Artikel 1. In artikel 13 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste en het tweede lid vormen paragraaf 1;
2° in het eerste lid, dat paragraaf 1, eerste lid, wordt, worden de woorden " in artikel 15, § 1, 2° en 3°, "vervangen door de woorden " in artikel 15, § 1, eerste lid, 2° en 3°, ";
3° het tweede lid, 2°, dat paragraaf 1, tweede lid, 2°, wordt, wordt vervangen als volgt :
"2° de betaling van de voorlopige bijdragen beoogd in artikel 11, § 3, en in artikel 13bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 38.";
4° het derde lid en het vierde lid vormen paragraaf 2;
5° het artikel wordt aangevuld met de paragrafen 3 en 4, luidende :
" § 3. Wanneer de zelfstandige verkregen heeft dat de regularisatie van de bijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, niet wordt toegepast overeenkomstig artikel 11, § 5, vierde lid, van hetzelfde besluit, dan gelden de voorlopige bijdragen die betaald werden overeenkomstig artikel 11, § 3, en artikel 13bis, § 2, van hetzelfde besluit, als bewijs van de beroepsbezigheid als zelfstandige.
In dat geval blijven de rechten op pensioen verworven op de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen ten belope van de voorlopige bijdragen die de zelfstandige betaald heeft.
§ 4. Wanneer de zelfstandige, voor een bepaald jaar, de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft na het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke uit die regularisatie voortspruit, doch binnen de 12 daaropvolgende maanden, dan gelden de voorlopige bijdragen die betaald werden overeenkomstig artikel 11, § 3, en artikel 13bis, § 2, van hetzelfde besluit, als bewijs van de beroepsbezigheid als zelfstandige.
In dat geval blijven de rechten op pensioen verworven op de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen ten belope van de voorlopige bijdragen die de zelfstandige betaald heeft .".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
7 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen met betrekking tot de invloed van de bijdragen op de pensioenen
Titre
7 FEVRIER 2018. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants en ce qui concerne l'impact des cotisations sur les pensions
Informations sur le document
Numac: 2018030429
Datum: 2018-02-07
Info du document
Numac: 2018030429
Date: 2018-02-07
Tekst (8)
Texte (9)
Article 1er. A l'article 13 de l'arrêté royal du 22 décembre 1967 portant règlement général relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants, modifié en dernier lieu par l'arrêté royal du 21 février 2013, les modifications suivantes sont apportées :
1° les alinéas 1er et 2 forment le paragraphe 1er;
2° dans l'alinéa 1er, qui devient le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots " l'article 15, § 1er, 2° et 3°, " sont remplacés par les mots " l'article 15, § 1er, alinéa 1er, 2° et 3°, ";
3° l'alinéa 2, 2° qui devient le paragraphe 1er, alinéa 2, 2°, est remplacé par ce qui suit :
"2° le paiement des cotisations provisoires visées à l'article 11, § 3, et à l'article 13bis, § 2, de l'arrêté royal n° 38.";
4° l'alinéa 3 et l'alinéa 4 forment le paragraphe 2;
5° l'article est complété par les paragraphes 3 et 4 rédigés comme suit :
" § 3. Lorsque le travailleur indépendant a obtenu que la régularisation des cotisations, visée à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, ne soit pas appliquée, conformément à l'article 11, § 5, alinéa 4, du même arrêté, les cotisations provisoires qui ont été payées conformément à l'article 11, § 3, et à l'article 13bis, § 2, du même arrêté, font preuve de l'activité professionnelle en qualité de travailleur indépendant.
Dans ce cas, les droits à la pension restent acquis à la première date de prise de cours effective de la pension à concurrence des cotisations provisoires payées par le travailleur indépendant.
§ 4. Lorsque le travailleur indépendant a payé, pour une année déterminée, les cotisations de régularisation, visées à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, en principal et accessoires, après la fin du trimestre qui suit celui au cours duquel la caisse d'assurances sociales lui a envoyé le décompte qui résulte de cette régularisation, mais dans les 12 mois qui suivent cette date, les cotisations provisoires qui ont été payées conformément à l'article 11, § 3, et à l'article 13bis, § 2, du même arrêté, font preuve de l'activité professionnelle en qualité de travailleur indépendant.
