1° [1 ...]1
2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
29 JUNI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regels betreffende de aanwijzing van de begunstigden van de gezinsbijslagen en de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-09-2018 en tekstbijwerking tot 08-05-2023)
Titre
29 JUIN 2018. - Arrêté du Gouvernement flamand portant les modalités relatives à la désignation des bénéficiaires des allocations familiales et au paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 04-09-2018 et mise à jour au 08-05-2023)
Informations sur le document
Numac: 2018013354
Datum: 2018-06-29
Info du document
Numac: 2018013354
Date: 2018-06-29
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Definities
HOOFDSTUK 2. - Nadere regels voor de aanwijzing...
HOOFDSTUK 3. - Nadere regels voor de uitbetalin...
Afdeling 1. - De gezinsbijslagen
Onderafdeling 1. - Eerste aanduiding
Onderafdeling 2. - Wijziging van uitbetalingsac...
Onderafdeling 3. - Intrekking toestemming
Onderafdeling 4. - Toeleiding
Onderafdeling 5. - Plaatsing
Afdeling 2. - Selectieve participatietoeslagen ...
Afdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Définitions
CHAPITRE 2. - Modalités relatives à la désignat...
CHAPITRE 3. - Modalités relatives au paiement d...
Section 1ère. - Les allocations familiales
Sous-section 1ère. - Première désignation
Sous-section 2. - Modification d'acteur de paie...
Sous-section 3. - Retrait du consentement
Sous-section 4. - Orientation
Sous-section 5. - Placement
Section 2. - Allocations de participation sélec...
Section 3. - Dispositions communes
CHAPITRE 4. - Dispositions finales
Tekst (31)
Texte (31)
HOOFDSTUK 1. - Definities
CHAPITRE 1er. - Définitions
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° [1 ...]1
2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen.
1° [1 ...]1
2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen.
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
1° [1 ...]1
2° ministre : le Ministre flamand ayant l'assistance aux personnes dans ses attributions.
1° [1 ...]1
2° ministre : le Ministre flamand ayant l'assistance aux personnes dans ses attributions.
Modifications
HOOFDSTUK 2. - Nadere regels voor de aanwijzing van begunstigden van gezinsbijslagen
CHAPITRE 2. - Modalités relatives à la désignation des bénéficiaires des allocations familiales
Art.3. § 1. Indien een pleegzorger begunstigde is voor een pleegkind en daarnaast ook begunstigde is voor een of meerdere kinderen binnen zijn gezin, gezamenlijk met een andere begunstigde in zijn gezin, wordt deze laatste eveneens als begunstigde aangeduid voor dit pleegkind onder toepassing van artikel 59, § 2, tweede lid van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1.
§ 2. Indien er meerdere begunstigden zijn waarmee de pleegzorger een gezin vormt, waarmee hij samen begunstigde is voor kinderen binnen dit gezin, bepaalt de pleegzorger welk van deze begunstigden wordt aangeduid als bijkomende begunstigde voor het pleegkind.
De uitbetalingsactor die het plaatsingsbericht heeft ontvangen brengt de pleegzorger op de hoogte van het feit dat hij de keuze uit het eerste lid moet maken, op het ogenblik dat de situatie uit het eerste lid aanvangt. De pleegzorger bevestigt binnen de drie maanden op elektronische of schriftelijke wijze zijn keuze aan zijn uitbetalingsactor. De pleegzorger dagtekent en ondertekent de bevestiging van zijn keuze.
De aanduiding van de bijkomende begunstigde heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de bevestiging werd ondertekend. Als er tussen de datum van ondertekening van de bevestiging vermeld in het tweede lid en de datum van ontvangst van deze bevestiging door de uitbetalingsactor meer dan 14 dagen zijn verlopen, heeft de aanduiding van bijkomende begunstigde slechts uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de uitbetalingsactor de bevestiging heeft ontvangen. De uitbetalingsactor die het plaatsingsbericht ontving draagt desgevallend het dossier over aan de bevoegde uitbetalingsactor die vanaf dan de betalingen zal verder zetten. De wijziging van uitbetalingsactor en van bankrekening zijn vervolgens mogelijk onder toepassing van artikel 65, § 2 van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1.
Indien de pleegzorger niet overeenkomstig het tweede lid binnen de drie maand zijn keuze heeft bevestigd, blijft de uitbetalingsactor die het plaatsingsbericht ontving, de bevoegde uitbetalingsactor. De datum van dagtekening is daarbij de datum die in aanmerking wordt genomen om te bepalen of de termijn van drie maanden werd overschreden, tenzij er tussen de dagtekening en de datum van ontvangst van de bevestiging meer dan 14 dagen zijn verlopen, in welk geval de datum van ontvangst geldt.
§ 3. Indien een pleegzorger begunstigde is voor een pleegkind en zich niet in de situatie van de eerste en de tweede paragraaf bevindt, kan hij een andere persoon in zijn gezin als bijkomende begunstigde aanduiden. Hij bevestigt daartoe op elektronische of schriftelijke wijze deze keuze aan zijn uitbetalingsactor. De pleegzorger dagtekent en ondertekent de bevestiging van zijn keuze.
De aanduiding van de bijkomende begunstigde heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin het verzoek werd ondertekend. Als er tussen de datum van ondertekening van het verzoek vermeld in het tweede en derde lid en de datum van ontvangst van het verzoek door de uitbetalingsactor meer dan 14 dagen zijn verlopen, heeft de aanduiding van bijkomende begunstigde slechts uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de uitbetalingsactor het verzoek heeft ontvangen. De wijziging van uitbetalingsactor en van bankrekening zijn vervolgens mogelijk onder toepassing van artikel 65, § 2 van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1.
§ 2. Indien er meerdere begunstigden zijn waarmee de pleegzorger een gezin vormt, waarmee hij samen begunstigde is voor kinderen binnen dit gezin, bepaalt de pleegzorger welk van deze begunstigden wordt aangeduid als bijkomende begunstigde voor het pleegkind.
De uitbetalingsactor die het plaatsingsbericht heeft ontvangen brengt de pleegzorger op de hoogte van het feit dat hij de keuze uit het eerste lid moet maken, op het ogenblik dat de situatie uit het eerste lid aanvangt. De pleegzorger bevestigt binnen de drie maanden op elektronische of schriftelijke wijze zijn keuze aan zijn uitbetalingsactor. De pleegzorger dagtekent en ondertekent de bevestiging van zijn keuze.
De aanduiding van de bijkomende begunstigde heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de bevestiging werd ondertekend. Als er tussen de datum van ondertekening van de bevestiging vermeld in het tweede lid en de datum van ontvangst van deze bevestiging door de uitbetalingsactor meer dan 14 dagen zijn verlopen, heeft de aanduiding van bijkomende begunstigde slechts uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de uitbetalingsactor de bevestiging heeft ontvangen. De uitbetalingsactor die het plaatsingsbericht ontving draagt desgevallend het dossier over aan de bevoegde uitbetalingsactor die vanaf dan de betalingen zal verder zetten. De wijziging van uitbetalingsactor en van bankrekening zijn vervolgens mogelijk onder toepassing van artikel 65, § 2 van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1.
Indien de pleegzorger niet overeenkomstig het tweede lid binnen de drie maand zijn keuze heeft bevestigd, blijft de uitbetalingsactor die het plaatsingsbericht ontving, de bevoegde uitbetalingsactor. De datum van dagtekening is daarbij de datum die in aanmerking wordt genomen om te bepalen of de termijn van drie maanden werd overschreden, tenzij er tussen de dagtekening en de datum van ontvangst van de bevestiging meer dan 14 dagen zijn verlopen, in welk geval de datum van ontvangst geldt.
§ 3. Indien een pleegzorger begunstigde is voor een pleegkind en zich niet in de situatie van de eerste en de tweede paragraaf bevindt, kan hij een andere persoon in zijn gezin als bijkomende begunstigde aanduiden. Hij bevestigt daartoe op elektronische of schriftelijke wijze deze keuze aan zijn uitbetalingsactor. De pleegzorger dagtekent en ondertekent de bevestiging van zijn keuze.
De aanduiding van de bijkomende begunstigde heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin het verzoek werd ondertekend. Als er tussen de datum van ondertekening van het verzoek vermeld in het tweede en derde lid en de datum van ontvangst van het verzoek door de uitbetalingsactor meer dan 14 dagen zijn verlopen, heeft de aanduiding van bijkomende begunstigde slechts uitwerking vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de uitbetalingsactor het verzoek heeft ontvangen. De wijziging van uitbetalingsactor en van bankrekening zijn vervolgens mogelijk onder toepassing van artikel 65, § 2 van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1.
Modifications
Art.3. § 1er. Si un accueillant est bénéficiaire d'un enfant placé et est également bénéficiaire d'un ou plusieurs enfants au sein de sa famille, conjointement à un autre bénéficiaire au sein de sa famille, ce dernier est également désigné comme bénéficiaire de cet enfant placé, en application de l'article 59, § 2, deuxième alinéa du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1.
§ 2. Si l'accueillant forme une famille avec plusieurs bénéficiaires, avec lesquels il est conjointement bénéficiaire pour des enfants au sein de cette famille, l'accueillant détermine lequel de ces bénéficiaires sera désigné comme bénéficiaire supplémentaire de l'enfant placé.
