Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° het decreet van 21 december 2016 : het decreet van 21 december 2016 houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille;
2° de Minister : de Minister van Economie;
3° de Minister van Energie : de Minister bevoegd voor Energie;
4° de Minister van Vorming : de Minister bevoegd voor Vorming;
5° de Administratie : het "Agence wallonne à l'Exportation et aux Investissements étrangers" (Waals Exportagentschap voor uitvoer en Buitenlandse Investeringen), het Operationele directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst of, in voorkomend geval; het Operationele Directoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Patrimonium en Energie van de Waalse Overheidsdienst;
6° de Inspectie : de personeelsleden aangewezen door de Regering of door het "Agence wallonne à l'Exportation et aux Investissements étrangers" die de toepassing van het decreet van 21 december 2016 en van de besluiten genomen ter uitvoering van het decreet controleren, en die toezicht houden op de naleving ervan;
7° de "NACE-BEL-code" : de nomenclatuur van de economische activiteiten opgesteld door de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie in een geharmoniseerd Europees kader, opgelegd bij verordening (EEG) nr. 3037/90 van 9 oktober 1990 van de Raad betreffende de statistieke nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap;
[1 8° de personeelsleden aangewezen door de Regering: de beëdigde statutaire en contractuele personeelsleden van het Departement Inspectie van het Operationeel Directoraat-generaal Economie, Tewerkstelling en Onderzoek van de Waalse Overheidsdienst;]1
[2 9° de vzw : de vereniging zonder winstoogmerk zoals bedoeld in boek IX van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen die :
a) aan de BTW onderworpen is;
b) die ten minste één persoon met een arbeidsovereenkomst in dienst heeft;
c) die minder dan 250 voltijdequivalenten met een arbeidsovereenkomst in dienst heeft;
d) die een activiteit uitoefent, namelijk het aanbieden van goederen of diensten op een bepaalde markt;
e) minder dan vijftig procent overheidsfinanciering heeft, exclusief werkgelegenheidssteun, op basis van de laatste goedgekeurde rekeningen;
f) te rekenen van de datum van indiening van de steunaanvraag een hoofdbedrijfszetel in het Waalse Gewest heeft.]2
[2 Voor de toepassing van het eerste lid, 9°, f) is de hoofdbedrijfszetel de zetel die binnen het geheel van de onderneming het grootste aantal werknemers tewerkstelt.]2
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
23 FEBRUARI 2017. - Besluit van de Waalse Regering houdende uitvoering van de hoofdstukken 1, 3 en 4 van het decreet van 21 december 2016 houdende de toekenning van steun via een in het Waalse Gewest geïntegreerd steunportfolio aan projectontwikkelaars en kleine en middelgrote ondernemingen, ter bevordering van het ondernemerschap of de groei, en strekkende de oprichting van een databank van authentieke bronnen die verbonden is met die geïntegreerde portefeuille(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-03-2017 en tekstbijwerking tot 22-01-2024)
Titre
23 FEVRIER 2017. - Arrêté du Gouvernement wallon portant exécution des chapitres 1er, 3 et 4 du décret du 21 décembre 2016 portant octroi d'aides, au moyen d'un portefeuille intégré d'aides en Région wallonne, aux porteurs de projets et aux petites et moyennes entreprises pour rémunérer des services promouvant l'entrepreneuriat ou la croissance, et constituant une banque de données de sources authentiques liées à ce portefeuille intégré(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 23-03-2017 et mise à jour au 22-01-2024)
Informations sur le document
Numac: 2017201544
Datum: 2017-02-23
Info du document
Numac: 2017201544
Date: 2017-02-23
Table des matières
HOOFDSTUK I. - Algemeen
Afdeling 1. - Begripsomschrijvingen
Afdeling 2. - Groeitraject van een onderneming
Afdeling 3.
HOOFDSTUK II. - Het geïntegreerd steunportfolio
HOOFDSTUK III. - Labeling of erkenning van de d...
HOOFDSTUK IV. - Nadere regels voor de behandeli...
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Afdeling 1. - Wijzigingsbepalingen
Afdeling 2. - Opheffingsbepalingen
Afdeling 3. - Overgangsbepalingen
Afdeling 4. - Inwerkingtreding
Table des matières
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales
Section 1re. - Définitions
Section 2. - Trajectoire de croissance d'une en...
Section 3.
CHAPITRE II. - Le portefeuille intégré d'aides
CHAPITRE III. - Labellisation ou agrément des p...
CHAPITRE IV. - Modalités de traitement des aides
CHAPITRE V. - Dispositions finales
Section 1ère. - Dispositions modificatives
Section 2. - Dispositions abrogatoires
Section 3. - Dispositions transitoires
Section 4. - Entrée en vigueur
Tekst (43)
Texte (43)
HOOFDSTUK I. - Algemeen
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales
Afdeling 1. - Begripsomschrijvingen
Section 1re. - Définitions
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, on entend par :
1° le décret du 21 décembre 2016 : le décret du 21 décembre 2016 portant octroi d'aides, au moyen d'un portefeuille intégré d'aides en Région wallonne, aux porteurs de projets et aux petites et moyennes entreprises pour rémunérer des services promouvant l'entrepreneuriat ou la croissance, et constituant une banque de données de sources authentiques liées à ce portefeuille intégré;
2° le Ministre : le Ministre de l'Economie;
3° le Ministre de l'Energie : le Ministre qui a la politique énergétique dans ses attributions;
4° le Ministre de la Formation : le Ministre qui a la formation dans ses attributions;
5° l'Administration : l'Agence wallonne à l'Exportation et aux Investissements étrangers, la Direction générale opérationnelle Economie, Emploi et Recherche du Service public de Wallonie ou, le cas échéant, la Direction générale opérationnelle Aménagement du Territoire, Logement, Patrimoine et Energie du Service public de Wallonie;
6° l'Inspection : les agents désignés par le Gouvernement ou par l'Agence wallonne à l'Exportation et aux Investissements étrangers qui contrôlent l'application du décret du 21 décembre 2016 et des arrêtés pris en exécution de ce décret, et surveillent le respect de ceux-ci;
7° le code NACE-BEL : la nomenclature d'activités économiques élaborée par le SPF Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie dans un cadre européen harmonisé, imposé par le règlement (CEE) n° 3037/90 du 9 octobre 1990 du Conseil relatif à la nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté européenne;
[1 8° les agents désignés par le Gouvernement : les agents statutaires et les membres du personnel contractuel assermentés du Département de l'Inspection de la Direction générale opérationnelle Economie, Emploi et Recherche du Service public de Wallonie;]1
[2 9° l'ASBL : l'association sans but lucratif telle que visée au livre IX du Code des sociétés et des associations qui :
a) est assujettie à la TVA;
b) occupe au moins une personne dans les liens d'un contrat de travail;
c) occupe, dans les liens d'un contrat de travail, moins de deux-cent-cinquante personnes en équivalent temps plein;
d) exerce une activité consistant à offrir des biens ou des services sur un marché donné;
e) a un financement d'origine publique inférieur à cinquante pour cent en dehors des aides à l'emploi, sur base des derniers comptes approuvés;
f) a, à compter de la date d'introduction de la demande d'aide, un siège d'exploitation principal situé en Région wallonne.]2
[2 Pour l'application de l'alinéa 1er, 9°, f), le siège d'exploitation principal est celui qui, au sein de l'ensemble de l'entreprise, emploie le plus de travailleurs.]2
1° le décret du 21 décembre 2016 : le décret du 21 décembre 2016 portant octroi d'aides, au moyen d'un portefeuille intégré d'aides en Région wallonne, aux porteurs de projets et aux petites et moyennes entreprises pour rémunérer des services promouvant l'entrepreneuriat ou la croissance, et constituant une banque de données de sources authentiques liées à ce portefeuille intégré;
2° le Ministre : le Ministre de l'Economie;
3° le Ministre de l'Energie : le Ministre qui a la politique énergétique dans ses attributions;
4° le Ministre de la Formation : le Ministre qui a la formation dans ses attributions;
5° l'Administration : l'Agence wallonne à l'Exportation et aux Investissements étrangers, la Direction générale opérationnelle Economie, Emploi et Recherche du Service public de Wallonie ou, le cas échéant, la Direction générale opérationnelle Aménagement du Territoire, Logement, Patrimoine et Energie du Service public de Wallonie;
6° l'Inspection : les agents désignés par le Gouvernement ou par l'Agence wallonne à l'Exportation et aux Investissements étrangers qui contrôlent l'application du décret du 21 décembre 2016 et des arrêtés pris en exécution de ce décret, et surveillent le respect de ceux-ci;
7° le code NACE-BEL : la nomenclature d'activités économiques élaborée par le SPF Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie dans un cadre européen harmonisé, imposé par le règlement (CEE) n° 3037/90 du 9 octobre 1990 du Conseil relatif à la nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté européenne;
[1 8° les agents désignés par le Gouvernement : les agents statutaires et les membres du personnel contractuel assermentés du Département de l'Inspection de la Direction générale opérationnelle Economie, Emploi et Recherche du Service public de Wallonie;]1
[2 9° l'ASBL : l'association sans but lucratif telle que visée au livre IX du Code des sociétés et des associations qui :
a) est assujettie à la TVA;
b) occupe au moins une personne dans les liens d'un contrat de travail;
c) occupe, dans les liens d'un contrat de travail, moins de deux-cent-cinquante personnes en équivalent temps plein;
d) exerce une activité consistant à offrir des biens ou des services sur un marché donné;
e) a un financement d'origine publique inférieur à cinquante pour cent en dehors des aides à l'emploi, sur base des derniers comptes approuvés;
f) a, à compter de la date d'introduction de la demande d'aide, un siège d'exploitation principal situé en Région wallonne.]2
[2 Pour l'application de l'alinéa 1er, 9°, f), le siège d'exploitation principal est celui qui, au sein de l'ensemble de l'entreprise, emploie le plus de travailleurs.]2
Afdeling 2. - Groeitraject van een onderneming
Section 2. - Trajectoire de croissance d'une entreprise
Art.2. Om in aanmerking te komen voor de maatregelen voorzien voor de ondernemingen die een groeitraject hebben, moet de onderneming aan de volgende criteria voldoen :
1° het groeitraject heeft een strategisch karakter;
2° het traject steunt de groei tijdens de processen voor de verandering, de innovatie of de internationalisering van de onderneming;
3° het groeitraject heeft een moeilijk omkeerbaar karakter;
4° het groeitraject heeft een belangrijke impact op de processen van de onderneming in haar geheel.
De Minister kan, na overleg met de Minister van Energie en de Minister van Vorming, de criteria van het groeitraject van de onderneming bedoeld in het eerste lid bepalen.
De Minister bepaalt de modaliteiten voor de verificatie van deze criteria.
1° het groeitraject heeft een strategisch karakter;
2° het traject steunt de groei tijdens de processen voor de verandering, de innovatie of de internationalisering van de onderneming;
3° het groeitraject heeft een moeilijk omkeerbaar karakter;
4° het groeitraject heeft een belangrijke impact op de processen van de onderneming in haar geheel.
De Minister kan, na overleg met de Minister van Energie en de Minister van Vorming, de criteria van het groeitraject van de onderneming bedoeld in het eerste lid bepalen.
De Minister bepaalt de modaliteiten voor de verificatie van deze criteria.
