Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
1 MAART 2018. - Besluit 2017/1388 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de ondersteuningsdiensten voor dovencommunicatie en -vertolking, waarbij artikel 27 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de insluiting van de gehandicapte persoon ten uitvoer gelegd wordt(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-03-2018 en tekstbijwerking tot 26-08-2024)
Titre
1 MARS 2018. - Arrêté 2017/1388 du Collège de la Commission communautaire française relatif aux services d'appui à la communication et à l'interprétation pour les personnes sourdes, mettant en oeuvre l'article 27 du décret de la Commission communautaire française du 17 janvier 2014 relatif à l'inclusion de la personne handicapée(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 23-03-2018 et mise à jour au 26-08-2024)
Informations sur le document
Numac: 2018030669
Datum: 2018-03-01
Info du document
Numac: 2018030669
Date: 2018-03-01
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities
HOOFDSTUK 2. - Opdrachten
HOOFDSTUK 3. - Erkenningsnormen
Afdeling 1. - Kwaliteitsnormen
Afdeling 2. - Normen in verband met de infrastr...
Afdeling 3. - Normen in verband met de organisatie
Afdeling 4. - Normen in verband met het personeel
Afdeling 5. - Normen in verband met doven of sl...
Afdeling 6. - Normen in verband met de verhoudi...
Afdeling 7. - Normen in verband met de verhoudi...
HOOFDSTUK 4. - Subsidies
Afdeling 1. - Algemene modaliteiten voor de toe...
Afdeling 2. - Subsidie voor personeelskosten
Afdeling 3. - Subsidie voor algemene kosten
Afdeling 4. - Verantwoordingsdossier voor de su...
HOOFDSTUK 5. - Opheffingsbepalingen
HOOFDSTUK 6. - Overgangsbepalingen
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
BIJLAGEN.
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales et défin...
CHAPITRE 2. - Missions
CHAPITRE 3. - Normes d'agrément
Section 1re. - Normes de qualiteé
Section 2. - Normes relatives à l'infrastructure
Section 3. - Normes relatives à l'organisation
Section 4. - Normes relatives au personnel
Section 5. - Normes relatives aux personnes sou...
Section 6. - Normes relatives aux relations ent...
Section 7. - Normes relatives aux relations ent...
CHAPITRE 4. - Subventions
Section 1re. - Modalités générales d'octroi des...
Section 2. - Subvention pour frais de personnel
Section 3.-. - Subvention pour frais généraux
Section 4. - Dossier justificatif des subventions
CHAPITRE 5. - Dispositions abrogatoires
CHAPITRE 6. - Dispositions transitoires
CHAPITRE 7. - Dispositions finales
ANNEXES.
Tekst (79)
Texte (79)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en definities
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales et définitions
Artikel 1. Het besluit regelt, in toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 ervan.
Article 1er. L'arrêté règle, en application de l'article 138 de la Constitution, une matière visée à l'article 128 de celle-ci.
Art.2. Voor de toepassing van onderhavig besluit wordt verstaan onder :
1° het decreet : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de inclusie van de persoon met een handicap;
2° de SPFB : de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie (Service Public Francophone bruxellois);
3° Het Collegelid : het Lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie belast met het beleid inzake Bijstand aan Personen met een Handicap;
4° de dove of slechthorende persoon : die beantwoordt aan de definitie die opgenomen is in artikel 2, 2° van het decreet;
5° de dienst : de ondersteuningsdienst voor dovencommunicatie en -vertolking bepaald in artikel 27 van het decreet;
6° de aanvrager : de dove of slechthorende of de rechtspersoon die een prestatieaanvaag indient;
7° [1 de tolk: de vakspecialist in Frans-Belgische gebarentaal (LSFB)]1;
8° [1 de transliterator: de vakspecialist die informatie overbrengt aan een dove of slechthorende persoon via visuele communicatiemiddelen zoals Frans spreken met ondersteuning van gebaren (SMOG), orale herformulering of enige andere techniek met hetzelfde doel]1;
9° de velotypist : de vakman/vakvrouw die informatie overbrengt aan een dove of slechthorende waarbij men op een videotechniek zoals ondertiteling in real time een beroep doet.
10° de dienstverlener : de tolk, de transliterator of velotypist, ofwel onder arbeidsovereenkomst met de dienst, ofwel onder zelfstandig statuut, die de dienst erkent, in functie van zijn opleiding en/of van zijn capaciteiten om op de behoeften van de aanvragers een antwoord te bieden;
11° de prestatie : het communicatie- en tolkwerk dat door een dienstverlener in aanwezigheid van een dove of slechthorende of in het kader van de activiteiten van Relais Signes uitgevoerd wordt;
12° Relais Signes : de Franstalige Belgische tolkdienst op afstand in gebarentaal die ingevoerd is door de dienst beoogd onder 8°, en dit eventueel met een andere dienst die in de Franse Gemeenschap actief is en die zijn prestaties bij voorrang op het grondgebied van het Waals Gewest uitoefent en hiertoe door de bevoegde overheden gesubsidieerd wordt.
13° de vzw : de vereniging bepaald in artikel 2, 13° van het decreet, die een ondersteuningsdienst voor dovencommunicatie en -vertolking organiseert;
14° het NM-besluit : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de sector van volksgezondheid en bijstand aan personen, personen met een handicap en professionele inschakeling;
15° het Plan Tandem : de voorziening voor de inrichting van het einde van de loopbaan dat tot stand gebracht is door de Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2009 binnen het paritair subcomité 319.02.
1° het decreet : het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de inclusie van de persoon met een handicap;
2° de SPFB : de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie (Service Public Francophone bruxellois);
3° Het Collegelid : het Lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie belast met het beleid inzake Bijstand aan Personen met een Handicap;
4° de dove of slechthorende persoon : die beantwoordt aan de definitie die opgenomen is in artikel 2, 2° van het decreet;
5° de dienst : de ondersteuningsdienst voor dovencommunicatie en -vertolking bepaald in artikel 27 van het decreet;
6° de aanvrager : de dove of slechthorende of de rechtspersoon die een prestatieaanvaag indient;
7° [1 de tolk: de vakspecialist in Frans-Belgische gebarentaal (LSFB)]1;
8° [1 de transliterator: de vakspecialist die informatie overbrengt aan een dove of slechthorende persoon via visuele communicatiemiddelen zoals Frans spreken met ondersteuning van gebaren (SMOG), orale herformulering of enige andere techniek met hetzelfde doel]1;
9° de velotypist : de vakman/vakvrouw die informatie overbrengt aan een dove of slechthorende waarbij men op een videotechniek zoals ondertiteling in real time een beroep doet.
10° de dienstverlener : de tolk, de transliterator of velotypist, ofwel onder arbeidsovereenkomst met de dienst, ofwel onder zelfstandig statuut, die de dienst erkent, in functie van zijn opleiding en/of van zijn capaciteiten om op de behoeften van de aanvragers een antwoord te bieden;
11° de prestatie : het communicatie- en tolkwerk dat door een dienstverlener in aanwezigheid van een dove of slechthorende of in het kader van de activiteiten van Relais Signes uitgevoerd wordt;
12° Relais Signes : de Franstalige Belgische tolkdienst op afstand in gebarentaal die ingevoerd is door de dienst beoogd onder 8°, en dit eventueel met een andere dienst die in de Franse Gemeenschap actief is en die zijn prestaties bij voorrang op het grondgebied van het Waals Gewest uitoefent en hiertoe door de bevoegde overheden gesubsidieerd wordt.
13° de vzw : de vereniging bepaald in artikel 2, 13° van het decreet, die een ondersteuningsdienst voor dovencommunicatie en -vertolking organiseert;
14° het NM-besluit : het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 12 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de sector van volksgezondheid en bijstand aan personen, personen met een handicap en professionele inschakeling;
15° het Plan Tandem : de voorziening voor de inrichting van het einde van de loopbaan dat tot stand gebracht is door de Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2009 binnen het paritair subcomité 319.02.
Modifications
Art.2. Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre par :
1° le décret : le décret de la Commission communautaire française du 17 janvier 2014 relatif à l'inclusion de la personne handicapée;
2° le SPFB : les services du Collège de la Commission communautaire française (Service public francophone bruxellois);
3° le Membre du Collège : le Membre du Collège de la Commission communautaire française chargé de la Politique d'aide aux personnes handicapées;
4° la personne sourde ou malentendante : la personne sourde ou malentendante qui répond à la définition reprise à l'article 2, 2° du décret;
5° le service : le service d'appui à la communication et à l'interprétation pour les personnes sourdes défini à l'article 27 du décret;
6° le demandeur : la personne sourde ou malentendante ou la personne morale qui introduit une demande de prestation;
7° [1 ° l'interprète : le professionnel en langue des signes de Belgique francophone (LSFB) ]1;
8° [1 le translittérateur : le professionnel qui transmet l'information à une personne sourde ou malentendante par l'intermédiaire de moyens visuels de communication, tels que la Langue française Parlée Complétée (LfPC), la reformulation orale ou toute autre technique ayant le même objectif ]1;
9° le vélotypiste : le professionnel qui transmet l'information à une personne sourde ou malentendante par le recours à une technique télévisuelle de sous-titrage en temps réel;
10° le prestataire : l'interprète, le translittérateur ou le vélotypiste, soit sous contrat de travail avec le service, soit sous statut d'indépendant, que le service reconnaît, en fonction de sa formation et/ou de ses capacités à répondre aux besoins des demandeurs;
11° la prestation : le travail de communication ou d'interprétation réalisé par un prestataire en présence d'une personne sourde ou malentendante ou dans le cadre des activités du relais signes;
12° le relais signes : le service d'interprétation à distance en langue des signes belge francophone qui est mis en place par le service visé sous 8°, éventuellement avec un autre service actif en Communauté française, exerçant ses prestations prioritairement sur le territoire de la Région wallonne et subventionné à cette fin par les pouvoirs publics compétents;
13° l'asbl : l'association définie à l'article 2, 13° du décret, qui organise un service d'appui à la communication et à l'interprétation pour les personnes sourdes;
14° l'arrêté NM : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 18 octobre 2001 relatif à l'application du décret de la Commission communautaire française du 12 juillet 2001 modifiant diverses législations relatives aux subventions accordées dans le secteur de la politique de la santé et de l'aide aux personnes, de la santé, des personnes handicapées et de l'insertion professionnelle;
15° le Plan Tandem : le dispositif d'aménagement de la fin de carrière professionnelle mis en place par la Convention collective de travail du 23 avril 2009 au sein de la sous-commission paritaire 319.02.
1° le décret : le décret de la Commission communautaire française du 17 janvier 2014 relatif à l'inclusion de la personne handicapée;
2° le SPFB : les services du Collège de la Commission communautaire française (Service public francophone bruxellois);
3° le Membre du Collège : le Membre du Collège de la Commission communautaire française chargé de la Politique d'aide aux personnes handicapées;
4° la personne sourde ou malentendante : la personne sourde ou malentendante qui répond à la définition reprise à l'article 2, 2° du décret;
5° le service : le service d'appui à la communication et à l'interprétation pour les personnes sourdes défini à l'article 27 du décret;
6° le demandeur : la personne sourde ou malentendante ou la personne morale qui introduit une demande de prestation;
7° [1 ° l'interprète : le professionnel en langue des signes de Belgique francophone (LSFB) ]1;
8° [1 le translittérateur : le professionnel qui transmet l'information à une personne sourde ou malentendante par l'intermédiaire de moyens visuels de communication, tels que la Langue française Parlée Complétée (LfPC), la reformulation orale ou toute autre technique ayant le même objectif ]1;
9° le vélotypiste : le professionnel qui transmet l'information à une personne sourde ou malentendante par le recours à une technique télévisuelle de sous-titrage en temps réel;
10° le prestataire : l'interprète, le translittérateur ou le vélotypiste, soit sous contrat de travail avec le service, soit sous statut d'indépendant, que le service reconnaît, en fonction de sa formation et/ou de ses capacités à répondre aux besoins des demandeurs;
11° la prestation : le travail de communication ou d'interprétation réalisé par un prestataire en présence d'une personne sourde ou malentendante ou dans le cadre des activités du relais signes;
12° le relais signes : le service d'interprétation à distance en langue des signes belge francophone qui est mis en place par le service visé sous 8°, éventuellement avec un autre service actif en Communauté française, exerçant ses prestations prioritairement sur le territoire de la Région wallonne et subventionné à cette fin par les pouvoirs publics compétents;
13° l'asbl : l'association définie à l'article 2, 13° du décret, qui organise un service d'appui à la communication et à l'interprétation pour les personnes sourdes;
14° l'arrêté NM : l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 18 octobre 2001 relatif à l'application du décret de la Commission communautaire française du 12 juillet 2001 modifiant diverses législations relatives aux subventions accordées dans le secteur de la politique de la santé et de l'aide aux personnes, de la santé, des personnes handicapées et de l'insertion professionnelle;
15° le Plan Tandem : le dispositif d'aménagement de la fin de carrière professionnelle mis en place par la Convention collective de travail du 23 avril 2009 au sein de la sous-commission paritaire 319.02.
Modifications
HOOFDSTUK 2. - Opdrachten
CHAPITRE 2. - Missions
Art.3. De verwerkingsopdracht van de aanvragen betreffende de communicatie- en vertolkingsprestaties beoogd in artikel 27, 1° van het decreet wordt door de dienst door middel van de volgende acties uitgevoerd :
1° de inschrijving van de dove of slechthorende bij de dienst alvorens hij een prestatieaanvraag indient;
2° het beheer van prestatieaanvragen die van de aanvragers afkomstig zijn;
3° de informatie voor de aanvragers over de toegangsmodaliteiten tot de prestaties van de dienst.
1° de inschrijving van de dove of slechthorende bij de dienst alvorens hij een prestatieaanvraag indient;
2° het beheer van prestatieaanvragen die van de aanvragers afkomstig zijn;
3° de informatie voor de aanvragers over de toegangsmodaliteiten tot de prestaties van de dienst.
Art.3. La mission de traitement des demandes en matière de prestations de communication et d'interprétation visée à l'article 27, 1° du décret est mise en oeuvre par le service au travers des actions suivantes :
1° l'inscription de la personne sourde ou malentendante auprès du service, avant qu'elle n'introduise une demande de prestation;
2° la gestion des demandes de prestations émanant des demandeurs;
3° l'information aux demandeurs sur les modalités d'accès aux prestations du service.
1° l'inscription de la personne sourde ou malentendante auprès du service, avant qu'elle n'introduise une demande de prestation;
2° la gestion des demandes de prestations émanant des demandeurs;
3° l'information aux demandeurs sur les modalités d'accès aux prestations du service.
Art.4. De opdracht van terbeschikkingstelling van de aanvragers van communicatie- en vertolkingsmiddelen bedoeld in artikel 27, 2° van het decreet wordt door de dienst door middel van de volgende acties uitgevoerd :
1° [1 het opstellen en beheren van een lijst met dienstverleners in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, alsook met vakspecialisten van verenigingen die beroepstolken en -vertalers in LFSB vertegenwoordigen]1;
2° het beheer van de afspraken volgens de ontvangen aanvragen;
3° de organisatie van de prestaties;
4° de deelname aan Relais Signes;
5° [1 de opleiding en erkenning van dienstverleners in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, alsook met vakspecialisten van verenigingen die beroepstolken en -vertalers in LFSB vertegenwoordigen]1.
