Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
23 OKTOBER 2018. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de regels inzake de rijopleiding, en het rijexamen, de retributies en de beroepscommissie
Titre
23 OCTOBRE 2018. - Arrêté ministériel fixant les règles relatives à la formation à la conduite, l'examen à la conduite, les redevances et la commission de recours
Informations sur le document
Numac: 2018014548
Datum: 2018-10-23
Info du document
Numac: 2018014548
Date: 2018-10-23
Table des matières
TITEL 1. - Inleidende bepaling
TITEL 2. - Praktische scholing
HOOFDSTUK 1. - Modellen
HOOFDSTUK 2. - Cursuspakket en opleiding eerste...
Afdeling 1. - Cursuspakket van de begeleider
Afdeling 2. - Opleiding eerste hulp
TITEL 3. - Praktisch examen
TITEL 4. - Beroepscommissie
TITEL 5. - Retributies
TITEL 6. - Opheffingsbepalingen
TITEL 7. - Inwerkingtreding
BIJLAGEN.
Table des matières
TITRE 1er. - Dispositions introductives
TITRE 2. - Enseignement pratique
CHAPITRE 1er. - Modèles
CHAPITRE 2. - Support pédagogique et formation ...
Section 1re. - Support pédagogique de l'accompa...
Section 2. - Formation aux premiers secours
TITRE 3. - Examen pratique
TITRE 4. - Commission de recours
TITRE 5. - Redevances
TITRE 6. - Dispositions abrogatoires
TITRE 7. - Entrée en vigueur
ANNEXES.
Tekst (37)
Texte (37)
TITEL 1. - Inleidende bepaling
TITRE 1er. - Dispositions introductives
Artikel 1. 1. In dit besluit wordt onder "het besluit van 29 maart 2018" verstaan: het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 maart 2018 betreffende de rijopleiding en het rijexamen van categorie van motorvoertuigen B en bepaalde aspecten voor alle categorieën van motorvoertuigen.
Article 1er. 1. Dans cet arrêté, on entend par "l'arrêté du 29 mars 2018" : l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 29 mars 2018 relatif à la formation à la conduite et à l'examen de conduite pour la catégorie de véhicules à moteur B et à certains aspects pour toutes les catégories de véhicules à moteur.
TITEL 2. - Praktische scholing
TITRE 2. - Enseignement pratique
HOOFDSTUK 1. - Modellen
CHAPITRE 1er. - Modèles
Art.2. 1.1. Het teken bedoeld in artikel 2.2.2, § 1, 2°, b), van het besluit van 29 maart 2018 wordt weergegeven in bijlage 1 bij dit besluit.
Art.2. 1.1. Le signe visé à l'article 2.2.2, § 1er, 2°, b), de l'arrêté du 29 mars 2018 figure à l'annexe 1re de cet arrêté.
Art.3. 1.2. Het logboek bedoeld in artikel 2.2.3, § 3,, van het besluit van 29 maart 2018 wordt weergegeven in bijlage 2 bij dit besluit.
Art.3. 1.2. Le journal de bord visé à l'article 2.2.3, § 3,, de l'arrêté du 29 mars 2018 figure à l'annexe 2 de cet arrêté.
Art.4. 1.3. Het attest bedoeld in artikel 2.2.14, vierde lid, van het besluit van 29 maart 2018 wordt weergegeven in bijlage 3 bij dit besluit.
Art.4. 1.3. L'attestation visée à l'article 2.2.14, alinéa 4, de l'arrêté du 29 mars 2018 figure à l'annexe 3 de cet arrêté.
Art.5. 1.4. Het model van getuigschrift van theoretische scholing aan een rijschool voor categorie B wordt weergegeven in bijlage 4 bij dit besluit.
Art.5. 1.4. Le modèle du certificat d'enseignement théorique dans une école de conduite pour la catégorie B figure à l'annexe 4 de cet arrêté.
Art.6. 1.5. Het model van getuigschrift van praktische scholing aan een rijschool voor categorie B wordt weergegeven in bijlage 5 bij dit besluit.
Art.6. 1.5. Le modèle du certificat d'enseignement pratique dans une école de conduite pour la catégorie B figure à l'annexe 5 de cet arrêté.