Dans ce cas, les droits à la pension restent acquis à la première date de prise de cours effective de la pension à concurrence des cotisations provisoires payées par le travailleur indépendant. ".
1° les alinéas 1er et 2 forment le paragraphe 1er;
2° dans l'alinéa 1er, qui devient le paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots " l'article 15, § 1er, 2° et 3°, " sont remplacés par les mots " l'article 15, § 1er, alinéa 1er, 2° et 3°, ";
3° l'alinéa 2, 2° qui devient le paragraphe 1er, alinéa 2, 2°, est remplacé par ce qui suit :
"2° le paiement des cotisations provisoires visées à l'article 11, § 3, et à l'article 13bis, § 2, de l'arrêté royal n° 38.";
4° l'alinéa 3 et l'alinéa 4 forment le paragraphe 2;
5° l'article est complété par les paragraphes 3 et 4 rédigés comme suit :
" § 3. Lorsque le travailleur indépendant a obtenu que la régularisation des cotisations, visée à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, ne soit pas appliquée, conformément à l'article 11, § 5, alinéa 4, du même arrêté, les cotisations provisoires qui ont été payées conformément à l'article 11, § 3, et à l'article 13bis, § 2, du même arrêté, font preuve de l'activité professionnelle en qualité de travailleur indépendant.
Dans ce cas, les droits à la pension restent acquis à la première date de prise de cours effective de la pension à concurrence des cotisations provisoires payées par le travailleur indépendant.
§ 4. Lorsque le travailleur indépendant a payé, pour une année déterminée, les cotisations de régularisation, visées à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, en principal et accessoires, après la fin du trimestre qui suit celui au cours duquel la caisse d'assurances sociales lui a envoyé le décompte qui résulte de cette régularisation, mais dans les 12 mois qui suivent cette date, les cotisations provisoires qui ont été payées conformément à l'article 11, § 3, et à l'article 13bis, § 2, du même arrêté, font preuve de l'activité professionnelle en qualité de travailleur indépendant.
Dans ce cas, les droits à la pension restent acquis à la première date de prise de cours effective de la pension à concurrence des cotisations provisoires payées par le travailleur indépendant. ".
Art.2. Artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 oktober 1990, wordt vervangen als volgt :
" § 1. Indien, op de datum waarop het pensioen daadwerkelijk ingaat, bijdragen bedoeld in artikel 13, §§ 1 en 2, in hoofdsom of toebehoren, verschuldigd blijven, kan de regularisatie van deze toestand slechts een weerslag hebben op het recht op uitkeringen ten vroegste de eerste van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de verschuldigde bijdragen werd betaald.
§ 2. Onverminderd § 1, indien de zelfstandige, voor een bepaald jaar, de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft vóór het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke uit die regularisatie voortspruit, dan heeft deze toestand een weerslag op het recht op uitkeringen vanaf de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen, voor zover de totaliteit van de verschuldigde regularisatiebijdragen werd betaald.
§ 3.Indien de zelfstandige, voor een bepaald jaar, de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft na het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke uit die regularisatie voortspruit, dat gelegen is na de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen, dan kan deze toestand slechts een weerslag hebben op het recht op uitkeringen ten vroegste de eerste van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de verschuldigde regularisatiebijdragen werd betaald.".
" § 1. Indien, op de datum waarop het pensioen daadwerkelijk ingaat, bijdragen bedoeld in artikel 13, §§ 1 en 2, in hoofdsom of toebehoren, verschuldigd blijven, kan de regularisatie van deze toestand slechts een weerslag hebben op het recht op uitkeringen ten vroegste de eerste van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de verschuldigde bijdragen werd betaald.
§ 2. Onverminderd § 1, indien de zelfstandige, voor een bepaald jaar, de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft vóór het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke uit die regularisatie voortspruit, dan heeft deze toestand een weerslag op het recht op uitkeringen vanaf de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen, voor zover de totaliteit van de verschuldigde regularisatiebijdragen werd betaald.
