Artikel 1. Aan hoofdstuk 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren wordt een afdeling 4 toegevoegd, die luidt als volgt:
"Afdeling 4. Impact van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
25 MEI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren en het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, wat betreft de afstemming op de vrijwillige samenvoeging van gemeenten
Titre
25 MAI 2018. - Arrêté du Gouvernement flamand portant modification de l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 juillet 2012 fixant les conditions d'agrément et de subvention des offices de location sociale et de l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 juillet 2016 portant subvention de projets intercommunaux d'aide à la politique locale du logement, en ce qui concerne l'alignement sur la fusion volontaire de communes
Informations sur le document
Numac: 2018012748
Datum: 2018-05-25
Info du document
Numac: 2018012748
Date: 2018-05-25
Table des matières
Tekst (8)
Texte (8)
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2012 houdende bepaling van de erkennings- en subsidievoorwaarden van sociale verhuurkantoren
CHAPITRE 1er. - Modifications de l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 juillet 2012 fixant les conditions d'agrément et de subvention des offices de location sociale
Article 1er. Le chapitre 4 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 juillet 2012 fixant les conditions d'agrément et de subvention des offices de location sociale, est complété par une section 4, rédigée comme suit :
" Section 4. Impact d'une fusion volontaire de communes ".
" Section 4. Impact d'une fusion volontaire de communes ".
Art.2. In hoofdstuk 4 van hetzelfde besluit wordt aan afdeling 4, toegevoegd bij artikel 1, een artikel 7/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 7/1. Als twee of meer sociale verhuurkantoren als gevolg van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten als vermeld in het decreet Vrijwillige Samenvoeging van Gemeenten van 24 juni 2016, niet meer voldoen aan de voorwaarde, vermeld in artikel 56, § 4, 3°, van de Vlaamse Wooncode, moeten die sociale verhuurkantoren uiterlijk op 31 december van het tweede jaar dat volgt op de samenvoegingsdatum, voldoen aan die voorwaarde. Aan de voorwaarde is voldaan als in een schriftelijke overeenkomst tussen de sociale verhuurkantoren in kwestie het huren van bijkomende woningen in de nieuwe gemeente uitdrukkelijk wordt overgedragen aan een van de sociale verhuurkantoren in kwestie en die overdracht leidt tot werkingsgebieden zonder samenvallende inhuurnames.
In het eerste lid wordt verstaan onder
1° nieuwe gemeente: de nieuwe gemeente, vermeld in artikel 5, 5°, van het voormelde decreet;
2° samenvoegingsdatum: de samenvoegingsdatum, vermeld in artikel 5, 2°, van het decreet Vrijwillige Samenvoeging van Gemeenten van 24 juni 2016.
Als de sociale verhuurkantoren in kwestie niet tot overeenstemming komen, beslist de minister, nadat de betrokken actoren zijn gehoord, op basis van het aantal woningen, de huurtermijn en het advies van het lokaal woonoverleg, over de overdracht van beoogde inhuurnames met het oog op een afgestemd werkingsgebied.".
"Art. 7/1. Als twee of meer sociale verhuurkantoren als gevolg van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten als vermeld in het decreet Vrijwillige Samenvoeging van Gemeenten van 24 juni 2016, niet meer voldoen aan de voorwaarde, vermeld in artikel 56, § 4, 3°, van de Vlaamse Wooncode, moeten die sociale verhuurkantoren uiterlijk op 31 december van het tweede jaar dat volgt op de samenvoegingsdatum, voldoen aan die voorwaarde. Aan de voorwaarde is voldaan als in een schriftelijke overeenkomst tussen de sociale verhuurkantoren in kwestie het huren van bijkomende woningen in de nieuwe gemeente uitdrukkelijk wordt overgedragen aan een van de sociale verhuurkantoren in kwestie en die overdracht leidt tot werkingsgebieden zonder samenvallende inhuurnames.
In het eerste lid wordt verstaan onder
1° nieuwe gemeente: de nieuwe gemeente, vermeld in artikel 5, 5°, van het voormelde decreet;
2° samenvoegingsdatum: de samenvoegingsdatum, vermeld in artikel 5, 2°, van het decreet Vrijwillige Samenvoeging van Gemeenten van 24 juni 2016.