1° [1 het opstellen en beheren van een lijst met dienstverleners in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, alsook met vakspecialisten van verenigingen die beroepstolken en -vertalers in LFSB vertegenwoordigen]1;
2° het beheer van de afspraken volgens de ontvangen aanvragen;
3° de organisatie van de prestaties;
4° de deelname aan Relais Signes;
5° [1 de opleiding en erkenning van dienstverleners in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, alsook met vakspecialisten van verenigingen die beroepstolken en -vertalers in LFSB vertegenwoordigen]1.
Modifications
Art.4. La mission de mise à disposition des demandeurs de moyens de communication et d'interprétation visée à l'article 27, 2° du décret est mise en oeuvre par le service au travers des actions suivantes :
1° [1 l'établissement et la gestion d'une liste de prestataires en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes, ainsi que des professionnels d'association représentant les interprètes et traducteurs professionnels en LFSB]1;
2° la gestion des rendez-vous selon les demandes reçues;
3° l'organisation des prestations;
4° la participation au relais signes;
5° [1 la formation des prestataires et leur reconnaissance, en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes, ainsi que des professionnels d'association représentant les interprètes et traducteurs professionnels en LFSB]1.
1° [1 l'établissement et la gestion d'une liste de prestataires en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes, ainsi que des professionnels d'association représentant les interprètes et traducteurs professionnels en LFSB]1;
2° la gestion des rendez-vous selon les demandes reçues;
3° l'organisation des prestations;
4° la participation au relais signes;
5° [1 la formation des prestataires et leur reconnaissance, en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes, ainsi que des professionnels d'association représentant les interprètes et traducteurs professionnels en LFSB]1.
Modifications
HOOFDSTUK 3. - Erkenningsnormen
CHAPITRE 3. - Normes d'agrément
Afdeling 1. - Kwaliteitsnormen
Section 1re. - Normes de qualiteé
Art.5. De dienst onderwerpt zich aan de evaluaties, bezoeken en controles die door de overheden georganiseerd worden en verstrekt hen ieder document dat bij de uitoefening van hun opdrachten vereist is.
Art.5. Le service se soumet aux évaluations, visites et contrôles organisés par les pouvoirs publics et leur fournit tout document requis dans l'exercice de leurs missions.
Art.6. In naleving van de bepalingen die in artikel 74 van het decreet bepaald zijn, vermeldt ieder document dat van de dienst afkomstig is, de naam van de dienst, de naam van de vzw indien die verschillend is, het ondernemingsnummer, het adres van de activiteitenzetel, het adres van de maatschappelijke zetel indien die verschillend is, de verleende erkenning en de datum van zijn opstelling.
Art.6. Dans le respect des dispositions visées à l'article 74 du décret, tout document émanant du service indique le nom du service, le nom de l'asbl s'il est différent, le numéro d'entreprise, l'adresse du siège d'activité, l'adresse du siège social si elle est différente, l'agrément accordé et la date de sa rédaction.
Art.7. De dienst verschaft aan de doven of slechthorenden toegang tot de documenten die voor hen bestemd zijn.
Art.7. Le service rend accessible aux personnes sourdes ou malentendantes les documents qui leur sont destinés.
Art.8. De dienst werkt mee aan de externe wetenschappelijke evaluatie betreffende de uitvoering van de beginselen bedoeld in artikel 103 van het decreet.
Art.8. Le service collabore à l'évaluation scientifique externe de la mise en oeuvre des principes du décret visée à l'article 103 du décret.
Art.9. Naast de wettelijk verplichte verzekeringen sluit de vzw voor de dienst de volgende verzekeringen af :
1° voor burgerlijke aansprakelijkheid voor alle prestaties die onder haar verantwoordelijkheid verricht worden, met inbegrip van de externe samenkomsten, voor de bestuurders van de vzw en voor de vrijwilligers die ze tewerkstelt;
2° aansprakelijkheid voor de bestuurders van de vzw;
3° brand en diefstal voor het gebouw en het meubilair.
1° voor burgerlijke aansprakelijkheid voor alle prestaties die onder haar verantwoordelijkheid verricht worden, met inbegrip van de externe samenkomsten, voor de bestuurders van de vzw en voor de vrijwilligers die ze tewerkstelt;
2° aansprakelijkheid voor de bestuurders van de vzw;
3° brand en diefstal voor het gebouw en het meubilair.
Art.9. Outre les assurances légalement obligatoires, l'asbl souscrit pour le service les assurances suivantes :
1° en responsabilité civile pour toutes les prestations posées sous sa responsabilité, y compris les manifestations extérieures, pour les administrateurs de l'asbl et pour les volontaires qu'elle occuperait;
2° en responsabilité pour les administrateurs de l'asbl;
3° en incendie et vol pour le bâtiment et le mobilier.
1° en responsabilité civile pour toutes les prestations posées sous sa responsabilité, y compris les manifestations extérieures, pour les administrateurs de l'asbl et pour les volontaires qu'elle occuperait;
2° en responsabilité pour les administrateurs de l'asbl;
3° en incendie et vol pour le bâtiment et le mobilier.
Afdeling 2. - Normen in verband met de infrastructuur
Section 2. - Normes relatives à l'infrastructure
Art.10. De dienst vestigt zijn activiteitenzetel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art.10. Le service établit son siège d'activités sur le territoire de la Région de Bruxelles-Capitale.
Art.11. De dienst beschikt over lokalen waar :
1° op de plaats van zijn activiteitenzetel de opdrachten die in de artikelen 3 en 4 omschreven zijn, tot stand gebracht kunnen worden;
2° een individueel gesprek met een dove of slechthorende verzorgd kan worden dat de naleving van de vertrouwelijkheid mogelijk maakt.
1° op de plaats van zijn activiteitenzetel de opdrachten die in de artikelen 3 en 4 omschreven zijn, tot stand gebracht kunnen worden;
2° een individueel gesprek met een dove of slechthorende verzorgd kan worden dat de naleving van de vertrouwelijkheid mogelijk maakt.
Art.11. Le service dispose de locaux qui permettent :
1° de réaliser sur le lieu de son siège d'activités les missions définies aux articles 3 et 4;
2° d'assurer un entretien individuel avec une personne sourde ou malentendante permettant le respect de la confidentialité.
1° de réaliser sur le lieu de son siège d'activités les missions définies aux articles 3 et 4;
2° d'assurer un entretien individuel avec une personne sourde ou malentendante permettant le respect de la confidentialité.
Art.12. De dienst verzorgt de toegankelijkheid van zijn lokalen door rekening te houden met de specifieke kenmerken van de doelgroep die hij ontvangt.
Art.12. Le service assure l'accessibilité de ses locaux en tenant compte des spécificités du public accueilli.
Afdeling 3. - Normen in verband met de organisatie
Section 3. - Normes relatives à l'organisation
Art.13. De dienst stelt een dienstplan op. Dit plan verduidelijkt ten minste :
1° de waarden waarop de dienstverleningsopdrachten gebaseerd zijn;
2° de opdrachten en het doelpubliek van de dienst;
3° het dienstenaanbod;
4° de beschrijving van de dienst en diens werkingsregels;
5° de werkorganisatiemethodes om zijn prestaties op optimale wijze te verrichten;
6° de modaliteiten voor participatie van doven of slechthorenden, bedoeld in artikel 71, 3° van het decreet;
7° de modaliteiten voor participatie aan gemeenschapsacties, bedoeld in artikel 71, 4° van het decreet;
8° de modaliteiten voor de verwezenlijking van een netwerk, bedoeld in artikel 71, 5° van het decreet;
Dit document wordt opgesteld en regelmatig herzien in overleg met de personeelsleden.
1° de waarden waarop de dienstverleningsopdrachten gebaseerd zijn;
2° de opdrachten en het doelpubliek van de dienst;
3° het dienstenaanbod;
4° de beschrijving van de dienst en diens werkingsregels;
5° de werkorganisatiemethodes om zijn prestaties op optimale wijze te verrichten;
6° de modaliteiten voor participatie van doven of slechthorenden, bedoeld in artikel 71, 3° van het decreet;
7° de modaliteiten voor participatie aan gemeenschapsacties, bedoeld in artikel 71, 4° van het decreet;
8° de modaliteiten voor de verwezenlijking van een netwerk, bedoeld in artikel 71, 5° van het decreet;
Dit document wordt opgesteld en regelmatig herzien in overleg met de personeelsleden.
Art.13. Le service rédige un projet de service. Il précise au minimum :
1° les valeurs sur lesquelles repose les missions du service;
2° ses missions et son public cible;
3° son offre de services;
4° la description du service et ses règles de fonctionnement;
5° les méthodes d'organisation du travail pour réaliser de manière optimale ses prestations;
6° les modalités de participation des personnes sourdes ou malentendantes, visées à l'article 71, 3° du décret;
7° les modalités de participation à des actions communautaires, visées à l'article 71, 4° du décret;
8° les modalités de mise en oeuvre d'une démarche de réseau, visées à l'article 71, 5° du décret.
Ce document est établi et revu régulièrement en concertation avec les membres du personnel.
1° les valeurs sur lesquelles repose les missions du service;
2° ses missions et son public cible;
3° son offre de services;
4° la description du service et ses règles de fonctionnement;
5° les méthodes d'organisation du travail pour réaliser de manière optimale ses prestations;
6° les modalités de participation des personnes sourdes ou malentendantes, visées à l'article 71, 3° du décret;
7° les modalités de participation à des actions communautaires, visées à l'article 71, 4° du décret;
8° les modalités de mise en oeuvre d'une démarche de réseau, visées à l'article 71, 5° du décret.
Ce document est établi et revu régulièrement en concertation avec les membres du personnel.
Art.14. De dienst beschikt over :
1° voldoende tijdvensters om prestaties te kunnen aanbieden die aan de verwachtingen van de aanvragers beantwoorden;
2° een elektronisch adres, een antwoordapparaat, een mobiele telefoon en elk aangepast communicatiemiddel dat de personen toelaat een boodschap achter te laten buiten de openingsuren van de dienst.
3° een website die regelmatig wordt geüpdatet, die de activiteiten voorstelt die door dienst worden ontwikkeld en die toegankelijk is voor de doelgroep.
1° voldoende tijdvensters om prestaties te kunnen aanbieden die aan de verwachtingen van de aanvragers beantwoorden;
2° een elektronisch adres, een antwoordapparaat, een mobiele telefoon en elk aangepast communicatiemiddel dat de personen toelaat een boodschap achter te laten buiten de openingsuren van de dienst.
3° een website die regelmatig wordt geüpdatet, die de activiteiten voorstelt die door dienst worden ontwikkeld en die toegankelijk is voor de doelgroep.
Art.14. Le service dispose :
1° de plages horaires suffisantes pour offrir des prestations répondant aux attentes des demandeurs;
2° d'une adresse électronique, d'un répondeur téléphonique, d'un téléphone mobile et de tout moyen de communication adapté pour permettre aux personnes de laisser un message en dehors des heures d'ouverture du service.
3° d'un site internet régulièrement mis à jour qui présente les activités développées par le service et qui est rendu accessible au public-cible.
1° de plages horaires suffisantes pour offrir des prestations répondant aux attentes des demandeurs;
2° d'une adresse électronique, d'un répondeur téléphonique, d'un téléphone mobile et de tout moyen de communication adapté pour permettre aux personnes de laisser un message en dehors des heures d'ouverture du service.
3° d'un site internet régulièrement mis à jour qui présente les activités développées par le service et qui est rendu accessible au public-cible.
Afdeling 4. - Normen in verband met het personeel
Section 4. - Normes relatives au personnel
Art.15. De personeelsleden van de dienst stemmen overeen met de functies en beantwoorden aan de diplomavereisten die worden bepaald door bijlage III van het NM-besluit.
Het team telt minstens een voltijdse equivalent waarvan de functie die van tolk, transliterator en/of velotypist is.
Het team telt minstens een voltijdse equivalent waarvan de functie die van tolk, transliterator en/of velotypist is.
Art.15. Les membres du personnel du service correspondent aux fonctions et répondent aux conditions de diplôme qui sont déterminées par l'annexe III de l'arrêté NM.
L'équipe compte au moins un équivalent temps plein dont la fonction est interprète, translittérateur et/ou vélotypiste.
L'équipe compte au moins un équivalent temps plein dont la fonction est interprète, translittérateur et/ou vélotypiste.
Art.16. Iedere bezoldigde functie in de dienst is onverenigbaar met een bestuurdersmandaat binnen de vzw.
Art.16. Toute fonction rémunérée dans le service est incompatible avec un mandat d'administrateur au sein de l'asbl.
Art.17. Bij de eerste indienstneming van een personeelslid beschikt de dienst over een uittreksel uit het strafregister, waarvan de afgiftedatum niet meer dan drie maanden aan de indiensttredingsdatum mag voorafgaan. De dienst evalueert of het personeelslid de functie waarvoor hij zich kandidaat stelt, mag uitoefenen en neemt daarbij het specifieke karakter van het publiek met wie de prestaties uitgevoerd worden in aanmerking.
Art.17. Lors du premier engagement d'un membre du personnel, le service dispose d'un extrait de casier judiciaire dont la date de délivrance ne peut être antérieure de plus de trois mois à la date de prise de fonction. Le service évalue si le membre du personnel peut exercer la fonction à laquelle il est candidat, en prenant en considération la spécificité du public auprès duquel s'exercent les prestations.
Art.18. De dienst houdt een individueel dossier bij dat voor elk personeelslid toegankelijk is.
Dit dossier bevat ten minste :
1° de arbeidsovereenkomst die de dienst en de werknemer aan elkaar verbindt, met inbegrip van de latere wijzigingen hiervan;
2° een kopie van de titels en diploma's die nuttig zijn voor de functie;
3° de attesten die anciënniteit aantonen;
4° het uittreksel uit het strafregister bedoeld in artikel 17;
5° de opleidingen die door de werknemer zijn gevolgd sinds zijn aanwerving;
6° elk document in verband met de eventuele subsidiëring van de werknemer door een andere overheid.
Dit dossier bevat ten minste :
1° de arbeidsovereenkomst die de dienst en de werknemer aan elkaar verbindt, met inbegrip van de latere wijzigingen hiervan;
2° een kopie van de titels en diploma's die nuttig zijn voor de functie;
3° de attesten die anciënniteit aantonen;
4° het uittreksel uit het strafregister bedoeld in artikel 17;
5° de opleidingen die door de werknemer zijn gevolgd sinds zijn aanwerving;
6° elk document in verband met de eventuele subsidiëring van de werknemer door een andere overheid.
Art.18. Le service tient un dossier individuel accessible à chaque membre du personnel.
Il comprend au minimum :
1° le contrat de travail qui lie le service et le travailleur, et ses modifications ultérieures;
2° une copie des titres et diplômes utiles à la fonction;
3° les attestations prouvant l'ancienneté;
4° l'extrait de casier judiciaire visé à l'article 17;
5° les formations suivies par le travailleur depuis son engagement;
6° tout document relatif au subventionnement éventuel du travailleur par un autre pouvoir public.
