Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
14 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen
Titre
14 DECEMBRE 2018. - Arrêté royal portant modification de l'arrêté royal du 18 décembre 2009 relatif aux communications radioélectriques privées et aux droits d'utilisation des réseaux fixes et des réseaux à ressources partagées
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
Table des matières
Tekst (38)
Texte (38)
Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder 12°, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de woorden "van een radiostation" worden opgeheven;
  b) de woorden "die het Instituut aan dit radiostation toekent teneinde de identificatie ervan mogelijk te maken" worden vervangen door de woorden "die de identificatie van een radiostation of van zijn gebruiker mogelijk maakt";
  2° de bepaling onder 24° wordt vervangen als volgt:
  "24° korteafstandsapparatuur: elk zendtoestel voor radiocommunicatie zoals gedefinieerd in artikel 2, 35°, van de wet, dat communicatie in één of twee richtingen verzorgt op een korte afstand en met een laag vermogensniveau;";
  3° artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 29° en 30°, luidende:
  "29° CEPT: de "Conférence Européenne des administrations des Postes et Télécommunications" of Europese Conferentie van de administraties van Posterijen en Telecommunicatie, waarvan het Europese Comité voor radiocommunicatie, "European Radiocommunications Committee" genaamd en afgekort "ERC" deel uitmaakt, alsook het Comité van elektronische communicatie, "Electronic Communications Committee" genaamd en afgekort "ECC";
  30° walstation: elk station dat opgesteld is op het vasteland of op een permanent vastgemeerd schip en dat op maritieme frequenties werkt;".
Article 1er. Dans l'article 1er de l'arrêté royal du 18 décembre 2009 relatif aux communications radioélectriques privées et aux droits d'utilisation des réseaux fixes et des réseaux à ressources partagées, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au 12°, les modifications suivantes sont apportées :
  a) les mots " d'une station de radiocommunications " sont abrogés;
  b) les mots " que l'Institut attribue à cette station de radiocommunications afin d'en permettre l'identification " sont remplacés par les mots " qui permet l'identification d'une station de radiocommunications ou de son utilisateur " ;
  2° le 24° est remplacé par ce qui suit :
  " 24° dispositif à courte portée : tout appareil émetteur de radiocommunications comme défini à l'article 2, 35°, de la loi, transmettant des communications unidirectionnelles ou bidirectionnelles sur une courte distance et à un faible niveau de puissance ; " ;
  3° l'article est complété par les 29° et 30°, rédigés comme suit :
  " 29° CEPT : la " Conférence Européenne des administrations des Postes et Télécommunications ", dont font partie le Comité européen des radiocommunications dénommé " European Radiocommunications Committee ", en abrégé " ERC ", ainsi que le Comité des communications électroniques dénommé " Electronic Communications Committee ", en abrégé " ECC " ;
  30° station côtière : toute station établie à terre ou sur un navire amarré en permanence, et qui fonctionne sur des fréquences maritimes ; ".
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "39, § 1," vervangen door het woord "39";
  2° in het tweede lid worden de woorden "Dit besluit, behoudens artikel 3, is niet van toepassing op de radio- en televisieomroepstations noch" vervangen door de woorden "In afwijking van het eerste lid zijn enkel de artikelen 3, 50/1, 51 en 52 van toepassing op de radio- en televisieomroepstations en";
  3° het derde lid wordt opgeheven;
  4° het vierde lid wordt vervangen als volgt:
  "In afwijking van het koninklijk besluit van 16 april 1998 betreffende de satellietgrondstations, is dit besluit van toepassing op de stations bestemd voor communicatie met een of meer ruimtestations wanneer deze geklasseerd zijn in de categorieën 4, 5 of 6 bedoeld in artikel 4.".
Art.2. A l'article 2 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 1er, les mots " 39, § 1er, " sont remplacés par le mot " 39 " ;
  2° dans l'alinéa 2, les mots " Le présent arrêté, à l'exception de l'article 3, ne s'applique pas aux stations de radiodiffusion et télévision ni " sont remplacés par les mots " Par dérogation à l'alinéa 1er, seuls les articles 3, 50/1, 51 et 52 s'appliquent aux stations de radiodiffusion et télévision et " ;
  3° l'alinéa 3 est abrogé ;
  4° l'alinéa 4 est remplacé par ce qui suit :
  " Par dérogation à l'arrêté royal du 16 avril 1998 relatif aux stations terriennes de satellites, le présent arrêté s'applique aux stations destinées à communiquer avec une ou plusieurs stations spatiales lorsqu'elles sont classées dans les catégories 4, 5 ou 6 visées à l'article 4. ".
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "niet de vergunning bedoeld in artikel 39, § 1," vervangen door de woorden "geen vergunning op basis van artikel 39 of geen gebruiksrecht op basis van artikel 18".
Art.3. Zijn vrijgesteld van bedieningscertificaten van de 5e categorie:
  1° de personen die het woord nemen op de radioamateurfrequenties in het kader van activiteiten ter bevordering van de 5e categorie waarvoor het Instituut een vergunning heeft verleend op basis van een gemotiveerd verzoek dat voordien ingediend is door een erkende radioamateurvereniging of een radioclub;
  2° elke persoon die een door een erkende radioamateurvereniging georganiseerde opleiding volgt, in het kader van die opleiding.
Art.3. Dans l'article 3 du même arrêté, les mots " pas l'autorisation visée à l'article 39, § 1er, " sont remplacés par les mots " pas une autorisation en vertu de l'article 39 ou un droit d'utilisation en vertu de l'article 18 ".
Art.3. Sont exemptées de certificats d'opérateur de 5e catégorie :
  1° les personnes prenant la parole sur les fréquences radioamateurs dans le cadre d'activités de promotion de la 5e catégorie pour lesquelles l'Institut a octroyé une autorisation sur base d'une demande motivée introduite préalablement par une association reconnue de radioamateurs ou un radio-club ;
  2° toute personne suivant une formation organisée par une association reconnue de radioamateurs, dans le cadre de ladite formation.
Art.4. In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de bepaling onder 3° worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in de bepaling onder a), worden de woorden "die van een" vervangen door de woorden "die uitsluitend";
  b) de bepaling onder b) wordt aangevuld met de woorden "alsook de openbaarvervoermaatschappijen";
  c) de bepaling onder c) wordt vervangen als volgt:
  "c) de ziekenhuizen en klinieken;";
  d) in de bepaling onder d) worden de woorden "hetzij met zuiver humanitaire doeleinden, hetzij zonder winstoogmerk" vervangen door de woorden "met zuiver humanitaire doeleinden en zonder winstoogmerk";
  2° in de bepaling onder 4°, worden de woorden "zoals bedoeld in artikel 33, § 2 van de wet" vervangen door de woorden "die op frequenties werken, die voorbehouden zijn voor de zeevaart en binnenscheepvaart, alsook de radars en geassocieerde noodbakens";
  3° in de bepaling onder 6° worden de woorden "andere private radionetten of radiostations die niet onder een van de voorgaande categorieën vallen zoals, onder meer, demonstratiemodellen, testen en beproeven van radiogolven" vervangen door de woorden "private radiostations die op frequenties werken, die voorbehouden zijn voor de luchtvaart, alsook de radars en geassocieerde noodbakens";
  4° in de bepaling onder 7° worden de woorden "algemene en individuele houdersvergunningen;" vervangen door de woorden "algemene houdersvergunningen of individuele houdersvergunningen;";
  5° het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 9°, luidende:
  "9° 9de categorie: vergunningen met betrekking tot private radionetten of -stations:
  a) gebruikt voor proeven of tests; of
  b) die toestellen beoogd in artikel 33, § 2, van de wet gebruiken; of
  c) die radars gebruiken die niet tot andere categorieën behoren; of
  d) die tot geen enkele andere categorie behoren.".
Art.4. Is vrijgesteld van de overeenstemmende bedieningscertificaten van de 6e categorie:
  1° de houder van een beperkt bedieningscertificaat voor een radiostation geïnstalleerd aan boord van een luchtvaartuig, afgegeven door een buitenlandse administratie;
  2° de houder van een certificaat van Europees luchtverkeersleider voor de uitoefening van zijn functie.".
Art.4. Dans l'article 4 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au 3°, les modifications suivantes sont apportées :
  a) dans le texte néerlandais du a), les mots " die van een " sont remplacé par les mots " die uitsluitend ";
  b) le b) est complété par les mots " ainsi que les sociétés de transport en commun ";
  c) le c) est remplacé par ce qui suit :
  " c) les hôpitaux et clinique ; " ;
  d) au d), les mots " à des fins purement humanitaires ou sans but lucratif " sont remplacés par les mots " à des fins purement humanitaires et sans but lucratif " ;
  2° au 4°, les mots " telles que visées à l'article 33, § 2, de la loi " sont remplacés par les mots " fonctionnant sur les fréquences réservées à la navigation maritime et à la navigation intérieure ainsi que les radars et balises de détresse associés " ;
  3° au 6°, les mots " autres réseaux ou stations de radiocommunications privées qui ne relèvent pas d'une des autres catégories, tels que, entre autres, des modèles de démonstration, tests et essais d'ondes radioélectriques " sont remplacés par les mots " stations de radiocommunications privées fonctionnant sur les fréquences réservées à la navigation aérienne ainsi que les radars et balises de détresse associés " ;
  4° au 7°, les mots " autorisations de détention générales et individuelles " sont remplacés par les mots " autorisations de détention générales ou autorisations de détention individuelle " ;
  5° l'article est complété par le 9° rédigé comme suit :
  " 9° 9e catégorie : réseaux ou stations de radiocommunications privés :
  a) utilisés pour des essais ou tests ; ou
  b) utilisant des appareils visés à l'article 33, § 2, de la loi ; ou
  c) utilisant des radars ne relevant pas d'autres catégories ; ou
  d) ne relevant d'aucune autre catégorie. ".
Art.4. Est exempté des certificats d'opérateur de 6e catégorie correspondants :
  1° le titulaire d'un certificat restreint d'opérateur pour une station de radiocommunications installée à bord d'un aéronef, délivré par une administration étrangère ;
  2° le titulaire d'un certificat de contrôleur aérien européen pour l'exercice de sa fonction. ".
Art.5. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 1 ingevoegd, die de artikelen 5/1 en 5/2 bevat, luidende:
  "Afdeling 1. Vergunningsaanvraag
  Art. 5/1. § 1. Behalve in de gevallen bedoeld in bijlage 2, dient elke persoon die een radiostation wenst te houden of te gebruiken een voorafgaande aanvraag voor een vergunning in bij het Instituut.
  § 2. Het Instituut kan alle bijkomende informatie opvragen om de vergunningsaanvraag aan te vullen of te preciseren en de antwoordtermijn ervan bepalen.
  Bij het niet-bezorgen van de gevraagde informatie binnen de termijn vastgelegd door het Instituut wordt de aanvraag onontvankelijk.
  § 3. De vergunningen, met uitzondering van de individuele houdersvergunningen en van de bedieningscertificaten, worden uitsluitend aan aan natuurlijke personen ouder dan 18 jaar of aan rechtspersonen verleend.
  In afwijking van het eerste lid, kan een vergunning betreffende een station van de 5e categorie worden verleend aan natuurlijke personen ouder dan 12 jaar.
  Art. 5/2. Al wie onverwachts in het bezit komt van een radiostation of een radionetwerk zonder persoonlijk gemachtigd te zijn het te houden of het te gebruiken beschikt, vanaf het ogenblik dat het houden aanvangt, over een maximumtermijn van zestig dagen om een vergunning aan te vragen om dit radiostation te houden en te gebruiken, ofwel enkel een houdersvergunning.
  Wanneer de onverwachte inbezittreding evenwel voortspruit uit het overlijden, het faillissement of een wijziging van de vorm of de firmanaam van de persoon die vroeger gemachtigd was het bedoelde private radionet te doen werken en dit netwerk niet inactief kan blijven zonder de bedrijvigheid waarvan het de uitoefening vergemakkelijkt ernstig te schaden, mogen de private radiostations voorlopig in dienst worden gehouden op basis van de vergunning die aan de vroegere exploitant werd afgegeven, voor zover:
  1° de regularisatie door de nieuwe exploitant binnen de termijn vermeld in het eerste lid wordt aangevraagd; en
  2° de voorwaarden van de bestaande vergunning gedurende de tussentijdse periode nageleefd worden.
Art.5. Dans le chapitre II du même arrêté, il est inséré une section 1re, comprenant les articles 5/1 à 5/2, rédigée comme suit :
  " Section 1re. Demande d'autorisation
  Art. 5/1. § 1er. Hormis les cas visés à l'annexe 2, toute personne souhaitant détenir ou utiliser une station de radiocommunications introduit une demande d'autorisation préalable auprès de l'Institut.
  § 2. L'Institut peut solliciter toute information complémentaire utile en vue de compléter ou de préciser la demande d'autorisation et en fixer le délai de réponse.
  La non-transmission des informations sollicitées par l'Institut dans le délai fixé rend la demande irrecevable.
  § 3. Les autorisations à l'exception des autorisations de détention individuelles et des certificats d'opérateur sont délivrées à des personnes physiques de plus de 18 ans ou à des personnes morales.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, une autorisation de station de 5e catégorie peut être accordée à des personnes physiques de plus de 12 ans.
  Art. 5/2. Quiconque entre inopinément en possession d'une station ou d'un réseau de radiocommunications, sans être personnellement autorisé à la détenir ou à l'utiliser, dispose, à partir du moment où la détention prend cours, d'un délai maximum de soixante jours pour demander une autorisation de détention et d'utilisation de cette station de radiocommunications, ou une seule autorisation de détention.
  Toutefois, lorsque l'entrée en possession inopinée résulte du décès, de la faillite ou d'un changement de la forme ou de la raison sociale de la personne précédemment autorisée à faire fonctionner le réseau en question et que ce réseau de radiocommunications privé ne peut rester inactif sans porter gravement préjudice à l'activité dont il facilite l'exercice, les stations de radiocommunications privées peuvent être maintenues en service sous le couvert provisoire de l'autorisation octroyée à l'exploitant précédent, pour autant que :
  1° la régularisation soit demandée par le nouvel exploitant dans le délai prévu à l'alinéa 1er; et
  2° les conditions de l'autorisation existante soient respectées durant la période intermédiaire. ".
Art.6. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 15 juli 2013, wordt opgeheven.
Art.6. L'article 6 du même arrêté, modifié par l'arrêté du 15 juillet 2013, est abrogé.