Als de sociale verhuurkantoren in kwestie niet tot overeenstemming komen, beslist de minister, nadat de betrokken actoren zijn gehoord, op basis van het aantal woningen, de huurtermijn en het advies van het lokaal woonoverleg, over de overdracht van beoogde inhuurnames met het oog op een afgestemd werkingsgebied.".
Art.2. Dans le chapitre 4 du même arrêté, la section 4, insérée par l'article 1er, est complétée par un article 7/1, rédigé comme suit :
" Art. 7/1. Si, suite à une fusion volontaire de communes telle que visée au décret Fusion volontaire de Communes du 24 juin 2016, deux ou plusieurs offices de location sociale ne répondent plus à la condition visée à l'article 56, § 4, 3°, du Code flamand du Logement, ces offices de location sociale doivent répondre à cette condition au plus tard le 31 décembre de la deuxième année suivant la date de la fusion. La condition est remplie si la location d'habitations supplémentaires dans la nouvelle commune est expressément transférée par le biais d'un accord écrit entre les offices de location sociale concernés, à l'un des offices de location sociale concernés et si ce transfert mène à des zones d'action sans prises en location coïncidentes.
Dans l'alinéa 1er, on entend par :
1° nouvelle commune : la nouvelle commune, visée à l'article 5, 5°, du décret précité ;
2° date de la fusion : la date de la fusion, visée à l'article 5, 2°, du décret Fusion volontaire de Communes du 24 juin 2016.
Si les offices de location sociale concernés ne parviennent pas à un accord, il revient au Ministre de décider, après avoir entendu les acteurs concernés et sur la base du nombre d'habitations, de la période de location et de l'avis de la concertation locale sur le logement, du transfert des prises en location visées, en vue de créer une zone d'action coordonnée. ".
" Art. 7/1. Si, suite à une fusion volontaire de communes telle que visée au décret Fusion volontaire de Communes du 24 juin 2016, deux ou plusieurs offices de location sociale ne répondent plus à la condition visée à l'article 56, § 4, 3°, du Code flamand du Logement, ces offices de location sociale doivent répondre à cette condition au plus tard le 31 décembre de la deuxième année suivant la date de la fusion. La condition est remplie si la location d'habitations supplémentaires dans la nouvelle commune est expressément transférée par le biais d'un accord écrit entre les offices de location sociale concernés, à l'un des offices de location sociale concernés et si ce transfert mène à des zones d'action sans prises en location coïncidentes.
Dans l'alinéa 1er, on entend par :
1° nouvelle commune : la nouvelle commune, visée à l'article 5, 5°, du décret précité ;
2° date de la fusion : la date de la fusion, visée à l'article 5, 2°, du décret Fusion volontaire de Communes du 24 juin 2016.
Si les offices de location sociale concernés ne parviennent pas à un accord, il revient au Ministre de décider, après avoir entendu les acteurs concernés et sur la base du nombre d'habitations, de la période de location et de l'avis de la concertation locale sur le logement, du transfert des prises en location visées, en vue de créer une zone d'action coordonnée. ".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid
CHAPITRE 2. - Modifications de l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 juillet 2016 portant subvention de projets intercommunaux d'aide à la politique locale du logement
Art.3. In het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2016 houdende subsidiëring van intergemeentelijke projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017, wordt een hoofdstuk 4/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk 4/1. Impact van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten".
"Hoofdstuk 4/1. Impact van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten".
Art.3. Dans l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 juillet 2016 portant subvention de projets intercommunaux d'aide à la politique locale du logement, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 février 2017, il est inséré un chapitre 4/1, rédigé comme suit :
" Chapitre 4/1. Impact d'une fusion volontaire de communes ".
" Chapitre 4/1. Impact d'une fusion volontaire de communes ".
Art.4. Aan hoofdstuk 4/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 3, wordt een artikel 21/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 21/1. § 1. Dit artikel is van toepassing in geval van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten als vermeld in het decreet Vrijwillige Samenvoeging van Gemeenten van 24 juni 2016.
In dit artikel wordt verstaan onder:
1° nieuwe gemeente: de nieuwe gemeente, vermeld in artikel 5, 5°, van het voormelde decreet;
2° samengevoegde gemeenten: de samengevoegde gemeenten, vermeld in artikel 5, 4°, van het voormelde decreet;
3° samenvoegingsdatum: de samenvoegingsdatum, vermeld in artikel 5, 2°, van het voormelde decreet.
