Comparaison NL / FR

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Departement Cultuur, Jeugd en Media.

Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° het departement: het Departement Cultuur, Jeugd en Media;
  2° het KMSKA: het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen;
  3° secretaris-generaal: de secretaris-generaal van het Departement Cultuur, Jeugd en Media;
  4° algemeen directeur: de algemeen directeur van het Departement Cultuur, Jeugd en Media;
  5° hoofddirecteur-hoofdconservator: de hoofddirecteur-hoofdconservator van het KMSKA;
  6° afdelingshoofd: het personeelslid dat belast is met de leiding van een afdeling van het Departement Cultuur, Jeugd en Media;
  7° andere leidinggevenden: de hierna vermelde andere leidinggevende personeelsleden:
  a) het personeelslid belast met leiding van de stafdienst Internationaal;
  b) het personeelslid belast met leiding van de buitendienst Kasteel van Gaasbeek;
  c) het personeelslid belast met de leiding van de buitendienst Landcommanderij Alden Biesen.
  8° hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media: het personeelslid belast met de leiding van het secretariaat van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media.

Art.3. § 1. De bij dit besluit aan de algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van de relevante verordeningen, wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, instructies, richtlijnen en beslissingen.
  § 2. De bij dit besluit aan de algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media gedelegeerde beslissingsbevoegdheden kunnen alleen uitgeoefend worden binnen de perken van de taakstelling van de afdeling of dienst in kwestie en van de kredieten en middelen die onder het beheer van de afdeling of dienst in kwestie ressorteren.

Art.4. Als in dit besluit de beslissingsbevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:
  1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de vermelde aangelegenheden;
  2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of die er inherent deel van uitmaken;
  3° het sluiten van overeenkomsten.

Art.5. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.

Art.6. De algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media hebben delegatie om:
  1° de dagelijkse briefwisseling die verband houdt met hun opdracht, te ondertekenen, met behoud van de toepassing van de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven aan het Rekenhof over de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen, en exclusief de nota's en de brieven aan de provinciegouverneurs, aan de Inspectie van Financiën, aan de leden van de verschillende regeringen van het land, de Permanente Vertegenwoordiger bij de Europese Commissie, ambassadeurs en leidend ambtenaren. Onder dagelijkse briefwisseling wordt verstaan de schriftelijke of elektronische communicatie ter uitvoering van beslissingen, genomen door het bevoegde bestuursorgaan of zijn gedelegeerde;
  2° gewone en aangetekende zendingen die bestemd zijn voor de eigen afdeling of dienst, in ontvangst te nemen, met uitzondering van de dagvaardingen, betekend aan de Vlaamse Gemeenschap;
  3° uittreksels en afschriften van documenten die verband houden met de taken van de afdeling of dienst, eensluidend te verklaren en af te leveren;
  4° staten van verschuldigde sommen betreffende presentiegelden, reis- en verblijfkosten, maaltijdvergoedingen en andere voorgeschoten bedragen goed te keuren als ze betrekking hebben op het personeel van de eigen afdeling of dienst; of als ze verband houden met de werking van de advies- en overlegorganen die verbonden zijn aan de afdeling of dienst;
  5° verlof toe te staan aan het personeel van de eigen afdeling of dienst, behoudens de verloven waarvoor het Vlaams personeelsstatuut bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan. Voor langdurige verloven die geen recht zijn, is het voorafgaande akkoord van de secretaris-generaal vereist;
  6° regularisatieformulieren goed te keuren over de werktijdregeling van het personeel van de eigen afdeling of dienst;
  7° afwezigheden wegens telewerk goed te keuren voor het personeel van de eigen afdeling of dienst. De aanvraagdossiers voor telewerk worden goedgekeurd door het afdelingshoofd en bekrachtigd door de algemeen directeur;
  8° beheersovereenkomsten met organisaties, verenigingen en overheden die verband houden met de taken van de afdeling of dienst op te volgen en te evalueren. De formele beheersbepalingen in die overeenkomsten die verband houden met het ter beschikking stellen van overheidsinfrastructuur worden afgestemd met de stafdienst Infrastructuur, beheerder van het Fonds Culturele Infrastructuur;
  9° beslissingen te nemen betreffende toezichts-, controle- en inspectietaken die verband houden met de taken van de afdeling of dienst;
  10° beslissingen te nemen over de openbaarheid van bestuursdocumenten, na advies van de juridische dienst en de communicatieambtenaar. Elke vraag tot openbaarmaking van bestuursdocumenten wordt meegedeeld aan de secretaris-generaal.