Art.7. In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 2 ingevoegd, die artikelen 6 bevat, zoals de artikelen 6/1 tot 6/12 bevat, luidende:
  "Afdeling 2. - Behandeling van de vergunningsaanvraag
  Art. 6. § 1. Het Instituut onderzoekt de aanvragen voor vergunning om een privaat radiostation te houden en te gebruiken of om een privaat radionet aan te leggen en te doen werken.
  Het bepaalt de categorie waaronder de vergunning valt.
  § 2. In voorkomend geval ontvangt de aanvrager een vergunning voor beproeving en voorlopig houden van een privaat radiostation.
  Deze vergunning staat hem toe een voor zijn behoeften aangepast privaat radiostation te beproeven voor een beperkte geldigheidsduur.
  Deze vergunning is niet onderworpen aan het jaarlijks recht bedoeld in artikel 37.
  § 3. Wanneer technische moeilijkheden beletten alle aanvragen om vergunningen in te willigen kan het Instituut prioriteiten vastleggen naargelang van de behoeften inzake veiligheid of de behoeften van economische aard.
  Art. 6/1. § 1. Het Instituut kent een roepnaam toe in de volgende hypotheses:
  1° per privaat radiostation dat internationale gesprekken doet;
  2° per radiostation dat onder de 4e of de 6e categorie valt;
  3° per radiostation van een rechtspersoon dat onder de 5e categorie valt, wanneer dit eigendom is van een rechtspersoon;
  4° per houder van een bedieningcertificaat van de 5e categorie.
  § 2. Extra roepnamen kunnen worden gevraagd voor een bedienningscertificaat van de 5e categorie of een station van de 5e categorie.
  § 3. Het Instituut bepaalt, overeenkomstig de internationale regels, de samenstelling van de roepnamen en de regels voor toewijzing ervan.
  Het Instituut kan een roepnaam op elk moment wijzigen zonder dat enige schadeloosstelling kan worden geëist.
  Art. 6/2. Het Instituut kan het verzoek om een vergunning afwijzen wanneer:
  1° een vergunning die afgegeven is aan de aanvrager het voorwerp heeft uitgemaakt van een eerdere schorsing of intrekking; of
  2° de aanvrager de bedragen verschuldigd op basis van de artikelen 35 of 37, volledig of gedeeltelijk, niet heeft betaald; of
  3° de aanvraag minder dan twee werkdagen voor de gewenste datum van gebruik van de stations ingediend wordt.".
Art.7. Dans le chapitre II du même arrêté, il est inséré une section 2, comportant les articles 6, 6/1 et 6/2, rédigée comme suit :
  " Section 2. - Traitement de la demande d'autorisation
  Art. 6. § 1er. L'Institut analyse les demandes d'autorisation pour détenir et utiliser une station de radiocommunications privée ou établir et faire fonctionner un réseau de radiocommunications privé.
  Il détermine la catégorie dont relève l'autorisation.
  § 2. Le cas échéant, le demandeur reçoit une autorisation d'essai et de détention provisoire d'une station de radiocommunications privée.
  Cette autorisation lui permet de procéder à des essais d'une station de radiocommunications privée adaptée à ses besoins pour une durée de validité limitée.
  Cette autorisation n'est pas soumise à la redevance annuelle visée à l'article 37.
  § 3. Lorsque des difficultés techniques empêchent de satisfaire à toutes les demandes d'autorisation, l'Institut peut établir des priorités en fonction des besoins en matière de sécurité ou des besoins de nature économique.
  Art. 6/1. § 1er. L'Institut attribue un indicatif d'appel dans les hypothèses suivantes :
  1° par station de radiocommunications privées qui effectue des communications internationales ;
  2° par station de radiocommunications relevant de la 4e ou de la 6e catégorie ;
  3° par station de radiocommunications relevant de la 5e catégorie, lorsqu'elle appartient à une personne morale ;
  4° par titulaire d'un certificat d'opérateur de 5e catégorie.
  § 2. Des indicatifs d'appel supplémentaires peuvent être sollicités pour un certificat d'opérateur de 5e catégorie ou une station de 5e catégorie.
  § 3. L'Institut fixe, en conformité avec les règles internationales, la composition des indicatifs d'appel et les règles d'attribution de ceux-ci.
  L'Institut peut modifier un indicatif d'appel en tout temps sans qu'aucune indemnisation ne puisse être réclamée.
  Art. 6/2. L'Institut peut refuser d'octroyer une autorisation lorsque :
  1° une autorisation délivrée au demandeur a fait l'objet d'une suspension ou d'une révocation antérieure ; ou
  2° le demandeur n'a pas payé, complètement ou partiellement, les montants dus sur base des articles 35 ou 37 ; ou
  3° la demande est introduite moins de deux jours ouvrables avant la date d'utilisation des stations. ".
Art.8. In hetzelfde hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 3 ingevoegd, die artikelen 7 tot 17 bevat, geheten "Afdeling 3. Verbodsbepalingen en verplichtingen van de houder".
Art.8. Dans le chapitre II du même arrêté, il est inséré une section 3, comportant les articles 7 à 17, intitulée " Section 3. Interdictions et obligations du titulaire ".
Art.9. In artikel 8 van hetzelfde besluit, worden volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1, opgeheven bij het koninklijk besluit van 15 juli 2013, wordt hersteld als volgt:
  " § 1. De vergunninghouder neemt alle voorwaarden die zijn vastgesteld voor zijn vergunning en in de daaraan toegevoegde documenten in acht, met inbegrip van de staat van kenmerkende gegevens van het betrokken station.";
  2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de bepalingen onder 2° en 3° opgeheven;
  3° in paragraaf 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) in het eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a 1) de woorden "Zij wordt getoond" worden vervangen door de woorden "Zij wordt onmiddellijk en in haar originele versie getoond";
  a 2) het eerste lid wordt aangevuld met de volgende zin: "Zonder voorafgaand en schriftelijk akkoord van het Instituut is elke kopie van het origineel document zonder waarde.";
  b) in het tweede lid worden de woorden ", eventueel na onderzoek van de aangevoerde omstandigheden, door een vergunning met een ander uniek identificatienummer" opgeheven.
Art.9. A l'article 8 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le paragraphe 1er, abrogé par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, est rétabli dans la rédaction suivante :
  " § 1er. Le titulaire d'une autorisation respecte l'ensemble des condititions liées à son autorisation et dans les documents annexés à celle-ci, en ce compris l'état signalétique de la station concernée. " ;
  2° dans le paragraphe 2, alinéa 1er, les 2° et 3° sont abrogés ;
  3° dans le paragraphe 3, les modifications suivantes sont apportées :
  a) dans l'alinéa 1er, les modifications suivantes sont apportées :
  a 1) les mots " Elle est présentée " sont remplacés par les mots " Elle est présentée immédiatement et dans sa version originale " ;
  a 2) l'alinéa 1er est complété par la phrase suivante : " Sauf accord préalable et écrit de l'Institut, toute copie du document original est sans valeur. " ;
  b) dans l'alinéa 2, les mots " , éventuellement après enquête sur les circonstances alléguées, par une autorisation avec un autre numéro d'identification unique " sont abrogés.
Art.10. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
  "Art. 9. § 1. Voor elk radiostation is de houder van de desbetreffende vergunning of zijn verantwoordelijke verplicht om:
  1° alle nodige maatregelen te nemen, om het gebruik van het betreffende station door onbevoegden te voorkomen;
  2° de verantwoordelijkheid te dragen voor elk gebruik van het betrokken station;
  3° na te gaan dat de gebruiker van het betreffende station wel houder is van een passend bedieningscertificaat indien het is vereist;
  4° alle nodige maatregelen te nemen om de uitzendingen van het betreffende station te kunnen stoppen op verzoek van de bevoegde controleoverheden;
  5° elke derde bij wie het station is geïnstalleerd te informeren over zijn verplichting bepaald in paragraaf 3.
  § 2. De gebruiker van een radiostation:
  1° geeft in alle omstandigheden voorrang aan de diensten met primaire status voor de uitzendingen op frequenties waarop de dienst een secundaire status heeft;
  2° zorgt ervoor dat hij beschikt over de voorafgaande schriftelijke toestemming van de boordcommandant om van een ship of een luchtvaartuig uit te zenden en over diens verbintenis om controleoverheden toegang te verlenen tot het station in kwestie, waarbij hij hun veiligheid garandeert.
  § 3. Wanneer een radiostation bij een derde is geïnstalleerd, geeft de derde een permanente toegang tot het station aan de bevoegde controleoverheden, waarbij hij hun veiligheid garandeert.".
Art.10. L'article 9 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 9. § 1er. Pour toute station de radiocommunications, le titulaire de l'autorisation y afférente ou son responsable est tenu de :
  1° prendre toutes les mesures appropriées pour empêcher l'usage de la station concernée par des personnes non-autorisées ;
  2° assumer la responsabilité pour toute utilisation de la station concernée ;
  3° vérifier que l'utilisateur de la station concernée est bien titulaire du certificat d'opérateur approprié lorsqu'il est requis ;
  4° prendre toutes les mesures appropriées pour pouvoir arrêter immédiatement les émissions de la station concernée à la demande des autorités de contrôle compétentes ;
  5° informer tout tiers chez qui la station concernée est installée de son obligation visée au paragraphe 3.
  § 2. L'utilisateur d'une station de radiocommunications :
  1° donne en toutes circonstances la priorité aux services à statut primaire pour les émissions sur des fréquences où le service dispose d'un statut secondaire ;
  2° veille à disposer du consentement écrit préalable du commandant de bord pour émettre depuis un navire ou un aéronef et de l'engagement de ce dernier de donner accès à la station concernée aux autorités de contrôle en garantissant leur sécurité.
  § 3. Lorsqu'une station de radiocommunications est installée chez un tiers, le tiers donne un accès permanent à la station concernée aux autorités de contrôle compétentes en garantissant leur sécurité. ".
Art.11. In artikel 10, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "de vergunning van een privaat radiostation" worden vervangen door de woorden "een vergunning";
  2° in de bepaling onder 3° worden de woorden "van artikel 35 of" ingevoegd tussen de woorden "bij toepassing" en de woorden "van artikel 37".
Art.11. Dans l'article 10, § 1er, alinéa 1er, du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots " l'autorisation d'une station de radiocommunications privée " sont remplacés par les mots " une autorisation " ;
  2° au 3°, les mots " de l'article 35 ou " sont insérés entre les mots " en application de " et les mots " de l'article 37 ".
Art.12. Artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 15 juli 2013, wordt opgeheven.
Art.12. L'article 14 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, est abrogé.
Art.13. Artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 15 juli 2013, wordt vervangen als volgt:
  "Art. 15. De roepnaam van een privaat radiostation bedoeld in artikel 6/1, 1°, wordt gebruikt voor elke internationale oproep van dit radiostation, met uitsluiting van elke andere benaming of andere roepnaam.
  Voor de 4e of 6e categorieën wordt de roepnaam van het station gebruikt voor elke communicatie.
  Voor de 5e categorie is het gebruik van de roepnaam onderworpen aan artikel 17/8.".
Art.13. L'article 15 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 15. L'indicatif d'appel de la station de radiocommunications privée visé à l'article 6/1, 1°, est utilisé pour chaque appel international de cette station de radiocommunications, à l'exclusion de toute autre dénomination ou de tout autre indicatif d'appel.
  Pour les 4e ou 6e catégories, l'indicatif d'appel de la station est utilisé pour chaque communication.
  Pour la 5e catégorie, l'utilisation de l'indicatif d'appel est soumise à l'article 17/8. ".
Art.14. Artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, wordt opgeheven;
Art.14. L'article 16 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, est abrogé.
Art.15. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 4 ingevoegd, die artikelen 17/1 tot 17/3 bevat, luidende:
  "Afdeling 4. - Bedieningscertificaten en examens
  Onderafdeling 1. - Bedieningscertificaten
  Art. 17/1. § 1. Het gebruik van een radiostation van de 4e, 5e of 6e categorie vereist de hoedanigheid van houder van het gepaste bedieningscertificaat.
  Een bedieningscertificaat is vijf jaar geldig vanaf de datum van afgifte en is verlengbaar.
  De bedieningscertificaten van de 4e of 6e categorie afgegeven zonder vermelding van een vervaldatum, blijven geldig tot ze vervangen worden wegens wijziging van gegevens of verlies.
  In geval van wijziging van de gegevens, van verlies, van diefstal of van beschadiging van een bedieningcertificaat, moet het Instituut worden geïnformeerd en moet een nieuw bedieningscertificaat worden aangevraagd.
  Bij gebrek aan melding wordt het bedieningscertificaat als onbestaande beschouwd.
  § 2. Voor de 4e categorie zijn de klassen van bedieningscertificaten de volgende:
  1° het algemene bedieningscertificaat, afgekort "GOC", dat toestaat elk station van de 4e categorie te gebruiken; of
  2° het beperkte bedieningscertificaat, afgekort "ROC", dat toestaat een station van de 4e categorie in vaargebied A1 (kustvaart) te gebruiken; of
  3° het certificaat voor schepen op de grote vaart, afgekort "LRC", dat toestaat elk station van de 4e categorie aan boord van handelsschepen of pleziervaartuigen te gebruiken buiten de SOLAS-schepen (voor "Safety of Life At Sea"); of
  4° het certificaat voor kustvaartschepen, afgekort "SRC", dat toestaat in vaargebied A1 (kustvaart) stations van de 4e categorie te gebruiken aan boord van handelsschepen of pleziervaartuigen buiten de SOLAS-schepen; of
  5° het beperkte certificaat van radiotelefonist, afgekort "VHF", dat toestaat elk station van de 4e categorie te gebruiken dat geen gebruik kan maken van het systeem voor automatische transmissie van "GMDSS"-noodberichten (voor "Global Maritime Distress and Safety System").
  Het Instituut geeft een bedieningscertificaat bedoeld in het eerste lid af aan fysieke personen ouder dan 15 jaar op basis van het met succes afgelegde examen bij het Instituut of een door het Instituut erkende organisatie.
  § 3. Voor de 5e categorie zijn de klassen van bedieningscertificaten de volgende:
  1° het klasse A-bedieningscertificaat dat overeenstemt met het geharmoniseerde certificaat voor het "HAREC"-radioamateurexamen, dat wordt beschreven in de T/R 61-02-aanbeveling van de CEPT betreffende het certificaat voor geharmoniseerd radioamateurexamen, en dat wordt beschouwd als zijnde de hoogste vergunning bedoeld in artikel 34, eerste lid, 2°, van de wet; of
  2° het klasse B-bedieningscertificaat dat overeenstemt met het beginnerscertificaat bedoeld in aanbeveling ECC (05)06 van de CEPT betreffende de radioamateurvergunning voor beginnelingen; of
  3° het klasse C-bedieningscertificaat dat overeenstemt met het basiscertificaat bedoeld in het rapport 89 van het ECC, betreffende een radioamateurexamen en -vergunning op instapniveau.