HOOFDSTUK 2. - Cursuspakket en opleiding eerste hulp
CHAPITRE 2. - Support pédagogique et formation aux premiers secours
Afdeling 1. - Cursuspakket van de begeleider
Section 1re. - Support pédagogique de l'accompagnateur
Art.7. 2.1. Het cursuspakket bedoeld in artikel 2.2.15, § 1, van het besluit van 29 maart 2018 besteedt minstens aandacht aan de volgende onderwerpen:
- de stof opgesomd in de artikelen 3.1.3 en 3.2.2 van hetzelfde besluit;
- de opleidingsmogelijkheden voor de kandidaat;
- de wettelijke voorwaarden inzake het begeleiden van een kandidaat;
- de noodzakelijke bekwaamheden van de begeleider;
- het gebruik van de bedieningsorganen van een voertuig;
- de manoeuvres van het praktisch examen.
- de stof opgesomd in de artikelen 3.1.3 en 3.2.2 van hetzelfde besluit;
- de opleidingsmogelijkheden voor de kandidaat;
- de wettelijke voorwaarden inzake het begeleiden van een kandidaat;
- de noodzakelijke bekwaamheden van de begeleider;
- het gebruik van de bedieningsorganen van een voertuig;
- de manoeuvres van het praktisch examen.
Art.7. 2.1. Le support pédagogique visé à l'article 2.2.15, § 1er, de l'arrêté du 29 mars 2018 porte au moins sur les sujets suivants :
- la matière énumérée aux articles 3.1.3 et 3.2.2 du même arrêté ;
- les possibilités de formation pour le candidat ;
- les conditions légales relatives à l'accompagnement d'un candidat ;
- les capacités nécessaires de l'accompagnateur ;
- l'utilisation des commandes d'un véhicule ;
- les manoeuvres de l'examen pratique.
- la matière énumérée aux articles 3.1.3 et 3.2.2 du même arrêté ;
- les possibilités de formation pour le candidat ;
- les conditions légales relatives à l'accompagnement d'un candidat ;
- les capacités nécessaires de l'accompagnateur ;
- l'utilisation des commandes d'un véhicule ;
- les manoeuvres de l'examen pratique.
Afdeling 2. - Opleiding eerste hulp
Section 2. - Formation aux premiers secours
Art.8. 2.2. De kandidaten die de opleiding eerste hulp bedoeld in artikel 2.2.14, van het besluit 29 maart 2018 moeten volgen, kunnen dit slechts doen nadat zij zijn geslaagd in het theoretisch examen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedoeld in titel 3, hoofdstuk 1 van hetzelfde besluit. Deze voorwaarde geldt niet voor de personen die vrijgesteld zijn van het theoretisch examen krachtens artikel 28 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
Art.8. 2.2. Les candidats qui doivent suivre la formation aux premiers secours, visée à l'article 2.2.14 de l'arrêté du 29 mars 2018, ne peuvent l'entamer qu'après avoir réussi l'examen théorique de la Région de Bruxelles-Capitale visé au titre 3, chapitre 1er du même arrêté. Cette condition ne vaut pas pour les personnes qui sont dispensées de l'examen théorique en vertu de l'article 28 de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire.
Art.9. 2.3. Het theoretische en praktische luik van de opleiding eerste hulp bedoeld in artikel 2.2.14, van het besluit 29 maart 2018 besteedt minstens aandacht aan de volgende onderwerpen:
- essentiële interventieregels naar aanleiding van een verkeersongeval;
- externe bloedingen ;
- bewusteloos slachtoffer met ademhandeling ;
- bewusteloos slachtoffer zonder of verstoorde ademhandeling;
- letsels aan de hersenen en wervelkolom;
- letsels aan de ledematen ;
- wonden ;
- brandwonden.
- essentiële interventieregels naar aanleiding van een verkeersongeval;
- externe bloedingen ;
- bewusteloos slachtoffer met ademhandeling ;
- bewusteloos slachtoffer zonder of verstoorde ademhandeling;
- letsels aan de hersenen en wervelkolom;
- letsels aan de ledematen ;
- wonden ;
- brandwonden.
Art.9. 2.3. La partie théorique et pratique de la formation aux premiers secours visée à l'article 2.2.14 de l'arrêté du 29 mars 2018 porte au moins sur les sujets suivants :
- règles essentielles d'intervention en cas d'accident de la circulation ;
- hémorragie externe ;
- victime inconsciente qui respire ;
- victime inconsciente qui ne respire pas ou pas normalement ;
- traumatismes crâne et colonne ;
- traumatismes des membres ;
- plaies ;
- brûlures.