L'acteur de paiement qui a reçu l'avis de placement informe l'accueillant du fait qu'il doit faire le choix de l'alinéa premier, au moment où commence la situation de l'alinéa premier. L'accueillant confirmera son choix à l'acteur de paiement par voie électronique ou par écrit dans un délai de trois mois. L'accueillant date et signe la confirmation de son choix.
La désignation du bénéficiaire supplémentaire prendra effet le premier jour du mois suivant celui durant lequel la confirmation a été signée. Si plus de 14 jours se sont écoulés entre la date de signature de la confirmation visée au deuxième alinéa et la date de réception de cette confirmation par l'acteur de paiement, la désignation du bénéficiaire supplémentaire ne prend effet qu'à partir du premier jour du mois suivant le mois au cours duquel l'acteur de paiement a reçu la confirmation. L'acteur de paiement qui a reçu l'avis de placement transfère le cas échéant le dossier à l'acteur de paiement compétent, qui continuera d'effectuer les paiements à partir de ce moment-là. La modification d'acteur de paiement et de compte bancaire est ensuite possible en application de l'article 65, § 2, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1.
Si l'accueillant n'a pas confirmé son choix dans un délai de trois mois conformément au deuxième alinéa, l'acteur de paiement qui a reçu l'avis de placement reste l'acteur de paiement compétent. La datation sera la date prise en considération pour déterminer si le délai de trois mois a été dépassé, à moins que plus de 14 jours ne s'écoulent entre la datation et la date de réception de la confirmation, auquel cas la date de réception sera prise en considération.
§ 3. Si un accueillant est bénéficiaire d'un enfant placé et ne se trouve pas dans la situation décrite aux premier et deuxième paragraphes, il peut désigner une autre personne de sa famille comme bénéficiaire supplémentaire. A cette fin, il confirme ce choix à son acteur de paiement par voie électronique ou par écrit. L'accueillant date et signe la confirmation de son choix.
La désignation du bénéficiaire supplémentaire prendra effet le premier jour du mois suivant celui durant lequel la demande a été signée. Si plus de quatorze jours se sont écoulés entre la date de signature de la demande visée aux deuxième et troisième alinéas et la date de réception de la demande par l'acteur de paiement, la désignation du bénéficiaire supplémentaire ne prend effet qu'à compter du premier jour du mois suivant le mois au cours duquel l'acteur de paiement a reçu la demande. La modification d'acteur de paiement et de compte bancaire est ensuite possible en application de l'article 65, § 2, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1.
§ 2. Si l'accueillant forme une famille avec plusieurs bénéficiaires, avec lesquels il est conjointement bénéficiaire pour des enfants au sein de cette famille, l'accueillant détermine lequel de ces bénéficiaires sera désigné comme bénéficiaire supplémentaire de l'enfant placé.
L'acteur de paiement qui a reçu l'avis de placement informe l'accueillant du fait qu'il doit faire le choix de l'alinéa premier, au moment où commence la situation de l'alinéa premier. L'accueillant confirmera son choix à l'acteur de paiement par voie électronique ou par écrit dans un délai de trois mois. L'accueillant date et signe la confirmation de son choix.
La désignation du bénéficiaire supplémentaire prendra effet le premier jour du mois suivant celui durant lequel la confirmation a été signée. Si plus de 14 jours se sont écoulés entre la date de signature de la confirmation visée au deuxième alinéa et la date de réception de cette confirmation par l'acteur de paiement, la désignation du bénéficiaire supplémentaire ne prend effet qu'à partir du premier jour du mois suivant le mois au cours duquel l'acteur de paiement a reçu la confirmation. L'acteur de paiement qui a reçu l'avis de placement transfère le cas échéant le dossier à l'acteur de paiement compétent, qui continuera d'effectuer les paiements à partir de ce moment-là. La modification d'acteur de paiement et de compte bancaire est ensuite possible en application de l'article 65, § 2, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1.
Si l'accueillant n'a pas confirmé son choix dans un délai de trois mois conformément au deuxième alinéa, l'acteur de paiement qui a reçu l'avis de placement reste l'acteur de paiement compétent. La datation sera la date prise en considération pour déterminer si le délai de trois mois a été dépassé, à moins que plus de 14 jours ne s'écoulent entre la datation et la date de réception de la confirmation, auquel cas la date de réception sera prise en considération.
§ 3. Si un accueillant est bénéficiaire d'un enfant placé et ne se trouve pas dans la situation décrite aux premier et deuxième paragraphes, il peut désigner une autre personne de sa famille comme bénéficiaire supplémentaire. A cette fin, il confirme ce choix à son acteur de paiement par voie électronique ou par écrit. L'accueillant date et signe la confirmation de son choix.
La désignation du bénéficiaire supplémentaire prendra effet le premier jour du mois suivant celui durant lequel la demande a été signée. Si plus de quatorze jours se sont écoulés entre la date de signature de la demande visée aux deuxième et troisième alinéas et la date de réception de la demande par l'acteur de paiement, la désignation du bénéficiaire supplémentaire ne prend effet qu'à compter du premier jour du mois suivant le mois au cours duquel l'acteur de paiement a reçu la demande. La modification d'acteur de paiement et de compte bancaire est ensuite possible en application de l'article 65, § 2, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1.
Modifications
HOOFDSTUK 3. - Nadere regels voor de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid
CHAPITRE 3. - Modalités relatives au paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale
Afdeling 1. - De gezinsbijslagen
Section 1ère. - Les allocations familiales
Onderafdeling 1. - Eerste aanduiding
Sous-section 1ère. - Première désignation
Art.4. § 1. Met toepassing van artikel 64, § 1, eerste lid en artikel 65, § 5, derde lid van [2 het Groeipakketdecreet van 2018]2 wijst de begunstigde op elektronische of schriftelijke wijze de uitbetalingsactor van zijn keuze aan en geeft een bankrekening op. Het verzoek wordt gedagtekend en ondertekend door de begunstigde.
De begunstigde is titularis van de opgegeven bankrekening. De controle van de bankrekening geschiedt op basis van een door [1 het agentschap Opgroeien regie]1 en de financiële instelling van de begunstigde gesloten overeenkomst.
§ 2. Met toepassing van artikel 65, § 1, eerste lid en tweede lid, van [2 het Groeipakketdecreet van 2018]2 wijzen de begunstigden op elektronische of schriftelijke wijze de uitbetalingsactor van hun keuze aan en geven ze een bankrekening op. Het verzoek wordt gedagtekend en ondertekend door beide begunstigden.
Minstens een van de begunstigden is titularis van de opgegeven bankrekening. De controle van de bankrekening geschiedt op basis van een door [1 het agentschap Opgroeien regie]1 en de financiële instelling van de begunstigde gesloten overeenkomst.
§ 3. De uitbetalingsactoren kunnen op eigen verantwoordelijkheid de gezinsbijslagen op de opgegeven bankrekening storten. Als ze na verloop van één maand geen bewijs hebben ontvangen dat minstens één van de begunstigden effectief titularis van de opgegeven bankrekening is, mogen de gezinsbijslagen niet langer op de opgegeven bankrekening worden gestort. In afwachting dat de begunstigden een nieuwe bankrekening opgeven, worden ze per circulaire cheque uitbetaald.
Als de controle, vermeld in het eerste lid, niet uitgevoerd kan worden, kan de opgegeven bankrekening alleen aanvaard worden op basis van een formulier waarvan het model is opgesteld door het agentschap. Dat formulier wordt door de begunstigde, vermeld in artikel 64, § 1, eerste lid, van [2 het Groeipakketdecreet van 2018]2, of door beide begunstigden, vermeld in artikel 65, § 1, eerste lid, van het voormelde decreet, ondertekend en door de financiële instelling gevalideerd.
§ 4. De verplichte aansluitingsperiode van één jaar, vermeld in artikel 64, § 2, tweede lid, en artikel 65, § 2, tweede lid, van [2 het Groeipakketdecreet van 2018]2, vangt aan op de datum van ondertekening van het verzoek, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 2, eerste lid. Als er tussen de datum van ondertekening van het verzoek en de datum van ontvangst van het verzoek door de uitbetalingsactor meer dan 14 dagen zijn verlopen, vangt de verplichte aansluitingsperiode van één jaar pas aan op de datum waarop de uitbetalingsactor het verzoek heeft ontvangen.
De begunstigde is titularis van de opgegeven bankrekening. De controle van de bankrekening geschiedt op basis van een door [1 het agentschap Opgroeien regie]1 en de financiële instelling van de begunstigde gesloten overeenkomst.
§ 2. Met toepassing van artikel 65, § 1, eerste lid en tweede lid, van [2 het Groeipakketdecreet van 2018]2 wijzen de begunstigden op elektronische of schriftelijke wijze de uitbetalingsactor van hun keuze aan en geven ze een bankrekening op. Het verzoek wordt gedagtekend en ondertekend door beide begunstigden.
Minstens een van de begunstigden is titularis van de opgegeven bankrekening. De controle van de bankrekening geschiedt op basis van een door [1 het agentschap Opgroeien regie]1 en de financiële instelling van de begunstigde gesloten overeenkomst.
§ 3. De uitbetalingsactoren kunnen op eigen verantwoordelijkheid de gezinsbijslagen op de opgegeven bankrekening storten. Als ze na verloop van één maand geen bewijs hebben ontvangen dat minstens één van de begunstigden effectief titularis van de opgegeven bankrekening is, mogen de gezinsbijslagen niet langer op de opgegeven bankrekening worden gestort. In afwachting dat de begunstigden een nieuwe bankrekening opgeven, worden ze per circulaire cheque uitbetaald.
