerd.
De eerste zittijd eindigt ten laatste op 15 juli en moet in het uurrooster/de kalender ingeschreven zijn.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie, met uitzondering van de C-eindexamens, en door de klassenraad tot de tweede zittijd werden toegelaten;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad daartoe toegelaten werden.
Ze vindt ten vroegste drie weken na de mededeling van de uitslagen van de eerste zittijd aan de kandidaten plaats en ten laatste op 25 september.
§ 2 - Voor de C-eindexamens wordt één zittijd per jaar georganiseerd. Deze zittijd wordt tussen 15 mei en 30 september gehouden, tenzij het Instituut een afwijking toestaat.
In afwijking van het eerste lid worden twee zittijden georganiseerd voor C-examens voor de beroepen waarvoor in het kader van een opleiding tot ondernemingshoofd een meesterschapsstage kan worden gevolgd. De tweede zittijd vindt ten vroegste drie weken na de mededeling van de uitslagen van de eerste zittijd aan de kandidaten plaats en ten laatste op 31 januari van het daaropvolgende jaar.
De C-examens duren hoogstens één dag.
In afwijking van het derde lid kan het Instituut voor bepaalde beroepen een langere duur bepalen.
§ 3 - De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
Art.48. - Sessions d'examen
§ 1er - Deux sessions sont organisées pour les examens finaux A, B et I.
La première session se termine au plus tard le 15 juillet et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi en première session l'évaluation finale, à l'exception de l'examen final C, et sont autorisés à présenter la seconde session par le conseil de classe;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage, et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
Elle se tient au plus tard trois semaines après la communication aux candidats des résultats de la première session et au plus tard le 25 septembre.
§ 2 - Les examens finaux C ne font l'objet que d'une session par an. Cette session se tient entre le 15 mai et le 30 septembre, sauf dérogation accordée par l'Institut.
Par dérogation au premier alinéa, deux sessions sont organisées pour les examens C dans les professions où un stage volontaire de maitrise peut être accompli dans le cadre d'une formation de chef d'entreprise. La seconde session se tient au plus tôt trois semaines après la communication aux candidats des résultats de la première session et au plus tard le 31 janvier de l'année suivante.
Les examens C durent un jour au plus.
Par dérogation à l'alinéa 3, l'Institut peut fixer une durée plus longue pour certaines professions.
§ 3 - Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
§ 1er - Deux sessions sont organisées pour les examens finaux A, B et I.
La première session se termine au plus tard le 15 juillet et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi en première session l'évaluation finale, à l'exception de l'examen final C, et sont autorisés à présenter la seconde session par le conseil de classe;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage, et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
Elle se tient au plus tard trois semaines après la communication aux candidats des résultats de la première session et au plus tard le 25 septembre.
§ 2 - Les examens finaux C ne font l'objet que d'une session par an. Cette session se tient entre le 15 mai et le 30 septembre, sauf dérogation accordée par l'Institut.
Par dérogation au premier alinéa, deux sessions sont organisées pour les examens C dans les professions où un stage volontaire de maitrise peut être accompli dans le cadre d'une formation de chef d'entreprise. La seconde session se tient au plus tôt trois semaines après la communication aux candidats des résultats de la première session et au plus tard le 31 janvier de l'année suivante.
Les examens C durent un jour au plus.
Par dérogation à l'alinéa 3, l'Institut peut fixer une durée plus longue pour certaines professions.
§ 3 - Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
Art.49. - Examinator voor de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens
De A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens worden geëvalueerd door de betrokken vakleerkracht(en) van de kandidaten.
De A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens worden geëvalueerd door de betrokken vakleerkracht(en) van de kandidaten.
Art.49. - Examinateur pour les examens finaux A, B et I
Le ou les professeurs spécialisés des candidats procèdent à l'évaluation des examens finaux A, B et I.
Le ou les professeurs spécialisés des candidats procèdent à l'évaluation des examens finaux A, B et I.
Art.50. - Examencommissie voor de C-eindexamens
§ 1 - De examencommissie is als volgt samengesteld voor de C-eindexamens :
1° ofwel uit een vakleerkracht en een externe vakdeskundige die geen vakleerkracht van de deelnemer aan het examen [1 is of was, noch werkzaam is of was]1 in dezelfde onderneming als een van de deelnemers aan het examen, noch met hem gehuwd is, noch wettelijk samenwoont, noch feitelijk samenwoont, noch in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was;
2° ofwel uit twee externe vakdeskundigen, als geen specifieke cursussen georganiseerd konden worden over het beroep waarop het examen betrekking heeft of als de vakleerkracht [1 werkzaam is of was]1 in dezelfde onderneming als een van de deelnemers aan het examen of met hem gehuwd is, wettelijk samenwoont, feitelijk samenwoont, in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was.
In afwijking van het eerste lid kan de examencommissie, voor bepaalde beroepen die door het Instituut vastgelegd worden, uit een hoger aantal vakleerkrachten of vakdeskundigen bestaan.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan het Instituut op met redenen omkleed verzoek van het centrum externe waarnemers toelaten tot de C-eindexamens. De externe waarnemers hebben geen stemrecht en oefenen op geen enkel moment invloed uit op de evaluatie.
§ 2 - Uiterlijk vier weken voor het begin van de examens dient het centrum zijn voordracht van de leden van de examencommissie en de externe waarnemers voor de C-eindexamens in bij het Instituut. Uiterlijk twee weken voor het begin van de examens deelt het Instituut aan het centrum zijn instemming of zijn met redenen omklede weigering mee.
§ 3 - De examencommissie voor de C-eindexamens protocolleert haar beslissingen.
§ 1 - De examencommissie is als volgt samengesteld voor de C-eindexamens :
1° ofwel uit een vakleerkracht en een externe vakdeskundige die geen vakleerkracht van de deelnemer aan het examen [1 is of was, noch werkzaam is of was]1 in dezelfde onderneming als een van de deelnemers aan het examen, noch met hem gehuwd is, noch wettelijk samenwoont, noch feitelijk samenwoont, noch in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was;
2° ofwel uit twee externe vakdeskundigen, als geen specifieke cursussen georganiseerd konden worden over het beroep waarop het examen betrekking heeft of als de vakleerkracht [1 werkzaam is of was]1 in dezelfde onderneming als een van de deelnemers aan het examen of met hem gehuwd is, wettelijk samenwoont, feitelijk samenwoont, in de rechte lijn bloedverwant of aanverwant is of was.
In afwijking van het eerste lid kan de examencommissie, voor bepaalde beroepen die door het Instituut vastgelegd worden, uit een hoger aantal vakleerkrachten of vakdeskundigen bestaan.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan het Instituut op met redenen omkleed verzoek van het centrum externe waarnemers toelaten tot de C-eindexamens. De externe waarnemers hebben geen stemrecht en oefenen op geen enkel moment invloed uit op de evaluatie.
§ 2 - Uiterlijk vier weken voor het begin van de examens dient het centrum zijn voordracht van de leden van de examencommissie en de externe waarnemers voor de C-eindexamens in bij het Instituut. Uiterlijk twee weken voor het begin van de examens deelt het Instituut aan het centrum zijn instemming of zijn met redenen omklede weigering mee.