- règles essentielles d'intervention en cas d'accident de la circulation ;
- hémorragie externe ;
- victime inconsciente qui respire ;
- victime inconsciente qui ne respire pas ou pas normalement ;
- traumatismes crâne et colonne ;
- traumatismes des membres ;
- plaies ;
- brûlures.
Art.10. 2.4. De personen die de volgende functies en beroepen uitoefenen kunnen een vrijstelling bekomen voor de opleiding eerste hulp, bedoeld in artikel 2.2.14, van het besluit van 29 maart 2018:
- hulpverleners bedoeld in artikel I.5-1 van de Codex van 28 april 2017 over het welzijn op het werk;
- hulpverleners-ambulanciers bedoeld in artikel 12 of 19 van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers die beschikken over een geldig brevet;
- beoefenaars van gezondheidsberoepen bedoeld in de artikelen 3, 4, 6, 43, 45, 62, 65 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
- hulpverleners bedoeld in artikel I.5-1 van de Codex van 28 april 2017 over het welzijn op het werk;
- hulpverleners-ambulanciers bedoeld in artikel 12 of 19 van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers die beschikken over een geldig brevet;
- beoefenaars van gezondheidsberoepen bedoeld in de artikelen 3, 4, 6, 43, 45, 62, 65 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
Art.10. 2.4. Les personnes exerçant les fonctions et professions suivantes peuvent obtenir une dispense pour la formation aux premiers secours visée à l'article 2.2.14 de l'arrêté du 29 mars 2018 :
- les secouristes visés à l'article I.5-1 du Code du bien-être au travail du 28 avril 2017 ;
- les secouristes-ambulanciers visés à l'article 12 ou 19 de l'arrêté royal du 13 février 1998 relatif aux centres de formation et de perfectionnement des secouristes-ambulanciers qui disposent d'un brevet valide ;
- les professionnels des soins de santé visés aux articles 3, 4, 6, 43, 45, 62 et 65 de la loi coordonnée du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé.
- les secouristes visés à l'article I.5-1 du Code du bien-être au travail du 28 avril 2017 ;
- les secouristes-ambulanciers visés à l'article 12 ou 19 de l'arrêté royal du 13 février 1998 relatif aux centres de formation et de perfectionnement des secouristes-ambulanciers qui disposent d'un brevet valide ;
- les professionnels des soins de santé visés aux articles 3, 4, 6, 43, 45, 62 et 65 de la loi coordonnée du 10 mai 2015 relative à l'exercice des professions des soins de santé.
Art.11. 2.5. De personen in het bezit van de volgende brevetten en/of getuigschriften kunnen een vrijstelling bekomen voor de opleiding eerste hulp, bedoeld in artikel 2.2.14, van het besluit van 29 maart 2018, indien het brevet en/of getuigschrift niet ouder is dan 2 jaar:
- het getuigschrift in het kader van elke opleiding met betrekking tot eerste hulp van minimum 12 uren georganiseerd door een instelling die voorkomt op de lijst bedoeld in artikel I.5-9 van de Codex van 28 april 2017 over het welzijn op het werk;
- het brevet in het kader van de opleiding voor hulpverleners-ambulanciers bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers;
- het getuigschrift in het kader van de opleiding bedoeld in hoofdstuk IV van titel 5 van de Codex van 28 april 2017 over het welzijn op het werk.
- het getuigschrift in het kader van elke opleiding met betrekking tot eerste hulp van minimum 12 uren georganiseerd door een instelling die voorkomt op de lijst bedoeld in artikel I.5-9 van de Codex van 28 april 2017 over het welzijn op het werk;
- het brevet in het kader van de opleiding voor hulpverleners-ambulanciers bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 13 februari 1998 betreffende de opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers;
- het getuigschrift in het kader van de opleiding bedoeld in hoofdstuk IV van titel 5 van de Codex van 28 april 2017 over het welzijn op het werk.
Art.11. 2.5. Les personnes disposant des brevets et/ou certificats suivants peuvent obtenir une dispense pour la formation aux premiers secours visée à l'article 2.2.14 de l'arrêté du 29 mars 2018, pourvu que le brevet et/ou le certificat date de moins de 2 ans :
- le certificat dans le cadre de toute formation relative aux premiers soins de minimum 12 heures organisée par une institution qui figure sur la liste visée à l'article I.5-9 du Code du bien-être au travail du 28 avril 2017;
- le brevet dans le cadre de la formation pour secouristes-ambulanciers visée à l'article 7 de l'arrêté royal du 13 février 1998 relatif aux centres de formation et de perfectionnement des secouristes-ambulanciers ;
- le certificat dans le cadre de la formation visée au chapitre IV du titre 5 du Code du bien-être au travail du 28 avril 2017.