§ 3.Indien de zelfstandige, voor een bepaald jaar, de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, in hoofdsom en toebehoren betaald heeft na het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal verzekeringsfonds hem de bijdrage-afrekening heeft toegezonden welke uit die regularisatie voortspruit, dat gelegen is na de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen, dan kan deze toestand slechts een weerslag hebben op het recht op uitkeringen ten vroegste de eerste van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de verschuldigde regularisatiebijdragen werd betaald.".
Art.2. L'article 15 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 3 octobre 1990, est remplacé par ce qui suit :
" § 1er. Si, à la date à laquelle la pension prend cours effectivement, des cotisations visées à l'article 13, §§ 1er et 2, restent dues, en principal ou en accessoires, la régularisation de cette situation ne peut avoir une incidence sur le droit aux prestations qu'au plus tôt le premier du mois suivant celui au cours duquel la totalité des cotisations dues a été payée.
§ 2. Sans préjudice du § 1er, si le travailleur indépendant a payé, pour une année déterminée, les cotisations de régularisation, visées à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, en principal et accessoires, avant la fin du trimestre qui suit celui au cours duquel la caisse d'assurances sociales lui a envoyé le décompte qui résulte de cette régularisation, cette situation a une incidence sur le droit aux prestations à partir de la première date de prise de cours effective de la pension, pour autant que la totalité des cotisations de régularisation dues ait été payée.
§ 3. Si le travailleur indépendant a payé, pour une année déterminée, les cotisations de régularisation, visées à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, en principal et accessoires, après la fin du trimestre qui suit celui au cours duquel la caisse d'assurances sociales lui a envoyé le décompte qui résulte de cette régularisation, qui est située après la première date de prise de cours effective de la pension, cette situation ne peut avoir une incidence sur le droit aux prestations qu'au plus tôt le premier du mois suivant celui au cours duquel la totalité des cotisations de régularisation dues a été payée. ".
" § 1er. Si, à la date à laquelle la pension prend cours effectivement, des cotisations visées à l'article 13, §§ 1er et 2, restent dues, en principal ou en accessoires, la régularisation de cette situation ne peut avoir une incidence sur le droit aux prestations qu'au plus tôt le premier du mois suivant celui au cours duquel la totalité des cotisations dues a été payée.
§ 2. Sans préjudice du § 1er, si le travailleur indépendant a payé, pour une année déterminée, les cotisations de régularisation, visées à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, en principal et accessoires, avant la fin du trimestre qui suit celui au cours duquel la caisse d'assurances sociales lui a envoyé le décompte qui résulte de cette régularisation, cette situation a une incidence sur le droit aux prestations à partir de la première date de prise de cours effective de la pension, pour autant que la totalité des cotisations de régularisation dues ait été payée.
§ 3. Si le travailleur indépendant a payé, pour une année déterminée, les cotisations de régularisation, visées à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, en principal et accessoires, après la fin du trimestre qui suit celui au cours duquel la caisse d'assurances sociales lui a envoyé le décompte qui résulte de cette régularisation, qui est située après la première date de prise de cours effective de la pension, cette situation ne peut avoir une incidence sur le droit aux prestations qu'au plus tôt le premier du mois suivant celui au cours duquel la totalité des cotisations de régularisation dues a été payée. ".
Art.3. In artikel 35, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "weerhouden wordt met het oog op de toepassing van artikel 11, § 3," vervangen door de woorden "in aanmerking genomen wordt met het oog op de toepassing van artikel 11, § 3, derde lid,";
2° in de bepaling onder 3° worden de woorden "in uitvoering van artikel 11, § 3," vervangen door de woorden "in uitvoering van artikel 11, § 3, derde lid,".
1° in de bepaling onder 1° worden de woorden "weerhouden wordt met het oog op de toepassing van artikel 11, § 3," vervangen door de woorden "in aanmerking genomen wordt met het oog op de toepassing van artikel 11, § 3, derde lid,";
2° in de bepaling onder 3° worden de woorden "in uitvoering van artikel 11, § 3," vervangen door de woorden "in uitvoering van artikel 11, § 3, derde lid,".
Art.3. A l'article 35, § 1er, alinéa 1er, du même arrêté, modifié en dernier lieu par l'arrêté royal du 20 juillet 2000, les modifications suivantes sont apportées :
1° au 1°, les mots " en vue de l'application de l'article 11, § 3, " sont remplacés par les mots " en vue de l'application de l'article 11, § 3, alinéa 3, ";
2° au 3°, les mots " en exécution de l'article 11, § 3 " sont remplacés par les mots " en exécution de l'article 11, § 3, alinéa 3, ".
