Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
25 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit tot beperking van de kansspelen in de kansspelinrichtingen klasse III
Titre
25 OCTOBRE 2018. - Arrêté royal limitant les jeux de hasard dans les établissements de jeux de hasard de classe III
Informations sur le document
Numac: 2018014588
Datum: 2018-10-25
Info du document
Numac: 2018014588
Date: 2018-10-25
Table des matières
Tekst (10)
Texte (10)
HOOFDSTUK I. - Beginselen
CHAPITRE Ier. - Principes
Artikel 1. Enkel de houders van een vergunning klasse C kunnen de in dit besluit bedoelde automatische toestellen exploiteren.
Article 1er. Seuls les titulaires d'une licences de classe C peuvent exploités les appareils automatiques visés par le présent arrêté.
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III
CHAPITRE II. - Modifications de l'arrêté royal du 11 juillet 2003 relatif aux règles de fonctionnement des jeux de hasard dont l'exploitation est autorisée dans les établissements de jeux de hasard de classe III
Art.2. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de werking van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2011, wordt vervangen als volgt:
" Artikel 1. § 1. De speelapparaten bedoeld in artikel 1, 1° en 2° van het koninklijk besluit van 2 maart 2004 tot vaststelling van de lijst waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III, dienen te voldoen aan volgende voorwaarden :
1° ze mogen niet uitgerust zijn met een automatisch betalingsmechanisme;
2° de basisinzet, dat wil zeggen het minimumbedrag dat nodig is om het toestel in werking te brengen, is beperkt tot 25 cent, de minimuminzet is gelijk aan de basisinzet en de maximuminzet is gelijk aan vijfentwintig maal de basisinzet;
3° er kan per spel maar één bijkomende bal worden verkregen, tegen een prijs die uitdrukkelijk op het toestel vermeld staat en die niet hoger mag zijn dan vijfentwintig maal de basisinzet;
4° de maximuminzet moet de mogelijkheid bieden om een maximale winst te boeken;
5° het inzetten geschiedt door op een daartoe bestemde knop aan het toestel evenveel keer te drukken als de basisinzet in de gekozen inzet gaat;
6° het toestel kan enkel in werking worden gesteld door er muntstukken ter waarde van ten hoogste 2 euro in te steken;
7° geen enkele vorm van afstandsbediening mag het toestel bedienen;
8° elk toestel moet opnieuw kunnen starten zonder verlies van gegevens na een stroomonderbreking;
9° het toestel dient uitgerust te zijn met een mechanisme dat belet dat er meer geld dan de maximuminzet kan worden ingestoken;
10° het toestel dient uitgerust te zijn met een elektronische-identiteitskaartlezer;
11° het toestel kan enkel in werking worden gesteld wanneer de elektronische identiteitskaart van de meerderjarige speler wordt ingebracht. Indien de speler niet over een elektronische identiteitskaart beschikt, kan de exploitant het toestel in werking stellen door middel van een uitbaterskaart na verificatie van de leeftijd van de potentiële speler;
12° het toestel dient uitgerust te zijn met een General Packet Radio Service (GPRS) die dagelijks de cijfers doorstuurt naar de Kansspelcommissie en de server van de E-vergunninghouder of via een beveiligde internetverbinding die het toestel rechtstreeks verbindt met de server van de E-vergunninghouder.