§ 3 - De examencommissie voor de C-eindexamens protocolleert haar beslissingen.
Modifications
Art.50. - Commission d'examen pour les examens finaux C
§ 1er - Pour les examens finaux C, la commission d'examen est composée des personnes suivantes :
1° [1 soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ou n'était ni le professeur spécialisé du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, n'est pas son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou ne lui était pas apparenté ou allié en ligne directe]1;
2° soit de deux professionnels externes, si aucun cours spécifique n'est organisé dans la profession faisant l'objet de l'examen ou [1 si le professeur spécialisé est ou était occupé]1 dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, est son conjoint ou son cohabitant légal, vit maritalement avec lui ou lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe.
Par dérogation à l'alinéa premier, la commission d'examen peut compter plus de professeurs spécialisés ou professionnels pour certaines professions, fixées par l'Institut.
Sans préjudice de l'alinéa 1er, l'Institut peut admettre aux examens finaux C des observateurs externes sur demande motivée du centre. Les observateurs externes n'ont pas voix délibérative et n'interviennent à aucun moment dans l'évaluation.
§ 2 - Au plus tard quatre semaines avant le début des examens, le centre propose à l'Institut les membres de la commission d'examen et les observateurs externes pour les examens finaux C. Au plus tard deux semaines avant le début des examens, l'Institut adresse au centre soit son accord, soit son refus motivé.
§ 3 - La commission d'examen pour les examens finaux C rédige un procès-verbal reprenant ses décisions.
§ 1er - Pour les examens finaux C, la commission d'examen est composée des personnes suivantes :
1° [1 soit d'un professeur spécialisé et d'un professionnel externe qui n'est ou n'était ni le professeur spécialisé du participant à l'examen, ni occupé dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, n'est pas son conjoint ou cohabitant légal, ne vit pas maritalement avec lui ou ne lui est ou ne lui était pas apparenté ou allié en ligne directe]1;
2° soit de deux professionnels externes, si aucun cours spécifique n'est organisé dans la profession faisant l'objet de l'examen ou [1 si le professeur spécialisé est ou était occupé]1 dans la même entreprise que l'un des participants à l'examen, est son conjoint ou son cohabitant légal, vit maritalement avec lui ou lui est ou était apparenté ou allié en ligne directe.
Par dérogation à l'alinéa premier, la commission d'examen peut compter plus de professeurs spécialisés ou professionnels pour certaines professions, fixées par l'Institut.
Sans préjudice de l'alinéa 1er, l'Institut peut admettre aux examens finaux C des observateurs externes sur demande motivée du centre. Les observateurs externes n'ont pas voix délibérative et n'interviennent à aucun moment dans l'évaluation.
§ 2 - Au plus tard quatre semaines avant le début des examens, le centre propose à l'Institut les membres de la commission d'examen et les observateurs externes pour les examens finaux C. Au plus tard deux semaines avant le début des examens, l'Institut adresse au centre soit son accord, soit son refus motivé.
§ 3 - La commission d'examen pour les examens finaux C rédige un procès-verbal reprenant ses décisions.
Modifications
Art.51. - Dossier over de organisatie van de examens
Het centrum legt het volledige dossier over de organisatie van alle C-eindexamens uiterlijk vier weken voor het begin van de examens voor aan het Instituut.
Het dossier over de organisatie van de examens bevat :
1° het organisatieplan, dat de volgende gegevens bevat :
a) de namen van de leden van de examencommissie en, in voorkomend geval, de namen van de externe waarnemers;
b) de datum, het uur en de plaats en de inhoud van de eindexamens;
c) het aantal kandidaten;
d) in voorkomend geval de datum van de voorbereidende vergadering van de examencommissie;
e) het aantal zittijden;
f) de forfaitaire vergoeding die aan het centrum moet worden betaald per persoon die aan de C-eindexamens deelneemt, alsook het totale bedrag dat moet worden betaald per beroep en per C-eindexamen;
2° het evaluatieformulier;
3° de opgaven voor de deelnemers aan de examens;
4° de inlichtingen die het Instituut heeft aangevraagd over de aangevraagde externe leden van de examencommissie en over de waarnemers vermeld in artikel 50, § 1, derde lid.
Uiterlijk twee weken voor het begin van de examens deelt het Instituut zijn instemming of zijn opmerkingen mee aan het centrum.
Nadat het centrum het organisatieplan zo nodig verbeterd heeft, legt het centrum het definitieve organisatieplan voor het begin van de examens ter goedkeuring voor aan het Instituut.
Het centrum legt het volledige dossier over de organisatie van alle C-eindexamens uiterlijk vier weken voor het begin van de examens voor aan het Instituut.
Het dossier over de organisatie van de examens bevat :
1° het organisatieplan, dat de volgende gegevens bevat :
a) de namen van de leden van de examencommissie en, in voorkomend geval, de namen van de externe waarnemers;
b) de datum, het uur en de plaats en de inhoud van de eindexamens;
c) het aantal kandidaten;
d) in voorkomend geval de datum van de voorbereidende vergadering van de examencommissie;
e) het aantal zittijden;
f) de forfaitaire vergoeding die aan het centrum moet worden betaald per persoon die aan de C-eindexamens deelneemt, alsook het totale bedrag dat moet worden betaald per beroep en per C-eindexamen;
2° het evaluatieformulier;
3° de opgaven voor de deelnemers aan de examens;
4° de inlichtingen die het Instituut heeft aangevraagd over de aangevraagde externe leden van de examencommissie en over de waarnemers vermeld in artikel 50, § 1, derde lid.
Uiterlijk twee weken voor het begin van de examens deelt het Instituut zijn instemming of zijn opmerkingen mee aan het centrum.
Nadat het centrum het organisatieplan zo nodig verbeterd heeft, legt het centrum het definitieve organisatieplan voor het begin van de examens ter goedkeuring voor aan het Instituut.
Art.51. - Dossier relatif à l'organisation des examens
Au plus tard quatre semaines avant le début des examens, le centre soumet à l'institut le dossier complet relatif à l'organisation des examens pour tous les examens finaux C.
Le dossier relatif à l'organisation des examens contient :
1° le plan d'organisation qui comprend les informations suivantes :
a) les noms des membres de la commission d'examen et, le cas échéant, ceux des observateurs externes;
b) les jours, heures, lieu et contenu des examens finaux;
c) le nombre de candidats;
d) le cas échéant, la date de la séance préparatoire de la commission d'examen;
e) le nombre de sessions;
f) l'indemnité forfaitaire à acquitter en faveur du centre par chaque participant aux examens finaux C ainsi que la somme totale à acquitter par profession et par examen final C;
2° le formulaire d'évaluation;
3° les tâches à accomplir par les participants à l'examen;
4° les renseignements demandés par l'Institut et relatifs aux membres externes de la commission d'examen et aux observateurs mentionnés à l'article 50, § 1er, alinéa 3.
Au plus tard deux semaines avant le début des examens, l'Institut communique au centre soit son accord, soit ses remarques.
Après avoir apporté d'éventuelles corrections, le centre transmet à l'Institut, avant le début des examens, le plan d'organisation définitif pour approbation.
Au plus tard quatre semaines avant le début des examens, le centre soumet à l'institut le dossier complet relatif à l'organisation des examens pour tous les examens finaux C.
