Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
19 JANUARI 2017. - Besluit van de Regering tot wijziging van verschillende statutaire en geldelijke bepalingen betreffende het personeel van het Ministerie en bepaalde paragemeenschappelijke instellingen van de Duitstalige Gemeenschap
Titre
19 JANVIER 2017. - Arrêté du Gouvernement modifiant différentes dispositions statutaires et pécuniaires concernant le personnel du Ministère et des organismes paracommunautaires de la Communauté germanophone
Informations sur le document
Info du document
Tekst (72)
Texte (72)
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren
CHAPITRE 1er. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 27 décembre 1996 portant organisation du Ministère de la Communauté germanophone et réglant le recrutement, la carrière et le statut pécuniaire des agents
Artikel 1. Artikel 3, § 1, tweede lid, van het besluit van de Regering van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren, vervangen bij het besluit van de Regering van 17 juli 2003, wordt vervangen als volgt :
  " In afwijking van het eerste lid geschiedt een indienstneming bij arbeidsovereenkomst :
  1. om een ambtenaar gedurende een tijdelijke voltijdse of deeltijdse afwezigheid te vervangen;
  2. om te voldoen aan personeelsbehoeften, ongeacht de aard ervan, totdat de nodige selectieprocedures georganiseerd en afgesloten zijn om de functies door statutaire personeelsleden te laten bekleden;
  3. altijd om bijkomende of specifieke opdrachten te vervullen die door de Regering vastgelegd worden. "
Article 1er. L'article 3, § 1er, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement du 27 décembre 1996 portant organisation du Ministère de la Communauté germanophone et réglant le recrutement, la carrière et le statut pécuniaire des agents, remplacé par l'arrêté du 17 juillet 2003, est remplacé par ce qui suit :
  " Par dérogation au premier alinéa, un engagement dans les liens d'un contrat de travail a lieu :
  1° pour remplacer un agent temporairement absent, qu'il s'agisse d'une absence à temps plein ou à temps partiel;
  2° pour couvrir tout besoin en personnel jusqu'à ce que les procédures de sélection ad hoc soient organisées et clôturées en vue de pourvoir à des emplois statutaires;
  3° toujours pour accomplir des tâches auxiliaires ou spécifiques fixées par le Gouvernement. "
Art.2. In hoofdstuk I, afdeling 1, van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt een artikel 3.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 3.1 De benoeming van een ambtenaar geschiedt van ambtswege in een voltijds ambt. "
Art.2. Dans le chapitre Ier, section 1re, du même arrêté, modifiée en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement du 17 janvier 2013, il est inséré un article 3.1 rédigé comme suit :
  " Art. 3.1 La nomination d'un agent intervient d'office dans une fonction à temps plein. "
Art.3. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "De rangen worden aangeduid met een Romeins cijfer dat het niveau aangeeft en met een letter, waarbij de letter A of, naargelang van het geval, de letters AA de hoogste rang binnen een niveau aangeven."
Art.3. Dans l'article 5 du même arrêté, la phrase "La lettre A représente le rang le plus élevé à l'intérieur d'un niveau." est remplacée par la phrase suivante : "Les lettres A ou AA, selon le cas, représentent le rang le plus élevé à l'intérieur d'un niveau."
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. in het tweede lid worden de woorden "3 rangen, van II+/C tot II+/A" vervangen door de woorden "4 rangen, van II+C tot II+AA";
  2. in het derde lid worden de woorden "3 rangen, van II/C tot II/A" vervangen door de woorden "4 rangen, van II.C tot II.AA".
Art.4. A l'article 6 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 2, les mots "3 rangs, du II+.C au II+.A" sont remplacés par les mots "4 rangs, du II+.C au II+.AA";
  2° dans l'alinéa 3, les mots "3 rangs, du II.C au II.A" sont remplacés par les mots "4 rangs, du II.C au II.AA".
Art.5. In artikel 11.2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. het eerste en het tweede lid worden vervangen als volgt :
  " De Regering wijst voor een verlengbare termijn van vijf jaar departementshoofden aan, hetzij onder de met "positief" geëvalueerde ambtenaren, contractuelen of met een opdracht voor het Ministerie belaste personeelsleden van het onderwijs of onder externe gegadigden. Op het tijdstip van de aanwijzing als departementshoofd is betrokkene houder van een diploma dat hem toegang verleent tot niveau II+ of niveau I of is betrokkene geslaagd voor een overgangsexamen voor niveau II+ of niveau I.