Als de controle, vermeld in het eerste lid, niet uitgevoerd kan worden, kan de opgegeven bankrekening alleen aanvaard worden op basis van een formulier waarvan het model is opgesteld door het agentschap. Dat formulier wordt door de begunstigde, vermeld in artikel 64, § 1, eerste lid, van [2 het Groeipakketdecreet van 2018]2, of door beide begunstigden, vermeld in artikel 65, § 1, eerste lid, van het voormelde decreet, ondertekend en door de financiële instelling gevalideerd.
§ 4. De verplichte aansluitingsperiode van één jaar, vermeld in artikel 64, § 2, tweede lid, en artikel 65, § 2, tweede lid, van [2 het Groeipakketdecreet van 2018]2, vangt aan op de datum van ondertekening van het verzoek, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, en paragraaf 2, eerste lid. Als er tussen de datum van ondertekening van het verzoek en de datum van ontvangst van het verzoek door de uitbetalingsactor meer dan 14 dagen zijn verlopen, vangt de verplichte aansluitingsperiode van één jaar pas aan op de datum waarop de uitbetalingsactor het verzoek heeft ontvangen.
Art.4. § 1er. En application de l'article 64, § 1er, alinéa premier, et l'article 65, § 5, troisième alinéa, du [2 décret relatif au Panier de croissance de 2018]2, le bénéficiaire désigne par voie électronique ou par écrit l'acteur de paiement de son choix et indique un compte bancaire. La demande est datée et signée par le bénéficiaire.
Le bénéficiaire est le titulaire du compte bancaire indiqué. Le contrôle du compte bancaire sera effectué sur la base d'un accord conclu par [1 l'agence Grandir régie]1 et l'institution financière du bénéficiaire.
§ 2. En application de l'article 65, § 1er, premier et deuxième alinéas, du [2 décret relatif au Panier de croissance de 2018]2, les bénéficiaires doivent désigner par voie électronique ou par écrit l'acteur de paiement de leur choix et indiquer un compte bancaire. La demande est datée et signée par le bénéficiaire.
Au moins un des bénéficiaires est titulaire du compte bancaire indiqué. Le contrôle du compte bancaire sera effectué sur la base d'un accord conclu par [1 l'agence Grandir régie]1 et l'institution financière du bénéficiaire.
§ 3. Les acteurs du paiement peuvent, sous leur propre responsabilité, verser les allocations familiales sur le compte bancaire indiqué. Si, après un mois, ils n'ont pas reçu la preuve qu'au moins un des bénéficiaires est effectivement titulaire du compte bancaire spécifié, les allocations familiales ne peuvent plus être versées sur le compte bancaire spécifié. En attendant la déclaration d'un nouveau compte bancaire par les bénéficiaires, ils seront payés par chèque circulaire.
Si le contrôle visé au premier alinéa ne peut être effectué, le compte bancaire indiqué ne peut être accepté que sur la base d'un formulaire dont un modèle a été établi par l'agence. Ce formulaire doit être signé par le bénéficiaire visé à l'article 64, § 1er, alinéa premier, du [2 décret relatif au Panier de croissance de 2018]2, ou par les deux bénéficiaires visés à l'article 65, § 1er, alinéa premier, du décret précité, et doit être validé par l'institution financière.
§ 4. La période d'affiliation obligatoire d'un an visée à l'article 64, § 2, deuxième alinéa, et à l'article 65, § 2, deuxième alinéa, du [2 décret relatif au Panier de croissance de 2018]2 commence à la date de signature de la demande visée au paragraphe 1er, alinéa premier, et au paragraphe 2, alinéa premier. Si plus de 14 jours se sont écoulés entre la date de signature de la demande et la date de réception de la demande par l'acteur de paiement, la période d'affiliation obligatoire d'un an ne commence qu'à la date à laquelle l'acteur de paiement a reçu la demande.
Le bénéficiaire est le titulaire du compte bancaire indiqué. Le contrôle du compte bancaire sera effectué sur la base d'un accord conclu par [1 l'agence Grandir régie]1 et l'institution financière du bénéficiaire.
§ 2. En application de l'article 65, § 1er, premier et deuxième alinéas, du [2 décret relatif au Panier de croissance de 2018]2, les bénéficiaires doivent désigner par voie électronique ou par écrit l'acteur de paiement de leur choix et indiquer un compte bancaire. La demande est datée et signée par le bénéficiaire.
Au moins un des bénéficiaires est titulaire du compte bancaire indiqué. Le contrôle du compte bancaire sera effectué sur la base d'un accord conclu par [1 l'agence Grandir régie]1 et l'institution financière du bénéficiaire.
§ 3. Les acteurs du paiement peuvent, sous leur propre responsabilité, verser les allocations familiales sur le compte bancaire indiqué. Si, après un mois, ils n'ont pas reçu la preuve qu'au moins un des bénéficiaires est effectivement titulaire du compte bancaire spécifié, les allocations familiales ne peuvent plus être versées sur le compte bancaire spécifié. En attendant la déclaration d'un nouveau compte bancaire par les bénéficiaires, ils seront payés par chèque circulaire.
Si le contrôle visé au premier alinéa ne peut être effectué, le compte bancaire indiqué ne peut être accepté que sur la base d'un formulaire dont un modèle a été établi par l'agence. Ce formulaire doit être signé par le bénéficiaire visé à l'article 64, § 1er, alinéa premier, du [2 décret relatif au Panier de croissance de 2018]2, ou par les deux bénéficiaires visés à l'article 65, § 1er, alinéa premier, du décret précité, et doit être validé par l'institution financière.
§ 4. La période d'affiliation obligatoire d'un an visée à l'article 64, § 2, deuxième alinéa, et à l'article 65, § 2, deuxième alinéa, du [2 décret relatif au Panier de croissance de 2018]2 commence à la date de signature de la demande visée au paragraphe 1er, alinéa premier, et au paragraphe 2, alinéa premier. Si plus de 14 jours se sont écoulés entre la date de signature de la demande et la date de réception de la demande par l'acteur de paiement, la période d'affiliation obligatoire d'un an ne commence qu'à la date à laquelle l'acteur de paiement a reçu la demande.
Onderafdeling 2. - Wijziging van uitbetalingsactor of bankrekening
Sous-section 2. - Modification d'acteur de paiement ou de compte bancaire
Art.5. § 1. Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor of bankrekening, vermeld in artikel 64, § 2, eerste lid, en artikel 65, § 2, eerste lid, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, wordt ingediend conform de voorwaarden, vermeld in artikel 4, § 1 tot en met § 3.
§ 2. Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor kan worden ingediend bij een nieuw gekozen uitbetalingsactor of bij de actieve uitbetalingsactor.
§ 3. Een verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor dat ingediend is gedurende de verplichte aansluitingsperiode van één jaar, heeft uitwerking één jaar na de dag van aansluiting bij de actieve uitbetalingsactor. Als verschillende verzoeken tot wijziging geregistreerd zijn tijdens het eerste aansluitingsjaar, heeft alleen het laatst ontvangen verzoek uitwerking.
Een verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor dat ingediend is na de verplichte aansluitingsperiode van één jaar, heeft uitwerking de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin het verzoek tot wijziging is ingediend. Als verschillende verzoeken tot wijziging tijdens hetzelfde kwartaal geregistreerd zijn, heeft alleen het laatst ontvangen verzoek uitwerking.
De verplichte aansluitingsperiode van één jaar, vermeld in artikel 64, § 2, tweede lid, en artikel 65, § 2, tweede lid, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, vangt aan vanaf de datum van uitwerking van het laatst ontvangen verzoek, vermeld in het eerste en tweede lid, bij de gekozen uitbetalingsactor.
§ 4. De actieve uitbetalingsactor volgt de geregistreerde verzoeken tot wijzing van uitbetalingsactor op en verstrekt de gekozen uitbetalingsactor de nodige informatie. Die informatie wordt verstrekt op de eerste werkdag van de maand waarin het verzoek tot wijziging uitwerking heeft. De actieve uitbetalingsactor betaalt de gezinsbijslagen verder uit tot op het moment waarop het dossier aan de nieuwe uitbetalingsactor overgedragen wordt.
In het eerste lid wordt verstaan onder werkdag: een dag die geen zaterdag, zondag of feestdag is.
De minister bepaalt welke informatie moet worden afgeleverd aan de gekozen uitbetalingsactor.
§ 5. Als een uitbetalingsactor een verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor ontvangt, brengt hij de begunstigden elektronisch of schriftelijk op de hoogte van de ontvangst van dat verzoek en deelt hij hen mee dat het verzoek elektronisch of schriftelijk herroepen kan worden tot de datum waarop het verzoek tot wijziging uitwerking heeft.
§ 2. Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor kan worden ingediend bij een nieuw gekozen uitbetalingsactor of bij de actieve uitbetalingsactor.
§ 3. Een verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor dat ingediend is gedurende de verplichte aansluitingsperiode van één jaar, heeft uitwerking één jaar na de dag van aansluiting bij de actieve uitbetalingsactor. Als verschillende verzoeken tot wijziging geregistreerd zijn tijdens het eerste aansluitingsjaar, heeft alleen het laatst ontvangen verzoek uitwerking.