Il comprend au minimum :
1° le contrat de travail qui lie le service et le travailleur, et ses modifications ultérieures;
2° une copie des titres et diplômes utiles à la fonction;
3° les attestations prouvant l'ancienneté;
4° l'extrait de casier judiciaire visé à l'article 17;
5° les formations suivies par le travailleur depuis son engagement;
6° tout document relatif au subventionnement éventuel du travailleur par un autre pouvoir public.
Art.19. De vrijwilligers voeren hun activiteiten uit ter ondersteuning van het personeel van de dienst.
Een vrijwilligersovereenkomst regelt hun verhoudingen met de dienst conform de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers.
De dienst bewaart een afschrift van de individuele overeenkomsten.
Een vrijwilligersovereenkomst regelt hun verhoudingen met de dienst conform de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers.
De dienst bewaart een afschrift van de individuele overeenkomsten.
Art.19. Les volontaires effectuent leurs prestations en appui du personnel du service.
Une convention de volontariat règle leurs relations avec le service dans le respect de la loi du 3 juillet 2005 relative aux droits des volontaires.
Le service conserve une copie de ces conventions individuelles.
Une convention de volontariat règle leurs relations avec le service dans le respect de la loi du 3 juillet 2005 relative aux droits des volontaires.
Le service conserve une copie de ces conventions individuelles.
Art.20. De dienst staat in voor de voortgezette opleiding van de personeelsleden en de vrijwilligers in verband met de uitoefening van de opdrachten bepaald in hoofdstuk II.
Art.20. Le service assure la formation continuée des membres du personnel et des volontaires en lien avec l'exercice des missions définies au chapitre II.
Art.21. [1 De dienst stelt een lijst met erkende dienstverleners op in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, alsook met vakspecialisten van verenigingen die beroepstolken en -vertalers in LFSB vertegenwoordigen; Ze geeft een nominatief overzicht van de dienstverleners met een onderscheid tussen de middelen voor communicatie en vertolking waarvoor ze erkend zijn.
De dienst kan een beroep doen op onafhankelijke dienstverleners die als tolk, transliterator of velotypist werkzaam zijn, op voorwaarde dat zij duidelijk zijn geïdentificeerd en vermeld staan op de lijst met dienstverleners.
Wie op de lijst vermeld staat, kan deel uitmaken van een tolkengroepering in een vennootschap of coöperatie met de NACE-code BEL 743 vermeld in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en bepaalde verordeningen (EG). De dienst kan dan gefactureerd worden door deze onderneming of coöperatie ]1.
De dienst kan een beroep doen op onafhankelijke dienstverleners die als tolk, transliterator of velotypist werkzaam zijn, op voorwaarde dat zij duidelijk zijn geïdentificeerd en vermeld staan op de lijst met dienstverleners.
Wie op de lijst vermeld staat, kan deel uitmaken van een tolkengroepering in een vennootschap of coöperatie met de NACE-code BEL 743 vermeld in Verordening (EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van de statistische classificatie van economische activiteiten NACE Rev. 2 en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad en bepaalde verordeningen (EG). De dienst kan dan gefactureerd worden door deze onderneming of coöperatie ]1.
Modifications
Art.21. [1 Une liste des prestataires reconnus est établie par le service, en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes, ainsi que des professionnels d'association représentant les interprètes et traducteurs professionnels en LFSB. Elle reprend nominativement les prestataires en les distinguant selon les moyens de communication et d'interprétation pour lesquels ils sont reconnus.
Le service peut faire appel à des prestataires indépendants qui exercent une activité d'interprète, de translittérateur ou de vélotypiste, pour autant qu'ils soient clairement identifiés et repris sur la liste des prestataires.
Un membre de cette liste peut faire partie d'un regroupement d'interprètes en société ou coopérative portant le code NACE BEL 743 repris dans le règlement (CE) n° 1893/2006 du Parlement européen et du Conseil du 20 décembre 2006 établissant la nomenclature statistique des activités économiques NACE Rév. 2 et modifiant le règlement (CEE) n° 3037/90 du Conseil ainsi que certains règlements (CE). La prestation peut alors être facturée par cette société ou coopérative ]1.
Le service peut faire appel à des prestataires indépendants qui exercent une activité d'interprète, de translittérateur ou de vélotypiste, pour autant qu'ils soient clairement identifiés et repris sur la liste des prestataires.
Un membre de cette liste peut faire partie d'un regroupement d'interprètes en société ou coopérative portant le code NACE BEL 743 repris dans le règlement (CE) n° 1893/2006 du Parlement européen et du Conseil du 20 décembre 2006 établissant la nomenclature statistique des activités économiques NACE Rév. 2 et modifiant le règlement (CEE) n° 3037/90 du Conseil ainsi que certains règlements (CE). La prestation peut alors être facturée par cette société ou coopérative ]1.
Modifications
Art.22. Behalve de dienstverleners die via overeenkomst door de dienst zijn aangeworven, zijn de criteria en modaliteiten voor erkenning van de dienstverleners in bijlage 1 vastgelegd.
Art.22. Hormis les prestataires engagés sous contrat par le service, les critères et les modalités de reconnaissance des prestataires sont fixés à l'annexe 1.
Art.23. Vooraleer er prestaties plaatsgrijpen, ondertekenen de erkende dienstverleners een document voor akkoord dat door de dienst opgesteld is en dat hun relaties met doven of slechthorenden, vooral op deontologisch en financieel gebied, omkadert. Het model van dit document wordt voor voorafgaand akkoord aan de Dienst PHARE voorgelegd.
Art.23. Avant toutes prestations, les prestataires reconnus signent pour accord un document rédigé par le service et encadrant leurs relations avec les personnes sourdes ou malentendantes, notamment sur les plans déontologique et financier. Le modèle de ce document est soumis à l'accord préalable du Service PHARE.
Afdeling 5. - Normen in verband met doven of slechthorenden
Section 5. - Normes relatives aux personnes sourdes ou malentendantes
Art.24. [1 In toepassing van artikel 20 van het decreet kan de persoon met een handicap die geen aanvraag heeft ingediend om toegang te krijgen tot de tegemoetkomingen uit het decreet, een beroep doen op de tegemoetkomingen en activiteiten van de dienst. Hij wordt in aanmerking genomen in de aantallen die vermeld zijn in artikel 26.]1
Modifications
Art.24. [1 En application de l'article 20 du décret, la personne handicapée qui n'a pas introduit de demande d'admission au bénéfice des interventions du décret peut bénéficier des interventions et activités du service. Elle est prise en considération dans les nombres mentionnés à l'article 26.]1
Modifications
Art.26. De dienst verzorgt prestaties die in de artikelen 3 en 4 omschreven zijn voor minstens 200 doven of slechthorenden per jaar.
Art.26. Le service assure des prestations décrites aux articles 3 et 4 en faveur d'au moins 200 personnes sourdes ou malentendantes par an.
Art.27. [1 De dienst voert minstens 1800 uur prestaties per jaar uit.
Een prestatie wordt door een lid van de lijst met dienstverleners omschreven in artikel 21 uitgevoerd. De duur ervan bedraagt minstens 2 minuten. Ze heeft betrekking op een of meerdere doven of slechthorenden.
De eventuele verplaatsingstijd is in de duur van de prestatie inbegrepen, ook wanneer de dove of slechthorende persoon of de derde begunstigde van de prestatie afwezig is.
Indien de ondersteuning de aanwezigheid van meerdere dienstverleners rechtvaardigt, wordt deze maximaal twee keer verrekend.
Afgezegde prestaties mogen worden meegerekend als diensturen, op voorwaarde dat het maximum van 50 afzeggingen per jaar niet wordt overschreden.
Een prestatie die op afstand via een videoconferentiesysteem wordt verleend aan een dove of slechthorende persoon die bij de dienst bekend is, mag worden meegerekend als deel van de diensturen.
Een prestatie die wordt verstrekt op verzoek van een rechtspersoon waaraan de dienst wordt gefactureerd, mag worden meegerekend als diensturen op voorwaarde dat de prestatie wordt verstrekt aan een begunstigde die bij de dienst bekend en ingeschreven is.
De prestatie kan niet in aanmerking genomen worden als een ondersteuning die in het kader van de opdrachten van een in het kader van het decreet erkende begeleidingsdienst georganiseerd wordt.
Prestaties kunnen buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest plaatsvinden ]1.
Een prestatie wordt door een lid van de lijst met dienstverleners omschreven in artikel 21 uitgevoerd. De duur ervan bedraagt minstens 2 minuten. Ze heeft betrekking op een of meerdere doven of slechthorenden.
De eventuele verplaatsingstijd is in de duur van de prestatie inbegrepen, ook wanneer de dove of slechthorende persoon of de derde begunstigde van de prestatie afwezig is.
Indien de ondersteuning de aanwezigheid van meerdere dienstverleners rechtvaardigt, wordt deze maximaal twee keer verrekend.
Afgezegde prestaties mogen worden meegerekend als diensturen, op voorwaarde dat het maximum van 50 afzeggingen per jaar niet wordt overschreden.
Een prestatie die op afstand via een videoconferentiesysteem wordt verleend aan een dove of slechthorende persoon die bij de dienst bekend is, mag worden meegerekend als deel van de diensturen.
Een prestatie die wordt verstrekt op verzoek van een rechtspersoon waaraan de dienst wordt gefactureerd, mag worden meegerekend als diensturen op voorwaarde dat de prestatie wordt verstrekt aan een begunstigde die bij de dienst bekend en ingeschreven is.
De prestatie kan niet in aanmerking genomen worden als een ondersteuning die in het kader van de opdrachten van een in het kader van het decreet erkende begeleidingsdienst georganiseerd wordt.
Prestaties kunnen buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest plaatsvinden ]1.
Modifications
Art.27. [1 Le service réalise au moins 1800 heures de prestations par an.
Une prestation est accomplie par un membre de la liste des prestataires définie à l'article 21. Sa durée est d'au moins 2 minutes. Elle concerne une ou plusieurs personnes sourdes ou malentendantes.
Le temps de déplacement éventuel est inclus dans la durée de la prestation, y compris si la personne sourde ou malentendante ou le tiers bénéficiaire de la prestation est absent.
Si la prestation justifie la présence de plusieurs prestataires, elle est comptabilisée deux fois maximum.
Les prestations annulées peuvent être comptabilisées dans les heures de prestations, pour autant qu'elles ne dépassent pas un maximum de 50 annulations par an.
Une prestation réalisée à distance via un système de visioconférence en faveur d'une personne sourde ou malentendante, identifiée par le service, peut être comptabilisée dans les heures de prestations.
La prestation effectuée à la demande d'une personne morale, et à qui elle est facturée, peut être comptabilisée dans les heures de prestations, à la condition qu'elle soit réalisée pour un bénéficiaire identifié et inscrit auprès du service.
La prestation ne peut être considérée comme une intervention organisée dans le cadre des missions d'un service d'accompagnement agréé dans le cadre du décret.
Des prestations peuvent se dérouler en dehors de la Région de Bruxelles-Capitale ]1.
Une prestation est accomplie par un membre de la liste des prestataires définie à l'article 21. Sa durée est d'au moins 2 minutes. Elle concerne une ou plusieurs personnes sourdes ou malentendantes.
Le temps de déplacement éventuel est inclus dans la durée de la prestation, y compris si la personne sourde ou malentendante ou le tiers bénéficiaire de la prestation est absent.
Si la prestation justifie la présence de plusieurs prestataires, elle est comptabilisée deux fois maximum.
Les prestations annulées peuvent être comptabilisées dans les heures de prestations, pour autant qu'elles ne dépassent pas un maximum de 50 annulations par an.
Une prestation réalisée à distance via un système de visioconférence en faveur d'une personne sourde ou malentendante, identifiée par le service, peut être comptabilisée dans les heures de prestations.
La prestation effectuée à la demande d'une personne morale, et à qui elle est facturée, peut être comptabilisée dans les heures de prestations, à la condition qu'elle soit réalisée pour un bénéficiaire identifié et inscrit auprès du service.
La prestation ne peut être considérée comme une intervention organisée dans le cadre des missions d'un service d'accompagnement agréé dans le cadre du décret.
Des prestations peuvent se dérouler en dehors de la Région de Bruxelles-Capitale ]1.
Modifications
Afdeling 6. - Normen in verband met de verhoudingen tussen de dienst en de aanvrager
Section 6. - Normes relatives aux relations entre le service et le demandeur
Art.28. Vooraleer er een prestatie plaatsgrijpt, worden het dienstproject en het huishoudelijk reglement van de dienst, zoals bepaald in de artikelen 13 en 29, toegelicht en tegen ontvangstbevestiging aan de aanvragers afgegeven.
Art.28. Avant toute prestation, le projet de service et le règlement d'ordre intérieur du service tels que définis aux articles 13 et 29 sont expliqués et remis contre accusé de réception aux demandeurs.
Art.29. De dienst stelt een huishoudelijk reglement op. Dit reglement vermeldt ten minste :
1° de rechten en plichten van de dienst ten opzichte van de aanvrager;
2° de rechten en plichten van de aanvrager;
3° de toegangsmodaliteiten tot de prestaties van de dienst;
4° de modaliteiten voor storting van de financiële bijdrage bedoeld in artikel 32;
5° de modaliteiten voor het indienen van de informatieaanvragen en klachten en hun behandelingsmethode;
6° de maatregelen die worden uitgevoerd wanneer een aanvrager de werkingsregels overtreedt of wanneer het materiaal met opzet beschadigd wordt;
7° de namen van de persoon die instaat voor het dagelijkse beheer van de dienst en van de voorzitter van de raad van bestuur;
8° de bepalingen die ingeschreven zijn in artikels 31 en 32;
9° de bepalingen in toepassing van artikel 33;
10° de vermelding van de risico's die gedekt worden door de verzekeringen die de vzw afgesloten heeft;
11° de gegevens van de Dienst PHARE en de inspectiedienst van de SPFB.
Dit document wordt opgesteld en regelmatig herzien in overleg met de personeelsleden met participatie van de doven en slechthorenden.
1° de rechten en plichten van de dienst ten opzichte van de aanvrager;
2° de rechten en plichten van de aanvrager;
3° de toegangsmodaliteiten tot de prestaties van de dienst;
4° de modaliteiten voor storting van de financiële bijdrage bedoeld in artikel 32;
5° de modaliteiten voor het indienen van de informatieaanvragen en klachten en hun behandelingsmethode;
6° de maatregelen die worden uitgevoerd wanneer een aanvrager de werkingsregels overtreedt of wanneer het materiaal met opzet beschadigd wordt;
7° de namen van de persoon die instaat voor het dagelijkse beheer van de dienst en van de voorzitter van de raad van bestuur;
8° de bepalingen die ingeschreven zijn in artikels 31 en 32;
9° de bepalingen in toepassing van artikel 33;
10° de vermelding van de risico's die gedekt worden door de verzekeringen die de vzw afgesloten heeft;
11° de gegevens van de Dienst PHARE en de inspectiedienst van de SPFB.
Dit document wordt opgesteld en regelmatig herzien in overleg met de personeelsleden met participatie van de doven en slechthorenden.
