Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
12 OKTOBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenning en de subsidiëring van consultatiebureaus en de erkenning van consultatiebureauartsen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-12-2018 en tekstbijwerking tot 03-10-2023)
Titre
12 OCTOBRE 2018. - Arrêté du Gouvernement flamand portant reconnaissance et subventionnement des bureaux de consultation ainsi que reconnaissance des médecins de bureaux de consultation(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 21-12-2018 et mise à jour au 03-10-2023)
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
TITEL 1. - Definities TITEL 2. - Consultatiebureaus HOOFDSTUK 1. - Erkenning voor een consultatiebu... Afdeling 1. - Algemene bepalingen Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden Afdeling 3. - Erkenningsvoorschriften Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen Onderafdeling 2. - Infrastructuur en materiaal Onderafdeling 3. - Onthaal en toegankelijkheid Onderafdeling 4. - Organisatie van het consulta... Onderafdeling 5. - Samenwerking en profilering Onderafdeling 6. - Opvolging kwaliteitsindicatoren Onderafdeling 7. - Medewerkers Onderafdeling 8. - Verzekeringen Onderafdeling 9. - Rapportage Onderafdeling 10. - Boekhouding HOOFDSTUK 2. - Subsidie voor een consultatiebureau Afdeling 1. - Algemene bepalingen Afdeling 2. - Bedrag van de subsidie, voorschot... Afdeling 3. - Rechtzetting HOOFDSTUK 3. - Toezicht en handhaving Afdeling 1. - Toezicht Afdeling 2. - Aanmaning, opheffing of onmiddell... Afdeling 3. - Terugvordering van de subsidie HOOFDSTUK 4. - Procedures consultatiebureau Afdeling 1. - Erkenningsprocedure Afdeling 2. - Verlenging van de erkenning Afdeling 3. - Aanvraag van extra uren Afdeling 4. - Wijziging van de locatie Afdeling 4/1 [1 Gevolgen van de vrijwillige... Afdeling 5. - Programmatie Afdeling 6. - Bezwaarprocedure Afdeling 7. - Vrijwillige stopzetting TITEL 3. - Consultatiebureauartsen HOOFDSTUK 1. - Erkenning Afdeling 1. - Algemene bepalingen Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden Afdeling 3. - Erkenningsvoorschriften HOOFDSTUK 2. - Vergoeding HOOFDSTUK 3. - Schorsing of opheffing van de er... HOOFDSTUK 4. - Procedures consultatiebureauarts Afdeling 1. - Erkenningsprocedure Afdeling 2. - Verlenging van de erkenning Afdeling 3. - Oproep mentorartsen en uitvoering... Afdeling 4. - Bezwaarprocedure Afdeling 5. - Vrijwillige stopzetting TITEL 4. - Slotbepalingen
Table des matières
TITRE 1er. - Définitions TITRE 2. - Bureaux de consultation CHAPITRE 1er. - Agrément pour un bureau de cons... Section 1re. - Dispositions générales Section 2. - Conditions d'agrément Section 3. - Conditions d'agrément Sous-section 1. - Dispositions générales Sous-section 2. - Infrastructure et matériel Sous-section 3. - Accueil et accessibilité Sous-section 4. - Organisation de l'offre de co... Sous-section 5. - Collaboration et positionnement Sous-section 6. - Suivi des indicateurs de qualité Sous-section 7. - Collaborateurs Sous-section 8. - Assurances Sous-section 9. - Rapports Sous-section 10. - Comptabilité CHAPITRE 2. - Subvention pour un bureau de cons... Section 1. - Dispositions générales Section 2. - Montant de la subvention, avance e... Section 3. - Rectification CHAPITRE 3. - Surveillance et maintien Section 1. - Surveillance Section 2. - Mise en demeure, retrait ou suspen... Section 3. - Recouvrement de la subvention CHAPITRE 4. - Procédures relatives au bureau de... Section 1. - Procédure d'agrément Section 2. - Prolongation de l'agrément Section 3. - Demande d'heures supplémentaires Section 4. - Changement d'emplacement Section 4/1. [1 Conséquences de la fusion volon... Section 5. - Programme Section 6. - Procédure de recours Section 7. - Cessation d'activité volontaire TITRE 3. - Médecins de bureau de consultation CHAPITRE 1. - Agrément Section 1. - Dispositions générales Section 2. - Conditions d'agrément Section 3. - Conditions d'agrément CHAPITRE 2. - Rémunération CHAPITRE 3. - Suspension et retrait de l'agrément CHAPITRE 4. - Procédures relatives au médecin d... Section 1. - Procédure d'agrément Section 2. - Prolongation de l'agrément Section 3. - Appel aux médecins mentors et exéc... Section 4. - Procédure de recours Section 5. - Cessation d'activité volontaire TITRE 4. - Dispositions finales
Tekst (151)
Texte (151)
TITEL 1. - Definities
TITRE 1er. - Définitions
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid [1 Opgroeien regie]1, vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid [1 Opgroeien regie]1;
  2° consultaanbod: een aanbod van geijkte momenten waarop preventief medisch, psychosociaal of pedagogisch consult of begeleiding uitgevoerd wordt door een consultatiebureauarts en een verpleegkundige, die een medewerker is van het agentschap, aan aanstaande ouders en kinderen tussen nul en drie jaar of tot schoolgaande leeftijd en hun gezin;
  3° consultatiebureau: de voorziening waar het preventief of prenataal consultaanbod wordt verstrekt aan aanstaande ouders en kinderen tussen nul en drie jaar of tot schoolgaande leeftijd en hun gezin;
  4° consultatiebureauarts: een arts die conform artikel 65 een erkenning als consultatiebureauarts heeft;
  5° gebruikers: de aanstaande ouders en kinderen tussen nul en drie jaar of tot schoolgaande leeftijd en hun gezin, die gebruik maken van het prenataal of preventief consultaanbod van het agentschap;
  6° medewerkers van het consultatiebureau: medewerkers van het agentschap, medewerkers van de organisator en consultatiebureauartsen, die samen zorgen voor de werking van een consultatiebureau;
  7° medewerkers van de organisator: de medewerkers die aangestuurd worden door de organisator en die vrijwilligers of betaalde krachten zijn;
  8° medisch prenataal consultaanbod: het medisch en psychosociaal consultaanbod dat wordt uitgevoerd door een consultatiebureauarts en een verpleegkundige, die een medewerker is van het agentschap;
  9° medisch preventief consultaanbod: het consultaanbod op geijkte leeftijdsmomenten van kinderen, dat wordt uitgevoerd door een consultatiebureauarts en een verpleegkundige, die een medewerker is van het agentschap. De leeftijdsmomenten zijn opgesteld volgens wetenschappelijke aanbevelingen in de jeugdgezondheidszorg;
  10° mentorarts: een consultatiebureauarts die een toelating van het agentschap heeft om een andere startende of herstartende consultatiebureauarts, te ondersteunen en te begeleiden tijdens een zitting;
  11° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;
  12° organisator: de rechtspersoon die instaat voor de organisatie en het beheer van een consultatiebureau en aan wie de erkenning voor een consultatiebureau wordt verleend;
  13° prenataal consultaanbod: een aanbod van geijkte momenten waarop kwetsbare zwangeren uitgenodigd worden op het prenataal consultatiebureau, voor medische en psychosociale begeleiding en opvolging tijdens de zwangerschap. Het is een vangnet voor zwangere vrouwen die niet in het regulier circuit terecht kunnen voor in de eerste plaats medische opvolging van de zwangerschap door een consultatiebureauarts of verpleegkundige, die een medewerker is van het agentschap;
  14° preventief consultaanbod: een aanbod van geijkte momenten waarbij preventief medisch, psychosociaal en pedagogisch consult wordt verstrekt aan niet-schoolgaande kinderen en hun gezinnen;
  15° programma: het aanbod dat wordt bepaald door het agentschap op preventief, psychosociaal, medisch en pedagogisch vlak, naar gezinnen toe en dat het agentschap wil realiseren door zowel medewerkers van het agentschap als door samenwerking met partners;
  16° vergelijkende procedure: de procedure waarbij de aanvragen met elkaar worden vergeleken op basis van de in de oproep vermelde criteria om zo tot een rangschikking te komen;
  17° werkdag: elke dag met uitzondering van zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen;
  18° zitting: een of meer opeenvolgende uren waarop het preventief of het prenataal consultaanbod wordt uitgevoerd en gebruikers worden ontvangen.
  
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
  1° agence : l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique [1 Grandir régie]1, visée à l'article 3 du décret du 30 avril 2004 portant création de l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique [1 Grandir régie]1 ;
  2° offre de consultation : une série de moments définis auxquels un médecin de bureau de consultation et un infirmier, qui est un collaborateur de l'agence, proposent des consultations ou un encadrement préventif d'ordre médical, psychosocial ou pédagogique aux futurs parents ainsi qu'aux enfants âgés de zéro à trois ans ou en âge scolaire, et à leur famille :
  3° bureau de consultation : Structure au sein de laquelle l'offre de consultation préventive ou prénatale est proposée aux futurs parents ainsi qu'aux enfants âgés de zéro à trois ans ou en âge scolaire, et à leur famille ;
  4° médecin de bureau de consultation : un médecin titulaire d'un agrément en tant que médecin de bureau de consultation, au sens de l'article 65 ;
  5° utilisateurs : les futurs parents ainsi que les enfants âgés de zéro à trois ans ou en âge scolaire et leurs familles, qui font usage de l'offre de consultation préventive ou prénatale de l'agence ;
  6° collaborateurs du bureau de consultation : les collaborateurs de l'agence, les collaborateurs de l'organisateur et les médecins des bureaux de consultation qui, ensemble, veillent au fonctionnement d'un bureau de consultation ;
  7° collaborateurs de l'organisateur : les collaborateurs placés sous la responsabilité de l'organisateur et qui sont engagés en qualité de personnel bénévole ou rémunéré ;
  8° offre de consultation médicale prénatale : l'offre de consultation médicale et psychosociale proposée par un médecin de bureau de consultation et un infirmier, qui est un collaborateur de l'agence ;
  9° offre de consultation médicale préventive : l'offre de consultation des enfants à des âges définis, proposée par un médecin de bureau de consultation ou un infirmier, qui est un collaborateur de l'agence. Les âges ont été définis sur la base de recommandations scientifiques formulées dans le secteur des soins de santé pour enfants ;
  10° médecin mentor : un médecin de bureau de consultation ayant obtenu l'autorisation de l'agence d'encadrer pendant une séance un autre médecin de bureau de consultation qui débute ou reprend ses activités ;
  11° Ministre : le Ministre flamand ayant l'assistance aux personnes dans ses attributions.
  12° organisateur : la personne morale chargée de l'organisation et de la gestion d'un bureau de consultation, et à qui est octroyé un agrément à cet effet ;
  13° offre de consultation prénatale : une série de moments définis auxquels les femmes enceintes vulnérables sont invitées au bureau de consultation prénatale en vue de l'encadrement et du suivi médicaux et psychosociaux pendant la grossesse. Il s'agit d'un filet de sécurité pour les femmes enceintes qui ne parviennent pas à entrer dans le circuit régulier, et qui leur propose, dans un premier temps, un suivi médical de leur grossesse par un médecin de bureau de consultation ou un infirmier, qui est un collaborateur de l'agence ;
  14° offre de consultation préventive : une série de moments définis auxquels des conseils préventifs d'ordre médical, psychosocial et pédagogique sont proposés aux enfants non scolarisés et à leurs familles ;
  15° programme : l'offre établie par l'agence à l'intention des familles sur les plans préventif, psychosocial, médical et pédagogique, et que l'agence souhaite mettre en oeuvre tant par l'intermédiaire de collaborateurs de l'agence que par le biais d'une collaboration avec des partenaires ;
  16° procédure comparative : la procédure par laquelle les demandes sont comparées sur la base des critères mentionnés dans l'appel à l'introduction de demandes, de manière à pouvoir établir un classement ;
  17° jour ouvrable : n'importe quel jour, à l'exception des samedis, dimanches et jours fériés légaux ;
  18° séance : une ou plusieurs heures successives, durant lesquelles l'offre de consultation préventive ou prénatale est dispensée et les utilisateurs sont accueillis.
  
TITEL 2. - Consultatiebureaus
TITRE 2. - Bureaux de consultation
HOOFDSTUK 1. - Erkenning voor een consultatiebureau
CHAPITRE 1er. - Agrément pour un bureau de consultation
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Section 1re. - Dispositions générales
Art.2. Een organisator kan een erkenning krijgen voor een consultatiebureau. Meer specifiek gaat het om een erkenning voor:
  1° een regulier consultatiebureau;
  2° een consultatiebureau in een Opvangcentrum voor asielzoekers;
  3° een prenataal consultatiebureau in de grootstad Antwerpen of Gent, of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
  [1 4° een consultatiebureau op een locatie met een permanente dienstverlening waar ouders kunnen verblijven.]1
  Bij de erkenning wordt automatisch een bijbehorende subsidie toegekend. De erkenning geldt voor maximaal tien jaar. Als de erkenning niet langer geldig is, wordt de bijbehorende subsidie niet langer toegekend.
  In afwijking van het tweede lid, geldt de erkenning voor een prenataal consultatiebureau, vermeld in het eerste lid, 3°, voor drie jaar.
  [1 De bepalingen in dit besluit die gelden voor de consultatiebureaus als vermeld in het eerste lid, 2°, gelden eveneens voor de consultatiebureaus als vermeld in het eerste lid, 4°.]1
  
Art.2. Un organisateur peut obtenir un agrément pour un bureau de consultation. Il s'agit plus particulièrement d'un agrément pour :
  1° un bureau de consultation régulier ;
  2° un bureau de consultation dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile ;
  3° un bureau de consultation prénatale dans la métropole d'Anvers ou de Gand, ou dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale.
  [1 4° un bureau de consultation sur un site disposant d'une prestation de services permanente où les parents peuvent séjourner. ]1
  Pour chaque agrément, une subvention correspondante est automatiquement octroyée. La durée de validité de l'agrément est de tout au plus dix ans. Lorsque l'agrément n'est plus valable, la subvention correspondante n'est plus octroyée.
  Par dérogation à l'alinéa deux, l'agrément pour un bureau de consultation prénatale tel que visé à l'alinéa premier, 3°, est valable pour une durée de trois ans.
  [1 Les dispositions du présent arrêté qui s'appliquent aux bureaux de consultation tels que visés à l'alinéa 1er, 2°, s'appliquent également aux bureaux de consultation tels que visés à l'alinéa 1er, 4°.]1
  
Art.3. De erkenning voor een consultatiebureau kan alleen in overeenstemming met de programmatie voor de inplanting van de consultatiebureaus. De programmatie houdt rekening met een optimale spreiding van het preventief consultaanbod en het prenataal consultaanbod, en is gericht op de behoeften van de gebruikers.
  Het agentschap stelt de programmatie, vermeld in het eerste lid, op, binnen de perken van de begrotingskredieten, en kan de programmatie jaarlijks herzien.
Art.3. L'agrément pour un bureau de consultation doit toujours être en accord avec le programme d'implantation des bureaux de consultation Le programme tient compte d'une répartition optimale de l'offre de consultation préventive et de l'offre de consultation prénatale, et vise à répondre aux besoins des utilisateurs.
  L'agence définit le programme tel que visé à l'alinéa premier dans les limites des crédits budgétaires, et est autorisée à revoir le programme annuellement.
Art.4. De organisator voldoet bij de aanvraag van een erkenning voor een consultatiebureau aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 5 tot en met 8.
  De organisator voldoet aan de erkenningsvoorschriften, vermeld in artikel 9 tot en met 36, om de erkenning voor een consultatiebureau te behouden.
Art.4. Dans sa demande d'agrément pour un bureau de consultation, l'organisateur répond aux conditions d'agrément visées aux articles 5 à 8 inclus.
  Pour conserver l'agrément pour un bureau de consultation, l'organisateur est tenu de répondre aux conditions d'agrément visées aux articles 9 à 36 inclus.
Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden
Section 2. - Conditions d'agrément
Art.5. De organisator heeft kennisgenomen van de voorschriften die op hem van toepassing zijn conform artikel 4, tweede lid, en verbindt zich ertoe om aan die voorschriften te voldoen zodra het consultaanbod van start gaat op het consultatiebureau.
Art.5. L'organisateur a pris connaissance des conditions qui lui sont applicables conformément à l'article 4, alinéa deux, et s'engage à satisfaire aux conditions en question dès que l'offre de consultation sera proposée au sein du bureau de consultation.
Art.6. De organisator heeft een visie over de organisatie en het beheer van een consultatiebureau, vermeld in artikel 10, en over de medewerkers, vermeld in artikel 31.
Art.6. L'organisateur applique la vision de l'organisation et de la gestion d'un bureau de consultation telle que visée à l'article 10, et applique aux collaborateurs la politique telle que visée à l'article 31.
Art.7. De organisator is een lokaal bestuur, universitaire instelling of is opgericht als vereniging zonder winstoogmerk conform de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de Europese politieke partijen en stichtingen.
  De organisator heeft de geschiktheid en integriteit om op een rechtmatige manier, rekening houdend met geldende normen en waarden, kwaliteitsvol een consultatiebureau te organiseren en te beheren. De organisator doet aan goed bestuur.
  [1 In afwijking van het eerste en tweede lid van dit besluit kan een erkenning voor een consultatiebureau hiernaast ook worden toegekend aan een organisator zonder rechtspersoonlijkheid als het gaat om een consultatiebureau in het tweetalige gebied Brussel Hoofdstad, of als het om een consultatiebureau gaat op een locatie met een permanente dienstverlening waar ouders kunnen verblijven.]1
  
Art.7. L'organisateur est une administration locale ou un établissement universitaire, ou a été constitué en tant qu'association sans but lucratif conformément à la loi du 27 juin 1921 sur les associations sans but lucratif, les fondations, les partis politiques européens et les fondations.
  L'organisateur fait preuve de l'aptitude et de l'intégrité requises pour organiser et gérer un bureau de consultation dans un souci de qualité et dans le respect de la législation et des normes et valeurs en vigueur. L'organisateur agit dans un souci de bonne gouvernance.
  [1 Par dérogation aux alinéas 1er et 2 du présent arrêté, l'agrément d'un bureau de consultation peut en outre être délivré à un organisateur sans personnalité juridique s'il s'agit d'un bureau de consultation dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale ou s'il s'agit d'un bureau de consultation sur un site disposant d'une prestation de services permanente où les parents peuvent séjourner.]1
  