Een verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor dat ingediend is na de verplichte aansluitingsperiode van één jaar, heeft uitwerking de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin het verzoek tot wijziging is ingediend. Als verschillende verzoeken tot wijziging tijdens hetzelfde kwartaal geregistreerd zijn, heeft alleen het laatst ontvangen verzoek uitwerking.
De verplichte aansluitingsperiode van één jaar, vermeld in artikel 64, § 2, tweede lid, en artikel 65, § 2, tweede lid, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, vangt aan vanaf de datum van uitwerking van het laatst ontvangen verzoek, vermeld in het eerste en tweede lid, bij de gekozen uitbetalingsactor.
§ 4. De actieve uitbetalingsactor volgt de geregistreerde verzoeken tot wijzing van uitbetalingsactor op en verstrekt de gekozen uitbetalingsactor de nodige informatie. Die informatie wordt verstrekt op de eerste werkdag van de maand waarin het verzoek tot wijziging uitwerking heeft. De actieve uitbetalingsactor betaalt de gezinsbijslagen verder uit tot op het moment waarop het dossier aan de nieuwe uitbetalingsactor overgedragen wordt.
In het eerste lid wordt verstaan onder werkdag: een dag die geen zaterdag, zondag of feestdag is.
De minister bepaalt welke informatie moet worden afgeleverd aan de gekozen uitbetalingsactor.
§ 5. Als een uitbetalingsactor een verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor ontvangt, brengt hij de begunstigden elektronisch of schriftelijk op de hoogte van de ontvangst van dat verzoek en deelt hij hen mee dat het verzoek elektronisch of schriftelijk herroepen kan worden tot de datum waarop het verzoek tot wijziging uitwerking heeft.
Modifications
Art.5. § 1er. La demande de modification d'acteur de paiement ou de compte bancaire visée à l'article 64, § 2, alinéa premier, et à l'article 65, § 2, alinéa premier, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1 est présentée dans les conditions prévues à l'article 4, § 1 à § 3.
§ 2. La demande de modification d'acteur de paiement peut être soumise à un acteur de paiement nouvellement choisi ou à l'acteur de paiement actif.
§ 3. Une demande de modification d'acteur de paiement soumise au cours de la période d'affiliation obligatoire d'un an prend effet un an après le jour de l'affiliation auprès de l'acteur de paiement actif. Si plusieurs demandes de modification ont été enregistrées au cours de la première année d'affiliation, seule la dernière demande reçue prendra effet.
Une demande de modification d'acteur de paiement soumise après la période de d'affiliation obligatoire d'un an prend effet le premier jour du trimestre suivant le trimestre au cours duquel la demande de modification a été soumise. Si plusieurs demandes de modification ont été enregistrées au cours d'un même trimestre, seule la dernière demande reçue prendra effet.
La période d'affiliation obligatoire d'un an, visée à l'article 64, § 2, deuxième alinéa, et à l'article 65, § 2, deuxième alinéa, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, commence à partir de la date de prise d'effet de la dernière demande reçue, telle que visée aux premier et deuxième alinéas, auprès de l'acteur de paiement choisi.
§ 4. L'acteur de paiement actif assure le suivi des demandes de modification d'acteur de paiement enregistrées et fournit à l'acteur de paiement sélectionné les informations nécessaires. Ces informations sont fournies le premier jour ouvrable du mois au cours duquel la demande de modification prend effet. L'acteur de paiement actif continuera de payer les allocations familiales jusqu'à ce que le dossier soit transféré au nouvel acteur de paiement.
A l'alinéa premier, il convient d'entendre par jour ouvrable : tout jour de la semaine, à l'exception du samedi, du dimanche et des jours fériés.
Le ministre décide quelles informations doivent être fournies à l'acteur de paiement choisi.
§ 5. Lorsqu'un acteur de paiement reçoit une demande de modification d'acteur de paiement, il informe les bénéficiaires par voie électronique ou par écrit de la réception de cette demande et les informe que la demande peut être révoquée par voie électronique ou par écrit jusqu'à la date à laquelle la demande de modification prend effet.
§ 2. La demande de modification d'acteur de paiement peut être soumise à un acteur de paiement nouvellement choisi ou à l'acteur de paiement actif.
§ 3. Une demande de modification d'acteur de paiement soumise au cours de la période d'affiliation obligatoire d'un an prend effet un an après le jour de l'affiliation auprès de l'acteur de paiement actif. Si plusieurs demandes de modification ont été enregistrées au cours de la première année d'affiliation, seule la dernière demande reçue prendra effet.
Une demande de modification d'acteur de paiement soumise après la période de d'affiliation obligatoire d'un an prend effet le premier jour du trimestre suivant le trimestre au cours duquel la demande de modification a été soumise. Si plusieurs demandes de modification ont été enregistrées au cours d'un même trimestre, seule la dernière demande reçue prendra effet.
La période d'affiliation obligatoire d'un an, visée à l'article 64, § 2, deuxième alinéa, et à l'article 65, § 2, deuxième alinéa, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, commence à partir de la date de prise d'effet de la dernière demande reçue, telle que visée aux premier et deuxième alinéas, auprès de l'acteur de paiement choisi.
§ 4. L'acteur de paiement actif assure le suivi des demandes de modification d'acteur de paiement enregistrées et fournit à l'acteur de paiement sélectionné les informations nécessaires. Ces informations sont fournies le premier jour ouvrable du mois au cours duquel la demande de modification prend effet. L'acteur de paiement actif continuera de payer les allocations familiales jusqu'à ce que le dossier soit transféré au nouvel acteur de paiement.
A l'alinéa premier, il convient d'entendre par jour ouvrable : tout jour de la semaine, à l'exception du samedi, du dimanche et des jours fériés.
Le ministre décide quelles informations doivent être fournies à l'acteur de paiement choisi.
§ 5. Lorsqu'un acteur de paiement reçoit une demande de modification d'acteur de paiement, il informe les bénéficiaires par voie électronique ou par écrit de la réception de cette demande et les informe que la demande peut être révoquée par voie électronique ou par écrit jusqu'à la date à laquelle la demande de modification prend effet.
Modifications
Onderafdeling 3. - Intrekking toestemming
Sous-section 3. - Retrait du consentement
Art.6. § 1. Een begunstigde die overeenkomstig artikel 65, § 3 van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1 zijn toestemming voor de gekozen uitbetalingsactor of bankrekening intrekt, brengt de actieve uitbetalingsactor daarvan elektronisch of schriftelijk op de hoogte. De uitbetalingsactor brengt de andere begunstigde onmiddellijk van die intrekking op de hoogte.
§ 2. De begunstigden wijzen overeenkomstig artikel 65, § 2, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1 samen een nieuwe uitbetalingsactor of bankrekening aan. Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor heeft uitwerking conform artikel 5, § 3, van dit besluit.
Bij gebrek aan een akkoord kan de jongste begunstigde een andere uitbetalingsactor of bankrekening kiezen overeenkomstig artikel 65, § 5, derde lid, van het voormelde decreet. Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor als gevolg van de intrekking van de toestemming heeft uitwerking conform artikel 5, § 3, van dit besluit.
Als de jongste begunstigde niet reageert op de intrekking van de toestemming voor de gekozen uitbetalingsactor door de oudste begunstigde, blijft de huidige uitbetalingsactor bevoegd. Als de jongste begunstigde niet reageert op de intrekking van de toestemming voor de gekozen bankrekening van de oudste begunstigde, blijft de gekozen bankrekening behouden.
De oudste begunstigde kan de uitbetalingsactor of de bankrekening kiezen als de jongste begunstigde niet in de mogelijkheid is om te reageren op de intrekking van de oudste begunstigde en als de oudste begunstigde het bewijs van die onmogelijkheid kan leveren aan de uitbetalingsactor.
§ 2. De begunstigden wijzen overeenkomstig artikel 65, § 2, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1 samen een nieuwe uitbetalingsactor of bankrekening aan. Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor heeft uitwerking conform artikel 5, § 3, van dit besluit.
Bij gebrek aan een akkoord kan de jongste begunstigde een andere uitbetalingsactor of bankrekening kiezen overeenkomstig artikel 65, § 5, derde lid, van het voormelde decreet. Het verzoek tot wijziging van uitbetalingsactor als gevolg van de intrekking van de toestemming heeft uitwerking conform artikel 5, § 3, van dit besluit.
Als de jongste begunstigde niet reageert op de intrekking van de toestemming voor de gekozen uitbetalingsactor door de oudste begunstigde, blijft de huidige uitbetalingsactor bevoegd. Als de jongste begunstigde niet reageert op de intrekking van de toestemming voor de gekozen bankrekening van de oudste begunstigde, blijft de gekozen bankrekening behouden.
De oudste begunstigde kan de uitbetalingsactor of de bankrekening kiezen als de jongste begunstigde niet in de mogelijkheid is om te reageren op de intrekking van de oudste begunstigde en als de oudste begunstigde het bewijs van die onmogelijkheid kan leveren aan de uitbetalingsactor.
Modifications
Art.6. § 1er. Le bénéficiaire qui retire son consentement à l'acteur de paiement ou au compte bancaire choisi, conformément à l'article 65, § 3, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, en informe l'acteur de paiement actif par voie électronique ou par écrit. L'acteur de paiement informe immédiatement l'autre bénéficiaire de ce retrait.
