Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
15 APRIL 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2009/65/EG en het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen
Titre
15 AVRIL 2018. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 12 novembre 2012 relatif aux sociétés de gestion d'organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE et l'arrêté royal du 25 février 2017 relatif à certains organismes de placement collectif alternatifs publics et à leurs sociétés de gestion, et portant des dispositions diverses
Informations sur le document
Info du document
Tekst (4)
Texte (4)
Artikel 1. In artikel 10 van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 2009/65/EG, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Wanneer een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging op basis van het eerste lid is vrijgesteld van de verplichting om over een auditcomité te beschikken, worden de in paragraaf 5 bedoelde opdrachten van de erkende commissaris, uitgeoefend ten opzichte van het wettelijk bestuursorgaan.";
  2° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt :
  " § 4. Onverminderd de wettelijke opdrachten van het wettelijk bestuursorgaan, heeft het auditcomité minstens de taken bedoeld in artikel 526bis, § 4, van het Wetboek van Vennootschappen.
  De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten kan, bij reglement vastgesteld overeenkomstig artikel 64 van de wet van 2 augustus 2002, de in deze paragraaf bedoelde elementen op technische punten preciseren en aanvullen.
  Het auditcomité brengt bij het wettelijk bestuursorgaan regelmatig verslag uit over de uitoefening van zijn taken, en ten minste wanneer het wettelijk bestuursorgaan de jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening en de in artikel 235 van de wet bedoelde periodieke staten opstelt die de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging respectievelijk aan het einde van het boekjaar en aan het einde van het eerste halfjaar overmaakt.";
  3° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt :
  " § 5. De erkende commissaris is belast met de opdrachten bedoeld in artikel 526bis, § 6, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen.".
Article 1er. A l'article 10 de l'arrêté royal du 12 novembre 2012 relatif aux sociétés de gestion d'organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le paragraphe 3 est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  " Lorsqu'une société de gestion d'organismes de placement collectif est dispensée, en vertu de l'alinéa 1er, de l'obligation d'avoir un comité d'audit, les missions du commissaire agréé visées au paragraphe 5 sont exécutées vis-à-vis de l'organe légal d'administration. ";
  2° le paragraphe 4 est remplacé par ce qui suit :
  " § 4. Sans préjudice des missions légales de l'organe légal d'administration, le comité d'audit est au moins chargé des missions visées à l'article 526bis, § 4, du Code des sociétés.
  L'Autorité des services et marchés financiers peut, par voie de règlement pris conformément à l'article 64 de la loi du 2 août 2002, préciser et compléter sur des points d'ordre technique les éléments visés au présent paragraphe.
  Le comité d'audit fait régulièrement rapport à l'organe légal d'administration sur l'exercice de ses missions, au moins lors de l'établissement par celui-ci des comptes annuels et consolidés et des états périodiques visés à l'article 235 de la loi, respectivement transmis par la société de gestion d'organismes de placement collectifs à la fin de l'exercice social et à la fin du premier semestre social. ";
  3° le paragraphe 5 est remplacé par ce qui suit :
  " § 5. Le commissaire agréé est chargé des missions visées à l'article 526bis, § 6, alinéas 1er et 2, du Code des sociétés. ".
Art.2. In artikel 167 van het koninklijk besluit van 25 februari 2017 met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "Wanneer een beheervennootschap van alternatieve instellingen voor collectieve belegging op basis van het eerste lid is vrijgesteld van de verplichting om over een auditcomité te beschikken, worden de in paragraaf 5 bedoelde opdrachten van de erkende commissaris, uitgeoefend ten opzichte van het wettelijk bestuursorgaan.";
  2° paragraaf 4 wordt vervangen als volgt :
  " § 4. Onverminderd de wettelijke opdrachten van het wettelijk bestuursorgaan, heeft het auditcomité minstens de taken bedoeld in artikel 526bis, § 4, van het Wetboek van Vennootschappen.
  De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten kan, bij reglement vastgesteld overeenkomstig artikel 64 van de wet van 2 augustus 2002, de in deze paragraaf bedoelde elementen op technische punten preciseren en aanvullen.
  Het auditcomité brengt bij het wettelijk bestuursorgaan regelmatig verslag uit over de uitoefening van zijn taken, en ten minste wanneer het wettelijk bestuursorgaan de jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening en de in artikel 67/1 van de wet bedoelde periodieke staten opstelt die de beheervennootschap van alternatieve instellingen voor collectieve belegging respectievelijk aan het einde van het boekjaar en aan het einde van het eerste halfjaar overmaakt.";
  3° paragraaf 5 wordt vervangen als volgt :
  " § 5. De erkende commissaris is belast met de opdrachten bedoeld in artikel 526bis, § 6, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen.".
Art.2. A l'article 167 de l'arrêté royal du 25 février 2017 relatif à certains organismes de placement collectif alternatifs publics et à leurs sociétés de gestion, et portant des dispositions diverses, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le paragraphe 3 est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  " Lorsqu'une société de gestion d'organismes de placement collectif alternatif est dispensée, en vertu de l'alinéa 1er, de l'obligation d'avoir un comité d'audit, les missions du commissaire agréé visées au paragraphe 5 sont exécutées vis-à-vis de l'organe légal d'administration. ";
  2° le paragraphe 4 est remplacé par ce qui suit :
  " § 4. Sans préjudice des missions légales de l'organe légal d'administration, le comité d'audit est au moins chargé des missions visées à l'article 526bis, § 4, du Code des sociétés.
  L'Autorité des services et marchés financiers peut, par voie de règlement pris conformément à l'article 64 de la loi du 2 août 2002, préciser et compléter sur des points d'ordre technique les éléments visés au présent paragraphe.
  Le comité d'audit fait régulièrement rapport à l'organe légal d'administration sur l'exercice de ses missions, au moins lors de l'établissement par celui-ci des comptes annuels et consolidés et des états périodiques visés à l'article 67/1 de la loi, respectivement transmis par la société de gestion d'organismes de placement collectifs alternatifs à la fin de l'exercice social et à la fin du premier semestre social. ";
  3° le paragraphe 5 est remplacé par ce qui suit :
  " § 5. Le commissaire agréé est chargé des missions visées à l'article 526bis, § 6, alinéas 1er et 2, du Code des sociétés. ".
Art.3. De bepalingen van dit besluit zijn voor het eerst van toepassing op de boekjaren die aanvangen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art.3. Les dispositions du présent arrêté sont pour la première fois d'application lors des exercices sociaux débutant après la publication du présent arrêté au Moniteur belge.
Art. 4. De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 4. Le ministre qui a l'Economie dans ses attributions et le ministre qui a les Finances dans ses attributions sont, chacun en ce qui le concerne, chargés de l'exécution du présent arrêté.