Art.2. Pour bénéficier des mesures prévues pour les entreprises ayant une trajectoire de croissance, l'entreprise répond à l'ensemble des critères suivants :
1° la trajectoire de croissance a un caractère stratégique;
2° la trajectoire soutient la croissance pendant les processus de transformation, d'innovation ou d'internationalisation de l'entreprise;
3° la trajectoire de croissance a un caractère difficilement réversible;
4° la trajectoire de croissance a un impact substantiel sur les processus de l'entreprise dans son ensemble.
Le Ministre peut préciser, après concertation avec le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation, les critères de la trajectoire de croissance de l'entreprise visés à l'alinéa 1er.
Le Ministre détermine les modalités de vérification de ces critères.
1° la trajectoire de croissance a un caractère stratégique;
2° la trajectoire soutient la croissance pendant les processus de transformation, d'innovation ou d'internationalisation de l'entreprise;
3° la trajectoire de croissance a un caractère difficilement réversible;
4° la trajectoire de croissance a un impact substantiel sur les processus de l'entreprise dans son ensemble.
Le Ministre peut préciser, après concertation avec le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation, les critères de la trajectoire de croissance de l'entreprise visés à l'alinéa 1er.
Le Ministre détermine les modalités de vérification de ces critères.
Afdeling 3.
Section 3.
HOOFDSTUK II. - Het geïntegreerd steunportfolio
CHAPITRE II. - Le portefeuille intégré d'aides
Art.4. § 1. Het maximum bedrag over drie jaren verspreid per pijler van het elektronische portfolio van een projectontwikkelaar is de volgende :
1° pijler vorming : 6.000 euro;
2° pijler adviesverlening : 20.000 euro;
3° pijler coaching : 15.000 euro.
Het gecumuleerde bedrag van de toegekende steun mag evenwel het bedrag van 37.500 euro niet overschrijden, behoudens de mogelijkheid van toekenning van een aanvullend bedrag zoals bedoeld in artikel 7, § 1, derde lid, van het decreet van 21 december 2016.
§ 2. Het maximum bedrag van de subsidies, beoogd bij de de minimis-verordening, per jaar toegekend aan een onderneming bedraagt 100.000 euro, waarbij dat bedrag opgesplitst kan worden over de drie pijlers van het elektronische portfolio.
1° pijler vorming : 6.000 euro;
2° pijler adviesverlening : 20.000 euro;
3° pijler coaching : 15.000 euro.
Het gecumuleerde bedrag van de toegekende steun mag evenwel het bedrag van 37.500 euro niet overschrijden, behoudens de mogelijkheid van toekenning van een aanvullend bedrag zoals bedoeld in artikel 7, § 1, derde lid, van het decreet van 21 december 2016.
§ 2. Het maximum bedrag van de subsidies, beoogd bij de de minimis-verordening, per jaar toegekend aan een onderneming bedraagt 100.000 euro, waarbij dat bedrag opgesplitst kan worden over de drie pijlers van het elektronische portfolio.
Art.4. § 1er. Le montant maximal sur trois années réparti par pilier du portefeuille électronique d'un porteur de projet est le suivant :
1° pilier formation : 6.000 euros;
2° pilier conseil : 20.000 euros;
3° pilier coaching : 15.000 euros.
Le montant cumulé des aides octroyées ne peut cependant excéder le montant de 37.500 euros, sous réserve de la possibilité d'octroi d'un montant complémentaire tel que prévu par l'article 7, § 1er, alinéa 3, du décret du 21 décembre 2016.
§ 2. Le montant maximal des subventions, visées par le règlement de minimis, octroyées par année à une entreprise est de 100.000 euros, ce montant pouvant être réparti en totalité sur les trois piliers du portefeuille électronique.
1° pilier formation : 6.000 euros;
2° pilier conseil : 20.000 euros;
3° pilier coaching : 15.000 euros.
Le montant cumulé des aides octroyées ne peut cependant excéder le montant de 37.500 euros, sous réserve de la possibilité d'octroi d'un montant complémentaire tel que prévu par l'article 7, § 1er, alinéa 3, du décret du 21 décembre 2016.
§ 2. Le montant maximal des subventions, visées par le règlement de minimis, octroyées par année à une entreprise est de 100.000 euros, ce montant pouvant être réparti en totalité sur les trois piliers du portefeuille électronique.
Art.5. De Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming bepalen, ieder wat hem betreft :
1° de soorten kosten die in aanmerking komen voor de pijlers van het elektronische portfolio van de projectontwikkelaar en voor die van de onderneming;
2° dezelfde in aanmerking komende kosten, al dan niet terugkerend, en de termijnen tussen diezelfde diensten;
3° het tijdsbestek waarin de dienstverlening wordt verricht;
4° het percentage van de steun voor elke in aanmerking komende kost alsook de aanpassingen van deze rentevoet voor :
a) een starter, een micro-onderneming, een kleine of een middelgrote onderneming;
b) een onderneming in groeitraject;
5° de uitzonderingen op de maximum rentevoet van tachtig percent van het bedrag van de in aanmerking komende kosten;
6° het maximumbedrag van subsidie toegekend voor elke in aanmerking komende kost alsook de eventuele aanpassingen van dit bedrag voor :
a) een starter, een micro-onderneming, een kleine of een middelgrote onderneming;
b) een onderneming in groeitraject.
De Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming kan bovendien, ieder wat hem betreft, het begrip projectontwikkelaar verduidelijken alsook de criteria om na te gaan of de ondernemingen in aanmerking komen.
1° de soorten kosten die in aanmerking komen voor de pijlers van het elektronische portfolio van de projectontwikkelaar en voor die van de onderneming;
2° dezelfde in aanmerking komende kosten, al dan niet terugkerend, en de termijnen tussen diezelfde diensten;
3° het tijdsbestek waarin de dienstverlening wordt verricht;
4° het percentage van de steun voor elke in aanmerking komende kost alsook de aanpassingen van deze rentevoet voor :
a) een starter, een micro-onderneming, een kleine of een middelgrote onderneming;
b) een onderneming in groeitraject;
5° de uitzonderingen op de maximum rentevoet van tachtig percent van het bedrag van de in aanmerking komende kosten;
6° het maximumbedrag van subsidie toegekend voor elke in aanmerking komende kost alsook de eventuele aanpassingen van dit bedrag voor :
a) een starter, een micro-onderneming, een kleine of een middelgrote onderneming;
b) een onderneming in groeitraject.
De Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming kan bovendien, ieder wat hem betreft, het begrip projectontwikkelaar verduidelijken alsook de criteria om na te gaan of de ondernemingen in aanmerking komen.
Art.5. Le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation déterminent, chacun pour ce qui le concerne :
1° les types de coûts admissibles pour les piliers du portefeuille électronique du porteur de projet et pour celui de l'entreprise;
2° les coûts admissibles identiques qui peuvent être récurrents ou non, ainsi que les délais entre ces mêmes services;
3° la durée dans laquelle la prestation de services est réalisée;
4° le pourcentage de l'aide pour chaque coût admissible ainsi que les adaptations de ce taux pour :
a) une starter, une micro-entreprise, une petite ou une moyenne entreprise;
b) une entreprise en trajectoire de croissance;
5° les exceptions au taux maximum de quatre-vingt pourcent du montant des coûts admissibles;
6° le montant maximal de la subvention octroyée pour chaque coût admissible ainsi que les adaptations éventuelles de ce montant pour :
a) une starter, une micro-entreprise, une petite ou une moyenne entreprise;
b) une entreprise en trajectoire de croissance.
Le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation peut en outre préciser, chacun pour ce qui le concerne, la notion de porteur de projet ainsi que les critères d'éligibilité des entreprises.
1° les types de coûts admissibles pour les piliers du portefeuille électronique du porteur de projet et pour celui de l'entreprise;
2° les coûts admissibles identiques qui peuvent être récurrents ou non, ainsi que les délais entre ces mêmes services;
3° la durée dans laquelle la prestation de services est réalisée;
4° le pourcentage de l'aide pour chaque coût admissible ainsi que les adaptations de ce taux pour :
a) une starter, une micro-entreprise, une petite ou une moyenne entreprise;
b) une entreprise en trajectoire de croissance;
5° les exceptions au taux maximum de quatre-vingt pourcent du montant des coûts admissibles;
6° le montant maximal de la subvention octroyée pour chaque coût admissible ainsi que les adaptations éventuelles de ce montant pour :
a) une starter, une micro-entreprise, une petite ou une moyenne entreprise;
b) une entreprise en trajectoire de croissance.
Le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation peut en outre préciser, chacun pour ce qui le concerne, la notion de porteur de projet ainsi que les critères d'éligibilité des entreprises.
Art.6. Alleen de ondernemingen waarvan de hoofdactiviteit op de datum van indiening van de steunaanvraag onder de sectoren bepaaldop grond van de "NACE-BEL-code" door de Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming valt, ieder wat hem betreft, komen in aanmerking voor de geïntegreerd steunportfolio.
De verwijzing naar de NACE-BEL-code maakt het vermoeden uit dat de onderneming of diens investeringsprogramma onder dat activiteitengebied ressorteert.
De onderneming kan vaststellen dat de NACE-BEL-code die haar wordt toegeschreven niet aan haar activiteitengebied of aan het door haar in het vooruitzicht gestelde investeringsprogramma beantwoordt en dat ze bij de Kruispuntbank Ondernemingen stappen heeft ondernomen om één of verschillende andere codes te krijgen.
[1 De vzw komt in aanmerking voor de geïntegreerde steunportefeuille uitsluitend voor cheques met betrekking tot het thema "economisch herstel door middel van digitale technologie" in het kader van het REACT-EU-initiatief.]1
De verwijzing naar de NACE-BEL-code maakt het vermoeden uit dat de onderneming of diens investeringsprogramma onder dat activiteitengebied ressorteert.
De onderneming kan vaststellen dat de NACE-BEL-code die haar wordt toegeschreven niet aan haar activiteitengebied of aan het door haar in het vooruitzicht gestelde investeringsprogramma beantwoordt en dat ze bij de Kruispuntbank Ondernemingen stappen heeft ondernomen om één of verschillende andere codes te krijgen.
[1 De vzw komt in aanmerking voor de geïntegreerde steunportefeuille uitsluitend voor cheques met betrekking tot het thema "economisch herstel door middel van digitale technologie" in het kader van het REACT-EU-initiatief.]1
Modifications
Art.6. Seules les entreprises dont l'activité principale à la date d'introduction de la demande d'aide relève des secteurs déterminés par le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation sur la base du code NACE-BEL, chacun pour ce qui le concerne, sont éligibles au portefeuille intégré d'aides.
La référence au code NACE-BEL constitue une présomption d'appartenance de l'entreprise ou de son programme d'investissements aux domaines d'activités.
L'entreprise peut établir que le code NACE-BEL qui lui est attribué ne correspond pas à son domaine d'activités ou au programme d'investissements projeté et qu'elle a effectué auprès de la Banque-Carrefour des Entreprises des démarches en vue de se voir attribuer un ou plusieurs autres codes.
[1 L'ASBL est éligible au portefeuille d'aides intégrés exclusivement pour les chèques relatifs à la thématique en matière de relance économique par le numérique dans le cadre de l'initiative REACT-EU.]1
La référence au code NACE-BEL constitue une présomption d'appartenance de l'entreprise ou de son programme d'investissements aux domaines d'activités.
L'entreprise peut établir que le code NACE-BEL qui lui est attribué ne correspond pas à son domaine d'activités ou au programme d'investissements projeté et qu'elle a effectué auprès de la Banque-Carrefour des Entreprises des démarches en vue de se voir attribuer un ou plusieurs autres codes.