§ 2. Als een of meer samengevoegde gemeenten deelnemen aan een bepaald project waaraan een subsidie wordt verleend met toepassing van dit besluit, zonder dat een of meer andere van die gemeenten deelnemen aan een ander dergelijk project, neemt de nieuwe gemeente vanaf de samenvoegingsdatum deel aan dat project op voorwaarde dat de andere deelnemende gemeenten van het project akkoord gaan met de toetreding van de nieuwe gemeente.
In afwijking van het eerste lid kunnen de samengevoegde gemeenten uiterlijk twee maanden voor de samenvoegingsdatum samen beslissen om uit het project, vermeld in het eerste lid, te treden als minstens een van de samengevoegde gemeenten voor de samenvoegingsdatum niet deelneemt aan het voormelde project en op voorwaarde dat de andere deelnemende gemeenten van het project akkoord gaan met de toetreding van de nieuwe gemeente. Als de samengevoegde gemeenten niet tot overeenstemming komen, beslist de minister, nadat de betrokken actoren zijn gehoord, over de deelname van de nieuwe gemeente aan het voormelde project.
Als twee of meer samengevoegde gemeenten deelnemen aan verschillende projecten waaraan een subsidie wordt verleend met toepassing van dit besluit, beslissen de samengevoegde gemeenten uiterlijk twee maanden voor de samenvoegingsdatum samen uit welk project ze treden en tot welk project ze toetreden. De nieuwe gemeente neemt vanaf de samenvoegingsdatum deel aan het project waartoe de samengevoegde gemeenten hebben beslist toe te treden op voorwaarde dat de andere deelnemende gemeenten van het project akkoord gaan met de toetreding van de nieuwe gemeente.
In afwijking van het derde lid kunnen de samengevoegde gemeenten uiterlijk twee maanden voor de samenvoegingsdatum samen beslissen om uit de verschillende projecten, vermeld in het derde lid, te treden op voorwaarde dat de andere deelnemende gemeenten van het project akkoord gaan met de toetreding van de nieuwe gemeente. Als de samengevoegde gemeenten niet tot overeenstemming komen, worden zij geacht samen te hebben beslist om uit de verschillende projecten te treden.
§ 3. Als voor de samenvoegingsdatum een subsidieaanvraag wordt ingediend voor een project met een subsidiëringsperiode die ingaat op of na de samenvoegingsdatum, wordt het subsidiebedrag berekend conform artikel 11 op basis van het aantal deelnemende gemeenten binnen het werkingsgebied op het ogenblik van de startdatum van de subsidiëringsperiode en het aantal private huishoudens volgens de meest recente cijfers van de FOD Economie - Algemene Directie Statistiek.
§ 4. Als een project waaraan een subsidie wordt verleend met toepassing van dit besluit, als gevolg van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten niet meer voldoet aan de voorwaarde van een werkingsgebied met minstens twee gemeenten, vermeld in artikel 2, eerste lid, wordt de subsidiëringsperiode automatisch stopgezet op de dag voor de samenvoegingsdatum.".
"Art. 21/1. § 1. Dit artikel is van toepassing in geval van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten als vermeld in het decreet Vrijwillige Samenvoeging van Gemeenten van 24 juni 2016.
In dit artikel wordt verstaan onder:
1° nieuwe gemeente: de nieuwe gemeente, vermeld in artikel 5, 5°, van het voormelde decreet;
2° samengevoegde gemeenten: de samengevoegde gemeenten, vermeld in artikel 5, 4°, van het voormelde decreet;
3° samenvoegingsdatum: de samenvoegingsdatum, vermeld in artikel 5, 2°, van het voormelde decreet.
§ 2. Als een of meer samengevoegde gemeenten deelnemen aan een bepaald project waaraan een subsidie wordt verleend met toepassing van dit besluit, zonder dat een of meer andere van die gemeenten deelnemen aan een ander dergelijk project, neemt de nieuwe gemeente vanaf de samenvoegingsdatum deel aan dat project op voorwaarde dat de andere deelnemende gemeenten van het project akkoord gaan met de toetreding van de nieuwe gemeente.