Le dossier relatif à l'organisation des examens contient :
1° le plan d'organisation qui comprend les informations suivantes :
a) les noms des membres de la commission d'examen et, le cas échéant, ceux des observateurs externes;
b) les jours, heures, lieu et contenu des examens finaux;
c) le nombre de candidats;
d) le cas échéant, la date de la séance préparatoire de la commission d'examen;
e) le nombre de sessions;
f) l'indemnité forfaitaire à acquitter en faveur du centre par chaque participant aux examens finaux C ainsi que la somme totale à acquitter par profession et par examen final C;
2° le formulaire d'évaluation;
3° les tâches à accomplir par les participants à l'examen;
4° les renseignements demandés par l'Institut et relatifs aux membres externes de la commission d'examen et aux observateurs mentionnés à l'article 50, § 1er, alinéa 3.
Au plus tard deux semaines avant le début des examens, l'Institut communique au centre soit son accord, soit ses remarques.
Après avoir apporté d'éventuelles corrections, le centre transmet à l'Institut, avant le début des examens, le plan d'organisation définitif pour approbation.
Art.52. - Verloop van de eindexamens
Het centrum zorgt voor het regelmatige en vlotte verloop van de eindexamens en voor de correcte toepassing van het dossier over de organisatie van de examens.
Het centrum houdt de opgaven en de inhoud van de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens minstens tien werkdagen vóór het begin van die examens ter inzage ter beschikking van het Instituut.
Volgende elementen van het eindexamen van de kandidaten worden ter beschikking gehouden van het Instituut tot uiterlijk 31 maart van het jaar dat volgt op het examenjaar :
1° de eindexamendocumenten;
2° de eindexamenwerken of bewijskrachtige beelddocumentatie over de eindexamenwerken;
3° de niet voor verbruik bestemde examenstukken of bewijskrachtige beelddocumentatie over de eindexamenstukken.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige eindexamen of bepaalde examengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
Het centrum zorgt voor het regelmatige en vlotte verloop van de eindexamens en voor de correcte toepassing van het dossier over de organisatie van de examens.
Het centrum houdt de opgaven en de inhoud van de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens minstens tien werkdagen vóór het begin van die examens ter inzage ter beschikking van het Instituut.
Volgende elementen van het eindexamen van de kandidaten worden ter beschikking gehouden van het Instituut tot uiterlijk 31 maart van het jaar dat volgt op het examenjaar :
1° de eindexamendocumenten;
2° de eindexamenwerken of bewijskrachtige beelddocumentatie over de eindexamenwerken;
3° de niet voor verbruik bestemde examenstukken of bewijskrachtige beelddocumentatie over de eindexamenstukken.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige eindexamen of bepaalde examengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
Art.52. - Déroulement des examens finaux
Le centre veille au bon déroulement et à la régularité des examens finaux ainsi qu'à l'application conforme du plan d'organisation.
Il tient les tâches à accomplir et les contenus des examens finaux A, B et I à la disposition de l'Institut, pour consultation, au moins dix jours ouvrables avant la date de début des examens.
Les éléments suivants relatifs aux examens finaux des candidats sont tenus à la disposition de l'Institut jusqu'au 31 mars de l'année suivant celle des examens :
1° les documents des examens finaux;
2° les travaux des examens finaux ou des images documentant ces travaux de manière probante;
3° les pièces d'examen non destinées à la consommation ou des images documentant ces pièces de manière probante.
Si des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen final, sans préjudice d'autres décisions administratives.
Le centre veille au bon déroulement et à la régularité des examens finaux ainsi qu'à l'application conforme du plan d'organisation.
Il tient les tâches à accomplir et les contenus des examens finaux A, B et I à la disposition de l'Institut, pour consultation, au moins dix jours ouvrables avant la date de début des examens.
Les éléments suivants relatifs aux examens finaux des candidats sont tenus à la disposition de l'Institut jusqu'au 31 mars de l'année suivant celle des examens :
1° les documents des examens finaux;
2° les travaux des examens finaux ou des images documentant ces travaux de manière probante;
3° les pièces d'examen non destinées à la consommation ou des images documentant ces pièces de manière probante.
Si des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen final, sans préjudice d'autres décisions administratives.
Art.53. - Evaluatiecriteria en evaluatiebeslissingen
§ 1 - Om voor de eindevaluatie in de eerste zittijd te slagen, moet de kandidaat :
1° voor de kennis bedrijfsbeheer en voor de theoretische vakkennis of de geïntegreerde kennis per onderwijsgebied of per vak de helft van de punten behalen;
2° voor het praktische C-examen in totaal 60 pct. van het totaal aantal punten behalen en voor elk van de professionele activiteiten 50 pct. van de punten behalen, voor zover die activiteiten verschillend van aard zijn, op basis van de beroepenlijst die de Regering na advies van het Instituut heeft vastgelegd.
§ 2 - De kandidaten die de in eerste zittijd niet geslaagd zijn, kunnen voor de vakken of onderwijsgebieden waarvoor ze niet het vereiste minimumaantal punten hebben behaald :
1° deelnemen aan de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens van de tweede zittijd, op voorwaarde dat ze door de klassenraad daartoe worden toegelaten;
2° toegelaten worden tot de C-eindexamens voor de beroepen waarvoor in het kader van een opleiding tot ondernemingshoofd een meesterschapsstage wordt gevolgd.
§ 3 - De kandidaat slaagt voor de eindevaluatie in de tweede zittijd als hij voldoet aan de voorwaarden bepaald in § 1.
De uitslag van de eerste zittijd wordt vervangen door de uitslag van de tweede zittijd voor het desbetreffende vak of onderwijsgebied om de einduitslag en de graad van verdienste te bepalen.
§ 4 - Wie slaagt, krijgt een van de volgende graden van verdienste :
1° 'voldoende' voor een eindevaluatie tussen 50 en 69,9 pct.;
2° 'onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 70 en 79,9 pct.;
3° 'grote onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 80 en 89,9 pct.;
4° 'grootste onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 90 en 100 pct.
§ 1 - Om voor de eindevaluatie in de eerste zittijd te slagen, moet de kandidaat :
1° voor de kennis bedrijfsbeheer en voor de theoretische vakkennis of de geïntegreerde kennis per onderwijsgebied of per vak de helft van de punten behalen;
2° voor het praktische C-examen in totaal 60 pct. van het totaal aantal punten behalen en voor elk van de professionele activiteiten 50 pct. van de punten behalen, voor zover die activiteiten verschillend van aard zijn, op basis van de beroepenlijst die de Regering na advies van het Instituut heeft vastgelegd.
§ 2 - De kandidaten die de in eerste zittijd niet geslaagd zijn, kunnen voor de vakken of onderwijsgebieden waarvoor ze niet het vereiste minimumaantal punten hebben behaald :
1° deelnemen aan de A-eindexamens, B-eindexamens en I-eindexamens van de tweede zittijd, op voorwaarde dat ze door de klassenraad daartoe worden toegelaten;
2° toegelaten worden tot de C-eindexamens voor de beroepen waarvoor in het kader van een opleiding tot ondernemingshoofd een meesterschapsstage wordt gevolgd.