  Het Instituut geeft een natuurlijke persoon ouder dan 12 jaar een bedieningscertificaat bedoeld in het eerste lid in de volgende hypotheses:
  1° op basis van een met succes afgelegd examen georganiseerd door het Instituut; of
  2° op basis van een met succes afgelegd examen afgelegd in het buitenland; of
  3° op basis van een Belgische vergunning van de 5e categorie verkregen vóór 1 januari 2019.
  Voor de afgifte van een bedieningscertificaat beoogd in het tweede lid, 2°, bepaalt het Instituut de klasse van het bedieningscertificaat of weigert het de aanvraag.
  Daartoe kan het alle nuttige informatie opvragen en eventueel de vertaling van die informatie door een beëdigd vertaler. De opgelopen kosten komen ten laste van de aanvrager.
  § 4. Voor de 6e categorie zijn de klassen van bedieningscertificaten de volgende:
  1° een beperkt bedieningscertificaat voor luchtvaartstations; of
  2° een bedieningscertificaat voor de luchtvaart.
  Het Instituut geeft aan een natuurlijke persoon die ouder is dan 15 jaar, een in het eerste lid bedoeld bedieningscertificaat af op basis van het niveau van het examen dat met succes afgelegd is bij het Instituut of bij een door het Instituut erkende organisatie.
  Onderafdeling 2. Examens
  Art. 17/2. § 1. Het Instituut organiseert de examens in verband met de toekenning van de bedieningscertificaten voor de 4e en de 5e categorie overeenkomstig de van kracht zijnde internationale akkoorden.
  § 2. Voor de organisatie van de in paragraaf 1 bedoelde examens kan het Instituut zich laten bijstaan:
  1° door centra voor radiomaritieme opleiding die het erkent voor de bedieningscertificaten van de 4e categorie;
  2° door de erkende radioamateurverenigingen bedoeld in artikel 17/4 voor de bedieningscertificaten van de 5e categorie.
  § 3. Het Instituut stelt het examenreglement, met inbegrip van de praktische regeling en de deelnemingsvoorwaarden vast en publiceert deze.
  De minimumleeftijd voor deelname bedraagt:
  1° 15 jaar voor de bedieningscertificaten van de 4e categorie;
  2° 12 jaar voor de bedieningscertificaten van de 5e categorie.
  Er wordt geen vrijstelling van examenstof verleend.
  § 4. Voor mindervalide kandidaten kan het Instituut een examen organiseren dat aangepast is aan hun fysieke toestand. Het examen kan in België ten huize van de kandidaat worden afgenomen indien deze het bewijs levert van een vermindering van zelfredzaamheid met ten minste twaalf punten of indien deze een geneeskundig attest indient waaruit blijkt dat hij in de bestendige en volstrekte onmogelijkheid verkeert zich buiten zijn woning te verplaatsen zonder de hulp van een derde.
  Indien het Instituut, in het in het eerste lid bedoelde geval, vaststelt dat de ingediende documenten vals zijn, komen de kosten die het heeft gedragen voor de organisatie van het examen ten huize van de kandidaat ten laste van deze laatste.
  Art. 17/3. § 1. Wie voor een examen zakt, mag zich na een termijn van een maand vanaf de datum van het examen opnieuw inschrijven voor datzelfde examen.
  § 2. Van elke aan bedrog of poging tot bedrog schuldig bevonden kandidaat wordt het examen nietig verklaard en deze kandidaat mag gedurende de volgende periode van drie jaar geen door het Instituut georganiseerd examen meer afleggen. De nietigheid van een examen brengt de intrekking van alle certificaten en vergunningen die op het nietig verklaarde examen gebaseerd zijn met zich
Art.15. Dans le chapitre II du même arrêté, il est inséré une section 4, comportant les articles 17/1 à 17/3, rédigée comme suit :
  " Section 4. - Certificats d'opérateur et examens
  Sous-section 1. - Certificats d'opérateur
  Art. 17/1. § 1er. L'utilisation d'une station de radiocommunications de 4e, 5e ou 6e catégorie nécessite la qualité de titulaire d'un certificat d'opérateur adéquat.
  Un certificat d'opérateur est valable cinq ans à compter de sa date d'émission et est renouvelable.
  Les certificats d'opérateurs de 4e ou 6e catégorie délivrés sans indication d'une date d'échéance restent valables jusqu'à leur remplacement en raison d'une modification de données ou d'une perte.
  En cas de modification des données, de perte, de vol ou de détérioration d'un certificat d'opérateur, l'Institut doit être informé et un nouveau certificat d'opérateur doit être demandé.
  A défaut de cette information, le certificat d'opérateur est réputé inexistant.
  § 2. Pour la 4e catégorie, les classes de certificats d'opérateur sont les suivantes :
  1° le certificat général d'opérateur, en abrégé " GOC " permettant d'utiliser toute station de 4e catégorie ; ou
  2° le certificat restreint d'opérateur, en abrégé " ROC ", permettant d'utiliser une station de 4e catégorie dans la zone de navigation A1 (zone de cabotage) ; ou
  3° le certificat pour les navires au long cours, en abrégé " LRC ", permettant d'utiliser toute station de 4e catégorie à bord de navires de commerce ou de plaisance hormis les navires SOLAS (pour " Safety Of Life At Sea ") ; ou
  4° le certificat pour les navires de cabotage, en abrégé " SRC ", permettant d'utiliser dans la zone de navigation A1 (zone de cabotage) des stations de 4e catégorie à bord de navires de commerce ou de plaisance hormis les navires SOLAS ; ou
  5° le certificat restreint de radiotéléphoniste, en abrégé " VHF ", permettant d'utiliser toute station de 4e catégorie qui ne peut faire usage du système de transmission automatique de messages de détresse " GMDSS " (pour " Global Maritime Distress and Safety System ").
  L'Institut délivre un certificat d'opérateur visé à l'alinéa 1er, à une personne physique de plus de 15 ans, sur base de l'examen réussi auprès de l'Institut ou auprès d'un organisme agréé par l'Institut.
  § 3. Pour la 5e catégorie, les classes de certificats d'opérateur sont les suivantes :
  1° le certificat d'opérateur de classe A, correspondant au certificat harmonisé pour l'examen de radioamateur " HAREC ", décrit dans la recommandation T/R 61-02 de la CEPT relative au certificat d'examen radioamateur harmonisé, et considérée comme constituant l'autorisation la plus élevée visée à l'article 34, alinéa 1er, 2°, de la loi ; ou
  2° le certificat d'opérateur de classe B, correspondant au certificat pour novice visé dans la recommandation ECC (05)06 de la CEPT, relative à la licence radioamateur novice ; ou
  3° le certificat d'opérateur de classe C, correspondant au certificat de base visé dans le rapport 89 de l'ECC, relatif à un examen et une licence radioamateur à un niveau d'accès.
  L'Institut délivre, à une personne physique de plus de 12 ans, un certificat d'opérateur visé à l'alinéa 1er selon les hypothèses suivantes :
  1° sur base d'un examen réussi organisé par l'Institut ; ou
  2° sur base d'un examen réussi présenté à l'étranger ; ou
  3° sur base d'une autorisation de 5e catégorie belge obtenue avant le 1er janvier 2019.
  Pour la délivrance d'un certificat d'opérateur visé à l'alinéa 2, 2°, l'Institut détermine la classe du certificat d'opérateur ou rejette la demande.
  A cette fin, il peut demander toutes les informations utiles et éventuellement la traduction de celles-ci par un traducteur juré. Les frais encourus sont à charge du demandeur.
  § 4. Pour la 6e catégorie, les classes de certificats d'opérateur sont les suivantes :
  1° un certificat restreint d'opérateur de stations d'aéronefs ; ou
  2° un certificat d'opérateur aéronautique.
  L'Institut délivre, à une personne physique de plus de 15 ans, un certificat d'opérateur visé à l'alinéa 1er sur base du niveau de l'examen réussi auprès de l'Institut ou auprès d'un organisme agréé par l'Institut.
  Sous-section 2. Examens
  Art. 17/2. § 1er. L'Institut organise les examens relatifs à l'octroi des certificats d'opérateur de 4e catégorie et 5e catégorie conformément aux accords internationaux en vigueur.
  § 2. Pour l'organisation des examens visés au paragraphe 1er, l'Institut peut se faire assister :
  1° par des centres de formation radiomaritime qu'il reconnaît pour les certificats d'opérateur de 4e catégorie ;
  2° par les associations reconnues de radioamateurs visées à l'article 17/4 pour les certificats d'opérateur de 5e catégorie.
  § 3. L'Institut établit et publie le règlement des examens, y compris les modalités et les conditions de participation.
  L'âge minimum de participation est de :
  1° 15 ans pour les certificats d'opérateur de 4e catégorie ;
  2° 12 ans pour les certificats d'opérateur de 5e catégorie.
  Aucune dispense de matière d'examen n'est accordée.
  § 4. Pour les candidats moins valides, l'Institut peut organiser un examen adapté à leur état physique. L'examen peut être organisé au domicile belge du candidat si celui-ci fournit la preuve d'une réduction d'autonomie d'au moins douze points ou s'il introduit un certificat médical dont il ressort qu'il se trouve dans l'impossibilité définitive et complète de quitter son domicile sans l'assistance d'un tiers.
  Dans le cas visé à l'alinéa 1er, si l'Institut constate que les documents introduits sont faux, les frais qu'il a supportés pour l'organisation de l'examen au domicile du candidat sont à charge de ce dernier.
  Art. 17/3. § 1er. Un candidat ayant échoué à un examen peut se réinscrire à ce même examen après un délai d'un mois à compter de la date de l'examen.
  § 2. Tout candidat convaincu de fraude ou de tentative de fraude voit son examen annulé et ne peut, durant la période suivante de trois ans, représenter aucun examen organisé par l'Institut. La nullité d'un examen entraîne la révocation de tous les certificats et de toutes les autorisations basés sur l'examen annulé.
Art.16. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt een afdeling 4 ingevoegd, die artikelen 17/4 tot 17/8 bevat, luidende:
  "Afdeling 5. - Aanvullende bepalingen van toepassing op de vergunningen van de 5e categorie
  Onderafdeling 1. - Erkende radioamateurverenigingen
  Art. 17/4. § 1. Het Instituut geeft een document af dat de hoedanigheid van erkende radioamateurvereniging attesteert aan elke groepering die houders van een certificaat van de 5e categorie en/of radioclubs omvat en opgericht in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk naar Belgisch recht, die daarom verzoekt en voldoet aan de volgende cumulatieve voorwaarden:
  1° de statuten tonen aan dat het maatschappelijk doel bestaat uit de verdediging en bevordering van alle activiteiten die verband houden met de 5e categorie ;
  2° de groepering beschikt over vaste radiostations van de 5e categorie in ten minste vijf Belgische provincies ofwel in vier Belgische provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
  3° de groepering organiseert alle opleidingen van de kandidaten voor de examens voor de toekenning van de bedieningscertificaten van de 5e categorie, waarvan de voorwaarden worden vastgesteld door het Instituut. Deze opleidingen zijn toegankelijk zonder voorafgaand lidmaatschap. Indien de kandidaat geen lid is, mogen de kosten voor de opleiding niet hoger zijn dan de werkelijke kosten beoordeeld op basis van de totale opgelopen kosten gedurende een jaar en op het totale aantal studenten tijdens datzelfde jaar;
  4° ten minste twee van de gevolmachtigden die de groepering vertegenwoordigen zijn houder van een bedieningscertificaat van klasse A bedoeld in artikel 17/1, § 3, eerste lid, 1°.
  § 2. Bij niet-naleving van de opgelegde voorwaarden, kan het Instituut de erkenning intrekken.
  Het Instituut publiceert de lijst van de erkende verenigingen.
  § 3. De erkende radioamateurverenigingen mogen toetsen organiseren over de kennis van morsecode onder de voorwaarden die door het Instituut worden vastgesteld. Op basis van deze toetsen levert het Instituut een attest af inzake kennis van morsecode.
  Onderafdeling 2. - Vergunningsaanvraag
  Art. 17/5. Elke natuurlijke persoon die een vergunning aanvraagt voor een station van de 5e categorie is voorafgaand houder van een bedieningscertificaat dat het gebruik van het betrokken station toestaat.
  De aanvragende natuurlijke persoon kan een aanvraag doen voor:
  1° een vergunning die één enkel vast station, alsook een mobiel station en een draagbaar station dekt;
  2° een vergunning voor een bijkomend vast, mobiel of draagbaar station.
  De aanvraag mag betrekking hebben op een van op afstand bediend radioamateurstation voor zover de aanvrager houder is van een klasse A-bedieningscertificaat bedoeld in artikel 17/1, § 3, eerste lid, 1°, en hij het station gebruikt van op het Belgische grondgebied.
  Met uitzondering van het systeem van automatische uitzending via pakketten (APRS) mag de aanvraag geen betrekking hebben op een onbemand radioamateurstation dat bestaat uit een vast station dat een ontvangen signaal weer uitzendt of een signaal continu uitzendt zonder de fysieke aanwezigheid van een gebruiker.
  Art. 17/6. § 1. Een vergunningsaanvraag die namens een rechtspersoon wordt geformuleerd, wordt ingediend ofwel door een erkende radioamateurvereniging, ofwel door een radioclub die opgericht is in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk naar Belgisch recht met het oogmerk de activiteiten die verband houden met de 5e categorie te bevorderen. In beide gevallen zijn ten minste twee gevolmachtigden houder van een klasse A-bedieningscertificaat bedoeld in artikel 17/1, § 3, eerste lid, 1°.
  § 2. In geval van een aanvraag geformuleerd door een rechtspersoon, heeft de aanvraag betrekking op een vergunning voor een vast station, met inbegrip van een van op het Belgische grondgebied van op een afstand bediend radioamateurstation en een onbemand radioamateurstation.
  § 3. In geval van een onbemand radioamateurstation staat de houder het aan elke houder van een bedieningscertificaat van de 5e categorie toe om dat station gratis te gebruiken. De technische normen voor de toegang tot dit station worden gepubliceerd op de website van het Instituut en de inhoud ervan moet gratis beschikbaar zijn.