  De aanwijzing geschiedt op de voordracht van de directieraad nadat de voorzitter van de directieraad een oproep tot de gegadigden heeft gedaan waarin het vereiste profiel is bekendgemaakt en nadat de directieraad vervolgens de geschiktheid en de vaardigheden van alle in aanmerking komende gegadigden voor de leidinggevende taak heeft vergeleken. "
  2. het artikel wordt aangevuld met een vierde lid, luidende :
  " Het departementshoofd kan zijn ambt te allen tijde neerleggen, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. "
Art.5. Dans l'article 11.2 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 17 janvier 2013, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les alinéas 1er et 2 sont remplacés par ce qui suit :
  " Le Gouvernement désigne, pour une période renouvelable de cinq ans, des chefs de département parmi les agents ayant une évaluation "positif", qu'ils soient statutaires, contractuels ou détachés de l'enseignement et chargés d'une mission pour le Ministère ou encore parmi des candidats externes. Au moment de la désignation comme chef de département, l'intéressé est porteur d'un diplôme donnant accès aux niveaux II+ ou I ou a réussi un examen d'accession aux niveaux II+ ou I.
  La désignation s'effectue sur proposition du conseil de direction, après que son président a lancé un appel aux candidats contenant le profil exigé et que le conseil de direction a comparé l'aptitude et les capacités de tous les candidats quant à la mission de management. "
  2° l'article est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  " Le chef de département peut en tout temps quitter ses fonctions moyennant un préavis de trois mois. "
Art.6. In artikel 21, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, worden de woorden "van de vermindering van de prestaties" opgeheven.
Art.6. Dans l'article 21, alinéa 2, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003, les mots "au prorata de la diminution des prestations" sont remplacés par les mots "en conséquence".
Art.7. In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. in het tweede lid worden de woorden "15 werkdagen" vervangen door de woorden "15 werkdagen bij een voltijdse betrekking" en voorts wordt het tweede lid aangevuld met de volgende zin : "Deeltijdse prestaties worden in verhouding tot een voltijdse betrekking aangerekend."
  2. in het derde lid worden het tweede tot en met het vijfde streepje opgeheven;
  3. het vierde lid wordt opgeheven.
Art.7. A l'article 22 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° Dans l'alinéa 2, les mots "15 jours ouvrables" sont remplacés par "15 jours ouvrables en cas d'occupation à temps plein" et l'alinéa est complété par la phrase suivante :
  " Les services à temps partiel sont pris en considération proportionnellement à une occupation à temps plein. "
  2° dans l'alinéa 3, les tirets 2 à 5 sont abrogés;
  3° l'alinéa 4 est abrogé.
Art.8. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt een afdeling 4 ingevoegd, luidende :
  " Afdeling 4. - Stage voor contractuele personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap die zonder onderbreking in de tijd overgaan naar het statutaire dienstverband "
Art.8. Dans le chapitre II du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 17 janvier 2013, il est inséré une section IV rédigée comme suit :
  " Section IV. - Stage pour les agents contractuels du Ministère de la Communauté germanophone qui, sans interruption, deviennent statutaires ".
Art.9. In hoofdstuk II, afdeling 4, van hetzelfde besluit wordt een artikel 36.10.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 36.10.1 Voor contractuele personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap die zonder onderbreking in de tijd van het contractuele naar het statutaire dienstverband overgaan, geldt de stage overeenkomstig afdeling 2 van dit hoofdstuk als met succes voltooid, als de duur van het contractuele dienstverband op de dag van de inwerkingtreding van de vacantverklaring van de betrekking minstens overeenstemt met de duur van de stage die de betrokkene als kandidaat-ambtenaar zou hebben moeten doorlopen. Zijn benoeming tot ambtenaar geschiedt onmiddellijk.
  Indien de duur van het contractuele dienstverband op de dag van de inwerkingtreding van de vacantverklaring van de betrekking korter is dan de duur van de stage die de betrokkene als kandidaat-ambtenaar zou hebben moeten doorlopen, stemt de duur van de stage overeen met de ontbrekende periode. Tijdens die verkorte stage is afdeling 2 van dit hoofdstuk van toepassing op de kandidaat-ambtenaar.