§ 2. De speelapparaten met verminderde inzet bedoeld in artikel 1, 3° van het koninklijk besluit van 2 maart 2004 tot vaststelling van de lijst waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III, dienen te voldoen aan volgende voorwaarden :
1° de maximale inzet, dat wil zeggen het maximale bedrag dat nodig is om het toestel in werking te brengen, is beperkt tot 50 cent;
2° de maximale winst die met deze inzet behaald kan worden, is gelijk aan 6,20 euro per spel;
3° de machine kan enkel in werking worden gesteld met muntstukken van maximum 2 euro;
4° elk spel moet onafhankelijk zijn van elk spel, het is strikt verboden de speler de mogelijkheid te bieden zijn om winst opnieuw in te zetten;
5° tellers die de winsten verzamelen om de inzet te verhogen voor volgende spelen zijn verboden;
6° indien elementen aan de speler voorgesteld worden die afhankelijk zijn van het toeval, moet het toevalskarakter hiervan gegarandeerd zijn;
7° na een stroomonderbreking elk toestel moet te kunnen heropstarten zonder verlies van gegevens;
8° elk toestel moet uitgerust zijn met een mechanisme dat een inwerkingstelling verhindert bij een inworp boven de 20 euro;
9° het automatisch toestel dient uitgerust te zijn met een elektronische identiteitskaartlezer (eID) en kan enkel in werking worden gesteld wanneer de elektronische identiteitskaart van de meerderjarige speler wordt ingebracht. Indien de speler niet over een elektronische identiteitskaart beschikt, kan de exploitant het toestel in werking stellen door middel van een uitbaterskaart na verificatie van de leeftijd van de potentiële speler;
10° het automatisch toestel dient uitgerust te zijn met een General Packet Radio Service (GPRS) die dagelijks de cijfers doorstuurt naar de Kansspelcommissie en de server van de E-vergunninghouder of via een beveiligde internetverbinding die het toestel rechtstreeks verbindt met de server van de E-vergunninghouder;
11° de machine dient voorzien te zijn van tellers voor het totaal van de inzetten, het totaal van de winsten, het aantal gespeelde partijen en de gecumuleerde speltijd van ieder spel;
12° de machine dient voorzien te zijn van een module "elektronische handtekening";
13° de settings die een invloed kunnen hebben op de resultaten van de evaluatie, moeten in de software permanent zijn vastgelegd;
14° als er geen spelpartij actief is, moet door een actie op de knop "collect" het serienummer, de softwareversie, de softwarehandtekening van de week en het dossiernummer zichtbaar worden gemaakt;
15° een machine mag maximum vijf verschillende spelen bevatten.
De uitbater van de drankgelegenheid of kansspelinrichting klasse III mag geen toegang hebben tot de software van de machine.
De Kansspelcommissie stelt een technisch protocol op dat de volgende elementen bevat:
1° inhoud van dit protocol;
2° definities en afkortingen;
3° dossiersamenstelling;
4° algemene vereisten;
5° controle van de maximumlimiten;
6° interne statistiek met betrekking tot tellers ;
7° vereisten ticketsysteem;
8° doorzending van de gegevens via General Packet Radio Service (GPRS) of beveiligde internet connectie;
9° beschrijving elektronische handtekening en de settings;
10° identificatie van de automatische toestellen op hun exacte locatie;
11° technische berekening van het uitkeringspercentage aan de spelers;
12° beschikbaarheid tellers.
Het toepasselijke protocol wordt aan de vergunninghouders ter kennis gebracht.".
" Artikel 1. § 1. De speelapparaten bedoeld in artikel 1, 1° en 2° van het koninklijk besluit van 2 maart 2004 tot vaststelling van de lijst waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III, dienen te voldoen aan volgende voorwaarden :
1° ze mogen niet uitgerust zijn met een automatisch betalingsmechanisme;
2° de basisinzet, dat wil zeggen het minimumbedrag dat nodig is om het toestel in werking te brengen, is beperkt tot 25 cent, de minimuminzet is gelijk aan de basisinzet en de maximuminzet is gelijk aan vijfentwintig maal de basisinzet;
3° er kan per spel maar één bijkomende bal worden verkregen, tegen een prijs die uitdrukkelijk op het toestel vermeld staat en die niet hoger mag zijn dan vijfentwintig maal de basisinzet;
4° de maximuminzet moet de mogelijkheid bieden om een maximale winst te boeken;
5° het inzetten geschiedt door op een daartoe bestemde knop aan het toestel evenveel keer te drukken als de basisinzet in de gekozen inzet gaat;
6° het toestel kan enkel in werking worden gesteld door er muntstukken ter waarde van ten hoogste 2 euro in te steken;
7° geen enkele vorm van afstandsbediening mag het toestel bedienen;
8° elk toestel moet opnieuw kunnen starten zonder verlies van gegevens na een stroomonderbreking;
9° het toestel dient uitgerust te zijn met een mechanisme dat belet dat er meer geld dan de maximuminzet kan worden ingestoken;
10° het toestel dient uitgerust te zijn met een elektronische-identiteitskaartlezer;
11° het toestel kan enkel in werking worden gesteld wanneer de elektronische identiteitskaart van de meerderjarige speler wordt ingebracht. Indien de speler niet over een elektronische identiteitskaart beschikt, kan de exploitant het toestel in werking stellen door middel van een uitbaterskaart na verificatie van de leeftijd van de potentiële speler;
12° het toestel dient uitgerust te zijn met een General Packet Radio Service (GPRS) die dagelijks de cijfers doorstuurt naar de Kansspelcommissie en de server van de E-vergunninghouder of via een beveiligde internetverbinding die het toestel rechtstreeks verbindt met de server van de E-vergunninghouder.