  § 4. Een erkende radioamateurvereniging of een radioclub mag, na het Instituut vooraf daarover te hebben ingelicht, haar/zijn vaste station gedurende maximaal een week verplaatsen om deel te nemen aan een wedstrijd of een collectieve radioamateuractiviteit. In dat geval is geen enkele aanpassing van de vergunning nodig.
  Onderafdeling 3. Verbodsbepalingen en verplichtingen
  Art. 17/7. Het radiostation van de 5e categorie wordt gebruikt voor de uitzending in duidelijke taal van informatie over technische onderzoekingen en onderwerpen die daarmee verband houden.
  Na toestemming van het Instituut, mag de houder van een vergunning voor een automatisch station of voor een van op afstand bediend station geëncrypteerde berichten gebruiken voor het beheer van zijn station.
  In geval van oefeningen, georganiseerd door een Belgische nooddienst, kan de houder van een bedieningscertificaat van de 5e categorie, met voorafgaand akkoord van het Instituut, communiceren over onderwerpen betreffende deze oefeningen.
  Op verzoek van de autoriteiten die bevoegd zijn voor crisisbeheer, mag de houder van een certificaat van de 5e categorie de Belgische nooddiensten bijstaan door zijn stations van de 5e categorie in te zetten om het uitvallen van de elektronische communicatie op te vangen. Daarbij mag hij met name:
  1° geëncrypteerde of gecodeerde berichten verzenden;
  2° gebruikmaken van elk station van de 5e categorie, met de toestemming van de houder van de vergunning van het betrokken station; en
  3° communiceren over onderwerpen met betrekking tot de activiteiten van de nooddiensten.
  Art. 17/8. § 1. Voor een station van de 5e categorie gebruikt de gebruiker de roepnaam die verbonden is aan zijn bedieningscertificaat of aan de vergunning van het gebruikte station.
  Personen die overeenkomstig artikel 3 vrijgesteld zijn van een certificaat, gebruiken de roepnaam van het station van de radioclub of van de erkende radioamateurvereniging.
  § 2. De roepnaam wordt uitgezonden volgens een methode die aangepast is aan het soort van uitzending.
  Indien dat niet mogelijk is, wordt de roepnaam uitgezonden door middel van spraak of morsetelegrafie.
  In telefoniemodus wordt de roepnaam duidelijk uitgesproken en indien nodig gespeld, waarbij het internationale alfabet wordt gebruikt.
  In telegrafiemodus wordt de roepnaam in morsecode uitgezonden op de transmissiesnelheid die tijdens de verbinding wordt gebruikt.
  § 3. De roepnaam wordt ten minste een keer aan het begin en aan het einde van elke uitzending uitgezonden.
  Als de uitzending bestaat uit verschillende korte berichten, wordt de reeks uitzendingen beschouwd als zijnde één uitzending.
  Voor een uitzending of een reeks uitzendingen wordt de roepnaam ten minste een keer om de vijf minuten herhaald.".
Art.16. Dans le chapitre II du même arrêté, il est inséré une section 5, comportant les articles 17/4 à 17/8, rédigée comme suit :
  " Section 5. - Dispositions complémentaires applicables aux autorisations de 5e catégorie
  Sous-section 1. - Associations reconnues de radioamateurs
  Art. 17/4. § 1er. L'Institut délivre un document attestant de la qualité d'association reconnue de radioamateurs à tout groupement comprenant des titulaires de certificat de 5e catégorie et/ou des radios-clubs, et constitué sous forme d'association sans but lucratif de droit belge, qui en fait la demande et satisfait aux conditions cumulatives suivantes :
  1° les statuts démontrent que l'objet social poursuivi est la défense et la promotion de l'ensemble des activités liées à la 5e catégorie ;
  2° le groupement dispose de stations de radiocommunications de 5e catégorie fixes dans au moins cinq provinces belges ou bien dans quatre provinces belges et la Région de Bruxelles-Capitale ;
  3° le groupement organise toutes les formations des candidats aux examens relatifs à l'octroi des certificats d'opérateur de 5e catégorie, dont les conditions sont fixées par l'Institut. Ces formations sont accessibles sans affiliation préalable. En cas d'absence d'affiliation, les frais de formation ne peuvent pas dépasser les coûts réels évalués sur base des frais totaux exposés durant une année et du nombre total d'étudiants pendant cette même année ;
  4° au moins deux des mandataires représentant le groupement sont titulaires d'un certificat d'opérateur de classe A visé à l'article 17/1, § 3, alinéa 1er, 1°.
  § 2. En cas de non-respect des conditions imposées, la reconnaissance peut être retirée par l'Institut.
  L'Institut publie la liste des associations reconnues.
  § 3. Les associations reconnues de radioamateurs peuvent organiser les tests de connaissance du code morse aux conditions fixées par l'Institut. Sur base de ces tests, l'Institut délivre une attestation de connaissance du code morse.
  Sous-section 2. - Demande d'autorisation
  Art. 17/5. Toute personne physique qui demande une autorisation de station de 5e catégorie est préalablement titulaire d'un certificat d'opérateur permettant l'utilisation de la station concernée.
  La personne physique demanderesse peut solliciter :
  1° une autorisation qui couvre une seule station fixe ainsi qu'une station mobile et une station portative ;
  2° une autorisation relative à une station fixe, mobile, ou portative additionnelle.
  La demande peut porter sur une station de radioamateur commandée à distance pour autant que le demandeur soit titulaire d'un certificat d'opérateur de classe A visé à l'article 17/1, § 3, alinéa 1er, 1°, et qu'il utilise la station depuis le territoire belge.
  A l'exception du système de transmission automatique par paquets (APRS), la demande ne peut pas porter sur une station radioamateur sans opérateur consistant en une station fixe assurant la retransmission d'un signal reçu ou transmettant un signal en continu, sans la présence physique d'un utilisateur.
  Art. 17/6. § 1er. Une demande d'autorisation formulée au nom d'une personne morale est introduite soit par une association reconnue de radioamateurs, soit par un radio-club constitué sous forme d'association sans but lucratif de droit belge en vue de promouvoir les activités liées à la 5e catégorie. Dans les deux cas, au moins deux mandataires sont titulaires d'un certificat d'opérateur de classe A visé à l'article 17/1, § 3, alinéa 1er, 1°.
  § 2. En cas de demande formulée par une personne morale, la demande concerne une autorisation relative à une station fixe, y compris une station radioamateur commandée à distance depuis le territoire belge et une station radioamateur sans opérateur.
  § 3. Dans le cas d'une station radioamateur sans opérateur, le titulaire permet à tout titulaire d'un certificat d'opérateur de 5e catégorie d'utiliser gratuitement cette station. Les normes techniques d'accès à cette station sont publiées sur le site internet de l'Institut et leur contenu doit être disponible gratuitement.
  § 4. Après avoir informé préalablement l'Institut par écrit, une association reconnue de radioamateurs ou un radio-club peut déplacer sa station fixe pendant une semaine au maximum pour prendre part à un concours ou une activité radioamateur collective. Dans ce cas aucune adaptation de l'autorisation n'est nécessaire.
  Sous-section 3. Interdictions et obligations
  Art. 17/7. La station de radiocommunications de 5e catégorie est utilisée pour transmettre en langage clair des informations au sujet de recherches techniques et de sujets s'y rapportant.
  Après autorisation de l'Institut, le titulaire d'une autorisation de station automatique ou de station commandée à distance peut utiliser des messages cryptés pour la gestion de sa station.
  En cas d'exercices organisés par un service de secours belge, le titulaire d'un certificat d'opérateur de 5e catégorie peut, moyennant accord préalable de l'Institut, communiquer sur des sujets relatifs à ces exercices.
  Sur demande des autorités compétentes en matière de gestion de crise, le titulaire d'un certificat de 5e catégorie peut assister les services de secours belges en déployant ses stations de 5e catégorie en vue de suppléer la défaillance des communications électroniques. Dans ce cadre, il peut notamment :
  1° transmettre des messages cryptés ou codés ;
  2° utiliser toute station de 5e catégorie, moyennant accord du titulaire de l'autorisation de la station concerné ; et
  3° communiquer sur des sujets relatifs aux activités des services de secours.
  Art. 17/8. § 1er. Pour une station de 5e catégorie, l'utilisateur emploie l'indicatif d'appel qui est attaché à son certificat d'opérateur ou à l'autorisation de la station utilisée.
  Les personnes dispensées de certificat en application de l'article 3 utilisent l'indicatif d'appel de la station du radio-club ou de l'association reconnue de radioamateurs.
  § 2. La transmission de l'indicatif d'appel se fait selon une méthode adaptée au type d'émission.
  Si cela n'est pas possible, l'indicatif d'appel est émis vocalement ou en télégraphie morse.
  En mode téléphonie, l'indicatif d'appel est prononcé clairement et, si nécessaire, épelé en utilisant l'alphabet international.
  En mode télégraphie, l'indicatif d'appel est émis en code morse à la vitesse de transmission utilisée durant la liaison.
  § 3. L'indicatif d'appel est transmis au moins une fois au début et à la fin de chaque émission.
  Lorsque l'émission est constituée de plusieurs messages courts, la série d'émissions est considérée comme constituant une émission unique.
  Pour une émission ou une série d'émissions, l'indicatif d'appel est répété au moins une fois toutes les cinq minutes. ".
Art.17. In artikel 19, achtste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, worden de woorden "door kortbereikapparatuur" vervangen door de woorden "door korteafstandsapparatuur".
Art.17. Dans l'article 19, alinéa 8, du même arrêté, modifié par l'arrêté du 15 juillet 2013, les mots " par les équipements à courte portée " sont remplacés par les mots " par les dispositifs à courte portée ".
Art.18. In artikel 28 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, worden de woorden "mobiele en draagbare radiostations" vervangen door de woorden "vaste basisradiostations of transportabele basisradiostations, alsook van de mobiele stations en draagbare stations voordat deze stations in dienst worden gesteld".
Art.18. Dans l'article 28 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les mots " stations de radiocommunications mobiles et portables " sont remplacés par les mots " stations de radiocommunications de base fixes et des stations de radiocommunications de base transportables ainsi que celles des stations mobiles et des stations portables préalablement à la mise en service de ces stations ".
Art.19. In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt:
  "Een dossierrecht bestemd om de studiekosten van het dossier te dekken is verschuldigd voor:
  1° een inschrijving voor een examen georganiseerd door het Instituut;
  2° een aanvraag voor afgifte van een bedieningscertificaat;
  3° een aanvraag voor een analyse van de mogelijkheid om een netwerk uit te baten;
  4° een aanvraag van een vergunning of recht voor gebruik;
  5° een aanvraag van een houdersvergunning;
  6° een aanvraag voor wijziging van een bedieningscertificaat.
  De betaling van een dossierrecht gebeurt:
  1° op het ogenblik van de inschrijving voor een examen bedoeld in het eerste lid, 1° ;
  2° voorafgaand aan de afgifte van een bedieningscertificaat of aan de aanvraag om de mogelijkheid om een netwerk te exploiteren, te onderzoeken;
  3° in de veronderstellingen bedoeld in het eerste lid, 3°, 4°, en 5°, binnen 30 dagen vanaf de uitgifte van de factuur, tenzij er een risico bestaat dat de bedragen niet daadwerkelijk kunnen worden geïnd via gerechtelijke weg in België, in welk geval de betaling vooraf plaatsvindt.
  Elke aanvraag tot wijziging van de vergunning of het gebruiksrecht geeft aanleiding tot de betaling van een bedrag dat de helft bedraagt van het dossierrecht.";
  2° in de Franse tekst van het tweede lid wordt het woord "frais" vervangen door het woord "droits";
  3° het derde lid wordt vervangen als volgt:
  "Indien een aanvraag minder dan twintig werkdagen voor de gewenste datum van indienststelling wordt ingediend, wordt het dossierrecht verdubbeld. Indien een aanvraag, minder dan vijf werkdagen voor de datum van indienststelling ingediend wordt, wordt het dossierrecht vervijfvoudigd.";
  4° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende:
  "Er worden geen dossierrechten aangerekend voor vergunningen met betrekking tot:
  1° tijdelijke of verplaatsbare basisstations van een netwerk met gedeelde middelen van categorie 8b;
  2° de radiostations aangelegd aan boord van een vaartuig als zijnde de algemeen aanvaarde boordapparatuur.
  In geval van intrekking van de aanvraag of opzegging van een vergunning blijven de dossierrechten verschuldigd.".
Art.19. A l'article 35 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :
  " Un droit de dossier destiné à couvrir les frais d'étude du dossier est dû pour :
  1° une inscription à un examen organisé par l'Institut ;
  2° une demande de délivrance d'un certificat d'opérateur ;
  3° une demande d'analyse de la possibilité d'exploiter un réseau ;
  4° une demande d'autorisation ou de droit d'utilisation ;
  5° une demande de licence de détention ;
  6° une demande de changement d'un certificat d'opérateur.
  Le paiement du droit de dossier s'effectue :
  1° au moment de l'inscription à un examen visé à l'alinéa 1er, 1° ;
  2° anticipativement à la délivrance d'un certificat d'opérateur ou à la demande d'analyse de la possibilité d'exploiter un réseau ;
  3° dans les hypothèses visées à l'alinéa 1er, 3°, 4°, et 5°, endéans les 30 jours à compter de l'émission de la facture, sauf s'il existe un risque de non-recouvrement effectif des montants par voie judiciaire en Belgique, auquel cas le paiement se fait de façon anticipative.
  Toute demande de modification de l'autorisation ou du droit d'utilisation donne lieu au paiement d'un montant s'élevant à la moitié du droit de dossier. " ;
  2° dans l'alinéa 2, le mot " frais " est remplacé par le mot " droits " ;
  3° l'alinéa 3 est remplacé par ce qui suit :
  " Lorsqu'une demande est introduite moins de vingt jours ouvrables avant la date souhaitée de la mise en service, le droit de dossier est doublé. Lorsqu'une demande est introduite moins de cinq jours ouvrables avant la date de la mise en service, le droit de dossier est quintuplé. " ;
  4° l'article est complété par deux alinéas rédigés comme suit :
  " Aucun droit de dossier n'est porté en compte pour les autorisations relatives :
  1° aux stations de base temporaires ou transportables d'un réseau à ressources partagées de la catégorie 8b ;
  2° aux stations de radiocommunications installées à bord d'un navire comme étant l'équipement de bord généralement accepté.
  En cas de retrait de la demande ou de renonciation à une autorisation, les droits de dossier restent dus. ".