Art.29. Le service rédige un règlement d'ordre intérieur. Il indique au minimum :
1° les devoirs et droits du service à l'égard du demandeur;
2° les droits et devoirs du demandeur;
3° les modalités d'accès aux prestations du service;
4° les modalités de versement de la contribution financière visée à l'article 32;
5° les modalités d'introduction des demandes d'informations et des réclamations et leur mode de traitement;
6° les mesures mises en oeuvre lorsqu'un demandeur contrevient aux règles de fonctionnement ou en cas de détérioration volontaire du matériel;
7° les noms de la personne chargée de la gestion journalière du service et du président du conseil d'administration;
8° les dispositions inscrites aux articles 31 et 32;
9° les dispositions prises en application de l'article 33;
10° la mention des risques couverts par les assurances souscrites par l'asbl;
11° les coordonnées du Service PHARE et du service d'inspection du SPFB.
Ce document est établi et revu régulièrement en concertation avec les membres du personnel et en incluant la participation des personnes sourdes ou malentendantes.
1° les devoirs et droits du service à l'égard du demandeur;
2° les droits et devoirs du demandeur;
3° les modalités d'accès aux prestations du service;
4° les modalités de versement de la contribution financière visée à l'article 32;
5° les modalités d'introduction des demandes d'informations et des réclamations et leur mode de traitement;
6° les mesures mises en oeuvre lorsqu'un demandeur contrevient aux règles de fonctionnement ou en cas de détérioration volontaire du matériel;
7° les noms de la personne chargée de la gestion journalière du service et du président du conseil d'administration;
8° les dispositions inscrites aux articles 31 et 32;
9° les dispositions prises en application de l'article 33;
10° la mention des risques couverts par les assurances souscrites par l'asbl;
11° les coordonnées du Service PHARE et du service d'inspection du SPFB.
Ce document est établi et revu régulièrement en concertation avec les membres du personnel et en incluant la participation des personnes sourdes ou malentendantes.
Art.30. In het kader van de opdrachten die in de artikelen 3 en 4 omschreven zijn, wordt er op naam van de dove of slechthorende voor wie prestaties verricht worden een gecentraliseerd individueel dossier geopend.
Dit dossier bevat ten minste :
1° de inschrijving van de dove of slechthorende;
2° de ontvangstverklaring van het dienstproject en het huishoudelijk reglement door de dove of slechthorende, voorafgaand aan iedere prestatie;
3° de individuele gegevens die voor de uitvoering van de prestaties noodzakelijk zijn;
4° de uitgevoerde prestaties, zoals beschreven in artikel 27, met vermelding van de datum en de duur ervan.
Dit dossier bevat ten minste :
1° de inschrijving van de dove of slechthorende;
2° de ontvangstverklaring van het dienstproject en het huishoudelijk reglement door de dove of slechthorende, voorafgaand aan iedere prestatie;
3° de individuele gegevens die voor de uitvoering van de prestaties noodzakelijk zijn;
4° de uitgevoerde prestaties, zoals beschreven in artikel 27, met vermelding van de datum en de duur ervan.
Art.30. Dans le cadre des missions décrites aux articles 3 et 4, un dossier individuel centralisé est ouvert au nom de la personne sourde ou malentendante pour laquelle des prestations sont accomplies.
Il comprend au minimum :
1° l'inscription de la personne sourde ou malentendante;
2° l'attestation de réception du projet de service et du règlement d'ordre intérieur par la personne sourde ou malentendante, préalablement à toute prestation;
3° les données individuelles nécessaires à l'accomplissement de prestations;
4° les prestations réalisées, telles que décrites à l'article 27, avec les indications de la date et du temps consacré.
Il comprend au minimum :
1° l'inscription de la personne sourde ou malentendante;
2° l'attestation de réception du projet de service et du règlement d'ordre intérieur par la personne sourde ou malentendante, préalablement à toute prestation;
3° les données individuelles nécessaires à l'accomplissement de prestations;
4° les prestations réalisées, telles que décrites à l'article 27, avec les indications de la date et du temps consacré.
Art.31. De dienst mag zijn ondersteuning niet van een andere tegenprestatie dan die bedoeld in artikel 32 afhankelijk maken.
Art.31. Le service ne peut conditionner ses interventions à une autre contrepartie que celles visées à l'article 32.
Art.32. § 1. De dove of slechthorende die één of meerdere prestaties in de loop van een kalenderkwartaal genoten heeft, stort een financiële bijdrage aan de dienst.
Deze bijdrage ligt tussen 1,00 € en 10,00 € in functie van de criteria die opgesteld zijn door de dienst, en houdt rekening met de bestaansmiddelen van de belanghebbende.
§ 2. Wanneer de aanvrager van een prestatie een rechtspersoon is, dan wordt de prijs van de prestatie vrij door de dienst vastgelegd.
Deze bijdrage ligt tussen 1,00 € en 10,00 € in functie van de criteria die opgesteld zijn door de dienst, en houdt rekening met de bestaansmiddelen van de belanghebbende.
§ 2. Wanneer de aanvrager van een prestatie een rechtspersoon is, dan wordt de prijs van de prestatie vrij door de dienst vastgelegd.
Art.32. § 1er. La personne sourde ou malentendante qui a bénéficié d'une ou plusieurs prestations au cours d'un trimestre civil verse une contribution financière au service.
Cette contribution est comprise entre 1,00 € et 10,00 € en fonction des critères établis par le service et tient compte des ressources de l'intéressé.
§ 2. Lorsque le demandeur d'une prestation est une personne morale, le prix de la prestation est fixé librement par le service.
Cette contribution est comprise entre 1,00 € et 10,00 € en fonction des critères établis par le service et tient compte des ressources de l'intéressé.
§ 2. Lorsque le demandeur d'une prestation est une personne morale, le prix de la prestation est fixé librement par le service.
Art.33. De in artikel 71, 3° van het decreet bedoelde participatie vertaalt zich in een jaarlijks raadgevend proces dat aangepast is aan de specifieke kenmerken van de doven of slechthorenden en door de dienst bepaald wordt.
Art.33. La participation visée à l'article 71, 3° du décret se traduit par un processus annuel consultatif adapté aux spécificités des personnes sourdes ou malentendantes et déterminé par le service.
Afdeling 7. - Normen in verband met de verhoudingen tussen de dienst en de dienst PHARE
Section 7. - Normes relatives aux relations entre le service et le service PHARE
Art.34. De dienst maakt tegen 30 juni van het boekjaar volgend op het betreffende boekjaar aan de dienst PHARE een activiteitenverslag over.
Dit activiteitenverslag omvat minimum :
1° globale informatie over het aantal doven of slechthorenden die in het kader van de opdrachten bedoeld in de artikelen 3 en 4 prestaties genoten, zoals de leeftijd, het geslacht, de handicap en de woonplaats;
2° het aantal en de totale duur van de prestaties die in artikel 27 omschreven zijn door een onderscheid te maken met de prestaties die op vraag van rechtspersonen uitgevoerd zijn;
3° de evaluatie van de uitvoering van het dienstproject bedoeld in artikel 13;
4° de opmerkelijke feiten van de activiteit van de dienst;
5° de modaliteiten voor de verwezenlijking van een netwerk in overeenstemming met de bepalingen van artikel 71, 5° van het decreet;
6° de middelen die ingezet worden om de participatie en de inclusie van doven en slechthorenden te bevorderen;
7° geglobaliseerde gegevens betreffende het tewerkgestelde personeel en de veranderingen die in de loop van het jaar opgetreden zijn;
8° de modaliteiten en de resultaten van de interne evaluatie bedoeld in artikel 102 van het decreet;
9° de perspectieven wat betreft de evolutie van de dienst op het vlak van activiteiten en organisatie.
Dit activiteitenverslag omvat minimum :
1° globale informatie over het aantal doven of slechthorenden die in het kader van de opdrachten bedoeld in de artikelen 3 en 4 prestaties genoten, zoals de leeftijd, het geslacht, de handicap en de woonplaats;
2° het aantal en de totale duur van de prestaties die in artikel 27 omschreven zijn door een onderscheid te maken met de prestaties die op vraag van rechtspersonen uitgevoerd zijn;
3° de evaluatie van de uitvoering van het dienstproject bedoeld in artikel 13;
4° de opmerkelijke feiten van de activiteit van de dienst;
5° de modaliteiten voor de verwezenlijking van een netwerk in overeenstemming met de bepalingen van artikel 71, 5° van het decreet;
6° de middelen die ingezet worden om de participatie en de inclusie van doven en slechthorenden te bevorderen;
7° geglobaliseerde gegevens betreffende het tewerkgestelde personeel en de veranderingen die in de loop van het jaar opgetreden zijn;
8° de modaliteiten en de resultaten van de interne evaluatie bedoeld in artikel 102 van het decreet;
9° de perspectieven wat betreft de evolutie van de dienst op het vlak van activiteiten en organisatie.
Art.34. Le service transmet au Service PHARE pour le 30 juin de l'exercice qui suit celui concerné un rapport d'activité.
Ce rapport d'activité contient au minimum :
1° des informations globalisées sur le nombre de personnes sourdes ou malentendantes bénéficiaires de prestations dans le cadre des missions visées aux articles 3 et 4, telles que l'âge, le sexe, le handicap et le domicile;
2° le nombre et la durée totale des prestations définies à l'article 27, en distinguant les prestations effectuées à la demande de personnes morales;
3° l'évaluation de la mise en oeuvre du projet de service visé à l'article 13;
4° les faits marquants de l'activité du service;
5° les modalités de mise en oeuvre du travail en réseau conformément aux dispositions de l'article 71, 5° du décret;
6° les moyens mis en oeuvre pour favoriser la participation et l'inclusion des personnes sourdes et malentendantes;
7° des données globalisées relatives au personnel occupé et les changements intervenus pendant l'année;
8° les modalités et les résultats de l'évaluation interne visée à l'article 102 du décret;
9° les perspectives d'évolution du service, en termes d'activités et d'organisation.
Ce rapport d'activité contient au minimum :
1° des informations globalisées sur le nombre de personnes sourdes ou malentendantes bénéficiaires de prestations dans le cadre des missions visées aux articles 3 et 4, telles que l'âge, le sexe, le handicap et le domicile;
2° le nombre et la durée totale des prestations définies à l'article 27, en distinguant les prestations effectuées à la demande de personnes morales;
3° l'évaluation de la mise en oeuvre du projet de service visé à l'article 13;
4° les faits marquants de l'activité du service;
5° les modalités de mise en oeuvre du travail en réseau conformément aux dispositions de l'article 71, 5° du décret;
6° les moyens mis en oeuvre pour favoriser la participation et l'inclusion des personnes sourdes et malentendantes;
7° des données globalisées relatives au personnel occupé et les changements intervenus pendant l'année;
8° les modalités et les résultats de l'évaluation interne visée à l'article 102 du décret;
9° les perspectives d'évolution du service, en termes d'activités et d'organisation.
Art.35. De dienst brengt de Dienst PHARE binnen de vijftien dagen op de hoogte van iedere wijziging in verband met de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden, evenals van iedere wijziging betreffende het personeel bedoeld in artikel 15.
Voor elk personeelslid bedoeld in artikel 15, stuurt de dienst binnen de vijftien dagen vanaf zijn aanwerving de kopie van diens arbeidsovereenkomst, evenals ieder bewijs dat het personeelslid voldoet aan de reglementaire voorwaarden betreffende zijn functie en zijn anciënniteit. Enkel de elementen die onmisbaar zijn voor de berekening van de subsidies worden aan de Dienst PHARE bezorgd.
Voor elk personeelslid bedoeld in artikel 15, stuurt de dienst binnen de vijftien dagen vanaf zijn aanwerving de kopie van diens arbeidsovereenkomst, evenals ieder bewijs dat het personeelslid voldoet aan de reglementaire voorwaarden betreffende zijn functie en zijn anciënniteit. Enkel de elementen die onmisbaar zijn voor de berekening van de subsidies worden aan de Dienst PHARE bezorgd.
Art.35. Le Service informe le Service PHARE dans les quinze jours de toute modification relative aux conditions d'agrément et de subventionnement, ainsi que de toute modification relative au personnel visé à l'article 15.
Pour chaque membre du personnel visé à l'article 15, le service communique dans les quinze jours de son engagement la copie de son contrat de travail et toute preuve qu'il remplit les conditions réglementaires relatives à sa fonction et à son ancienneté. Seuls les éléments indispensables au calcul des subventions sont transmis au Service PHARE.
Pour chaque membre du personnel visé à l'article 15, le service communique dans les quinze jours de son engagement la copie de son contrat de travail et toute preuve qu'il remplit les conditions réglementaires relatives à sa fonction et à son ancienneté. Seuls les éléments indispensables au calcul des subventions sont transmis au Service PHARE.
Art.36. De dienst maakt tegen 30 juni van het boekjaar volgend op het betreffende boekjaar aan de dienst PHARE het rijksregisternummer van de doven en slechthorenden die prestaties genieten over.
De dienst PHARE integreert deze informatie in de individuele dossiers van de doven of slechthorenden waarover hij beschikt.
De dienst PHARE integreert deze informatie in de individuele dossiers van de doven of slechthorenden waarover hij beschikt.
Art.36. Le service communique au Service PHARE pour le 30 juin de l'exercice qui suit celui concerné le numéro national des personnes sourdes ou malentendantes bénéficiaires de prestations.
Le Service PHARE intègre cette information dans les dossiers individuels des personnes sourdes ou malentendantes dont il dispose.
Le Service PHARE intègre cette information dans les dossiers individuels des personnes sourdes ou malentendantes dont il dispose.
Art.37. Wat betreft het bijhouden van de rekeningen stemt het boekjaar overeen met het kalenderjaar.
De dienst maakt tegen 30 juni van het boekjaar dat volgt op het betrokken boekjaar zijn rekeningen en balans aan dienst PHARE over, zoals die bij de Nationale Bank van België en bij de Griffie van de Handelsrechtbank neergelegd zijn. In het laatste geval wordt het bewijs van indiening bijgevoegd.
De dienst maakt tegen 30 juni van het boekjaar dat volgt op het betrokken boekjaar zijn rekeningen en balans aan dienst PHARE over, zoals die bij de Nationale Bank van België en bij de Griffie van de Handelsrechtbank neergelegd zijn. In het laatste geval wordt het bewijs van indiening bijgevoegd.
Art.37. En matière de tenue des comptes, l'exercice comptable correspond à l'année civile.
Le service transmet au Service PHARE pour le 30 juin de l'exercice qui suit celui concerné ses comptes et bilan, tels que déposés à la Banque nationale de Belgique ou au Greffe du Tribunal du commerce. Dans ce dernier cas, la preuve du dépôt est jointe.
Le service transmet au Service PHARE pour le 30 juin de l'exercice qui suit celui concerné ses comptes et bilan, tels que déposés à la Banque nationale de Belgique ou au Greffe du Tribunal du commerce. Dans ce dernier cas, la preuve du dépôt est jointe.
Art.38. De dienst maakt tegen 30 juni van het boekjaar volgend op het betreffende boekjaar aan de dienst PHARE het verantwoordingsdossier voor de subsidies, bedoeld in artikel 50, over.
Art.38. Le service transmet au Service PHARE pour le 30 juin de l'exercice qui suit celui concerné le dossier justificatif des subventions visé à l'article 50.
Art.39. De SPFB stelt de modaliteiten voor de overdracht van de informatie bedoeld in dit hoofdstuk vast.