§ 3 - De kandidaat slaagt voor de eindevaluatie in de tweede zittijd als hij voldoet aan de voorwaarden bepaald in § 1.
De uitslag van de eerste zittijd wordt vervangen door de uitslag van de tweede zittijd voor het desbetreffende vak of onderwijsgebied om de einduitslag en de graad van verdienste te bepalen.
§ 4 - Wie slaagt, krijgt een van de volgende graden van verdienste :
1° 'voldoende' voor een eindevaluatie tussen 50 en 69,9 pct.;
2° 'onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 70 en 79,9 pct.;
3° 'grote onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 80 en 89,9 pct.;
4° 'grootste onderscheiding' voor een eindevaluatie tussen 90 en 100 pct.
Art.53. - Critères d'évaluation et décisions
§ 1er - Pour réussir l'évaluation finale en première session, le candidat doit :
1° obtenir la moitié des points par domaine d'enseignement ou par branche pour les connaissances en gestion et les connaissances professionnelles théoriques ou pour les connaissances intégrées;
2° obtenir, lors de l'examen pratique C, 60 % des points au total et 50 % dans chacune des activités professionnelles, si celles-ci sont multiples, conformément à la liste fixée par le Gouvernement sur avis de l'Institut.
§ 2 - Les candidats qui n'ont pas réussi la première session peuvent, dans les branches ou domaines d'enseignement où ils n'ont pas obtenu le nombre de points minimal :
1° participer aux examens finaux A, B et I de la seconde session, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe;
2° être admis aux examens finaux C dans les professions où un stage volontaire de maitrise est accompli dans le cadre d'une formation de chef d'entreprise.
§ 3 - Le candidat remplissant les conditions fixées au § 1er réussit l'évaluation finale en seconde session.
Le résultat obtenu en première session est remplacé, dans chaque branche ou domaine d'enseignement, par celui obtenu en seconde session afin de calculer le résultat global et la mention.
§ 4 - Les mentions suivantes peuvent être obtenues en cas de réussite :
1° satisfaction pour une évaluation finale entre 50 et 69,9 % ;
2° distinction pour une évaluation finale entre 70 et 79,9 % ;
3° grande distinction pour une évaluation finale entre 80 et 89,9 % ;
4° plus grande distinction pour une évaluation finale entre 90 et 100 % .
§ 1er - Pour réussir l'évaluation finale en première session, le candidat doit :
1° obtenir la moitié des points par domaine d'enseignement ou par branche pour les connaissances en gestion et les connaissances professionnelles théoriques ou pour les connaissances intégrées;
2° obtenir, lors de l'examen pratique C, 60 % des points au total et 50 % dans chacune des activités professionnelles, si celles-ci sont multiples, conformément à la liste fixée par le Gouvernement sur avis de l'Institut.
§ 2 - Les candidats qui n'ont pas réussi la première session peuvent, dans les branches ou domaines d'enseignement où ils n'ont pas obtenu le nombre de points minimal :
1° participer aux examens finaux A, B et I de la seconde session, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe;
2° être admis aux examens finaux C dans les professions où un stage volontaire de maitrise est accompli dans le cadre d'une formation de chef d'entreprise.
§ 3 - Le candidat remplissant les conditions fixées au § 1er réussit l'évaluation finale en seconde session.
Le résultat obtenu en première session est remplacé, dans chaque branche ou domaine d'enseignement, par celui obtenu en seconde session afin de calculer le résultat global et la mention.
§ 4 - Les mentions suivantes peuvent être obtenues en cas de réussite :
1° satisfaction pour une évaluation finale entre 50 et 69,9 % ;
2° distinction pour une évaluation finale entre 70 et 79,9 % ;
3° grande distinction pour une évaluation finale entre 80 et 89,9 % ;
4° plus grande distinction pour une évaluation finale entre 90 et 100 % .
Art.54. - Beslissingen van de klassenraad en van de examencommissie
§ 1 - De klassenraad stelt vast respectievelijk beslist of :
1° de kandidaten geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 1°;
2° de kandidaten die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 1°, voldoende competenties in bedrijfsbeheer en theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis hebben om een diploma van opleiding tot ondernemingshoofd te krijgen zonder een tweede zittijd over de A-cursussen, B-cursussen of I-cursussen af te leggen;
3° de kandidaten die niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 1°, tot de tweede zittijd worden toegelaten;
4° de kandidaten die noch in de eerste, noch in de tweede zittijd geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 1°, voldoende competenties in bedrijfsbeheer en theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis hebben om het diploma van opleiding tot ondernemingshoofd te behalen zonder in de zittijden voor de A-examens, B-examens of I-examens te slagen.
De klassenraad kan aanvullende maatregelen voorstellen die de kandidaat kunnen helpen om vorderingen te maken in zijn opleiding. Die maatregelen tellen niet mee bij de evaluatie en zijn vrijblijvend.
§ 2 - De examencommissie beslist of:
1° de kandidaten geslaagd zijn voor de evaluaties vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°;
2° de kandidaten overeenkomstig artikel 47, § 2, vrijstellingen voor examengedeelten krijgen als ze het C-eindexamen dat ten vroegste in het volgende jaar plaatsvindt, overdoen.
§ 1 - De klassenraad stelt vast respectievelijk beslist of :
1° de kandidaten geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 1°;
2° de kandidaten die in de eerste zittijd niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 1°, voldoende competenties in bedrijfsbeheer en theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis hebben om een diploma van opleiding tot ondernemingshoofd te krijgen zonder een tweede zittijd over de A-cursussen, B-cursussen of I-cursussen af te leggen;
3° de kandidaten die niet geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 1°, tot de tweede zittijd worden toegelaten;
4° de kandidaten die noch in de eerste, noch in de tweede zittijd geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 1°, voldoende competenties in bedrijfsbeheer en theoretische vakkennis of geïntegreerde kennis hebben om het diploma van opleiding tot ondernemingshoofd te behalen zonder in de zittijden voor de A-examens, B-examens of I-examens te slagen.
De klassenraad kan aanvullende maatregelen voorstellen die de kandidaat kunnen helpen om vorderingen te maken in zijn opleiding. Die maatregelen tellen niet mee bij de evaluatie en zijn vrijblijvend.
§ 2 - De examencommissie beslist of:
1° de kandidaten geslaagd zijn voor de evaluaties vermeld in artikel 53, § 1, eerste lid, 2°;
2° de kandidaten overeenkomstig artikel 47, § 2, vrijstellingen voor examengedeelten krijgen als ze het C-eindexamen dat ten vroegste in het volgende jaar plaatsvindt, overdoen.
Art.54. - Décisions du conseil de classe et de la commission d'examen
§ 1er - Le conseil de classe constate ou décide si :
1° les candidats ont réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 1°;
2° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 1°, après la première session ont suffisamment de compétences en connaissances en gestion et en connaissances professionnelles théoriques ou intégrées pour obtenir le certificat de patronat sans devoir présenter la seconde session pour les examens A, B ou I;
3° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 1°, sont autorisés à présenter la seconde session;
4° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 1°, ni en première ni en seconde session, ont suffisamment de compétences en connaissances en gestion et en connaissances professionnelles théoriques ou intégrées pour obtenir le certificat de patronat sans avoir réussi les sessions d'examen A, B ou I.
