Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° "natuurordonnantie" : ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk gewest van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud;
2° "HRL" : richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna;
3° "VRL" : richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand;
4° "VIUS" : verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten;
5° "KRW" : richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid;
6° "ZOORL" : richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
25 OKTOBER 2018. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende een toezichtsschema voor de monitoring van de staat van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Titre
25 OCTOBRE 2018. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale relatif à un schéma de surveillance pour le monitoring de l'état de la nature en Région de Bruxelles-Capitale
Informations sur le document
Numac: 2018032167
Datum: 2018-10-25
Info du document
Numac: 2018032167
Date: 2018-10-25
Tekst (14)
Texte (14)
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
1° " ordonnance nature " : ordonnance de la région de Bruxelles-Capitale du 1er mars 2012 relative à la conservation de la nature;
2° " DHAB " : directive 92/43/CEE du Conseil du 21 mai 1992 concernant la conservation des habitats naturels ainsi que de la faune et de la flore sauvages;
3° " DOIS " : directive 2009/147/CE du 30 novembre 2009 concernant l'état de conservation des oiseaux sauvages;
4° " REEE " : règlement (UE) n° 1143/2014 du Parlement européen et du Conseil du 22 octobre 2014 relatif à la prévention et à la gestion de l'introduction et de la propagation des espèces exotiques envahissantes;
5° " DCE " : directive 2000/60/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 octobre 2000 établissant un cadre pour une politique communautaire dans le domaine de l'eau;
6° " DZOO " : directive 2003/99/CE du Parlement européen et du Conseil du 17 novembre 2003 sur la surveillance des zoonoses et des agents zoonotiques.
1° " ordonnance nature " : ordonnance de la région de Bruxelles-Capitale du 1er mars 2012 relative à la conservation de la nature;
2° " DHAB " : directive 92/43/CEE du Conseil du 21 mai 1992 concernant la conservation des habitats naturels ainsi que de la faune et de la flore sauvages;
3° " DOIS " : directive 2009/147/CE du 30 novembre 2009 concernant l'état de conservation des oiseaux sauvages;
4° " REEE " : règlement (UE) n° 1143/2014 du Parlement européen et du Conseil du 22 octobre 2014 relatif à la prévention et à la gestion de l'introduction et de la propagation des espèces exotiques envahissantes;
5° " DCE " : directive 2000/60/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 octobre 2000 établissant un cadre pour une politique communautaire dans le domaine de l'eau;
6° " DZOO " : directive 2003/99/CE du Parlement européen et du Conseil du 17 novembre 2003 sur la surveillance des zoonoses et des agents zoonotiques.
Art.2. Dit besluit legt een toezichtschema vast voor de staat van instandhouding van soorten en natuurlijke habitats aanwezig in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals beoogd in artikel 15 van de natuurordonnantie.
Art.2. Le présent arrêté établit un schéma de surveillance de l'état de conservation des espèces et habitats naturels présents en Région de Bruxelles-Capitale au sens de l'article 15 de l'ordonnance nature.
Art.3. Zoals verduidelijkt in artikel 7 van de natuurordonnantie zullen de gegevens die afkomstig zijn in toepassing van het toezichtschema worden geïntegreerd in het rapport over de staat van de natuur dat om de vijf jaar door Leefmilieu Brussel aan de Regering wordt voorgelegd.
Art.3. Comme précisé à l'article 7 de l'ordonnance nature, les données issues de l'application du schéma de surveillance seront intégrées dans le rapport sur l'état de la nature qui est soumis par Bruxelles Environnement au Gouvernement tous les cinq ans.
Art.4. Conform HRL bezorgt Leefmilieu Brussel de gegevens afkomstig van het toezichtschema aan de Commissie.
Leefmilieu Brussel publiceert het rapport van de Atlantische biogeografische regio op zijn website wanneer dit beschikbaar is.
Leefmilieu Brussel publiceert het rapport van de Atlantische biogeografische regio op zijn website wanneer dit beschikbaar is.
Art.4. Conformément à la DHAB, Bruxelles Environnement transmet les données issues de l'application du schéma de surveillance à la Commission.