- le certificat dans le cadre de toute formation relative aux premiers soins de minimum 12 heures organisée par une institution qui figure sur la liste visée à l'article I.5-9 du Code du bien-être au travail du 28 avril 2017;
- le brevet dans le cadre de la formation pour secouristes-ambulanciers visée à l'article 7 de l'arrêté royal du 13 février 1998 relatif aux centres de formation et de perfectionnement des secouristes-ambulanciers ;
- le certificat dans le cadre de la formation visée au chapitre IV du titre 5 du Code du bien-être au travail du 28 avril 2017.
Art.12. 2.6. De personen, bedoeld in de artikelen 2.2.4 en 2.2.5, dienen een verzoek tot vrijstelling in bij Brussel Mobiliteit. Dit verzoek moet op straffe van niet- ontvankelijkheid elektronisch of per post opgestuurd worden naarBrussel Mobiliteit.
De personen, vermeld in het eerste lid, voegen bij hun aanvraag alle bewijsstukken waaruit blijkt dat zij voldoen aan de vrijstellingsvoorwaarden, bedoeld in de artikelen 2.2.4 of 2.2.5, op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot vrijstelling.
Brussel Mobiliteit kan bij zijn onderzoek alle bijkomende inlichtingen inwinnen voor de beoordeling van het verzoek.
Brussel Mobiliteit neemt zijn beslissing binnen een ordetermijn van zestig dagen, die ingaat de dag na deze van de indiening van het verzoek tot vrijstelling.
Brussel Mobiliteit deelt haar beslissing elektronisch of via de post mee aan de indiener van het verzoek en de examencentra. De vrijstelling die conform artikel 2.2.4 toegekend wordt, blijft twee jaar geldig vanaf de dag van de beslissing. De vrijstelling die verleend wordt conform artikel 2.2.5 is geldig voor een periode van twee jaar vanaf het moment van levering van het document ter goedkeuring van de vrijstelling.
De personen, vermeld in het eerste lid, voegen bij hun aanvraag alle bewijsstukken waaruit blijkt dat zij voldoen aan de vrijstellingsvoorwaarden, bedoeld in de artikelen 2.2.4 of 2.2.5, op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot vrijstelling.
Brussel Mobiliteit kan bij zijn onderzoek alle bijkomende inlichtingen inwinnen voor de beoordeling van het verzoek.
Brussel Mobiliteit neemt zijn beslissing binnen een ordetermijn van zestig dagen, die ingaat de dag na deze van de indiening van het verzoek tot vrijstelling.
Brussel Mobiliteit deelt haar beslissing elektronisch of via de post mee aan de indiener van het verzoek en de examencentra. De vrijstelling die conform artikel 2.2.4 toegekend wordt, blijft twee jaar geldig vanaf de dag van de beslissing. De vrijstelling die verleend wordt conform artikel 2.2.5 is geldig voor een periode van twee jaar vanaf het moment van levering van het document ter goedkeuring van de vrijstelling.
Art.12. 2.6. Les personnes, visées aux articles 2.2.4 et 2.2.5, introduisent une demande d'exemption auprès de Bruxelles Mobilité. Cette demande doit être soumise par voie électronique ou postale sous peine d'irrecevabilité.
Les personnes, visées au premier alinéa, joignent à leur demande toutes les preuves qu'elles remplissent les conditions d'exemption établies par les articles 2.2.4 ou 2.2.5 au moment de l'introduction de la demande de dispense.
Bruxelles Mobilié peut demander tout renseignement complémentaire au cours de son enquête en vue du traitement de la demande.
Bruxelles Mobilité prend sa décision dans un délai d'ordre de soixante jours à compter du jour qui suit le jour du dépôt de la demande de dispense.
Bruxelles Mobilité notifie sa décision par voie électronique ou postale au candidat et aux centres d'examen. La dispense accordée conformément à l'article 2.2.4 est valable pour une période de deux ans à compter de la décision. La dispense accordée conformément à l'article 2.2.5 est valable pour une période de deux ans prenant cours à la date de délivrance du document ouvrant droit à la dispense.