Art.20. In artikel 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de artikelen 35 en 36 betalen" vervangen door de woorden "artikel 35 betalen personen die een frequentie voorbehouden voor een net met gedeelde middelen, alsook";
  2° het artikel wordt aangevuld met twee leden, luidende:
  "Indien een station gedekt is door vergunningen van meerdere categorieën, zijn de rechten betreffende de verschillende categorieën verschuldigd.
  Het in het eerste lid bedoelde recht is niet verschuldigd voor de radiostations aangelegd aan boord van een vaartuig of luchtvaartuig als zijnde de algemeen aanvaarde boordapparatuur.".
Art.20. A l'article 37 du même arrêté, modifié par l'arrêté du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 1er, les mots " aux articles 35 et 36, " sont remplacés par les mots " à l'article 35, les personnes qui réservent une fréquence pour un réseau à ressources partagées, ainsi que " ;
  2° l'article est complété par deux alinéas rédigés comme suit :
  " Lorsqu'une station est couverte par des autorisations de plusieurs catégories, les redevances relatives aux différentes catégories sont dues.
  La redevance visée à l'alinéa 1er n'est pas due pour les stations de radiocommunications installées à bord d'un navire ou d'un aéronef, comme étant l'équipement de bord généralement accepté. ".
Art.21. Artikel 38 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, wordt opgeheven.
Art.21. L'article 38 du même arrêté, modifié par l'arrêté du 15 juillet 2013, est abrogé.
Art.22. Artikelen 39 en 40 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.22. Les articles 39 et 40 du même arrêté sont abrogés.
Art.23. In artikel 41 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de woorden "maanden; elke begonnen maand wordt voor een volle maand gerekend" worden vervangen door de woorden "dagen met aanrekening van een minimum van dertig dagen";
  b) in de laatste zin worden de woorden "binnen de termijn vastgesteld door het Instituut" vervangen door de woorden "uiterlijk dertig dagen na de ontvangst van de factuur, tenzij er een risico bestaat dat de bedragen niet daadwerkelijk kunnen worden geïnd van via gerechtelijke weg in België, in welk geval de betaling vooraf plaatsvindt";
  2° het artikel 41 wordt aangevuld met een lid, luidend:
  "Het minimum van dertig dagen is niet van toepassing in geval van aanvraag van een wijziging of vervanging van een station of van een netwerk.".
Art.23. A l'article 41 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 2, les modifications suivantes sont apportées:
  a) les mots " mois restant à courir jusqu'au 31 décembre, tout mois commencé étant compté comme un mois entier ", sont remplacés par les mots " jours restants à courir jusqu'au 31 décembre avec imputation d'un minimum de trente jours " ;
  b) dans les dernière phrase, les mots " dans le délai fixé par l'Institut ", ", sont remplacés par les mots " au plus tard trente jours après la réception de la facture, sauf s'il existe un risque de non-recouvrement effectif des montants par voie judiciaire en Belgique, auquel cas le paiement se fait de façon anticipative " ;
  2° l'article 41 est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  " Le minimum de trente jours n'est pas d'application en cas de demande de modification ou de remplacement d'une station ou d'un réseau. ".
Art.24. In artikel 42 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "elk gedeelte van een maand wordt voor een volle maand gerekend" worden vervangen door de woorden "met een minimum van dertig dagen";
  2° het artikel 42 wordt aangevuld met een lid, luidende:
  "Het minimum van dertig dagen is niet van toepassing in geval van wijziging of vervanging van een station of van een netwerk.".
Art.24. A l'article 42 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots " toute fraction de mois étant comptée comme un mois entier " sont remplacés par les mots " avec un minimum de trente jours " ;
  2° l'article 42 est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  " Le minimum de trente jours n'est pas d'application en cas de modification ou de remplacement d'une station ou d'un réseau. ".
Art.25. In artikel 43 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  "Het Instituut stelt een creditnota op voor het recht dat slaat op het aantal resterende dagen, waarbij een minimum van dertig dagen verschuldigd blijft.".
  2° het derde lid wordt vervangen als volgt:
  "Het minimum van dertig dagen is niet van toepassing in geval van wijziging of vervanging van een station of van een netwerk.".
Art.25. A l'article 43 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :
  " L'Institut établit une note de crédit pour la redevance relative au nombre de jours restants, un minimum de trente jours restant dû. "
  2° l'alinéa 3 est remplacé par ce qui suit :
  " Le minimum de trente jours n'est pas d'application en cas de modification ou de remplacement d'une station ou d'un réseau. ".
Art.26. In artikel 44 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, worden de woord "van de maand november" telkens vervangen door de woorden "van de maand oktober".
Art.26. Dans l'article 44 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les mots " du mois de novembre " sont chaque fois remplacés par les mots " du mois d'octobre ".
Art.27. In artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "De rechten vermeld in de artikelen 35 en 37 behoudens die welke betrekking hebben op hoofdstuk IV zijn niet verschuldigd" worden vervangen door de woorden "De dossierrechten en de rechten vastgesteld in de artikelen 35 en 37 behoudens die welke betrekking hebben op hoofdstuk IV zijn niet verschuldigd";
  2° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 6°, luidende:
  "6° de diensten die onder de minister van Landsverdediging ressorteren, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en de Geallieerde Strijdkrachten, voor het gebruik van civiele of gedeelde frequenties.".
Art.27. A l'article 45 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots " Les redevances prévues aux articles 35 et 37 excepté celles qui concernent le chapitre IV ne sont pas dues " sont remplacés par les mots " Les droits de dossier et les redevances prévus aux articles 35 et 37 excepté ceux qui concernent le chapitre IV ne sont pas dus ";
  2° l'article est complété par le 6°, rédigé comme suit :
  " 6° les services relevant du ministre de la Défense nationale, l'Organisation du Traité de l'Atlantique Nord et les Forces alliées pour l'utilisation de fréquences civiles ou partagées. ".
Art.28. In artikel 46 van het hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013, wordt het woord "radiostations" vervangen door het woord "radiotoestellen".
Art.28. Dans la version néerlandaise de l'article 46 du même arrêté, modifié par la loi du 15 juillet 2013, le mot " radiostations " est remplacé par le mot " radiotoestellen ".
Art.29. In hoofdstuk VI/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij de het besluit van 15 juli 2015, wordt artikel 50 opgeheven.
Art.29. Le chapitre VI/1 du même arrêté, inséré par l'arrêté du 15 juillet 2013, comportant l'article 50, est abrogé.
Art.30. In artikel 50/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd door het besluit van 15 juli 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de woorden "of gebruiker van een radiostation" worden ingevoegd tussen de woorden "houder van een vergunning" en de woorden "hen de toegang tot";
  2° de paragraaf wordt aangevuld met de woorden ", waarbij hun veiligheid gewaarborgd wordt".
Art.30. A l'article 50/1, paragraphe 2 du même arrêté, inséré par l'arrêté du 15 juillet 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots " ou utilisateur d'une station de radiocommunications " sont insérés entre les mots " titulaire d'une autorisation " et les mots " leur fournit l'accès " ;
  2° le paragraphe est complété par les mots " tout en garantissant leur sécurité ".
Art.31. In artikel 52 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 3 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de woorden "houder van de installatie" worden vervangen door de woorden "verantwoordelijke gebruiker";
  b) de eerste zin wordt aangevuld met de woorden "en de storingen te verhelpen" ;
  2° in paragraaf 5 worden de woorden "of ten gevolge van de radio-elektrische installaties aangelegd" vervangen door de woorden "radio-elektrische installaties of die resulteren uit de aanleg ervan".
Art.31. A l'article 52, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le texte néerlandais du paragraphe 3, les modifications suivantes sont apportées :
  a) les mots " houder van de installatie " sont remplacés par " verantwoordelijke gebruiker " ;
  b) la première phrase est complétée par les mots " en de storingen te verhelpen " ;
  2° dans le texte néerlandais du paragraphe 5, les mots " of ten gevolge van de radio-elektrische installaties aangelegd " sont remplacés pas les mots " radio-elektrische installaties of die resulteren uit de aanleg ervan ".
Art.32. In hetzelfde besluit wordt bijlage 1, gewijzigd door het besluit van 15 juli 2013 en het besluit van 28 oktober 2016 vervangen door de bijlage gevoegd bij dit besluit.
Art.32. Dans le même arrêté, l'annexe 1, modifiée par l'arrêté du 15 juillet 2013 et l'arrêté du 28 octobre 2016, est remplacée par l'annexe jointe au présent arrêté.
Art.33. In bijlage 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 juli 2013 en het besluit van 28 oktober 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, dat artikel 1 wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  a) de woorden "niet de vergunningen bedoeld in artikel 39, § 1" worden vervangen door de woorden "geen vergunning op basis van artikel 39 of geen gebruiksrecht op basis van artikel 18";
  b) in de bepaling onder 6° wordt de bepaling onder e) opgeheven;
  c) in de bepaling onder 9° worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  c1) de woorden "de kortbereikapparatuur voor zover zij voldoet aan de bepalingen" worden vervangen door de woorden "korteafstandsapparatuur die voldoet aan de specificaties";
  c2) de woorden "die conform zijn aan een Belgische radio-interface, met uitzondering van de kortbereikapparatuur" worden vervangen door de woorden "die conform een Belgische radio-interface zijn, met uitzondering van de korteafstandsapparatuur gedekt door de punten";
  d) in de bepaling onder 10° worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  d1) de woorden "de kortbereikapparatuur" worden vervangen door de woorden "de korteafstandsapparatuur";
  d2) de woorden "met een kanaalafstand van 10 kHz en een maximaal effectief uitgestraald vermogen tot 100 mW" worden opgeheven;
  e) de bepaling onder 11° wordt vervangen als volgt:
  "11° de korteafstandsapparatuur voor medische telemetrie op de volgende frequenties:
  151,500 MHz
  173,250 MHz
  448,125 + n x 25 kHz (voor n = 0, 1, ..., 12)
  457,525 + n x 25 kHz (voor n = 0, 1, ..., 4)
  467,750 + n x 25 kHz (voor n = 0, 1, ..., 8)
  470,025 + n x 25 kHz (voor n = 0, 1, ..., 8)";
  f) in de bepaling onder 12° worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  f1) in het eerste lid worden de woorden "de volgende kortbereikapparatuur" vervangen door de woorden "de volgende korteafstandsapparatuur";
  f2) de woorden "de volgende kortbereikapparatuur" worden telkens vervangen door de woorden "de volgende korteafstandsapparatuur";
  f3) in de bepaling onder a) worden de woorden "met een maximaal effectief uitgestraald vermogen tot 50 mW voor zover zij de volgende frequentiebanden respecteert" vervangen door de woorden "in de volgende frequentiebanden";
  f4) in de bepaling onder b) worden de woorden "met een maximaal effectief uitgestraald vermogen tot 10 mW" opgeheven;
  f5) in de bepaling onder d) worden de woorden "met een maximaal effectief uitgestraald vermogen tot 10 mW op de volgende frequenties" vervangen door de woorden "die de volgende frequenties gebruiken";
  g) de bepaling onder 13° wordt vervangen als volgt:
  "13° de korteafstandsapparatuur voor draadloze audioverbindingen in de volgende frequentiebanden:
  36,6 - 36,8 MHz; of
  37,0 - 37,2 MHz; of
  37,8 - 38,0 MHz; of
  863,000 - 865,000 MHz";
  h) in de bepaling onder 14° worden de woorden "tot een maximaal effectief uitgestraald vermogen tot 250 mW" opgeheven;
  i) in de bepaling onder 15° worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  i1) de woorden "voor motorvoertuigen voor" worden vervangen door de woorden "voor radarsystemen voor motorvoertuigen voor";
  i2) de woorden "die op de Belgische markt toegelaten worden in uitvoering van de Beschikkingen 2004/545/EG en 2005/50/EG" worden vervangen door de woorden "conform de bepalingen van de Beschikkingen 2004/545/EG en 2005/50/EG, gewijzigd bij Beschikking 2011/485/EU";
  j) in de bepaling onder 18° worden de woorden "van klasse 1 of soorten apparatuur gepubliceerd door de Commissie overeenkomstig" vervangen door de woorden "die behoren tot klasse 1 zoals gedefinieerd door";
  k) de bepaling onder 19° wordt opgeheven;
  l) in de bepalingen onder 20° en 21° worden de woorden "die op de Belgische markt toegelaten wordt in uitvoering van de" telkens vervangen door de woorden "die voldoet aan de bepalingen van";
  m) in de bepaling onder 22° worden de woorden "de kortbereikapparatuur die op de Belgische markt toegelaten wordt in uitvoering van de" vervangen door de woorden "de korteafstandsapparatuur die voldoet aan de bijlage bij";
  n) de bepaling onder 23° wordt vervangen als volgt:
  "23° De radiotoestellen aan boord van voertuigen voor veiligheidsgerelateerde toepassingen van intelligente vervoerssystemen en automatische metrosystemen in de 5 875-5 925 MHz-band die voldoen aan de bepalingen van Beschikking 2007/131/EG van de Europese Commissie";
  o) de bepaling onder 24° wordt aangevuld met de woorden "en in het kader van zijn opdrachten";
  p) in de bepaling onder 27° worden de woorden "met een maximaal equivalent isotroop uitgestraald vermogen van 25 dBW" opgeheven;
  q) artikel 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 28°, luidende:
  "28° de radiotoestellen die werken in de frequentiebanden lager dan 9 kHz, die conform een Belgische radio-interface zijn";
  2° de bijlage wordt aangevuld met de artikelen 2 tot 4, luidende:
  "Art. 2. Is vrijgesteld van de overeenstemmende bedieningscertificaten van de 4e categorie:
  1° de houder van een GOC- of ROC-bedieningscertificaat dat werd afgegeven:
  a) door een lidstaat van de Europese Unie en dat erkend is krachtens Richtlijn 2005/45/EG van 7 september 2005 betreffende de wederzijdse erkenning van door de lidstaten afgegeven bewijzen van beroepsbekwaamheid van zeevarenden en tot wijziging van Richtlijn 2001/25/EG; of
  b) door een overheid van een derde land en dat erkend is krachtens Richtlijn 2012/35/EU van 21 november 2012 houdende wijziging van Richtlijn 2008/106/EG inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden; of
  2° de houder van een LRC-certificaat afgegeven conform Resolutie 343 van het RR en aanbeveling 10(03) van de CEPT; of
  3° de houder van een SRC-certificaat afgegeven conform Resolutie 343 van het RR en aanbeveling 31-04 van de CEPT; of
  4° de houder van een VHF-certificaat afgegeven conform artikel 47 van het RR.