[1 L'ASBL est éligible au portefeuille d'aides intégrés exclusivement pour les chèques relatifs à la thématique en matière de relance économique par le numérique dans le cadre de l'initiative REACT-EU.]1
Modifications
HOOFDSTUK III. - Labeling of erkenning van de dienstverleners
CHAPITRE III. - Labellisation ou agrément des prestataires de services
Art.7. De Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming, ieder wat hem betreft, kan een dienstverlener vrijstellen van de labeling als een specifieke erkenning wordt georganiseerd die de principes van het kwaliteitsreferentieel bedoeld in artikel 8 overneemt.
De Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming bepalen, ieder wat hem betreft, de voorwaarden en de modaliteiten van deze erkenning.
De Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming bepalen, ieder wat hem betreft, de voorwaarden en de modaliteiten van deze erkenning.
Art.7. Le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation, chacun pour ce qui le concerne peut dispenser un prestataire de services de la labellisation si un agrément spécifique intégrant les principes du référentiel de qualité visé à l'article 8 est organisé.
Le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation, chacun pour ce qui le concerne fixe les conditions et modalités de cet agrément.
Le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation, chacun pour ce qui le concerne fixe les conditions et modalités de cet agrément.
Art.8. Een kwaliteitsreferentieel van de dienstverleners bestaande uit algemene elementen van informatie en bevoegdheid alsook concrete verbintenissen inzake dienstkwaliteit, met name in termen van toegankelijkheid, ontvangst, behandeling van de aanvraag, beheer van de relatie met de projectontwikkelaars of de ondernemingen wordt gezamenlijk bepaald door de Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming op de voordracht van het referentiecentrum.
Elke dienstverlener die gelabeld wenst te worden gaat zich inspannen voor de kwaliteit door, overeenkomstig het kwaliteitsreferentieel, zijn verbintenissen te formuleren wat betreft het niveau en de kwaliteit van de diensten die hij garandeert aan de projectontwikkelaars of aan de ondernemingen.
Elke dienstverlener die gelabeld wenst te worden gaat zich inspannen voor de kwaliteit door, overeenkomstig het kwaliteitsreferentieel, zijn verbintenissen te formuleren wat betreft het niveau en de kwaliteit van de diensten die hij garandeert aan de projectontwikkelaars of aan de ondernemingen.
Art.8. Un référentiel de qualité des prestataires de service comportant des éléments généraux d'information et de compétence ainsi que des engagements concrets en matière de qualité de services, notamment en termes d'accessibilité, d'accueil, de traitement de la demande, de gestion de la relation avec les porteurs de projets ou les entreprises est déterminé conjointement par le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation sur proposition du centre de référence.
Tout prestataire de services qui souhaite être labellisé s'engage dans une démarche qualité en formulant, conformément au référentiel qualité, ses engagements quant au niveau et à la qualité des services qu'il garantit aux porteurs de projets ou aux entreprises.
Tout prestataire de services qui souhaite être labellisé s'engage dans une démarche qualité en formulant, conformément au référentiel qualité, ses engagements quant au niveau et à la qualité des services qu'il garantit aux porteurs de projets ou aux entreprises.
Art.9. [1 De Minister belast de Administratie met de oprichting in eigen kring van een referentiecentrum belast met het organiseren van de controle van het kwaliteitsreferentieel alsook van het uitbrengen van een advies en aanbevelingen over de kandidaturen voor de labeling, in voorkomend geval, na een specifiek advies waarvan de modaliteiten worden bepaald door de Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming, ieder wat hem betreft.]1
Modifications
Art.9. [1 Le Ministre charge l'administration de mettre en place en son sein un centre de référence chargé de l'organisation du contrôle du référentiel qualité ainsi que de la remise d'un avis et de recommandations sur les candidatures à la labellisation, le cas échéant, après un avis spéciIque, dont les modalités sont déterminées par le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation, chacun pour ce qui le concerne.]1
Modifications
Art.12. [1 § 1. De dienstverlener die gelabeld wenst te worden dient een labelingsaanvraag in bij de Administratie krachtens de modaliteiten gezamenlijk bepaald door de Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming.
De labelingsaanvraag gaat minstens vergezeld van een dossier dat de deskundigheid en ervaring die vereist zijn voor de aangevraagde cheque kan aantonen.
De labeling van de dienstverlener wordt toegekend door de Administratie voor een maximumduur van drie jaar. De Administratie registreert de gelabelde of erkende verlener op het webplatform.
In het geval van weigering van labeling kan een dienstverlener een beroep indienen bij de Minister, de Minister van Energie of de Minister van Vorming die ermee belast wordt een beslissing te nemen binnen de twee maanden.
§ 2. In geval van niet-naleving van de bepalingen bepaald bij het decreet van 21 december 2016 of de uitvoeringsbesluiten, kan de Administratie de dienstverlener van het webplatform bestemd voor de steunportfolio voor een bepaalde duur schorsen of, na verhoor, diens labeling intrekken.
De herinschrijving van de dienstverlener op het webplatform bestemd voor de steunportfolio kan uitsluitend gebeuren na het gunstig advies van de Administratie of de erkenningsverlenende overheid.
De voorwaarden en modaliteiten van de toekenning en intrekking van de labeling worden door de Administratie bepaald.]1
De labelingsaanvraag gaat minstens vergezeld van een dossier dat de deskundigheid en ervaring die vereist zijn voor de aangevraagde cheque kan aantonen.
De labeling van de dienstverlener wordt toegekend door de Administratie voor een maximumduur van drie jaar. De Administratie registreert de gelabelde of erkende verlener op het webplatform.
In het geval van weigering van labeling kan een dienstverlener een beroep indienen bij de Minister, de Minister van Energie of de Minister van Vorming die ermee belast wordt een beslissing te nemen binnen de twee maanden.
§ 2. In geval van niet-naleving van de bepalingen bepaald bij het decreet van 21 december 2016 of de uitvoeringsbesluiten, kan de Administratie de dienstverlener van het webplatform bestemd voor de steunportfolio voor een bepaalde duur schorsen of, na verhoor, diens labeling intrekken.
De herinschrijving van de dienstverlener op het webplatform bestemd voor de steunportfolio kan uitsluitend gebeuren na het gunstig advies van de Administratie of de erkenningsverlenende overheid.
De voorwaarden en modaliteiten van de toekenning en intrekking van de labeling worden door de Administratie bepaald.]1
Modifications
Art.12. [1 § 1er. Le prestataire de services qui souhaite être labellisé introduit une demande de labellisation auprès de l'Administration selon les modalités fixées conjointement par le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation.
La demande de labellisation est au moins accompagnée d'un dossier permettant de prouver l'expertise et l'expérience requise pour le chèque sollicité.
La labellisation du prestataire de services est octroyée par l'Administration pour une durée maximum de trois ans. L'Administration enregistre le prestataire labellisé ou agréé sur la plate-forme Web.
En cas de refus de labellisation, un prestataire de services peut introduire un recours auprès du Ministre, du Ministre de l'Energie ou du Ministre de la Formation, qui est chargé de statuer dans les deux mois.
§ 2. En cas de non-respect des dispositions fixées par le décret du 21 décembre 2016 ou les arrêtés d'exécution, l'Administration peut suspendre le prestataire de services de la plateforme Web dédicacée au portefeuille d'aide pendant une durée déterminée ou, après audition, retirer sa labellisation.
La réinscription du prestataire de services sur la plate-forme Web dédicacée au portefeuille d'aide peut se faire uniquement après l'avis favorable de l'Administration ou de l'autorité qui a agréé.
L'Administration fixe les conditions et modalités d'octroi et de retrait de labellisation.]1
La demande de labellisation est au moins accompagnée d'un dossier permettant de prouver l'expertise et l'expérience requise pour le chèque sollicité.
La labellisation du prestataire de services est octroyée par l'Administration pour une durée maximum de trois ans. L'Administration enregistre le prestataire labellisé ou agréé sur la plate-forme Web.
En cas de refus de labellisation, un prestataire de services peut introduire un recours auprès du Ministre, du Ministre de l'Energie ou du Ministre de la Formation, qui est chargé de statuer dans les deux mois.
§ 2. En cas de non-respect des dispositions fixées par le décret du 21 décembre 2016 ou les arrêtés d'exécution, l'Administration peut suspendre le prestataire de services de la plateforme Web dédicacée au portefeuille d'aide pendant une durée déterminée ou, après audition, retirer sa labellisation.
La réinscription du prestataire de services sur la plate-forme Web dédicacée au portefeuille d'aide peut se faire uniquement après l'avis favorable de l'Administration ou de l'autorité qui a agréé.
L'Administration fixe les conditions et modalités d'octroi et de retrait de labellisation.]1
Modifications
Art.13. De dienstverlener stelt de overheid die hem gelabeld of erkend heeft in kennis van elke verandering van zijn gegevens uiteengezet op het webplatform bestemd voor de steunportfolio.
[1 ...]1
[1 ...]1
Modifications
Art.13. Le prestataire de services informe l'autorité qui l'a labellisé ou agréé de tout changement de ses données exposées sur la plate-forme Web dédicacée au portefeuille d'aides.
[1 ...]1
[1 ...]1
Modifications
Art.14. Een gelabelde of erkende dienstverlener mag in zijn communicatie, ongeacht de wijze, niet laten blijken dat zijn labeling of erkenning een erkenning vormt van de diensten die hij presteert.
Art.14. Un prestataire de services labellisé ou agréé ne peut laisser paraître dans sa communication, de quelque manière que ce soit, que sa labellisation ou son agrément constitue une reconnaissance des services qu'il preste.
HOOFDSTUK IV. - Nadere regels voor de behandeling van de steun
CHAPITRE IV. - Modalités de traitement des aides
Art.15. De projectontwikkelaar, de onderneming of, in voorkomend geval, de dienstverlener in naam en voor rekening van de projectontwikkelaar of de onderneming, dient de steunaanvraag via het webplatform bestemd voor de steunportfolio in.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
Modifications
Art.15. Le porteur de projet, l'entreprise ou, le cas échéant, le prestataire de services au nom et pour le compte du porteur de projet ou de l'entreprise, dépose la demande d'aide via la plate-forme Web dédicacée au portefeuille d'aides.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
Modifications
Art.16. § 1. Vóór elke steunaanvraag selecteert de projectontwikkelaar of de onderneming de verlener met wie de prestatie zal worden uitgevoerd.
De projectontwikkelaar of de onderneming maakt vervolgens een dienstverleningsovereenkomst op met de dienstverlener voor de aangevraagde dienst en tekent een cheque-aanvraag.
De overeenkomst wordt opgemaakt vóór het begin van de bedoelde prestaties.
De dienstverlener gaat na, tijdens de ondertekening van de overeenkomst, of de steunaanvraag overeenstemt met het decreet van 21 december 2016, met dit besluit en met de uitvoeringsbesluiten en, in de gevallen bedoeld bij de Minister, de Minister van Energie of de Minister van Vorming, ieder wat hem betreft, maakt het project van overeenkomst over aan de betrokken Administratie voor voorafgaande validering vóór zijn invoering op het webplatform.