§ 2. Conformément à l'article 65, § 2, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, les bénéficiaires désignent conjointement un nouvel acteur de paiement ou un nouveau compte bancaire. La demande de modification d'acteur de paiement prend effet conformément à l'article 5, § 3, du présent arrêté.
En l'absence d'accord, le plus jeune bénéficiaire peut choisir un autre acteur de paiement ou compte bancaire conformément à l'article 65, § 5, troisième alinéa, du décret précité. La demande de modification d'acteur de paiement à la suite du retrait du consentement prend effet conformément à l'article 5, § 3, du présent arrêté.
Si le plus jeune bénéficiaire ne réagit pas au retrait, par le bénéficiaire le plus âgé, du consentement pour l'acteur de paiement choisi, l'acteur de paiement actuel reste compétent. Si le plus jeune bénéficiaire ne réagit pas au retrait du consentement pour le compte bancaire choisi du bénéficiaire le plus âgé, le compte bancaire choisi est maintenu.
Le bénéficiaire le plus âgé peut choisir l'acteur de paiement ou le compte bancaire si le bénéficiaire le plus jeune n'est pas en mesure de réagir au retrait du bénéficiaire le plus âgé et si le bénéficiaire le plus âgé peut fournir à l'acteur de paiement la preuve de cette impossibilité.
§ 2. Conformément à l'article 65, § 2, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, les bénéficiaires désignent conjointement un nouvel acteur de paiement ou un nouveau compte bancaire. La demande de modification d'acteur de paiement prend effet conformément à l'article 5, § 3, du présent arrêté.
En l'absence d'accord, le plus jeune bénéficiaire peut choisir un autre acteur de paiement ou compte bancaire conformément à l'article 65, § 5, troisième alinéa, du décret précité. La demande de modification d'acteur de paiement à la suite du retrait du consentement prend effet conformément à l'article 5, § 3, du présent arrêté.
Si le plus jeune bénéficiaire ne réagit pas au retrait, par le bénéficiaire le plus âgé, du consentement pour l'acteur de paiement choisi, l'acteur de paiement actuel reste compétent. Si le plus jeune bénéficiaire ne réagit pas au retrait du consentement pour le compte bancaire choisi du bénéficiaire le plus âgé, le compte bancaire choisi est maintenu.
Le bénéficiaire le plus âgé peut choisir l'acteur de paiement ou le compte bancaire si le bénéficiaire le plus jeune n'est pas en mesure de réagir au retrait du bénéficiaire le plus âgé et si le bénéficiaire le plus âgé peut fournir à l'acteur de paiement la preuve de cette impossibilité.
Modifications
Onderafdeling 4. - Toeleiding
Sous-section 4. - Orientation
Art.7. Als het agentschap, overeenkomstig artikel 64, § 5, en artikel 65, § 5, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1 vaststelt dat er voor kinderen die recht geven op gezinsbijslagen, geen toelagen worden uitbetaald, en het recht automatisch kan worden vastgesteld, kent het agentschap de gezinsbijslagen toe. De gezinsbijslagen worden overgeschreven op een bankrekening die de begunstigden hebben gekozen conform artikel 4, § 1 tot en met § 3, van dit besluit, of, bij gebrek daaraan, per circulaire cheque.
Als er voor de vaststelling van het recht bijkomend onderzoek nodig is, brengt het agentschap de begunstigden onmiddellijk op de hoogte van de basis van het onderzoek van het recht en verzoekt het hen om een bankrekening op te geven.
In de situaties, vermeld in het eerste en het tweede lid, informeert het agentschap de begunstigden onmiddellijk over de mogelijkheid een uitbetalingsactor te kiezen vanaf de opening van het onderzoek. Als de begunstigden binnen drie maanden een uitbetalingsactor kiezen, neemt die uitbetalingsactor het dossier onmiddellijk van het agentschap over. Als de begunstigden geen keuze maken binnen drie maanden, worden ze van rechtswege aangesloten bij het agentschap.
Als er voor de vaststelling van het recht bijkomend onderzoek nodig is, brengt het agentschap de begunstigden onmiddellijk op de hoogte van de basis van het onderzoek van het recht en verzoekt het hen om een bankrekening op te geven.
In de situaties, vermeld in het eerste en het tweede lid, informeert het agentschap de begunstigden onmiddellijk over de mogelijkheid een uitbetalingsactor te kiezen vanaf de opening van het onderzoek. Als de begunstigden binnen drie maanden een uitbetalingsactor kiezen, neemt die uitbetalingsactor het dossier onmiddellijk van het agentschap over. Als de begunstigden geen keuze maken binnen drie maanden, worden ze van rechtswege aangesloten bij het agentschap.
Modifications
Art.7. Si, conformément à l'article 64, § 5, et à l'article 65, § 5, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, l'agence constate qu'aucune allocation n'est payée pour les enfants donnant droit aux allocations familiales et que le droit peut être déterminé automatiquement, elle accorde les allocations familiales. Les allocations familiales sont payées sur un compte bancaire choisi par les bénéficiaires conformément à l'article 4, § 1 à 3, du présent arrêté ou, à défaut, par chèque circulaire.
Si des recherches supplémentaires sont nécessaires pour établir le droit, l'agence informe immédiatement les bénéficiaires du fondement de l'examen du droit et leur demande de renseigner un compte bancaire.
Dans les situations visées aux premier et deuxième alinéas, l'agence informe immédiatement les bénéficiaires de la possibilité de choisir un acteur de paiement dès l'ouverture de l'examen. Si les bénéficiaires choisissent un acteur de paiement dans un délai de trois mois, cet acteur de paiement reprend immédiatement le dossier de l'agence. Si les bénéficiaires ne font aucun choix dans un délai de trois mois, ils sont automatiquement affiliés à l'agence.
Si des recherches supplémentaires sont nécessaires pour établir le droit, l'agence informe immédiatement les bénéficiaires du fondement de l'examen du droit et leur demande de renseigner un compte bancaire.
Dans les situations visées aux premier et deuxième alinéas, l'agence informe immédiatement les bénéficiaires de la possibilité de choisir un acteur de paiement dès l'ouverture de l'examen. Si les bénéficiaires choisissent un acteur de paiement dans un délai de trois mois, cet acteur de paiement reprend immédiatement le dossier de l'agence. Si les bénéficiaires ne font aucun choix dans un délai de trois mois, ils sont automatiquement affiliés à l'agence.
Modifications
Onderafdeling 5. - Plaatsing
Sous-section 5. - Placement
Art.8. De gezinsbijslagen, vermeld in boek 2, deel 1, van [2 het Groeipakketdecreet van 2018]2, verschuldigd voor een rechtgevend kind dat door bemiddeling of ten laste van een openbare overheid in een instelling is geplaatst [3 de zinsnede "als vermeld in artikel 68, § 1, van het Groeipakketdecreet van 2018]3, worden voor twee derde aan die instelling en voor één derde aan de begunstigden betaald.
Als een rechtgevend kind ten laste van het [1 agentschap Opgroeien regie]1 wordt geplaatst, wordt, in afwijking van het eerste lid, twee derde van de gezinsbijslagen aan het Fonds Jongerenwelzijn uitbetaald.
De minister bepaalt de nadere regels voor de toepassing van de verdeelsleutel, vermeld in het eerste lid.
Als een rechtgevend kind ten laste van het [1 agentschap Opgroeien regie]1 wordt geplaatst, wordt, in afwijking van het eerste lid, twee derde van de gezinsbijslagen aan het Fonds Jongerenwelzijn uitbetaald.
De minister bepaalt de nadere regels voor de toepassing van de verdeelsleutel, vermeld in het eerste lid.
Art.8. Deux tiers des allocations familiales visées au livre 2, partie 1ère, du [2 décret relatif au Panier de croissance de 2018]2, dues pour un enfant bénéficiaire placé dans une institution [3 figurant à l'article 68, § 1er, du décret relatif au Panier de croissance de 2018,]3 par médiation ou aux frais d'une autorité publique, sont payés à cette institution et un tiers aux bénéficiaires.
Par dérogation à l'alinéa premier, si un enfant bénéficiaire est placé à la charge de [1 l'agence Grandir régie]1, les deux tiers des allocations familiales sont payés au Fonds Jongerenwelzijn.
Le ministre fixe les modalités relatives à l'application de la clé de répartition visée à l'alinéa premier.
Par dérogation à l'alinéa premier, si un enfant bénéficiaire est placé à la charge de [1 l'agence Grandir régie]1, les deux tiers des allocations familiales sont payés au Fonds Jongerenwelzijn.
Le ministre fixe les modalités relatives à l'application de la clé de répartition visée à l'alinéa premier.
Afdeling 2. - Selectieve participatietoeslagen en andere toelagen
Section 2. - Allocations de participation sélectives et autres allocations
Art.9. De personen die aangewezen zijn als begunstigde om de selectieve participatietoeslag en andere toelagen te ontvangen, kunnen onder dezelfde voorwaarden als de voorwaarden, vermeld in artikel 4, een uitbetalingsactor kiezen en de bankrekening opgeven waarop de toeslagen uitbetaald moeten worden.
Latere wijzigingen van uitbetalingsactor of bankrekening zijn mogelijk onder dezelfde voorwaarden als de voorwaarden, vermeld in artikel 5.
Indien een van de begunstigden zijn of haar toestemming intrekt, is de wijziging van uitbetalingsactor of bankrekening mogelijk onder dezelfde voorwaarden als de voorwaarden, vermeld in artikel 6.