Art.8. De organisator heeft de infrastructuur die voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 14, 1°, 6° en 7°.
  Voor een consultatiebureau in een Opvangcentrum voor asielzoekers, vermeld in artikel 2, 2°, bevindt de infrastructuur, vermeld in het eerste lid, zich in een Opvangcentrum voor asielzoekers. De organisator kan na toestemming van het agentschap afwijken van de voorwaarden voor de infrastructuur conform artikel 16.
  Voor een prenataal consultatiebureau, vermeld in artikel 2, 3°, bevindt de infrastructuur, vermeld in het eerste lid, zich op een locatie waar de organisator al een regulier consultatiebureau als vermeld in artikel 2, 1°, heeft.
Art.8. L'organisateur possède l'infrastructure qui répond aux exigences visées à l'article 14, 1°, 6° et 7°.
  Dans le cas d'un bureau de consultation situé dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile visé à l'article 2, 2°, l'infrastructure visée à l'alinéa premier se trouve dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile. L'organisateur peut, avec l'assentiment de l'agence, déroger aux conditions d'infrastructure, conformément à l'article 16.
  Dans le cas d'un bureau de consultation prénatal visé à l'article 2, 3°, l'infrastructure visée à l'alinéa premier se trouve à un endroit où l'organisateur possède déjà un bureau de consultation régulier tel que visé à l'article 2, 1°.
Afdeling 3. - Erkenningsvoorschriften
Section 3. - Conditions d'agrément
Onderafdeling 1. - Algemene bepalingen
Sous-section 1. - Dispositions générales
Art.9. De organisator voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 7.
Art.9. L'organisateur répond aux conditions visées à l'article 7.
Art.10. De organisator is verantwoordelijk voor de organisatie en het beheer van het consultatiebureau.
  In het eerste lid wordt verstaan onder de organisatie en het beheer van een consultatiebureau:
  1° de infrastructuur, vermeld in artikel 14, en het benodigde materiaal, vermeld in artikel 15, van het consultatiebureau ter beschikking stellen en houden;
  2° het onthaal en de toegankelijkheid van het consultatiebureau, vermeld in artikel 17 tot en met 20, organiseren;
  3° het consultaanbod op het consultatiebureau, vermeld in artikel 21 tot en met 25, organiseren;
  4° samenwerken met derden en het consultatiebureau profileren in het ruime preventieve ondersteuningsaanbod ten aanzien van de gebruikers, potentiële gebruikers, partners en potentiële partners als vermeld in artikel 26 tot en met 28;
  5° bijdragen aan de inhoudelijke, methodische doelstellingen en de uitvoering van het programma van het agentschap, om zo het vooropgestelde kwaliteitskader van het agentschap te realiseren;
  6° de opdrachten, vermeld in artikel 30 tot en met 36.
Art.10. L'organisateur est responsable de l'organisation et de la gestion du bureau de consultation.
  A l'alinéa 1er, on entend par organisation et gestion d'un bureau de consultation :
  1° la mise à disposition et la conservation de l'infrastructure visée à l'article 14 et du matériel visé à l'article 15, nécessaires au bureau de consultation ;
  2° l'organisation de l'accueil et de l'accès au bureau de consultation, tels que visés aux articles 17 à 20 inclus ;
  3° l'organisation au sein du bureau de consultation de l'offre de consultation visée aux articles 21 à 25 inclus ;
  4° la collaboration avec des tiers et la présentation du bureau de consultation dans le cadre de l'offre d'assistance préventive au sens large à l'égard des utilisateurs, utilisateurs potentiels, partenaires et partenaires potentiels tels que visés aux articles 26 à 28 inclus ;
  5° la contribution à la réalisation des objectifs en termes de contenu et de méthodologie ainsi qu'à l'exécution du programme de l'agence, de manière à réaliser le cadre de qualité défini pour l'agence ;
  6° l'exécution des missions visées aux articles 30 à 36 inclus.
Art.11. De organisator organiseert en beheert het consultatiebureau zonder te discrimineren op basis van geslacht, seksuele geaardheid, nationaliteit, taal, vermogen, religieuze, ideologische, filosofische en politieke overtuiging, en culturele, maatschappelijke of sociale afkomst.
Art.11. L'organisateur organise et gère le bureau de consultation en veillant à éviter toute forme de discrimination basée sur le genre, l'orientation sexuelle, la nationalité, la langue, le patrimoine, les convictions religieuses, idéologiques, philosophiques et politiques ou l'origine sociale.
Art.12. De organisator levert maximale inspanningen om grensoverschrijdend gedrag en gevaarsituaties ten aanzien van de gebruikers van het consultatiebureau te vermijden en in voorkomend geval aan te pakken.
  De organisator heeft een procedure over grensoverschrijdend gedrag en een procedure voor gevaarsituaties, met aandacht voor detectie, reactie en preventie.
  De organisator meldt elke gevaarsituatie en situatie van grensoverschrijdend gedrag zo snel mogelijk aan het agentschap.
Art.12. L'organisateur consentira un maximum d'efforts en vue d'éviter et, le cas échéant, de gérer tout comportement inapproprié et toute situation dangereuse à l'égard des utilisateurs du bureau de consultation.
  L'organisateur a prévu une procédure de gestion des comportements inappropriés ainsi qu'une procédure de gestion des situations dangereuses, qui accordent une attention particulière à la détection, à la réaction et à la prévention.
  L'organisateur est tenu de notifier dès que possible à l'agence toute situation dangereuse ainsi que toute situation de comportement inapproprié.
Art.13. Als meerdere organisatoren een erkenning voor een consultatiebureau hebben op dezelfde locatie, organiseren en beheren ze het consultatiebureau gezamenlijk en voeren zij eenzelfde beleid rond de voorschriften, vermeld in artikel 10 en 12, en artikel 14 tot en met 36.
Art.13. Lorsque plusieurs organisateurs possèdent un agrément pour un bureau de consultation au même endroit, ils organisent et gèrent le bureau de consultation conjointement et mènent une politique identique pour ce qui concerne les conditions visées aux articles 10 et 12 ainsi qu'aux articles 14 à 36 inclus.
Onderafdeling 2. - Infrastructuur en materiaal
Sous-section 2. - Infrastructure et matériel
Art.14. De organisator stelt op de locatie van het consultatiebureau een infrastructuur ter beschikking, die geschikt is om het consultaanbod kwaliteitsvol uit te voeren. De infrastructuur van het consultatiebureau:
  1° is vlot en veilig bereikbaar en toegankelijk voor de gebruikers;
  2° is herkenbaar, duidelijk aangegeven en uitnodigend;
  3° heeft de identificatiegegevens en het logo van het agentschap;
  4° is kindvriendelijk en borstvoedingsvriendelijk ingericht;
  5° is gericht op de behoeften van de gebruikers en de medewerkers van het consultatiebureau. De organisator houdt daarbij rekening met hun veiligheid, gezondheid, comfort, privacy, ergonomie en de hygiëne;
  6° is voorzien van de mogelijkheid om veilig te evacueren en neemt maatregelen voor brandpreventie;
  7° heeft voldoende ruime en functionele lokalen, die de uitvoering van het programma en consultaanbod mogelijk maakt;
  8° heeft een functionele toegang tot internet.
Art.14. L'organisateur met à disposition à l'emplacement du bureau de consultation une infrastructure qui convient à la mise en oeuvre de l'offre de consultation dans un souci de qualité. L'infrastructure du bureau de consultation :
  1° est accessible facilement et en toute sécurité aux utilisateurs ;
  2° est reconnaissable, clairement indiquée et accueillante ;
  3° mentionne les données d'identification ainsi que le logo de l'agence ;
  4° est aménagée de façon accueillante pour les enfants et pour les mères allaitantes ;
  5° est axée sur les besoins des utilisateurs et des collaborateurs du bureau de consultation. L'organisateur tient compte à cet égard de leur sécurité, de leur santé, de leur vie privée, de l'ergonomie et de l'hygiène ;
  6° permet une évacuation aisée et est pourvue de mesures de prévention des incendies ;
  7° est équipée de suffisamment de locaux spacieux et fonctionnels qui permettent la mise en oeuvre du programme et de l'offre de consultation ;
  8° est pourvue d'un accès à internet fonctionnel.
Art.15. De organisator stelt het materiaal op het consultatiebureau ter beschikking dat nodig is om het consultaanbod kwaliteitsvol uit te voeren. De organisator is verantwoordelijk voor de aankoop, de installatie, het onderhoud, de bewaring en de afvalverwerking van het materiaal. De organisator houdt daarbij rekening met de wettelijke vereisten op het gebied van veiligheid, hygiëne en milieu.
Art.15. L'organisateur met à la disposition du bureau de consultation le matériel nécessaire à la mise en oeuvre de l'offre de consultation dans un souci de qualité. L'organisateur est responsable de l'achat, de l'installation, de l'entretien et de la conservation du matériel, ainsi que du traitement des déchets provenant de ce dernier. A cet égard, l'organisateur tient compte des exigences légales en matière de sécurité, d'hygiène et d'environnement.
Art.16. De organisator kan voor een consultatiebureau in een Opvangcentrum voor asielzoekers als vermeld in artikel 2, 2°, na toestemming van het agentschap, afwijken van de voorschriften voor de infrastructuur, vermeld in artikel 14, en het materiaal, vermeld in artikel 15.
Art.16. Dans le cas d'un bureau de consultation situé dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile, tel que visé à l'article 2, 2°, l'organisateur peut, avec le consentement de l'agence, déroger aux conditions relatives à l'infrastructure visée à l'article 14 ainsi qu'au matériel visé à l'article 15.
Onderafdeling 3. - Onthaal en toegankelijkheid
Sous-section 3. - Accueil et accessibilité
Art.17. De organisator is verantwoordelijk voor het onthaal op het consultatiebureau bij het consultaanbod, waaronder het verwelkomen van de gebruikers, het wegen en meten van de kinderen en de wachtzaalfunctie.
Art.17. L'organisateur est responsable de l'accueil au sein du bureau de consultation, ce qui implique notamment l'accueil des utilisateurs, le pesage et le mesurage des enfants ainsi que la fonction de salle d'attente.
Art.18. De organisator is verantwoordelijk voor een maximale toegankelijkheid en laagdrempeligheid van het consultatiebureau voor de gebruikers en potentiële gebruikers met het oog op een maximaal doelbereik van het preventief en prenataal consultaanbod.
  Voor een prenataal consultatiebureau als vermeld in artikel 2, 3°, ontwikkelt en past de organisator drempelverlagende strategieën toe om kwetsbare zwangeren zo maximaal mogelijk toe te leiden naar de medische reguliere sector.
  In het tweede lid wordt verstaan onder medische reguliere sector: gynaecologen, huisartsen, vroedvrouwen en wijkgezondheidscentra.
Art.18. L'organisateur est tenu de garantir à tous les utilisateurs et utilisateurs potentiels un accès aisé et optimal au bureau de consultation, en vue d'une portée maximale de l'offre de consultation préventive et prénatale.
  Dans le cas d'un bureau de consultation prénatale tel que visé à l'article 2, 3°, l'organisateur élabore et applique des stratégies accessibles à tous de façon à maximiser l'accès des femmes enceintes vulnérables au secteur médical régulier.
  A l'alinéa deux, il faut entendre par secteur médical régulier les gynécologues, médecins généralistes, sages-femmes et maisons médicales.
Art.19. De organisator voert de opdrachten in het kader van de organisatie en het beheer van het consultatiebureau gratis uit.
Art.19. L'organisateur exécute gratuitement les missions dans le cadre de l'organisation et de la gestion du bureau de consultation.
Art.20. De organisator is verantwoordelijk voor de behandeling van elke klacht over de organisatie en het beheer van het consultatiebureau. Die behandeling van een klacht houdt minstens in dat de klacht wordt geregistreerd, geanalyseerd, beantwoord, en dat er een passend gevolg aan wordt gegeven.
Art.20. L'organisateur est responsable du règlement de toute plainte relative à l'organisation et à la gestion du bureau de consultation. Le règlement précité implique à tout le moins l'enregistrement et l'analyse de la plainte ainsi que la réponse et la suite appropriée qui y est donnée.
Onderafdeling 4. - Organisatie van het consultaanbod
Sous-section 4. - Organisation de l'offre de consultation
Art.21. De organisator organiseert het consultaanbod met minstens het aantal uren, berekend conform artikel 40.
Art.21. L'organisateur organise l'offre de consultation en respectant le nombre d'heures minimum, calculé conformément à l'article 40.
Art.22. § 1. De organisator heeft voor een regulier consultatiebureau als vermeld in artikel 2, 1°, minstens 210 uren per jaar behaald, berekend op basis van de parameters, vermeld in artikel 40.
  Als de organisator voor een regulier consultatiebureau als vermeld in artikel 2, 1°, twee opeenvolgende jaren minder dan 210 uren behaalt, kan het agentschap de erkenning opheffen. Het agentschap kan afwijken van de beslissing om de erkenning op te heffen, als de organisator daarvoor een gemotiveerde aanvraag indient.
  Als op dezelfde locatie meerdere reguliere consultatiebureaus als vermeld in artikel 2, 1°, zijn, worden de uren van de organisatoren voor alle reguliere consultatiebureaus op die locatie samengeteld. Het totaal aantal uren op die locatie, mag twee opeenvolgende jaren niet minder dan 210 uren zijn.
  § 2. Het prenataal consultatiebureau, vermeld in artikel 2, 3°, heeft jaarlijks vijftig nieuwe ingeschreven kwetsbare zwangeren.
  In het eerste lid wordt verstaan onder nieuwe ingeschreven kwetsbare zwangere: elke zwangere persoon die zich voor een eerste keer aanmeldt of aanbiedt op het prenataal consultatiebureau.
Art.22. § 1er. Pour un bureau de consultation régulier tel que visé à l'article 2, 1°, l'organisateur a obtenu au moins 210 heures par an, calculées sur la base des paramètres mentionnés à l'article 40.
  Lorsque, pour un bureau de consultation régulier tel que visé à l'article 2, 1°, l'organisateur obtient moins de 210 heures pendant deux années successives, l'agence est en droit de retirer l'agrément. L'agence peut déroger à la décision de retirer l'agrément lorsque l'organisateur introduit une demande motivée à cet effet.
  Lorsque plusieurs bureaux de consultation réguliers visés à l'article 2, 1°, sont établis à un même emplacement, les heures des organisateurs pour tous les bureaux de consultation réguliers à l'emplacement en question sont additionnées. Le nombre total d'heures à cet emplacement ne peut être inférieur à 210 pendant deux années successives.
  § 2. Le bureau de consultation prénatale visé à l'article 2, 3°, inscrit chaque année cinquante nouvelles femmes enceintes vulnérables.
  A l'alinéa 1er, on entend par nouvelle femme enceinte vulnérable toute personne enceinte qui s'adresse ou se présente pour la première fois au bureau de consultation prénatale.
Art.23. Als het aantal uren, berekend conform artikel 40, niet volstaat om het preventief consultaanbod te organiseren, kan de organisator die verschillende reguliere consultatiebureaus als vermeld in artikel 2, 1°, heeft, uren overdragen van het ene consultatiebureau op het andere. De organisator zorgt daarbij voor de continuïteit van het preventief consultaanbod op de consultatiebureaus.
  Als de organisator met verschillende consultatiebureaus geen of onvoldoende overblijvende uren op een ander consultatiebureau heeft, of als de organisator maar één consultatiebureau heeft, kan de organisator meer uren aanvragen bij het agentschap.
Art.23. Lorsque le nombre d'heures calculé conformément à l'article 40 ne suffit pas pour organiser l'offre de consultation préventive, l'organisateur qui possède différents bureaux de consultation réguliers tels que visés à l'article 2, 1°, peut transférer des heures d'un bureau de consultation à un autre. Dans ce cas, l'organisateur est tenu de garantir la continuité de l'offre de consultation préventive au sein des bureaux de consultation.
  Lorsque l'organisateur qui possède différents bureaux de consultation n'a pas (suffisamment) d'heures restantes dans un autre bureau de consultation, ou lorsque l'organisateur n'a qu'un seul bureau de consultation, il peut demander à l'agence à obtenir davantage d'heures.
Art.24. De organisator werkt, samen met de andere medewerkers van het consultatiebureau, mee aan het opmaken van een planning voor het komende jaar. De planning voldoet aan de volgende voorwaarden:
  1° het omvat het uit te voeren consultaanbod, volgens het aantal uren, berekend conform artikel 40;
  2° het is opgemaakt in overleg met de medewerkers van het consultatiebureau in kwestie;
  3° het houdt rekening met voldoende spreiding van het consultaanbod over het jaar;
  4° het zorgt voor de continuïteit en de kwaliteit van het consultaanbod;
  5° het is gericht op de noden van de gebruikers;
  6° het voorziet in aangepaste openingsuren per week.
Art.24. L'organisateur procède, en collaboration avec les autres collaborateurs du bureau de consultation, à l'établissement d'un planning pour l'année à venir. Le planning répond aux conditions suivantes :
  1° il comprend l'offre de consultation à mettre en oeuvre, selon le nombre d'heures calculé conformément à l'article 40 ;
  2° il est établi en concertation avec les collaborateurs du bureau de consultation en question ;
  3° il tient compte d'une répartition suffisante de l'offre de consultation sur l'ensemble de l'année ;
  4° il garantit la continuité et la qualité de l'offre de consultation ;
  5° il est axé sur les besoins des utilisateurs ;
  6° il prévoit des heures d'ouverture adaptées pour chaque semaine.
Art.25. Het agentschap kan tijdelijk extra uren toekennen om voor specifieke doelgroepen een preventief consultaanbod te organiseren op een locatie buiten het consultatiebureau. De uren worden toegekend aan de organisator van een nabijgelegen consultatiebureau als vermeld in artikel 2, 1° en 2°. Als er dichtbij die locatie meerdere consultatiebureaus zijn die georganiseerd worden door verschillende organisatoren, contacteert het agentschap de organisatoren die in onderling akkoord bepalen aan wie de extra uren worden toegekend. Als ze niet tot een akkoord komen, beslist het agentschap op basis van afstand.
Art.25. L'agence peut, à titre temporaire, attribuer des heures supplémentaires en vue de l'organisation d'une offre de consultation préventive pour certains groupes-cibles spécifiques à l'extérieur du bureau de consultation. Les heures sont attribuées à l'organisateur d'un bureau de consultation avoisinant, tel que visé à l'article 2, 1° et 2°. S'il existe à proximité de cet emplacement plusieurs bureaux de consultation organisés par différents organisateurs, l'agence prend contact avec les organisateurs, qui décident de commun accord à quel organisateur seront attribuées les heures supplémentaires. S'ils ne parviennent pas à un accord, l'agence prend sa décision en fonction de la distance.
Onderafdeling 5. - Samenwerking en profilering
Sous-section 5. - Collaboration et positionnement
Art.26. De organisator voert een actief informatie- en communicatiebeleid over zijn rol en werking, de werking van het consultatiebureau en het programma van het agentschap. Het informatie- en communicatiebeleid is afgestemd op zowel de gebruikers van het consultatiebureau als op partners in het preventieve ondersteuningsaanbod.
Art.26. L'organisateur mène une politique d'information et de communication active en rapport avec son rôle et son fonctionnement, le fonctionnement du bureau de consultation ainsi que le programme de l'agence. La politique d'information et de communication précitée est adaptée tant aux utilisateurs du bureau de consultation qu'aux partenaires dans le cadre de l'offre de consultation préventive.
Art.27. De organisator van een consultatiebureau als vermeld in artikel 2, 1° en 3°, van dit besluit, maakt deel uit van het samenwerkingsverband Huis van het Kind, vermeld in artikel 7, eerste lid, van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, waarvan het werkingsgebied de plaats omvat waar het consultatiebureau gelegen is.
  De organisator, vermeld in het eerste lid, maakt ook deel uit van elk ander samenwerkingsverband Huis van het Kind met een ander werkingsgebied, als minstens 20% van het aantal gebruikers die wonen in dat ander werkingsgebied, gebruik maakt van het consultaanbod in het consultatiebureau van de organisator.
Art.27. L'organisateur d'un bureau de consultation tel que visé à l'article 2, 1° et 3°, du présent arrêté, fait partie de l'accord de coopération Huis van het Kind, visé à l'article 7, alinéa premier, du décret du 29 novembre 2013 portant organisation du soutien préventif aux familles, dont la zone d'action inclut le lieu où est établi le bureau de consultation.
  L'organisateur visé à l'alinéa premier fait également partie de tout autre accord de coopération Huis van het Kind ayant une autre zone d'action, lorsqu'au moins 20 % du nombre d'utilisateurs qui habitent dans l'autre zone d'action en question utilisent l'offre de consultation au sein du bureau de consultation de l'organisateur.
Art.28. De organisator werkt samen met de lokale actoren in preventieve gezinsondersteuning en sluit zo veel mogelijk aan bij de wijze waarop de lokale besturen het lokaal sociaal beleid vormgeven.
  De organisator van een consultatiebureau in een Opvangcentrum voor asielzoekers als vermeld in artikel 2, 2°, werkt samen met het Opvangcentrum voor asielzoekers en maakt afspraken met dat Opvangcentrum over de organisatie van het preventief consultaanbod.
Art.28. L'organisateur travaille en collaboration avec des acteurs locaux dans le secteur du soutien préventif aux familles et se conforme autant que possible à la façon dont les administrations locales donnent forme à la politique sociale locale.
  L'organisateur d'un bureau de consultation dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile tel que visé à l'article 2, 2°, travaille en collaboration avec le Centre d'accueil pour demandeurs d'asile et conclut avec celui-ci des accords relatifs à l'organisation de l'offre de consultation préventive.
Onderafdeling 6. - Opvolging kwaliteitsindicatoren
Sous-section 6. - Suivi des indicateurs de qualité
Art.29. De organisator draagt bij aan de inhoudelijke, methodische doelstellingen en de uitvoering van het programma van het agentschap, om zo het vooropgestelde kwaliteitskader van het agentschap te realiseren.
Art.29. L'organisateur contribue à la réalisation des objectifs en termes de contenu et de méthodologie ainsi qu'à l'exécution du programme de l'agence, de manière à réaliser le cadre de qualité défini pour l'agence.
Onderafdeling 7. - Medewerkers
Sous-section 7. - Collaborateurs
Art.30. De organisator kan voor het beheer en de organisatie van het consultatiebureau medewerkers hebben. De organisator is verantwoordelijk voor zijn medewerkers.
Art.30. L'organisateur peut recourir aux services de collaborateurs en vue de la gestion et de l'organisation du bureau de consultation. L'organisateur est responsable de ses collaborateurs.
Art.31. De organisator voert een beleid voor de medewerkers van de organisator dat afgestemd is op de gebruikers van het consultatiebureau. Dat beleid bestaat uit:
  1° de vorming en bijscholing van de medewerkers van de organisator, waarbij de nadruk wordt gelegd op het vergroten van de technische, communicatieve en sociale vaardigheden die nodig zijn om de opdracht uit te voeren;
  2° het informeren en opvolgen van de medewerkers van de organisator over de missie, de visie, het beleid, de waarden, de doelstellingen, de organisatie en de strategie van het agentschap en de positie, rol en het eigen beleid van de organisator;
  3° de actieve communicatie en ondersteuning van de medewerkers van de organisator;
  4° de aanwezigheid van voldoende medewerkers van de organisator bij het uitvoeren van de opdrachten.
Art.31. L'organisateur mène à l'égard de ses collaborateurs une politique du personnel adaptée aux utilisateurs du bureau de consultation. La politique précitée comprend les aspects suivants :
  1° formation et perfectionnement des collaborateurs de l'organisateur, avec une attention particulière accordée à l'élargissement des aptitudes techniques, communicatives et sociales requises pour leur permettre d'exercer leurs activités ;
  2° l'information et le suivi des collaborateurs de l'organisateur en rapport avec la mission, la vision, la politique, les valeurs, les objectifs, l'organisation et la stratégie de l'agence, ainsi que la position, le rôle et la politique propre de l'organisateur ;
  3° la communication et l'assistance actives des collaborateurs de l'organisateur ;
  4° la présence d'un nombre suffisant de collaborateurs de l'organisateur lors de l'exécution des tâches.
Art.32. De organisator kan aan de medewerkers van de organisator, bij twijfel over de goede gezondheidstoestand van een medewerker, een medisch attest vragen dat de goede algemene gezondheidstoestand van die medewerker, voor de uit te voeren taken, bevestigt.
  De organisator vraagt aan de medewerkers van de organisator die direct contact hebben met minderjarige kinderen op het consultatiebureau en betaalde krachten zijn, een uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering voor te leggen. De organisator kan aan de andere medewerkers van de organisator vragen om het voormelde uittreksel voor te leggen.
Art.32. En cas de doute quant au bon état de santé d'un collaborateur, l'organisateur peut demander au collaborateur en question de lui remettre un certificat médical attestant son bon état de santé en vue de l'exécution des tâches.
  L'organisateur demande à ses collaborateurs qui sont directement en contact avec des enfants mineurs au sein du bureau de consultation et qui travaillent à titre rémunéré, de produire un extrait du casier judiciaire tel que visé à l'article 596, alinéa deux, du Code d'instruction criminelle. L'organisateur peut demander à ses autres collaborateurs de produire l'extrait précité.
Onderafdeling 8. - Verzekeringen
Sous-section 8. - Assurances
Art.33. De organisator heeft een verzekering voor:
  1° de burgerlijke aansprakelijkheid van de organisator;
  2° de burgerlijke aansprakelijkheid van de medewerkers van de organisator en elke andere persoon die, met uitdrukkelijke toestemming van de organisator, een activiteit opneemt in het kader van de opdrachten voor de organisatie en het beheer van een consultatiebureau, voor schade die wordt toegebracht aan de organisator, aan een andere medewerker, aan de gebruikers van het consultatiebureau of aan derden tijdens het uitvoeren van de opdrachten voor het consultatiebureau;
  3° de lichamelijke ongevallen van de gebruikers van het consultatiebureau en derden tijdens de activiteiten op het consultatiebureau.
Art.33. L'organisateur a souscrit une assurance couvrant :
  1° la responsabilité civile de l'organisateur ;
  2° la responsabilité civile des collaborateurs de l'organisateur et de toute autre personne qui, avec le consentement explicite de l'organisateur, exerce une activité dans le cadre des tâches d'organisation et de gestion d'un bureau de consultation, afin de couvrir les dommages causés à l'organisateur, à un autre collaborateur, aux utilisateurs du bureau de consultation ou à des tiers pendant l'exécution des tâches pour le bureau de consultation ;
  3° les accidents corporels des utilisateurs du bureau de consultation et de tiers pendant l'exécution des activités au sein de ce dernier.
Onderafdeling 9. - Rapportage
Sous-section 9. - Rapports
Art.34. De organisator rapporteert jaarlijks over de realisatie, de kwaliteitszorg en de aanwending van de subsidie voor de organisatie en het beheer van het consultatiebureau waarvoor hij erkend is.
  De minister bepaalt de nadere regels met betrekking tot de rapportage, waaronder de categorieën van gegevens die gevraagd zullen worden.
Art.34. L'organisateur établit chaque année un rapport sur la réalisation, la gestion de la qualité et l'affectation de la subvention à l'organisation et à la gestion du bureau de consultation pour lequel il est agréé.
  Le Ministre fixe les modalités relatives aux rapports, notamment les catégories de données qui seront demandées.
Onderafdeling 10. - Boekhouding
Sous-section 10. - Comptabilité
Art.35. De organisator voert een boekhouding overeenkomstig de toepasselijke regelgeving.
  De organisator hanteert een boekhouding die inkomsten en uitgaven die verband houden met de activiteiten van het consultatiebureau, voor de toerekening van de kosten en inkomsten, transparant afzondert.
Art.35. L'organisateur tient une comptabilité conformément à la législation applicable.
  L'organisateur tient une comptabilité qui reflète de manière transparente les recettes et dépenses liées aux activités du bureau de consultation, en vue de l'imputation des frais et des recettes.
Art.36. De organisator bezorgt het agentschap jaarlijks en uiterlijk zeven maanden na het afsluiten van het boekjaar een financieel verslag over het voorgaande werkingsjaar. Het financieel verslag bevat de volgende gegevens:
  1° de goedgekeurde jaarrekening van de organisator;
  2° een overzicht van alle kosten en opbrengsten van de organisatie en het beheer van het consultatiebureau.
  Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, volstaat ook een overzicht van alle inkomsten en uitgaven voor het consultaanbod als de organisator volgens de toepasselijke boekhoudregelgeving een vereenvoudigde boekhouding voert.
Art.36. Chaque année, et au plus tard sept mois après la clôture de l'exercice comptable, l'organisateur remet à l'agence un rapport financier relatif à l'année d'activité précédente. Le rapport financier comprend les informations suivantes :
  1° les comptes annuels approuvés de l'organisateur ;
  2° un aperçu de tous les frais et recettes relatifs à l'organisation et à la gestion du bureau de consultation.
  Pour l'application de l'alinéa premier, 2°, un aperçu de toutes les recettes et dépenses pour l'offre de consultation suffit également lorsque l'organisateur tient une comptabilité simplifiée conformément à la législation comptable applicable.
HOOFDSTUK 2. - Subsidie voor een consultatiebureau
CHAPITRE 2. - Subvention pour un bureau de consultation
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Section 1. - Dispositions générales
Art.37. Een organisator van een erkend consultatiebureau, ontvangt binnen de perken van de begrotingskredieten een jaarlijkse subsidie voor de organisatie en het beheer van het consultatiebureau.
  De subsidie wordt toegekend met inachtneming van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
Art.37. Un organisateur d'un bureau de consultation agréé reçoit, dans les limites des crédits budgétaires, une subvention annuelle en vue de l'organisation et de la gestion du bureau de consultation.
  La subvention est octroyée dans le respect de la décision 2012/21/UE de la Commission européenne du 20 décembre 2011 relative à l'application de l'article 106, alinéa deux, du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides d'Etat sous forme de compensations de service public octroyées à certaines entreprises chargées de la gestion de services d'intérêt économique général.
Art.38. De subsidie wordt aangewend voor de organisatie en het beheer van het consultatiebureau, vermeld in artikel 10. De subsidie geldt als een algemene werkingssubsidie die toegekend wordt ter ondersteuning van personeels- en werkingskosten.
Art.38. La subvention est affectée à l'organisation et à la gestion du bureau de consultation visé à l'article 10. La subvention fait office de subvention générale de fonctionnement octroyée afin de couvrir les frais de personnel et de fonctionnement.
Art.39. § 1. Een reserve kan gebruikt worden ter compensatie van een tekort.
  De organisator kan op de volgende wijze reserves opbouwen met de subsidies, vermeld in artikel 37:
  1° de reserves worden aangewend om de opdrachten, vermeld in artikel 10, te kunnen realiseren;
  2° maximaal 10% van de jaarlijkse subsidiebedragen, vermeld in artikel 41, kan als reserve overgedragen worden naar het volgende kalenderjaar;
  3° de gecumuleerde reserve, opgebouwd uit de jaarlijkse subsidiebedragen, vermeld in punt 2°, is maximaal 20% van de jaarlijkse subsidiebedragen, vermeld in punt 2° ;
  4° als het maximum, vermeld in punt 2° en 3°, overschreden wordt, wordt het overschreden bedrag teruggestort aan het agentschap, tenzij de organisator een aanwendingsplan of aanzuiveringsplan heeft dat voldoet aan een aantal criteria, waaronder de goedkeuring van de Inspectie van Financiën van de Vlaamse overheid.
  De minister bepaalt de nadere regels, onder meer de criteria waaraan het aanwendingsplan of aanzuiveringsplan moet voldoen.
  § 2. Na de verwerking van het financieel verslag, vermeld in artikel 36, wordt de gecumuleerde reserve ten laste van de subsidie door het agentschap berekend en bijgehouden, en wordt ze jaarlijks uiterlijk op het einde van het derde kwartaal ter kennis gebracht van de organisator.
Art.39. § 1er. Une réserve peut être utilisée afin de compenser un déficit.
  L'organisateur peut constituer des réserves au moyen des subventions visées à l'article 37, en procédant de l'une des manières suivantes :
  1° les réserves peuvent être affectées à l'exécution des activités visées à l'article 10 ;
  2° un maximum de 10 % du montant annuel des subventions visé à l'article 41 peut être reporté à l'année civile suivante en tant que réserve ;
  3° la réserve cumulée, constituée à partir du montant annuel des subventions visé au point 2°, ne peut excéder 20 % du montant annuel des subventions visé au point 2° ;
  4° lorsque le maximum visé aux points 2° et 3° est dépassé, le montant excédentaire est reversé à l'agence, sauf si l'organisateur dispose d'un plan d'utilisation ou d'apurement qui répond à un certain nombre de critères, y compris l'approbation de l'Inspection des Finances de l'Autorité flamande.
  Le Ministre fixe les modalités, notamment les critères auxquels doit répondre le plan d'utilisation ou le plan d'apurement.
  § 2. Après le traitement du rapport financier visé à l'article 36, la réserve cumulée à charge de la subvention est calculée et conservée par l'agence, et est portée à la connaissance de l'organisateur chaque année au plus tard à la fin du troisième trimestre.
Afdeling 2. - Bedrag van de subsidie, voorschot en saldoafrekening
Section 2. - Montant de la subvention, avance et règlement du solde
Art.40. § 1. Het agentschap kent jaarlijks per erkend regulier consultatiebureau als vermeld in artikel 2, 1°, een aantal uren toe voor het daaropvolgende jaar, waarmee de organisator het preventief consultaanbod organiseert op het consultatiebureau. Het agentschap bepaalt het aantal uren op basis van de volgende parameters:
  1° het aantal aanmeldingen op het consultatiebureau gedurende de referentieperiode;
  2° de algemene bezettingsnorm berekend over alle erkende consultatiebureaus heen, jaarlijks berekend op basis van de resultaten van de referentieperiode door het agentschap;
  3° de beschikbare cijfers over de kansarmoedekenmerken en de dienstverleningstaal van de gezinnen op het consultatiebureau gedurende de referentieperiode;
  4° de vereisten van het programma van het agentschap;
  5° de eventuele afwijkingen op het programma van het agentschap en het aantal vruchteloze consulten op het consultatiebureau gedurende de referentieperiode;
  6° de organisatie van overleg tussen de medewerkers van het consultatiebureau.
  In het eerste lid wordt verstaan onder:
  1° aanmelding: elk bezoek van een kind aan een consultatiebureau voor een verpleegkundig of medisch consult;
  2° referentieperiode: het eerste en tweede kwartaal van het voorgaande jaar en het derde en vierde kwartaal van het jaar voorafgaand aan het voorgaande jaar.
  Het aantal uren kan in de loop van het jaar door het agentschap gewijzigd worden, naar aanleiding van een wijziging aan het programma, vermeld in het eerste lid, 4°.
  § 2. Voor het jaar waarin de erkenning wordt opgestart, wordt in de plaats van de parameter, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, rekening gehouden met het geboortecijfer en het aantal kinderen tot drie jaar in het gebied waar het consultatiebureau ligt. Voor de parameters, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° en 5°, wordt rekening gehouden met de best passende gegevens.
  Voor het jaar waarin de erkenning wordt opgestart en voor het jaar waarin de erkenning wordt opgeheven, wordt het aantal uren preventief consultaanbod dat bepaald zou worden voor een volledig jaar, verminderd in evenredigheid met de werkelijke duur van het kalenderjaar waarin de erkenning wordt opgestart of opgeheven.
  § 3. Het agentschap kent jaarlijks per consultatiebureau in een Opvangcentrum voor asielzoekers, vermeld in artikel 2, 2°, een aantal uren toe voor het daaropvolgende jaar, waarmee de organisator het preventief consultaanbod organiseert op het consultatiebureau. Het agentschap bepaalt het aantal uren op basis van de aangetoonde nood en het aantal kinderen die aanwezig zijn in het Opvangcentrum voor asielzoekers.
  Het agentschap kent jaarlijks per prenataal consultatiebureau, vermeld in artikel 2, 3°, een aantal uren toe voor het daaropvolgende jaar, waarmee de organisator het prenataal consultaanbod organiseert op het consultatiebureau. Het agentschap bepaalt het aantal uren op basis van de aangetoonde nood en het aantal kwetsbare zwangeren in de grootstad in kwestie of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
Art.40. § 1er. Chaque année, l'agence attribue, par bureau de consultation régulier agréé tel que visé à l'article 2, 1°, un nombre d'heures pour l'année suivante, par le biais duquel l'organisateur organise l'offre de consultation préventive au sein du bureau de consultation. L'agence détermine le nombre d'heures sur la base des paramètres suivants :
  1° le nombre d'inscriptions au bureau de consultation pendant la période de référence ;
  2° la norme d'occupation générale, calculée par l'agence sur une base annuelle pour l'ensemble des bureaux de consultation, sur la base des résultats de la période de référence ;
  3° les chiffres disponibles en rapport avec les caractéristiques de précarité et le régime linguistique des familles au sein du bureau de consultation pendant la période de référence ;
  4° les exigences du programme de l'agence ;
  5° les éventuelles dérogations au programme de l'agence ainsi que le nombre de consultations infructueuses au bureau de consultation pendant la période de référence ;
  6° l'organisation de la concertation entre les collaborateurs du bureau de consultation.
  A l'alinéa premier, il y a lieu d'entendre par :
  1° inscription : toute visite d'un enfant au bureau de consultation en vue d'une consultation infirmière ou médicale ;
  2° période de référence : le premier et le troisième trimestres de l'année précédente, ainsi que le troisième et le quatrième trimestres de l'année qui précède l'année précédente.
  Le nombre d'heures peut être modifié par l'agence dans le courant de l'année, à la suite d'une modification apportée au programme visé à l'alinéa premier, 4°.
  § 2. Pour l'année durant laquelle l'agrément prend effet, il est tenu compte, en lieu et place du paramètre visé au paragraphe 1er, alinéa premier, 1°, du taux de natalité ainsi que du nombre d'enfants âgés jusqu'à trois ans dans la région dans laquelle se situe le bureau de consultation. Pour les paramètres visés au paragraphe 1er, alinéa premier, 3° et 5°, il est tenu compte des données les mieux ajustées.
  Pour l'année durant laquelle l'agrément prend effet et l'année durant laquelle l'agrément est suspendu, le nombre d'heures de consultation préventive qui serait déterminé pour une année entière est diminué au prorata de la durée réelle de l'année civile durant laquelle l'agrément prend effet ou est suspendu.
  § 3. Chaque année, l'agence attribue, par bureau de consultation dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile tel que visé à l'article 2, 2°, un nombre d'heures pour l'année suivante, par le biais duquel l'organisateur organise l'offre de consultation préventive au sein du bureau de consultation. L'agence détermine le nombre d'heures sur la base de la nécessité justifiée et du nombre d'enfants présents dans le Centre d'accueil pour demandeurs d'asile.
  Chaque année, l'agence attribue, par bureau de consultation prénatale tel que visé à l'article 2, 3°, un nombre d'heures pour l'année suivante, par le biais duquel l'organisateur organise l'offre de consultation prénatale au sein du bureau de consultation. L'agence détermine le nombre d'heures sur la base de la nécessité justifiée et du nombre de femmes enceintes vulnérables dans la métropole en question ou dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale.
Art.41. § 1. Het bedrag van de subsidie bestaat uit de volgende componenten:
  1° een vaste component van 1326 euro per jaar voor personeelskosten;
  2° een variabele component voor werkingskosten die als volgt wordt berekend:
  a) een bedrag van 27,07 euro per toegekend uur voor de organisatie van het preventief consultaanbod;
  b) het bedrag berekend conform punt a), wordt verhoogd met 17,5% voor een kwaliteitsvolle werking.
  [1 3° een variabele component van [2 0,90 euro (negentig cent)]2 per uitgevoerd zittingsuur voor personeelskosten van de organisator, ter uitvoering van het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor de social-/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025.]1
  Voor de organisatie en het beheer van het preventief consultaanbod in een Opvangcentrum voor asielzoekers of op een locatie buiten het consultatiebureau conform artikel 25, en voor de organisatie en het beheer van het prenataal consultaanbod bestaat het subsidiebedrag alleen uit de variabele component, vermeld in het eerste lid, 2°, a) [1 , en de variabele component, vermeld in het eerste lid, 3°]1.
  De bedragen, vermeld in het eerste lid, zijn uitgedrukt tegen 100% en worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10.
  Ze worden gekoppeld aan de afgevlakte gezondheidsindex, vermeld in artikel 2, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, die wordt berekend en toegepast conform artikel 2 tot en met 2 quater van het voormelde besluit.
  De aanpassing van de bedragen gebeurt telkens twee maanden nadat de afgevlakte gezondheidsindex een bepaalde drempelwaarde overschrijdt.
  § 2. Het agentschap maakt jaarlijks per consultatiebureau een raming van het subsidiebedrag op basis van het aantal toegekende uren dat bepaald is conform artikel 40, en op basis van de componenten, vermeld in paragraaf 1.
  