§ 2. De overeenkomst bedoeld in paragraaf 1 bevat minstens de volgende informatie :
1° de gegevens van de projectontwikkelaar of de onderneming;
2° de gegevens van de erkende of gelabelde dienstverlener;
3° een uitvoerige omschrijving van de gevraagde dienstverlening en van de planning van de prestaties;
4° een omschrijving van de meerwaarde van het project voor de Waalse economie, met name in termen van werkgelegenheidscreatie - of handhaving in het Waalse Gewest of in termen van ontwikkeling van de productie van goederen of diensten in het Waalse Gewest of in termen van innovatie;
5° de totale kost van de dienstverlening, exclusief btw;
6° de ondertekening van de dienstverlener of van diens wettelijke vertegenwoordiger;
7° de ondertekening van de projectontwikkelaar of van de wettelijke vertegenwoordiger van de onderneming;
8° de datum waarop de overeenkomst wordt gesloten.
De Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming kunnen, ieder wat hem betreft, de minimale inhoud van de overeenkomst bepalen en de eventuele erbij te voegen bijkomende documenten bepalen.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
De projectontwikkelaar of de onderneming maakt vervolgens een dienstverleningsovereenkomst op met de dienstverlener voor de aangevraagde dienst en tekent een cheque-aanvraag.
De overeenkomst wordt opgemaakt vóór het begin van de bedoelde prestaties.
De dienstverlener gaat na, tijdens de ondertekening van de overeenkomst, of de steunaanvraag overeenstemt met het decreet van 21 december 2016, met dit besluit en met de uitvoeringsbesluiten en, in de gevallen bedoeld bij de Minister, de Minister van Energie of de Minister van Vorming, ieder wat hem betreft, maakt het project van overeenkomst over aan de betrokken Administratie voor voorafgaande validering vóór zijn invoering op het webplatform.
§ 2. De overeenkomst bedoeld in paragraaf 1 bevat minstens de volgende informatie :
1° de gegevens van de projectontwikkelaar of de onderneming;
2° de gegevens van de erkende of gelabelde dienstverlener;
3° een uitvoerige omschrijving van de gevraagde dienstverlening en van de planning van de prestaties;
4° een omschrijving van de meerwaarde van het project voor de Waalse economie, met name in termen van werkgelegenheidscreatie - of handhaving in het Waalse Gewest of in termen van ontwikkeling van de productie van goederen of diensten in het Waalse Gewest of in termen van innovatie;
5° de totale kost van de dienstverlening, exclusief btw;
6° de ondertekening van de dienstverlener of van diens wettelijke vertegenwoordiger;
7° de ondertekening van de projectontwikkelaar of van de wettelijke vertegenwoordiger van de onderneming;
8° de datum waarop de overeenkomst wordt gesloten.
De Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming kunnen, ieder wat hem betreft, de minimale inhoud van de overeenkomst bepalen en de eventuele erbij te voegen bijkomende documenten bepalen.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
Modifications
Art.16. § 1er. Avant toute demande d'aide, le porteur de projet ou l'entreprise sélectionne le prestataire avec lequel la prestation sera réalisée.
Le porteur de projet ou l'entreprise établit ensuite une convention de prestation avec un prestataire de services pour le service sollicité et signe une demande de chèque.
La convention est établie avant le début des prestations visées.
Le prestataire de services vérifie, lors de la signature de la convention, que la demande d'aide est conforme au décret du 21 décembre 2016, au présent arrêté et aux arrêtés d'exécution et, dans les cas visés par le Ministre, le Ministre de l'Energie ou le Ministre de la Formation, chacun pour ce qui le concerne, transmet le projet de convention à l'Administration concernée pour validation préalable avant son introduction sur la plate-forme Web.
§ 2. La convention visée au paragraphe 1er contient au moins les informations suivantes :
1° les coordonnées du porteur de projet ou de l'entreprise;
2° les coordonnées du prestataire de services agréé ou labellisé;
3° une description détaillée de la prestation de services sollicitée et du planning des prestations;
4° une description de la valeur ajoutée pour l'économie wallonne du projet, notamment en termes de création ou de maintien d'emplois en Région wallonne ou en terme de développement de la production de bien ou de service localisée en Région wallonne ou en terme d'innovation;
5° le coût total de la prestation de services, hors T.V.A.;
6° la signature du prestataire de services ou de son représentant légal;
7° la signature du porteur de projet ou du représentant légal de l'entreprise;
8° la date de conclusion de la convention.
Le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation peuvent, chacun pour ce qui les concerne, préciser le contenu minimum de la convention et déterminer les éventuels documents complémentaires à y annexer.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
Le porteur de projet ou l'entreprise établit ensuite une convention de prestation avec un prestataire de services pour le service sollicité et signe une demande de chèque.
La convention est établie avant le début des prestations visées.
Le prestataire de services vérifie, lors de la signature de la convention, que la demande d'aide est conforme au décret du 21 décembre 2016, au présent arrêté et aux arrêtés d'exécution et, dans les cas visés par le Ministre, le Ministre de l'Energie ou le Ministre de la Formation, chacun pour ce qui le concerne, transmet le projet de convention à l'Administration concernée pour validation préalable avant son introduction sur la plate-forme Web.
§ 2. La convention visée au paragraphe 1er contient au moins les informations suivantes :
1° les coordonnées du porteur de projet ou de l'entreprise;
2° les coordonnées du prestataire de services agréé ou labellisé;
3° une description détaillée de la prestation de services sollicitée et du planning des prestations;
4° une description de la valeur ajoutée pour l'économie wallonne du projet, notamment en termes de création ou de maintien d'emplois en Région wallonne ou en terme de développement de la production de bien ou de service localisée en Région wallonne ou en terme d'innovation;
5° le coût total de la prestation de services, hors T.V.A.;
6° la signature du prestataire de services ou de son représentant légal;
7° la signature du porteur de projet ou du représentant légal de l'entreprise;
8° la date de conclusion de la convention.
Le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation peuvent, chacun pour ce qui les concerne, préciser le contenu minimum de la convention et déterminer les éventuels documents complémentaires à y annexer.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
Modifications
Art.17. De projectontwikkelaar, de onderneming of, in voorkomend geval, de dienstverlener in naam en voor rekening van de projectontwikkelaar of de onderneming, dient daarna zijn steunaanvraag in via het webplatform bestemd voor de steunportfolio vóór het begin van de uitvoering van de diensten.
De steunaanvraag kan alleen maar worden voorgelegd via het webplatform als het aanvraagdossier volledig is.
Een bericht van ontvangst van het gevalideerd dossier wordt gestuurd naar de projectontwikkelaar of de onderneming alsook naar de betrokken dienstverlener.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
De steunaanvraag kan alleen maar worden voorgelegd via het webplatform als het aanvraagdossier volledig is.
Een bericht van ontvangst van het gevalideerd dossier wordt gestuurd naar de projectontwikkelaar of de onderneming alsook naar de betrokken dienstverlener.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
Modifications
Art.17. Le porteur de projet, l'entreprise ou, le cas échéant, le prestataire de services au nom et pour le compte du porteur de projet ou de l'entreprise, introduit ensuite sa demande d'aide via la plate-forme Web dédicacée au portefeuille d'aides avant le début de l'exécution des services.
La demande d'aide peut être soumise via la plate-forme Web uniquement si le dossier de demande est complet.
Un accusé de réception du dossier validé est envoyé au porteur de projet ou à l'entreprise ainsi qu'au prestataire de services concerné.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
La demande d'aide peut être soumise via la plate-forme Web uniquement si le dossier de demande est complet.
Un accusé de réception du dossier validé est envoyé au porteur de projet ou à l'entreprise ainsi qu'au prestataire de services concerné.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
Modifications
Art.18. De Administratie gaat de ontvankelijkheid van de aanvraag om subsidies na binnen een maximum termijn van vijf werkdagen te rekenen van de indiening van het dossier.
Onder werkdag wordt verstaan elke dag van de week met uitzondering van de zaterdag, de zondag en de feestdagen.
Bij gebrek aan antwoord binnen de voorgeschreven termijn, wordt het dossier geacht ontvankelijk te zijn.
Als het dossier niet ontvankelijk is, schorst de Administratie de steunaanvraag en informeert ze de projectontwikkelaar, de onderneming en de dienstverlener, laatstgenoemde kan zijn steunaanvraag aanvullen en ze voorleggen aan een nieuw onderzoek van ontvankelijkheid.
Als het dossier niet wordt aangevuld en onderworpen aan een nieuw onderzoek van ontvankelijkheid binnen een termijn van één maand te rekenen van de datum van schorsing, dan wordt de steunaanvraag definitief vernietigd.
De Administratie weigert een dossier als :
1° de prestaties ontoelaatbare kosten dekken;
2° de projectontwikkelaar of de onderneming niet voldoet aan de omschrijving die hiervan wordt gegeven;
3° de dienstverlener geselecteerd om de gewenste dienstverlening te verwezenlijken niet gelabeld of erkend is voor dit soort dienst;
4° het jaarlijks maximum bedrag van de subsidies toegekend per jaar of de maximum bedragen van de subsidies, verspreid per pijler van het elektronische portfolio, worden bereikt;
5° de drempel van de de-minimissteun is bereikt;
6° als het project niet van dien aard is om een meerwaarde voor de Waalse economie te betekenen.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
Onder werkdag wordt verstaan elke dag van de week met uitzondering van de zaterdag, de zondag en de feestdagen.
Bij gebrek aan antwoord binnen de voorgeschreven termijn, wordt het dossier geacht ontvankelijk te zijn.
Als het dossier niet ontvankelijk is, schorst de Administratie de steunaanvraag en informeert ze de projectontwikkelaar, de onderneming en de dienstverlener, laatstgenoemde kan zijn steunaanvraag aanvullen en ze voorleggen aan een nieuw onderzoek van ontvankelijkheid.
Als het dossier niet wordt aangevuld en onderworpen aan een nieuw onderzoek van ontvankelijkheid binnen een termijn van één maand te rekenen van de datum van schorsing, dan wordt de steunaanvraag definitief vernietigd.
De Administratie weigert een dossier als :
1° de prestaties ontoelaatbare kosten dekken;
2° de projectontwikkelaar of de onderneming niet voldoet aan de omschrijving die hiervan wordt gegeven;
3° de dienstverlener geselecteerd om de gewenste dienstverlening te verwezenlijken niet gelabeld of erkend is voor dit soort dienst;
4° het jaarlijks maximum bedrag van de subsidies toegekend per jaar of de maximum bedragen van de subsidies, verspreid per pijler van het elektronische portfolio, worden bereikt;
5° de drempel van de de-minimissteun is bereikt;
6° als het project niet van dien aard is om een meerwaarde voor de Waalse economie te betekenen.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
Modifications
Art.18. L'Administration vérifie la recevabilité de la demande de subvention dans un délai maximum de cinq jours ouvrés à dater de la soumission du dossier.
On entend par jour ouvré tous les jours de la semaine à l'exception du samedi, du dimanche et des jours fériés.
A défaut de réponse dans le délai fixé, le dossier est réputé recevable.
Lorsque le dossier n'est pas recevable, l'Administration suspend la demande d'aide et informe le porteur de projet, l'entreprise et le prestataire de services, ce dernier pouvant compléter sa demande d'aide et la soumettre à un nouvel examen de recevabilité.
Si le dossier n'est pas complété et soumis à un nouvel examen de recevabilité dans un délai d'un mois à dater de la date de suspension, la demande d'aide est définitivement annulée.