Le conseil de classe peut suggérer toute mesure supplémentaire susceptible de permettre au candidat de progresser dans sa formation. Ces mesures ne sont ni incorporées à l'évaluation ni contraignantes.
§ 2 - La commission d'examen décide si :
1° les candidats ont réussi les évaluations mentionnées à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 2°;
2° les candidats sont dispensés de parties d'examens conformément à l'article 47, § 2, s'ils repassent l'examen final C organisé au plus tôt l'année suivante.
§ 1er - Le conseil de classe constate ou décide si :
1° les candidats ont réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 1°;
2° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 1°, après la première session ont suffisamment de compétences en connaissances en gestion et en connaissances professionnelles théoriques ou intégrées pour obtenir le certificat de patronat sans devoir présenter la seconde session pour les examens A, B ou I;
3° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 1°, sont autorisés à présenter la seconde session;
4° les candidats qui n'ont pas réussi l'évaluation finale mentionnée à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 1°, ni en première ni en seconde session, ont suffisamment de compétences en connaissances en gestion et en connaissances professionnelles théoriques ou intégrées pour obtenir le certificat de patronat sans avoir réussi les sessions d'examen A, B ou I.
Le conseil de classe peut suggérer toute mesure supplémentaire susceptible de permettre au candidat de progresser dans sa formation. Ces mesures ne sont ni incorporées à l'évaluation ni contraignantes.
§ 2 - La commission d'examen décide si :
1° les candidats ont réussi les évaluations mentionnées à l'article 53, § 1er, alinéa 1er, 2°;
2° les candidats sont dispensés de parties d'examens conformément à l'article 47, § 2, s'ils repassent l'examen final C organisé au plus tôt l'année suivante.
Art.55. - Mededeling van de einduitslag
Na afloop van elke evaluatieprocedure in de eerste en tweede zittijd maakt het bevoegde centrum waar de A-eindexamens, B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens werden afgelegd, de mededeling van de einduitslag op en bezorgt die mededeling aan de kandidaat. De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de mededeling van de einduitslag ontvangen heeft.
De mededeling bevat minstens :
1° de uitslag van de kandidaat in de A-eindexamens, B-eindexamens of I-eindexamens - in voorkomend geval per zittijd - en in het C-eindexamen;
2° de graad van verdienste die de kandidaat heeft behaald;
3° de vermelding of betrokkene voor de opleiding tot ondernemingshoofd geslaagd is overeenkomstig artikel 53;
4° de beslissingen van de klassenraad en van de examencommissie;
5° in voorkomend geval de mogelijkheden om de eindexamens waarvoor men niet geslaagd is, opnieuw af te leggen;
6° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
De mededeling wordt aan alle kandidaten overhandigd op één gegeven tijdstip na de eerste zittijd en op één gegeven tijdstip na de tweede zittijd. Het centrum maakt beide tijdstippen minstens veertien kalenderdagen vooraf bekend.
Het centrum licht de kandidaten binnen vijf werkdagen na het afleggen van het C-eindexamen door aanplakking uitsluitend in over de vraag of ze al dan niet voor dat examen geslaagd zijn.
Na afloop van elke evaluatieprocedure in de eerste en tweede zittijd maakt het bevoegde centrum waar de A-eindexamens, B-eindexamens of I-eindexamens en C-eindexamens werden afgelegd, de mededeling van de einduitslag op en bezorgt die mededeling aan de kandidaat. De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de mededeling van de einduitslag ontvangen heeft.
De mededeling bevat minstens :
1° de uitslag van de kandidaat in de A-eindexamens, B-eindexamens of I-eindexamens - in voorkomend geval per zittijd - en in het C-eindexamen;
2° de graad van verdienste die de kandidaat heeft behaald;
3° de vermelding of betrokkene voor de opleiding tot ondernemingshoofd geslaagd is overeenkomstig artikel 53;
4° de beslissingen van de klassenraad en van de examencommissie;
5° in voorkomend geval de mogelijkheden om de eindexamens waarvoor men niet geslaagd is, opnieuw af te leggen;
6° de mogelijkheden om beroep in te stellen.
De mededeling wordt aan alle kandidaten overhandigd op één gegeven tijdstip na de eerste zittijd en op één gegeven tijdstip na de tweede zittijd. Het centrum maakt beide tijdstippen minstens veertien kalenderdagen vooraf bekend.
Het centrum licht de kandidaten binnen vijf werkdagen na het afleggen van het C-eindexamen door aanplakking uitsluitend in over de vraag of ze al dan niet voor dat examen geslaagd zijn.
Art.55. - Communication des résultats globaux
Au terme de la procédure d'évaluation en première et seconde sessions, le centre compétent où les examens finaux A, B ou I et C ont été passés établit les résultats globaux et les communique au candidat. Le candidat ou son mandataire confirme par écrit la réception de tous les résultats.
La communication mentionne au moins :
1° les résultats obtenus par le candidat aux examens finaux A, B ou I, le cas échéant, par session, et ceux de l'examen final C;
2° la mention obtenue par le candidat;
3° si la formation de chef d'entreprise est réussie conformément à l'article 53;
4° les décisions du conseil de classe et de la commission d'examen;
5° le cas échéant, la possibilité de représenter les examens finaux non réussis;
6° les possibilités de recours.
Le centre remet cette communication après la première et après la seconde session, et ce, à une date qu'il a rendue publique au moins quatorze jours calendrier à l'avance.
Dans les cinq jours ouvrables suivant la présentation de l'examen final C, le centre informe, par affichage, les candidats uniquement de la réussite ou non de cet examen.
Au terme de la procédure d'évaluation en première et seconde sessions, le centre compétent où les examens finaux A, B ou I et C ont été passés établit les résultats globaux et les communique au candidat. Le candidat ou son mandataire confirme par écrit la réception de tous les résultats.
La communication mentionne au moins :
1° les résultats obtenus par le candidat aux examens finaux A, B ou I, le cas échéant, par session, et ceux de l'examen final C;
2° la mention obtenue par le candidat;
3° si la formation de chef d'entreprise est réussie conformément à l'article 53;
4° les décisions du conseil de classe et de la commission d'examen;
5° le cas échéant, la possibilité de représenter les examens finaux non réussis;
6° les possibilités de recours.
Le centre remet cette communication après la première et après la seconde session, et ce, à une date qu'il a rendue publique au moins quatorze jours calendrier à l'avance.
Dans les cinq jours ouvrables suivant la présentation de l'examen final C, le centre informe, par affichage, les candidats uniquement de la réussite ou non de cet examen.
Art.56. - Inzien van de examens en indienen van klachten
§ 1 - Nadat de kandidaat de mededeling van de einduitslag heeft ontvangen, kan hij zich binnen twee werkdagen bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
§ 2 - De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
§ 1 - Nadat de kandidaat de mededeling van de einduitslag heeft ontvangen, kan hij zich binnen twee werkdagen bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
§ 2 - De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
Art.56. - Consultation des documents d'examen et recours
§ 1er - Dans les deux jours ouvrables suivant la communication des résultats globaux, le candidat peut s'inscrire auprès du centre concerné pour pouvoir consulter les documents d'examen. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire confirme la consultation par écrit.