Art.33. Dans l'annexe 2 du même arrêté, modifiée par l'arrêté du 15 juillet 2013 et l'arrêté du 28 octobre 2016, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 1er, qui devient l'article 1er, les modifications suivantes sont apportées :
  a) les mots " les autorisations visées à l'article 39, § 1er, " sont remplacés par les mots " une autorisation en vertu de l'article 39 ou un droit d'utilisation en vertu de l'article 18 " ;
  b) au 6° , le e) est abrogé ;
  c) au 9°, les modifications suivantes sont apportées :
  c1) les mots " les appareils à courte portée, pour autant qu'ils satisfont aux dispositions " sont remplacés par les mots " dispositifs à courte portée conformes aux spécifications " ;
  c2) les mots " qui sont conformes à une interface radio belge, à l'exception des appareils de radiocommunications à courte portée couverts par les points " sont remplacés par les mots " et qui sont conformes à une interface radio belge, à l'exception des dispositifs à courte portée couverts par les points " ;
  d) au 10° les modifications suivantes sont apportées :
  d1) les mots " appareils à courte portée " sont remplacés par les mots " dispositifs à courte portée " ;
  d2) les mots " avec un espacement des canaux de 10 kHz et une puissance rayonnée maximale jusqu'à 100 mW " sont abrogés ;
  e) le 11° est remplacé par ce qui suit :
  " 11° les dispositifs à courte portée pour la télémétrie médicale utilisant les fréquences suivantes :
  151,500 MHz
  173,250 MHz
  448,125 + n x 25 kHz (pour n = 0, 1, ..., 12)
  457,525 + n x 25 kHz (pour n = 0, 1, ..., 4)
  467,750 + n x 25 kHz (pour n = 0, 1, ..., 8)
  470,025 + n x 25 kHz (pour n = 0, 1, ..., 8) ";
  f) au 12°, les modifications suivantes sont apportées :
  f1) dans l'alinéa 1er, les mots " les appareils à courte portée suivant" sont remplacés par les mots " les dispositifs à courte portée suivants " ;
  f2) les mots " les appareils à courte portée " sont chaque fois remplacés par les mots " dispositifs à courte portée " ;
  f3) au a), les mots " avec une puissance apparente rayonnée maximale jusqu'à 50 mW à condition qu'ils fonctionnent dans les bandes de fréquences suivantes " sont remplacés par les mots " dans les bandes de fréquences suivantes " ;
  f4) au b), les mots " avec une puissance apparente rayonnée maximale jusqu'à 10mW " sont abrogés ;
  f5) au d), les mots " à bande étroite avec une puissance apparente rayonnée maximale de 10 mW sur les fréquences suivantes " sont remplacés par les mots " utilisant les fréquences suivantes " ;
  g)° le 13° est remplacé par ce qui suit :
  " 13° les dispositifs à courte portée pour des liaisons audio sans cordon, dans les bandes de fréquences suivantes :
  36,6 - 36,8 MHz; ou
  37,0 - 37,2 MHz; ou
  37,8 - 38,0 MHz; ou
  863,000 - 865,000 MHz " ;
  h) au 14°, les mots " jusqu'à une puissance apparente rayonnée maximale de 250 mW " sont abrogés ;
  i) au 15°, les modifications suivantes sont apportées :
  i1) dans le texte néerlandais, les mots " voor motorvoertuigen voor " sont remplacés par les mots " voor radarsystemen voor motorvoertuigen voor " ;
  i2) les mots " qui sont autorisées sur le marché belge en exécution des Décisions 2004/545/CE et 2005/50/CE " sont remplacés par les mots " conformes aux dispositions des Décisions 2004/545/CE et 2005/50/CE modifiée par la décision 2011/485/UE " ;
  j) au 18°, les mots " classe 1 : équipements ou types d'équipements publiés par la Commission conformément à " sont remplacés par les mots " relevant de la classe 1 telle que définie par " ;
  k) le 19° est abrogé ;
  l) aux 20° et 21° , les mots " qui sont autorisés sur le marché belge en exécution de " sont chaque fois remplacés par les mots " conformes aux dispositions de " ;
  m) au 22° les mots " qui sont autorisés sur le marché belge en exécution de la " sont remplacés par les mots " conformes à l'annexe à la " ;
  n) le 23° est remplacé par ce qui suit :
  " 23° Les appareils de radiocommunications à bord de véhicules pour les applications liées à la sécurité de systèmes de transport intelligents et des systèmes de métros automatiques dans la bande 5 875-5 925 MHz conformes aux dispositions de la Décision 2007/131/CE de la Commission européenne " ;
  o) le 24° est complété par les mots " et dans le cadre de ses missions " ;
  p) au 27°, les mots " avec une puissance isotrope rayonnée équivalente maximale de 25 dBW " sont abrogés ;
  q) l'article 1er est complété par le 28°, rédigé comme suit :
  " 28° les appareils de radiocommunications fonctionnant dans les bandes de fréquences inférieures à 9 kHz qui sont conformes à une interface radio belge. " ;
  2° l'annexe est complétée par les articles 2 à 4, rédigés comme suit:
  " Art. 2. Est exempté des certificats d'opérateur de 4e catégorie correspondants :
  1° le titulaire d'un certificat d'opérateur GOC ou ROC délivré :
  a) par un Etat membre de l'Union européenne et reconnu en application de la directive 2005/45/CE du 7 septembre 2005 concernant la reconnaissance mutuelle des brevets des gens de mer délivrés par les Etats membres et modifiant la directive 2001/25/CE ; ou
  b) par une administration d'un pays tiers et reconnu en application de la Directive 2012/35/UE du 21 novembre 2012 modifiant la directive 2008/106/CE concernant le niveau minimal de formation des gens de mer ; ou
  2° le titulaire d'un certificat LRC délivré conformément à la résolution 343 du RR et à la recommandation (10) 03 de la CEPT ; ou
  3° le titulaire d'un certificat SRC, délivré conformément à la résolution 343 du RR et à la recommandation 31-04 de la CEPT ; ou
  4° le titulaire d'un certificat VHF délivré conformément à l'article 47 du RR.
Art.34. Worden opgeheven:
  1° het besluit van de Regent van 10 januari 1950 tot vaststelling van de taksen van controle en toezicht betreffende de inspectie van de radio-electrische inrichtingen aan boord van luchtvaartuigen;
  2° het ministerieel besluit van 9 januari 2001 betreffende het aanleggen en het doen werken van radiostations door radioamateurs.
Art.34. Sont abrogés :
  1° l'arrêté du Régent du 10 janvier 1950 fixant les taxes de contrôle et de surveillance relatives à l'inspection des installations radioélectriques établies à bord des aéronefs ;
  2° l'arrêté ministériel du 9 janvier 2001 relatif à l'établissement et la mise en service de stations radioélectriques par des radioamateurs.
Art.35. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019, met uitzondering van:
  1° artikel 27, dat uitwerking heeft met ingang van 22 september 2017;
  2° de artikelen 23, 2° en 3°, 24 en 25, die in werking treden op 1 januari 2020.
Art.35. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2019, à l'exception :
  1° de l'article 27 qui produit ses effets le 22 septembre 2017 ;
  2° des articles 23, 2° et 3°, 24 et 25, qui entrent en vigueur le 1er janvier 2020.
Art.36. De minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.36. Le ministre qui a les Télécommunications dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen
  HOOFDSTUK I. - Dossierrechten voor de examens, attesten, certificaten of roepnamen Artikel 1. De dossierrechten voor een inschrijving voor een examen zijn bepaald als volgt:
  1° voor een examen betreffende categorie 4:
  a) dat toegang geeft tot de SRC- en VHF-bedieningscertificaten: 25 euro;
  b) dat toegang geeft tot de LRC-, het ROC- en GOC-bedieningscertificaten: 55 euro;
  2° voor een examen betreffende de 5e categorie: 40 euro.
  Het dossierrecht vermeld in de bepalingen onder 1° en 2° houdt het eerste bedieningscertificaat in en is niet terugbetaalbaar.
  Art. 2. Het dossierrecht voor de afgifte van een attest van erkenning van een erkende radioamateurvereniging bedraagt 100 euro.
  Art. 3. De afgifte van een bedieningscertificaat van de 4e of 6e categorie impliceert de betaling van dossierrechten die 5 euro per certificaat bedragen.
  De afgifte van een bedieningscertificaat van de 5e categorie impliceert de betaling van dossierrechten die 20 euro per certificaat bedragen.
  Art. 4. De afgifte van een getuigschrift van een met succes afgelegde morseproef impliceert de betaling van dossierrechten van 20 euro.
  Art. 5. De dossierrechten per nieuwe aanvraag door een erkende vereniging voor de verstrekking van een speciale prefix van een roepnaam voor alle radioamateurs bedragen 100 euro.
  Art. 6. De dossierrechten voor een aanvraag van een extra roepnaam bedragen 40 euro.
  HOOFDSTUK II. - Dossierrechten en jaarlijkse rechten per categorie bepaald in artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen
  Afdeling 1. - Algemeen
  Art. 7. Voor de berekening van het jaarlijkse recht "R" uitgedrukt in euro, wordt verstaan onder de gebruikte afkortingen:
  1° "P" is het uitgangsvermogen van de zendinstallatie, zoals gedefinieerd in artikel 1, 8°, van het koninklijk besluit, dat toegestaan is voor elke frequentie in watt;
  Indien P > 25 watt, wordt P gelijkgesteld aan 25 watt;
  2° "H" is de hoogte van de antenne ten opzichte van de grond in meter
  Indien H > 60 meter, wordt H gelijkgesteld aan 60 m;
  Indien H < 0 meter, wordt H gelijkgesteld aan 0;
  3° "f" is de draaggolffrequentie in GHz;
  4° "B" is de toegewezen bandbreedte in MHz;
  5° "n" is het aantal basisstations in het radionetwerk op dat kanaal;
  6° "C" is een coëfficiënt die wordt bepaald overeenkomstig de volgende tabel:
Art. N. Annexe 1 à l'arrêté royal du 18 décembre 2009 relatif aux communications radioélectriques privées et aux droits d'utilisation des réseaux fixes et des réseaux à ressources partagées
  CHAPITRE Ier. - Droits de dossier liés aux examens, attestations, certificats ou indicatifs Article 1er. Les droits de dossier pour une inscription à un examen sont fixés comme suit :
  1° pour un examen relatif à la 4e catégorie :
  a) donnant accès aux certificats d'opérateur SRC et VHF : 25 euros ;
  b) donnant accès aux certificats d'opérateur LRC, ROC et GOC : 55 euros ;
  2° pour un examen relatif à la 5e catégorie : 40 euros.
  Le droit de dossier mentionné aux 1° et 2° inclut le premier certificat d'opérateur et n'est pas remboursable.
  Art. 2. Le droit de dossier pour la délivrance d'une attestation de reconnaissance d'une association reconnue de radioamateurs s'élève à 100 euros.
  Art. 3. La délivrance d'un certificat d'opérateur de 4e ou 6e catégorie implique le paiement de droits de dossier s'élevant à 5 euros par certificat.
  La délivrance d'un certificat d'opérateur de 5e catégorie implique le paiement de droits de dossier s'élevant à 20 euros par certificat.
  Art. 4. La délivrance d'une attestation de réussite d'un test de morse implique le paiement de droits de dossiers de 20 euros.
  Art. 5. Les droits de dossier par nouvelle demande par une association reconnue de radioamateurs pour la délivrance d'un préfixe d'indicatif spécial pour tous les radioamateurs s'élèvent à 100 euros.
  Art. 6. Les droits de dossier pour une demande d'un indicatif supplémentaire s'élèvent à 40 euros.
  CHAPITRE II. - Droits de dossiers et redevances par catégories visées à l'article 4 de l'arrêté royal du 18 décembre 2009 relatif aux communications radioélectriques privées et aux droits d'utilisation des réseaux fixes et des réseaux à ressources partagées
  Section 1. - Généralités
  Art. 7. Pour le calcul de la redevance annuelle, en abrégé " R ", exprimée en euro, les abréviations utilisées s'entendent comme suit :
  1° " P " est la puissance de sortie de l'installation d'émission, autorisée pour chaque fréquence en Watt ;
  Si P > 25 Watts, P est assimilé à 25 Watts ;
  2° " H " est la hauteur de l'antenne par rapport au niveau du sol en mètres
  Si H > 60 mètres, H est assimilé à 60 m ;
  Si H < 0 mètres, H est assimilé à 0 m ;
  3° " f " est la fréquence porteuse en GHz ;
  4° " B " est la largeur de bande attribuée en MHz ;
  5° " n " est le nombre de stations de base dans le réseau de radiocommunications sur ce canal ;
  6° " C " est un coefficient déterminé conformément au tableau suivant :
Breedte van het toegewezen kanaal uitgedrukt in kHz Waarde van C: Largeur du canal attribué exprimée en kHz Valeur de C :
<= 6,25 kHz 0,5 <= 6,25 kHz 0,5
> 6,25 kHz en <= 12,5 kHz 1 > 6,25 kHz et <= 12,5 kHz 1
> 12,5 kHz en <= 25 kHz 2 > 12,5 kHz et <= 25 kHz 2
> 25 kHz Breedte van het toegewezen kanaal in kHz/12,5 kHz >25 kHz Largeur du canal attribué en kHz /12,5 kHz
Breedte van het toegewezen kanaal uitgedrukt in kHz Waarde van C: Largeur du canal attribué exprimée en kHz Valeur de C :<= 6,25 kHz 0,5 <= 6,25 kHz 0,5> 6,25 kHz en <= 12,5 kHz 1 > 6,25 kHz et <= 12,5 kHz 1> 12,5 kHz en <= 25 kHz 2 > 12,5 kHz et <= 25 kHz 2> 25 kHz Breedte van het toegewezen kanaal in kHz/12,5 kHz >25 kHz Largeur du canal attribué en kHz /12,5 kHz
In afwijking van wat voorafgaat, in geval van mobiele netten die de frequentieband 470-1000 MHz gebruiken, van in-ear monitoring systems of van draadloze microfoons, C = 1.
  Overigens, in geval van mobiele netten die frequenties boven 1 GHz gebruiken, C = CW/8 waarbij CW de breedte van het toegewezen kanaal is uitgedrukt in MHz en afgerond naar de hogere MHz.
  Afdeling 2. - Vergunningen van de 1e categorie.
  Art. 8. § 1. De dossierrechten per nieuw ingediend dossier bedragen 1,2695 x 100 euro.