L'Administration refuse un dossier si :
1° les prestations couvrent des coûts non admissibles;
2° le porteur de projet ou l'entreprise ne répond pas à la définition qui en est donnée;
3° le prestataire de services sélectionné pour réaliser la prestation de services souhaitée n'est pas labellisé ou agréé pour ce type de service;
4° le montant annuel maximum des subventions octroyées par année ou les montants maximum des subventions, réparti par pilier du portefeuille électronique d'une entreprise, sont atteints;
5° le seuil des aides de minimis est atteint;
6° si le projet n'est pas de nature à apporter une plus-value pour l'économie wallonne.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
On entend par jour ouvré tous les jours de la semaine à l'exception du samedi, du dimanche et des jours fériés.
A défaut de réponse dans le délai fixé, le dossier est réputé recevable.
Lorsque le dossier n'est pas recevable, l'Administration suspend la demande d'aide et informe le porteur de projet, l'entreprise et le prestataire de services, ce dernier pouvant compléter sa demande d'aide et la soumettre à un nouvel examen de recevabilité.
Si le dossier n'est pas complété et soumis à un nouvel examen de recevabilité dans un délai d'un mois à dater de la date de suspension, la demande d'aide est définitivement annulée.
L'Administration refuse un dossier si :
1° les prestations couvrent des coûts non admissibles;
2° le porteur de projet ou l'entreprise ne répond pas à la définition qui en est donnée;
3° le prestataire de services sélectionné pour réaliser la prestation de services souhaitée n'est pas labellisé ou agréé pour ce type de service;
4° le montant annuel maximum des subventions octroyées par année ou les montants maximum des subventions, réparti par pilier du portefeuille électronique d'une entreprise, sont atteints;
5° le seuil des aides de minimis est atteint;
6° si le projet n'est pas de nature à apporter une plus-value pour l'économie wallonne.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
Modifications
Art.19. Als de aanvraag voldoet aan de vastgelegde voorwaarden, worden de projectontwikkelaar of de onderneming en de betrokken dienstverlener elektronisch ingelicht dat de steun wordt toegekend op voorwaarde dat de projectontwikkelaar of de onderneming een betaling verricht bij de uitgever, volgens de modaliteiten die hem worden meegedeeld, zijn deel voor de dekking van de door de steun bedoelde diensten, als een dergelijk deel wordt voorzien.
De betaling bedoeld in het eerste lid gebeurt uiterlijk binnen de dertig dagen van de ontvankelijkheid van het dossier.
Bij gebrek wordt de aanvraag om subsidies vernietigd.
Zodra de betaling ontvangen is, worden de projectontwikkelaar, de onderneming en de dienstverlener op de hoogte gebracht van de betaling en een elektronische cheque die gelijk is aan het totaalbedrag van de steun wordt geplaatst in de elektronische portfolio van de projectontwikkelaar of de onderneming en de dienstverlener wordt ingelicht.
De elektronische cheque kan prestaties dekken die verricht worden vanaf de [1 datum van betaling van het aandeel van de begunstigde]1 dat de startdatum vormt van de termijn waarin de prestatie verricht moet worden.
[2 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]2
De betaling bedoeld in het eerste lid gebeurt uiterlijk binnen de dertig dagen van de ontvankelijkheid van het dossier.
Bij gebrek wordt de aanvraag om subsidies vernietigd.
Zodra de betaling ontvangen is, worden de projectontwikkelaar, de onderneming en de dienstverlener op de hoogte gebracht van de betaling en een elektronische cheque die gelijk is aan het totaalbedrag van de steun wordt geplaatst in de elektronische portfolio van de projectontwikkelaar of de onderneming en de dienstverlener wordt ingelicht.
De elektronische cheque kan prestaties dekken die verricht worden vanaf de [1 datum van betaling van het aandeel van de begunstigde]1 dat de startdatum vormt van de termijn waarin de prestatie verricht moet worden.
[2 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]2
Art.19. Si la demande répond aux conditions fixées, le porteur de projet ou l'entreprise et le prestataire de services concerné sont informés électroniquement que l'aide est accordée à la condition que le porteur de projet ou l'entreprise effectue un paiement auprès de l'émetteur, selon les modalités qui lui sont communiquées, sa part pour la couverture des services visés par l'aide, si une telle part est prévue.
Le paiement visé à l'alinéa 1er a lieu au plus tard dans les trente jours de la recevabilité du dossier.
A défaut, la demande de subvention est annulée.
Une fois le paiement reçu, le porteur de projet, l'entreprise et le prestataire de services sont informés du paiement et un chèque électronique équivalent au montant total de l'aide est placé dans le portefeuille électronique du porteur de projet ou de l'entreprise et le prestataire de services est informé.
Le chèque électronique peut couvrir les prestations réalisées à partir de la [1 date de paiement de la quote-part du bénéficiaire]1 qui constitue la date de départ du délai dans lequel la prestation doit être réalisée.
[2 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]2
Le paiement visé à l'alinéa 1er a lieu au plus tard dans les trente jours de la recevabilité du dossier.
A défaut, la demande de subvention est annulée.
Une fois le paiement reçu, le porteur de projet, l'entreprise et le prestataire de services sont informés du paiement et un chèque électronique équivalent au montant total de l'aide est placé dans le portefeuille électronique du porteur de projet ou de l'entreprise et le prestataire de services est informé.
Le chèque électronique peut couvrir les prestations réalisées à partir de la [1 date de paiement de la quote-part du bénéficiaire]1 qui constitue la date de départ du délai dans lequel la prestation doit être réalisée.
[2 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]2
Art.20. § 1. In voorkomend geval, uiterlijk een maand vóór de vervaldatum waarin de prestatie moet worden verricht, worden de projectontwikkelaar, de onderneming en de dienstverlener elektronisch op de hoogte gebracht van de termijn waarin de prestatie beëindigd moet zijn.
Aan het einde van de prestatie maakt de dienstverlener, via het webplatform bestemd voor de steunportfolio zijn factuur over die het volgende bevat :
1° de gegevens en het referentienummer van de dienstverlener;
2° het totaalbedrag van de factuur, exclusief btw;
3° een uitvoerige omschrijving van de gefactureerde prestaties, met een onderscheid, in voorkomend geval, tussen de prestaties verricht in het kader van de overeenkomst en de prestaties die buiten de overeenkomst vallen;
4° de datum van de factuur.
De dienstverlener voegt ook bij zijn factuur een uitvoeringsverslag van de dienstverlening waarvan de inhoud wordt bepaald door de Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming bepalen, ieder wat hem betreft.
De prestaties bedoeld in de overeenkomst die niet worden verricht of gedeeltelijk worden verricht, worden door de dienstverlener vermeld.
§ 2. De projectontwikkelaar of de onderneming valideert de factuur of het uitvoeringsverslag van de dienstverlener via het webplatform bestemd voor de steunportfolio binnen vijftien dagen.
Bij gebrek worden de factuur en het uitvoeringsverslag geacht gevalideerd te zijn.
§ 3. De Administratie gaat de ontvankelijkheid van de aanvraag om betaling na binnen een maximum termijn van vijf werkdagen.
Bij gebrek aan validatie binnen de voorgeschreven termijn, wordt het dossier geacht ontvankelijk te zijn.
Als de aanvraag om betaling niet ontvankelijk is, schorst de Administratie de betaling en informeert ze de projectontwikkelaar, de onderneming en de dienstverlener, laatstgenoemde kan zijn aanvraag om betaling aanvullen en ze voorleggen aan een nieuw onderzoek van ontvankelijkheid.
Als het dossier niet wordt aangevuld en onderworpen aan een nieuw onderzoek van ontvankelijkheid binnen de twee maanden te rekenen van de datum van schorsing, dan wordt de steunaanvraag definitief vernietigd.
Een rappelbrief wordt verstuurd naar de projectontwikkelaar, naar de onderneming en naar de dienstverlener vijftien dagen vóór het einde van de termijn van twee maanden.
De betaling van een dossier kan worden geschorst als :
1° de projectontwikkelaar, de onderneming of de dienstverlener van de elektronische portfolio wordt uitgesloten tijdens de duur van de uitsluiting en op voorwaarde dat hij daarna opnieuw in de portfolio wordt opgenomen;
2° als de projectontwikkelaar, de onderneming of de dienstverlener schuldenaar is van eisbare bedragen door het Waalse Gewest, zolang deze bedragen niet betaald zijn.
De Administratie weigert de betaling van een dossier als :
1° de verrichte prestaties niet overeenkomen met de prestaties bedoeld in het aanvraagdossier, in voorkomend geval, ondanks de verstrekte bijkomende informatie;
2° de projectontwikkelaar, de onderneming of de dienstverlener van de elektronische portfolio wordt uitgesloten en niet opnieuw opgenomen is in de portfolio;
3° de prestaties werden verricht na de duur waarin de dienstverlening moet worden verricht;
4° de drempel van de de-minimissteun is bereikt;
5° de onderneming naar het buitenland overgeplaatst is of stappen heeft ondernomen om over te gaan tot een gedeeltelijke of gehele delokalisatie van zijn activiteit naar het buitenland, wat een vermindering of een stopzetting van activiteiten in het Waalse Gewest als gevolg zou hebben.
§ 4. De facturen exclusief btw worden uitsluitend betaald via de elektronische portfolio.
De Administratie verzoekt bij de uitgever om de betaling op de bankrekening van de dienstverlener van de gevalideerde elektronische cheques.
De uitgever betaalt de dienstverlener binnen maximum vijftien dagen na de validatie van de betaling door de Administratie.
[1 § 5. De paragrafen 1 tot 4 zijn ook van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
Aan het einde van de prestatie maakt de dienstverlener, via het webplatform bestemd voor de steunportfolio zijn factuur over die het volgende bevat :
1° de gegevens en het referentienummer van de dienstverlener;
2° het totaalbedrag van de factuur, exclusief btw;
3° een uitvoerige omschrijving van de gefactureerde prestaties, met een onderscheid, in voorkomend geval, tussen de prestaties verricht in het kader van de overeenkomst en de prestaties die buiten de overeenkomst vallen;
4° de datum van de factuur.
De dienstverlener voegt ook bij zijn factuur een uitvoeringsverslag van de dienstverlening waarvan de inhoud wordt bepaald door de Minister, de Minister van Energie en de Minister van Vorming bepalen, ieder wat hem betreft.
De prestaties bedoeld in de overeenkomst die niet worden verricht of gedeeltelijk worden verricht, worden door de dienstverlener vermeld.
§ 2. De projectontwikkelaar of de onderneming valideert de factuur of het uitvoeringsverslag van de dienstverlener via het webplatform bestemd voor de steunportfolio binnen vijftien dagen.
Bij gebrek worden de factuur en het uitvoeringsverslag geacht gevalideerd te zijn.
§ 3. De Administratie gaat de ontvankelijkheid van de aanvraag om betaling na binnen een maximum termijn van vijf werkdagen.
Bij gebrek aan validatie binnen de voorgeschreven termijn, wordt het dossier geacht ontvankelijk te zijn.
Als de aanvraag om betaling niet ontvankelijk is, schorst de Administratie de betaling en informeert ze de projectontwikkelaar, de onderneming en de dienstverlener, laatstgenoemde kan zijn aanvraag om betaling aanvullen en ze voorleggen aan een nieuw onderzoek van ontvankelijkheid.
Als het dossier niet wordt aangevuld en onderworpen aan een nieuw onderzoek van ontvankelijkheid binnen de twee maanden te rekenen van de datum van schorsing, dan wordt de steunaanvraag definitief vernietigd.
Een rappelbrief wordt verstuurd naar de projectontwikkelaar, naar de onderneming en naar de dienstverlener vijftien dagen vóór het einde van de termijn van twee maanden.