§ 2. De speelapparaten met verminderde inzet bedoeld in artikel 1, 3° van het koninklijk besluit van 2 maart 2004 tot vaststelling van de lijst waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III, dienen te voldoen aan volgende voorwaarden :
1° de maximale inzet, dat wil zeggen het maximale bedrag dat nodig is om het toestel in werking te brengen, is beperkt tot 50 cent;
2° de maximale winst die met deze inzet behaald kan worden, is gelijk aan 6,20 euro per spel;
3° de machine kan enkel in werking worden gesteld met muntstukken van maximum 2 euro;
4° elk spel moet onafhankelijk zijn van elk spel, het is strikt verboden de speler de mogelijkheid te bieden zijn om winst opnieuw in te zetten;
5° tellers die de winsten verzamelen om de inzet te verhogen voor volgende spelen zijn verboden;
6° indien elementen aan de speler voorgesteld worden die afhankelijk zijn van het toeval, moet het toevalskarakter hiervan gegarandeerd zijn;
7° na een stroomonderbreking elk toestel moet te kunnen heropstarten zonder verlies van gegevens;
8° elk toestel moet uitgerust zijn met een mechanisme dat een inwerkingstelling verhindert bij een inworp boven de 20 euro;
9° het automatisch toestel dient uitgerust te zijn met een elektronische identiteitskaartlezer (eID) en kan enkel in werking worden gesteld wanneer de elektronische identiteitskaart van de meerderjarige speler wordt ingebracht. Indien de speler niet over een elektronische identiteitskaart beschikt, kan de exploitant het toestel in werking stellen door middel van een uitbaterskaart na verificatie van de leeftijd van de potentiële speler;
10° het automatisch toestel dient uitgerust te zijn met een General Packet Radio Service (GPRS) die dagelijks de cijfers doorstuurt naar de Kansspelcommissie en de server van de E-vergunninghouder of via een beveiligde internetverbinding die het toestel rechtstreeks verbindt met de server van de E-vergunninghouder;
11° de machine dient voorzien te zijn van tellers voor het totaal van de inzetten, het totaal van de winsten, het aantal gespeelde partijen en de gecumuleerde speltijd van ieder spel;
12° de machine dient voorzien te zijn van een module "elektronische handtekening";
13° de settings die een invloed kunnen hebben op de resultaten van de evaluatie, moeten in de software permanent zijn vastgelegd;
14° als er geen spelpartij actief is, moet door een actie op de knop "collect" het serienummer, de softwareversie, de softwarehandtekening van de week en het dossiernummer zichtbaar worden gemaakt;
15° een machine mag maximum vijf verschillende spelen bevatten.
De uitbater van de drankgelegenheid of kansspelinrichting klasse III mag geen toegang hebben tot de software van de machine.
De Kansspelcommissie stelt een technisch protocol op dat de volgende elementen bevat:
1° inhoud van dit protocol;
2° definities en afkortingen;
3° dossiersamenstelling;
4° algemene vereisten;
5° controle van de maximumlimiten;
6° interne statistiek met betrekking tot tellers ;
7° vereisten ticketsysteem;
8° doorzending van de gegevens via General Packet Radio Service (GPRS) of beveiligde internet connectie;
9° beschrijving elektronische handtekening en de settings;
10° identificatie van de automatische toestellen op hun exacte locatie;
11° technische berekening van het uitkeringspercentage aan de spelers;
12° beschikbaarheid tellers.
Het toepasselijke protocol wordt aan de vergunninghouders ter kennis gebracht.".