In afwijking van het eerste lid kunnen de samengevoegde gemeenten uiterlijk twee maanden voor de samenvoegingsdatum samen beslissen om uit het project, vermeld in het eerste lid, te treden als minstens een van de samengevoegde gemeenten voor de samenvoegingsdatum niet deelneemt aan het voormelde project en op voorwaarde dat de andere deelnemende gemeenten van het project akkoord gaan met de toetreding van de nieuwe gemeente. Als de samengevoegde gemeenten niet tot overeenstemming komen, beslist de minister, nadat de betrokken actoren zijn gehoord, over de deelname van de nieuwe gemeente aan het voormelde project.
Als twee of meer samengevoegde gemeenten deelnemen aan verschillende projecten waaraan een subsidie wordt verleend met toepassing van dit besluit, beslissen de samengevoegde gemeenten uiterlijk twee maanden voor de samenvoegingsdatum samen uit welk project ze treden en tot welk project ze toetreden. De nieuwe gemeente neemt vanaf de samenvoegingsdatum deel aan het project waartoe de samengevoegde gemeenten hebben beslist toe te treden op voorwaarde dat de andere deelnemende gemeenten van het project akkoord gaan met de toetreding van de nieuwe gemeente.
In afwijking van het derde lid kunnen de samengevoegde gemeenten uiterlijk twee maanden voor de samenvoegingsdatum samen beslissen om uit de verschillende projecten, vermeld in het derde lid, te treden op voorwaarde dat de andere deelnemende gemeenten van het project akkoord gaan met de toetreding van de nieuwe gemeente. Als de samengevoegde gemeenten niet tot overeenstemming komen, worden zij geacht samen te hebben beslist om uit de verschillende projecten te treden.
§ 3. Als voor de samenvoegingsdatum een subsidieaanvraag wordt ingediend voor een project met een subsidiëringsperiode die ingaat op of na de samenvoegingsdatum, wordt het subsidiebedrag berekend conform artikel 11 op basis van het aantal deelnemende gemeenten binnen het werkingsgebied op het ogenblik van de startdatum van de subsidiëringsperiode en het aantal private huishoudens volgens de meest recente cijfers van de FOD Economie - Algemene Directie Statistiek.
§ 4. Als een project waaraan een subsidie wordt verleend met toepassing van dit besluit, als gevolg van een vrijwillige samenvoeging van gemeenten niet meer voldoet aan de voorwaarde van een werkingsgebied met minstens twee gemeenten, vermeld in artikel 2, eerste lid, wordt de subsidiëringsperiode automatisch stopgezet op de dag voor de samenvoegingsdatum.".
Art.4. Le chapitre 4/1 du même arrêté, inséré par l'article 3, est complété par un article 21/1, rédigé comme suit :
" Art. 21/1. § 1er. Le présent article s'applique en cas d'une fusion volontaire de communes telle que visée au décret Fusion volontaire de Communes du 24 juin 2016.
Dans le présent article, on entend par :
1° nouvelle commune : la nouvelle commune, visée à l'article 5, 5°, du décret précité ;
2° communes fusionnées : les communes fusionnées, visées à l'article 5, 4°, du décret précité ;
3° date de la fusion : la date de la fusion, visée à l'article 5, 2°, du décret précité.
§ 2. Si une ou plusieurs communes fusionnées participent à un projet déterminé auquel une subvention est accordée en application du présent arrêté, sans qu'une ou plusieurs autres de ces communes participent à un autre projet pareil, la nouvelle commune participe à ce projet à partir de la date de la fusion, à condition que les autres communes participantes du projet soient d'accord avec l'adhésion de la nouvelle commune.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les communes fusionnées peuvent décider conjointement, au plus tard deux mois avant la date de la fusion, de se retirer du projet visé à l'alinéa 1er, si au moins une des communes fusionnées ne participe pas au projet avant la date de la fusion, et à condition que les autres communes participantes du projet soient d'accord avec l'adhésion de la nouvelle commune. Si les communes fusionnées ne parviennent pas à un accord, le Ministre décide, après avoir entendu les acteurs concernés, de la participation de la nouvelle commune au projet précité.
Si une ou plusieurs communes fusionnées participent à plusieurs projets auxquels une subvention est accordée en application du présent arrêté, les communes fusionnées décident conjointement, au plus tard deux mois avant la date de la fusion, du projet dont elles se retirent et du projet auquel elles adhèrent. A partir de la date de la fusion, la nouvelle commune participe au projet auquel les communes fusionnées ont décidé d'adhérer, à condition que les autres communes participantes du projet soient d'accord avec l'adhésion de la nouvelle commune.