Les personnes, visées au premier alinéa, joignent à leur demande toutes les preuves qu'elles remplissent les conditions d'exemption établies par les articles 2.2.4 ou 2.2.5 au moment de l'introduction de la demande de dispense.
Bruxelles Mobilié peut demander tout renseignement complémentaire au cours de son enquête en vue du traitement de la demande.
Bruxelles Mobilité prend sa décision dans un délai d'ordre de soixante jours à compter du jour qui suit le jour du dépôt de la demande de dispense.
Bruxelles Mobilité notifie sa décision par voie électronique ou postale au candidat et aux centres d'examen. La dispense accordée conformément à l'article 2.2.4 est valable pour une période de deux ans à compter de la décision. La dispense accordée conformément à l'article 2.2.5 est valable pour une période de deux ans prenant cours à la date de délivrance du document ouvrant droit à la dispense.
TITEL 3. - Praktisch examen
TITRE 3. - Examen pratique
Art.13. 1. Naast de personen bedoeld in artikel 3.2.12, § 2,, van het besluit van 29 maart 2018 kunnen volgende personen plaatsnemen in het voertuig tijdens de proef op de openbare weg:
- de kandidaat-examinator in het kader van de opleiding tot examinator zoals bepaald in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
- de toezichthouder in het kader van zijn toezicht en controle bedoeld in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B of het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.
- de kandidaat-examinator in het kader van de opleiding tot examinator zoals bepaald in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;
- de toezichthouder in het kader van zijn toezicht en controle bedoeld in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B of het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.
Art.13. 1. Outre les personnes visées à l'article 3.2.12, § 2, de l'arrêté du 29 mars 2018, peuvent prendre place dans le véhicule pendant l'épreuve sur la voie publique :
- le candidat-examinateur dans le cadre de la formation d'examinateur prévue par l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire ;
- l'inspecteur dans le cadre de sa surveillance et de son contrôle prévus par l'arrêté royal 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, l'arrêté royal du 10 juillet 2006 relatif au permis de conduire pour les véhicules de catégorie B ou l'arrêté royal du 11 mai 2004 relatif aux conditions d'agrément des écoles de conduite des véhicules à moteur.
- le candidat-examinateur dans le cadre de la formation d'examinateur prévue par l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire ;
- l'inspecteur dans le cadre de sa surveillance et de son contrôle prévus par l'arrêté royal 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, l'arrêté royal du 10 juillet 2006 relatif au permis de conduire pour les véhicules de catégorie B ou l'arrêté royal du 11 mai 2004 relatif aux conditions d'agrément des écoles de conduite des véhicules à moteur.
TITEL 4. - Beroepscommissie
TITRE 4. - Commission de recours
Art.14. 1. De vergoeding voor de leden van de Beroepscommissie die uitspraak moet doen over de beroepen in verband met het niet-slagen voor het praktische examen voor het rijbewijs, bedoeld in artikel 4.4.1 van het besluit van 29 maart 2018 wordt vastgesteld op :
- 375 euro per zitting voor de voorzitter;
- 250 euro per zitting voor de leden.
- 375 euro per zitting voor de voorzitter;
- 250 euro per zitting voor de leden.
Art.14. 1. La rémunération des membres de la Commission de recours chargée de statuer sur les recours en matière d'échec à l'examen pratique du permis de conduire, visée à l'article 4.4.1 de l'arrêté du 29 mars 2018 est fixée à :
- 375 euros par séance pour le président;
- 250 euros par séance pour les membres.
- 375 euros par séance pour le président;
- 250 euros par séance pour les membres.
TITEL 5. - Retributies
TITRE 5. - Redevances
Art.15. 1. De retributies, bedoeld in artikel 5.1.1, 5.2.1 en 5.3.1, van het besluit van 29 maart 2018, worden in contanten of door middel van elektronische betaling betaald in het examencentrum.
Art.15. 1. Les redevances visées aux articles 5.1.1, 5.2.1 et 5.3.1 de l'arrêté du 29 mars 2018 sont payées en espèces ou au moyen d'un paiement électronique, dans le centre d'examen.
Art.16. 2. De retributie, bedoeld in artikel 5.3.2, van het besluit van 29 maart 2018, wordt betaald door middel van een overschrijving op het rekeningnummer van Brussel Mobiliteit.
Art.16. 2. La redevance visée à l'article 5.3.2 de l'arrêté du 29 mars 2018 est payée au moyen d'un virement sur le compte de Bruxelles Mobilité.