De betaling van een dossier kan worden geschorst als :
1° de projectontwikkelaar, de onderneming of de dienstverlener van de elektronische portfolio wordt uitgesloten tijdens de duur van de uitsluiting en op voorwaarde dat hij daarna opnieuw in de portfolio wordt opgenomen;
2° als de projectontwikkelaar, de onderneming of de dienstverlener schuldenaar is van eisbare bedragen door het Waalse Gewest, zolang deze bedragen niet betaald zijn.
De Administratie weigert de betaling van een dossier als :
1° de verrichte prestaties niet overeenkomen met de prestaties bedoeld in het aanvraagdossier, in voorkomend geval, ondanks de verstrekte bijkomende informatie;
2° de projectontwikkelaar, de onderneming of de dienstverlener van de elektronische portfolio wordt uitgesloten en niet opnieuw opgenomen is in de portfolio;
3° de prestaties werden verricht na de duur waarin de dienstverlening moet worden verricht;
4° de drempel van de de-minimissteun is bereikt;
5° de onderneming naar het buitenland overgeplaatst is of stappen heeft ondernomen om over te gaan tot een gedeeltelijke of gehele delokalisatie van zijn activiteit naar het buitenland, wat een vermindering of een stopzetting van activiteiten in het Waalse Gewest als gevolg zou hebben.
§ 4. De facturen exclusief btw worden uitsluitend betaald via de elektronische portfolio.
De Administratie verzoekt bij de uitgever om de betaling op de bankrekening van de dienstverlener van de gevalideerde elektronische cheques.
De uitgever betaalt de dienstverlener binnen maximum vijftien dagen na de validatie van de betaling door de Administratie.
[1 § 5. De paragrafen 1 tot 4 zijn ook van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
Modifications
Art.20. § 1er. Le cas échéant, au plus tard un mois avant le terme dans lequel la prestation doit être réalisée, le porteur de projet, l'entreprise et le prestataire de services sont informés électroniquement du délai dans lequel la prestation doit être terminée.
A la fin de la prestation, le prestataire de services transmet, via la plate-forme Web dédicacée au portefeuille d'aides sa facture, qui contient :
1° les coordonnées et le numéro de référence du prestataire de services;
2° le montant total de la facture hors T.V.A.;
3° une description détaillée des prestations facturées, avec une distinction, le cas échéant, entre les prestations effectuées dans le cadre de la convention et celles qui sont en dehors de la convention;
4° la date de la facture.
Le prestataire de services joint également à sa facture un rapport d'exécution de la prestation de services dont le contenu est déterminé par le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation, chacun pour ce qui le concerne.
Si les prestations visées dans la convention ne sont pas effectuées ou partiellement, le prestataire de services en fait mention.
§ 2. Le porteur de projet ou l'entreprise valide la facture et le rapport d'exécution du prestataire de services via la plate-forme Web dédicacée au portefeuille d'aides dans les quinze jours.
A défaut, la facture et le rapport d'exécution sont réputés validés.
§ 3. L'Administration vérifie la recevabilité de la demande de paiement dans un délai maximum de quinze jours ouvrés.
A défaut de validation dans le délai fixé, le dossier est réputé recevable.
Lorsque la demande de paiement n'est pas recevable, l'Administration suspend le paiement et informe le porteur de projet, l'entreprise et le prestataire de services, ce dernier pouvant compléter sa demande de paiement et la soumettre à un nouvel examen de recevabilité.
Si le dossier n'est pas complété et soumis à un nouvel examen de recevabilité dans les deux mois à dater de la date de suspension, la demande d'aide est définitivement annulée.
Un rappel est envoyé au porteur de projet, à l'entreprise et au prestataire de services quinze jours avant la fin du délai des deux mois.
Le paiement d'un dossier peut être suspendu si:
1° le porteur de projet, l'entreprise ou le prestataire de services a été exclu du portefeuille électronique pendant la durée de l'exclusion et à la condition qu'ils soient ensuite réintégrés dans le portefeuille;
2° si le porteur de projet, l'entreprise ou le prestataire de services est débiteur de montants exigibles par la Région wallonne, tant que ces montants n'ont pas été payés.
L'Administration refuse le paiement d'un dossier si :
1° les prestations réalisées ne correspondent pas à celles visées dans le dossier de demande, le cas échéant, malgré les informations complémentaires fournies;
2° le porteur de projet, l'entreprise ou le prestataire de services a été exclu du portefeuille électronique et n'est pas réintégré dans le portefeuille;
3° les prestations ont été réalisées au-delà de la durée dans laquelle la prestation de services doit être réalisée;
4° le seuil des aides de minimis est atteint;
5° l'entreprise a délocalisé ou a entamé des démarches en vue de procéder à une délocalisation partielle ou totale de son activité vers l'étranger entrainant une réduction ou cessation d'activités en Région wallonne.
§ 4. Les factures hors T.V.A. sont payées uniquement via le portefeuille électronique.
L'Administration sollicite auprès de l'émetteur le paiement sur le compte bancaire du prestataire de services des chèques électroniques validés.
L'émetteur paie le prestataire de services dans les quinze jours maximum après la validation du paiement par l'Administration.
[1 § 5. Les paragraphes 1er à 4 s'appliquent également si le bénéficiaire est une ASBL.]1
A la fin de la prestation, le prestataire de services transmet, via la plate-forme Web dédicacée au portefeuille d'aides sa facture, qui contient :
1° les coordonnées et le numéro de référence du prestataire de services;
2° le montant total de la facture hors T.V.A.;
3° une description détaillée des prestations facturées, avec une distinction, le cas échéant, entre les prestations effectuées dans le cadre de la convention et celles qui sont en dehors de la convention;
4° la date de la facture.
Le prestataire de services joint également à sa facture un rapport d'exécution de la prestation de services dont le contenu est déterminé par le Ministre, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation, chacun pour ce qui le concerne.
Si les prestations visées dans la convention ne sont pas effectuées ou partiellement, le prestataire de services en fait mention.
§ 2. Le porteur de projet ou l'entreprise valide la facture et le rapport d'exécution du prestataire de services via la plate-forme Web dédicacée au portefeuille d'aides dans les quinze jours.
A défaut, la facture et le rapport d'exécution sont réputés validés.
§ 3. L'Administration vérifie la recevabilité de la demande de paiement dans un délai maximum de quinze jours ouvrés.
A défaut de validation dans le délai fixé, le dossier est réputé recevable.
Lorsque la demande de paiement n'est pas recevable, l'Administration suspend le paiement et informe le porteur de projet, l'entreprise et le prestataire de services, ce dernier pouvant compléter sa demande de paiement et la soumettre à un nouvel examen de recevabilité.
Si le dossier n'est pas complété et soumis à un nouvel examen de recevabilité dans les deux mois à dater de la date de suspension, la demande d'aide est définitivement annulée.
Un rappel est envoyé au porteur de projet, à l'entreprise et au prestataire de services quinze jours avant la fin du délai des deux mois.
Le paiement d'un dossier peut être suspendu si:
1° le porteur de projet, l'entreprise ou le prestataire de services a été exclu du portefeuille électronique pendant la durée de l'exclusion et à la condition qu'ils soient ensuite réintégrés dans le portefeuille;
2° si le porteur de projet, l'entreprise ou le prestataire de services est débiteur de montants exigibles par la Région wallonne, tant que ces montants n'ont pas été payés.
L'Administration refuse le paiement d'un dossier si :
1° les prestations réalisées ne correspondent pas à celles visées dans le dossier de demande, le cas échéant, malgré les informations complémentaires fournies;
2° le porteur de projet, l'entreprise ou le prestataire de services a été exclu du portefeuille électronique et n'est pas réintégré dans le portefeuille;
3° les prestations ont été réalisées au-delà de la durée dans laquelle la prestation de services doit être réalisée;
4° le seuil des aides de minimis est atteint;
5° l'entreprise a délocalisé ou a entamé des démarches en vue de procéder à une délocalisation partielle ou totale de son activité vers l'étranger entrainant une réduction ou cessation d'activités en Région wallonne.
§ 4. Les factures hors T.V.A. sont payées uniquement via le portefeuille électronique.
L'Administration sollicite auprès de l'émetteur le paiement sur le compte bancaire du prestataire de services des chèques électroniques validés.
L'émetteur paie le prestataire de services dans les quinze jours maximum après la validation du paiement par l'Administration.
[1 § 5. Les paragraphes 1er à 4 s'appliquent également si le bénéficiaire est une ASBL.]1
Modifications
Art.21. Als het eindbedrag van de prestatie exclusief btw lager is dan het bedrag vermeld in de dienstverleningsovereenkomst bedoeld in artikel 16, dan wordt het bedrag van de elektronische cheque aangepast door de Administratie om overeen te komen met het definitief bedrag.
De uitgever van de cheques betaalt aan de dienstverlener het eindbedrag en betaalt aan de projectontwikkelaar of aan de onderneming het te veel geïnde bedrag terug van de bijdrage die oorspronkelijk gestort werd binnen maximum vijftien dagen na de validering van de betaling.
Zodra de betaling is uitgevoerd, worden de projectontwikkelaar, de onderneming en de dienstverlener op de hoogte gebracht van de betaling.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
De uitgever van de cheques betaalt aan de dienstverlener het eindbedrag en betaalt aan de projectontwikkelaar of aan de onderneming het te veel geïnde bedrag terug van de bijdrage die oorspronkelijk gestort werd binnen maximum vijftien dagen na de validering van de betaling.
Zodra de betaling is uitgevoerd, worden de projectontwikkelaar, de onderneming en de dienstverlener op de hoogte gebracht van de betaling.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
Modifications
Art.21. Si le montant final de la prestation hors T.V.A. est inférieur à celui mentionné dans la convention de prestation visée à l'article 16, le montant du chèque électronique est adapté par l'Administration pour correspondre au montant définitif.
L'émetteur de chèques paie au prestataire de services le montant final et rembourse au porteur de projet ou à l'entreprise le trop-perçu de la quote-part versée initialement dans les quinze jours maximum après la validation du paiement.
Une fois le paiement effectué, le porteur de projet, l'entreprise et le prestataire de services sont informés du paiement.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
L'émetteur de chèques paie au prestataire de services le montant final et rembourse au porteur de projet ou à l'entreprise le trop-perçu de la quote-part versée initialement dans les quinze jours maximum après la validation du paiement.
Une fois le paiement effectué, le porteur de projet, l'entreprise et le prestataire de services sont informés du paiement.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
Modifications
Art.22. Behoudens uitzondering bepaald door de Minister, de Minister van Energie of de Minister van Vorming, kan de dienstverlener beroep doen op onderaannemers voor de uitvoering van de prestaties bedoeld in de overeenkomst mits akkoord van de Administratie en voor een maximum van twintig percent van de prestatie. Hij blijft evenwel verantwoordelijk ten opzichte van de projectontwikkelaar of de onderneming :
1° voor de organisatie van de dienstverlening;
2° voor de communicatie;
3° voor de facturatie;
4° voor de kwaliteit van de dienstverlening en de eventuele klachten;
5° voor de naleving van het decreet van 21 december 2016, dit besluit en de uitvoeringsbesluiten.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
1° voor de organisatie van de dienstverlening;
2° voor de communicatie;
3° voor de facturatie;
4° voor de kwaliteit van de dienstverlening en de eventuele klachten;
5° voor de naleving van het decreet van 21 december 2016, dit besluit en de uitvoeringsbesluiten.