Art.39. Le SPFB fixe les modalités de la transmission des informations prévues au présent chapitre.
HOOFDSTUK 4. - Subsidies
CHAPITRE 4. - Subventions
Afdeling 1. - Algemene modaliteiten voor de toekenning van de subsidies
Section 1re. - Modalités générales d'octroi des subventions
Art.40. De kosten voor de prestaties worden binnen de grenzen vastgelegd in dit hoofdstuk gesubsidieerd en dekken de personeels- en algemene kosten die horen bij de opdrachten die in de artikelen 3 en 4 omschreven zijn.
Art.40. Les frais de prestations sont subventionnés en couvrant les frais de personnel et les frais généraux afférents aux missions décrites aux articles 3 et 4 dans les limites fixées au présent chapitre.
Art.41. De aan een erkende dienst verschuldigde subsidie is jaarlijks.
Ze wordt gestort onder de vorm van maandelijkse voorschotten, en dit ten laatste op de laatste werkdag van de maand die voorafgaat aan de maand waarvoor ze worden toegekend.
Ze wordt door de SPFB vereffend na onderzoek van het verantwoordingsdossier bedoeld in afdeling 4 van dit hoofdstuk.
Ze wordt gestort onder de vorm van maandelijkse voorschotten, en dit ten laatste op de laatste werkdag van de maand die voorafgaat aan de maand waarvoor ze worden toegekend.
Ze wordt door de SPFB vereffend na onderzoek van het verantwoordingsdossier bedoeld in afdeling 4 van dit hoofdstuk.
Art.41. La subvention due à un service agréé est annuelle.
Elle est versée sous forme d'avances mensuelles au plus tard le dernier jour ouvrable du mois qui précède celui pour lesquelles elles sont octroyées.
Elle est soldée après examen par le SPFB du dossier justificatif visé à la section 4 du présent chapitre.
Elle est versée sous forme d'avances mensuelles au plus tard le dernier jour ouvrable du mois qui précède celui pour lesquelles elles sont octroyées.
Elle est soldée après examen par le SPFB du dossier justificatif visé à la section 4 du présent chapitre.
Art.42. Het maandelijkse voorschot houdt rekening met de evolutie van het personeel uit artikel 15 wat betreft het aantal, de functie, de anciënniteit en de prestaties binnen de grenzen vastgelegd in afdeling 2 van dit hoofdstuk.
Bij het overschrijden van de in artikel 35, lid 2 vastgestelde termijn zal de berekening van de maandelijkse voorschotten pas op de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst van de documenten de wijziging van het personeel in aanmerking nemen.
Bij het overschrijden van de in artikel 35, lid 2 vastgestelde termijn zal de berekening van de maandelijkse voorschotten pas op de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst van de documenten de wijziging van het personeel in aanmerking nemen.
Art.42. L'avance mensuelle tient compte de l'évolution du personnel repris à l'article 15 en termes de nombre, de fonction, d'ancienneté et de prestations dans les limites fixées à la section 2 du présent chapitre.
En cas de dépassement du délai fixé à l'article 35, alinéa 2, le calcul des avances mensuelles ne prendra en compte la modification du personnel que le premier jour du mois qui suit la réception des documents.
En cas de dépassement du délai fixé à l'article 35, alinéa 2, le calcul des avances mensuelles ne prendra en compte la modification du personnel que le premier jour du mois qui suit la réception des documents.
Art.43. Wanneer de SPFB vaststelt dat de aan de dienst gestorte maandelijkse voorschotten hoger zijn dan de jaarlijks verschuldigde subsidies, dan wint hij het teveel aan ontvangen voorschotten over een periode van maximaal 12 maanden terug na overleg met de directie van de dienst via compensatie met de volgende maandelijkse voorschotten die gestort worden voor het lopende jaar.
Deze terugwinning kan uitzonderlijk en op vraag van de dienst van voorwaarden en termijnen afhankelijk gesteld worden. De SPFB stelt een aflossingsplan op.
Deze terugwinning kan uitzonderlijk en op vraag van de dienst van voorwaarden en termijnen afhankelijk gesteld worden. De SPFB stelt een aflossingsplan op.
Art.43. Lorsque le SPFB constate que les avances mensuelles versées au service sont supérieures aux subventions annuelles dues, il récupère le trop perçu sur une période de 12 mois maximum et après concertation avec la direction du service par compensation avec les prochaines avances mensuelles à verser pour l'année en cours.
Cette récupération peut, exceptionnellement et à la demande du service, faire l'objet de termes et délais. Le SPFB établit un plan d'apurement.
Cette récupération peut, exceptionnellement et à la demande du service, faire l'objet de termes et délais. Le SPFB établit un plan d'apurement.
Art.44. Wanneer de SPFB vaststelt dat het teveel aan voorschotten die door de dienst ontvangen zijn, voortkomt uit bewust verkeerde informatie die door de dienst bezorgt werd of uit zware beheerdersfouten, dan krijgt de SPFB het onverschuldigde bedrag in één keer terug.
In deze veronderstelling bezorgt de SPFB aan het Collegelid een voorstel tot opstart van de procedure tot intrekking van de vergunning.
In deze veronderstelling bezorgt de SPFB aan het Collegelid een voorstel tot opstart van de procedure tot intrekking van de vergunning.
Art.44. Lorsque le SPFB constate que le trop perçu obtenu par le service procède de renseignements sciemment erronés fournis par lui ou d'erreurs graves de gestion, le SPFB récupère le paiement indu en une fois.
Dans cette hypothèse, le SPFB transmet au Membre du Collège une proposition d'ouverture de la procédure de retrait d'agrément.
Dans cette hypothèse, le SPFB transmet au Membre du Collège une proposition d'ouverture de la procédure de retrait d'agrément.
Afdeling 2. - Subsidie voor personeelskosten
Section 2. - Subvention pour frais de personnel
Art.45. De jaarlijkse subsidie van de personeelskosten bedoeld in artikel 15 is op elk moment van het jaar beperkt tot de volgende normen :
2,5 voltijdse equivalenten waarvan maximum een 0,5 voltijdse equivalent in de directiefunctie en minstens een voltijdse equivalent in de functie van tolk, transliterator en/of velotypist.
2,5 voltijdse equivalenten waarvan maximum een 0,5 voltijdse equivalent in de directiefunctie en minstens een voltijdse equivalent in de functie van tolk, transliterator en/of velotypist.
Art.45. La subvention annuelle des frais de personnel visé à l'article 15 est limitée à tout moment de l'année aux normes suivantes :
2,5 équivalents temps plein, dont maximum 0,5 équivalent temps plein dans la fonction de direction et au moins un équivalent temps plein dans la fonction d'interprète, de translittérateur et/ou de vélotypiste.
2,5 équivalents temps plein, dont maximum 0,5 équivalent temps plein dans la fonction de direction et au moins un équivalent temps plein dans la fonction d'interprète, de translittérateur et/ou de vélotypiste.
Art.46. De subsidie dekt de gemaakte personeelskosten en is beperkt tot de berekening die gemaakt wordt op basis van de barema's die in bijlage I NM van het NM-besluit vastgesteld zijn, en bevat de werkgeverslasten en andere voordelen die in bijlage V NM van het NM-besluit vastgesteld zijn op basis van de anciënniteit die in bijlage IV NM van het NM-besluit vastgesteld is.
De baremaschalen die met iedere functie overeenstemmen, zijn vastgelegd in bijlage II NM van het NM-besluit.
De baremaschalen die met iedere functie overeenstemmen, zijn vastgelegd in bijlage II NM van het NM-besluit.
Art.46. La subvention couvre les frais de personnel encourus et est limitée au calcul établi sur base des barèmes fixés à l'annexe I NM de l'arrêté NM et comprend les charges patronales et autres avantages fixés à l'annexe V NM de l'arrêté NM sur base de l'ancienneté fixée à l'annexe IV NM de l'arrêté NM.
Les échelles barémiques correspondant à chaque fonction sont déterminées à l'annexe II NM de l'arrêté NM.
Les échelles barémiques correspondant à chaque fonction sont déterminées à l'annexe II NM de l'arrêté NM.
Art.47. De subsidie voor personeelskosten van een werknemer die begunstigde van het Plan Tandem is, wordt toegekend op basis van hetzelfde werkvolume als het werkvolume dat hij presteerde voordat hij zijn prestaties tot een halftijdse betrekking verminderde.
Het bezoldigde prestatievolume van de werknemer die is aangeworven ter vervanging van de werknemer die zijn prestaties van een driekwart-tijds of een voltijdse betrekking tot een halftijdse betrekking verminderde, wordt niet in aanmerking genomen.
Worden beschouwd als toelaatbare uitgaven van de subsidie voor personeelskosten van een werknemer die begunstigde van het Plan Tandem is, de volgende kosten en bijdragen :
1° de bezoldigingskosten, werkgeverslasten en andere voordelen die verband houden met de werknemer die begunstigde van het Plan Tandem is, zoals bepaald in bijlage V van het NM-besluit;
2° de bezoldigingskosten, werkgeverslasten en andere voordelen die verband houden met de werknemer die is aangeworven ter vervanging van de werknemer die zijn prestaties tot een halftijdse betrekking verminderde in het kader van het Plan Tandem, zoals bepaald in bijlage V van het NM-besluit;
3° de bijdrage die in toepassing van het Plan Tandem aan het Sociaal Fonds "Old Timer" gestort wordt.
Het bezoldigde prestatievolume van de werknemer die is aangeworven ter vervanging van de werknemer die zijn prestaties van een driekwart-tijds of een voltijdse betrekking tot een halftijdse betrekking verminderde, wordt niet in aanmerking genomen.
Worden beschouwd als toelaatbare uitgaven van de subsidie voor personeelskosten van een werknemer die begunstigde van het Plan Tandem is, de volgende kosten en bijdragen :
1° de bezoldigingskosten, werkgeverslasten en andere voordelen die verband houden met de werknemer die begunstigde van het Plan Tandem is, zoals bepaald in bijlage V van het NM-besluit;
2° de bezoldigingskosten, werkgeverslasten en andere voordelen die verband houden met de werknemer die is aangeworven ter vervanging van de werknemer die zijn prestaties tot een halftijdse betrekking verminderde in het kader van het Plan Tandem, zoals bepaald in bijlage V van het NM-besluit;
3° de bijdrage die in toepassing van het Plan Tandem aan het Sociaal Fonds "Old Timer" gestort wordt.
Art.47. La subvention pour frais de personnel d'un travailleur bénéficiaire du Plan Tandem est attribuée sur la base du même volume de travail que celui qu'il prestait avant qu'il ne réduise ses prestations à mi-temps.
Le volume de prestation rémunéré du travailleur engagé pour remplacer le travailleur qui réduit ses prestations, qui étaient d'un trois-quarts ou d'un temps plein, à un mi-temps, n'est pas pris en considération.
Sont considérées comme dépenses admissibles de la subvention pour frais de personnel d'un travailleur bénéficiaire du Plan Tandem, les frais et cotisations suivants :
1° les frais de rémunération, charges patronales et autres avantages liés au travailleur bénéficiaire du Plan Tandem, tels que définis à l'annexe V de l'arrêté NM;
2° les frais de rémunération, charges patronales et autres avantages liés au travailleur engagé pour remplacer le travailleur qui réduit ses prestations à un mi-temps dans le cadre du Plan Tandem, tels que définis à l'annexe V de l'arrêté NM;
3° la cotisation versée au Fonds social " Old Timer " en application du Plan Tandem.
Le volume de prestation rémunéré du travailleur engagé pour remplacer le travailleur qui réduit ses prestations, qui étaient d'un trois-quarts ou d'un temps plein, à un mi-temps, n'est pas pris en considération.
Sont considérées comme dépenses admissibles de la subvention pour frais de personnel d'un travailleur bénéficiaire du Plan Tandem, les frais et cotisations suivants :
1° les frais de rémunération, charges patronales et autres avantages liés au travailleur bénéficiaire du Plan Tandem, tels que définis à l'annexe V de l'arrêté NM;
2° les frais de rémunération, charges patronales et autres avantages liés au travailleur engagé pour remplacer le travailleur qui réduit ses prestations à un mi-temps dans le cadre du Plan Tandem, tels que définis à l'annexe V de l'arrêté NM;
3° la cotisation versée au Fonds social " Old Timer " en application du Plan Tandem.
Art.48. Een subsidie die overeenstemt met maximaal 1 percent van de subsidie die in toepassing van artikels 45 en 46 berekend wordt, wordt toegekend om de verantwoorde kosten inzake opleiding van het personeel te dekken.
De opleidingskosten kunnen bovendien kosten voor supervisie zijn, kosten van de evaluatie voor intern gebruik, zoals bedoeld door artikel 102 van het decreet.
De opleidingskosten kunnen bovendien kosten voor supervisie zijn, kosten van de evaluatie voor intern gebruik, zoals bedoeld door artikel 102 van het decreet.
Art.48. Une subvention équivalente à un pour cent maximum de la subvention calculée en application des articles 45 et 46 est octroyée pour couvrir les frais justifiés de formation du personnel.
Les frais de formation peuvent en outre concerner des frais de supervision, des frais de l'évaluation à usage interne, telle que prévue par l'article 102 du décret.
Les frais de formation peuvent en outre concerner des frais de supervision, des frais de l'évaluation à usage interne, telle que prévue par l'article 102 du décret.
Afdeling 3. - Subsidie voor algemene kosten
Section 3.-. - Subvention pour frais généraux
Art.49. [1 De jaarlijkse subsidie voor de algemene kosten en van de opleidingskosten van de dienstverleners is beperkt tot het volgende bedrag: 76.000,00 .
De jaarlijkse subsidie dekt:
1° de gemaakte toelaatbare kosten die in bijlage 2 van dit besluit opgenomen zijn en met de erkende opdrachten van de dienst verband houden, beperkt tot 46.000 ;
2° de meerkosten van de lonen van personeelsleden die de in artikel 45 vastgestelde aantallen banen overschrijden en gedeeltelijk door een andere overheid ten laste worden genomen.
3° de kosten van prestaties voor de doven en slechthorenden in hun aanwezigheid die de dienst aan de dienstverleners betaalt onder het statuut van zelfstandige met volgende modaliteiten:
- 59,00 per uur prestatie voor de houders van een masterdiploma vertalen - tolken in Frans-Belgische gebarentaal, verplaatsingstijd niet meegerekend;
- 52,00 per uur prestatie voor de andere dienstverleners, verplaatsingstijd niet meegerekend;
- Tegemoetkoming in de vervoerskosten voor het woon-werkverkeer, vastgesteld op grond van het bedrag berekend volgens de wettelijke bepalingen die gelden in de privésector.
4° de kosten van een bezoldigde dienstverlener in naleving van de bepalingen van artikel 46 en beperkt tot een 0,5 voltijds equivalent.
5° de vergoedingen die de dienst betaalt aan de dienstverleners met een zelfstandig statuut voor prestaties die door de aanvrager worden afgezegd, met uitzondering van afzeggingen wegens overmacht, en dit als volgt:
- Bij afzegging ter plaatse: het volledige bedrag van de geboekte uren, verhoogd met de verplaatsingskosten;
- Bij afzegging binnen 24 uur: het volledige bedrag van de geboekte uren, exclusief verplaatsingskosten;
- Bij afzegging binnen 48 uur: 1 uur schadevergoeding;
- De kosten voor afgezegde prestaties zijn beperkt tot een maximum van 50 afzeggingen per jaar ]1.