Art.41. § 1er. Le montant de la subvention se compose comme suit :
  1° une composante fixe de 1 326 euros par an pour les frais de personnel ;
  2° une composante variable pour les frais de fonctionnement, calculée comme suit :
  a) un montant de 27,07 euros par heure attribuée pour l'organisation de l'offre de consultation préventive ;
  b) le montant calculé conformément au point a) est majoré de 17,5 % en vue d'un fonctionnement de qualité.
  [1 3° une composante variable de [2 0,90 euros (nonante cents)]2par heure de séance exécutée pour les frais de personnel de l'organisateur, en exécution du sixième Accord Intersectoriel flamand du 30 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non marchand pour la période 2021-2025.]1
  Pour l'organisation et la gestion de l'offre de consultation préventive dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile ou à un endroit extérieur au bureau de consultation, conformément à l'article 25, et pour l'organisation et la gestion de l'offre de consultation prénatale, le montant de la subvention se compose uniquement de la composante variable visée à l'alinéa premier, 2°, a) [1 , et la composante variable visée au premier alinéa, 3°]1.
  Les montants mentionnés à l'alinéa premier sont exprimés à 100 % et sont couplés à l'indice pivot 105,10.
  Ils sont couplés à l'indice santé lissé visé à l'article 2, § 2, alinéa premier, de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, qui est calculé et appliqué conformément aux articles 2 à 2quater de l'arrêté précité.
  L'adaptation des montants est toujours réalisée deux mois après que l'indice santé lissé dépasse une valeur seuil déterminée.
  § 2. Chaque année, l'agence établit, pour chaque bureau de consultation, une estimation du montant de la subvention sur la base du nombre d'heures attribuées conformément à l'article 40, ainsi que sur la base des composantes visées au paragraphe premier.
  