§ 2 - Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
§ 1er - Dans les deux jours ouvrables suivant la communication des résultats globaux, le candidat peut s'inscrire auprès du centre concerné pour pouvoir consulter les documents d'examen. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire confirme la consultation par écrit.
§ 2 - Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
Art.57. - Diploma van opleiding tot ondernemingshoofd, getuigschrift 'bedrijfsbeheer' en deelgetuigschriften
De kandidaten die geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, behalen een diploma van opleiding tot ondernemingshoofd dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model. Het Instituut zendt dat diploma van opleiding tot ondernemingshoofd ter ondertekening toe aan de Minister.
Aan de kandidaat die de noodzakelijke evaluatie voor de kennis bedrijfsbeheer van het tweede opleidingsjaar heeft gekregen, reikt het Instituut een dienovereenkomstig getuigschrift uit. Dat getuigschrift stemt overeen met het door de Regering vastgelegde model.
Het centrum reikt op verzoek deelgetuigschriften uit, als een van de deelresultaten vermeld in artikel 53 bereikt wordt.
De kandidaten die geslaagd zijn voor de eindevaluatie vermeld in artikel 53, behalen een diploma van opleiding tot ondernemingshoofd dat overeenstemt met het door de Regering vastgelegde model. Het Instituut zendt dat diploma van opleiding tot ondernemingshoofd ter ondertekening toe aan de Minister.
Aan de kandidaat die de noodzakelijke evaluatie voor de kennis bedrijfsbeheer van het tweede opleidingsjaar heeft gekregen, reikt het Instituut een dienovereenkomstig getuigschrift uit. Dat getuigschrift stemt overeen met het door de Regering vastgelegde model.
Het centrum reikt op verzoek deelgetuigschriften uit, als een van de deelresultaten vermeld in artikel 53 bereikt wordt.
Art.57. - Certificat de patronat, certificat de connaissances en gestion et certificats partiels
Les candidats qui ont atteint l'évaluation finale mentionnée à l'article 53 obtiennent le certificat de patronat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement. L'Institut transmet le certificat de patronat au ministre pour signature.
Pour tout candidat qui a réussi l'évaluation requise des connaissances en gestion de la deuxième année, l'Institut établit un certificat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement.
Sur demande, le centre délivre des certificats partiels, si l'un des résultats partiels mentionnés à l'article 53 est atteint.
Les candidats qui ont atteint l'évaluation finale mentionnée à l'article 53 obtiennent le certificat de patronat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement. L'Institut transmet le certificat de patronat au ministre pour signature.
Pour tout candidat qui a réussi l'évaluation requise des connaissances en gestion de la deuxième année, l'Institut établit un certificat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement.
Sur demande, le centre délivre des certificats partiels, si l'un des résultats partiels mentionnés à l'article 53 est atteint.
HOOFDSTUK 4. - Evaluatie van de versnelde cursussen bedrijfsbeheer
CHAPITRE 4. - Evaluation des cours accélérés de gestion
Art.58. - Toelating tot de eindevaluatie
De eindevaluatie vindt plaats voor de deelnemers die de versnelde cursussen bedrijfsbeheer regelmatig bezocht hebben. De kandidaten mogen per vak niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 30 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding.
De kandidaten die van cursussen vrijgesteld zijn, zijn ook vrijgesteld van de evaluatie van die cursussen.
De evaluatie heeft betrekking op het opleidingsprogramma dat de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd.
De eindevaluatie vindt plaats voor de deelnemers die de versnelde cursussen bedrijfsbeheer regelmatig bezocht hebben. De kandidaten mogen per vak niet meer dan één derde van de tijd ongewettigd afwezig geweest zijn op de jaarlijks door het centrum georganiseerde cursussen, na aftrek van de vrijstellingen vermeld in artikel 30 van het besluit van de Regering betreffende de basisopleiding.
De kandidaten die van cursussen vrijgesteld zijn, zijn ook vrijgesteld van de evaluatie van die cursussen.
De evaluatie heeft betrekking op het opleidingsprogramma dat de Regering op voorstel van het Instituut heeft goedgekeurd.
Art.58. - Admission à l'évaluation finale
L'évaluation finale a lieu pour les auditeurs qui ont régulièrement suivi les cours accélérés de gestion. Les candidats ne peuvent avoir cumulé des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, et ce, par branche, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 30 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Les candidats dispensés de cours sont également dispensés de l'évaluation y afférente.
L'évaluation se base sur le programme de formation approuvé par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
L'évaluation finale a lieu pour les auditeurs qui ont régulièrement suivi les cours accélérés de gestion. Les candidats ne peuvent avoir cumulé des absences injustifiées pour plus d'un tiers des cours organisés annuellement par le centre, et ce, par branche, déduction faite des dispenses mentionnées à l'article 30 de l'arrêté du Gouvernement relatif à la formation de base.
Les candidats dispensés de cours sont également dispensés de l'évaluation y afférente.
L'évaluation se base sur le programme de formation approuvé par le Gouvernement sur proposition de l'Institut.
Art.59. - Examens
§ 1 - De vakleerkrachten bereiden de examens voor met betrekking tot het gedeelte van het opleidingsprogramma waarvoor zij bevoegd zijn. Deze voorbereiding kan in het lerarenkorps of in samenwerking met andere professionals plaatsvinden.
Het centrum houdt de examendocumenten minstens tien werkdagen vóór het begin van de examens ter beschikking van het Instituut.
§ 2 - De vakleerkrachten voeren de evaluatie van de kennis van de deelnemers uit.
§ 3 - Het centrum zorgt ervoor dat de examens vlot en regelmatig verlopen.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige examen of bepaalde examengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
§ 4 - Voor de jaarlijkse eindevaluaties worden twee zittijden georganiseerd. De eerste zittijd vindt per vak tijdens de laatste lesuren plaats en staat vermeld in het uurrooster/de kalender.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie vermeld in artikel 60 en door de klassenraad tot de tweede zittijd werden toegelaten;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad daartoe toegelaten werden.
De tweede zittijd vindt uiterlijk op 25 september van het jaar plaats. De tweede zittijd duurt hoogstens twee lesuren per vak. Tussen beide zittijden liggen minstens twee weken.
De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
§ 1 - De vakleerkrachten bereiden de examens voor met betrekking tot het gedeelte van het opleidingsprogramma waarvoor zij bevoegd zijn. Deze voorbereiding kan in het lerarenkorps of in samenwerking met andere professionals plaatsvinden.
Het centrum houdt de examendocumenten minstens tien werkdagen vóór het begin van de examens ter beschikking van het Instituut.
§ 2 - De vakleerkrachten voeren de evaluatie van de kennis van de deelnemers uit.
§ 3 - Het centrum zorgt ervoor dat de examens vlot en regelmatig verlopen.
Indien onregelmatigheden worden vastgesteld, kan het Instituut het volledige examen of bepaalde examengedeelten nietig verklaren, onverminderd andere administratieve beslissingen.
§ 4 - Voor de jaarlijkse eindevaluaties worden twee zittijden georganiseerd. De eerste zittijd vindt per vak tijdens de laatste lesuren plaats en staat vermeld in het uurrooster/de kalender.