[1 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]1
Modifications
Art.22. Sauf exception déterminée par le Ministre, le Ministre de l'Energie ou le Ministre de la Formation, le prestataire de services peut faire appel à des sous-traitants pour la réalisation des prestations visées dans la convention moyennant l'accord de l'Administration et pour un maximum de vingt pourcents de la prestation. Il demeure cependant responsable vis-à-vis du porteur de projet ou de l'entreprise :
1° de l'organisation de la prestation de services;
2° de la communication;
3° de la facturation;
4° de la qualité de la prestation de services et des plaintes éventuelles;
5° du respect du décret du 21 décembre 2016, du présent arrêté et des arrêtés d'exécution.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
1° de l'organisation de la prestation de services;
2° de la communication;
3° de la facturation;
4° de la qualité de la prestation de services et des plaintes éventuelles;
5° du respect du décret du 21 décembre 2016, du présent arrêté et des arrêtés d'exécution.
[1 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]1
Modifications
Art.23. De Administratie gaat over tot een ex-post controle van een monster van de gesloten dossiers met als doel om de naleving van het decreet van 21 december 2016 en van de uitvoeringsbesluiten te controleren [1 overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen]1.
Het monster van de gecontroleerde verrichtingen dient zo te zijn dat hij rekening houdt met de noodzaak om voldoende gevarieerde verrichtingen van aard en van omvang te controleren alsook geïdentificeerde risico-factoren.
Bij niet-naleving, in de gecontroleerde dossiers, van de verplichtingen uitgevaardigd bij of krachtens het decreet van 21 december 2016 en onverminderd de bepalingen van het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheden, brengt de Administratie de steun geheel of gedeeltelijk in verhouding tot de vastgestelde inbreuken.
In dat geval betaalt de dienstverlener, de onderneming of de projectontwikkelaar in functie van de oorsprong van de fout, het openbaar gedeelte van de subsidie terug aan de uitgever van de cheques, volgens de modaliteiten die hem worden meegedeeld.
[2 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]2
Het monster van de gecontroleerde verrichtingen dient zo te zijn dat hij rekening houdt met de noodzaak om voldoende gevarieerde verrichtingen van aard en van omvang te controleren alsook geïdentificeerde risico-factoren.
Bij niet-naleving, in de gecontroleerde dossiers, van de verplichtingen uitgevaardigd bij of krachtens het decreet van 21 december 2016 en onverminderd de bepalingen van het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheden, brengt de Administratie de steun geheel of gedeeltelijk in verhouding tot de vastgestelde inbreuken.
In dat geval betaalt de dienstverlener, de onderneming of de projectontwikkelaar in functie van de oorsprong van de fout, het openbaar gedeelte van de subsidie terug aan de uitgever van de cheques, volgens de modaliteiten die hem worden meegedeeld.
[2 Dezelfde procedure is van toepassing indien de begunstigde een vzw is.]2
Art.23. L'Administration procède à un contrôle ex-post d'un échantillon des dossiers clôturés dans le but de contrôler le respect du décret du 21 décembre 2016 et des arrêtés d'exécution [1 conformément au décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementations]1.
L'échantillon des opérations contrôlées devra être tel qu'il tienne compte de la nécessité de contrôler des opérations de nature et d'ampleur suffisamment variées ainsi que des facteurs de risque identifiés.
En cas de non-respect, dans les dossiers contrôlés, des obligations édictées par ou en vertu du décret du 21 décembre 2016 et sans préjudice des dispositions du décret du 15 décembre 2011 portant organisation du budget, de la comptabilité et du rapportage des unités d'Administration publique wallonnes, l'Administration rapporte tout ou partie de l'aide proportionnellement aux infractions constatées.
Dans ce cas, le prestataire de services, l'entreprise ou le porteur de projet en fonction de l'origine de la faute, rembourse à l'émetteur de chèques, selon les modalités qui lui sont communiquées, la part publique de la subvention.
[2 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]2
L'échantillon des opérations contrôlées devra être tel qu'il tienne compte de la nécessité de contrôler des opérations de nature et d'ampleur suffisamment variées ainsi que des facteurs de risque identifiés.
En cas de non-respect, dans les dossiers contrôlés, des obligations édictées par ou en vertu du décret du 21 décembre 2016 et sans préjudice des dispositions du décret du 15 décembre 2011 portant organisation du budget, de la comptabilité et du rapportage des unités d'Administration publique wallonnes, l'Administration rapporte tout ou partie de l'aide proportionnellement aux infractions constatées.
Dans ce cas, le prestataire de services, l'entreprise ou le porteur de projet en fonction de l'origine de la faute, rembourse à l'émetteur de chèques, selon les modalités qui lui sont communiquées, la part publique de la subvention.
[2 La même procédure s'applique si le bénéficiaire est une ASBL.]2
Art.23/1. [1 De personeelsleden aangewezen door de Regering gaan de toepassing van dit besluit na en oefenen het toezicht uit op de inachtneming ervan.
De inspecteurs oefenen die controle uit overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen.]1
De inspecteurs oefenen die controle uit overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen.]1
Art.23/1. [1 Les agents désignés par le Gouvernement contrôlent l'application du présent arrêté et surveillent le respect de celui-ci.
Ils exercent ce contrôle conformément aux dispositions du décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementations.]1
Ils exercent ce contrôle conformément aux dispositions du décret du 28 février 2019 relatif au contrôle des législations et réglementations relatives à la politique économique, à la politique de l'emploi et à la recherche scientifique ainsi qu'à l'instauration d'amendes administratives applicables en cas d'infraction à ces législations et réglementations.]1
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
CHAPITRE V. - Dispositions finales
Afdeling 1. - Wijzigingsbepalingen
Section 1ère. - Dispositions modificatives
Art.24. In het besluit van de Waalse Regering van 6 mei 2004 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen, worden de volgende artikelen opgeheven :
1° artikel 27, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 januari 2014;
2° de artikelen 28 en 29;
3° artikel 30, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006;
4° artikel 31, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2008;
5° artikel 32, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006;
6° artikel 33;
7° artikel 34, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 26 februari 2015;
8° artikel 35;
9° de artikelen 36 en 37, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2007;
10° artikel 38, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 6 december 2007 en 12 december 2008;
11° artikel 39, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006.
1° artikel 27, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 30 januari 2014;
2° de artikelen 28 en 29;
3° artikel 30, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006;
4° artikel 31, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 12 december 2008;
5° artikel 32, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006;
6° artikel 33;
7° artikel 34, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 26 februari 2015;
8° artikel 35;
9° de artikelen 36 en 37, vervangen bij het besluit van de Waalse Regering van 6 december 2007;
10° artikel 38, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 6 december 2007 en 12 december 2008;
11° artikel 39, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 9 februari 2006.
Art.24. Dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 6 mai 2004 portant exécution du décret du 11 mars 2004 relatif aux incitants régionaux en faveur des petites et moyennes entreprises, les articles suivants sont abrogés:
1° l'article 27, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement wallon du 30 janvier 2014;
2° les articles 28 et 29;
3° l'article 30, remplacé par l'arrêté du Gouvernement wallon du 9 février 2006;
4° l'article 31, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 décembre 2008;
5° l'article 32, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 9 février 2006;
6° l'article 33;
7° l'article 34, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement wallon du 26 février 2015;
8° l'article 35;
9° les articles 36 et 37, remplacés par l'arrêté du Gouvernement wallon du 6 décembre 2007;
10° l'article 38, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon du 6 décembre 2007 et 12 décembre 2008;
11° l'article 39, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 9 février 2006.
1° l'article 27, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement wallon du 30 janvier 2014;
2° les articles 28 et 29;
3° l'article 30, remplacé par l'arrêté du Gouvernement wallon du 9 février 2006;
4° l'article 31, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 décembre 2008;
5° l'article 32, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 9 février 2006;
6° l'article 33;
7° l'article 34, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement wallon du 26 février 2015;
8° l'article 35;
9° les articles 36 et 37, remplacés par l'arrêté du Gouvernement wallon du 6 décembre 2007;
10° l'article 38, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon du 6 décembre 2007 et 12 décembre 2008;
11° l'article 39, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 9 février 2006.
Art.25. In het besluit van de Waalse regering van 29 oktober 2015 betreffende de steun voor internationalisering van de ondernemingen, worden opgeheven :
1° de artikelen 13 tot 16;
2° de artikelen 41 tot 49;
3° artikel 56;
4° artikel 63.
1° de artikelen 13 tot 16;
2° de artikelen 41 tot 49;
3° artikel 56;
4° artikel 63.
Art.25. Dans l'arrêté du Gouvernement wallon du 29 octobre 2015 concernant les aides à l'internationalisation des entreprises, sont abrogés :
1° les articles 13 à 16;
2° les articles 41 à 49;
3° l'article 56;
4° l'article 63.
1° les articles 13 à 16;
2° les articles 41 à 49;
3° l'article 56;
4° l'article 63.
Afdeling 2. - Opheffingsbepalingen
Section 2. - Dispositions abrogatoires
Art.26. Opgeheven worden :
1° het besluit van de Waalse regering van 19 september 2002 betreffende de toekenning van een premie aan de ondernemingen die een beroep doen op een Rentic, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 11 maart 2004 en 9 februari 2006;
2° het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de toekenning van een premie aan de ondernemingen die een website voor e-business openen, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006;
3° het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de erkenning voor het beheer van e-businessprojecten, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 11 maart 2004;
4° het besluit van de Waalse Regering van 23 oktober 2008 tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende de steunverlening voor het scheppen van activiteit via pre-startpremies en de steunverlening aan ondernemingen door middel van innovatiepremies, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 24 maart 2010 en 15 januari 2015.
1° het besluit van de Waalse regering van 19 september 2002 betreffende de toekenning van een premie aan de ondernemingen die een beroep doen op een Rentic, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 11 maart 2004 en 9 februari 2006;
2° het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de toekenning van een premie aan de ondernemingen die een website voor e-business openen, laatst gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 juni 2006;
3° het besluit van de Waalse Regering van 19 september 2002 betreffende de erkenning voor het beheer van e-businessprojecten, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 11 maart 2004;
4° het besluit van de Waalse Regering van 23 oktober 2008 tot uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende de steunverlening voor het scheppen van activiteit via pre-startpremies en de steunverlening aan ondernemingen door middel van innovatiepremies, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 24 maart 2010 en 15 januari 2015.
Art.26. Sont abrogés :
1° l'arrêté du Gouvernement wallon du 19 septembre 2002 relatif à l'octroi d'une prime aux entreprises ayant recours aux services d'un Rentic, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 11 mars 2004 et 9 février 2006;
2° l'arrêté du Gouvernement wallon du 19 septembre 2002 relatif à l'octroi d'une prime aux entreprises qui créent un site e-business, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement wallon du 15 juin 2006;
3° l'arrêté du Gouvernement wallon du 19 septembre 2002 relatif à l'agrément en gestion de projets e-business, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 11 mars 2004;
4° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 octobre 2008 portant exécution du décret du 15 juillet 2008 relatif au soutien à la création d'activités au travers des bourses de préactivité et au soutien à l'innovation des entreprises au moyen des bourses innovation, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 24 mars 2010 et 15 janvier 2015.