De jaarlijkse subsidie dekt:
1° de gemaakte toelaatbare kosten die in bijlage 2 van dit besluit opgenomen zijn en met de erkende opdrachten van de dienst verband houden, beperkt tot 46.000 ;
2° de meerkosten van de lonen van personeelsleden die de in artikel 45 vastgestelde aantallen banen overschrijden en gedeeltelijk door een andere overheid ten laste worden genomen.
3° de kosten van prestaties voor de doven en slechthorenden in hun aanwezigheid die de dienst aan de dienstverleners betaalt onder het statuut van zelfstandige met volgende modaliteiten:
- 59,00 per uur prestatie voor de houders van een masterdiploma vertalen - tolken in Frans-Belgische gebarentaal, verplaatsingstijd niet meegerekend;
- 52,00 per uur prestatie voor de andere dienstverleners, verplaatsingstijd niet meegerekend;
- Tegemoetkoming in de vervoerskosten voor het woon-werkverkeer, vastgesteld op grond van het bedrag berekend volgens de wettelijke bepalingen die gelden in de privésector.
4° de kosten van een bezoldigde dienstverlener in naleving van de bepalingen van artikel 46 en beperkt tot een 0,5 voltijds equivalent.
5° de vergoedingen die de dienst betaalt aan de dienstverleners met een zelfstandig statuut voor prestaties die door de aanvrager worden afgezegd, met uitzondering van afzeggingen wegens overmacht, en dit als volgt:
- Bij afzegging ter plaatse: het volledige bedrag van de geboekte uren, verhoogd met de verplaatsingskosten;
- Bij afzegging binnen 24 uur: het volledige bedrag van de geboekte uren, exclusief verplaatsingskosten;
- Bij afzegging binnen 48 uur: 1 uur schadevergoeding;
- De kosten voor afgezegde prestaties zijn beperkt tot een maximum van 50 afzeggingen per jaar ]1.
Modifications
Art.49. [1 La subvention annuelle des frais généraux et des frais de formation des prestataires est limitée au montant suivant : 76.000,00 .
La subvention annuelle couvre :
1° les frais admissibles encourus repris à l'annexe 2 du présent arrêté en rapport avec les missions agréées du service, limités à 46.000 ;
2° les surcoûts salariaux de membres du personnel dépassant le nombre d'emploi fixé à l'article 45 et pris en charge partiellement par un autre pouvoir public ;
3° les frais de prestations pour les personnes sourdes ou malentendantes, qu'elles soient présentes physiquement ou à distance, que le service paie aux prestataires sous statut d'indépendant selon les modalités suivantes :
- 59,00 par heure de prestation pour les détenteurs d'un titre de master en traduction - interprétation en langue des signes belge francophone, sans tenir compte du temps de déplacement ;
- 52,00 par heure de prestation pour les autres prestataires, sans tenir compte du temps de déplacement ;
- L'intervention dans les frais de transports domicile/travail, déterminée sur la base du montant calculé conformément aux dispositions légales en vigueur dans le secteur privé.
4° les frais d'un prestataire salarié dans le respect des dispositions de l'article 46 et limités à 0,5 équivalent temps plein.
5° les indemnités payées par le service aux prestataires sous statut d'indépendant pour les prestations annulées par le demandeur, à l'exception des annulations dues à des cas de force-majeur, selon les modalités suivantes :
- En cas d'annulation sur place : la totalité des heures réservées ainsi que les frais de déplacement ;
- En cas d'annulation dans les 24 heures : la totalité des heures réservées, sans les frais de déplacements ;
- En cas d'annulation dans les 48 heures : 1 heure de défraiement ;
- Les frais pour les prestations annulées sont plafonnés à un maximum de 50 annulations par an ]1.
La subvention annuelle couvre :
1° les frais admissibles encourus repris à l'annexe 2 du présent arrêté en rapport avec les missions agréées du service, limités à 46.000 ;
2° les surcoûts salariaux de membres du personnel dépassant le nombre d'emploi fixé à l'article 45 et pris en charge partiellement par un autre pouvoir public ;
3° les frais de prestations pour les personnes sourdes ou malentendantes, qu'elles soient présentes physiquement ou à distance, que le service paie aux prestataires sous statut d'indépendant selon les modalités suivantes :
- 59,00 par heure de prestation pour les détenteurs d'un titre de master en traduction - interprétation en langue des signes belge francophone, sans tenir compte du temps de déplacement ;
- 52,00 par heure de prestation pour les autres prestataires, sans tenir compte du temps de déplacement ;
- L'intervention dans les frais de transports domicile/travail, déterminée sur la base du montant calculé conformément aux dispositions légales en vigueur dans le secteur privé.
4° les frais d'un prestataire salarié dans le respect des dispositions de l'article 46 et limités à 0,5 équivalent temps plein.
5° les indemnités payées par le service aux prestataires sous statut d'indépendant pour les prestations annulées par le demandeur, à l'exception des annulations dues à des cas de force-majeur, selon les modalités suivantes :
- En cas d'annulation sur place : la totalité des heures réservées ainsi que les frais de déplacement ;
- En cas d'annulation dans les 24 heures : la totalité des heures réservées, sans les frais de déplacements ;
- En cas d'annulation dans les 48 heures : 1 heure de défraiement ;
- Les frais pour les prestations annulées sont plafonnés à un maximum de 50 annulations par an ]1.
Modifications
Afdeling 4. - Verantwoordingsdossier voor de subsidies
Section 4. - Dossier justificatif des subventions
Art.50. Het verantwoordingsdossier bevat volgende stukken :
1° wat betreft de personeelskosten :
- de individuele rekeningen van de werknemers;
- het attest C 450 bis van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;
- het attest van de FOD Financiën dat de betaling van de bedrijfsvoorheffing bewijst;
- de eindafrekening van de wetsverzekering;
- de definitieve eindafrekening van de arbeidsgeneeskunde;
- een samenvattende tabel met de opleidingskosten voor het personeel met vermelding van het betrokken personeel, de aard van de gevolgde opleidingen en hun kostprijs;
2° wat betreft de algemene kosten :
- de algemene balans;
- de tabellen met afschrijvingen van de vaste activa en van de giften en subsidies in kapitaal;
- het grootboek of de historiek van de algemene rekeningen.
3° betreffende de opleidingskosten voor het personeel, een samenvattende tabel van het betrokken personeel, van de aard van de gevolgde opleidingen en van de ertoe behorende kosten.
4° betreffende de opleidingskosten voor de dienstverleners, een samenvattende tabel van de dienstverleners, van de aard van de gevolgde opleidingen en van de ertoe behorende kosten.
De SPFB kan de lijst aanvullen met gevraagde stukken en kan met name alle verantwoordingsstukken die de boekhoudkundige documenten verantwoorden opvragen.
1° wat betreft de personeelskosten :
- de individuele rekeningen van de werknemers;
- het attest C 450 bis van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;
- het attest van de FOD Financiën dat de betaling van de bedrijfsvoorheffing bewijst;
- de eindafrekening van de wetsverzekering;
- de definitieve eindafrekening van de arbeidsgeneeskunde;
- een samenvattende tabel met de opleidingskosten voor het personeel met vermelding van het betrokken personeel, de aard van de gevolgde opleidingen en hun kostprijs;
2° wat betreft de algemene kosten :
- de algemene balans;
- de tabellen met afschrijvingen van de vaste activa en van de giften en subsidies in kapitaal;
- het grootboek of de historiek van de algemene rekeningen.
3° betreffende de opleidingskosten voor het personeel, een samenvattende tabel van het betrokken personeel, van de aard van de gevolgde opleidingen en van de ertoe behorende kosten.
4° betreffende de opleidingskosten voor de dienstverleners, een samenvattende tabel van de dienstverleners, van de aard van de gevolgde opleidingen en van de ertoe behorende kosten.
De SPFB kan de lijst aanvullen met gevraagde stukken en kan met name alle verantwoordingsstukken die de boekhoudkundige documenten verantwoorden opvragen.
Art.50. Le dossier justificatif comprend les pièces suivantes :
1° en ce qui concerne les frais de personnel :
- les comptes individuels des travailleurs;
- l'attestation C 450 bis de l'Office national de sécurité sociale;
- l'attestation du SPF Finances prouvant le paiement du précompte professionnel;
- le décompte définitif de l'assurance-loi;
- le décompte définitif de la médecine du travail;
- un tableau récapitulatif des frais de formation du personnel indiquant le personnel concerné, la nature des formations suivies et leur coût;
2° en ce qui concerne les frais généraux :
- la balance générale;
- les tableaux des amortissements des actifs immobilisés et des dons et subsides en capital;
- le grand livre ou historique des comptes généraux.
3° en ce qui concerne les frais de formation du personnel, un tableau récapitulatif du personnel concerné, de la nature des formations suivies et des coûts y afférents.
4° en ce qui concerne les frais de formation des prestataires, un tableau récapitulatif des prestataires, de la nature des formations suivies et des coûts y afférents.
Le SPFB peut compléter la liste des pièces sollicitées et demander notamment toutes les pièces justificatives qui justifient les écritures comptables.
1° en ce qui concerne les frais de personnel :
- les comptes individuels des travailleurs;
- l'attestation C 450 bis de l'Office national de sécurité sociale;
- l'attestation du SPF Finances prouvant le paiement du précompte professionnel;
- le décompte définitif de l'assurance-loi;
- le décompte définitif de la médecine du travail;
- un tableau récapitulatif des frais de formation du personnel indiquant le personnel concerné, la nature des formations suivies et leur coût;
2° en ce qui concerne les frais généraux :
- la balance générale;
- les tableaux des amortissements des actifs immobilisés et des dons et subsides en capital;
- le grand livre ou historique des comptes généraux.
3° en ce qui concerne les frais de formation du personnel, un tableau récapitulatif du personnel concerné, de la nature des formations suivies et des coûts y afférents.
4° en ce qui concerne les frais de formation des prestataires, un tableau récapitulatif des prestataires, de la nature des formations suivies et des coûts y afférents.
Le SPFB peut compléter la liste des pièces sollicitées et demander notamment toutes les pièces justificatives qui justifient les écritures comptables.
Art.51. De SPFB controleert het verantwoordingsdossier. Hij stelt het verschil tussen de som van de gestorte voorschotten en het bedrag van de verschuldigde subsidie vast.
Hij legt binnen de zes maanden na de ontvangst van het dossier met verantwoordingsstukken een voorstel van beslissing voor aan de dienst, op voorwaarde dat het dossier volledig en voldoende is. Vanaf de datum van ontvangst van dit voorstel beschikt de dienst over een termijn van zes weken om zijn opmerkingen mee te delen. Bij ontstentenis van antwoord binnen deze termijn wordt het voorstel van de SPFB als aanvaard beschouwd.
Binnen een termijn van zes weken volgend op de datum van ontvangst van deze opmerkingen maakt de SPFB de definitieve afrekening van de subsidie over.
Hij legt binnen de zes maanden na de ontvangst van het dossier met verantwoordingsstukken een voorstel van beslissing voor aan de dienst, op voorwaarde dat het dossier volledig en voldoende is. Vanaf de datum van ontvangst van dit voorstel beschikt de dienst over een termijn van zes weken om zijn opmerkingen mee te delen. Bij ontstentenis van antwoord binnen deze termijn wordt het voorstel van de SPFB als aanvaard beschouwd.
Binnen een termijn van zes weken volgend op de datum van ontvangst van deze opmerkingen maakt de SPFB de definitieve afrekening van de subsidie over.
Art.51. Le SPFB vérifie le dossier justificatif. Il établit la différence entre la somme des avances versées et le montant de la subvention due.
Il soumet une proposition de décision au service dans les six mois de la réception du dossier justificatif à condition que le dossier soit complet et suffisant. A partir de la date de réception de cette proposition, le service dispose d'un délai de six semaines pour communiquer ses observations. A défaut de réponse dans ce délai, la proposition du SPFB est considérée comme acceptée.
Dans un délai de six semaines suivant la date de réception de ces observations, le SPFB transmet le décompte définitif de la subvention.
Il soumet une proposition de décision au service dans les six mois de la réception du dossier justificatif à condition que le dossier soit complet et suffisant. A partir de la date de réception de cette proposition, le service dispose d'un délai de six semaines pour communiquer ses observations. A défaut de réponse dans ce délai, la proposition du SPFB est considérée comme acceptée.
Dans un délai de six semaines suivant la date de réception de ces observations, le SPFB transmet le décompte définitif de la subvention.
Art.52. De financiële bijdragen worden van de subsidie afgetrokken met uitzondering van die bedoeld in artikel 32, § 1.
[1 Door de vzw gegenereerde inkomsten die worden beschouwd als een externe bijdrage die volstaat om een deel van de kosten in verband met de activiteit of het project van de dienst te dekken, worden van de subsidie afgetrokken, met uitzondering van externe bijdragen voor de volgende kosten:
- de jaarlijkse kosten van de gebruikerslicenties die door de dienst worden betaald ;
- de toename van de gebruikstijden van de dienst Relais Signes;
- IT-ontwikkelingen;
- tolk- en vertaal- en velotyperingspersoneel uit eigen middelen;
- vergoedingen voor zelfstandige dienstverleners die deelnemen aan door de dienst georganiseerde vergaderingen of opleidingen, overeenkomstig artikel 49]1.
[1 Door de vzw gegenereerde inkomsten die worden beschouwd als een externe bijdrage die volstaat om een deel van de kosten in verband met de activiteit of het project van de dienst te dekken, worden van de subsidie afgetrokken, met uitzondering van externe bijdragen voor de volgende kosten:
- de jaarlijkse kosten van de gebruikerslicenties die door de dienst worden betaald ;
- de toename van de gebruikstijden van de dienst Relais Signes;
- IT-ontwikkelingen;
- tolk- en vertaal- en velotyperingspersoneel uit eigen middelen;
- vergoedingen voor zelfstandige dienstverleners die deelnemen aan door de dienst georganiseerde vergaderingen of opleidingen, overeenkomstig artikel 49]1.
Modifications
Art.52. Les contributions financières sont déduites de la subvention à l'exception de celles visées à l'article 32, § 1er.
[1 Les recettes générées par l'asbl qui sont considérées comme une contribution externe suffisante pour couvrir une partie des coûts liés à l'activité ou au projet du service sont déduites de la subvention, à l'exception des contributions externes qui sont affectées aux coûts suivants :
- le coût annuel des licences des utilisateurs pris en charge par le service ;
- l'augmentation des plages horaires du relais signes ;
- les développements informatiques ;
- le personnel d'interprétation/translitération/vélotypiste sur fonds propres ;
- les indemnités pour les prestataires indépendants lorsqu'ils participent à des réunions ou des formations organisées par le service, selon les modalités visées à l'article 49. ]1
[1 Les recettes générées par l'asbl qui sont considérées comme une contribution externe suffisante pour couvrir une partie des coûts liés à l'activité ou au projet du service sont déduites de la subvention, à l'exception des contributions externes qui sont affectées aux coûts suivants :
- le coût annuel des licences des utilisateurs pris en charge par le service ;
- l'augmentation des plages horaires du relais signes ;
- les développements informatiques ;
- le personnel d'interprétation/translitération/vélotypiste sur fonds propres ;
- les indemnités pour les prestataires indépendants lorsqu'ils participent à des réunions ou des formations organisées par le service, selon les modalités visées à l'article 49. ]1
Modifications
HOOFDSTUK 5. - Opheffingsbepalingen
CHAPITRE 5. - Dispositions abrogatoires
Art.53. Wordt opgeheven het punt "2.7. Uurprestaties voor tolkprestaties in gebarentaal of transliteratie" van de bijlage van het besluit 2015/1737 van het Lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 maart 2016 tot vaststelling van de lijst met modaliteiten en criteria van de tegemoetkomingen in verband met de hulpmiddelen voor insluiting bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk III van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 7 mei 2015 betreffende de individuele prestaties en hulpmiddelen ten behoeve van gehandicapte personen.