Art.42. Het agentschap betaalt uiterlijk op het einde van het eerste kwartaal van het jaar een voorschot uit van 80% van het geraamde subsidiebedrag van dat jaar. Voor het jaar waarin de erkenning wordt opgestart, wordt het voorschot uitbetaald na de beslissing tot toekenning van de erkenning.
  Na de afloop van het jaar wordt op basis van het definitief bepaalde aantal georganiseerde uren het definitieve subsidiebedrag voor de organisator berekend. De organisator wordt op de hoogte gebracht van de saldoafrekening. Het agentschap betaalt het eventuele saldo uiterlijk op het einde van het eerste kwartaal van het daaropvolgende jaar, of vordert het terug.
Art.42. Au plus tard à la fin du premier trimestre de l'année, l'agence paie une avance de 80 % du montant de la subvention estimé pour l'année en question. Pour l'année durant laquelle l'agrément prend effet, l'avance est payée après la décision d'octroi de l'agrément.
  Au terme de l'année, le montant définitif de la subvention octroyée à l'organisateur est calculé sur la base du nombre d'heures d'organisation déterminé à titre définitif. L'organisateur est informé du règlement du solde. L'agence paie ou récupère le solde éventuel au plus tard à la fin du premier trimestre de l'année suivante.
Afdeling 3. - Rechtzetting
Section 3. - Rectification
Art.43. De organisator kan, na de saldoafrekening, vermeld in artikel 42, tweede lid, het agentschap om een rechtzetting verzoeken over het definitieve subsidiebedrag van het voorgaande jaar. De organisator bezorgt de nodige gegevens uiterlijk op 30 november van het jaar waarin de saldoafrekening werd gemaakt, aan het agentschap.
  Na onderzoek van de gegevens, vermeld in het eerste lid, betaalt het agentschap de eventuele rechtzetting uiterlijk bij het voorschot op het einde van het eerste kwartaal van het daaropvolgende jaar of vordert het agentschap de eventuele rechtzetting terug.
Art.43. L'organisateur peut, après règlement du solde visé à l'article 42, alinéa deux, demander à l'agence de rectifier le montant définitif de la subvention pour l'année précédente. L'organisateur transmet les données nécessaires à l'agence au plus tard le 30 novembre de l'année durant laquelle le règlement du solde a été établi.
  Après examen des données visées à l'alinéa premier, l'agence paie ou réclame l'éventuel montant rectificatif au plus tard au moment de l'avance à la fin du premier trimestre de l'année suivante.
HOOFDSTUK 3. - Toezicht en handhaving
CHAPITRE 3. - Surveillance et maintien
Afdeling 1. - Toezicht
Section 1. - Surveillance
Art.44. Het agentschap volgt jaarlijks de werking van het consultatiebureau en de aanwending van de toegekende subsidie op aan de hand van de rapportage, vermeld in artikel 34, en het financieel verslag, vermeld in artikel 36.
  Naast de controle, vermeld in het eerste lid, evalueert het agentschap minstens om de vijf jaar de naleving van de erkenningsvoorschriften, vermeld in artikel 9 tot en met 36, en de aanwending van de subsidie. Het agentschap kan daarvoor aan de organisator alle stukken opvragen die verband houden met de voormelde erkenningsvoorschriften en de aanwending van de subsidie.
  Het agentschap bespreekt het resultaat van de evaluatie, vermeld in het tweede lid, met de organisator. Op basis van die bespreking kan het agentschap in voorkomend geval gebruikmaken van de handhavingsinstrumenten, vermeld in artikel 46 tot en met 49.
Art.44. L'agence assure chaque année le suivi du fonctionnement du bureau de consultation ainsi que de l'affectation de la subvention octroyée, sur la base du rapport visé à l'article 34 et du rapport financier visé à l'article 36.
  Outre le contrôle visé à l'alinéa premier, l'agence procède, au moins tous les cinq ans, à une évaluation du respect des conditions d'agrément visées aux articles 9 à 36 inclus et de l'affectation de la subvention. A cet effet, l'agence peut demander à l'organisateur tous les documents liés aux conditions d'agrément précitées ainsi qu'à l'affectation de la subvention.
  L'agence discute avec l'organisateur du résultat de l'évaluation visée à l'alinéa deux. Sur la base de la discussion précitée, l'agence peut, le cas échéant, utiliser les instruments d'application visés aux articles 46 à 49 inclus.
Art.45. Het agentschap geeft Zorginspectie de opdracht om binnen het jaar na de start of na een wijziging van de locatie van het consultatiebureau, het consultatiebureau te bezoeken en ter plaatse na te gaan of er voldaan is aan de erkenningsvoorwaarden en -voorschriften, vermeld in artikel 5 tot en met 36.
  In het eerste lid wordt verstaan onder Zorginspectie : [1 Zorginspectie als vermeld in artikel 4, § 2, derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 over het Departement Zorg]1.
  
Art.45. L'agence charge l'Inspection des Soins de visiter le bureau de consultation dans l'année qui suit son lancement ou après un changement d'emplacement du bureau de consultation, et de vérifier sur place s'il a été satisfait aux conditions et prescriptions d'agrément visées aux articles 5 à 36 inclus.
  A l'alinéa premier, il y a lieu d'entendre par Inspection des Soins : [1 l'Inspection des Soins, telle que visée à l'article 4, § 2, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 mai 2023 relatif au Département Soins ]1.
  
Afdeling 2. - Aanmaning, opheffing of onmiddellijke schorsing van de erkenning en subsidiëring
Section 2. - Mise en demeure, retrait ou suspension immédiate de l'agrément et du subventionnement
Art.46. Als uit het toezicht, vermeld in artikel 44 en 45, blijkt dat de organisator niet meer aan een of meer erkenningsvoorschriften voldoet, als de subsidie niet aangewend wordt waarvoor ze wordt verleend, of als de organisator niet meewerkt aan de uitoefening van het toezicht of de uitoefening van het toezicht belemmert, maant het agentschap de organisator met een aangetekende brief aan om de tekorten weg te werken.
  De aanmaning vermeldt:
  1° de identificatie- en contactgegevens van het consultatiebureau en de organisator;
  2° de feiten die aan de basis liggen van de aanmaning;
  3° de tekorten en de termijn waarin de tekorten weggewerkt moeten worden.
Art.46. S'il apparaît, lors de la surveillance visée aux articles 44 et 45, que l'organisateur ne remplit plus une ou plusieurs des conditions d'agrément, que la subvention n'est pas affectée aux fins auxquelles elle a été octroyée ou que l'organisateur ne contribue pas à l'exercice de la surveillance ou entrave l'exercice de la surveillance, l'agence met l'organisateur en demeure par courrier recommandé de remédier aux manquements en question.
  La mise en demeure mentionne :
  1° les données d'identification et de contact du bureau de consultation et de l'organisateur ;
  2° les faits à l'origine de la mise en demeure ;
  3° les manquements constatés ainsi que le délai dans lequel il y a lieu d'y remédier.
Art.47. § 1. Als de organisator de tekorten niet weggewerkt heeft binnen de vooropgestelde termijn, vermeld in de aanmaning, vermeld in artikel 46, of als de organisator de medewerking aan de uitoefening van het toezicht blijft weigeren of belemmeren, kan het agentschap na afloop van de termijn die is vastgelegd in de aanmaning, het voornemen tot opheffing van de erkenning formuleren.
  Het voornemen tot opheffing van de erkenning kan gecombineerd worden met een voornemen tot gehele of gedeeltelijke schorsing van de subsidie.
  Het voornemen tot opheffing van de erkenning wordt met een aangetekende brief bezorgd aan de organisator. De aangetekende brief bevat de informatie over de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen.
  § 2. Als de organisator binnen de termijn, vermeld in artikel 59, geen bezwaarschrift indient, wordt, nadat die termijn verstreken is, het voornemen van het agentschap omgezet in een beslissing tot opheffing van de erkenning. De organisator wordt van de voormelde beslissing op de hoogte gebracht met een aangetekende brief.
  Als de organisator een ontvankelijk bezwaarschrift heeft ingediend, conform de bezwaarprocedure, vermeld in artikel 58 tot en met 63 van dit besluit, wordt de beslissing over de opheffing van de erkenning genomen na het doorlopen van de bezwaarprocedure conform de regels die zijn vastgesteld bij of krachtens hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.
Art.47. § 1er. Lorsque l'organisateur n'a pas remédié aux manquements dans le délai fixé tel que mentionné dans la mise en demeure visée à l'article 46, ou lorsque l'organisateur continue d'entraver l'exercice de la surveillance ou de refuser d'y apporter sa collaboration, l'agence peut, à l'expiration du délai mentionné dans la mise en demeure, faire part de son intention de retirer l'agrément.
  L'intention de l'agence de retirer l'agrément peut être combinée à l'intention de suspendre intégralement ou partiellement la subvention.
  L'intention de l'agence de retirer l'agrément est notifiée à l'organisateur par courrier recommandé. Le courrier recommandé précité contient les informations relatives aux possibilités, aux conditions et à la procédure à suivre pour introduire un recours motivé.
  § 2. Si l'organisateur n'introduit pas de recours dans le délai visé à l'article 59, l'intention de l'agence de retirer l'agrément est, à l'expiration du délai précité, convertie en décision de retirer l'agrément. L'organisateur est informé de la décision précitée par courrier recommandé.
  Lorsque l'organisateur a introduit un recours recevable conformément à la procédure de recours visée aux articles 58 à 63 inclus du présent arrêté, la décision de retirer l'agrément est prise à l'issue de la procédure de recours, conformément aux règles établies par ou en vertu du chapitre III du décret du 7 décembre 2007 portant création du Conseil consultatif stratégique pour la Politique flamande de l'Aide sociale, de la Santé et de la Famille et d'une Commission consultative pour les Structures de l'Aide sociale, de la Santé publique et de la Famille et des (Candidats) Accueillants.
Art.48. Het agentschap kan de erkenning van de organisator onmiddellijk schorsen als de integriteit of de veiligheid van de gebruikers of de medewerkers van het consultatiebureau door de werking van het consultatiebureau aangetast wordt. De schorsing heeft directe uitwerking.
  Het agentschap hoort zo snel mogelijk en uiterlijk binnen vijf werkdagen de organisator en neemt op basis daarvan een beslissing over de erkenning en de subsidie. De beslissing heeft betrekking op:
  1° het opheffen van de schorsing en een eventuele terugvordering van de subsidie, in voorkomend geval met naleving van de gemaakte afspraken met het oog op de naleving van de erkenningsvoorschriften, vermeld in artikel 9 tot en met 36;
  2° het voornemen tot opheffing van de erkenning en subsidie, vermeld in artikel 47, en de eventuele terugvordering van de subsidie.
  Het agentschap brengt de organisator met een aangetekende brief op de hoogte van de beslissing, vermeld in het tweede lid.
  Gedurende de schorsingstermijn wordt de subsidie geheel of gedeeltelijk geschorst.
Art.48. L'agence peut suspendre immédiatement l'agrément de l'organisateur lorsque l'intégrité ou la sécurité des utilisateurs ou des collaborateurs du bureau de consultation est affectée par le fonctionnement du bureau de consultation. La suspension a un effet immédiat.
  L'agence entend l'organisateur dans les plus brefs délais, et au plus tard dans les cinq jours ouvrables, et prend, sur la base de cette audition, une décision en rapport avec l'agrément et la subvention. La décision précitée porte sur :
  1° la levée de la suspension et un éventuel recouvrement de la subvention, le cas échéant dans le respect des accords pris en vue de satisfaire aux conditions d'agrément visées aux articles 9 à 36 inclus ;
  2° l'intention de retirer l'agrément et de supprimer la subvention, telle que visée à l'article 47, ainsi que l'éventuel recouvrement de la subvention.
  L'agence notifie par courrier recommandé à l'organisateur la décision visée à l'alinéa deux.
  Pendant la période de suspension, la subvention est intégralement ou partiellement suspendue.
Afdeling 3. - Terugvordering van de subsidie
Section 3. - Recouvrement de la subvention
Art.49. De subsidie wordt teruggevorderd in de gevallen, vermeld in artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. Daarnaast kan het agentschap na de uitvoering van de aanmaningsprocedure de subsidie terugvorderen:
  1° in de gevallen, vermeld in artikel 39 van dit besluit;
  2° als de subsidie wordt stopgezet. In dat geval wordt het bedrag ten belope van de gecumuleerde reserves teruggevorderd, met uitzondering van het sociaal passief.
  De beslissing over de terugvordering van de subsidie wordt met een aangetekende brief bezorgd aan de organisator.
Art.49. La subvention est recouvrée dans les cas visés à l'article 13 de la loi du 16 mai 2003 fixant les dispositions générales applicables aux budgets, au contrôle des subventions et à la comptabilité des communautés et des régions, ainsi qu'à l'organisation du contrôle de la Cour des comptes. En outre, l'agence peut recouvrer la subvention après l'exécution de la procédure de mise en demeure :
  1° dans les cas visés à l'article 39 du présent arrêté ;
  2° lorsque la subvention est interrompue. Dans ce cas, il est procédé au recouvrement du montant à concurrence des réserves cumulées, à l'exception du passif social.
  La décision de procéder au recouvrement de la subvention est notifiée à l'organisateur par courrier recommandé.
HOOFDSTUK 4. - Procedures consultatiebureau
CHAPITRE 4. - Procédures relatives au bureau de consultation
Afdeling 1. - Erkenningsprocedure
Section 1. - Procédure d'agrément
Art.50. De erkenning voor een consultatiebureau, vermeld in artikel 2, kan alleen worden verleend als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
  1° er is een oproep van het agentschap tot aanvraag van een erkenning;
  2° er is een ontvankelijke aanvraag ingediend;
  3° er is voldaan aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 4, eerste lid.
  Als meerdere organisatoren voor eenzelfde consultatiebureau een aanvraag indienen, wordt een vergelijkende procedure toegepast waarbij de erkenning aan de hoogst gerangschikte kandidaat toegekend wordt.
Art.50. L'agrément pour un bureau de consultation tel que visé à l'article 2 ne peut être octroyé que lorsqu'il a été satisfait à toutes les conditions suivantes :
  1° l'agence a lancé un appel à l'introduction de demandes d'agrément ;
  2° une demande recevable a été introduite ;
  3° il a été satisfait aux conditions d'agrément visées à l'article 4, alinéa premier.
  Lorsque plusieurs organisateurs introduisent une demande pour un même bureau de consultation, il est fait application d'une procédure comparative en vertu de laquelle l'agrément est octroyé au candidat le mieux classé.
Art.51. Het agentschap doet op basis van de programmatie, vermeld in artikel 3, een oproep tot aanvraag van een erkenning voor een consultatiebureau. De oproep bevat de volgende gegevens:
  1° een toelichting over de gewone erkenningsprocedure en de vergelijkende procedure;
  2° het beslissingskader dat in de vergelijkende procedure wordt toegepast voor het vaststellen van de rangorde tussen de aanvragers;
  3° de regio waarin een organisator een erkenning kan krijgen voor een consultatiebureau;
  4° de ontvankelijkheids- en gegrondheidscriteria;
  5° de beslissingstermijnen;
  6° een aanvraagformulier.
  Het agentschap bezorgt de oproep elektronisch aan de lokale besturen van de gemeentes in de regio zoals opgenomen in de oproep, het Huis van het Kind waarvan het werkingsgebied de locatie van het consultatiebureau omvat en alle organisatoren die actief zijn in de regio. De oproep wordt via de elektronische communicatiekanalen van het agentschap kenbaar gemaakt.
  De organisator dient de aanvraag van erkenning binnen de indieningstermijn, vermeld in de oproep, elektronisch in bij het agentschap met het aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt. De aanvraag bevat minstens de volgende gegevens:
  1° alle nodige gegevens van de organisator, waaronder de naam, het ondernemingsnummer en het adres;
  2° de voor- en achternaam, het e-mailadres en het telefoonnummer van de rekeninghouder en de financiële contactpersoon van de organisator;
  3° de voor- en achternaam, het e-mailadres en het telefoonnummer van de contactpersoon van de organisator;
  4° het adres van het consultatiebureau waarvoor een erkenning wordt aangevraagd;
  5° de visie en het plan van aanpak voor de organisatie en het beheer, vermeld in artikel 6;
  6° de visie en het plan van aanpak voor het medewerkersbeleid, vermeld in artikel 6;
  7° een voldoende gedetailleerde tekening van de lokalen met minimaal de afmeting, de bestemming, de indeling en de oppervlakte van de verschillende ruimtes die voor het consultatiebureau zullen worden gebruikt;
  8° de datum waarop de activiteiten kunnen worden opgestart;
  9° de naam en de handtekening van een persoon die gemachtigd is om te handelen in naam van de organisator.
Art.51. Sur la base du programme visé à l'article 3, l'agence lance un appel à l'introduction de demandes d'agrément pour un bureau de consultation. L'appel à l'introduction de demandes reprend les données suivantes :
  1° un commentaire sur la procédure d'agrément ordinaire et la procédure comparative ;
  2° le cadre de décision appliqué dans la procédure comparative pour l'établissement de l'ordre de préséance des demandeurs :
  3° la région dans laquelle un organisateur peut obtenir un agrément pour un bureau de consultation ;
  4° les critères de recevabilité et de bien-fondé ;
  5° les délais dans lesquels les décisions sont rendues ;
  6° un formulaire de demande.
  L'agence transmet l'appel par voie électronique aux administrations locales des communes de la région telles qu'incluses dans l'appel, à la Huis van het Kind dont la zone d'action inclut le lieu où est établi le bureau de consultation, ainsi qu'à tous les organisateurs actifs dans la région. L'appel est publié par le biais des canaux de communication électroniques de l'agence.
  L'organisateur introduit la demande d'agrément auprès de l'agence par voie électronique dans le délai d'introduction mentionné dans l'appel. La demande est accompagnée du formulaire de demande mis à disposition par l'agence. La demande doit contenir au moins les données suivantes :
  1° toutes les données requises en rapport avec l'organisateur, notamment le nom, le numéro d'entreprise et l'adresse ;
  2° les prénoms et nom de famille, l'adresse électronique et le numéro de téléphone du titulaire du compte et de la personne de contact de l'organisateur pour ce qui concerne ses finances ;
  3° les prénoms et nom de famille, l'adresse électronique et le numéro de téléphone de la personne de contact de l'organisateur ;
  4° l'adresse du bureau de consultation pour lequel un agrément est demandé ;
  5° la vision et le plan d'approche en vue de l'organisation et de la gestion visées à l'article 6 ;
  6° la vision et le plan d'approche en vue de la politique à l'égard des collaborateurs visée à l'article 6 ;
  7° un plan des locaux suffisamment détaillé reprenant au moins les dimensions, la destination, la disposition et la superficie des différents espaces qui seront utilisés pour le bureau de consultation ;
  8° la date à laquelle les activités peuvent débuter ;
  9° le nom et la signature d'une personne habilitée à agir au nom de l'organisateur.
Art.52. § 1. Het agentschap stuurt na de ontvangst van de aanvraag een elektronische ontvangstmelding aan de aanvrager.
  § 2. Het agentschap beslist uiterlijk dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag over de ontvankelijkheid en deelt aan de aanvrager mee of de aanvraag ontvankelijk is.
  De aanvraag van een erkenning is ontvankelijk als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
  1° de aanvraag is volledig ingevuld en ondertekend;
  2° de aanvraag is tijdig ingediend;
  3° de aanvraag voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria, vermeld in de oproep.
  Als de aanvraag onvolledig is, meldt het agentschap dat zo snel mogelijk elektronisch aan de organisator. Vanaf die melding wordt de termijn, vermeld in het eerste lid, geschorst voor maximaal vijftien kalenderdagen, zodat de organisator de aanvraag binnen die termijn kan vervolledigen. Als binnen die termijn de aanvraag niet vervolledigd elektronisch aan het agentschap wordt bezorgd, is de aanvraag onontvankelijk.
  Als de vergelijkende procedure wordt toegepast en het agentschap aan een of meer aanvragers de termijn toekent voor de indiening van een vervolledigde aanvraag, vermeld in het tweede lid, wordt de beslissingstermijn voor de ontvankelijkheid voor al de erkenningsaanvragen verlengd met een termijn van 15 kalenderdagen, zoals vermeld in het tweede lid. Die verlenging wordt aan al de aanvragers elektronisch bekendgemaakt.
  § 3. Het agentschap beslist over de erkenning van de ontvankelijke aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van de ontvankelijke aanvraag.
  Het agentschap kan aanvullende informatie vragen aan de aanvrager. De aanvrager bezorgt de gevraagde aanvullende informatie aan het agentschap binnen dertig dagen. De beslissingstermijn wordt niet geschorst.
Art.52. § 1er. Après réception d'une demande, l'agence envoie un accusé de réception électronique au demandeur.
  § 2. Au plus tard trente jours après réception de la demande, l'agence se prononce sur la recevabilité de la demande et fait savoir au demandeur si la demande est recevable.
  La demande d'agrément est recevable lorsque toutes les conditions suivantes sont remplies :
  1° la demande a été dûment complétée et signée ;
  2° la demande a été introduite dans les délais ;
  3° la demande satisfait aux critères d'admissibilité mentionnés dans l'appel.
  Si la demande est incomplète, l'agence en informe dès que possible l'organisateur par voie électronique. A compter de la notification précitée, le délai visé à l'alinéa premier est suspendu pour une durée maximale de quinze jours calendriers, afin de permettre à l'organisateur de compléter la demande dans le délai précité. Toute demande n'ayant pas été introduite complétée auprès de l'agence par voie électronique dans le délai précité est réputée irrecevable.
  Lorsqu'il est fait application de la procédure comparative et que l'agence accorde à un ou plusieurs demandeurs le délai d'introduction d'une demande complétée, tel que visé à l'alinéa deux, le délai de décision sur la recevabilité de toutes les demandes d'agrément est prolongé d'une durée de 15 jours calendrier, ainsi que précisé à l'alinéa deux. La prolongation précitée est notifiée aux demandeurs par voie électronique.
  § 3. L'agence se prononce sur l'agrément d'une demande recevable dans les trois mois qui suivent la réception de celle-ci.
  L'agence peut demander des informations complémentaires au demandeur. Le demandeur communique les informations complémentaires à l'agence dans les trente jours. Le délai de décision n'est pas suspendu.
Art.53. § 1. Het agentschap bezorgt de beslissing over de aanvraag van een erkenning voor een consultatiebureau na afloop van de termijn, vermeld in artikel 52, § 3, eerste lid, aan de aanvrager. De beslissing heeft betrekking op:
  1° de toekenning of het voornemen tot toekenning van de erkenning;
  2° het voornemen tot weigering van de erkenning.
  Als de vergelijkende procedure van toepassing is, wordt, in afwijking van het eerste lid, gelijktijdig voor alle erkenningsaanvragen het voornemen tot toekenning of tot weigering van een erkenning aan de aanvragers bezorgd.
  De beslissing wordt met een aangetekende brief bezorgd aan de aanvrager. De kennisgeving van de beslissing bevat in het geval van een voornemen tot weigering van de erkenning de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen.
  § 2. Als de aanvrager binnen de termijn, vermeld in artikel 59, geen bezwaarschrift indient, wordt, nadat die termijn verstreken is, het voornemen van het agentschap van rechtswege omgezet in een beslissing tot weigering van de erkenning. De beslissing tot weigering van de erkenning wordt van rechtswege geacht te zijn meegedeeld.
  De beslissing tot toekenning van de erkenning wordt elektronisch bezorgd aan de organisator en bepaalt de ingangsdatum van de erkenning.
  § 3. Als de aanvrager een ontvankelijk bezwaarschrift heeft ingediend, conform de bezwaarprocedure, vermeld in artikel 58 tot en met 63 van dit besluit, wordt de beslissing over de toekenning en de weigering van de erkenning genomen na het doorlopen van de bezwaarprocedure conform de regels die zijn vastgesteld bij of krachtens hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.
  De beslissing wordt elektronisch aan de organisator in kwestie bezorgd. De erkenningsbeslissing bepaalt de ingangsdatum van de erkenning.
  Als de vergelijkende procedure van toepassing is, wordt, de definitieve beslissing van de minister of de administrateur-generaal van het agentschap tot toekenning of tot weigering van een erkenning gelijktijdig aan alle aanvragers bezorgd na de ontvangst van het advies van de adviescommissie.
Art.53. § 1er. L'agence notifie au demandeur la décision relative à une demande d'agrément pour un bureau de consultation à l'expiration du délai visé à l'article 52, § 3, alinéa premier. La décision précitée porte sur :
  1° l'octroi ou l'intention d'octroi de l'agrément ;
  2° l'intention de refus de l'agrément.
  Lorsque la procédure comparative est applicable, l'intention d'octroi ou de refus d'un agrément est, par dérogation à l'alinéa premier, notifiée aux demandeurs simultanément pour toutes les demandes d'agrément.
  La décision est notifiée au demandeur par courrier recommandé. La notification de la décision contient, dans le cas d'une intention de refus de l'agrément, les informations relatives aux possibilités, aux conditions et à la procédure à suivre pour introduire un recours motivé.
  § 2. Si le demandeur n'introduit pas de recours dans le délai visé à l'article 59, l'intention de l'agence est, à l'expiration dudit délai, convertie de plein droit en une décision de refuser l'agrément. La décision de refuser l'agrément est présumée de plein droit avoir été communiquée.
  La décision d'octroyer l'agrément est notifiée à l'organisation par voie électronique et précise la date de prise d'effet de l'agrément.
  § 3. Lorsque le demandeur a introduit un recours recevable, conformément à la procédure de recours visée aux articles 58 à 63 inclus du présent arrêté, la décision d'octroyer et de refuser l'agrément est prise à l'issue de la procédure de recours, conformément aux règles établies par ou en vertu du chapitre III du décret du 7 décembre 2007 portant création du Conseil consultatif stratégique pour la Politique flamande de l'Aide sociale, de la Santé et de la Famille et d'une Commission consultative pour les Structures de l'Aide sociale, de la Santé publique et de la Famille et des (Candidats) Accueillants.
  La décision est communiquée par voie électronique à l'organisateur en question. La décision d'agrément mentionne la date de prise d'effet de l'agrément.
  Lorsque la procédure comparative est applicable, la décision définitive du Ministre ou de l'administrateur général de l'agence d'octroyer ou de refuser un agrément est notifiée simultanément à tous les demandeurs après réception de l'avis de la commission consultative.
Afdeling 2. - Verlenging van de erkenning
Section 2. - Prolongation de l'agrément
Art.54. Als bij het aflopen van de tienjarige erkenningstermijn uit de evaluatie, vermeld in artikel 44, tweede lid, een positieve beoordeling volgt, wordt de erkenning van de organisator van rechtswege verlengd voor tien jaar.
Art.54. Lorsque, à l'expiration du délai d'agrément de dix ans, l'évaluation visée à l'article 44, alinéa deux, donne lieu à un avis favorable, l'agrément de l'organisateur est prolongé de plein droit pour une durée de dix ans.
Afdeling 3. - Aanvraag van extra uren
Section 3. - Demande d'heures supplémentaires
Art.55. De organisator kan met toepassing van artikel 23, tweede lid, meer uren aanvragen bij het agentschap, als het aantal uren, berekend conform artikel 40, niet volstaat om het preventief of prenataal consultaanbod te organiseren.
  De organisator dient de aanvraag van extra uren elektronisch in bij het agentschap met het aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt. De aanvraag bevat minstens de volgende gegevens:
  1° de identificatiegegevens van de organisator;
  2° de identificatiegegevens van de contactpersoon van de organisator;
  3° het adres van het consultatiebureau waarvoor de extra uren worden aangevraagd.
  Het agentschap behandelt de aanvraag binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van de aanvraag.
Art.55. L'organisateur peut, en application de l'article 23, alinéa deux, demander à l'agence de lui attribuer davantage d'heures, lorsque le nombre d'heures calculé conformément à l'article 40 ne suffit pas pour organiser l'offre de consultation préventive ou prénatale.
  L'organisateur introduit la demande d'heures supplémentaires auprès de l'agence par voie électronique, accompagnée du formulaire de demande mis à disposition par cette dernière. La demande doit contenir au moins les données suivantes :
  1° les données d'identification de l'organisateur ;
  2° les données d'identification de la personne de contact de l'organisateur ;
  3° l'adresse du bureau de consultation pour lequel les heures supplémentaires sont demandées.
  L'agence traite la demande dans les quinze jours ouvrables qui suivent la réception de la demande.
Afdeling 4. - Wijziging van de locatie
Section 4. - Changement d'emplacement
Art.56. De organisator kan de locatie van een consultatiebureau alleen wijzigen na voorafgaande goedkeuring door het agentschap.
  De organisator dient een aanvraag van wijziging van de locatie in bij het agentschap uiterlijk drie maanden voor de gewenste ingebruikname van de nieuwe locatie.
  De aanvraag bevat minimaal:
  1° het adres van de nieuwe locatie van het consultatiebureau;
  2° een voldoende gedetailleerde tekening van de lokalen met minimaal de afmeting, bestemming, indeling en oppervlakte van de verschillende ruimtes die voor het consultatiebureau gebruikt zullen worden;
  3° de datum waarop de activiteiten kunnen starten op de nieuwe locatie.
  Het agentschap beoordeelt de aanvraag, rekening houdend met het feit of de nieuwe vestigingsplaats voldoende bereikbaar is voor de beoogde doelgroep en in overeenstemming is met programmatie voor de inplanting van de consultatiebureaus als vermeld in artikel 3. Het agentschap houdt rekening met het advies van de medewerkers van het agentschap die de lokale realiteit kennen door hun activiteit in het consultatiebureau. Het agentschap weigert een wijziging van de locatie bij een negatief advies van de betrokken medewerkers van het agentschap.
Art.56. L'organisateur ne peut modifier l'emplacement d'un bureau de consultation qu'avec le consentement préalable de l'agence.
  L'organisateur introduit une demande de changement d'emplacement auprès de l'agence au plus tard trois mois avant la date souhaitée pour la mise en service du nouvel emplacement.
  La demande reprend au minimum les informations suivantes :
  1° l'adresse du nouvel emplacement du bureau de consultation ;
  2° un plan des locaux suffisamment détaillé reprenant au moins les dimensions, la destination, la disposition et la superficie des différents espaces qui seront utilisés pour le bureau de consultation ;
  3° la date à laquelle pourront débuter les activités sur le nouveau site.
  L'agence évalue la demande en tenant compte du fait que le nouveau lieu d'implantation est suffisamment accessible au groupe-cible visé et conforme au programme relatif à l'implantation des bureaux de consultation tel que visé à l'article 3. L'agence tient compte de l'avis des collaborateurs de l'agence, qui connaissent la réalité locale de par leur activité au sein du bureau de consultation. L'agence refuse le changement d'emplacement du bureau de consultation en cas d'avis défavorable des collaborateurs de l'agence concernés.
Afdeling 4/1 [1 Gevolgen van de vrijwillige samenvoeging van gemeenten ]1
Section 4/1. [1 Conséquences de la fusion volontaire de communes ]1
Art.56/1. [1 Als gemeenten waarin het lokaal bestuur de organisator is van een consultatiebureau samengevoegd worden op basis van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, zet het agentschap automatisch de erkenning en subsidiëring van de samengevoegde gemeenten stop en kent het automatisch een nieuwe erkenning met hetzelfde voorwerp als vóór de samenvoeging toe aan het nieuwe lokaal bestuur.
   De procedures die lopen met toepassing van artikel 44 tot en met 50 voor het lokaal bestuur van de samengevoegde gemeenten, kunnen voortgezet worden voor het nieuwe lokaal bestuur.]1
Art. 56/1. [1 Si des communes dans lesquelles l'administration locale organise un bureau de consultation sont fusionnées sur la base du décret du 22 décembre 2017 sur l'administration locale, l'agence met automatiquement fin à l'agrément et à la subvention des communes fusionnées et octroie automatiquement à la nouvelle administration locale un nouvel agrément ayant le même objet qu'avant la fusion.
   Les procédures en cours en application des articles 44 à 50 pour l'administration locale des communes fusionnées peuvent être poursuivies pour la nouvelle administration locale.
   L'agence transmet automatiquement le nouvel agrément à la nouvelle administration locale. ]1