1° au 1°, les mots " en vue de l'application de l'article 11, § 3, " sont remplacés par les mots " en vue de l'application de l'article 11, § 3, alinéa 3, ";
2° au 3°, les mots " en exécution de l'article 11, § 3 " sont remplacés par les mots " en exécution de l'article 11, § 3, alinéa 3, ".
Art.4. In artikel 41, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, eerste streepje, worden de woorden "in de zin van artikel 11" vervangen door de woorden "zoals bedoeld in het artikel 11, § 3, eerste tot het vierde lid";
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
" Wanneer er, wegens de stopzetting van de bezigheid, geen refertejaar meer is zoals bedoeld in artikel 11, § 3, eerste tot het vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 met vier kwartalen onderwerping, betaalt de belanghebbende de bijdragen waarvan sprake is in vorig lid, berekend op grond van de bedrijfsinkomsten in de zin van artikel 11, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, die betrekking hebben op het laatste bijdragejaar dat vier kwartalen onderwerping telt.".
2° in het derde lid, worden de woorden "vastgesteld is overeenkomstig artikel 11, § 3" vervangen door de woorden "vastgesteld is overeenkomstig artikel 11, § 3, derde lid ".
1° in het eerste lid, eerste streepje, worden de woorden "in de zin van artikel 11" vervangen door de woorden "zoals bedoeld in het artikel 11, § 3, eerste tot het vierde lid";
2° het tweede lid wordt vervangen als volgt :
" Wanneer er, wegens de stopzetting van de bezigheid, geen refertejaar meer is zoals bedoeld in artikel 11, § 3, eerste tot het vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 38 met vier kwartalen onderwerping, betaalt de belanghebbende de bijdragen waarvan sprake is in vorig lid, berekend op grond van de bedrijfsinkomsten in de zin van artikel 11, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, die betrekking hebben op het laatste bijdragejaar dat vier kwartalen onderwerping telt.".
2° in het derde lid, worden de woorden "vastgesteld is overeenkomstig artikel 11, § 3" vervangen door de woorden "vastgesteld is overeenkomstig artikel 11, § 3, derde lid ".
Art.4. A l'article 41, § 2, du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 7 février 2003, les modifications suivantes sont apportées :
1° à l'alinéa 1er, 1er tiret, les mots " au sens de l'article 11 " sont remplacés par les mots " comme visé à l'article 11, § 3, alinéas 1er à 4 ";
2° l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :
" Lorsque, par suite de la cessation d'activité, il n'y a plus d'année de référence comme visée à l'article 11, § 3, alinéas 1er à 4, de l'arrêté royal n° 38, comportant assujettissement pour les quatre trimestres, l'intéressé est tenu au paiement des cotisations dont question à l'alinéa précédent, établies sur la base des revenus professionnels au sens de l'article 11, § 3, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, relatifs à la dernière année de cotisation comportant quatre trimestres d'assujettissement. ".
2° à l'alinéa 3, les mots " fixée conformément à l'article 11, § 3 " sont remplacés par les mots " fixée conformément à l'article 11, § 3, alinéa 3 ".
1° à l'alinéa 1er, 1er tiret, les mots " au sens de l'article 11 " sont remplacés par les mots " comme visé à l'article 11, § 3, alinéas 1er à 4 ";
2° l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :
" Lorsque, par suite de la cessation d'activité, il n'y a plus d'année de référence comme visée à l'article 11, § 3, alinéas 1er à 4, de l'arrêté royal n° 38, comportant assujettissement pour les quatre trimestres, l'intéressé est tenu au paiement des cotisations dont question à l'alinéa précédent, établies sur la base des revenus professionnels au sens de l'article 11, § 3, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38, relatifs à la dernière année de cotisation comportant quatre trimestres d'assujettissement. ".
2° à l'alinéa 3, les mots " fixée conformément à l'article 11, § 3 " sont remplacés par les mots " fixée conformément à l'article 11, § 3, alinéa 3 ".