Art.53. Est abrogé le point " 2.7. Prestations horaires d'interprétariat en langue des signes ou de translittération " de l'annexe de l'arrêté 2015/1737 du Membre du Collège de la Commission communautaire française du 17 mars 2016 fixant la liste des modalités et critères des interventions relatives aux aides à l'inclusion visées à la section 2 du chapitre III de l'arrêté du Collège de la Commission communautaire française du 7 mai 2015 relatif aux prestations individuelles et aux aides à l'emploi des personnes handicapées.
HOOFDSTUK 6. - Overgangsbepalingen
CHAPITRE 6. - Dispositions transitoires
Art.54. De op 31 december 2017 erkende doventolkdiensten krachtens besluit 2007/1131 van 22 mei 2008 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de erkenning en de toelagen die toegekend worden aan de begeleidingsdiensten en aan de tolkdiensten voor doven, blijven erkend vanaf 1 januari 2018 tot 30 juni 2020.
Art.54. Les services d'interprétation pour sourds agréés au 31 décembre 2017 en vertu de l'arrêté 2007/1131 du 22 mai 2008 du Collège de la Commission communautaire française relatif à l'agrément et aux subventions accordés aux services d'accompagnement et aux services d'interprétation pour sourds, restent agréés à partir du 1er janvier 2018 jusqu'au 30 juin 2020.
Art.55. De prestaties die vanaf 1 januari 2018 nog aanneembaar zijn op basis van de individuele beslissingen die voor deze datum door de Dienst PHARE in toepassing van punt 2.7 bedoeld in artikel [1 53]1 genomen zijn, worden in de subsidie als bedoeld in artikel 49 opgenomen.
Modifications
Art.55. Les prestations encore valorisables à partir du 1er janvier 2018 sur base des décisions individuelles prises avant cette date par le Service PHARE en application du point 2.7. visé à l'article [1 53]1 sont incluses dans la subvention visée à l'article 49.
Modifications
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
CHAPITRE 7. - Dispositions finales
Art.56. De in dit besluit opgenomen bedragen zijn gekoppeld aan de referentiegezondheidsindex van december 2017.
Vanaf 1 januari 2019 worden ze jaarlijks aangepast op 1 januari rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van `s lands concurrentievermogen, hierna de gezondheidsindex genaamd, volgens de formule :
basisbedrag x gezondheidsindex van december van het vorige jaar gezondheidsindex van december 2017
Vanaf 1 januari 2019 worden ze jaarlijks aangepast op 1 januari rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van `s lands concurrentievermogen, hierna de gezondheidsindex genaamd, volgens de formule :
basisbedrag x gezondheidsindex van december van het vorige jaar gezondheidsindex van december 2017
Art.56. Les montants repris dans le présent arrêté sont liés à l'indice-santé de référence de décembre 2017.
A partir du 1er janvier 2019, ils sont adaptés annuellement chaque 1er janvier compte tenu de l'indice des prix à la consommation visé au chapitre II de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, ci-après dénommé indice-santé, suivant la formule :
montant de base x indice-santé de décembre de l'année antérieure/indice-santé de décembre 2017
A partir du 1er janvier 2019, ils sont adaptés annuellement chaque 1er janvier compte tenu de l'indice des prix à la consommation visé au chapitre II de l'arrêté royal du 24 décembre 1993 portant exécution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays, ci-après dénommé indice-santé, suivant la formule :
montant de base x indice-santé de décembre de l'année antérieure/indice-santé de décembre 2017
Art.57. Treden in werking op 1 januari 2018 :
1° de artikelen 27 en 79 van het decreet;
2° voor de diensten bedoeld in artikel 27 van het decreet : de artikelen 70, 71, 72, 74, 75, 77, 95 en 102 van het decreet;
3° dit besluit.
1° de artikelen 27 en 79 van het decreet;
2° voor de diensten bedoeld in artikel 27 van het decreet : de artikelen 70, 71, 72, 74, 75, 77, 95 en 102 van het decreet;
3° dit besluit.
Art.57. Entrent en vigueur le 1er janvier 2018 :
1° les articles 27 et 79 du décret;
2° pour les services visés à l'article 27 du décret : les articles 70, 71, 72, 74, 75, 77, 95 et 102 du décret;
3° le présent arrêté.
1° les articles 27 et 79 du décret;
2° pour les services visés à l'article 27 du décret : les articles 70, 71, 72, 74, 75, 77, 95 et 102 du décret;
3° le présent arrêté.
Art.58. Het Collegelid wordt belast met de uitvoering van onderhavig besluit.
Art.58. Le Membre du Collège est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. [1 Bijlage 1 van het besluit 2023/1641 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie tot wijziging van het besluit 2017/1388 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 1 maart 2018 betreffende de ondersteuningsdiensten voor dovencommunicatie en -vertolking, waarbij artikel 27 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de inclusie van personen met een handicap ten uitvoer gelegd wordt
CRITERIA EN MODALITEITEN VOOR DE ERKENNING VAN DIENSTVERLENERS
Tolk in Frans-Belgische gebarentaal (LSFB)
* Voor horende vakspecialisten
Voor 2014:
- Belgisch bachelor Tolken LSFB in het volwassenenonderwijs
- Gelijkwaardige universitaire diploma's (Masters) uit het buitenland met ervaring in België beginnend vóór 2014.
- Geslaagd voor de categorie "OUI" van het Comité de Conduite des Interprètes (CCI) in 2003 of 2006.
- De twee tolkenopleidingen in LSFB aan het Institut Marie-Haps die zijn ingericht vóór 2003 EN de succesvolle afronding van de CCI-categorie "OUI" in 2003 of 2006.
Sinds 2014 (het jaar waarin de universitaire opleiding werd opgestart):
- Het Belgisch universitair masterdiploma "interprétation bidirectionnelle français - LSFB";
- Gelijkwaardige universitaire diploma's (Masters) uit het buitenland;
- EN een UF/UE 12-bekwaamheidsattest in LSFB.
* Voor dove vakspecialisten
Vóór eind 2024:
- Doof zijn en beschikken over het "Certificat d'Université en interprétation en contexte juridique: milieu judiciaire et secteur des demandes d'asile" van de Universiteit van Bergen.
Vanaf juni 2024 (het jaar waarin het getuigschrift wordt uitgereikt aan de eerste lichting doventolken):
- Doof zijn en beschikken over het "Certificat interuniversitaire en Langue des signes de Belgique francophone et français" met succesvolle afronding van de specialisatiemodule vertalen en tolken door doven.
- Doof zijn en beschikken over een bekwaamheids- en/of ervaringsattest uitgereikt door de dienst in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, alsook met vakspecialisten van verenigingen die beroepstolken en -vertalers in LFSB vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
Transliterator
- Met succes een kwalificerende opleiding tot transliterator hebben afgerond, waarvan het programma en de duur door de dienst zijn gevalideerd in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
- Beschikken over een bekwaamheids- en/of ervaringsattest uitgereikt door een instelling met een erkenning voor visuele communicatiemiddelen bedoeld in art 2,8°, goedgekeurd door de dienst en één van de vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
Velotypist
- Met succes een kwalificerende opleiding tot velotypist hebben afgerond, waarvan het programma en de duur door de dienst zijn gevalideerd in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
- Beschikken over een bekwaamheids- en/of ervaringsattest uitgereikt door de dienst in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
Het Collegelid kan de criteria en modaliteiten voor de erkenning van dienstverleners wijzigen ]1.
CRITERIA EN MODALITEITEN VOOR DE ERKENNING VAN DIENSTVERLENERS
Tolk in Frans-Belgische gebarentaal (LSFB)
* Voor horende vakspecialisten
Voor 2014:
- Belgisch bachelor Tolken LSFB in het volwassenenonderwijs
- Gelijkwaardige universitaire diploma's (Masters) uit het buitenland met ervaring in België beginnend vóór 2014.
- Geslaagd voor de categorie "OUI" van het Comité de Conduite des Interprètes (CCI) in 2003 of 2006.
- De twee tolkenopleidingen in LSFB aan het Institut Marie-Haps die zijn ingericht vóór 2003 EN de succesvolle afronding van de CCI-categorie "OUI" in 2003 of 2006.
Sinds 2014 (het jaar waarin de universitaire opleiding werd opgestart):
- Het Belgisch universitair masterdiploma "interprétation bidirectionnelle français - LSFB";
- Gelijkwaardige universitaire diploma's (Masters) uit het buitenland;
- EN een UF/UE 12-bekwaamheidsattest in LSFB.
* Voor dove vakspecialisten
Vóór eind 2024:
- Doof zijn en beschikken over het "Certificat d'Université en interprétation en contexte juridique: milieu judiciaire et secteur des demandes d'asile" van de Universiteit van Bergen.
Vanaf juni 2024 (het jaar waarin het getuigschrift wordt uitgereikt aan de eerste lichting doventolken):
- Doof zijn en beschikken over het "Certificat interuniversitaire en Langue des signes de Belgique francophone et français" met succesvolle afronding van de specialisatiemodule vertalen en tolken door doven.
- Doof zijn en beschikken over een bekwaamheids- en/of ervaringsattest uitgereikt door de dienst in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, alsook met vakspecialisten van verenigingen die beroepstolken en -vertalers in LFSB vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
Transliterator
- Met succes een kwalificerende opleiding tot transliterator hebben afgerond, waarvan het programma en de duur door de dienst zijn gevalideerd in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
- Beschikken over een bekwaamheids- en/of ervaringsattest uitgereikt door een instelling met een erkenning voor visuele communicatiemiddelen bedoeld in art 2,8°, goedgekeurd door de dienst en één van de vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
Velotypist
- Met succes een kwalificerende opleiding tot velotypist hebben afgerond, waarvan het programma en de duur door de dienst zijn gevalideerd in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
- Beschikken over een bekwaamheids- en/of ervaringsattest uitgereikt door de dienst in overleg met vakspecialisten van verenigingen die doven en slechthorenden vertegenwoordigen, gevalideerd door de dienst PHARE.
Het Collegelid kan de criteria en modaliteiten voor de erkenning van dienstverleners wijzigen ]1.
Modifications
Art. N1. [1 Annexe 1re de l'arrêté 2023/1641 du Collège de la Commission communautaire française modifiant l'arrêté 2017/1388 du Collège de la Commission communautaire française du 1er mars 2018 relatif aux services d'appui à la communication et à l'interprétation pour les personnes sourdes, mettant en oeuvre l'article 27 du décret de la Commission communautaire française du 17 janvier 2014 relatif à l'inclusion de la personne handicapée
CRITERES ET MODALITES DE RECONNAISSANCE DES PRESTATAIRES
Interprète en langue des signes de Belgique francophone (LSFB)
* Pour les professionnels entendants
Avant 2014 :
- Bachelier belge "interprétation LSFB" de Promotion sociale.
- Diplômes universitaires équivalents (Master) de l'étranger avec une expérience en Belgique démarrant avant 2014.
- La réussite du Comité de Conduite des Interprètes (CCI) catégorie " OUI " de 2003 ou 2006
- Les deux formations en interprétation LSFB de l'institut Marie-Haps organisée avant 2003 ET la réussite du CCI catégorie "OUI" de 2003 ou 2006.
A partir de 2014 (année de création de la formation universitaire) :
- Le diplôme universitaire belge de niveau master " interprétation bidirectionnelle français - LSFB " ;
- Diplômes universitaires équivalents (Master) de l'étranger ;
- ET une attestation UF/UE 12 de maîtrise de la LSFB.
* Pour les professionnels sourds
Avant fin 2024 :
- Etre sourd et disposer du Certificat d'Université en interprétation en contexte juridique : milieu judiciaire et secteur des demandes d'asile de l'Université de l'UMons.
Dès juin 2024 (année de l'octroi du certificat à la première promotion d'interprètes sourds) :
- Etre sourd et disposer du Certificat interuniversitaire en Langue des signes de Belgique francophone et français avec réussite du module de spécialisation en traduction et interprétation par les sourds
- Etre sourd et disposer d'une attestation des compétences et/ou de l'expérience établie par le service en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes, ainsi que des professionnels d'association représentant les interprètes et traducteurs professionnels en LFSB et validé par le Service PHARE.
Translittérateur
- Avoir réussi une formation qualifiante de translittérateur dont le programme et la durée sont validés par le service en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes et validé par le Service PHARE.
- Disposer d'une attestation des compétences et/ou de l'expérience établie par une institution reconnue dans un moyen de communication visuelle visé à l'art 2,8°, approuvée par le service et un des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes et validé par le Service PHARE.
Vélotypiste
- Avoir réussi une formation qualifiante de vélotypiste dont le programme et la durée sont validés par le service en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes et validé par le Service PHARE.
- Disposer d'une attestation des compétences et/ou de l'expérience établie par le service en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes et validé par le Service PHARE.
Le Membre du Collège peut modifier les critères et modalités de reconnaissance des prestataires ]1.
CRITERES ET MODALITES DE RECONNAISSANCE DES PRESTATAIRES
Interprète en langue des signes de Belgique francophone (LSFB)
* Pour les professionnels entendants
Avant 2014 :
- Bachelier belge "interprétation LSFB" de Promotion sociale.
- Diplômes universitaires équivalents (Master) de l'étranger avec une expérience en Belgique démarrant avant 2014.
- La réussite du Comité de Conduite des Interprètes (CCI) catégorie " OUI " de 2003 ou 2006
- Les deux formations en interprétation LSFB de l'institut Marie-Haps organisée avant 2003 ET la réussite du CCI catégorie "OUI" de 2003 ou 2006.
A partir de 2014 (année de création de la formation universitaire) :
- Le diplôme universitaire belge de niveau master " interprétation bidirectionnelle français - LSFB " ;
- Diplômes universitaires équivalents (Master) de l'étranger ;
- ET une attestation UF/UE 12 de maîtrise de la LSFB.
* Pour les professionnels sourds
Avant fin 2024 :
- Etre sourd et disposer du Certificat d'Université en interprétation en contexte juridique : milieu judiciaire et secteur des demandes d'asile de l'Université de l'UMons.
Dès juin 2024 (année de l'octroi du certificat à la première promotion d'interprètes sourds) :
- Etre sourd et disposer du Certificat interuniversitaire en Langue des signes de Belgique francophone et français avec réussite du module de spécialisation en traduction et interprétation par les sourds
- Etre sourd et disposer d'une attestation des compétences et/ou de l'expérience établie par le service en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes, ainsi que des professionnels d'association représentant les interprètes et traducteurs professionnels en LFSB et validé par le Service PHARE.