  
Art.56/2. [1 Als gemeenten samengevoegd worden op basis van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, vult het agentschap de gegevens van de erkenningen van alle organisatoren in de samengevoegde gemeenten automatisch aan met de gegevens die voortvloeien uit de samenvoeging tot de nieuwe gemeente.
   Het agentschap brengt de organisator elektronisch op de hoogte van de aanpassingen. ]1

  
Art. 56/2. [1 Lors de la fusion de communes sur la base du décret du 22 décembre 2017 sur l'administration locale, l'agence complète automatiquement les données des agréments de tous les organisateurs dans les communes fusionnées avec les données résultant de la fusion dans la nouvelle commune.
   L'agence informe l'organisateur par voie électronique des adaptations apportées. ]1

  
Afdeling 5. - Programmatie
Section 5. - Programme
Art.57. Als de locatie van een consultatiebureau niet meer in overeenstemming is met de geldende programmatie, vermeld in artikel 3, bepaalt het agentschap, na overleg met de organisator, de termijn waarbinnen het consultatiebureau nog op die locatie georganiseerd wordt. Die termijn bedraagt maximaal één jaar. Bij het verstrijken van de vastgelegde termijn wordt de erkenning op die locatie opgeheven.
  De organisator kan een aanvraag van wijziging van de locatie bij het agentschap indienen conform de procedure, vermeld in artikel 56.
Art.57. Lorsque l'emplacement d'un bureau de consultation n'est plus conforme au programme en vigueur tel que visé à l'article 3, l'agence définit, après concertation avec l'organisateur, le délai dans lequel le bureau de consultation peut encore exercer ses activités à l'endroit en question. Le délai en question ne peut être supérieur à un an. A l'expiration du délai fixé, l'agrément à l'endroit en question est retiré.
  L'organisateur peut introduire auprès de l'agence une demande de changement d'emplacement, conformément à la procédure visée à l'article 56.
Afdeling 6. - Bezwaarprocedure
Section 6. - Procédure de recours
Art.58. De organisator kan bezwaar aantekenen bij het agentschap tegen het voornemen tot het nemen van een beslissing tot weigering en de opheffing van de erkenning.
Art.58. L'organisateur peut former auprès de l'agence un recours contre l'intention de prendre une décision de refuser ou de retirer l'agrément.
Art.59. De organisator dient in dat geval op straffe van niet-ontvankelijkheid uiterlijk dertig kalenderdagen na de kennisgeving van een voornemen tot het nemen van een beslissing als vermeld in artikel 58, een gemotiveerd bezwaarschrift in bij het agentschap met een aangetekende brief.
Art.59. Dans ce cas, l'organisateur introduit auprès de l'agence un recours motivé envoyé par courrier recommandé, et ce, à peine d'irrecevabilité, au plus tard trente jours calendriers après la notification de l'intention de prendre une décision telle que visée à l'article 58.
Art.60. Het bezwaarschrift bevat op straffe van niet-ontvankelijkheid al de volgende elementen:
  1° de naam en het adres van de organisator;
  2° het dossiernummer van het betwiste voornemen;
  3° een motivering van het bezwaar;
  4° de naam en de handtekening van de voorzitter van de organisator;
  5° de datum van het bezwaar.
Art.60. Le recours doit, à peine d'irrecevabilité, contenir tous les éléments suivants :
  1° le nom et l'adresse de l'organisateur ;
  2° le numéro de dossier de l'intention contestée ;
  3° une motivation du recours ;
  4° le nom et la signature du président de l'organisateur ;
  5° la date du recours.
Art.61. Het agentschap beslist binnen tien kalenderdagen na de ontvangst van het bezwaarschrift over de ontvankelijkheid van het bezwaar en brengt de organisator daarvan onmiddellijk met een aangetekende brief op de hoogte.
Art.61. L'agence décide de la recevabilité du recours dans les dix jours calendriers qui suivent la réception du recours et notifie immédiatement sa décision à l'organisateur par courrier recommandé.
Art.62. Het bezwaar is schorsend.
  In afwijking van het eerste lid, kan het agentschap bij een bezwaar tegen het voornemen tot opheffing van de erkenning binnen tien kalenderdagen na de ontvangst van het bezwaarschrift beslissen dat het bezwaar geen schorsend karakter heeft. Die mogelijkheid wordt beperkt tot de gevallen waarbij een ernstig gevaar dreigt voor de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers en de medewerkers van het consultatiebureau.
  Als besloten wordt dat het bezwaar niet schorsend is, verstuurt het agentschap de gemotiveerde beslissing onmiddellijk met een aangetekende brief aan de organisator.
Art.62. Le recours est suspensif.
  Par dérogation à l'alinéa premier, dans le cas d'un recours contre l'intention de retirer l'agrément, l'agence peut décider, dans les dix jours calendriers qui suivent la réception du recours, qu'il n'a pas de caractère suspensif. La possibilité précitée est limitée aux cas dans lesquels il existe un grave danger pour la sécurité et la santé des utilisateurs et des collaborateurs du bureau de consultation.
  S'il est décidé que le recours n'a pas d'effet suspensif, l'agence envoie immédiatement la décision motivée à l'organisateur par courrier recommandé.
Art.63. Het bezwaar wordt behandeld conform de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.
Art.63. Le recours est traité conformément aux règles établies en vertu ou en exécution du chapitre III du décret du 7 décembre 2007 portant création du Conseil consultatif stratégique pour la Politique flamande de l'Aide sociale, de la Santé et de la Famille et d'une Commission consultative pour les Structures de l'Aide sociale, de la Santé publique et de la Famille et des (Candidats) Accueillants.
Afdeling 7. - Vrijwillige stopzetting
Section 7. - Cessation d'activité volontaire
Art.64. Als een organisator besluit zijn activiteiten in een consultatiebureau stop te zetten, meldt hij dat minimaal zes maanden vóór de werkelijke stopzetting elektronisch aan het agentschap. De organisator staat tot de stopzetting in voor de continuïteit van het preventief consultaanbod op het consultatiebureau.
  Tijdens de termijn van zes maanden, vermeld in het eerste lid, beslist het agentschap over de verdere wenselijkheid van een consultatiebureau in de regio in kwestie en start, in voorkomend geval, de procedure tot het verkrijgen van de erkenning voor een nieuw consultatiebureau conform artikel 50 tot en met 53.
Art.64. Lorsqu'un organisateur décide de mettre fin à ses activités au sein d'un bureau de consultation, il notifie sa décision à l'agence par voie électronique au moins six mois avant la date de cessation d'activité effective. Jusqu'à la cessation d'activité effective, l'organisateur est tenu de garantir la continuité de l'offre de consultation préventive au sein du bureau de consultation.
  Pendant le délai de six mois visé à l'alinéa premier, l'agence décide s'il est souhaitable d'implanter un bureau de consultation dans la région en question et entame, le cas échéant, la procédure d'obtention de l'agrément pour un nouveau bureau de consultation, conformément aux articles 50 à 53 inclus.
TITEL 3. - Consultatiebureauartsen
TITRE 3. - Médecins de bureau de consultation
HOOFDSTUK 1. - Erkenning
CHAPITRE 1. - Agrément
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Section 1. - Dispositions générales
Art.65. Een arts kan een erkenning als consultatiebureauarts krijgen. Als erkende consultatiebureauarts kan hij het medisch preventief of het medisch prenataal consultaanbod van het agentschap uitvoeren.
  De erkenning is drie jaar geldig.
Art.65. Un médecin peut obtenir un agrément en tant que médecin de bureau de consultation. En tant que médecin de bureau de consultation agréé, il peut mettre en oeuvre l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale de l'agence.
  L'agrément est valable pour une durée de trois ans.
Afdeling 2. - Erkenningsvoorwaarden
Section 2. - Conditions d'agrément
Art.66. Een arts moet aan al de volgende voorwaarden voldoen om als consultatiebureauarts erkend te worden:
  1° beschikken over een diploma master in de geneeskunde of over een gelijkwaardigheidserkenning voor een buitenlands diploma;
  2° ingeschreven zijn op de lijst van de Orde der artsen van de provincie waar de arts zijn voornaamste medische activiteit uitoefent;
  3° beschikken over een RIZIV-nummer of dat aanvragen;
  4° een uittreksel uit het strafregister als vermeld in artikel 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, of een gelijkwaardig document voor wie niet in België gedomicilieerd is, niet ouder dan een maand, kunnen voorleggen waaruit onberispelijk gedrag voor het optreden als consultatiebureauarts blijkt;
  5° beschikken over een goede algemene gezondheid voor de uit te voeren opdrachten. De betrokkene legt op vraag van het agentschap een medisch attest voor dat is geschreven door een andere arts en dat zijn goede algemene gezondheidstoestand voor de uit te voeren opdrachten bevestigt;
  6° voldoende verzekerd zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid en beroepsaansprakelijkheid;
  7° verklaren kennisgenomen te hebben van de opdracht in het medisch preventief of prenataal consultaanbod en de bepalingen van dit besluit die op hem van toepassing zijn, via het doorlopen van een digitaal startpakket;
  8° niet het voorwerp geweest zijn van een opheffing van zijn erkenning als consultatiebureauarts binnen vijf jaar die voorafgaan aan het jaar waarin de aanvraag van erkenning gebeurt.
Art.66. Pour pouvoir être agréé en tant que médecin de bureau de consultation, un médecin doit remplir toutes les conditions suivantes :
  1° être titulaire d'un diplôme de master en médecine ou d'une équivalence pour un diplôme étranger ;
  2° être inscrit sur la liste de l'Ordre des médecins de la province dans laquelle le médecin exerce son activité médicale principale ;
  3° être titulaire d'un numéro INAMI ou en faire la demande ;
  4° pouvoir produire un extrait du casier judiciaire, tel que visé à l'article 596, alinéa 1er, du Code d'Instruction criminelle, ou, pour toute personne non domiciliée en Belgique, un document équivalent daté de tout au plus un mois et qui atteste le comportement irréprochable de la personne désireuse d'exercer l'activité de médecin de bureau de consultation ;
  5° avoir une bonne santé générale en vue des activités à exercer. A la demande de l'agence, l'intéressé produit un certificat médical rédigé par un autre médecin et attestant sa bonne santé générale en vue des activités à exercer ;
  6° avoir suffisamment assuré sa responsabilité civile et sa responsabilité professionnelle ;
  7° déclarer avoir pris connaissance de la mission dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale ainsi que des dispositions du présent arrêté qui lui sont applicables, après avoir parcouru le pack de lancement numérique ;
  8° ne pas avoir fait l'objet d'un retrait de son agrément en tant que médecin de bureau de consultation dans les cinq années qui précèdent l'année durant laquelle l'agrément est demandé.
Art.67. Als de arts zijn geattesteerde kennis van het Nederlands niet door middel van een studiebewijs van het genoten onderwijs kan aantonen, overeenkomstig artikel 24 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid [1 Opgroeien regie]1, dient hij zijn kennis van het Nederlands te bewijzen door het voorleggen van een attest van actieve kennis van het Nederlands waaruit blijkt dat het behaalde taalvaardigheidsniveau voor luisteren en gesprekken voeren en voor het lezen en schrijven het ERK-niveau C1 is.
  De minister bepaalt wie de uitreikende instanties van het attest zijn of de voorwaarden waaraan de instanties moeten voldoen.
  