Bruxelles Environnement publie sur son site internet le rapport de la région biogéographique atlantique lorsqu'il est disponible.
Bruxelles Environnement publie sur son site internet le rapport de la région biogéographique atlantique lorsqu'il est disponible.
Art.5. De gegevens worden eveneens gebruikt om te voldoen aan alle andere (inter)nationale en gewestelijke rapportageverplichtingen inzake natuurbehoud van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art.5. Les données sont également utilisées pour répondre à toutes les autres obligations de rapportage (inter)nationales et régionales en matière de conservation de la nature de la Région de Bruxelles-Capitale
Art.6. § 1. Met het oog op de invulling van het toezichtsschema en de uitvoering van de taken beschreven in artikel 15, § 1, 2de lid van de natuurordonnantie, worden in bijlage 1 van voorliggend besluit de modaliteiten bepaald voor de evaluatie van de staat van instandhouding van soorten en natuurlijke habitats,
meer bepaald :
1° het onderwerp van het toezicht;
2° de betreffende soorten en de natuurlijke habitats;
3° de periodiciteit van de opnames of inventarisaties;
4° de gebruikte methode;
5° de gebruikstoepassing van de verzamelde gegevens.
§ 2. Voor de evaluatie van de staat van instandhouding van soorten en natuurlijke habitats worden de volgende methoden toegepast :
1° meetnetten voor de types natuurlijke habitats en de soorten;
2° teledetectie en cartografie;
3° gerichte en regionale inventarisaties;
4° losse waarnemingen;
5° iedere andere methode die Leefmilieu Brussel noodzakelijk acht.
§ 3. Leefmilieu Brussel valideert de in het kader van § 1 en 2 verzamelde gegevens, centraliseert deze in een databank en ontwikkelt een openbaar digitaal platform waar de gegevens consulteerbaar worden gesteld voor de burger.
§ 4. Leefmilieu Brussel zet de ontwikkeling van de monitoringstrategie verder, onder meer in functie van de evolutie van de kennis, de monitoringtechnieken, de bedreigingen voor de biodiversiteit en de regionale context.
meer bepaald :
1° het onderwerp van het toezicht;
2° de betreffende soorten en de natuurlijke habitats;
3° de periodiciteit van de opnames of inventarisaties;
4° de gebruikte methode;
5° de gebruikstoepassing van de verzamelde gegevens.
§ 2. Voor de evaluatie van de staat van instandhouding van soorten en natuurlijke habitats worden de volgende methoden toegepast :
1° meetnetten voor de types natuurlijke habitats en de soorten;
2° teledetectie en cartografie;
3° gerichte en regionale inventarisaties;
4° losse waarnemingen;
5° iedere andere methode die Leefmilieu Brussel noodzakelijk acht.
§ 3. Leefmilieu Brussel valideert de in het kader van § 1 en 2 verzamelde gegevens, centraliseert deze in een databank en ontwikkelt een openbaar digitaal platform waar de gegevens consulteerbaar worden gesteld voor de burger.
§ 4. Leefmilieu Brussel zet de ontwikkeling van de monitoringstrategie verder, onder meer in functie van de evolutie van de kennis, de monitoringtechnieken, de bedreigingen voor de biodiversiteit en de regionale context.
Art.6. § 1er. L'annexe 1 du présent arrêté précise les modalités de l'évaluation de l'état de conservation des espèces et des habitats naturels afin d'établir le schéma de surveillance et d'accomplir les tâches figurant à l'article 15, § 1er, alinéa 2 de l'ordonnance nature.
L'annexe 1 détaille :
1° l'objet de la surveillance;
2° les espèces et les habitats naturels concernés;
3° la fréquence des relevés ou inventaires;
4° la méthode employée;
5° l'utilisation des données récoltées.
§ 2. Les méthodes d'évaluation de l'état de conservation des espèces et des habitats naturels mises en place sont les suivantes :
1° des réseaux de surveillance pour les types d'habitats naturels et pour les espèces;
2° télédétection et cartographie;
3° des inventaires ciblés et des inventaires régionaux;
4° des observations isolées;
5° toute autre méthode jugée nécessaire par Bruxelles Environnement.