Het mechanisme van de toeleiding, vermeld in artikel 7, is ook van toepassing bij de uitbetaling van de selectieve participatietoeslagen en andere toelagen.
Latere wijzigingen van uitbetalingsactor of bankrekening zijn mogelijk onder dezelfde voorwaarden als de voorwaarden, vermeld in artikel 5.
Indien een van de begunstigden zijn of haar toestemming intrekt, is de wijziging van uitbetalingsactor of bankrekening mogelijk onder dezelfde voorwaarden als de voorwaarden, vermeld in artikel 6.
Het mechanisme van de toeleiding, vermeld in artikel 7, is ook van toepassing bij de uitbetaling van de selectieve participatietoeslagen en andere toelagen.
Art.9. Les personnes désignées comme bénéficiaires pour recevoir l'allocation de participation sélective et d'autres allocations peuvent, dans les mêmes conditions que celles visées à l'article 4, choisir un acteur de paiement et préciser le compte bancaire sur lequel les allocations doivent être payées.
Des modifications ultérieures de l'acteur de paiement ou du compte bancaire peuvent être apportées dans les mêmes conditions que celles visées à l'article 5.
Si l'un des bénéficiaires retire son consentement, la modification d'acteur de paiement ou de compte bancaire est possible dans les mêmes conditions que celles visées à l'article 6.
Le mécanisme d'orientation visé à l'article 7 s'applique également au paiement des allocations de participation sélectives et autres allocations.
Des modifications ultérieures de l'acteur de paiement ou du compte bancaire peuvent être apportées dans les mêmes conditions que celles visées à l'article 5.
Si l'un des bénéficiaires retire son consentement, la modification d'acteur de paiement ou de compte bancaire est possible dans les mêmes conditions que celles visées à l'article 6.
Le mécanisme d'orientation visé à l'article 7 s'applique également au paiement des allocations de participation sélectives et autres allocations.
Art.10. Overeenkomstig artikel 69, § 3, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1 kunnen de leerling, met toepassing van artikel 9 van dit besluit, en de begunstigden die gerechtigd zijn om de selectieve participatietoeslagen en andere toeslagen te ontvangen, de uitbetalingsactor schriftelijk of elektronisch verzoeken om, in hun belang die toeslag geheel of gedeeltelijk uit te betalen aan een openbare instelling die de aanvrager begeleidt ter bescherming van zijn financiële belangen.
Modifications
Art.10. Conformément à l'article 69, § 3, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, l'élève, en application de l'article 9 du présent arrêté, et les bénéficiaires ayant droit à l'allocation de participation sélective et autres allocations, peuvent demander par écrit ou par voie électronique à l'acteur de paiement, dans leur intérêt, de verser tout ou partie de cette allocation à un établissement public encadrant le demandeur afin de protéger leurs intérêts financiers.
Modifications
Afdeling 3. - Gemeenschappelijke bepalingen
Section 3. - Dispositions communes
Art.11. § 1. Het basisbedrag, vermeld in artikel 13, de zorgtoeslagen, vermeld in titel 4 van boek 2, deel 1, en de sociale toeslagen, vermeld in artikel 18 van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, worden uiterlijk op de achtste van iedere maand die volgt op de maand waarop het recht op die toeslagen betrekking heeft, uitbetaald.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid wordt elke betaling in de loop van de maand die volgt op de maand waarop het recht op die toeslagen betrekking heeft, beschouwd als een tijdige betaling.
[2 Het bedrag, vermeld in artikel 18/1, eerste lid, van het Groeipakketdecreet van 2018, wordt uiterlijk op 30 november 2022 uitbetaald.]2
§ 2. De kinderopvangtoeslag en de kleutertoeslag worden uitbetaald op de datum, vermeld in artikel 7, respectievelijk artikel 8 en 9 van het besluit van de Vlaamse Regering houdende de kinderopvangtoeslag en kleutertoeslag van (...).
Met behoud van de toepassing van het eerste lid wordt elke betaling in de loop van de maand die volgt op de maand waarop het recht op die toeslagen betrekking heeft, beschouwd als een tijdige betaling.
[2 Het bedrag, vermeld in artikel 18/1, eerste lid, van het Groeipakketdecreet van 2018, wordt uiterlijk op 30 november 2022 uitbetaald.]2
§ 2. De kinderopvangtoeslag en de kleutertoeslag worden uitbetaald op de datum, vermeld in artikel 7, respectievelijk artikel 8 en 9 van het besluit van de Vlaamse Regering houdende de kinderopvangtoeslag en kleutertoeslag van (...).
Art.11. § 1er. Le montant de base visé à l'article 13, les allocations de soins visées au titre 4 du livre 2, partie 1er, et les allocations sociales visées à l'article 18 du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1 sont payées au plus tard le huitième jour de chaque mois suivant le mois auquel se rapporte le droit à ces allocations.
Sans préjudice de l'application de l'alinéa premier, tout paiement effectué au cours du mois suivant le mois auquel se rapporte le droit à ces allocations est considéré comme un paiement dans les délais.
[2 Le montant, visé à l'article 18/1, alinéa 1er, du décret relatif au Panier de croissance de 2018, est payé au plus tard le 30 novembre 2022. ]2
§ 2. L'allocation de garde d'enfant et l'allocation préscolaire sont versées à la date visée à l'article 7, respectivement à l'article 8 et à l'article 9 de l'arrêté du Gouvernement flamand concernant l'allocation de garde d'enfants et l'allocation préscolaire de (...).
Sans préjudice de l'application de l'alinéa premier, tout paiement effectué au cours du mois suivant le mois auquel se rapporte le droit à ces allocations est considéré comme un paiement dans les délais.
[2 Le montant, visé à l'article 18/1, alinéa 1er, du décret relatif au Panier de croissance de 2018, est payé au plus tard le 30 novembre 2022. ]2
§ 2. L'allocation de garde d'enfant et l'allocation préscolaire sont versées à la date visée à l'article 7, respectivement à l'article 8 et à l'article 9 de l'arrêté du Gouvernement flamand concernant l'allocation de garde d'enfants et l'allocation préscolaire de (...).
Art.12. Met behoud van de toepassing van artikel 87 en 88 van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, worden de toelagen vermeld in artikel 11, § 1,[2 eerste en derde lid ]2, waarvan het recht op de betaaldata, vermeld in artikel 11 van dit besluit, nog in onderzoek is, zodra het recht is vastgesteld, betaald op tussentijdse betaaldata.
De minister stelt de betaalkalender met tussentijdse betaaldata op.
De minister stelt de betaalkalender met tussentijdse betaaldata op.
Art.12. Sans préjudice de l'application des articles 87 et 88 du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, les allocations visées à l'article 11, § 1er, [2 alinéas 1er et 3]2, dont le droit aux dates de paiement visées à l'article 11 du présent arrêté est toujours en cours d'examen, une fois le droit établi, sont payées aux dates de paiement intermédiaires.
Le ministre établit le calendrier des paiements avec les dates de paiement intermédiaires.
Le ministre établit le calendrier des paiements avec les dates de paiement intermédiaires.
Art.13. § 1. Als het voor de begunstigden materieel onmogelijk is om de verschuldigde gezinsbijslagen, vermeld in boek 2, deel 1, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, te ontvangen omdat ze hun identiteit niet kunnen aantonen, kunnen de gezinsbijslagen voor hun rekening betaald worden op de bankrekening van een andere natuurlijke persoon, een vereniging met sociaal oogmerk of een openbare instelling, in afwachting van het kunnen aantonen van deze identiteit.
De minister kan de nadere regels bepalen die gelden als de begunstigden hun gezinsbijslagen willen laten storten op de bankrekening van een andere natuurlijke persoon, van een vereniging met sociaal oogmerk of van een openbare instelling. Hij bepaalt ook de termijn waarin die maatregel uitwerking heeft.
§ 2. Zolang de begunstigden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, niet elektronisch of schriftelijk hebben gevraagd de toelagen in het kader van het gezinsbeleid zelf te ontvangen, betaalt de uitbetalingsactor aan de andere natuurlijke persoon, de vereniging met sociaal oogmerk of de openbare instelling die ze hebben gekozen. Deze betalingen zijn ten bevrijdende titel voor de uitbetalingsactor.
De minister kan de nadere regels bepalen die gelden als de begunstigden hun gezinsbijslagen willen laten storten op de bankrekening van een andere natuurlijke persoon, van een vereniging met sociaal oogmerk of van een openbare instelling. Hij bepaalt ook de termijn waarin die maatregel uitwerking heeft.
§ 2. Zolang de begunstigden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, niet elektronisch of schriftelijk hebben gevraagd de toelagen in het kader van het gezinsbeleid zelf te ontvangen, betaalt de uitbetalingsactor aan de andere natuurlijke persoon, de vereniging met sociaal oogmerk of de openbare instelling die ze hebben gekozen. Deze betalingen zijn ten bevrijdende titel voor de uitbetalingsactor.
Modifications
Art.13. § 1er. S'il est matériellement impossible pour les bénéficiaires de recevoir les allocations familiales dues, telles que visées au livre 2, partie 1ère, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, parce qu'ils ne peuvent prouver leur identité, les allocations familiales peuvent être payées en leur nom sur le compte bancaire d'une autre personne physique, d'une association sociale ou d'une institution publique, dans l'attente de la preuve de cette identité.