Art.2. L'article 1er de l'arrêté royal du 11 juillet 2003 relatif aux règles de fonctionnement des jeux de hasard dont l'exploitation est autorisée dans les établissements de jeux de hasard de classe III, modifié par l'arrêté royal du 3 février 2011, est remplacé comme suit:
" Article 1er. § 1. Les appareils de jeu visés à l'article 1er, 1° et 2° de l'arrêté royal du 2 mars 2004 établissant la liste des jeux de hasard dont l'exploitation est autorisée dans les établissements de jeux de hasard de classe III, doivent répondre aux conditions suivantes :
1° ils ne peuvent être munis d'un dispositif de paiement automatique;
2° la mise de base, c'est-à-dire le montant minimum nécessaire pour faire fonctionner l'appareil, est limitée à 25 cents, la mise minimum étant égale à la mise de base et la mise maximum à vingt-cinq fois la mise de base;
3° une seule bille supplémentaire peut être acquise par partie, pour un prix qui est explicitement mentionné sur l'appareil et qui ne peut dépasser vingt-cinq fois la mise de base;
4° l'enjeu maximum doit correspondre à une possibilité de gain maximum;
5° l'enjeu doit être constitué en poussant un bouton prévu à cet effet sur l'appareil autant de fois que l'enjeu choisi contient de fois la mise de base;
6° l'appareil ne peut être mis en marche qu'en y introduisant des pièces de monnaie d'une valeur maximale de 2 euros;
7° aucune commande à distance ne peut faire fonctionner l'appareil;
8° tout appareil doit pouvoir redémarrer sans perte de données après une interruption de courant;
9° l'appareil doit être équipé d'un mécanisme qui empêche son alimentation au-delà de l'enjeu maximum;
10° l'appareil est muni d'un lecteur de cartes d'identité électronique;
11° l'appareil ne peut être mis en marche que lorsque la carte d'identité électronique du joueur majeur est introduite. Si le joueur ne dispose pas d'une carte d'identité électronique, l'exploitant peut mettre l'appareil en marche au moyen d'une carte exploitant après vérification de l'âge du joueur potentiel ;
12° l'appareil doit être équipé d'un General Packet Radio Service (GPRS) qui envoie quotidiennement les chiffres à la commission des jeux de hasard et au serveur du titulaire de la licence E ou d'une connexion internet sécurisée reliant directement l'appareil au serveur du titulaire de la licence E.
§ 2. Les appareils de jeu avec mise atténuée visés à l'article 1er, 3° de l'arrêté royal du 2 mars 2004 établissant la liste des jeux de hasard dont l'exploitation est autorisée dans les établissements de jeux de hasard de classe III, doivent répondre aux conditions suivantes :
1° la mise maximale, c'est-à-dire le montant maximal nécessaire pour faire fonctionner l'appareil, est limitée à 50 cents;
2° le bénéfice maximal pouvant être obtenu avec cette mise est de 6,20 euros par jeu ;
3° l'appareil ne peut être mis en marche qu'en y introduisant des pièces de monnaie d'une valeur maximale de 2 euros ;
4° chaque jeu doit être indépendant de tout autre jeu, et il est strictement interdit de donner au joueur la possibilité de remettre en jeu ses gains ;
5° les compteurs qui collectent les gains pour but d'augmenter la mise lors de parties suivantes sont interdits ;
6° si des éléments sont présentés au joueur comme dépendant du hasard, leur caractère aléatoire doit être garanti;
7° tout appareil doit pouvoir redémarrer sans perte de données après une interruption de courant;
8° l'appareil doit être équipé d'un mécanisme qui empêche son alimentation au-delà de 20 euros ;
9° l'appareil automatique doit être équipé d'un lecteur de cartes d'identité électronique (eID) et ne peut être mis en marche que lorsque la carte d'identité électronique du joueur majeur est introduite. Si le joueur ne dispose pas d'une carte d'identité électronique, l'exploitant peut mettre l'appareil en marche au moyen d'une carte exploitant après vérification de l'âge du joueur potentiel ;
10° l'appareil automatique doit être équipé d'un General Packet Radio Service (GPRS) qui envoie quotidiennement les chiffres à la commission des jeux de hasard et au serveur du titulaire de la licence E ou d'une connexion internet sécurisée reliant directement l'appareil au serveur du titulaire de la licence E ;
11° la machine doit être équipée d'un dispositif comptant le total des enjeux, le total des gains, le nombre de parties jouées et le temps de jeu accumulé de chaque jeu ;
12° la machine doit être équipée d'un module " signature électronique ";
13° les paramètres qui peuvent avoir une influence sur les résultats de l'évaluation doivent être inscrits de manière permanente dans le logiciel ;
14° si une partie n'est pas en cours, il doit être possible de voir le numéro de série, la version du logiciel, la signature du logiciel de la semaine et le numéro de dossier en appuyant sur le bouton " collect " ;
15° une machine peut contenir au maximum cinq jeux différents.