De tweede zittijd wordt georganiseerd voor de kandidaten :
1° die niet geslaagd zijn voor de jaarlijkse eindevaluatie vermeld in artikel 60 en door de klassenraad tot de tweede zittijd werden toegelaten;
2° die in de eerste zittijd gewettigd afwezig waren op een examen en op een inhaalexamen;
3° die in de eerste zittijd ongewettigd afwezig waren op een examen of op een inhaalexamen, voor zover ze door de klassenraad daartoe toegelaten werden.
De tweede zittijd vindt uiterlijk op 25 september van het jaar plaats. De tweede zittijd duurt hoogstens twee lesuren per vak. Tussen beide zittijden liggen minstens twee weken.
De kandidaten die een gewettigde afwezigheid voor een examen in de eerste of de tweede zittijd indienen, krijgen voor elk niet-afgelegd examen een inhaalexamen in de zittijd in kwestie.
Het bevoegde centrum bepaalt wanneer de inhaalexamens plaatsvinden.
Binnen twee werkdagen na het gemiste examen wordt het bewijs van de gewettigde afwezigheid ingediend bij het centrum waar het A-examen en/of B-examen of I-examen georganiseerd werden. De datum van de tijdstempel of poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
In geval van ongewettigde afwezigheid in de eerste en/of tweede zittijd behaalt betrokkene nul punten voor het examen.
Art.59. - Examens
§ 1er - Les professeurs spécialisés préparent les examens pour la partie du programme de formation pour laquelle ils sont compétents. Cette préparation peut s'opérer en corps professoral ou en coopération avec d'autres professionnels.
Le centre tient les documents d'examen à la disposition de l'Institut au moins dix jours ouvrables avant le déroulement des examens.
§ 2 - Les professeurs spécialisés procèdent à l'évaluation des connaissances des auditeurs.
§ 3 - Le centre veille à la régularité et au bon déroulement des épreuves.
Si des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen, sans préjudice d'autres décisions administratives.
§ 4 - Deux sessions sont organisées pour les évaluations de fin d'année. La première se tient par branche, pendant les dernières heures de cours, et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi l'évaluation de fin d'année mentionnée à l'article 60 et ont été autorisés à participer à la seconde session par le conseil de classe;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage, et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
La seconde session a lieu avant le 25 septembre au plus tard. La seconde session dure au maximum deux heures de cours par branche. Les deux sessions sont espacées d'au moins deux semaines.
Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
§ 1er - Les professeurs spécialisés préparent les examens pour la partie du programme de formation pour laquelle ils sont compétents. Cette préparation peut s'opérer en corps professoral ou en coopération avec d'autres professionnels.
Le centre tient les documents d'examen à la disposition de l'Institut au moins dix jours ouvrables avant le déroulement des examens.
§ 2 - Les professeurs spécialisés procèdent à l'évaluation des connaissances des auditeurs.
§ 3 - Le centre veille à la régularité et au bon déroulement des épreuves.
Si des irrégularités sont constatées, l'Institut peut annuler tout ou partie de l'examen, sans préjudice d'autres décisions administratives.
§ 4 - Deux sessions sont organisées pour les évaluations de fin d'année. La première se tient par branche, pendant les dernières heures de cours, et est prévue dans le calendrier-horaire.
La seconde session est organisée pour les candidats qui :
1° n'ont pas réussi l'évaluation de fin d'année mentionnée à l'article 60 et ont été autorisés à participer à la seconde session par le conseil de classe;
2° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen et de rattrapage, et dont l'absence était justifiée;
3° ont été absents, lors de la première session, à une date d'examen ou de rattrapage et dont l'absence était injustifiée, à condition d'y être autorisés par le conseil de classe.
La seconde session a lieu avant le 25 septembre au plus tard. La seconde session dure au maximum deux heures de cours par branche. Les deux sessions sont espacées d'au moins deux semaines.
Les candidats dont l'absence était justifiée pour une date d'examen en première ou seconde session obtiennent une date de rattrapage pour chaque examen non présenté pendant la session concernée.
Le centre compétent fixe les dates de rattrapage.
La preuve que l'absence est justifiée est introduite, dans les deux jours ouvrables suivant la date d'examen manquée, auprès du centre où étaient organisés les examens A et/ou B ou I. La date du cachet de la poste ou de l'horodatage électronique ou de l'accusé de réception fait foi.
En cas d'absence injustifiée en première ou seconde session, l'examen est évalué à zéro.
Art.60. - Evaluatiecriteria
Om voor de versnelde cursussen bedrijfsbeheer te slagen, moet de deelnemer bij de evaluatie de helft van de punten behalen voor elk onderwijsvak.
Op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister de minimumeisen in bepaalde vakken wijzigen of een vereist minimumaantal punten vastleggen.
Om voor de versnelde cursussen bedrijfsbeheer te slagen, moet de deelnemer bij de evaluatie de helft van de punten behalen voor elk onderwijsvak.
Op met redenen omkleed advies van het Instituut kan de Minister de minimumeisen in bepaalde vakken wijzigen of een vereist minimumaantal punten vastleggen.
Art.60. - Critères d'évaluation
Pour réussir les cours accélérés de gestion, l'auditeur doit obtenir la moitié des points par branche lors de l'évaluation.
Sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut modifier les exigences minimales dans certaines branches ou fixer un nombre minimal de points.
Pour réussir les cours accélérés de gestion, l'auditeur doit obtenir la moitié des points par branche lors de l'évaluation.
Sur avis motivé de l'Institut, le ministre peut modifier les exigences minimales dans certaines branches ou fixer un nombre minimal de points.
Art.61. - Beslissingen van de klassenraad
De klassenraad stelt vast respectievelijk beslist of :
1° de kandidaten voldoen aan de evaluatiecriteria vermeld in artikel 60;
2° de kandidaten die na de eerste zittijd niet aan de evaluatiecriteria vermeld in artikel 60 voldoen, voldoende competenties in de versnelde cursussen 'bedrijfsbeheer' hebben om het getuigschrift 'bedrijfsbeheer' te ontvangen zonder de tweede zittijd af te leggen;
3° de kandidaten die niet aan de evaluatiecriteria vermeld in artikel 60 voldoen, tot de tweede zittijd worden toegelaten;
4° de kandidaten die noch na de eerste zittijd, noch na de tweede zittijd aan de evaluatiecriteria vermeld in artikel 60 voldoen, voldoende competenties in de versnelde cursussen 'bedrijfsbeheer' hebben om het getuigschrift 'bedrijfsbeheer' te ontvangen.
De klassenraad stelt vast respectievelijk beslist of :
1° de kandidaten voldoen aan de evaluatiecriteria vermeld in artikel 60;
2° de kandidaten die na de eerste zittijd niet aan de evaluatiecriteria vermeld in artikel 60 voldoen, voldoende competenties in de versnelde cursussen 'bedrijfsbeheer' hebben om het getuigschrift 'bedrijfsbeheer' te ontvangen zonder de tweede zittijd af te leggen;
3° de kandidaten die niet aan de evaluatiecriteria vermeld in artikel 60 voldoen, tot de tweede zittijd worden toegelaten;
4° de kandidaten die noch na de eerste zittijd, noch na de tweede zittijd aan de evaluatiecriteria vermeld in artikel 60 voldoen, voldoende competenties in de versnelde cursussen 'bedrijfsbeheer' hebben om het getuigschrift 'bedrijfsbeheer' te ontvangen.