§ 3. Bruxelles Environnement valide les données récoltées dans le cadre des § 1 et 2, les centralise dans une base de données et développe une plateforme électronique publique dans laquelle elle rend consultables les données pour le citoyen.
§ 4. Bruxelles Environnement continue le développement de la stratégie de monitoring, notamment en fonction de l'évolution des connaissances, des techniques de monitoring, des menaces qui pèsent sur la biodiversité et du contexte régional.
L'annexe 1 détaille :
1° l'objet de la surveillance;
2° les espèces et les habitats naturels concernés;
3° la fréquence des relevés ou inventaires;
4° la méthode employée;
5° l'utilisation des données récoltées.
§ 2. Les méthodes d'évaluation de l'état de conservation des espèces et des habitats naturels mises en place sont les suivantes :
1° des réseaux de surveillance pour les types d'habitats naturels et pour les espèces;
2° télédétection et cartographie;
3° des inventaires ciblés et des inventaires régionaux;
4° des observations isolées;
5° toute autre méthode jugée nécessaire par Bruxelles Environnement.
§ 3. Bruxelles Environnement valide les données récoltées dans le cadre des § 1 et 2, les centralise dans une base de données et développe une plateforme électronique publique dans laquelle elle rend consultables les données pour le citoyen.
§ 4. Bruxelles Environnement continue le développement de la stratégie de monitoring, notamment en fonction de l'évolution des connaissances, des techniques de monitoring, des menaces qui pèsent sur la biodiversité et du contexte régional.
Art.7. § 1. Zoals verduidelijkt in artikel 20 van de natuurordonnantie legt de Regering een biologische waarderingskaart vast van het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De vormelijke en inhoudelijke vereisten worden opgelijst in bijlage 2 van voorliggend besluit.
§ 2. De biologische waarderingskaart omvat een inventaris van de gebieden van hoge biologische waarde die bescherming verdienen, die om de tien jaar wordt geactualiseerd.
§ 3. De biologische waarderingskaart wordt gepubliceerd op de website van Leefmilieu Brussel.
§ 2. De biologische waarderingskaart omvat een inventaris van de gebieden van hoge biologische waarde die bescherming verdienen, die om de tien jaar wordt geactualiseerd.
§ 3. De biologische waarderingskaart wordt gepubliceerd op de website van Leefmilieu Brussel.
Art.7. § 1er. Comme précisé à l'article 20 de l'ordonnance nature, le Gouvernement arrête une carte d'évaluation biologique du territoire de la Région de Bruxelles-Capitale. Les modalités de forme et de contenu sont listées à l'annexe 2 du présent arrêté.
§ 2. La carte d'évaluation biologique inclut un inventaire des sites de haute valeur biologique et dignes de protection, actualisée tous les dix ans.
§ 3. La carte d'évaluation biologique est rendue publique sur le site de Bruxelles Environnement.
§ 2. La carte d'évaluation biologique inclut un inventaire des sites de haute valeur biologique et dignes de protection, actualisée tous les dix ans.
§ 3. La carte d'évaluation biologique est rendue publique sur le site de Bruxelles Environnement.
Art.8. § 1. De betrokken gewestelijke en gemeentelijke overheden, evenals de instellingen van openbaar nut zoals bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut die onder het Brussels Hoofdstedelijk gewest vallen, bezorgen aan Leefmilieu Brussel informatie die mogelijk kan bijdragen aan het toezicht op de staat van de natuur, wanneer het hierom verzoekt.
§ 2. Uiterlijk op 30 september van ieder jaar deelt Leefmilieu Brussel aan de in § 1 beoogde instanties op nauwkeurige en omstandige wijze de elementen mee waarvoor het specifieke gegevens wenst te bekomen, waarna die instanties de gevraagde gegevens uiterlijk tegen de daaropvolgende 31 maart verstrekken.
§ 2. Uiterlijk op 30 september van ieder jaar deelt Leefmilieu Brussel aan de in § 1 beoogde instanties op nauwkeurige en omstandige wijze de elementen mee waarvoor het specifieke gegevens wenst te bekomen, waarna die instanties de gevraagde gegevens uiterlijk tegen de daaropvolgende 31 maart verstrekken.