Le propriétaire du débit de boissons ou de l'établissement de jeu de hasard de classe III ne peut pas avoir accès au logiciel de la machine.
La Commission des jeux de hasard établit un protocole technique contenant les éléments suivants :
1° contenu de ce protocole ;
2° définitions et abréviations ;
3° composition du dossier ;
4° exigences générales ;
5° contrôle des limitations maximales ;
6° statistique interne au niveau des compteurs ;
7° exigences relatives au système de tickets ;
8° transmission des données via General Packet Radio Service (GPRS) ou via une connexion internet sécurisée;
9° description de la signature électronique et des paramètres ;
10° identification des appareils automatiques de jeux de hasard à leur emplacement exact ;
11° calcul technique du pourcentage redistribué aux joueurs;
12° disponibilité de compteurs.
Le protocole applicable est communiqué aux titulaires de licence. ".
" Article 1er. § 1. Les appareils de jeu visés à l'article 1er, 1° et 2° de l'arrêté royal du 2 mars 2004 établissant la liste des jeux de hasard dont l'exploitation est autorisée dans les établissements de jeux de hasard de classe III, doivent répondre aux conditions suivantes :
1° ils ne peuvent être munis d'un dispositif de paiement automatique;
2° la mise de base, c'est-à-dire le montant minimum nécessaire pour faire fonctionner l'appareil, est limitée à 25 cents, la mise minimum étant égale à la mise de base et la mise maximum à vingt-cinq fois la mise de base;
3° une seule bille supplémentaire peut être acquise par partie, pour un prix qui est explicitement mentionné sur l'appareil et qui ne peut dépasser vingt-cinq fois la mise de base;
4° l'enjeu maximum doit correspondre à une possibilité de gain maximum;
5° l'enjeu doit être constitué en poussant un bouton prévu à cet effet sur l'appareil autant de fois que l'enjeu choisi contient de fois la mise de base;
6° l'appareil ne peut être mis en marche qu'en y introduisant des pièces de monnaie d'une valeur maximale de 2 euros;
7° aucune commande à distance ne peut faire fonctionner l'appareil;
8° tout appareil doit pouvoir redémarrer sans perte de données après une interruption de courant;
9° l'appareil doit être équipé d'un mécanisme qui empêche son alimentation au-delà de l'enjeu maximum;
10° l'appareil est muni d'un lecteur de cartes d'identité électronique;
11° l'appareil ne peut être mis en marche que lorsque la carte d'identité électronique du joueur majeur est introduite. Si le joueur ne dispose pas d'une carte d'identité électronique, l'exploitant peut mettre l'appareil en marche au moyen d'une carte exploitant après vérification de l'âge du joueur potentiel ;
12° l'appareil doit être équipé d'un General Packet Radio Service (GPRS) qui envoie quotidiennement les chiffres à la commission des jeux de hasard et au serveur du titulaire de la licence E ou d'une connexion internet sécurisée reliant directement l'appareil au serveur du titulaire de la licence E.