Art.61. - Décision du conseil de classe
Le conseil de classe constate ou décide si :
1° les candidats remplissent les conditions d'évaluation mentionnées à l'article 60;
2° les candidats qui ne remplissent pas les conditions d'évaluation mentionnées à l'article 60 après la première session, ont suffisamment de compétences dans les cours accélérés de gestion pour pouvoir obtenir le certificat de connaissances en gestion sans devoir présenter la seconde session;
3° les candidats qui ne remplissent pas les conditions d'évaluation mentionnées à l'article 60 sont autorisés à présenter la seconde session;
4° les candidats qui ne remplissent pas les conditions d'évaluation mentionnées à l'article 60 ni lors de la première, ni lors de la seconde session, ont suffisamment de compétences dans les cours accélérés de gestion pour pouvoir obtenir le certificat de connaissances en gestion.
Le conseil de classe constate ou décide si :
1° les candidats remplissent les conditions d'évaluation mentionnées à l'article 60;
2° les candidats qui ne remplissent pas les conditions d'évaluation mentionnées à l'article 60 après la première session, ont suffisamment de compétences dans les cours accélérés de gestion pour pouvoir obtenir le certificat de connaissances en gestion sans devoir présenter la seconde session;
3° les candidats qui ne remplissent pas les conditions d'évaluation mentionnées à l'article 60 sont autorisés à présenter la seconde session;
4° les candidats qui ne remplissent pas les conditions d'évaluation mentionnées à l'article 60 ni lors de la première, ni lors de la seconde session, ont suffisamment de compétences dans les cours accélérés de gestion pour pouvoir obtenir le certificat de connaissances en gestion.
Art.62. - Mededeling van de uitslagen
De mededeling wordt aan alle kandidaten overhandigd op één gegeven tijdstip na de eerste zittijd en op één gegeven tijdstip na de tweede zittijd. Het centrum maakt beide tijdstippen minstens veertien kalenderdagen vooraf bekend.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de mededeling van de einduitslag ontvangen heeft.
De mededeling wordt aan alle kandidaten overhandigd op één gegeven tijdstip na de eerste zittijd en op één gegeven tijdstip na de tweede zittijd. Het centrum maakt beide tijdstippen minstens veertien kalenderdagen vooraf bekend.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de mededeling van de einduitslag ontvangen heeft.
Art.62. - Communication des résultats
Le centre remet cette communication après la première et après la seconde session, et ce, à une date qu'il a rendue publique au moins quatorze jours calendrier à l'avance.
Le candidat ou son mandataire confirme par écrit la réception de tous les résultats.
Le centre remet cette communication après la première et après la seconde session, et ce, à une date qu'il a rendue publique au moins quatorze jours calendrier à l'avance.
Le candidat ou son mandataire confirme par écrit la réception de tous les résultats.
Art.63. - Inzien van de examens en indienen van klachten
§ 1 - Binnen twee werkdagen na de vastgelegde datum voor de uitreiking van de rapporten van de eerste en de tweede zittijd kan de kandidaat zich bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
§ 2 - De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
§ 1 - Binnen twee werkdagen na de vastgelegde datum voor de uitreiking van de rapporten van de eerste en de tweede zittijd kan de kandidaat zich bij het bevoegde centrum aanmelden om de examens in te zien. Het centrum maakt minstens tien werkdagen voor de eerst mogelijke dag bekend op welke dagen de examens kunnen worden ingezien.
De kandidaat of de door hem gevolmachtigde persoon bevestigt schriftelijk dat hij de examens heeft ingezien.
§ 2 - De met redenen omklede klachten worden uitsluitend na inzage van de examendocumenten en binnen vijf werkdagen na het tijdstip van inzage schriftelijk bij het Instituut ingediend. De datum van de poststempel of van het ontvangstbewijs geldt als indieningsdatum.
Art.63. - Consultation des documents d'examen et recours
§ 1er - Dans un délai de deux jours ouvrables suivant la date fixée de remise des bulletins après les première et seconde sessions, le candidat peut introduire une demande pour consulter les documents d'examen auprès du centre compétent. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire confirme la consultation par écrit.
§ 2 - Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'accusé de réception fait foi.
§ 1er - Dans un délai de deux jours ouvrables suivant la date fixée de remise des bulletins après les première et seconde sessions, le candidat peut introduire une demande pour consulter les documents d'examen auprès du centre compétent. Le centre communique, au moins dix jours ouvrables avant la première date, les dates où il est possible de consulter les documents d'examens.
Le candidat ou son mandataire confirme la consultation par écrit.
§ 2 - Les recours motivés sont exclusivement introduits par écrit après consultation des documents d'examen, et ce, dans les cinq jours ouvrables suivant la date de la consultation. La date du cachet de la poste ou de l'accusé de réception fait foi.
Art.64. - Getuigschrift bedrijfsbeheer
Het Instituut reikt aan elke kandidaat die de versnelde cursussen bedrijfsbeheer met succes gevolgd heeft een getuigschrift uit dat overeenstemt met het model vastgelegd door de Regering en zendt het ter ondertekening toe aan de Minister.
Het Instituut reikt aan elke kandidaat die de versnelde cursussen bedrijfsbeheer met succes gevolgd heeft een getuigschrift uit dat overeenstemt met het model vastgelegd door de Regering en zendt het ter ondertekening toe aan de Minister.
Art.64. - Certificat de connaissances en gestion
Pour chaque auditeur ayant réussi les cours accélérés en gestion, l'Institut établit un certificat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement et le transmet au ministre pour signature.
Pour chaque auditeur ayant réussi les cours accélérés en gestion, l'Institut établit un certificat correspondant au modèle fixé par le Gouvernement et le transmet au ministre pour signature.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
CHAPITRE 5. - Dispositions finales
Art.65. - Opheffingsbepaling
Het besluit van de Executieve van 19 december 1988 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 5 september 2013, wordt opgeheven.
Het besluit van de Executieve van 19 december 1988 betreffende de examens en de evaluatie van de basisopleiding in de middenstand, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 5 september 2013, wordt opgeheven.
Art.65. - Disposition abrogatoire
L'arrêté de l'Exécutif du 19 décembre 1988 relatif aux examens et à l'évaluation de la formation de base dans les classes moyennes, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement du 5 septembre 2013, est abrogé.
L'arrêté de l'Exécutif du 19 décembre 1988 relatif aux examens et à l'évaluation de la formation de base dans les classes moyennes, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement du 5 septembre 2013, est abrogé.
Art.66. - Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 september 2018.
Dit besluit treedt in werking op 1 september 2018.
Art.66. - Entrée en vigueur
Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2018.
Le présent arrêté entre en vigueur le 1er septembre 2018.
Art. 67. - Uitvoeringsbepaling
De minister bevoegd voor Opleiding is belast met de uitvoering van dit besluit.
De minister bevoegd voor Opleiding is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 67. - Exécution
Le Ministre compétent en matière de Formation est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Le Ministre compétent en matière de Formation est chargé de l'exécution du présent arrêté.