Art.8. § 1er. Les autorités régionales et communales concernées, ainsi que les organismes d'intérêt public au sens de la loi du 16 mars 1954 relative au contrôle de certains organismes d'intérêt public ressortissant de la Région de Bruxelles-Capitale, transmettent à Bruxelles Environnement les informations susceptibles de contribuer à la surveillance de l'état de la nature, lorsqu'il le demande.
§ 2. Au plus tard le 30 septembre de chaque année, Bruxelles Environnement communique aux instances visées au § 1er de manière précise et circonscrite les éléments pour lesquels il souhaite obtenir des données spécifiques, lesquelles transmettent les données requises au plus tard au 31 mars qui suit.
§ 2. Au plus tard le 30 septembre de chaque année, Bruxelles Environnement communique aux instances visées au § 1er de manière précise et circonscrite les éléments pour lesquels il souhaite obtenir des données spécifiques, lesquelles transmettent les données requises au plus tard au 31 mars qui suit.
Art.9. De ambtenaren en medewerkers van Leefmilieu Brussel die belast zijn met de monitoring van de natuur, alsook de boswachters van Leefmilieu Brussel, zijn overeenkomstig artikel 15, § 3, van de natuurordonnantie gemachtigd om eigendommen te betreden. Zij mogen zich laten vergezellen door een expert bij de uitvoering van hun taak.
Art.9. Les fonctionnaires et agents de Bruxelles Environnement en charge du monitoring de la nature, ainsi que les gardes forestiers de Bruxelles Environnement, sont habilités à pénétrer dans les propriétés, conformément à l'article 15, § 3 de l'ordonnance nature. Ils peuvent se faire accompagner par un expert dans l'exécution de leur tâche.
Art.10. § 1. Binnen de beperkingen van de beschikbare begrotingskredieten kan een subsidie worden toegekend ter aanmoediging van onderzoek en noodzakelijke wetenschappelijke werkzaamheden alsook de gegevensverzameling in het kader van het toezichtsschema.
§ 2. Om een subsidie te kunnen genieten dient de aanvraag te gebeuren door middel van het ad-hoc formulier dat door Leefmilieu Brussel ter beschikking wordt gesteld.
§ 2. Om een subsidie te kunnen genieten dient de aanvraag te gebeuren door middel van het ad-hoc formulier dat door Leefmilieu Brussel ter beschikking wordt gesteld.
Art.10. § 1er. Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, une subvention peut être octroyée en vue d'encourager les recherches, les travaux scientifiques nécessaires ainsi que la collecte de données dans le cadre du schéma de surveillance.
§ 2. Pour bénéficier d'une subvention, la demande doit être introduite au moyen du formulaire ad hoc mis à disposition par Bruxelles Environnement.
§ 2. Pour bénéficier d'une subvention, la demande doit être introduite au moyen du formulaire ad hoc mis à disposition par Bruxelles Environnement.
Art.11. De minister die bevoegd is voor Leefmilieu en Natuurbehoud is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.11. Le ministre qui a l'Environnement et la Conservation de la nature dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 22-11-2018, p. 89131)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 22-11-2018, p. 89131)
Art. N1. Annexe 1.