§ 2. Les appareils de jeu avec mise atténuée visés à l'article 1er, 3° de l'arrêté royal du 2 mars 2004 établissant la liste des jeux de hasard dont l'exploitation est autorisée dans les établissements de jeux de hasard de classe III, doivent répondre aux conditions suivantes :
1° la mise maximale, c'est-à-dire le montant maximal nécessaire pour faire fonctionner l'appareil, est limitée à 50 cents;
2° le bénéfice maximal pouvant être obtenu avec cette mise est de 6,20 euros par jeu ;
3° l'appareil ne peut être mis en marche qu'en y introduisant des pièces de monnaie d'une valeur maximale de 2 euros ;
4° chaque jeu doit être indépendant de tout autre jeu, et il est strictement interdit de donner au joueur la possibilité de remettre en jeu ses gains ;
5° les compteurs qui collectent les gains pour but d'augmenter la mise lors de parties suivantes sont interdits ;
6° si des éléments sont présentés au joueur comme dépendant du hasard, leur caractère aléatoire doit être garanti;
7° tout appareil doit pouvoir redémarrer sans perte de données après une interruption de courant;
8° l'appareil doit être équipé d'un mécanisme qui empêche son alimentation au-delà de 20 euros ;
9° l'appareil automatique doit être équipé d'un lecteur de cartes d'identité électronique (eID) et ne peut être mis en marche que lorsque la carte d'identité électronique du joueur majeur est introduite. Si le joueur ne dispose pas d'une carte d'identité électronique, l'exploitant peut mettre l'appareil en marche au moyen d'une carte exploitant après vérification de l'âge du joueur potentiel ;
10° l'appareil automatique doit être équipé d'un General Packet Radio Service (GPRS) qui envoie quotidiennement les chiffres à la commission des jeux de hasard et au serveur du titulaire de la licence E ou d'une connexion internet sécurisée reliant directement l'appareil au serveur du titulaire de la licence E ;
11° la machine doit être équipée d'un dispositif comptant le total des enjeux, le total des gains, le nombre de parties jouées et le temps de jeu accumulé de chaque jeu ;
12° la machine doit être équipée d'un module " signature électronique ";
13° les paramètres qui peuvent avoir une influence sur les résultats de l'évaluation doivent être inscrits de manière permanente dans le logiciel ;
14° si une partie n'est pas en cours, il doit être possible de voir le numéro de série, la version du logiciel, la signature du logiciel de la semaine et le numéro de dossier en appuyant sur le bouton " collect " ;
15° une machine peut contenir au maximum cinq jeux différents.
Le propriétaire du débit de boissons ou de l'établissement de jeu de hasard de classe III ne peut pas avoir accès au logiciel de la machine.
La Commission des jeux de hasard établit un protocole technique contenant les éléments suivants :
1° contenu de ce protocole ;
2° définitions et abréviations ;
3° composition du dossier ;
4° exigences générales ;
5° contrôle des limitations maximales ;
6° statistique interne au niveau des compteurs ;
7° exigences relatives au système de tickets ;
8° transmission des données via General Packet Radio Service (GPRS) ou via une connexion internet sécurisée;
9° description de la signature électronique et des paramètres ;
10° identification des appareils automatiques de jeux de hasard à leur emplacement exact ;
11° calcul technique du pourcentage redistribué aux joueurs;
12° disponibilité de compteurs.
Le protocole applicable est communiqué aux titulaires de licence. ".
Art.3. In artikel 6, van hetzelfde besluit, worden de woorden " Metrologische Dienst van het ministerie van Economische Zaken" vervangen door de woorden "Dienst Technische evaluaties van de kansspelcommissie".
Art.3. A l'article 6, du même arrêté, les mots " Service de Métrologie du Ministère des Affaires économiques " sont remplacés par les mots " Service Evaluations techniques de la commission des jeux de hasard ".
HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 2 maart 2004 tot vaststelling van de lijst van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III
CHAPITRE III. - Modification de l'arrêté royal du 2 mars 2004 établissant la liste des jeux de hasard dont l'exploitation est autorisée dans les établissements de jeux de hasard de classe III
Art.4. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 maart 2004 tot vaststelling van de lijst van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse III, wordt de bepaling onder 3° toegevoegd, luidende:
"3° de exploitatie van automatische toestellen met verminderde inzet".
"3° de exploitatie van automatische toestellen met verminderde inzet".
Art.4. Dans l'article 1er de l'arrêté royal du 2 mars 2004 établissant la liste des jeux de hasard dont l'exploitation est autorisée dans les établissements de jeux de hasard de classe III, un 3° est ajouté, rédigé comme suit :
" 3° l'exploitation d'appareils automatiques avec des mises atténuées ".
" 3° l'exploitation d'appareils automatiques avec des mises atténuées ".
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
CHAPITRE IV. - Dispositions finales
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na deze waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art.5. Le présent arrêté entre en vigueur premier jour du troisième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge.
Art. 6. De vice-eerste minister en minister bevoegd voor Economie, de vice-eerste minister en minister bevoegd voor Binnenlandse zaken, de minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor de Begroting en voor de Nationale Loterij zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 6. Le vice-premier ministre et ministre qui a l'Economie dans ses attributions, le vice-premier ministre et ministre qui a l'Intérieur dans ses attributions, le ministre qui a la Justice dans ses attributions, le ministre qui a la Santé publique dans ses attributions, le ministre qui a les Finances dans ses attributions et le ministre qui a le Budget et la Loterie Nationale dans ses attributions, sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.