  § 2. Het jaarlijkse recht wordt vastgesteld als volgt:
  1° voor elke vergunning voor een vast of transportabel radiostation behorende tot een netwerk waarvan de straal van de gevraagde dekking meer dan 1 km bedraagt en dat niet beperkt is tot een welbepaald afgesloten gebied, bedraagt het jaarlijkse recht voor elke toegestane frequentie:
  a) Recht (R) per exclusieve frequentie:
  R = 1,5054 x (2,4 x P2 + 40 x H + 300) x C
  b) Recht (R) per gemeenschappelijke frequentie:
  R = (1,5054 x (2,4 x P2 + 40 x H + 300)) x C/3
  c) Recht (R) per collectieve frequentie:
  R = (1,5054 x (2,4 x P2 + 40 x H + 300)) x C/4
  2° voor elke vergunning voor een vast of transportabel radiostation dat tot een netwerk behoort waarvan de straal van de gevraagde dekking kleiner is dan of gelijk aan 1 km of beperkt is tot een welbepaald afgesloten gebied en voor elk mobiel of draagbaar zendstation, wordt het bedrag vermeld in de tabel hieronder, overeenstemmend met het hoogste vermogen van het radiostation:
Breedte van het toegewezen kanaal uitgedrukt in kHz Waarde van C: Largeur du canal attribué exprimée en kHz Valeur de C :
<= 6,25 kHz 0,5 <= 6,25 kHz 0,5
> 6,25 kHz en <= 12,5 kHz 1 > 6,25 kHz et <= 12,5 kHz 1
> 12,5 kHz en <= 25 kHz 2 > 12,5 kHz et <= 25 kHz 2
> 25 kHz Breedte van het toegewezen kanaal in kHz/12,5 kHz >25 kHz Largeur du canal attribué en kHz /12,5 kHz
Breedte van het toegewezen kanaal uitgedrukt in kHz Waarde van C: Largeur du canal attribué exprimée en kHz Valeur de C :<= 6,25 kHz 0,5 <= 6,25 kHz 0,5> 6,25 kHz en <= 12,5 kHz 1 > 6,25 kHz et <= 12,5 kHz 1> 12,5 kHz en <= 25 kHz 2 > 12,5 kHz et <= 25 kHz 2> 25 kHz Breedte van het toegewezen kanaal in kHz/12,5 kHz >25 kHz Largeur du canal attribué en kHz /12,5 kHz
Par dérogation à ce qui précède, dans le cas de réseaux mobiles utilisant la bande de fréquence 470-1000 MHz, de systèmes de " in-ear monitoring " ou de microphones sans fil, C = 1.
  Par ailleurs, pour les réseaux mobiles qui utilisent des fréquences supérieures à 1GHz, C = CW/8, où CW est la largeur du canal attribué exprimée en MHz arrondie au MHz supérieur.
  Section 2. - Autorisations de 1re catégorie.
  Art. 8. § 1er. Les droits de dossier par nouveau dossier introduit s'élèvent à 1,2695 x 100 euros.
  § 2. La redevance annuelle est fixée comme suit :
  1° pour chaque autorisation pour une station de radiocommunications fixe ou transportable appartenant à un réseau dont le rayon de la couverture demandée dépasse 1 km et qui n'est pas limité à une enceinte bien définie, la redevance annuelle pour chaque fréquence autorisée s'élève aux montants suivants :
  a) Redevance (R) par fréquence exclusive :
  R = 1,5054 x (2,4 x P2 + 40 x H + 300) x C
  b) Redevance (R) par fréquence commune :
  R = (1,5054 x (2,4 x P2 + 40 x H + 300)) x C/3
  c) Redevance (R) par fréquence collective :
  R = (1,5054 x (2,4 x P2 + 40 x H + 300)) x C/4
  2° pour chaque autorisation pour une station de radiocommunications fixe ou transportable appartenant à un réseau dont le rayon de la couverture demandée est inférieur ou égal à 1 km ou qui est limité à une enceinte bien définie et pour chaque station émettrice mobile ou portable, le montant est mentionné dans le tableau ci-dessous, correspondant à la puissance la plus élevée de la station de radiocommunications :
Vermogen (Watt) (P) Recht Puissance (Watt) (P) Redevance
< 0,1 1,5054x (19) x C < 0,1 1,5054x (19) x C
0,1 tot 2 1,5054x (38,3 + 19,571 x (P - 0,1)) x C 0,1 à 2 1,5054x (38,3 + 19,571 x (P - 0,1)) x C
2 tot 5 1,5054x (75,485 + 7,188 x (P - 2)) x C 2 à 5 1,5054x (75,485 + 7,188 x (P - 2)) x C
5 tot 10 1,5054x (97,05 + 4,313 x (P - 5)) x C 5 à 10 1,5054x (97,05 + 4,313 x (P - 5)) x C
10 tot 20 1,5054x (118,615 + 3,235 x (P - 10)) x C 10 à 20 1,5054x (118,615 + 3,235 x (P - 10)) x C
20 en meer 1,5054x (150,965 + 4,313 x (P - 20)) x C 20 et plus 1,5054x (150,965 + 4,313 x (P - 20)) x C
Vermogen (Watt) (P) Recht Puissance (Watt) (P) Redevance< 0,1 1,5054x (19) x C < 0,1 1,5054x (19) x C0,1 tot 2 1,5054x (38,3 + 19,571 x (P - 0,1)) x C 0,1 à 2 1,5054x (38,3 + 19,571 x (P - 0,1)) x C2 tot 5 1,5054x (75,485 + 7,188 x (P - 2)) x C 2 à 5 1,5054x (75,485 + 7,188 x (P - 2)) x C5 tot 10 1,5054x (97,05 + 4,313 x (P - 5)) x C 5 à 10 1,5054x (97,05 + 4,313 x (P - 5)) x C10 tot 20 1,5054x (118,615 + 3,235 x (P - 10)) x C 10 à 20 1,5054x (118,615 + 3,235 x (P - 10)) x C20 en meer 1,5054x (150,965 + 4,313 x (P - 20)) x C 20 et plus 1,5054x (150,965 + 4,313 x (P - 20)) x C
§ 3. Voor een vergunning voor een vast of een transportabel basisstation dat gebruikmaakt van exclusieve frequenties, wordt het recht vermenigvuldigd met het aantal exclusieve zendfrequenties toegewezen voor de werking ervan.
  Afdeling 3. - Vergunningen van de 2e categorie
  Art. 9. § 1. Voor de vergunningen voor radionetten en -stations bedragen de dossierrechten 12695 x 100 euro per nieuw ingediend dossier.
  § 2. Het jaarlijkse recht wordt vastgesteld als volgt:
  1° in geval van een vergunning voor een punt-tot-puntverbinding bedraagt het jaarlijkse recht per eenrichtingsverbinding tussen twee vaste punten en per gebruikte draaggolffrequentie:
  a) wanneer f begrepen is tussen 1 en 70 GHz, en B kleiner is dan of gelijk aan 28 MHz, bedraagt het jaarlijkse recht per zendstation:
  400 + 151 x B/ f
  b) wanneer f begrepen is tussen 1 en 70 GHz, en B hoger is dan 28 MHz, bedraagt het jaarlijkse recht per zendstation:
  400 + 151 x (28+ (B-28)/5) / f
  c) wanneer f hoger is dan 70 GHz, bedraagt het jaarlijkse recht per zendstation:
  150 + 50 x (28+(B-28)/5)/f
  d) wanneer f begrepen is tussen 30 MHz en 1 GHz worden de rechten berekend volgens de rechten voor de basisstations van de 1e categorie of van de 3e categorie met identieke karakteristieken;
  2° in geval van een vergunning voor een punt-tot-multipuntverbinding:
  Het jaarlijkse recht per basisstation wordt vastgesteld zoals vermeld in de volgende tabel afhankelijk van de toegewezen draaggolffrequentie en toegewezen bandbreedte
Vermogen (Watt) (P) Recht Puissance (Watt) (P) Redevance
< 0,1 1,5054x (19) x C < 0,1 1,5054x (19) x C
0,1 tot 2 1,5054x (38,3 + 19,571 x (P - 0,1)) x C 0,1 à 2 1,5054x (38,3 + 19,571 x (P - 0,1)) x C
2 tot 5 1,5054x (75,485 + 7,188 x (P - 2)) x C 2 à 5 1,5054x (75,485 + 7,188 x (P - 2)) x C
5 tot 10 1,5054x (97,05 + 4,313 x (P - 5)) x C 5 à 10 1,5054x (97,05 + 4,313 x (P - 5)) x C
10 tot 20 1,5054x (118,615 + 3,235 x (P - 10)) x C 10 à 20 1,5054x (118,615 + 3,235 x (P - 10)) x C
20 en meer 1,5054x (150,965 + 4,313 x (P - 20)) x C 20 et plus 1,5054x (150,965 + 4,313 x (P - 20)) x C
Vermogen (Watt) (P) Recht Puissance (Watt) (P) Redevance< 0,1 1,5054x (19) x C < 0,1 1,5054x (19) x C0,1 tot 2 1,5054x (38,3 + 19,571 x (P - 0,1)) x C 0,1 à 2 1,5054x (38,3 + 19,571 x (P - 0,1)) x C2 tot 5 1,5054x (75,485 + 7,188 x (P - 2)) x C 2 à 5 1,5054x (75,485 + 7,188 x (P - 2)) x C5 tot 10 1,5054x (97,05 + 4,313 x (P - 5)) x C 5 à 10 1,5054x (97,05 + 4,313 x (P - 5)) x C10 tot 20 1,5054x (118,615 + 3,235 x (P - 10)) x C 10 à 20 1,5054x (118,615 + 3,235 x (P - 10)) x C20 en meer 1,5054x (150,965 + 4,313 x (P - 20)) x C 20 et plus 1,5054x (150,965 + 4,313 x (P - 20)) x C
§ 3. Pour une autorisation pour une station de base fixe ou transportable utilisant des fréquences exclusives, la redevance est multipliée par le nombre de fréquences d'émission exclusives assignées pour son fonctionnement.
  Section 3. - Autorisations de 2e catégorie
  Art. 9. § 1er. Pour les autorisations pour les réseaux et stations de radiocommunications, les droits de dossier par nouveau dossier introduit s'élèvent à 12695 x 100 euros.
  § 2. La redevance annuelle est fixée comme suit :
  1° en cas d'autorisation pour une liaison point à point la redevance annuelle par liaison unidirectionnelle entre deux points fixes et par fréquence porteuse utilisée s'élève à :
  a) lorsque f est comprise entre 1 et 70 GHz, et B est inférieur ou égal à 28 MHz, la redevance annuelle par station émettrice s'élève à :
  400 + 151 x B/ f
  b) lorsque f est comprise entre 1 et 70 GHz, et B est supérieure à 28 MHz, la redevance annuelle par station émettrice s'élève à :
  400 + 151 x (28+ (B-28)/5) / f
  c) Lorsque f est supérieure à 70 GHz, la redevance annuelle par station émettrice s'élève à :
  150 + 50 x (28+(B-28)/5)/f
  d) lorsque f est comprise entre 30 MHz et 1 GHz, les redevances sont calculées selon les redevances pour les stations de base de la 1recatégorie ou de la 3e catégorie avec des caractéristiques identiques ;
  2° en cas d'autorisation pour des liaisons point à multipoints :
  La redevance annuelle par station de base est fixée comme indiqué dans le tableau suivant, en fonction de la fréquence porteuse et la largeur de bande attribuées
draaggolffrequentie Recht fréquence porteuse Redevance
< 10 GHz 1,1820 x 275 x B < 10 GHz 1,1820 x 275 x B
10 - < 20 GHz 1,1820 x 125 x B 10 - < 20 GHz 1,1820 x 125 x B
≥ 20 GHz 1,1820 x 67 x B ≥ 20 GHz 1,1820 x 67 x B
draaggolffrequentie Recht fréquence porteuse Redevance< 10 GHz 1,1820 x 275 x B < 10 GHz 1,1820 x 275 x B10 - < 20 GHz 1,1820 x 125 x B 10 - < 20 GHz 1,1820 x 125 x B≥ 20 GHz 1,1820 x 67 x B ≥ 20 GHz 1,1820 x 67 x B
Afdeling 4. - Vergunningen van de 3e categorie.
  Art. 10. § 1. Voor de vergunningen voor radionetten en -stations bedragen de dossierrechten per nieuw ingediend dossier 1,2695 x 100 euro.
  § 2. Het jaarlijkse recht wordt vastgesteld als volgt:
  1° Voor elke vergunning voor een vast of transportabel radiostation dat tot een netwerk behoort waarvan de straal van de gevraagde dekking groter is dan 1 km en dat niet beperkt is tot een welbepaald afgesloten gebied, is het jaarlijkse recht gelijk aan de som van de bedragen die worden berekend met behulp van de onderstaande formule voor elke toegestane frequentie
  a) Recht (R) per exclusieve frequentie:
  R = 1,2833 x (0,9 x P2 + 4 x H + 96) x C
  b) Recht (R) voor gemeenschappelijke frequenties:
  R = (1,2833 x (0,9 x P2 + 4 x H + 96)) x C/3
  c) Recht (R) voor collectieve frequenties:
  R = (1,2833 x (0,9 x P2 + 4 x H + 96)) x C/4
  2° Voor elk vast of transportabel radiostation dat tot een netwerk behoort waarvan de straal van de gevraagde dekking kleiner is dan of gelijk aan 1 km of beperkt is tot een welbepaald afgesloten gebied en voor elk mobiel of draagbaar zendstation, wordt het bedrag vermeld in de tabel hieronder, waarbij er met het hoogste vermogen van het radiostation wordt rekening gehouden:
draaggolffrequentie Recht fréquence porteuse Redevance
< 10 GHz 1,1820 x 275 x B < 10 GHz 1,1820 x 275 x B
10 - < 20 GHz 1,1820 x 125 x B 10 - < 20 GHz 1,1820 x 125 x B
≥ 20 GHz 1,1820 x 67 x B ≥ 20 GHz 1,1820 x 67 x B
draaggolffrequentie Recht fréquence porteuse Redevance< 10 GHz 1,1820 x 275 x B < 10 GHz 1,1820 x 275 x B10 - < 20 GHz 1,1820 x 125 x B 10 - < 20 GHz 1,1820 x 125 x B≥ 20 GHz 1,1820 x 67 x B ≥ 20 GHz 1,1820 x 67 x B
Section 4. - Autorisations de 3e catégorie.
  Art. 10. § 1er. Pour les autorisations pour les réseaux et stations de radiocommunications, les droits de dossier par nouveau dossier introduit s'élèvent à 1,2695 x 100 euros.