Le ministre peut déterminer les modalités qui s'appliquent si les bénéficiaires souhaitent que leurs allocations familiales soient versées sur le compte bancaire d'une autre personne physique, d'une association à finalité sociale ou d'une institution publique. Il précise également le délai dans lequel cette mesure doit produire ses effets.
§ 2. Aussi longtemps que les bénéficiaires visés au paragraphe 1er, alinéa premier, n'ont pas demandé par voie électronique ou par écrit de recevoir eux-mêmes les allocations dans le cadre de la politique familiale, l'acteur de paiement effectuera le paiement à l'autre personne physique, à l'association à finalité sociale ou à l'institution publique qu'ils ont choisie. Ces paiements sont effectués à titre libératoire pour l'acteur de paiement.
Le ministre peut déterminer les modalités qui s'appliquent si les bénéficiaires souhaitent que leurs allocations familiales soient versées sur le compte bancaire d'une autre personne physique, d'une association à finalité sociale ou d'une institution publique. Il précise également le délai dans lequel cette mesure doit produire ses effets.
§ 2. Aussi longtemps que les bénéficiaires visés au paragraphe 1er, alinéa premier, n'ont pas demandé par voie électronique ou par écrit de recevoir eux-mêmes les allocations dans le cadre de la politique familiale, l'acteur de paiement effectuera le paiement à l'autre personne physique, à l'association à finalité sociale ou à l'institution publique qu'ils ont choisie. Ces paiements sont effectués à titre libératoire pour l'acteur de paiement.
Modifications
Art.14. [2 § 1. Als de betaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid om technische of sociale redenen niet mogelijk is per overschrijving, worden de voormelde toelagen met een circulaire cheque betaald.]2
[2 § 1/1.]2 Als er twee begunstigden zijn, bepalen de begunstigden samen aan wie van hen de circulaire cheque, vermeld in artikel 76, tweede lid, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, wordt uitbetaald, overeenkomstig de modaliteiten in artikel 4, § 2 van dit besluit.
De begunstigden kunnen deze keuze gemaakt overeenkomstig het eerste lid, herroepen onder toepassing van de modaliteiten in artikel 6 van dit besluit.
Maken de beide begunstigden niet de keuze uit het eerst lid dan wordt de circulaire cheque uitbetaald aan de jongste onder hen.
§ 2. [1 Met behoud van de toepassing van de bepalingen van boek VII, titel 6/1, hoofdstuk 5, van het Wetboek van economisch recht wordt de eerst uitgegeven cheque die ongeïnd blijft, nadat de juistheid van de gegevens van de begunstigde onderzocht is, één keer heruitgegeven.]1
[1 Zodra een cheque wordt heruitgegeven conform het eerste lid en als de gegevens van de begunstigde ongewijzigd zijn gebleven, wordt de betaling geschorst. De uitbetalingsactor brengt de begunstigde daarvan schriftelijk op de hoogte. De gezinsinspecteur voert een controle uit naar aanleiding van die schorsing.
Als de betaling wordt geschorst conform het tweede lid, wordt na inning van een uitgegeven cheque of op eenvoudig verzoek van een van de begunstigden de uitbetaling van de toelagen hervat conform de keuze die gemaakt is met behoud van de toepassing van paragraaf 1/1.]1
De minister kan de verdere procedure bepalen voor de heruitgave en de schorsing van betaling als de cheque ongeïnd blijft.
[2 § 1/1.]2 Als er twee begunstigden zijn, bepalen de begunstigden samen aan wie van hen de circulaire cheque, vermeld in artikel 76, tweede lid, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, wordt uitbetaald, overeenkomstig de modaliteiten in artikel 4, § 2 van dit besluit.
De begunstigden kunnen deze keuze gemaakt overeenkomstig het eerste lid, herroepen onder toepassing van de modaliteiten in artikel 6 van dit besluit.
Maken de beide begunstigden niet de keuze uit het eerst lid dan wordt de circulaire cheque uitbetaald aan de jongste onder hen.
§ 2. [1 Met behoud van de toepassing van de bepalingen van boek VII, titel 6/1, hoofdstuk 5, van het Wetboek van economisch recht wordt de eerst uitgegeven cheque die ongeïnd blijft, nadat de juistheid van de gegevens van de begunstigde onderzocht is, één keer heruitgegeven.]1
[1 Zodra een cheque wordt heruitgegeven conform het eerste lid en als de gegevens van de begunstigde ongewijzigd zijn gebleven, wordt de betaling geschorst. De uitbetalingsactor brengt de begunstigde daarvan schriftelijk op de hoogte. De gezinsinspecteur voert een controle uit naar aanleiding van die schorsing.
Als de betaling wordt geschorst conform het tweede lid, wordt na inning van een uitgegeven cheque of op eenvoudig verzoek van een van de begunstigden de uitbetaling van de toelagen hervat conform de keuze die gemaakt is met behoud van de toepassing van paragraaf 1/1.]1
De minister kan de verdere procedure bepalen voor de heruitgave en de schorsing van betaling als de cheque ongeïnd blijft.
Art.14. [2 § 1er. Si, pour des raisons techniques ou sociales, le paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale n'est pas possible par virement bancaire, les allocations susmentionnées seront payées par chèque circulaire.]2
[2 § 1er.]2 S'il y a deux bénéficiaires, les bénéficiaires déterminent conjointement à qui le chèque circulaire visé à l'article 76, deuxième alinéa, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1 doit être payé, conformément aux modalités prévues à l'article 4, § 2, du présent arrêté.
Les bénéficiaires peuvent révoquer le choix effectué conformément à l'alinéa premier, en application des modalités prévues à l'article 6 du présent arrêté.
Si les deux bénéficiaires ne font pas le choix visé à l'alinéa premier, le chèque circulaire sera payé au plus jeune d'entre eux.
§ 2. [1 Sans préjudice de l'application des dispositions du Livre VII, titre 6/1, chapitre 5, du Code de droit économique, le premier chèque émis non encaissé, est à nouveau émis après vérification de l'exactitude des données du bénéficiaire.]1
[1 Dès qu'un chèque est réémis conformément à l'alinéa 1er et si les données du bénéficiaire sont restées inchangées, le paiement est suspendu. L'acteur de paiement en informe le bénéficiaire par écrit. L'inspecteur familial procède à un contrôle à la suite de cette suspension.
Si le paiement est suspendu conformément à l'alinéa 2, après encaissement d'un chèque émis ou sur simple demande d'un des bénéficiaires, le paiement des allocations est repris conformément au choix opéré, sans préjudice de l'application du paragraphe 1/1.]1
Le ministre peut déterminer la marche à suivre pour la réémission et la suspension du paiement si le chèque n'est pas encaissé.
[2 § 1er.]2 S'il y a deux bénéficiaires, les bénéficiaires déterminent conjointement à qui le chèque circulaire visé à l'article 76, deuxième alinéa, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1 doit être payé, conformément aux modalités prévues à l'article 4, § 2, du présent arrêté.
Les bénéficiaires peuvent révoquer le choix effectué conformément à l'alinéa premier, en application des modalités prévues à l'article 6 du présent arrêté.
Si les deux bénéficiaires ne font pas le choix visé à l'alinéa premier, le chèque circulaire sera payé au plus jeune d'entre eux.
§ 2. [1 Sans préjudice de l'application des dispositions du Livre VII, titre 6/1, chapitre 5, du Code de droit économique, le premier chèque émis non encaissé, est à nouveau émis après vérification de l'exactitude des données du bénéficiaire.]1
[1 Dès qu'un chèque est réémis conformément à l'alinéa 1er et si les données du bénéficiaire sont restées inchangées, le paiement est suspendu. L'acteur de paiement en informe le bénéficiaire par écrit. L'inspecteur familial procède à un contrôle à la suite de cette suspension.
Si le paiement est suspendu conformément à l'alinéa 2, après encaissement d'un chèque émis ou sur simple demande d'un des bénéficiaires, le paiement des allocations est repris conformément au choix opéré, sans préjudice de l'application du paragraphe 1/1.]1
Le ministre peut déterminer la marche à suivre pour la réémission et la suspension du paiement si le chèque n'est pas encaissé.
Art.15. [1 De begunstigden kunnen hun uitbetalingsactor elektronisch of schriftelijk melden dat ze geheel of gedeeltelijk afstand doen van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid. De begunstigden kunnen die afstand herroepen.
De melding waarin ze afstand doen van de toelagen of de afstand van de toelagen herroepen wordt gedagtekend en, in voorkomend geval elektronisch, ondertekend door de begunstigden die de toelagen in het kader van het gezinsbeleid ontvangen.
De afstand of de herroeping van de afstand heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand waarin de uitbetalingsactor die melding ontvangt en heeft alleen betrekking op de toelagen in het kader van het gezinsbeleid die op dat ogenblik nog niet vervallen zijn.]1
De melding waarin ze afstand doen van de toelagen of de afstand van de toelagen herroepen wordt gedagtekend en, in voorkomend geval elektronisch, ondertekend door de begunstigden die de toelagen in het kader van het gezinsbeleid ontvangen.
De afstand of de herroeping van de afstand heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand waarin de uitbetalingsactor die melding ontvangt en heeft alleen betrekking op de toelagen in het kader van het gezinsbeleid die op dat ogenblik nog niet vervallen zijn.]1
Modifications
Art.15. [1 Les bénéficiaires peuvent informer par voie électronique ou par écrit à leur acteur de paiement qu'ils renoncent, en tout ou en partie, à leur droit aux allocations dans le cadre de la politique familiale. Les bénéficiaires peuvent révoquer cette renonciation.