1° l'arrêté du Gouvernement wallon du 19 septembre 2002 relatif à l'octroi d'une prime aux entreprises ayant recours aux services d'un Rentic, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 11 mars 2004 et 9 février 2006;
2° l'arrêté du Gouvernement wallon du 19 septembre 2002 relatif à l'octroi d'une prime aux entreprises qui créent un site e-business, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement wallon du 15 juin 2006;
3° l'arrêté du Gouvernement wallon du 19 septembre 2002 relatif à l'agrément en gestion de projets e-business, modifié par l'arrêté du Gouvernement wallon du 11 mars 2004;
4° l'arrêté du Gouvernement wallon du 23 octobre 2008 portant exécution du décret du 15 juillet 2008 relatif au soutien à la création d'activités au travers des bourses de préactivité et au soutien à l'innovation des entreprises au moyen des bourses innovation, modifié par les arrêtés du Gouvernement wallon des 24 mars 2010 et 15 janvier 2015.
Afdeling 3. - Overgangsbepalingen
Section 3. - Dispositions transitoires
Art.27. De niet-verbruikte of teruggevorderde bedragen afkomstig uit de middelen toegekend aan het "Agence pour l'Entreprise et l'Innovation" (Agentschap voor Ondernemen en Innoveren) in het kader van de uitvoering van het decreet van 15 juli 2008 betreffende de steunverlening voor het scheppen van activiteit via pre-startpremies en de steunverlening aan ondernemingen door middel van innovatiepremies kunnen worden gebruikt door het "Agence pour l'Entreprise et l'Innovation", na 31 december 2016, om de personeels- en werkingskosten te dekken i.v.m het beheer van de steun toegekend op die datum tot aan de definitieve sluiting van de dossiers ingediend tot 31 december 2016.
Indien, aan het einde van deze definitieve sluiting, een schuld t.o.v. het Waalse Gewest blijft bestaan in de rekeningen van het "Agence pour l'Entreprise et l'Innovation", kan de Regering ofwel de terugbetaling van deze schuld vragen ofwel ervan afzien en dit bedrag bestemmen voor andere acties van het "Agence pour l'Entreprise et l'Innovation" dat zij bepaalt.
Indien, aan het einde van deze definitieve sluiting, een schuld t.o.v. het Waalse Gewest blijft bestaan in de rekeningen van het "Agence pour l'Entreprise et l'Innovation", kan de Regering ofwel de terugbetaling van deze schuld vragen ofwel ervan afzien en dit bedrag bestemmen voor andere acties van het "Agence pour l'Entreprise et l'Innovation" dat zij bepaalt.
Art.27. Les sommes non consommées ou récupérées issues des moyens alloués à l'Agence pour l'Entreprise et l'Innovation dans le cadre de la mise en oeuvre du décret du 15 juillet 2008 relatif au soutien à la création d'activités au travers des bourses de préactivité et au soutien à l'innovation des entreprises au moyen des bourses innovation peuvent être affectés par l'Agence pour l'Entreprise et l'Innovation, au-delà du 31 décembre 2016, pour couvrir les frais de personnel et de fonctionnement liés à la gestion des aides octroyées à cette date jusqu'à la clôture définitive des dossiers introduits jusqu'au 31 décembre 2016.
Si, à l'issue de cette clôture définitive, une dette à l'égard de la Région wallonne subsiste dans les comptes de l'Agence pour l'Entreprise et l'Innovation, le Gouvernement peut soit solliciter le remboursement de cette dette soit y renoncer et affecter ce montant à d'autres actions de l'Agence pour l'Entreprise et l'Innovation qu'il détermine.
Si, à l'issue de cette clôture définitive, une dette à l'égard de la Région wallonne subsiste dans les comptes de l'Agence pour l'Entreprise et l'Innovation, le Gouvernement peut soit solliciter le remboursement de cette dette soit y renoncer et affecter ce montant à d'autres actions de l'Agence pour l'Entreprise et l'Innovation qu'il détermine.
Art.28. In afwijking van artikel 7, § 2, en gedurende een periode van maximum twee jaar, wordt een dienstverlener vrijgesteld van de labeling als hij erkend is, zelfs als de specifieke erkenning nog niet de principes van het kwaliteitsreferentieel bedoeld in artikel 8 opneemt.
Art.28. Par dérogation à l'article 7, § 2, et pendant une période de deux années maximum, un prestataire de services est dispensé de la labellisation s'il est agréé, même si l'agrément spécifique n'intègre pas encore les principes du référentiel de qualité visé à l'article 8.
Afdeling 4. - Inwerkingtreding
Section 4. - Entrée en vigueur
Art.29. § 1. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2017.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, treedt artikel 3 uiterlijk in werking op 30 juni 2018.
Tot de inwerkingtreding van artikel 3, bewijst de onderneming haar hoedanigheid van micro-, kleine of middelgrote onderneming via de ondertekening van een verklaring op erewoord waarvan het model door de Minister wordt bepaald.
§ 3. In afwachting van de installatie van het referentiecentrum en van de labelingsprocedure kan de Administratie tijdelijk, tot 31 december 2017, dienstverleners erkennen andere dan die al reeds gecertificeerd of erkend zijn in het kader van de decreten bedoeld in de artikelen 32, 34 en 35 van het decreet van 21 december 2016 of door openbare instellingen om het geheel van de diensten te kunnen dekken die in de geïntegreerde steunportfolio worden opgenomen.
§ 4. Artikel 32 van het decreet van 21 december 2016 heeft uitwerking met ingang van 31 januari 2017.
De dossiers ingediend vóór 31 december 2016 worden onderzocht en maken het voorwerp uit van een beslissing vóór 31 januari 2017.
§ 5. Artikel 33 van het decreet van 21 december 2016 treedt in werking op 28 februari 2017.
De dossiers ingediend vóór 31 januari 2017 worden onderzocht en maken het voorwerp uit van een beslissing vóór 30 april 2017.
§ 6. Artikel 34 van het decreet van 21 december 2016 treedt in werking op 28 februari 2017.
De dossiers ingediend vóór 31 december 2016 worden onderzocht en maken het voorwerp uit van een beslissing vóór 30 juni 2017.
§ 7. In afwijking van paragraaf 1, treedt artikel 25 van dit besluit in werking op 30 april 2017.
§ 8. Artikel 35 van het decreet van 21 december 2016 heeft uitwerking met ingang van 31 december 2016.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, treedt artikel 3 uiterlijk in werking op 30 juni 2018.
Tot de inwerkingtreding van artikel 3, bewijst de onderneming haar hoedanigheid van micro-, kleine of middelgrote onderneming via de ondertekening van een verklaring op erewoord waarvan het model door de Minister wordt bepaald.
§ 3. In afwachting van de installatie van het referentiecentrum en van de labelingsprocedure kan de Administratie tijdelijk, tot 31 december 2017, dienstverleners erkennen andere dan die al reeds gecertificeerd of erkend zijn in het kader van de decreten bedoeld in de artikelen 32, 34 en 35 van het decreet van 21 december 2016 of door openbare instellingen om het geheel van de diensten te kunnen dekken die in de geïntegreerde steunportfolio worden opgenomen.
§ 4. Artikel 32 van het decreet van 21 december 2016 heeft uitwerking met ingang van 31 januari 2017.
De dossiers ingediend vóór 31 december 2016 worden onderzocht en maken het voorwerp uit van een beslissing vóór 31 januari 2017.
§ 5. Artikel 33 van het decreet van 21 december 2016 treedt in werking op 28 februari 2017.
De dossiers ingediend vóór 31 januari 2017 worden onderzocht en maken het voorwerp uit van een beslissing vóór 30 april 2017.
§ 6. Artikel 34 van het decreet van 21 december 2016 treedt in werking op 28 februari 2017.
De dossiers ingediend vóór 31 december 2016 worden onderzocht en maken het voorwerp uit van een beslissing vóór 30 juni 2017.
§ 7. In afwijking van paragraaf 1, treedt artikel 25 van dit besluit in werking op 30 april 2017.
§ 8. Artikel 35 van het decreet van 21 december 2016 heeft uitwerking met ingang van 31 december 2016.
Art.29. § 1er. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er mars 2017.
§ 2. Par dérogation au paragraphe 1er, l'article 3 entre en vigueur au plus tard le 30 juin 2018.
Jusqu'à l'entrée en vigueur de l'article 3, l'entreprise atteste de sa qualité de micro, petite ou moyenne entreprise par le biais de la signature d'une déclaration sur l'honneur dont le modèle est arrêté par le Ministre.
§ 3. Dans l'attente de la mise en place du centre de référence et de la procédure de labellisation, l'Administration peut agréer temporairement, jusqu'au 31 décembre 2017, des prestataires de services autres que ceux déjà agréés, certifiés ou reconnus dans le cadre des décrets visés aux articles 32, 34 et 35 du décret du 21 décembre 2016 ou par des organismes publics afin de pouvoir couvrir l'ensemble des services repris dans le portefeuille intégré d'aides.
§ 4. L'article 32 du décret du 21 décembre 2016 produit ses effets au 31 janvier 2017.
Les dossiers introduits avant le 31 décembre 2016 sont analysés et font l'objet d'une décision avant le 31 janvier 2017.
§ 5. L'article 33 du décret du 21 décembre 2016 entre en vigueur au 28 février 2017.
Les dossiers introduits avant le 31 janvier 2017 sont analysés et font l'objet d'une décision avant le 30 avril 2017.
§ 6. L'article 34 du décret du 21 décembre 2016 entre en vigueur au 28 février 2017.
Les dossiers introduits avant le 31 décembre 2016 sont analysés et font l'objet d'une décision avant le 30 juin 2017.
§ 7. Par dérogation au paragraphe 1er, l'article 25 du présent arrêté entre en vigueur au 30 avril 2017.
§ 8. L'article 35 du décret du 21 décembre 2016 produit ses effets au 31 décembre 2016.
§ 2. Par dérogation au paragraphe 1er, l'article 3 entre en vigueur au plus tard le 30 juin 2018.
Jusqu'à l'entrée en vigueur de l'article 3, l'entreprise atteste de sa qualité de micro, petite ou moyenne entreprise par le biais de la signature d'une déclaration sur l'honneur dont le modèle est arrêté par le Ministre.
§ 3. Dans l'attente de la mise en place du centre de référence et de la procédure de labellisation, l'Administration peut agréer temporairement, jusqu'au 31 décembre 2017, des prestataires de services autres que ceux déjà agréés, certifiés ou reconnus dans le cadre des décrets visés aux articles 32, 34 et 35 du décret du 21 décembre 2016 ou par des organismes publics afin de pouvoir couvrir l'ensemble des services repris dans le portefeuille intégré d'aides.
§ 4. L'article 32 du décret du 21 décembre 2016 produit ses effets au 31 janvier 2017.
Les dossiers introduits avant le 31 décembre 2016 sont analysés et font l'objet d'une décision avant le 31 janvier 2017.
§ 5. L'article 33 du décret du 21 décembre 2016 entre en vigueur au 28 février 2017.
Les dossiers introduits avant le 31 janvier 2017 sont analysés et font l'objet d'une décision avant le 30 avril 2017.
§ 6. L'article 34 du décret du 21 décembre 2016 entre en vigueur au 28 février 2017.
Les dossiers introduits avant le 31 décembre 2016 sont analysés et font l'objet d'une décision avant le 30 juin 2017.
§ 7. Par dérogation au paragraphe 1er, l'article 25 du présent arrêté entre en vigueur au 30 avril 2017.
§ 8. L'article 35 du décret du 21 décembre 2016 produit ses effets au 31 décembre 2016.
Art. 30. De Minister van Economie, de Minister van Energie en de Minister van Vorming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 30. Le Ministre de l'Economie, le Ministre de l'Energie et le Ministre de la Formation sont chargés de l'exécution du présent arrêté, chacun pour ce qui le concerne.