  § 2. La redevance annuelle est fixée comme suit :
  1° Pour chaque autorisation pour une station de radiocommunications fixe ou transportable appartenant à un réseau dont le rayon de la couverture demandée dépasse 1 km et qui n'est pas limité à une enceinte bien définie, la redevance annuelle est égale à la somme des montants calculés à l'aide de la formule ci-dessous pour chaque fréquence autorisée
  a) Redevance (R) par fréquence exclusive :
  R = 1,2833 x (0,9 x P2 + 4 x H + 96) x C
  b) Redevance (R) par fréquences communes :
  R = (1,2833 x (0,9 x P2 + 4 x H + 96)) x C/3
  c) Redevance (R) par fréquences collectives :
  R = (1,2833 x (0,9 x P2 + 4 x H + 96)) x C/4
  2° Pour chaque station de radiocommunications fixe ou transportable appartenant à un réseau dont le rayon de la couverture demandée est inférieur ou égal à 1 km ou qui est limité à une enceinte bien définie et pour chaque station émettrice mobile ou portable, le montant est mentionné dans le tableau ci-dessous, tenant compte de la puissance la plus élevée de la station de radiocommunications :
Vermogen (Watt) (P) Recht Puissance (Watt) (P) Redevance
< 0,1 1,2833x (8,5) x C < 0,1 1,2833x (8,5) x C
0,1 tot 2 1,2833x (17,105 + 4,697 x (P - 0,1)) x C 0,1 à 2 1,2833x (17,105 + 4,697 x (P - 0,1)) x C
2 tot 5 1,2833x (26,03 + 2,478 x (P - 2)) x C 2 à 5 1,2833x (26,03 + 2,478 x (P - 2)) x C
5 tot 10 1,2833x (33,465 + 1,487 x (P - 5)) x C 5 à10 1,2833x (33,465 + 1,487 x (P - 5)) x C
10 tot 20 1,2833x (40,9 + 1,116 x (P - 10)) x C 10 à 20 1,2833x (40,9 + 1,116 x (P - 10)) x C
20 en meer 1,2833x (52,055 + 1,487 x (P - 20)) x C 20 et plus 1,2833x (52,055 + 1,487 x (P - 20)) x C
Vermogen (Watt) (P) Recht Puissance (Watt) (P) Redevance< 0,1 1,2833x (8,5) x C < 0,1 1,2833x (8,5) x C0,1 tot 2 1,2833x (17,105 + 4,697 x (P - 0,1)) x C 0,1 à 2 1,2833x (17,105 + 4,697 x (P - 0,1)) x C2 tot 5 1,2833x (26,03 + 2,478 x (P - 2)) x C 2 à 5 1,2833x (26,03 + 2,478 x (P - 2)) x C5 tot 10 1,2833x (33,465 + 1,487 x (P - 5)) x C 5 à10 1,2833x (33,465 + 1,487 x (P - 5)) x C10 tot 20 1,2833x (40,9 + 1,116 x (P - 10)) x C 10 à 20 1,2833x (40,9 + 1,116 x (P - 10)) x C20 en meer 1,2833x (52,055 + 1,487 x (P - 20)) x C 20 et plus 1,2833x (52,055 + 1,487 x (P - 20)) x C
Voor de radiostations die behoren tot een netwerk vermeld in artikel 4, 3°, d), worden de rechten gedeeld door 10.
  Afdeling 5. - Vergunningen van de 4e categorie
  Art. 11. § 1. De dossierrechten per nieuw dossier voor de aanvraag van een vergunning voor een station niet verbonden aan een vaartuig bedragen: 1,2695 x 100 euro.
  § 2. Per vast walstation, mobiel of draagbaar station dat niet verbonden is aan een vaartuig, wordt het jaarlijkse recht berekend zoals dat voor een station van de 1e of 3e categorie volgens het statuut van de aanvrager.
  § 3. Voor de radars die verbonden zijn aan een maritiem station wordt het jaarlijks recht berekend overeenkomstig artikel 16, § 2, 3°.
  Afdeling 6. Vergunningen van de 5e categorie
  Art. 12. § 1. Per aanvraag voor een vergunning voor een station, bedragen de dossierrechten 40 euro, met uitzondering voor een onbemand station, waarvoor ze 80 euro bedragen.
  § 2. Het jaarlijkse recht bedraagt 40 euro voor:
  1° elke vergunning voor een station;
  2° voor elke extra roepnaam.
  Afdeling 7. - Vergunningen van de 6e categorie
  Art. 13. § 1. De dossierrechten per nieuw ingediend dossier worden vastgesteld als volgt:
  1° voor de radiostations geïnstalleerd aan boord van luchtvaartuigen bedragen ze 14,87 euro;
  2° voor de andere stations bedragen ze 1,2695 x 100 euro;
  § 2. Per vast luchtvaartstation, mobiel- of draagbaar station niet gelinkt aan een luchtvaartuig wordt het jaarlijkse recht berekend zoals dat voor een station van de 1e of 3e categorie volgens het statuut van de aanvrager.
  § 3. Voor de radars die verbonden zijn aan een luchtvaartstation wordt het jaarlijks recht berekend overeenkomstig artikel 16, § 2, 3°.
  Afdeling 8. - Vergunningen van de 7e categorie.
  Art. 14. § 1. De dossierrechten per nieuw ingediend dossier bedragen 1,2695 x 25 euro voor de houdersvergunningen.
  § 2. Het jaarlijkse recht voor elke houdersvergunning bedraagt: 1,2695 x 10 euro.
  Afdeling 9. - Gebruiksrechten voor de 8e categorie.
  Art. 15. § 1. De dossierrechten per nieuw ingediend dossier bedragen 1,2695 x 100 euro voor de gebruiksrechten voor de netten van categorie 8a en 1,2695 x 1000 euro voor die van categorie 8b.
  § 2. De jaarlijkse rechten voor de gebruiksrechten voor vaste radiostations van de punt-tot-punt- en punt-tot-multipunt-radiosystemen worden berekend volgens de regels van artikel 9, § 2, van deze bijlage.
  De jaarlijkse rechten voor de gebruiksrechten voor radionetten met gedeelde middelen worden berekend per gebruikt kanaal en bedragen per kanaal:
  1° Recht per duplexkanaal = 1,2695 x 1598,46 x (C) x n 1/2;
  2° Recht per simplexkanaal = 1,2695 x 1598,46 x (C) x n 1/2 /2.
  De prijs per kanaal dat wordt gebruikt voor directe communicatie tussen mobiele of draagbare radiostations (DMO) bedraagt 1,2695 x 1130,12 x C.
  De jaarlijkse rechten voor de gebruiksrechten voor transportabele of tijdelijke basisstations bedragen per kanaal:
  1° Recht per duplexkanaal = 1,2695 x 1598,46 x (C) x n;
  2° Recht per simplexkanaal = 1,2695 x 1598,46 x (C) x n/2.
  Het jaarlijkse recht per gereserveerd kanaal bedraagt 500 x C.
  Afdeling 10. - Vergunningen van de 9e categorie.
  Art. 16. § 1. De dossierkosten per nieuw ingediend dossier bedragen 1,2695 x 25 euro voor categorie 9a en 1,2695 x 100 euro voor categorieën 9b, 9c et 9d.
  § 2. Het jaarlijkse recht wordt vastgesteld als volgt:
  1° voor de vergunningen voor netten en stations die geklasseerd zijn in categorie 9a: 100 euro per vergunning
  2° voor de vergunningen voor de stations geklasseerd in categorie 9b:
  per jammer: 1,2695 x 800 euro;
  3° voor de vergunningen voor de stations geklasseerd in categorie 9c:
  a) per radar voor radars met een bereik kleiner dan 1 km: 100 euro;
  b) voor de overige radars: per radar 500 euro;
  4° voor de vergunningen voor netten en stations die geklasseerd zijn in categorie 9d:
  Per type van station en van netwerk stelt het Instituut het jaarlijkse recht vast met overweging van en via vergelijking met de jaarlijkse rechten die voor de andere categorieën zijn vastgesteld.
Vermogen (Watt) (P) Recht Puissance (Watt) (P) Redevance
< 0,1 1,2833x (8,5) x C < 0,1 1,2833x (8,5) x C
0,1 tot 2 1,2833x (17,105 + 4,697 x (P - 0,1)) x C 0,1 à 2 1,2833x (17,105 + 4,697 x (P - 0,1)) x C
2 tot 5 1,2833x (26,03 + 2,478 x (P - 2)) x C 2 à 5 1,2833x (26,03 + 2,478 x (P - 2)) x C
5 tot 10 1,2833x (33,465 + 1,487 x (P - 5)) x C 5 à10 1,2833x (33,465 + 1,487 x (P - 5)) x C
10 tot 20 1,2833x (40,9 + 1,116 x (P - 10)) x C 10 à 20 1,2833x (40,9 + 1,116 x (P - 10)) x C
20 en meer 1,2833x (52,055 + 1,487 x (P - 20)) x C 20 et plus 1,2833x (52,055 + 1,487 x (P - 20)) x C
Vermogen (Watt) (P) Recht Puissance (Watt) (P) Redevance< 0,1 1,2833x (8,5) x C < 0,1 1,2833x (8,5) x C0,1 tot 2 1,2833x (17,105 + 4,697 x (P - 0,1)) x C 0,1 à 2 1,2833x (17,105 + 4,697 x (P - 0,1)) x C2 tot 5 1,2833x (26,03 + 2,478 x (P - 2)) x C 2 à 5 1,2833x (26,03 + 2,478 x (P - 2)) x C5 tot 10 1,2833x (33,465 + 1,487 x (P - 5)) x C 5 à10 1,2833x (33,465 + 1,487 x (P - 5)) x C10 tot 20 1,2833x (40,9 + 1,116 x (P - 10)) x C 10 à 20 1,2833x (40,9 + 1,116 x (P - 10)) x C20 en meer 1,2833x (52,055 + 1,487 x (P - 20)) x C 20 et plus 1,2833x (52,055 + 1,487 x (P - 20)) x C
Pour les stations de radiocommunications appartenant à un réseau repris à l'article 4, 3°, d), les redevances sont divisées par 10.
  Section 5. - Autorisations de 4e catégorie
  Art. 11. § 1er. Les droits de dossier par nouveau dossier de demande d'autorisation de station non liée à un navire s'élèvent à 1,2695 x 100 euros.
  § 2. Par station côtière fixe, station mobile ou portative non liée à un navire, la redevance annuelle est calculée comme celle d'une station de 1re ou de 3e catégorie suivant le statut du demandeur.
  § 3. Pour les radars liés à une station maritime, la redevance annuelle est calculée conformément à l'article 16, § 2, 3°.
  Section 6. Autorisations de 5e catégorie
  Art. 12. § 1er. Par demande d'autorisation pour une station, les droits de dossier s'élèvent à 40 euros sauf pour une station sans opérateur, pour laquelle ils s'élèvent à 80 euros.
  § 2 La redevance annuelle s'élève à 40 euros pour :
  1° toute autorisation de station ;
  2° tout indicatif d'appel supplémentaire.
  Section 7. - Autorisations de 6e catégorie
  Art. 13. § 1er. Les droits de dossier par nouveau dossier introduit sont fixés comme suit :
  1° pour les stations de radiocommunications installées à bord d'aéronefs : ils s'élèvent à 14,87 euros ;
  2° pour les autres stations : ils s'élèvent à 1,2695 x 100 euros ;
  § 2. Par station fixe aéronautique, par station mobile ou portative non liée à un aéronef, la redevance annuelle est calculée comme celle d'une station de 1re ou de 3e catégorie suivant le statut du demandeur.
  § 3. Pour les radars liés à une station aéronautique, la redevance annuelle est calculée conformément à l'article 16, § 2, 3°.
  Section 8. - Autorisations de 7e catégorie.
  Art. 14. § 1er. Les droits de dossier par nouveau dossier introduit s'élèvent à 1,2695 x 25 euros pour les autorisations de détention.
  § 2. La redevance annuelle pour chaque autorisation de détention s'élève à : 1,2695 x 10 euros.
  Section 9. - Droits d'utilisation de la 8e catégorie.
  Art. 15. § 1er. Les droits de dossier par nouveau dossier introduit s'élèvent à 1,2695 x 100 euros pour les droits d'utilisation pour les réseaux de la catégorie 8a et à 1,2695 x 1000 euros pour ceux de la catégorie 8b.
  § 2. Les redevances annuelles pour les droits d'utilisation pour des stations de radiocommunications fixes des systèmes de radiocommunications point-à-point et point-à-multipoints sont calculés selon les règles de l'article 9, § 2, de cette annexe.
  Les redevances annuelles pour les droits d'utilisation pour les réseaux de radiocommunications à ressources partagées sont calculées par canal utilisé et s'élèvent par canal :
  1° Redevance par canal duplex = 1,2695 x 1598,46 x (C) x n 1/2;
  2° Redevance par canal simplex = 1,2695 x 1598,46 x (C) x n 1/2 /2.
  Le prix par canal utilisé pour des communications directes entre stations de radiocommunications mobiles ou portables (DMO) s'élève à 1,2695 x 1130,12 x C.
  Les redevances annuelles pour les droits d'utilisation pour les stations de base transportables ou temporaires s'élèvent par canal à :
  1° Redevance par canal duplex = 1,2695 x 1598,46 x (C) x n ;
  2° Redevance par canal simplex = 1,2695 x 1598,46 x (C) x n/2.
  La redevance annuelle par canal réservé s'élève à 500 x C.
  Section 10. - Autorisations de la 9e catégorie.
  Art. 16. § 1er. Les droits de dossier par nouveau dossier introduit s'élèvent à 1,2695 x 25 euros pour la catégorie 9a et à 1,2695 x 100 euros pour les catégories 9b, 9c et 9d.
  § 2. La redevance annuelle est fixée comme suit :
  1° pour les autorisations pour les réseaux et stations classés en catégorie 9a : 100 euros par autorisation.
  2° pour les autorisations pour les stations classées en catégorie 9b :
  par brouilleur 1,2695 x 800 euros ;
  3° pour les autorisations pour les stations classées en catégorie 9c :
  a) par radar pour les radars ayant une portée inférieure à 1km : 100 euros ;
  b) pour les autres radars : 500 euros par radar ;
  4° pour les autorisations pour les réseaux et stations classés en catégorie 9d :
  par type de station et de réseau, l'Institut fixe la redevance annuelle en considérant et par comparaison des redevances annuelles prévues pour les autres catégories.