Translittérateur
- Avoir réussi une formation qualifiante de translittérateur dont le programme et la durée sont validés par le service en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes et validé par le Service PHARE.
- Disposer d'une attestation des compétences et/ou de l'expérience établie par une institution reconnue dans un moyen de communication visuelle visé à l'art 2,8°, approuvée par le service et un des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes et validé par le Service PHARE.
Vélotypiste
- Avoir réussi une formation qualifiante de vélotypiste dont le programme et la durée sont validés par le service en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes et validé par le Service PHARE.
- Disposer d'une attestation des compétences et/ou de l'expérience établie par le service en concertation avec des professionnels d'association représentant les personnes sourdes et malentendantes et validé par le Service PHARE.
Le Membre du Collège peut modifier les critères et modalités de reconnaissance des prestataires ]1.
Modifications
Art. N2. Bijlage 2 van het besluit 2017/1388 van 1 maart 2018 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de ondersteuningsdiensten voor dovencommunicatie en -vertolking, waarbij artikel 27 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de insluiting van de gehandicapte persoon ten uitvoer gelegd wordt
TOELAATBARE UITGAVEN VOOR DE VERANTWOORDING VAN DE ALGEMENE KOSTEN
ONDERSTEUNINGSDIENSTEN VOOR DOVENCOMMUNICATIE EN -VERTOLKING
TOELAATBARE UITGAVEN VOOR DE VERANTWOORDING VAN DE ALGEMENE KOSTEN
ONDERSTEUNINGSDIENSTEN VOOR DOVENCOMMUNICATIE EN -VERTOLKING
Art. N2. Annexe 2 de l'arrêté 2017/1388 du 1er mars 2018 du Collège de la Commission communautaire française relatif aux services d'appui à la communication et à l'interprétation pour les personnes sourdes, mettant en oeuvre l'article 27 du décret de la Commission communautaire française du 17 janvier 2014 relatif à l'inclusion de la personne handicapée
DEPENSES ADMISSIBLES POUR LA JUSTIFICATION DES FRAIS GENERAUX DES SERVICES D'APPUI
A LA COMMUNICATION ET A L'INTERPRETATION POUR LES PERSONNES SOURDES
DEPENSES ADMISSIBLES POUR LA JUSTIFICATION DES FRAIS GENERAUX DES SERVICES D'APPUI
A LA COMMUNICATION ET A L'INTERPRETATION POUR LES PERSONNES SOURDES
| 61. DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN |
| 6110. Zorgen |
| 61100. Aankopen van farmaceutische producten - courante producten |
| 61101. Aankopen van klein verzorgingsmateriaal |
| 61110. Aankopen van didactisch materiaal (terugbetaalbaar) |
| 61111. Aankopen van didactisch materiaal (niet-terugbetaalbaar) |
| 61130. Huren (met inbegrip van huurlasten) |
| 61131. Vervoer |
| 61150. Aankopen van klein keukenmateriaal |
| 612. Personeelsbeheerkosten |
| 61201. Opleidingskosten van de dienstverleners |
| 61224. Abonnementen op professionele magazines en documentatie |
| 61260. Extern sociaal secretariaat |
| 613. Huur en huurlasten |
| 61300. Huur gebouwen |
| 61301. Erfpachten |
| 61302. Huurlasten gebouwen |
| 61303. Huur materiaal en uitrusting |
| 614. Energie |
| 61400. Stookolie verwarming |
| 61401. Elektriciteit |
| 61402. Gas |
| 61403. Water |
| 615. Onderhoud en herstellingen - aankopen |
| 6152. Terreinen en constructies |
| 61520. Schoonmaak |
| 61521. Onderhoud en herstellingen buiten gebouwen |
| 61522. Onderhoud en herstellingen binnen gebouwen |
| 61530. Onderhoud en herstellingen technische installaties |
| 61531. Onderhoud en herstellingen keukeninstallaties en -uitrusting |
| 61535. Onderhoud en herstellingen materiaal en uitrusting voor onderhoud (met inbegrip van huur van kleine instrumenten) |
| 61540. Onderhoud en herstellingen meubilair |
| 61541. Onderhoud en herstellingen kantoormateriaal |
| 61542. Onderhoud en herstellingen informaticamateriaal |
| 616. Onderhoud en herstellingen - externe diensten |
| 6162. Terreinen en constructies |
| 61620. Schoonmaak |
| 61621. Onderhoud en herstellingen buiten gebouwen |
| 61622. Onderhoud en herstellingen binnen gebouwen |
| 6163. Installaties |
| 61630. Onderhoud en herstellingen technische installaties |
| 61631. Onderhoud en herstellingen keukeninstallaties en -uitrusting |
| 61635. Onderhoud en herstellingen onderhoudsmateriaal en -instrumenten |
| 61639. Verplichte controles uitgevoerd door derden |
| 6164. Meubilair en rollend materieel |
| 61640. Onderhoud en herstellingen meubilair |
| 61641. Onderhoud en herstellingen kantoormateriaal |
| 61642. Onderhoud en herstellingen informaticamateriaal |
| 61643 Onderhoud en herstellingen rollend materieel |
| 617. Verzekeringen |
| 61701. Verzekeringen en burgerlijke aansprakelijkheid gehandicapte personen en personeel |
| 61702. Verzekeringen diefstal, brand en schade |
| 61705. Verzekeringen auto's en voertuigen van het instituut |
| 61707. Omniumverzekeringen opdrachten |
| 61708. Andere verzekeringen |
| 618. Vervoer, verplaatsingen |
| 61800. Brandstof voor dienstvoertuigen |
| 61801. Huur dienstvoertuigen |
| 61802. Vergaderkosten |
| 61803. Kosten voor missies (1) |
| 619. Andere algemene beheerskosten |
| 6190. Kantoorbenodigdheden |
| 61900. Kantoorbenodigdheden |
| 61901. Informaticabenodigdheden |
| 61902. Kosten voor vergaderingen en recepties |
| 6191. Telefoon, fax en kosten in verband met postdiensten |
| 61910. Telefoon, fax, internet, minitel |
| 61911. Portkosten |
| 6192. Honorering van derden |
| 61920. Externe informaticadiensten (andere dan onderhoud en herstelling) |
| 61921. Honoraria externe boekhouders |
| 61923. Honoraria advocaten en notarissen |
| 61924. Honoraria zelfstandige dienstverleners |
| 61925. Andere honoraria |
| 61926. Reclame, aankondigingen en advertenties |
| 61927. Lidmaatschapskosten van verschillende instellingen |
| 62. VERGOEDINGEN, SOCIALE LASTEN ANDERE PERSONEELSKOSTEN (2) |
| 6200. Bezoldigingen van het personeel |
| 6210. Werkgeversbijdragen RSZ |
| 6220. Wetsverzekering |
| 6231. Weg van en naar het werk |
| 6232. Arbeidsgeneeskunde |
| 6270. Algemene secretariaatskosten |
| 63. AFSCHRIJVINGEN |
| 630. Dotaties afschrijvingen |
| 6300. Afschrijvingen op kosten eerste vestiging |
| 6301. Dotatie afschrijvingen immateriële activa |
| 6302. Dotatie afschrijvingen bouwwerken |
| 6303. Dotatie afschrijvingen installaties |
| 6304. Dotatie afschrijvingen meubilair en rollend materieel |
| 6305. Dotatie afschrijvingen gehuurde activa, financieringen en aanverwante rechten |
| 6306. Dotatie afschrijvingen andere materiële activa |
| 64. ANDERE EXPLOITATIELASTEN |
| 640. Fiscale bedrijfslasten |
| 64000. Onroerende voorheffing |
| 64010. Belasting op het patrimonium van de VZW |
| 64030. Verkeersbelasting |
| 64040. Kijk- en luistergeld |
| 64050. Lokale belastingen (vuilnis, riolering, enz.) |
| 65. FINANCIELE LASTEN |
| 650. Financiële lasten op schulden |
| 6500. Lasten op langetermijnschulden |
| 65001. Financiële lasten op huurschulden - financiering en gelijkgesteld |
| 65002. Financiële lasten op langetermijnschulden |
| 6501. Lasten op kortetermijnschulden |
| 65010. Interesten voor leningen ingevolge vertragingen subsidies |
| 65011. Financiële lasten op kortetermijnschulden |
| 656. Diverse financiële lasten |
| 65600. Bankkosten |
| 669. Lasten op vorige boekjaren |
| 669031. Inhalingen op vorige boekjaren |
| 6691. Diensten en diverse goederen (onder te verdelen als de rekeningen 61) |
| 6693. Afschrijvingen (onder te verdelen als de rekeningen 63) |
| 6694. Andere bedrijfslasten (onder te verdelen als de rekeningen 64) |
| 6695. Financiële lasten (onder te verdelen als de rekeningen 65) |
(1) Wanneer het gaat om dienstreiskosten met privévoertuig : op basis van de kilometervergoeding die jaarlijks door de federale overheid vastgesteld wordt in toepassing van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten.
(2) voor het personeel dat gedeeltelijk door ene andere overheid ten laste is genomen en voor de bezoldigde dienstverlener bedoeld in artikel 49, 4°.
| 61. SERVICES ET BIENS DIVERS |
| 6110. Soins |
| 61100. Achats de biens pharmaceutiques - produits courants |
| 61101. Achats de petit matériel de soin |
| 61110. Achats de matériel didactique (remboursable) |
| 61111. Achats de matériel didactique (non remboursable) |
| 61130. Locations (y compris charges locatives) |
| 61131. Transports |
| 61150. Achats de petit matériel de cuisine |
| 612. Frais de gestion du personnel |
| 61201. Frais de formation des prestataires |
| 61224. Abonnements aux revues professionnelles et documentation |
| 61260. Secrétariat social extérieur |
| 613. Loyers et charges locatives |
| 61300. Loyers immeubles |
| 61301. Redevances emphytéotiques |
| 61302. Charges locatives immeubles |
| 61303. Location matériel et équipement |
| 614. Energie |
| 61400. Mazout de chauffage |
| 61401. Electricité |
| 61402. Gaz |
| 61403. Eau |
| 615. Entretien et réparations - achats |
| 6152. Terrains et constructions |
| 61520. Nettoyage |
| 61521. Entretien et réparations extérieurs des bâtiments |
| 61522. Entretien et réparations intérieurs des bâtiments |
| 61530. Entretien et réparations installations techniques |
| 61531. Entretien et réparations installations et équipement de cuisine |
| 61535. Entretien et réparations matériel et outillage d'entretien (y compris location du petit outillage) |
| 61540. Entretien et réparations mobilier |
| 61541. Entretien et réparations matériel de bureau |
| 61542. Entretien et réparations matériel informatique |
| 616. Entretiens et réparations - services extérieurs |
| 6162. Terrains et constructions |
| 61620. Nettoyage |
| 61621. Entretien et réparations extérieurs des bâtiments |
| 61622. Entretien et réparations intérieurs des bâtiments |
| 6163. Installations |
| 61630. Entretien et réparations installations techniques |
| 61631. Entretien et réparations installations et équipements de cuisine |
| 61635. Entretien et réparations matériel et outillage d'entretien |
| 61639. Contrôles obligatoires opérés par des tiers |
| 6164. Mobilier et matériel roulant |
| 61640. Entretien et réparations mobilier |
| 61641. Entretien et réparation matériel de bureau |
| 61642. Entretien et réparation matériel informatique |
| 61643 Entretien et réparations matériel roulant |
| 617. Assurances |
| 61701. Assurances et responsabilité civile personnes handicapées et personnel |
| 61702. Assurances vol, incendie et dégâts |
| 61705. Assurances voitures et véhicules de l'institution |
| 61707. Assurances omnium missions |
| 61708. Autres assurances |
| 618. Transports, déplacements |
| 61800. Carburant pour véhicules de service |
| 61801. Locations de véhicules de service |
| 61802. Frais de réunion |
| 61803. Frais de mission (1) |
| 619. Autres frais de gestion générale |
| 6190. Fournitures de bureau |
| 61900. Fournitures de bureau |
| 61901. Fournitures informatiques |
| 61902. Frais de réunions et de réception |
| 6191. Téléphone, fax et frais postaux |
| 61910. Téléphone, fax, internet, minitel |
| 61911. Frais postaux |
| 6192. Rétribution de tiers |
| 61920. Services informatiques extérieurs (autres qu'entretiens et réparations) |
| 61921. Honoraires comptables externes |
| 61923. Honoraires avocats et notaires |
| 61924. Honoraires prestataires indépendants |
| 61925. Autres honoraires |
| 61926. Publicité, annonces et insertions |
| 61927. Frais d'affiliation à divers organismes |
| 62. REMUNERATIONS, CHARGES SOCIALES ET AUTRES FRAIS DE PERSONNEL (2) |
| 6200. Rémunérations personnel |
| 6210. Cotisations patronales ONSS |
| 6220. Assurance-loi |
| 6231. Chemin du travail |
| 6232. Médecine du travail |
| 6270. Frais de secrétariat général |
| 63. AMORTISSEMENTS |
| 630. Dotations aux amortissements |
| 6300. Amortissements sur frais de premier établissement |
| 6301. Dotation aux amortissements sur immobilisations incorporelles |
| 6302. Dotation aux amortissements sur constructions |
| 6303. Dotation aux amortissements sur installations |
| 6304. Dotation aux amortissements sur mobilier et matériel roulant |
| 6305. Dotation aux amortissements sur immobilisations détenues en locations, financements et droits similaires |
| 6306. Dotation aux amortissements sur autres immobilisations corporelles |
| 64. AUTRES CHARGES D'EXPLOITATION |
| 640. Charges fiscales d'exploitation |
| 64000. Précompte immobilier |
| 64010. Taxe sur le patrimoine des ASBL |
| 64030. Taxes de circulation |
| 64040. Taxe et redevances radio-TV |
| 64050. Taxes locales (immondices, égouts, etc.) |
| 65. CHARGES FINANCIERES |
| 650. Charges des dettes |
| 6500. Charges des dettes à long terme |
| 65001. Charges financières sur dettes de location - financement et assimilés |
| 65002. Charges financières sur dettes à long terme |
| 6501. Charges des dettes à court terme |
| 65010. Intérêts d'emprunts dus aux retards de subventionnement |
| 65011. Charges financières sur dettes à court terme |
| 656. Charges financières diverses |
| 65600. Frais bancaires |
| 669. Charges sur exercices antérieurs |
| 669031. Rattrapage sur exercices antérieurs |
| 6691. Services et biens divers (à subdiviser comme les comptes 61) |
| 6693. Amortissements (à subdiviser comme les comptes 63) |
| 6694. Autres charges d'exploitation (à subdiviser comme les comptes 64) |
| 6695. Charges financières (à subdiviser comme les comptes 65) |
(1) Lorsqu'il s'agit de frais de mission en véhicule privé : sur base de l'indemnité kilométrique établie annuellement par le pouvoir public fédéral en application de l'Arrêté royal du 18 janvier 1965 portant réglementation générale en matière de frais de parcours.
(2) pour le personnel pris en charge partiellement par un autre pouvoir public et pour le prestataire salarié visé à l'article 49, 4°.