Art.5. Artikel 149 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 juli 1981 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 mei 1988, wordt vervangen als volgt :
" § 1. De Raad voor uitbetaling van de voordelen van de Federale Pensioendienst kan, geheel of gedeeltelijk, afzien van de terugvordering bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit nr. 72 :
1° wanneer de geringheid van het terug te vorderen bedrag niet verant-woordt dat kosten worden gemaakt;
2° in behartigenswaardige gevallen, inzonderheid omwille van de vermo-genstoestand van de schuldenaar.
§ 2. De Raad voor uitbetaling van de voordelen van de Federale Pensioendienst ziet ambtshalve af van de terugvordering, bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit nr. 72, wanneer de onverschuldigde betaling haar oorsprong vindt in de niet betaling van de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, binnen de 12 maanden volgend op het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal verzekeringsfonds de bijdrage-afrekening heeft verstuurd welke uit die regularisatie voortspruit.
De verzaking aan de terugvordering voor de resterende schuld gaat in de maand volgend op de datum waarop de zelfstandige de voormelde regularisatiebijdragen betaalt. ".
" § 1. De Raad voor uitbetaling van de voordelen van de Federale Pensioendienst kan, geheel of gedeeltelijk, afzien van de terugvordering bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit nr. 72 :
1° wanneer de geringheid van het terug te vorderen bedrag niet verant-woordt dat kosten worden gemaakt;
2° in behartigenswaardige gevallen, inzonderheid omwille van de vermo-genstoestand van de schuldenaar.
§ 2. De Raad voor uitbetaling van de voordelen van de Federale Pensioendienst ziet ambtshalve af van de terugvordering, bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit nr. 72, wanneer de onverschuldigde betaling haar oorsprong vindt in de niet betaling van de regularisatiebijdragen, bedoeld in artikel 11, § 5, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 38, binnen de 12 maanden volgend op het einde van het kwartaal dat volgt op dat waarin het sociaal verzekeringsfonds de bijdrage-afrekening heeft verstuurd welke uit die regularisatie voortspruit.
De verzaking aan de terugvordering voor de resterende schuld gaat in de maand volgend op de datum waarop de zelfstandige de voormelde regularisatiebijdragen betaalt. ".
Art.5. L'article 149 du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 2 juillet 1981 et modifié par l'arrêté royal du 4 mai 1988, est remplacé par ce qui suit :
" § 1er. Le Conseil pour le paiement des prestations du Service Fédéral des Pensions peut renoncer, en tout ou en partie, à la récupération visée à l'article 36 de l'arrêté royal n° 72 :
1° lorsque la modicité du montant à récupérer ne justifie pas que des frais soient exposés;
2° dans des cas dignes d'intérêt, notamment en raison de l'état de fortune du débiteur.
§ 2. Le Conseil pour le paiement des prestations du Service Fédéral des Pensions renonce d'office à la récupération visée à l'article 36 de l'arrêté royal n° 72 lorsque le paiement indu trouve son origine dans le non paiement des cotisations de régularisation visées à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38 dans les 12 mois suivant la fin du trimestre qui suit celui au cours duquel la caisse d'assurances sociales a envoyé le décompte qui résulte de cette régularisation.
La renonciation à la récupération de la dette restante prend cours le mois qui suit la date à laquelle le travailleur indépendant paie les cotisations de régularisation précitées. ".
" § 1er. Le Conseil pour le paiement des prestations du Service Fédéral des Pensions peut renoncer, en tout ou en partie, à la récupération visée à l'article 36 de l'arrêté royal n° 72 :
1° lorsque la modicité du montant à récupérer ne justifie pas que des frais soient exposés;
2° dans des cas dignes d'intérêt, notamment en raison de l'état de fortune du débiteur.
§ 2. Le Conseil pour le paiement des prestations du Service Fédéral des Pensions renonce d'office à la récupération visée à l'article 36 de l'arrêté royal n° 72 lorsque le paiement indu trouve son origine dans le non paiement des cotisations de régularisation visées à l'article 11, § 5, alinéa 1er, de l'arrêté royal n° 38 dans les 12 mois suivant la fin du trimestre qui suit celui au cours duquel la caisse d'assurances sociales a envoyé le décompte qui résulte de cette régularisation.