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 22-11-2018, p. 89131)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 22-11-2018, p. 89131)
Art. N2. Bijlage 2. - Voorwaarden waaraan de biologische waarderingskaart moet voldoen, zowel vormelijk als inhoudelijk
Hieronder worden de behoeften en verwachtingen met betrekking tot de Brusselse Biologische Waarderingskaart (BWK) opgelijst :
*De BWK beantwoordt aan de verplichtingen van de Ordonnantie betreffende het natuurbehoud. Meer bepaald biedt de BWK de mogelijkheid om te beschermen zones te identificeren en te preciseren welke zones beschermd, beheerd en gerestaureerd zouden moeten worden;
* De BWK zal als basis dienen voor de opmaak van een kwetsbaarheidskaart. Deze kaart zal als hulpmiddel dienen om een regionale strategie voor het onthaal van het publiek in de groene ruimten op te maken, die de ecologische en recreatieve functies verzoent;
* De BWK integreert de resultaten van de monitoring, bekomen via de projecten, opgelijst in Bijlage 1 van voorliggend besluit als element om de biologische waarde in te schatten
* De BWK gebruikt een heldere en eenvoudige typologie en geeft informatie over de actuele en potentiële biologisch waarde;
* De BWK moet gemakkelijk te interpreteren en te consulteren zijn;
* Conform de vorige versies en in functie van haar compatibiliteit voor (inter)nationale rapportage moet (een deel) van de informatie gekruist kunnen worden met die van de andere Gewesten
Hieronder worden de behoeften en verwachtingen met betrekking tot de Brusselse Biologische Waarderingskaart (BWK) opgelijst :
*De BWK beantwoordt aan de verplichtingen van de Ordonnantie betreffende het natuurbehoud. Meer bepaald biedt de BWK de mogelijkheid om te beschermen zones te identificeren en te preciseren welke zones beschermd, beheerd en gerestaureerd zouden moeten worden;
* De BWK zal als basis dienen voor de opmaak van een kwetsbaarheidskaart. Deze kaart zal als hulpmiddel dienen om een regionale strategie voor het onthaal van het publiek in de groene ruimten op te maken, die de ecologische en recreatieve functies verzoent;
* De BWK integreert de resultaten van de monitoring, bekomen via de projecten, opgelijst in Bijlage 1 van voorliggend besluit als element om de biologische waarde in te schatten
* De BWK gebruikt een heldere en eenvoudige typologie en geeft informatie over de actuele en potentiële biologisch waarde;
* De BWK moet gemakkelijk te interpreteren en te consulteren zijn;
* Conform de vorige versies en in functie van haar compatibiliteit voor (inter)nationale rapportage moet (een deel) van de informatie gekruist kunnen worden met die van de andere Gewesten
Art. N2. Annexe 2 - Les modalités de la carte d'évaluation biologique, de forme et de contenu
Ci-dessous sont listés les besoins et attentes par rapport à la Carte d'Evaluation Biologique (CEB) bruxelloise :
* La CEB répond aux exigences de l'Ordonnance relative à la conservation de la nature. Plus précisément, la CEB doit permettre d'identifier les zones à protéger, et de préciser quelles zones devraient être conservées, gérées et restaurées;
* La CEB actualisée servira également de base à la réalisation d'une carte de vulnérabilité. Cette carte devra aider à définir une stratégie régionale pour l'accueil du public dans les espaces verts qui concilie les fonctions écologiques et récréatives;
* La CEB intègre les résultats de monitoring obtenu par les projets repris à l'annexe 1 du présent arrêté comme éléments pour estimer la valeur biologique ;
* La CEB utilise une typologie claire et simple, et donne des informations sur la valeur biologique actuelle et potentielle ;
* La CEB doit être facile à interpréter et à consulter ;
* Par rapport aux versions précédentes et en fonction de la compatibilité pour le rapportage (inter)national, il faut pouvoir croiser (une partie des) informations avec celles des autres Régions
Ci-dessous sont listés les besoins et attentes par rapport à la Carte d'Evaluation Biologique (CEB) bruxelloise :
* La CEB répond aux exigences de l'Ordonnance relative à la conservation de la nature. Plus précisément, la CEB doit permettre d'identifier les zones à protéger, et de préciser quelles zones devraient être conservées, gérées et restaurées;
* La CEB actualisée servira également de base à la réalisation d'une carte de vulnérabilité. Cette carte devra aider à définir une stratégie régionale pour l'accueil du public dans les espaces verts qui concilie les fonctions écologiques et récréatives;
* La CEB intègre les résultats de monitoring obtenu par les projets repris à l'annexe 1 du présent arrêté comme éléments pour estimer la valeur biologique ;
* La CEB utilise une typologie claire et simple, et donne des informations sur la valeur biologique actuelle et potentielle ;
* La CEB doit être facile à interpréter et à consulter ;
* Par rapport aux versions précédentes et en fonction de la compatibilité pour le rapportage (inter)national, il faut pouvoir croiser (une partie des) informations avec celles des autres Régions