	openbare of niet-openbare procedure	mededingingsprocedure met onderhandeling, (vereenvoudigde) onderhandelings-procedure met voorafgaande oproep tot mededinging, vereenvoudigde onderhandelings-procedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatiepartnerschap	onderhandelings- procedure zonder voorafgaande bekendmaking en onderhandelings- procedure zonder voorafgaande oproep tot mededinging
werken	150.000	150.000	85.000
leveringen	150.000	150.000	85.000
diensten	85.000	85.000	85.000

openbare of niet-openbare procedure mededingingsprocedure met onderhandeling, (vereenvoudigde) onderhandelings-procedure met voorafgaande oproep tot mededinging, vereenvoudigde onderhandelings-procedure met voorafgaande bekendmaking, concurrentiegerichte dialoog en innovatiepartnerschap onderhandelings- procedure zonder voorafgaande bekendmaking en onderhandelings- procedure zonder voorafgaande oproep tot mededingingwerken 150.000 150.000 85.000leveringen 150.000 150.000 85.000diensten 85.000 85.000 85.000
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
  1° de geraamde waarde van de opdracht voor:
  a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;
  b) de beslissing tot niet-plaatsing;
  2° het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.
  De algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media hebben naast de delegatie, vermeld in het eerste lid, delegatie om overheidsopdrachten van beperkte waarde die tot stand komen met aanvaarde factuur als vermeld in artikel 92 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, te plaatsen.
  De algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media hebben delegatie, om binnen de bedragen van bovenstaande tabel, opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan.
  De algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media hebben delegatie, om tot een bedrag van maximaal 85.000 euro, overeenkomsten te sluiten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.
  § 2. Als de algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft die ook delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van die overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst, ongeacht de financiële weerslag ervan
  Als de algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst geen delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft die toch delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van de overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst binnen het wettelijke kader en tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 15 % van het oorspronkelijke opdrachtbedrag.
  Deze delegaties gelden ook voor overeenkomsten die niet als een overheidsopdracht worden gekwalificeerd.

Art.8. § 1. De algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media hebben delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten voor hun afdeling/dienst, de beslissingen te nemen met betrekking tot het aangaan van verbintenissen en het nemen van de eraan verbonden vastleggingen, het goedkeuren van verplichtingen en de eruit voortvloeiende uitgaven en betalingen, het vaststellen van vorderingen en het verkrijgen van ontvangsten en inkomsten.
  § 2. De algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media hebben delegatie om:
  1° het totale subsidiabele bedrag te verlenen aan organisaties, verenigingen en overheden die ad nominatim vermeld zijn in de begroting en die verband houden met de taken van de afdeling of dienst;
  2° gereglementeerde subsidies en andere vormen van financiële tussenkomsten met een gereglementeerd karakter te verlenen die verband houden met de taken van de afdeling of dienst.
  § 3. Met betrekking tot de niet aan de secretaris-generaal gedelegeerde aangelegenheden, waarvoor de beslissing bij de Vlaamse Regering, de minister of een ander orgaan berust, heeft de in § 1 vermelde delegatie aan de algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media betrekking op de administratieve beslissingen en handelingen die, in het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus, noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en de uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering, de minister of het ander orgaan.

Art.9. In het kader van de ontvangsten- en uitgavencyclus treden de algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media op als budgethouder voor hun afdeling of dienst.

Art.10. De delegatie aan de algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, geldt onverminderd de bevoegdheden en opdrachten van de andere actoren in de ontvangsten- en uitgavencyclus, en onverminderd de verplichting tot het instellen van een functiescheiding bij de inrichting van de processen voor de financiële afhandeling van dossiers.