Art.67. Si le médecin n'a pas démontré sa connaissance prouvée du néerlandais par le biais d'un certificat d'études délivré par l'enseignement suivi, conformément à l'article 24 du décret du 30 avril 2004 portant création de l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique [1 Grandir régie]1, il est tenu de prouver sa connaissance du néerlandais en produisant un certificat de connaissance active du néerlandais dont il ressort que le niveau d'aptitude linguistique obtenu pour l'écoute et la conversation ainsi que pour la lecture et l'écriture est le niveau C1 du CECR.
  Le Ministre décide quelles sont les instances habilitées à délivrer le certificat ou définit les conditions auxquelles les instances doivent répondre.
  
Afdeling 3. - Erkenningsvoorschriften
Section 3. - Conditions d'agrément
Art.68. Een consultatiebureauarts kan pas zelfstandig medisch preventieve of prenatale consulten uitvoeren op een consultatiebureau nadat hij een aantal zittingen, bepaald door het agentschap, heeft bijgewoond of uitgevoerd onder begeleiding van een mentorarts.
Art.68. Un médecin de bureau de consultation ne peut effectuer des consultations préventives ou prénatales à titre indépendant au sein d'un bureau de consultation qu'après avoir assisté à des séances, dont le nombre est défini par l'agence, ou exécuté les séances en question sous la supervision d'un médecin mentor.
Art.69. De arts voldoet aan al de volgende voorschriften om de erkenning als consultatiebureauarts te behouden of te verlengen:
  1° de arts vervult zijn opdrachten in het medisch preventief of prenataal consultaanbod conform de wetenschappelijke aanbevelingen en bevindingen in de preventieve jeugdgezondheidszorg, met inachtneming van de code van de geneeskundige plichtenleer. Het agentschap verstrekt daarvoor de nodige informatie en aanbevelingen;
  2° de arts volgt in het eerste jaar van de erkenning een vormingstraject, dat aangeboden wordt door het agentschap en gebaseerd is op de wetenschappelijke bevindingen en aanbevelingen in de preventieve jeugdgezondheidszorg;
  3° de arts neemt bij de uitvoering van zijn opdracht de inhoudelijke en methodische doelstellingen die het agentschap ter uitvoering van zijn decretaal bepaalde kerntaak van preventieve gezinsondersteuning en gezondheidszorg voor het jonge kind nastreeft, in acht en hij geeft zo mee vorm aan het kwaliteitskader van het agentschap;
  4° de arts blijft voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 66, 1° tot en met 6°, en 8°, en de erkenningsvoorschriften, vermeld in artikel 70 tot en met 73;
  5° de arts houdt het agentschap op de hoogte van elke wijziging van gegevens die relevant zijn voor de erkenning.
Art.69. Pour pouvoir conserver ou prolonger son agrément en tant que médecin de bureau de consultation, le médecin doit remplir toutes les conditions suivantes :
  1° le médecin exerce ses activités dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale conformément aux recommandations et observations scientifiques en vigueur en matière de soins de santé préventifs pour les enfants, dans le respect du code de déontologie médicale. L'agence fournit les informations et recommandations nécessaires à cet effet ;
  2° au cours de la première année de l'agrément, le médecin suit un parcours de formation proposé par l'agence et basé sur les observations et recommandations scientifiques en matière de soins de santé préventifs pour enfants ;
  3° dans l'exercice de ses activités, le médecin tient compte des objectifs en termes de contenu et de méthodologie que s'efforce d'atteindre l'agence lors de l'exécution de sa tâche principale définie par décret dans le domaine du soutien préventif aux familles et des soins de santé aux jeunes enfants, et contribue ainsi à donner forme au cadre de qualité de l'agence ;
  4° le médecin continue de satisfaire aux conditions d'agrément visées à l'article 66, 1° à 6° inclus, et 8°, ainsi qu'aux prescriptions d'agrément visées aux articles 70 à 73 inclus ;
  5° le médecin tient l'agence informée de toute modification des données pertinentes pour l'agrément.
Art.70. De consultatiebureauarts voert de opdrachten in het medisch preventief of prenataal consultaanbod uit op een erkend consultatiebureau. De opdracht in het medisch preventief en prenataal consultaanbod omvat:
  1° het uitvoeren van een zitting, bestaande uit medische consulten van gebruikers;
  2° het overleg met de medewerkers van het agentschap en de medewerkers van de organisator.
  Naast de uitvoering van de opdrachten in het medisch preventief of prenataal consultaanbod, kan de consultatiebureauarts na een oproep door het agentschap:
  1° optreden als mentorarts;
  2° andere opdrachten in het medisch preventief of prenataal consultaanbod uitvoeren.
Art.70. Le médecin de bureau de consultation exécute les tâches dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale au sein d'un bureau de consultation agréé. Les tâches de l'offre de consultation médicale préventive et prénatale incluent :
  1° la conduite d'une séance, composée de consultations médicales avec les utilisateurs ;
  2° la concertation avec les collaborateurs de l'agence et les collaborateurs de l'organisateur.
  Outre l'exercice d'activités dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale, le médecin de bureau de consultation peut, après avoir été appelé par l'agence :
  1° intervenir en qualité de médecin mentor ;
  2° exercer d'autres activités dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale.
Art.71. Als de consultatiebureauarts de opdrachten in het medisch preventief of prenataal consultaanbod, vermeld in artikel 70, uitvoert, voldoet hij aan de volgende vereisten. De consultatiebureauarts:
  1° verricht zijn opdrachten voor het agentschap op zelfstandige basis;
  2° voert de opdrachten in het medisch consultaanbod uit zonder te discrimineren op basis van geslacht, seksuele geaardheid, nationaliteit, taal, vermogen, religieuze, ideologische, filosofische en politieke overtuiging, en culturele, maatschappelijk of sociale afkomst;
  3° maakt gebruik van het geïntegreerd elektronisch dossier waarin het agentschap voorziet;
  4° communiceert correct, volledig en gericht op de behoeften en noden van de gebruikers van het consultatiebureau;
  5° werkt voor de uitvoering van zijn opdrachten samen met de medewerkers van het agentschap en de medewerkers van de organisator;
  6° schoolt zich bij in relevante onderwerpen in de preventieve zorg van kinderen;
  7° werkt alleen mee aan wetenschappelijk onderzoek op het consultatiebureau na toestemming van het agentschap daarvoor.
Art.71. Lorsque le médecin de bureau de consultation exerce les activités de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale visée à l'article 70, il satisfait aux exigences suivantes. Le médecin de bureau de consultation :
  1° exerce ses activités pour l'agence ou sur une base indépendante ;
  2° exerce les activités dans le cadre de l'offre de consultation médicale en veillant à éviter toute forme de discrimination basée sur le genre, l'orientation sexuelle, la nationalité, la langue, le patrimoine, les convictions religieuses, idéologiques, philosophiques et politiques ou l'origine sociale ;
  3° utilise le dossier électronique intégré prévu par l'agence ;
  4° communique correctement, de manière exhaustive et axée sur les besoins des utilisateurs du bureau de consultation ;
  5° collabore, en vue de l'exercice de ses activités, avec les collaborateurs de l'agence et les collaborateurs de l'organisateur ;
  6° perfectionne ses connaissances sur des sujets pertinents dans le domaine des soins de santé préventifs pour enfants ;
  7° n'apporte sa contribution aux recherches scientifiques au sein du bureau de consultation qu'avec le consentement de l'agence.
Art.72. De consultatiebureauarts krijgt via het elektronisch portaal dat door het agentschap wordt voorzien, een opdracht in het medisch preventief of prenataal consultaanbod als vermeld in artikel 70, in een bepaald consultatiebureau. Het agentschap wijst die opdracht toe op basis van de planning, vermeld in artikel 24.
  Bij het opmaken van de planning, vermeld in het eerste lid, kiest de consultatiebureauarts zelf op welk consultatiebureau hij de opdracht tot uitvoering van een bepaalde zitting wil uitvoeren en welke opdrachten tot uitvoering van een bepaalde zitting hij kan opnemen. Bij onenigheid tussen verschillende beschikbare consultatiebureauartsen krijgt de consultatiebureauarts voorrang, die, in dalende rangorde:
  1° over specifieke competenties beschikt die gericht zijn op de noden en behoeften van de gebruikers van dat consultatiebureau;
  2° over de meeste ervaring beschikt in dat consultatiebureau;
  3° de continuïteit van het consultaanbod kan garanderen door een grote hoeveelheid opdrachten in het medisch preventief consultaanbod op te nemen in dat consultatiebureau.
  Voor het uitvoeren van een opdracht in het prenataal consultaanbod in een prenataal consultatiebureau als vermeld in artikel 2, 3°, krijgt de consultatiebureauarts met een geldig diploma van geneesheer-specialist in de gynaecologie en vervolgens met een geldig diploma van huisarts voorrang.
  Bij een afwijking van de planning, vermeld in het eerste lid, wijst het agentschap de opdracht tot uitvoering van een bepaalde zitting op een consultatiebureau toe aan een consultatiebureauarts, rekening houdend met de competenties die gericht zijn op de behoeften van de gebruikers van het consultatiebureau en de ervaring in dat consultatiebureau.
  Een dagzitting op het consultatiebureau begint na 8 uur en voor 16 uur. Een avondzitting op het consultatiebureau begint na 16 uur en voor 23 uur.
Art.72. Le médecin de bureau de consultation se voit assigner, via le portail internet prévu par l'agence, une tâche dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale telle que visée à l'article 70, dans un bureau de consultation donné. L'agence assigne la tâche en question sur la base du planning visé à l'article 24.
  Lors de l'établissement du planning visé à l'alinéa premier, le médecin de bureau de consultation choisit lui-même le bureau de consultation au sein duquel il souhaite exécuter l'ordre de dispenser une séance donnée, de même que les ordres d'exécution d'une séance donnée qu'il peut prendre en charge. En cas de désaccord entre différents médecins de bureau de consultation disponibles, la priorité est accordée au médecin de bureau de consultation qui, dans l'ordre descendant :
  1° dispose de compétences spécifiques axées sur les besoins du bureau de consultation en question ;
  2° possède le plus d'expérience au sein du bureau de consultation en question ;
  3° peut garantir la continuité de l'offre de consultation par la prise en charge d'un nombre élevé de tâches dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive et prénatale dans le bureau de consultation en question.
  En vue de l'exercice d'une tâche dans le cadre de l'offre de consultation prénatale dans un bureau de consultation prénatale tel que visé à l'article 2, 3°, la priorité est accordée au médecin de bureau de consultation titulaire d'un diplôme valable de médecin spécialisé en gynécologie, et ensuite au médecin titulaire d'un diplôme valable de médecin généraliste.
  En cas de dérogation au planning visé à l'alinéa premier, l'agence assigne à un médecin de bureau de consultation un ordre d'exécution d'une séance donnée au sein d'un bureau de consultation, compte tenu des compétences axées sur les besoins des utilisateurs du bureau de consultation et de l'expérience au sein du bureau de consultation en question.
  Une séance en journée au sein du bureau de consultation commence après 8 heures et avant 16 heures. Une séance en soirée au sein du bureau de consultation commence après 16 heures et avant 23 heures.
Art.73. Het agentschap behandelt samen met de consultatiebureauarts de klachten die het over de consultatiebureauarts krijgt.
Art.73. L'agence et le médecin de bureau de consultation traitent conjointement les plaintes que reçoit l'agence en rapport avec le médecin de bureau de consultation.
HOOFDSTUK 2. - Vergoeding
CHAPITRE 2. - Rémunération
Art.74. De consultatiebureauarts krijgt maandelijks een vergoeding van het agentschap voor:
  1° de door hem in de afgelopen maand uitgevoerde opdrachten in het medisch preventief of prenataal consultaanbod;
  2° de andere opdrachten vermeld in artikel 70, tweede lid;
  3° de door hem gevolgde opleidingen waarvan het agentschap heeft bepaald dat het die vergoedt.
  De consultatiebureauarts beheert zijn opdrachten, opleidingen en vergoedingen in het elektronisch portaal, vermeld in artikel 72. De consultatiebureauarts kan tot tien dagen na afloop van elke maand rechtzettingen doorgeven op de opdrachten en opleidingen van de afgelopen maand die in het voormelde portaal zijn geregistreerd.
Art.74. Le médecin de bureau de consultation reçoit chaque mois de l'agence une rémunération pour :
  1° les tâches exécutées au cours du mois écoulé dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale ;
  2° les autres tâches visées à l'article 70, alinéa deux ;
  3° les formations qu'il a suivies et pour lesquelles l'agence a décidé de le rétribuer.
  Le médecin de bureau de consultation gère ses tâches, formations et rémunérations sur le portail Internet visé à l'article 72. Le médecin de bureau de consultation dispose d'un délai de dix jours après la fin de chaque mois pour apporter des rectifications aux tâches et formations du mois écoulé qui sont enregistrées dans le portail précité.
Art.75. De vergoeding van de consultatiebureauarts bedraagt:
  1° voor de opdrachten in het medisch preventief of prenataal consultaanbod, vermeld in artikel 70, eerste lid:
  a) voor een dagzitting: 65,32 euro per uur;
  b) voor een avondzitting: 75,11 euro per uur;
  c) voor een zitting onder begeleiding van een mentorarts als vermeld in artikel 68: 32,66 euro per uur;
  2° voor het begeleiden van een zitting als mentorarts, vermeld in artikel 70, tweede lid, 1° : het bedrag als vermeld in punt 1°, a) of b), verhoogd met 32, 66 euro per uur;
  3° voor het uitvoeren van andere opdrachten in het medisch preventief of prenataal consultaanbod, vermeld in artikel 70, tweede lid, 2° : 65,32 euro per uur;
  4° voor de door hem gevolgde opleidingen waarvan het agentschap heeft bepaald dat het die vergoedt, vermeld in artikel 74, eerste lid, 3° : 65,32 euro per uur.
  De bedragen, vermeld in het eerste lid, zijn uitgedrukt tegen 100% en worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 105,10.
  Ze worden gekoppeld aan de afgevlakte gezondheidsindex, vermeld in artikel 2, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, die wordt berekend en toegepast conform artikel 2 tot en met 2 quater van het voormelde besluit.
  De aanpassing van de bedragen gebeurt telkens twee maanden nadat de afgevlakte gezondheidsindex een bepaalde drempelwaarde overschrijdt.
Art.75. La rémunération du médecin de bureau de consultation s'élève à :
  1° pour les activités de consultation médicale préventive ou prénatale visées à l'article 70, alinéa premier :
  a) pour des séances en journée : 65,32 euros par heure ;
  b) pour des séances en soirée : 75,11 euros par heure ;
  c) pour les séances dispensées sous la supervision d'un médecin mentor telles que visées à l'article 68 : 32,66 euros par heure ;
  2° pour l'encadrement d'une séance en qualité de médecin mentor, tel que visé à l'article 70, alinéa deux, 1° : le montant tel que visé au point 1°, a) ou b), majoré de 32,66 euros par heure ;
  3° pour l'exécution d'autres tâches dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale visée à l'article 70, alinéa deux, 2° : 65,32 euros par heure ;
  4° pour les formations qu'il a suivies et pour lesquelles l'agence a décidé de le rétribuer, telles que visées à l'article 74, alinéa premier, 3° : 65,32 euros par heure.
  Les montants mentionnés à l'alinéa premier sont exprimés à 100 % et sont couplés à l'indice pivot 105,10.
  Ils sont couplés à l'indice santé lissé visé à l'article 2, § 2, alinéa premier, de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, qui est calculé et appliqué conformément aux articles 2 à 2quater de l'arrêté précité.
  L'adaptation des montants est toujours réalisée deux mois après que l'indice santé lissé dépasse une valeur seuil déterminée.
HOOFDSTUK 3. - Schorsing of opheffing van de erkenning
CHAPITRE 3. - Suspension et retrait de l'agrément
Art.76. Het agentschap volgt de naleving van de erkenningsvoorwaarden en erkenningsvoorschriften, vermeld in artikel 66 tot en met 73, op en kan daarvoor de nodige stukken opvragen aan de consultatiebureauarts.
Art.76. L'agence assure le suivi du respect des conditions et prescriptions d'agrément visées aux articles 66 à 73 inclus et peut demander au médecin de bureau de consultation de lui transmettre les documents nécessaires à cet effet.
Art.77. Als wordt vastgesteld dat een consultatiebureauarts de erkenningsvoorwaarden en erkenningsvoorschriften, vermeld in artikel 66 tot en met 73, niet naleeft, of het onmogelijk of moeilijk maakt die naleving op te volgen, wordt, behalve bij dringende noodzakelijkheid, de consultatiebureauarts uitgenodigd voor een gesprek met het agentschap.
  Het agentschap geeft de consultatiebureauarts informatie over de bepalingen en voorschriften die de arts niet heeft nageleefd.
  Het agentschap waarschuwt de consultatiebureauarts voor de mogelijke schorsing of opheffing van zijn erkenning bij blijvende niet-naleving.
Art.77. S'il est constaté qu'un médecin de bureau de consultation ne respecte pas les conditions et prescriptions d'agrément visées aux articles 66 à 73 inclus, ou qu'il rend impossible ou complique le respect desdites conditions et prescriptions, le médecin de bureau de consultation est invité, sauf en cas d'urgence, à venir s'entretenir à ce sujet avec l'agence.
  L'agence communique au médecin de bureau de consultation des informations relatives aux dispositions et prescriptions qu'il n'a pas respectées.
  Elle avertit le médecin de bureau de consultation de la suspension ou du retrait éventuel de son agrément en cas de non-respect permanent des conditions et prescriptions précitées.
Art.78. Het agentschap kan in de volgende gevallen beslissen om de erkenning te schorsen:
  1° als een inbreuk op de erkenningsvoorwaarden en -voorschriften op korte termijn weggewerkt kan worden;
  2° uit voorzorg, als er ernstige indicaties zijn dat er een inbreuk is op de erkenningsvoorwaarden en -voorschriften en dat daardoor de veiligheid en gezondheid van de gebruikers en medewerkers van het agentschap en de medewerkers van de organisator in het gedrang komen, of bij dringende noodzakelijkheid;
  3° als de consultatiebureauarts de opvolging van de naleving van de erkenningsvoorwaarden en -voorschriften bemoeilijkt of verhindert.
  Het agentschap hoort zo snel mogelijk en uiterlijk binnen vijf werkdagen de consultatiebureauarts en neemt op basis daarvan een beslissing over de erkenning. De beslissing heeft betrekking op:
  1° het opheffen van de schorsing, in voorkomend geval met naleving van de gemaakte afspraken met het oog op de naleving van de erkenningsvoorwaarden en -voorschriften;
  2° het voornemen tot opheffing van de erkenning, vermeld in artikel 79.
  Het agentschap brengt de consultatiebureauarts met een aangetekende brief op de hoogte van de beslissing, vermeld in het tweede lid.
Art.78. L'agence peut décider de suspendre l'agrément dans les cas suivants :
  1° lorsqu'il est impossible de remédier à court terme à une infraction aux conditions et prescriptions d'agrément ;
  2° par précaution, lorsqu'il existe des indications graves d'infraction aux conditions et prescriptions d'agrément qui représente un danger pour la sécurité et la santé des utilisateurs et des collaborateurs de l'agence ainsi que des collaborateurs de l'organisateur, ou en cas d'urgence ;
  3° lorsque le médecin de bureau de consultation complique ou entrave le suivi du respect des conditions et prescriptions d'agrément.
  L'agence entend le médecin de bureau de consultation dans les plus brefs délais, et au plus tard dans les cinq jours ouvrables, et prend, sur la base de cette audition, une décision en rapport avec l'agrément. La décision précitée porte sur :
  1° la levée de la suspension, le cas échéant dans le respect des accords pris en vue de satisfaire aux conditions et prescriptions d'agrément ;
  2° l'intention de retirer l'agrément visée à l'article 79.
  L'agence informe le médecin de bureau de consultation par courrier recommandé de la décision visée à l'alinéa deux.
Art.79. § 1. Het agentschap kan in de volgende gevallen beslissen om een voornemen tot opheffing van de erkenning te formuleren:
  1° als een inbreuk op de erkenningsvoorwaarden en -voorschriften niet op korte termijn weggewerkt kan worden;
  2° als een inbreuk die aan de basis lag van een schorsing van de erkenning, niet weggewerkt is binnen de termijn die bepaald is in de beslissing tot die schorsing;
  3° als de consultatiebureauarts op basis van onjuiste gegevens een erkenning verkregen heeft.
  Het voornemen tot opheffing van de erkenning wordt met een aangetekende brief bezorgd aan de consultatiebureauarts. De aangetekende brief bevat de informatie over de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen.
  § 2. Als de consultatiebureauarts binnen de termijn, vermeld in artikel 88, geen bezwaarschrift indient, wordt, nadat die termijn verstreken is, het voornemen van het agentschap omgezet in een beslissing tot opheffing van de erkenning. De consultatiebureauarts wordt van de voormelde beslissing op de hoogte gebracht met een aangetekende brief.
  Als de consultatiebureauarts een ontvankelijk bezwaarschrift heeft ingediend, conform de bezwaarprocedure, vermeld in artikel 87 tot en met 92, wordt de beslissing over de opheffing van de erkenning genomen na het doorlopen van de bezwaarprocedure conform de regels die zijn vastgesteld bij of krachtens hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.
Art.79. § 1er. L'agence peut décider de faire part de son intention de retirer l'agrément dans les cas suivants :
  1° lorsqu'il ne peut être remédié à court terme à une infraction aux conditions et prescriptions d'agrément ;
  2° lorsqu'il n'a pas été remédié à une infraction à l'origine d'une suspension de l'agrément dans le délai fixé dans la décision de suspension en question ;
  3° lorsque le médecin de bureau de consultation a obtenu un agrément sur la base de données erronées.
  L'intention de retirer l'agrément est notifiée au médecin de bureau de consultation par courrier recommandé. Le courrier recommandé précité contient les informations relatives aux possibilités, aux conditions et à la procédure à suivre pour introduire un recours motivé.
  § 2. Si le médecin du bureau de consultation n'introduit pas de recours dans le délai visé à l'article 88, l'intention de l'agence de retirer l'agrément est, à l'expiration du délai précité, convertie en décision de retirer l'agrément. Le médecin de bureau de consultation est informé de la décision précitée par courrier recommandé.
  Lorsque le médecin de bureau de consultation a introduit un recours recevable conformément à la procédure de recours visée aux articles 87 à 92 inclus du présent arrêté, la décision de retirer l'agrément est prise à l'issue de la procédure de recours, conformément aux règles établies par ou en vertu du chapitre III du décret du 7 décembre 2007 portant création du Conseil consultatif stratégique pour la Politique flamande de l'Aide sociale, de la Santé et de la Famille et d'une Commission consultative pour les Structures de l'Aide sociale, de la Santé publique et de la Famille et des (Candidats) Accueillants.
HOOFDSTUK 4. - Procedures consultatiebureauarts
CHAPITRE 4. - Procédures relatives au médecin du bureau de consultation
Afdeling 1. - Erkenningsprocedure
Section 1. - Procédure d'agrément
Art.80. De erkenning als consultatiebureauarts in het medisch preventief of prenataal consultaanbod van het agentschap kan alleen worden verleend als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
  1° er is een ontvankelijke aanvraag ingediend;
  2° er is voldaan aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 66.
Art.80. L'agrément en tant que médecin de bureau de consultation dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale de l'agence ne peut être octroyé que lorsqu'il a été satisfait à toutes les conditions suivantes :