La renonciation à la récupération de la dette restante prend cours le mois qui suit la date à laquelle le travailleur indépendant paie les cotisations de régularisation précitées. ".
Art.6. In artikel 154 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 december 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het enig lid, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt :
"7° de regularisatie van de bijdragen overeenkomstig artikel 15 een invloed heeft op het recht op de uitkeringen;
de nieuwe beslissing heeft onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 15, § 2, uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de verschuldigde bijdragen werd betaald;
2° het enig lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende :
"9° een beslissing genomen wordt inzake gelijkstelling, bedoeld in de artikelen 28, 29, 31, 32, 33, 37bis, 38 en 41;
de nieuwe beslissing heeft uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke de in artikel 31, § 4bis, artikel 35, § 1 of artikel 41, § 2, bedoelde bijdragen betaald werden of, indien geen bijdragen verschuldigd zijn, vanaf de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen.".
1° in het enig lid, wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt :
"7° de regularisatie van de bijdragen overeenkomstig artikel 15 een invloed heeft op het recht op de uitkeringen;
de nieuwe beslissing heeft onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 15, § 2, uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op die tijdens welke de totaliteit van de verschuldigde bijdragen werd betaald;
2° het enig lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende :
"9° een beslissing genomen wordt inzake gelijkstelling, bedoeld in de artikelen 28, 29, 31, 32, 33, 37bis, 38 en 41;
de nieuwe beslissing heeft uitwerking op de eerste dag van de maand volgend op deze tijdens welke de in artikel 31, § 4bis, artikel 35, § 1 of artikel 41, § 2, bedoelde bijdragen betaald werden of, indien geen bijdragen verschuldigd zijn, vanaf de eerste effectieve ingangsdatum van het pensioen.".
Art.6. A l'article 154 du même arrêté, modifié en dernier lieu par l'arrêté royal du 15 décembre 1998, les modifications suivantes sont apportées :
1° à l'alinéa unique, le 7° est remplacé par ce qui suit :
" 7° la régularisation des cotisations, conformément à l'article 15, a une incidence sur le droit aux prestations;
la nouvelle décision prend cours, sans préjudice de l'application des dispositions de l'article 15, § 2, le premier du mois suivant celui au cours duquel la totalité des cotisations dues a été payée;
2° l'alinéa unique est complété par le 9° rédigé comme suit :
" 9° une décision est prise en matière d'assimilation, visée aux articles 28, 29, 31, 32, 33, 37bis, 38 et 41;
la nouvelle décision prend cours le premier jour du mois suivant celui au cours duquel les cotisations visées à l'article 31, § 4bis, à l'article 35, § 1er ou à l'article 41, § 2, ont été payées ou, si aucune cotisation n'est due, à partir de la première date de prise de cours effective de la pension. ".
1° à l'alinéa unique, le 7° est remplacé par ce qui suit :
" 7° la régularisation des cotisations, conformément à l'article 15, a une incidence sur le droit aux prestations;
la nouvelle décision prend cours, sans préjudice de l'application des dispositions de l'article 15, § 2, le premier du mois suivant celui au cours duquel la totalité des cotisations dues a été payée;
2° l'alinéa unique est complété par le 9° rédigé comme suit :
" 9° une décision est prise en matière d'assimilation, visée aux articles 28, 29, 31, 32, 33, 37bis, 38 et 41;
la nouvelle décision prend cours le premier jour du mois suivant celui au cours duquel les cotisations visées à l'article 31, § 4bis, à l'article 35, § 1er ou à l'article 41, § 2, ont été payées ou, si aucune cotisation n'est due, à partir de la première date de prise de cours effective de la pension. ".
Art.7. De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de sociale bijdragen die betrekking hebben op de kalenderkwartalen die gelegen zijn vanaf 1 januari 2015.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.
Art.7. Les dispositions du présent arrêté s'appliquent aux cotisations sociales relatives aux trimestres civils situés à partir du 1er janvier 2015.
Art. 8. De minister bevoegd voor Pensioenen en de minister bevoegd voor de Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.8. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2015.
-
Art. 9. Le ministre des Pensions et le ministre des Indépendants, chacun pour ce qui le concerne, sont chargés de l'exécution du présent arrêté.