Art.11. § 1. De algemeen directeur heeft delegatie om binnen de perken van de kredieten en middelen die onder het beheer van zijn dienst ressorteren, uitgaven en facturen goed te keuren voor de volgende categorieën van uitgaven als ze niet voortvloeien uit vonnissen of arresten, dadingen of schulderkenningen:
  1° onbeperkt voor telecommunicatiefacturen, kabelaansluitingen, leveringen van water en energie, vuilnisophaling, bewaking, huur en andere courante uitgaven met betrekking tot het gebouw;
  2° onbeperkt voor portkosten, huur- en verbruikskosten van kopieer- en andere kantoortoestellen;
  3° onbeperkt voor de uitgaven met betrekking tot het in stand houden van het voertuigenpark, zoals onderhoud, verzekering, herstelling, huur en brandstof;
  4°onbeperkt voor de uitgaven met betrekking tot personeelsaangelegenheden;
  5° onbeperkt voor de uitgaven voor de erelonen en de vergoedbare kosten van de advocaten.
  § 2. De algemeen directeur is gemachtigd om verschuldigde sommen betreffende reis-en verblijfkosten, maaltijdvergoedingen en andere voorgeschoten bedragen goed te keuren van de hoofddirecteur-hoofdconservator.
  § 3. De algemeen directeur heeft delegatie om advocaten aan te stellen.
  § 4. De algemeen directeur is gemachtigd om interne controles te organiseren in het departement en de diensten met afzonderlijk beheer die onder het departement vallen, inclusief het KMSKA, over alle administratieve en financiële processen, conform een algemeen kader en goedgekeurde planning voor interne controle en audit binnen het departement. De secretaris-generaal kan een specifieke opdracht voor controle geven.
  § 5. De algemeen directeur vervangt de secretaris-generaal bij tijdelijke afwezigheid.

Art.12. § 1. De hoofddirecteur-hoofdconservator wordt gemachtigd om binnen de perken van de kredieten en middelen die onder het beheer van zijn instelling ressorteren, uitgaven en facturen goed te keuren voor de volgende categorieën van uitgaven als ze niet voortvloeien uit vonnissen of arresten, dadingen of schulderkenningen, en die bestemd zijn voor het KMSKA:
  1° onbeperkt voor telecommunicatiefacturen, kabelaansluitingen, leveringen van water en energie, vuilnisophaling, bewaking, huur en andere courante uitgaven met betrekking tot het gebouw;
  2° onbeperkt voor portkosten, huur- en verbruikskosten van kopieer- en andere kantoortoestellen;
  3° onbeperkt voor uitgaven met betrekking tot het in stand houden van het voertuigenpark, zoals onderhoud, verzekering, herstelling, huur en brandstof;
  4° onbeperkt voor de uitgaven met betrekking tot personeelsaangelegenheden, met uitzondering van salarissen en toelagen.
  § 2. De hoofddirecteur-hoofdconservator wordt gemachtigd om de bewaargeving en de bruiklening van kunstwerken toe te staan.
  § 3. De hoofddirecteur-hoofdconservator is beheerder en gedelegeerd ordonnateur van de dienst met afzonderlijk beheer "Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen".
  § 4. De hoofddirecteur-hoofdconservator wordt gemachtigd om de schenkingen en legaten te ontvangen of te weigeren op voorwaarde dat er geen verplichtingen worden opgelegd aan de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de schenking of het legaat.

Art.13. Worden aangesteld als beheerder en gedelegeerd ordonnateur van een dienst met afzonderlijk beheer:
  1° het afdelingshoofd van de afdeling Jeugd voor wat betreft de dienst met afzonderlijk beheer "Uitleendienst Kampeermateriaal voor de Jeugd";
  2° het personeelslid belast met de leiding van de buitendienst Kasteel van Gaasbeek voor wat betreft de dienst met afzonderlijk beheer "Beheersdienst van het kasteeldomein van Gaasbeek";
  3° het personeelslid belast met de leiding van de buitendienst Landcommanderij Alden Biesen voor wat betreft de dienst met afzonderlijk beheer "Cultureel Centrum van de Vlaamse Gemeenschap Landcommanderij Alden Biesen".
  Het afdelingshoofd onder wie de respectieve dienst met afzonderlijk beheer ressorteert is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en strategische opvolging en aansturing.