  1 ° une demande recevable a été introduite ;
  2° les conditions d'agrément visées à l'article 66 ont été remplies.
Art.81. De betrokkene dient de aanvraag van erkenning elektronisch in bij het agentschap met het aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt en vermeldt op straffe van niet-ontvankelijkheid de volgende gegevens:
  1° de voor- en achternaam, het e-mailadres, het correspondentieadres en het telefoonnummer van de aanvrager;
  2° het rijksregisternummer en het RIZIV-nummer van de aanvrager;
  3° alle nodige gegevens over de accreditering bij het RIZIV;
  4° één Belgisch ondernemingsnummer en de daaraan gekoppelde rechtsvorm waaronder de aanvrager zijn activiteiten zal uitoefenen;
  5° het rekeningnummer dat gekoppeld is aan het opgegeven ondernemingsnummer;
  6° de nodige gegevens om te beoordelen of is voldaan aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 66.
Art.81. L'intéressé est tenu d'introduire la demande d'agrément auprès de l'agence par voie électronique, accompagnée du formulaire de demande mis à disposition par l'agence, et mentionne, à peine d'irrecevabilité, les informations suivantes :
  1° les nom et prénoms, l'adresse électronique, l'adresse de correspondance et le numéro de téléphone du demandeur ;
  2° le numéro de registre national et le numéro INAMI du demandeur ;
  3° toutes les données nécessaires en rapport avec l'accréditation auprès de l'INAMI ;
  4° un seul numéro d'entreprise belge ainsi que la forme juridique y afférente, sous lesquels le demandeur exercera ses activités ;
  5° le numéro de compte associé au numéro d'entreprise indiqué ;
  6° les données nécessaires afin d'évaluer s'il a été satisfait aux conditions d'agrément visées à l'article 66.
Art.82. § 1. Het agentschap stuurt na de ontvangst van de aanvraag een elektronische ontvangstmelding aan de aanvrager.
  § 2. Binnen dertig dagen na de ontvangst van de aanvraag deelt het agentschap aan de aanvrager mee of de aanvraag ontvankelijk is.
  Als de aanvraag niet ontvankelijk is omdat een of meer gegevens als vermeld in artikel 81, ontbreken, vraagt het agentschap de ontbrekende gegevens op. De termijn voor de indiening van de gegevens of stukken bedraagt vijftien dagen. Tijdens die periode wordt de beslissingstermijn voor de ontvankelijkheid geschorst. Als er binnen die termijn geen gegevens of stukken elektronisch aan het agentschap worden bezorgd, is de aanvraag onontvankelijk.
  § 3. Het agentschap behandelt de ontvankelijke aanvraag binnen drie maanden na ontvangst van de ontvankelijke aanvraag.
  Het agentschap kan aanvullende informatie vragen aan de aanvrager. De aanvrager bezorgt de gevraagde aanvullende informatie aan het agentschap binnen dertig dagen. De beslissingstermijn wordt niet geschorst.
Art.82. § 1er. Après réception d'une demande, l'agence envoie un accusé de réception électronique au demandeur.
  § 2. Dans les trente jours qui suivent la réception de la demande, l'agence fait savoir au demandeur si sa demande est recevable.
  Si la demande n'est pas recevable du fait qu'une ou plusieurs informations telles que visées à l'article 81 font défaut, l'agence demande à obtenir les informations manquantes. Le délai d'introduction des données ou documents est de quinze jours. Pendant la période précitée, le délai de décision sur la recevabilité de la demande est suspendu. Lorsqu'aucune information ou aucun document n'a été transmis par voie électronique dans le délai précité, la demande est réputée irrecevable.
  § 3. L'agence traite la demande recevable dans les trois mois qui suivent la réception de cette dernière.
  L'agence peut demander des informations complémentaires au demandeur. Le demandeur communique les informations complémentaires à l'agence dans les trente jours. Le délai de décision n'est pas suspendu.
Art.83. Het agentschap bezorgt de beslissing over de aanvraag van erkenning als consultatiebureauarts uiterlijk na afloop van de termijn, vermeld in artikel 82, § 3, eerste lid, aan de aanvrager. De beslissing heeft betrekking op een van de volgende beslissingen:
  1° de toekenning van de erkenning;
  2° het voornemen tot weigering van de erkenning.
  De beslissing tot toekenning van de erkenning wordt elektronisch bezorgd aan de aanvrager en bepaalt de ingangsdatum van de erkenning.
  De aanvrager wordt met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van het voornemen tot weigering van de erkenning. De kennisgeving van de beslissing bevat, in voorkomend geval, de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen.
  Als de aanvrager binnen de termijn, vermeld in artikel 88, geen bezwaarschrift indient, wordt, nadat die termijn verstreken is, het voornemen van het agentschap van rechtswege omgezet in een beslissing tot weigering van de erkenning. De beslissing tot weigering van de erkenning wordt van rechtswege geacht te zijn meegedeeld.
  Als de aanvrager een ontvankelijk bezwaarschrift heeft ingediend conform de bezwaarprocedure, vermeld in artikel 87 tot en met 92 van dit besluit, wordt de beslissing over de toekenning of de weigering van de erkenning genomen na het doorlopen van de bezwaarprocedure conform de regels die zijn vastgesteld bij of krachtens hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.
Art.83. L'agence notifie au demandeur la décision relative à la demande d'agrément en tant que médecin de bureau de consultation au plus tard à l'expiration du délai visé à l'article 82, § 3, alinéa premier. La décision porte sur l'un des éléments suivants :
  1° l'octroi de l'agrément ;
  2° l'intention de refus de l'agrément.
  La décision d'octroyer l'agrément est communiquée au demandeur par voie électronique et fixe la date de prise d'effet de l'agrément.
  Le demandeur est informé par courrier recommandé de l'intention de refuser l'agrément. La notification de la décision mentionne, le cas échéant, la possibilité d'intenter un recours motivé ainsi que les conditions et la procédure y afférentes.
  Si le demandeur n'introduit pas de recours dans le délai visé à l'article 88, l'intention de l'agence est, à l'expiration dudit délai, convertie de plein droit en une décision de refuser l'agrément. La décision de refuser l'agrément est présumée de plein droit avoir été communiquée.
  Lorsque le demandeur a introduit un recours recevable, conformément à la procédure de recours visée aux articles 87 à 92 inclus du présent arrêté, la décision d'octroyer ou de refuser l'agrément est prise à l'issue de la procédure de recours, conformément aux règles établies par ou en vertu du chapitre III du décret du 7 décembre 2007 portant création du Conseil consultatif stratégique pour la Politique flamande de l'Aide sociale, de la Santé et de la Famille et d'une Commission consultative pour les Structures de l'Aide sociale, de la Santé publique et de la Famille et des (Candidats) Accueillants.
Afdeling 2. - Verlenging van de erkenning
Section 2. - Prolongation de l'agrément
Art.84. De erkenning van de consultatiebureauarts wordt van rechtswege verlengd met drie jaar, als er geen indicaties zijn dat hij de erkenningsvoorschriften niet naleeft.
Art.84. L'agrément du médecin de bureau de consultation est prolongé de plein droit pour une durée de trois ans s'il n'existe pas d'indications selon lesquelles le médecin ne respecte pas les conditions d'agrément.
Afdeling 3. - Oproep mentorartsen en uitvoering van andere opdrachten
Section 3. - Appel aux médecins mentors et exécution d'autres missions
Art.85. § 1. Het agentschap kan een oproep doen, gericht aan de erkende consultatiebureauartsen, om op te treden als mentorarts. De oproep bevat minstens de volgende gegevens:
  1° de periode van indiening van de aanvraag;
  2° de vergelijkende procedure en het beslissingskader dat in de vergelijkende procedure wordt toegepast om de rangorde tussen de verschillende kandidaten vast te stellen;
  3° de vereiste criteria en de competenties waaraan de consultatiebureauarts moet voldoen om te kunnen optreden als mentorarts;
  4° de beslissingstermijn;
  5° een aanvraagformulier.
  De oproep wordt via de elektronische communicatiekanalen van het agentschap kenbaar gemaakt.
  § 2. De geïnteresseerde consultatiebureauartsen dienen de aanvraag binnen de indieningstermijn, vermeld in de oproep, elektronisch in bij het agentschap met het aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt.
  Het agentschap neemt binnen de termijn, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 4°, een beslissing overeenkomstig de vergelijkende procedure en het beslissingskader, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°. Het agentschap bezorgt elektronisch aan elke aanvrager de beslissing over zijn aanvraag.
Art.85. § 1er. L'agence peut adresser un appel au médecin de bureau de consultation agréé afin qu'il intervienne en tant que médecin mentor. L'appel comprend au moins les données suivantes :
  1° la période d'introduction de la demande ;
  2° la procédure comparative et le cadre de décision appliqué dans la procédure comparative pour l'établissement de l'ordre de préséance des demandeurs ;
  3° les critères requis et les compétences auxquels le médecin de bureau de consultation doit satisfaire pour pouvoir intervenir en qualité de médecin mentor ;
  4° le délai dans lequel les décisions sont rendues ;
  5 ° un formulaire de demande.
  L'appel est publié par le biais des canaux de communication électroniques de l'agence.
  § 2. Les médecins de bureau de consultation intéressés introduisent la demande d'agrément auprès de l'agence par voie électronique dans le délai d'introduction mentionné dans l'appel. La demande est accompagnée du formulaire de demande mis à disposition par l'agence.
  Dans le délai visé au paragraphe premier, alinéa premier, 4°, l'agence prend une décision conformément à la procédure comparative et au cadre de décision visé au paragraphe premier, alinéa premier, 2°. L'agence notifie par voie électronique à chaque demandeur sa décision en rapport avec les demandes reçues.
Art.86. § 1. Het agentschap kan een oproep doen, gericht aan de erkende consultatiebureauartsen, met de vraag om andere opdrachten uit te voeren in het medisch preventief of prenataal consultaanbod. De oproep bevat minstens de volgende gegevens:
  1° een omschrijving van de uit te voeren opdracht in het medisch preventief of prenataal consultaanbod;
  2° de periode waarin de aanvraag moet worden ingediend;
  3° de vergelijkende procedure en het beslissingskader dat in de vergelijkende procedure wordt toegepast om de rangorde tussen de verschillende kandidaten vast te stellen;
  4° de vereiste criteria en de competenties waaraan de consultatiebureauarts moet voldoen;
  5° de beslissingstermijn;
  6° een aanvraagformulier.
  De oproep wordt via de elektronische communicatiekanalen van het agentschap kenbaar gemaakt.
  § 2. De geïnteresseerde consultatiebureauartsen dienen de aanvraag binnen de indieningstermijn, vermeld in de oproep, elektronisch in bij het agentschap met het aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt.
  Het agentschap neemt binnen de termijn, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 5°, een beslissing overeenkomstig de vergelijkende procedure en het beslissingskader, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3°. Het agentschap bezorgt elektronisch aan elke aanvrager de beslissing over zijn aanvraag.
Art.86. § 1er. L'agence peut adresser un appel aux médecins de bureau de consultation agréés, leur demandant d'exercer d'autres tâches dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale. L'appel comprend au moins les données suivantes :
  1° une description de la tâche à exécuter dans le cadre de l'offre de consultation médicale préventive ou prénatale ;
  2° la période durant laquelle la demande doit être introduite ;
  3 ° la procédure comparative et le cadre de décision appliqué dans la procédure comparative pour l'établissement de l'ordre de préséance des demandeurs ;
  4° les critères requis et les compétences auxquels le médecin de bureau de consultation doit satisfaire ;
  5 ° le délai dans lequel les décisions sont rendues ;
  6 ° un formulaire de demande.
  L'appel est publié par le biais des canaux de communication électroniques de l'agence.
  § 2. Les médecins de bureau de consultation intéressés introduisent la demande d'agrément auprès de l'agence par voie électronique dans le délai d'introduction mentionné dans l'appel. La demande est accompagnée du formulaire de demande mis à disposition par l'agence.
  Dans le délai visé au paragraphe premier, alinéa premier, 5 °, l'agence prend une décision conformément à la procédure comparative et au cadre de décision visé au paragraphe premier, alinéa premier, 3 °. L'agence notifie par voie électronique à chaque demandeur sa décision en rapport avec les demandes reçues.
Afdeling 4. - Bezwaarprocedure
Section 4. - Procédure de recours
Art.87. De aanvrager of de consultatiebureauarts kan bezwaar aantekenen bij het agentschap tegen het voornemen tot weigering, vermeld in artikel 83, en het voornemen tot opheffing van de erkenning, vermeld in artikel 79.
Art.87. Le demandeur ou le médecin de bureau de consultation peut former auprès de l'agence un recours contre l'intention de refuser l'agrément, telle que visée à l'article 83, et l'intention de retirer l'agrément, telle que visée à l'article 79.
Art.88. De aanvrager of consultatiebureauarts dient in dat geval op straffe van niet-ontvankelijkheid uiterlijk dertig kalenderdagen na kennisgeving van een voornemen tot beslissing als vermeld in artikel 87, een gemotiveerd bezwaarschrift in bij het agentschap met een aangetekende brief.
Art.88. Dans ce cas, le demandeur ou le médecin de bureau de consultation introduit auprès de l'agence un recours motivé envoyé par courrier recommandé, et ce, à peine d'irrecevabilité, au plus tard trente jours calendriers après la notification de l'intention de prendre une décision telle que visée à l'article 87.
Art.89. Het bezwaarschrift bevat op straffe van niet-ontvankelijkheid al de volgende elementen:
  1° de naam en het adres van de aanvrager of de consultatiebureauarts;
  2° het dossiernummer van het betwiste voornemen;
  3° een motivering van het bezwaar;
  4° de datum van het bezwaar.
Art.89. Le recours doit, à peine d'irrecevabilité, contenir tous les éléments suivants :
  1° le nom et l'adresse du demandeur ou du médecin de bureau de consultation ;
  2° le numéro de dossier de l'intention contestée ;
  3° une motivation du recours ;
  4 la date du recours.
Art.90. Het agentschap beslist uiterlijk tien kalenderdagen na de ontvangst van het bezwaarschrift over de ontvankelijkheid van het bezwaar, en brengt de aanvrager of de consultatiebureauarts daarvan onmiddellijk op de hoogte met een aangetekende brief.
Art.90. L'agence décide de la recevabilité du recours au plus tard dix jours calendriers après la réception du recours et notifie immédiatement sa décision par courrier recommandé au demandeur ou au médecin de bureau de consultation.
Art.91. Het bezwaar is schorsend.
  In afwijking van het eerste lid kan het agentschap bij een bezwaar tegen het voornemen tot opheffing van de erkenning uiterlijk tien kalenderdagen na de ontvangst van het bezwaarschrift beslissen dat het bezwaar geen schorsend karakter heeft. Die mogelijkheid wordt beperkt tot de gevallen waarbij een ernstig gevaar dreigt voor de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers en de medewerkers van het consultatiebureau.
  Als besloten wordt dat het bezwaar niet schorsend is, verstuurt het agentschap de beslissing onmiddellijk met een aangetekende brief aan de consultatiebureauarts.
Art.91. Le recours est suspensif.
  Par dérogation à l'alinéa premier, dans le cas d'un recours contre l'intention de retirer l'agrément, l'agence peut décider, au plus tard dix jours calendriers après la réception du recours, que ce dernier n'a pas de caractère suspensif. La possibilité précitée est limitée aux cas dans lesquels il existe un grave danger pour la sécurité et la santé des utilisateurs et des collaborateurs du bureau de consultation.
  S'il est décidé que le recours n'a pas d'effet suspensif, l'agence envoie immédiatement la décision par courrier recommandé au médecin de bureau de consultation.
Art.92. Het bezwaar wordt behandeld conform de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007 houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers.
Art.92. Le recours est traité conformément aux règles établies en vertu ou en exécution du chapitre III du décret du 7 décembre 2007 portant création du Conseil consultatif stratégique pour la Politique flamande de l'Aide sociale, de la Santé et de la Famille et d'une Commission consultative pour les Structures de l'Aide sociale, de la Santé publique et de la Famille et des (Candidats) Accueillants.
Afdeling 5. - Vrijwillige stopzetting
Section 5. - Cessation d'activité volontaire
Art.93. Een consultatiebureauarts die besluit zijn activiteiten in een consultatiebureau stop te zetten, meldt dat zo snel mogelijk elektronisch aan het agentschap. Het agentschap zet de erkenning stop vanaf de opgegeven stopzettingsdatum.
Art.93. Lorsqu'un médecin de bureau de consultation décide de mettre fin à ses activités au sein d'un bureau de consultation, il notifie sa décision à l'agence par voie électronique dans les plus brefs délais. L'agence met un terme à l'agrément à compter de la date d'interruption indiquée.
TITEL 4. - Slotbepalingen
TITRE 4. - Dispositions finales
Art.94. Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind wordt opgeheven.
Art.94. L'Arrêté du Gouvernement flamand du 1er mars 2002 fixant les conditions et les règles procédurales relatives à l'agrément et au subventionnement des bureaux de consultation pour le jeune enfant est abrogé.
Art.95. De erkenning van de organisatoren die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind, zoals van kracht op 31 december 2018, een of meer erkende consultatiebureaus, vermeld in artikel 2, § 1, van het voormelde besluit, organiseren, wordt op 1 januari 2019 automatisch omgezet in een erkenning voor een consultatiebureau voor elk erkend consultatiebureau waarvoor de organisator minstens 210 uren zou behalen voor de organisatie van het preventief consultaanbod conform artikel 40 van dit besluit. Het agentschap kan hiervan afwijken en alsnog een erkenning toekennen, als de organisator daarvoor een gemotiveerde aanvraag indient.
  In afwijking van het eerste lid wordt de erkenning van de organisatoren die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind, zoals van kracht op 31 december 2018, een of meer erkende consultatiebureaus, vermeld in artikel 2, § 1, van het voormelde besluit, organiseren in een Opvangcentrum voor asielzoekers of daarvoor de toelating verkregen, op 1 januari 2019 automatisch omgezet in een erkenning voor een consultatiebureau in een Opvangcentrum voor asielzoekers voor elk erkend of toegelaten consultatiebureau dat wordt georganiseerd in een Opvangcentrum voor asielzoekers.
Art.95. L'agrément des organisateurs qui organisent un ou plusieurs bureaux de consultation agréés visés à l'article 2, § 1er, de l'arrêté précité conformément à l'Arrêté du Gouvernement flamand du 1er mars 2002 fixant les conditions et les règles procédurales relatives à l'agrément et au subventionnement des bureaux de consultation pour le jeune enfant, tel qu'en vigueur au 31 décembre 2018, est automatiquement converti le 1er janvier 2019 en un agrément pour un bureau de consultation pour tout bureau de consultation agréé pour lequel l'organisateur obtiendrait au moins 210 heures pour l'organisation de l'offre de consultation préventive, conformément à l'article 40 du présent arrêté. L'agence peut déroger à la disposition précitée et malgré tout octroyer l'agrément lorsque l'organisateur introduit une demande motivée à cet effet.
  Par dérogation à l'alinéa premier, l'agrément des organisateurs qui organisent un ou plusieurs bureaux de consultation agréés visés à l'article 2, § 1er, de l'arrêté précité, conformément à l'Arrêté du Gouvernement flamand du 1er mars 2002 fixant les conditions et les règles procédurales relatives à l'agrément et au subventionnement des bureaux de consultation pour le jeune enfant, tel qu'en vigueur au 31 décembre 2018, dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile ou qui obtiennent l'autorisation à cet effet, est automatiquement converti le 1er janvier 2019 en un agrément pour un bureau de consultation dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile, pour tout bureau de consultation agréé ou admis qui est organisé dans un Centre d'accueil pour demandeurs d'asile.
Art.96. In afwijking van artikel 95 van dit besluit, wordt de erkenning van de organisatoren die conform het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind, zoals van kracht op 31 december 2018, een of meer erkende consultatiebureaus, vermeld in artikel 2, § 1, van het voormelde besluit, organiseren in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad op 1 januari 2019 automatisch omgezet in een voorlopige erkenning voor drie jaar voor een consultatiebureau voor elk consultatiebureau waarvoor de organisator minstens 91 uren zou behalen voor de organisatie van het preventief consultaanbod conform artikel 40 van dit besluit. Het agentschap kan hiervan afwijken en alsnog een voorlopige erkenning voor drie jaar toekennen, als de organisator daarvoor een gemotiveerde aanvraag indient.
  De organisatoren met een voorlopige erkenning voor een consultatiebureau in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad werken gedurende de drie jaar, vermeld in het eerste lid, samen met de lokale actoren in de preventieve gezinsondersteuning aan een plan van aanpak om te komen tot een optimale spreiding van het preventief consultaanbod in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
  Vanaf 1 januari 2019 krijgt elke organisator met een erkenning voor een consultatiebureau in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gedurende drie jaar een door het agentschap bepaald percentage extra uren bovenop het aantal toegekende uren, vermeld in artikel 40.
  Vanaf 1 januari 2019 krijgt elke organisator met een erkenning voor een consultatiebureau in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad gedurende drie jaar bovenop de subsidie, vermeld in artikel 41, een jaarlijkse bijkomende subsidie van 1.000 euro per consultatiebureau gelegen in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad voor de verdere uitbouw van een kwaliteitsvol preventief consultaanbod in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
  De subsidie wordt toegekend voor een periode van drie jaar te rekenen vanaf 1 januari 2019.
  [1 De erkenning, het percentage extra uren en de bijkomende subsidie, vermeld in respectievelijk het eerste, derde en vierde lid, wordt met één jaar verlengd op voorwaarde dat de organisator de inspanningsverbintenis aangaat om de werking van het consultatiebureau vanaf 1 januari 2023 te integreren in het Huis van het Kind Brussel, vermeld in artikel 3, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2022 over de subsidiëring van een geïntegreerd Vlaams gezinsbeleid in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.]1
  [1 Vanaf 1 januari 2023 gaat elke erkenning, automatisch over naar het Huis van het Kind Brussel, vermeld in artikel 3, eerste lid, van voormeld besluit. Deze erkenning heeft dezelfde geldigheidsduur als bepaald in artikel 2 van dit besluit. De overdracht van de erkenning doet geen enkele afbreuk aan titel twee, hoofdstuk 2 van dit besluit. De werking van het consultatiebureau wordt geïntegreerd in het Huis van het Kind Brussel. Het Huis van het Kind Brussel beslist welke actoren instaan voor de organisatie en het beheer van de consultatiebureaus in het werkingsgebied.]1
  [1 De afwijking van artikel 95, vermeld in het eerste lid, wordt met één jaar verlengd. Het aantal uren dat de actor, vermeld in het vorig lid, per consultatiebureau minstens zou moeten behalen voor de organisatie van het preventief consultaanbod conform artikel 40 bedraagt 182 uren. Het agentschap kan de erkenning van een consultatiebureau opheffen als het twee opeenvolgende jaren minder dan 182 uren behaalt. Het agentschap kan afwijken van de beslissing om de erkenning op te heffen, als het Huis van het Kind Brussel daarvoor een gemotiveerde aanvraag indient.]1
  