Par dérogation à l'alinéa 3, les communes fusionnées peuvent décider conjointement, au plus tard deux mois avant la date de la fusion, de se retirer des différents projets visés à l'alinéa 3, à condition que les autres communes participantes du projet soient d'accord avec l'adhésion de la nouvelle commune. Si les communes fusionnées ne parviennent pas à un accord, elles sont censées avoir décidé conjointement de se retirer des différents projets.
§ 3. Si, avant la date de la fusion, une demande de subvention est introduite pour un projet ayant une période de subventionnement qui commence à ou après la date de la fusion, le montant de subvention est calculé conformément à l'article 11 sur la base du nombre de communes participantes au sein de la zone d'action au moment de la date de début de la période de subventionnement et le nombre de ménages privés selon les chiffres les plus récentes du SPF Economie - Direction générale Statistique.
§ 4. Si un projet auquel une subvention est accordée en application du présent arrêté ne répond plus à la condition d'une zone d'action d'au moins deux communes, visée à l'article 2, alinéa 1er, suite à une fusion volontaire de communes, la période de subventionnement est arrêtée automatiquement le jour précédant la date de la fusion. ".
" Art. 21/1. § 1er. Le présent article s'applique en cas d'une fusion volontaire de communes telle que visée au décret Fusion volontaire de Communes du 24 juin 2016.
Dans le présent article, on entend par :
1° nouvelle commune : la nouvelle commune, visée à l'article 5, 5°, du décret précité ;
2° communes fusionnées : les communes fusionnées, visées à l'article 5, 4°, du décret précité ;
3° date de la fusion : la date de la fusion, visée à l'article 5, 2°, du décret précité.
§ 2. Si une ou plusieurs communes fusionnées participent à un projet déterminé auquel une subvention est accordée en application du présent arrêté, sans qu'une ou plusieurs autres de ces communes participent à un autre projet pareil, la nouvelle commune participe à ce projet à partir de la date de la fusion, à condition que les autres communes participantes du projet soient d'accord avec l'adhésion de la nouvelle commune.
Par dérogation à l'alinéa 1er, les communes fusionnées peuvent décider conjointement, au plus tard deux mois avant la date de la fusion, de se retirer du projet visé à l'alinéa 1er, si au moins une des communes fusionnées ne participe pas au projet avant la date de la fusion, et à condition que les autres communes participantes du projet soient d'accord avec l'adhésion de la nouvelle commune. Si les communes fusionnées ne parviennent pas à un accord, le Ministre décide, après avoir entendu les acteurs concernés, de la participation de la nouvelle commune au projet précité.
Si une ou plusieurs communes fusionnées participent à plusieurs projets auxquels une subvention est accordée en application du présent arrêté, les communes fusionnées décident conjointement, au plus tard deux mois avant la date de la fusion, du projet dont elles se retirent et du projet auquel elles adhèrent. A partir de la date de la fusion, la nouvelle commune participe au projet auquel les communes fusionnées ont décidé d'adhérer, à condition que les autres communes participantes du projet soient d'accord avec l'adhésion de la nouvelle commune.
Par dérogation à l'alinéa 3, les communes fusionnées peuvent décider conjointement, au plus tard deux mois avant la date de la fusion, de se retirer des différents projets visés à l'alinéa 3, à condition que les autres communes participantes du projet soient d'accord avec l'adhésion de la nouvelle commune. Si les communes fusionnées ne parviennent pas à un accord, elles sont censées avoir décidé conjointement de se retirer des différents projets.
§ 3. Si, avant la date de la fusion, une demande de subvention est introduite pour un projet ayant une période de subventionnement qui commence à ou après la date de la fusion, le montant de subvention est calculé conformément à l'article 11 sur la base du nombre de communes participantes au sein de la zone d'action au moment de la date de début de la période de subventionnement et le nombre de ménages privés selon les chiffres les plus récentes du SPF Economie - Direction générale Statistique.
§ 4. Si un projet auquel une subvention est accordée en application du présent arrêté ne répond plus à la condition d'une zone d'action d'au moins deux communes, visée à l'article 2, alinéa 1er, suite à une fusion volontaire de communes, la période de subventionnement est arrêtée automatiquement le jour précédant la date de la fusion. ".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
CHAPITRE 3. - Disposition finale
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 5. Le ministre flamand ayant le logement dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.