TITEL 6. - Opheffingsbepalingen
TITRE 6. - Dispositions abrogatoires
Art.17. 1. Artikel 1, eerste lid en bijlage 1 van het ministerieel besluit van 27 maart 1998 tot bepaling van de modellen van de documenten bedoeld in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs worden opgeheven voor zover zij van toepassing zijn op motorvoertuigen van categorie B, behalve voor wat betreft het plaatsen van de code 96, bedoeld in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, op het rijbewijs van motorvoertuigen van categorie B.
Art.17. 1. L'article 1er, alinéa 1er, et l'annexe 1re de l'arrêté ministériel du 27 mars 1998 déterminant les modèles de documents visés à l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire sont abrogés dans la mesure où ils s'appliquent aux véhicules à moteur de catégorie B, sauf en ce qui concerne le placement du code 96, visé à l'annexe 7 de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, sur le permis de conduire de véhicules à moteur de catégorie B.
Art.18. 2. Artikelen 2, tweede lid en 3 en bijlagen 2 en 3 van het ministerieel besluit van 20 juni 2007 houdende bepaling van het aantal, de plaats van vestiging, de territoriale bevoegdheid en de regels betreffende de organisatie van de examencentra worden opgeheven.
Art.18. 2. Les articles 2, alinéa 2 et 3 et les annexes 2 et 3 de l'arrêté ministériel du 20 juin 2007 fixant le nombre, le lieu d'établissement, la compétence territoriale et les règles relatives à l'organisation des centres d'examen sont abrogés.
Art.19. 3. In het ministerieel besluit van 30 maart 2005 tot bepaling van de modellen van sommige documenten bedoeld in het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen worden het volgende artikel en de volgende bijlagen opgeheven voor zover zij van toepassing zijn op motorvoertuigen van categorie B, behalve voor wat betreft het plaatsen van de code 96, bedoeld in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, op het rijbewijs van motorvoertuigen van categorie B, en voor de toepassing van artikel 23, § 6, tweede lid van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen:
1° artikel 13;
2° bijlage 13-1;
3° bijlage 13-2, gewijzigd bij ministerieële besluiten van 20 juli 2006, 15 september 2006 en 24 april 2013.
1° artikel 13;
2° bijlage 13-1;
3° bijlage 13-2, gewijzigd bij ministerieële besluiten van 20 juli 2006, 15 september 2006 en 24 april 2013.
Art.19. 3. Dans l'arrêté ministériel du 30 mars 2005 déterminant les modèles de certains documents visés à l'arrêté royal du 11 mai 2004 relatif aux conditions d'agrément des écoles de conduite des véhicules à moteur l'article suivant et les annexes suivantes sont abrogés dans la mesure où ils s'appliquent aux véhicules à moteur de catégorie B, sauf en ce qui concerne le placement du code 96 visé à l'annexe 7 de l'arrêté royal du 23 mars 1998 relatif au permis de conduire, sur le permis de conduire de véhicules à moteur de catégorie B, ainsi que pour l'application de l'article 23, § 6, alinéa 2, de l'arrêté royal du 11 mai 2004 relatif aux conditions d'agrément des écoles de conduite des véhicules à moteur :
1° l'article 13 ;
2° l'annexe 13-1 ;
3° l'annexe 13-2, modifiée par les arrêtés des 20 juillet 2006, 15 september 2006 et 24 april 2013 .
1° l'article 13 ;
2° l'annexe 13-1 ;
3° l'annexe 13-2, modifiée par les arrêtés des 20 juillet 2006, 15 september 2006 et 24 april 2013 .
TITEL 7. - Inwerkingtreding
TITRE 7. - Entrée en vigueur
Art.20. 1. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2018.
Art.20. 1. Cet arrêté entre en vigueur le 1er novembre 2018.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82593)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82593)
Art. N1. Annexe 1.
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82593)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82593)
Art. N2. Bijlage 2.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82594)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82594)
Art. N2. Annexe 2.
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82594)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82594)
Art. N3. Bijlage 3.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82596)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82596)
Art. N3. Annexe 3.
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82596)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82596)
Art. N4. Bijlage 4.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82598)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82598)
Art. N4. Annexe 4.
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82598)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82598)
Art. N5. Bijlage 5.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82600)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 30-10-2018, p. 82600)
Art. N5. Annexe 5.
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82600)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 30-10-2018, p. 82600)