La notification par laquelle ils renoncent aux allocations ou révoquent la renonciation aux allocations est datée et, le cas échéant, signée par voie électronique, par les bénéficiaires des allocations dans le cadre de la politique familiale.
La renonciation ou la révocation de la renonciation prend effet à compter du premier jour du mois au cours duquel l'acteur de paiement reçoit cette notification et ne concerne que les allocations dans le cadre de la politique familiale non encore échues à cette date.]1
La notification par laquelle ils renoncent aux allocations ou révoquent la renonciation aux allocations est datée et, le cas échéant, signée par voie électronique, par les bénéficiaires des allocations dans le cadre de la politique familiale.
La renonciation ou la révocation de la renonciation prend effet à compter du premier jour du mois au cours duquel l'acteur de paiement reçoit cette notification et ne concerne que les allocations dans le cadre de la politique familiale non encore échues à cette date.]1
Modifications
Art.16. De uitbetalingsactoren worden elektronisch of schriftelijk met een duidelijk leesbare en volledige kopie van de gerechtelijke uitspraak op de hoogte gebracht van de gerechtelijke uitspraken van de bevoegde rechtbanken over de toelagen in het kader van het gezinsbeleid.
De gerechtelijke uitspraken tot aanwijzing van een begunstigde, vermeld in titel 1 van boek 2, deel 4, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, hebben uitwerking de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de uitbetalingsactor de uitspraak ontvangt.
De gerechtelijke uitspraken die betrekking hebben op de voorwaarden van uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, vermeld in titel 2 van boek 2, deel 4, van het voormelde decreet, hebben uitwerking vanaf de datum waarop de uitbetalingsactor de uitspraak ontvangt.
De gerechtelijke uitspraken tot aanwijzing van een begunstigde, vermeld in titel 1 van boek 2, deel 4, van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, hebben uitwerking de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de uitbetalingsactor de uitspraak ontvangt.
De gerechtelijke uitspraken die betrekking hebben op de voorwaarden van uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid, vermeld in titel 2 van boek 2, deel 4, van het voormelde decreet, hebben uitwerking vanaf de datum waarop de uitbetalingsactor de uitspraak ontvangt.
Modifications
Art.16. Les acteurs de paiement sont informés par voie électronique ou par écrit, avec une copie lisible et complète de la décision judiciaire, des décisions judiciaires prises par les tribunaux compétents concernant les allocations dans le cadre de la politique familiale.
Les décisions judiciaires désignant un bénéficiaire, visées au titre 1er du livre 2, partie 4, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, prennent effet le premier jour du mois suivant le mois au cours duquel l'acteur de paiement reçoit la décision.
Les décisions judiciaires relatives aux conditions de paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale, visées au titre 2 du livre 2, partie 4, du décret précité, prennent effet à compter de la date à laquelle l'acteur de paiement reçoit la décision.
Les décisions judiciaires désignant un bénéficiaire, visées au titre 1er du livre 2, partie 4, du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, prennent effet le premier jour du mois suivant le mois au cours duquel l'acteur de paiement reçoit la décision.
Les décisions judiciaires relatives aux conditions de paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale, visées au titre 2 du livre 2, partie 4, du décret précité, prennent effet à compter de la date à laquelle l'acteur de paiement reçoit la décision.
Modifications
Art.17. § 1. De terugbetaling van voorschotten aan het OCMW, vermeld in artikel 78 van [1 het Groeipakketdecreet van 2018]1, betaald aan de begunstigden conform artikel 99 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° de terugbetaling heeft alleen betrekking op de sommen die het OCMW als voorschot heeft uitbetaald op de toelagen in het kader van het gezinsbeleid vóór de kennisgeving door de uitbetalingsactor van de vaststelling van het recht op de toelagen;
2° de periode waarvoor de terugbetaling wordt gevraagd, stemt overeen met de periode waarop de achterstallige betalingen betrekking hebben;
3° de voorschotten zijn al toegekend aan de begunstigden.
§ 2. Om de terugbetaling van de voorschotten te vorderen, bezorgt het OCMW de volgende documenten aan de uitbetalingsactor :
1° de aanvraag van terugbetaling op basis van de wettelijke subrogatie in verband met het dossier van de begunstigden;
2° een overzicht van de betaalde voorschotten, waarbij wordt aangegeven op welke maanden, welke toelagen en kinderen die betrekking hebben, en wie de voorschotten ontvangen heeft.
§ 3. De uitbetalingsactor brengt zowel het OCMW als de begunstigde op de hoogte van de terugbetaling van de voorschotten aan het OCMW.
Als de voorschotten niet kunnen worden terugbetaald aan het OCMW, brengt de uitbetalingsactor het OCMW daarvan onmiddellijk met een gemotiveerde beslissing op de hoogte.
§ 4. De minister kan de nadere voorwaarden bepalen voor de terugbetaling van de voorschotten op de toelagen in het kader van het gezinsbeleid die het OCMW betaald heeft.
1° de terugbetaling heeft alleen betrekking op de sommen die het OCMW als voorschot heeft uitbetaald op de toelagen in het kader van het gezinsbeleid vóór de kennisgeving door de uitbetalingsactor van de vaststelling van het recht op de toelagen;
2° de periode waarvoor de terugbetaling wordt gevraagd, stemt overeen met de periode waarop de achterstallige betalingen betrekking hebben;
3° de voorschotten zijn al toegekend aan de begunstigden.
§ 2. Om de terugbetaling van de voorschotten te vorderen, bezorgt het OCMW de volgende documenten aan de uitbetalingsactor :
1° de aanvraag van terugbetaling op basis van de wettelijke subrogatie in verband met het dossier van de begunstigden;
2° een overzicht van de betaalde voorschotten, waarbij wordt aangegeven op welke maanden, welke toelagen en kinderen die betrekking hebben, en wie de voorschotten ontvangen heeft.
§ 3. De uitbetalingsactor brengt zowel het OCMW als de begunstigde op de hoogte van de terugbetaling van de voorschotten aan het OCMW.
Als de voorschotten niet kunnen worden terugbetaald aan het OCMW, brengt de uitbetalingsactor het OCMW daarvan onmiddellijk met een gemotiveerde beslissing op de hoogte.
§ 4. De minister kan de nadere voorwaarden bepalen voor de terugbetaling van de voorschotten op de toelagen in het kader van het gezinsbeleid die het OCMW betaald heeft.
Modifications
Art.17. § 1er. Le remboursement des avances au CPAS, visé à l'article 78 du [1 décret relatif au Panier de croissance de 2018]1, payées aux bénéficiaires conformément à l'article 99 de la loi organique du 8 juillet 1976 sur les centres publics de protection sociale, doit remplir les conditions suivantes :
1° le remboursement ne porte que sur les sommes versées à titre d'avance par le CPAS sur les allocations dans le cadre de la politique familiale avant que l'acteur de paiement ne lui notifie la détermination du droit aux allocations ;
2° la période pour laquelle le remboursement est demandé correspond à la période à laquelle se rapportent les arriérés;
3° les avances ont déjà été accordées aux bénéficiaires.
§ 2. Afin de réclamer le remboursement des avances, le CPAS fournit les documents suivants à l'acteur de paiement :
1° la demande de remboursement sur la base de la subrogation légale relative au dossier des bénéficiaires;
2° une vue d'ensemble des avances versées, indiquant à quels mois, à quelles allocations et à quels enfants elles se rapportent et qui a reçu les avances.
§ 3. L'acteur de paiement informe le CPAS et le bénéficiaire du remboursement des avances au CPAS.
Si les avances ne peuvent être remboursées au CPAS, l'acteur de paiement en informe immédiatement le CPAS par une décision motivée.
§ 4. Le ministre peut fixer les conditions détaillées de remboursement des avances payées par le CPAS sur les allocations dans le cadre de la politique familiale.
1° le remboursement ne porte que sur les sommes versées à titre d'avance par le CPAS sur les allocations dans le cadre de la politique familiale avant que l'acteur de paiement ne lui notifie la détermination du droit aux allocations ;
2° la période pour laquelle le remboursement est demandé correspond à la période à laquelle se rapportent les arriérés;
3° les avances ont déjà été accordées aux bénéficiaires.
§ 2. Afin de réclamer le remboursement des avances, le CPAS fournit les documents suivants à l'acteur de paiement :
1° la demande de remboursement sur la base de la subrogation légale relative au dossier des bénéficiaires;
2° une vue d'ensemble des avances versées, indiquant à quels mois, à quelles allocations et à quels enfants elles se rapportent et qui a reçu les avances.
§ 3. L'acteur de paiement informe le CPAS et le bénéficiaire du remboursement des avances au CPAS.
Si les avances ne peuvent être remboursées au CPAS, l'acteur de paiement en informe immédiatement le CPAS par une décision motivée.
§ 4. Le ministre peut fixer les conditions détaillées de remboursement des avances payées par le CPAS sur les allocations dans le cadre de la politique familiale.
Modifications
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
CHAPITRE 4. - Dispositions finales
Art.18. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019.
Art.18. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2019.
Art. 19. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 19. Le ministre flamand qui a l'assistance aux personnes dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.