Art.14. De personen, vermeld in artikel 13, evenals het afdelingshoofd van de afdeling Kunsten voor wat betreft de buitendienst Frans Masereel Centrum en het afdelingshoofd van de afdeling Sociaal-Cultureel Werk voor wat betreft de buitendienst Vlaams Cultureel Centrum in Voeren hebben delegatie om binnen de perken van de kredieten en middelen die onder het beheer van zijn afdeling of dienst ressorteren, uitgaven en facturen goed te keuren voor de volgende categorieën van uitgaven als ze niet voortvloeien uit vonnissen of arresten, dadingen of schulderkenningen:
  1° onbeperkt voor telecommunicatiefacturen, kabelaansluitingen, leveringen van water en energie, vuilnisophaling, bewaking, huur en andere courante uitgaven met betrekking tot het gebouw;
  2° onbeperkt voor portkosten, huur- en verbruikskosten van kopieer- en andere kantoortoestellen;
  3° onbeperkt voor uitgaven met betrekking tot het in stand houden van het voertuigenpark, zoals onderhoud, verzekering, herstelling, huur en brandstof;
  4° onbeperkt voor de uitgaven met betrekking tot personeelsaangelegenheden, met uitzondering van salarissen en toelagen.

Art.15. Het afdelingshoofd van de afdeling Cultureel Erfgoed wordt gemachtigd om:
  1° de bewaargeving en de bruiklening van kunstwerken toe te staan;
  2° uitvoervergunningen te verlenen, vermeld in artikel 11 bis van het decreet houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang;
  3° een fysieke ingreep in een beschermd voorwerp toe te staan of te verbieden ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang;
  4° de toestemming te verlenen voor het buiten Vlaanderen brengen van topstukken en cultuurgoederen ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang;
  5° certificaten af te leveren van niet behoren tot het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang van de Vlaamse Gemeenschap, of de melding dat het roerend goed of de verzameling een topstuk is, ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang;
  6° gemeenschapswaarborgen te verlenen die minder dan 1.250.000 euro belopen per natuurlijke persoon, of per rechtspersoon voor de vrijstelling van zekerheid voor tijdelijke invoer van kunstwerken.

Art.16. § 1. Het afdelingshoofd van de afdeling Kunsten wordt gemachtigd om:
  1° de bewaargeving en de bruiklening van kunstwerken toe te staan;
  2° beslissingen te nemen houdende de toekenning en de grootte van de kunstenaarstoelagen vermeld in artikel 93, § 1 van het Kunstendecreet van 13 december 2013;
  3° beslissingen te nemen houdende de toekenning en de grootte van de tussenkomsten voor buitenlandse publieke presentatiemomenten vermeld in artikel 143 van het Kunstendecreet van 13 december 2013.
  § 2. Het afdelingshoofd van de afdeling Kunsten rapporteert jaarlijks met een financieel overzicht, via de secretaris-generaal, aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, over de aanvragen en de toekenningen met betrekking tot:
  1° de kunstenaarstoelagen;
  2° de tussenkomsten voor buitenlandse publieke presentatiemomenten.

Art.17. Het afdelingshoofd van de afdeling Jeugd wordt gemachtigd om de kadervormingstrajecten van verenigingen, vermeld in artikel 17/1 van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, te erkennen.

Art.18. § 1. Het afdelingshoofd van de afdeling Sociaal-Cultureel Werk wordt gemachtigd om beslissingen te nemen over de toekenning en de grootte van de tegemoetkoming in de reiskosten van internationale projecten in het buitenland vermeld in artikel 16, § 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 houdende de uitvoering van het decreet van 22 december 2000 betreffende de amateurkunsten.
  § 2. Het afdelingshoofd van de afdeling Sociaal-Cultureel Werk rapporteert jaarlijks met een financieel overzicht, via de secretaris-generaal, aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, over de aanvragen en de toekenningen met betrekking tot de tegemoetkomingen in paragraaf 1.