Art.96. Par dérogation à l'article 95 du présent arrêté, l'agrément d'organisateurs qui organisent au sein de la région bilingue de Bruxelles-Capitale un ou plusieurs bureaux de consultation agréés visés à l'article 2, § 1er, de l'arrêté précité, conformément à l'Arrêté du Gouvernement flamand du 1er mars 2002 fixant les conditions et les règles procédurales relatives à l'agrément et au subventionnement des bureaux de consultation pour le jeune enfant, tel qu'en vigueur au 31 décembre 2018, est automatiquement converti le 1er janvier 2019 en un agrément pour un bureau de consultation provisoire, d'une durée de trois ans, pour tout bureau de consultation agréé pour lequel l'organisateur obtiendrait au moins 91 heures pour l'organisation de l'offre de consultation préventive, conformément à l'article 40 du présent arrêté. L'agence peut déroger à la disposition précitée et malgré tout octroyer un agrément provisoire pour une durée de trois ans, lorsque l'organisateur introduit une demande motivée à cet effet.
  Les organisateurs agréés à titre provisoire pour un bureau de consultation au sein de la région bilingue de Bruxelles-Capitale travaillent, pendant les trois ans visés à l'alinéa premier, en collaboration avec les acteurs locaux dans le secteur du soutien préventif aux familles, en vue de l'élaboration d'un plan d'approche devant permettre une répartition optimale de l'offre de consultation préventive dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale.
  A partir du 1er janvier 2019, chaque organisateur agréé pour un bureau de consultation dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale reçoit, pendant trois ans, un pourcentage d'heures supplémentaires telles que visées à l'article 40, défini par l'agence.
  A partir du 1er janvier 2019, chaque organisateur agréé pour un bureau de consultation dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale reçoit, pendant trois ans, en plus de la subvention visée à l'article 41, une subvention annuelle supplémentaire de 1 000 euros par bureau de consultation situé dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale, en vue de l'élargissement d'une offre de consultation préventive de qualité au sein de la région bilingue de Bruxelles-Capitale.
  La subvention est octroyée pour une période de trois ans à compter du 1er janvier 2019.
  [1 L'agrément, le pourcentage d'heures supplémentaires et la subvention supplémentaire, visés respectivement à l'alinéa 1er, à l'alinéa 3 et à l'alinéa 4, sont prolongés pour une période d'un an à condition que l'organisateur s'engage à respecter l'obligation de moyens pour l'intégration du bureau de consultation à la Huis van het Kind Brussel à partir du 1er janvier 2023, visée à l'article 3, alinéa 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 4 février 2022 relatif au subventionnement d'une politique familiale intégrée flamande dans la région bilingue de Bruxelles-Capitale.]1
  [1 A partir du 1er janvier 2023, tous les agréments, visés à l'article 3, alinéa 1er de l'arrêté précité, seront automatiquement transférés à la Huis van het Kind Brussel. Cet agrément a une durée de validité identique à celle visée à l'article 2 du présent arrêté. Le transfert d'agrément ne porte aucunement préjudice au titre deux, chapitre 2 du présent arrêté. Le fonctionnement du bureau de consultation est intégré à la Huis van het Kind Brussel. La Huis van het Kind Brussel décide quels acteurs seront responsable de l'organisation et de la gestion des bureaux de consultation dans la zone d'activité.]1
  [1 La dérogation à l'article 95, visée à l'alinéa 1er, est prolongée d'un an. Le nombre d'heures que l'acteur, visé à l'alinéa précédent, doit prester dans le cadre de l'organisation de l'offre de consultation préventive, conformément à l'article 40, est de 182 heures par bureau de consultation. L'agence peut retirer l'agrément d'un bureau de consultation si celui-ci atteint moins de 182 heures durant deux années consécutives. L'agence peut déroger à la décision de retirer l'agrément si la Huis van het Kind Brussel introduit une demande motivée à cet effet.]1
  
Art.97. Het agentschap kent aan de volgende organisatoren een erkenning voor drie jaar toe voor de organisatie en het beheer van een prenataal consultatiebureau:
  1° vzw CAW Antwerpen voor het prenataal consultatiebureau gelegen op het Willy Vandersteenplein 1 in 2060 Antwerpen;
  2° vzw Thuishulp voor het prenataal consultatiebureau gelegen in de Atletenstraat 80 in 2020 Antwerpen;
  3° vzw Kind en Preventie voor het prenataal consultatiebureau gelegen in de Pothoekstraat 112 in 2060 Antwerpen en het prenataal consultatiebureau gelegen in de Bevrijdingslaan 88 in 9000 Gent.
  [1 Vanaf 1 januari 2022 worden de erkenningen voor de organisatie en het beheer van een prenataal consultatiebureau, vermeld in het eerste lid, voor een periode van een jaar verlengd.]1
  [2 Vanaf 1 januari 2023 worden de erkenningen voor de organisatie en het beheer van een prenataal consultatiebureau, vermeld in het eerste lid, die conform het tweede lid zijn verlengd, voor een periode van zes maanden verlengd.]2
  
Art.97. L'agence octroie un agrément pour une durée de trois ans en vue de l'organisation et de la gestion d'un bureau de consultation prénatale aux organisateurs suivants :
  1° l'asbl CAW Antwerpen pour le bureau de consultation prénatale sis Willy Vandersteenplein 1 à 2060 Anvers ;
  2° l'asbl Thuishulp pour le bureau de consultation prénatale sis Atletenstraat 80 à 2020 Anvers ;
  3° l'asbl Kind en Preventie pour le bureau de consultation prénatale sis Pothoekstraat 112 à 2060 Anvers et le bureau de consultation prénatale sis Bevrijdingslaan 88 à 9000 Gand.
  [1 A partir du 1er janvier 2022, les agréments pour l'organisation et la gestion d'un bureau de consultation prénatal, visé à l'alinéa 1er, sont prolongés pour une période d'un an.]1
  [2 A partir du 1er janvier 2023, les reconnaissances pour l'organisation et la gestion d'un bureau de consultation prénatale, visées à l'alinéa 1er, prolongées conformément à l'alinéa 2, sont prolongées pour une période de six mois.]2
  
Art.98. Artsen krijgen op 1 januari 2019 een erkenning, zoals vermeld artikel 65, voor drie jaar als ze aan al de volgende voorwaarden voldoen:
  1° sinds 1 januari 2017 minstens één zitting hebben uitgevoerd op een consultatiebureau van het agentschap;
  2° niet het voorwerp zijn van ontslag als consultatiebureauarts of de beëindiging van de samenwerking als zelfstandig consultatiebureauarts om functionele redenen door een organisator;
  3° de organisator heeft geen negatief advies verkregen over de arts van het agentschap overeenkomstig artikel 19bis van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind, zoals van kracht op 31 december 2018.
  De arts die de erkenning, vermeld in het eerste lid, niet wenst, meldt dit elektronisch aan het agentschap. Het agentschap verleent in dat geval geen erkenning aan de arts.
  De artsen die op 1 januari 2019 geen erkenning krijgen door de bepalingen opgenomen in het eerste lid, 2° en 3°, kunnen gedurende drie jaar geen aanvraag tot erkenning als consultatiebureauarts indienen bij het agentschap.
  De consultatiebureauarts, vermeld in het eerste lid, heeft drie jaar de tijd om te voldoen aan de erkenningsvoorwaarde, vermeld in artikel 67.
  De consultatiebureauartsen die door het agentschap zijn aangewezen als mentorarts, conform artikel 46bis, § 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2002 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus voor het jonge kind, zoals van kracht op 31 december 2018, kunnen tot aan de beslissing, vermeld in artikel 85, § 2, tweede lid van dit besluit, en uiterlijk gedurende maximaal één jaar optreden als mentorarts vanaf 1 januari 2019.
Art.98. Il est octroyé, en date du 1er janvier 2019 un agrément tel que visé à l'article 65, aux médecins qui remplissent toutes les conditions suivantes :
  1° ils ont dispensé au moins une séance au sein d'un bureau de consultation de l'agence depuis le 1er janvier 2017 ;
  2° ils n'ont pas fait l'objet d'un licenciement en tant que médecin de bureau de consultation ni de la résiliation de la collaboration en tant que médecin de bureau de consultation indépendant par l'organisateur pour des raisons fonctionnelles ;
  3° l'organisateur n'a pas reçu de l'agence d'avis défavorable en rapport avec le médecin au sens de l'Arrêté du Gouvernement flamand du 1er mars 2002 fixant les conditions et les règles procédurales relatives à l'agrément et au subventionnement des bureaux de consultation pour le jeune enfant, tel qu'en vigueur au 31 décembre 2018.
  Le médecin qui ne souhaite pas l'agrément visé à l'alinéa premier en informe l'agence par voie électronique. Dans ce cas, l'agence n'octroie pas d'agrément au médecin.
  Les médecins qui, au 1er janvier 2019, ne reçoivent pas d'agrément en vertu des dispositions reprises à l'alinéa premier, 2° et 3°, ne peuvent introduire de demande d'agrément en tant que médecin de bureau de consultation auprès de l'agence pendant une durée de trois ans.
  Le médecin de bureau de consultation visé à l'alinéa premier dispose d'une durée de trois ans pour satisfaire à la condition d'agrément visée à l'article 67.
  Les médecins de bureau de consultation désignés par l'agence en tant que médecin mentor, conformément à l'article 46bis, § 2, de l'Arrêté du Gouvernement flamand du 1er mars 2002 fixant les conditions et les règles procédurales relatives à l'agrément et au subventionnement des bureaux de consultation pour le jeune enfant, tel qu'en vigueur au 31 décembre 2018, peuvent intervenir en qualité de médecin mentor jusqu'à la date de la décision visée à l'article 85, § 2, alinéa deux, du présent arrêté, et au plus tard pendant une période maximale d'un an à compter du 1er janvier 2019.
Art.99. § 1. Een consultatiebureauarts, als vermeld in artikel 98, kan vanaf 1 januari 2019, in uitzondering op artikel 71, 1°, nog voor vijf jaar als arts-bediende door een organisator worden aangesteld, op voorwaarde dat de arts op 31 december 2018 door dezelfde organisator als arts-bediende was aangesteld.
  In afwijking van artikel 93 meldt de organisator, vermeld in het eerste lid, de stopzetting van de activiteiten van een arts-bediende in een consultatiebureau uiterlijk drie maanden voor de effectieve stopzetting.
  De organisator, vermeld in het eerste lid, krijgt een maandelijkse subsidie die gelijk is aan de vergoeding voor artsen, vermeld in artikel 75 van dit besluit.
  § 2. [1 Bovenop de subsidies, vermeld in paragraaf 1, krijgt de organisator, vermeld in paragraaf 1, met arts-bedienden nog een bijkomende subsidie tot uitvoering van het vierde Vlaamse Intersectoraal Akkoord van 2 december 2011 voor de private social- en non-profitsectoren voor de periode 2011 tot 2015 [3 , het]3 vijfde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 8 juni 2018 voor de social/non profitsectoren voor de periode 2018-2020 [3 en het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord van 30 maart 2021 voor de social-/non-profitsectoren voor de periode 2021-2025]3.
   De subsidie, vermeld in het eerste lid, bedraagt [2 [3 [4 4,66 euro (vier euro zesenzestig cent)]4]3]2 per uur uitgevoerd door een arts-bediende. Dat bedrag wordt geïndexeerd conform artikel 41, § 1, derde lid.]1

  § 3. De organisatoren die een beroep willen doen op de overgangsbepaling, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, melden dat uiterlijk vóór 1 februari 2019 aan het agentschap. Als er een einde komt aan hun overeenkomst met de arts-bediende, melden ze dat onmiddellijk aan het agentschap. Vanaf 1 januari 2019 mogen geen nieuwe bediendencontracten met artsen afgesloten worden.
  
Art.99. § 1er. Par exception à l'article 71, 1°, un médecin de bureau de consultation tel que visé à l'article 98 peut encore être désigné par un organisateur en tant que médecin-employé pour une durée de cinq ans à compter du 1er janvier 2019, à la condition d'avoir été désigné par le même organisateur en tant que médecin-employé au 31 décembre 2018.
  Par dérogation à l'article 93, l'organisateur visé à l'alinéa premier notifie la cessation des activités d'un médecin-employé au sein d'un bureau de consultation au plus tard trois mois avant la date de cessation effective.
  L'organisateur visé à l'alinéa premier reçoit une subvention mensuelle égale à la rémunération accordée aux médecins, telle que visée à l'article 75 du présent arrêté.
  § 2. [1 Outre les subventions, visées au paragraphe 1er, l'organisateur visé au paragraphe 1er, avec des médecins-employés reçoit une subvention supplémentaire en exécution du quatrième Accord intersectoriel flamand du 2 décembre 2011 pour les secteurs à profit social et non marchand privés pour la période de 2011 à 2015, [3 , du ]3 cinquième Accord intersectoriel flamand du 8 juin 2018 pour les secteurs à profit social et non marchand pour la période 2018-2020 [3 et du sixième Accord Intersectoriel flamand du 30 mars 2021 pour les secteurs à profit social/non marchand pour la période 2021-2025]3.
   La subvention visée à l'alinéa 1er s'élève à [2 [3 [4 4,66 euros (quatre euros soixante-six cents) ]4]3]2 par heure effectuée par un médecin-employé. Ce montant est indexé conformément à l'article 41, § 1er, alinéa 3.]1

  § 3. Les organisateurs désireux d'invoquer la disposition transitoire visée au paragraphe 1er, alinéa premier, doivent en informer l'agence avant le 1er février 2019. Lorsqu'il est mis fin à leur contrat avec le médecin-employé, ils en informent immédiatement l'agence. A partir du 1er janvier 2019, aucun nouveau contrat employé ne peut être conclu avec des médecins.
  
Art.100. Het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen treedt voor de consultatiebureaus in werking op 1 januari 2019.
Art.100. Le décret du 17 octobre 2003 relatif à la qualité des structures de soins de santé et d'aide sociale s'applique aux bureaux de consultation à partir du 1er janvier 2019.
Art.101. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.
Art.101. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2019.
Art. 102. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 102. Le Ministre flamand qui a l'assistance aux personnes dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.