Art.19. § 1. Het personeelslid belast met de leiding van de buitendienst Kasteel van Gaasbeek wordt gemachtigd:
  1° om de schenkingen en legaten te ontvangen of te weigeren, op voorwaarde dat er geen verplichtingen worden opgelegd aan de Vlaamse Gemeenschap met betrekking tot de schenking of het legaat;
  2° om de bewaargeving en de bruiklening van kunstwerken toe te staan.
  Over de delegatie vermeld in het eerste lid, 1°, wordt aan het afdelingshoofd van de afdeling Cultureel Erfgoed jaarlijks gerapporteerd.
  § 2. Het personeelslid belast met de leiding van de buitendienst Landcommanderij Alden Biesen wordt gemachtigd om de bewaargeving en de bruiklening van kunstwerken toe te staan.
  § 3. Het personeelslid belast met de leiding van de stafdienst Internationaal wordt gemachtigd om te beslissen over de aanwending van de door de Europese instellingen toegekende werkingsbudgetten.
  Over de delegatie vermeld in het eerste lid, wordt jaarlijks gerapporteerd, via de secretaris-generaal, aan de Europese Instellingen.

Art.20. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van het ambt van algemeen directeur, hoofddirecteur-hoofdconservator, afdelingshoofd, de andere leidinggevenden of hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media is belast, of dat de algemeen directeur of hoofddirecteur-hoofdconservator, het afdelingshoofd, de andere leidinggevenden of hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering, of dat tijdelijk belast is met de leiding van een afdeling of dienst. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid, boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening, de formule "Voor de algemeen directeur/ hoofddirecteur-hoofdconservator/het afdelingshoofd/de directeur/de leidinggevende/het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, afwezig".

Art.21. De algemeen directeur, hoofddirecteur-hoofdconservator, het afdelingshoofd, de andere leidinggevenden of het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media kunnen de bevoegdheden die daarvoor in aanmerking komen, subdelegeren aan de personeelsleden die onder zijn bevoegdheid vallen, tot op het meest functionele niveau. Elke subdelegatie wordt meegedeeld aan de secretaris-generaal.

Art.22. § 1. De algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, alsook de personeelsleden aan wie ingevolge artikel 20 beslissingsbevoegdheden zijn gesubdelegeerd, nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.
  § 2. Het gebruik van de verleende delegaties kan door de secretaris-generaal nader worden geregeld bij eenvoudige beslissing die wordt verspreid in de vorm van een dienstorder of nota.

Art.23. De algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media organiseren het systeem van interne controle op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een adequate wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.

Art.24. De algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media zijn ten aanzien van de secretaris-generaal verantwoordelijk voor het gebruik van de verleende delegaties.
  Die verantwoordelijkheid betreft ook de aangelegenheden waarvoor de beslissingsbevoegdheid door de algemeen directeur, de hoofddirecteur-hoofdconservator, de afdelingshoofden, de andere leidinggevenden en het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media is gesubdelegeerd aan andere personeelsleden.

Art.25. Over het gebruik van de verleende delegaties wordt op regelmatige tijdstippen verantwoording afgelegd aan de secretaris-generaal op basis van een gestandaardiseerde rapportering en volgens de algemeen geldende afspraken voor het departement.

Art.26. De beperkingen op de delegaties, vermeld in artikel 6, 1° en 10° van dit besluit zijn niet van toepassing op het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media in zoverre deze bepalingen betrekking hebben op taken vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 november 2007 houdende oprichting van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media.
  Beslissingen in verband met het personeel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media worden steeds genomen in overleg met de voorzitter en/of het hoofd van het secretariaatspersoneel van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media in zoverre deze beslissingen verband houden met de werking van de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media.

Art.27. Het besluit van de secretaris-generaal van het departement Cultuur, Jeugd en Media van 15 juni 2017 houdende subdelegatie van sommige beslissingsbevoegdheden aan personeelsleden van het departement wordt opgeheven.

Art.28. Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de Vlaamse ministers, bevoegd voor de culturele aangelegenheden, het jeugdbeleid, de sport en het mediabeleid.

Art.29. Dit besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Art. 30. Dit besluit treedt in werking op 30 juni 2017. Artikel 19, § 3, heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2016.