  Indien de periode vermeld in het tweede lid minder dan drie maanden bedraagt, wordt de betrokkene vrijgesteld van de in artikel 25 vermelde verplichting om een persoonlijk rapport op te stellen.
  Dit artikel is niet van toepassing wanneer - uiterlijk op de dag vóór de inwerkingtreding van de vacantverklaring van de betrekking - de arbeidsovereenkomst van de betrokkene werd opgezegd of in enigerlei vorm tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd besloten. "
Art.9. Dans le chapitre II, section IV, du même arrêté, il est inséré un article 36.10.1 rédigé comme suit :
  " Art. 36.10.1 Pour les agents contractuels du Ministère de la Communauté germanophone qui, sans interruption, deviennent statutaires, le stage accompli conformément à la section II du présent chapitre est censé l'être avec fruit lorsque, au jour où la déclaration de vacance de l'emploi entre en vigueur, la durée de l'occupation en tant que contractuel correspond au moins à la durée du stage que l'intéressé aurait dû accomplir en tant qu'agent statutaire stagiaire. La nomination en tant qu'agent statutaire s'opère immédiatement.
  Si, au jour où la déclaration de vacance de l'emploi, l'occupation en tant que contractuel est inférieure à la durée du stage que l'intéressé aurait dû accomplir en tant qu'agent statutaire stagiaire, la durée du stage correspond à la période manquante. Pendant ce stage raccourci, la section II du présent chapitre s'applique à l'agent statutaire stagiaire.
  Si la période mentionnée à l'alinéa 2 est inférieure à trois mois, l'intéressé est dispensé d'établir un rapport de stage personnel, obligation mentionnée à l'article 25.
  Le présent article ne s'applique pas lorsqu'une résiliation du contrat de travail de l'intéressé est intervenue ou qu'une dissolution de toute nature de son contrat de travail a été décidée jusqu'au jour précédent celui où la déclaration de vacance de l'emploi entre en vigueur. "
Art.10. In hoofdstuk II, afdeling 4, van hetzelfde besluit wordt een artikel 36.10.2 ingevoegd, luidende :
  " Art. 36.10.2 Voor de berekening van de perioden van het contractuele dienstverband die als stageperiode gelden, wordt - onverminderd het tweede en het derde lid - rekening gehouden met elke periode vanaf de dag van indienstneming onder arbeidsovereenkomst, met uitzondering van de perioden waarin de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst was en aan betrokkene om die reden geen loon uitbetaald werd.
  Wanneer de betrokkene bij een voltijdse betrekking in het totaal 15 werkdagen al dan niet onderbroken afwezig is geweest, dan wordt geen rekening meer gehouden met de daaropvolgende afwezigheden tijdens de stage. Jaarlijkse vakantie wordt niet als afwezigheid beschouwd.
  Deeltijdse prestaties worden in verhouding tot een voltijdse betrekking aangerekend. "
Art.10. Dans le chapitre II, section IV, du même arrêté, il est inséré un article 36.10.2 rédigé comme suit :
  " Art. 36.10.2 Pour calculer les périodes d'occupation en tant que contractuel ayant valeur de stage, toute période à partir du jour de l'engagement sous contrat de travail est, sans préjudice des alinéas 2 et 3, prise en considération, à l'exception de celles où le contrat de travail a été suspendu et où l'intéressé n'a de ce fait perçu aucun traitement.
  Lorsque, en cas d'occupation à temps plein, l'intéressé a été absent au total 15 jours ouvrables avec ou sans interruption, les absences ultérieures pendant le stage ne sont plus prises en compte pour le calcul de la durée du stage. Le congé de vacances annuelles n'est pas considéré comme absence.
  Les services à temps partiel sont pris en considération proportionnellement à une occupation à temps plein. "
Art.11. In artikel 36.13, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, worden de woorden "en bevindt zich in actieve dienst" opgeheven.
Art.11. Dans l'article 36.13, 1°, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003, les mots "et en activité de service" sont abrogés.
Art.12. In artikel 37 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. (geldt alleen voor de Duitse tekst);
  2. het derde lid van dezelfde paragraaf wordt vervangen als volgt :
  " In de gevallen vermeld in het tweede lid, 1° en 2°, en in de artikelen 10, 11.2 en 71 mag de vereiste evaluatie "positief" niet ouder zijn dan twee jaar. In het geval vermeld in het tweede lid, 3°, vindt de evaluatie een jaar na de laatste evaluatie plaats. "
  3. paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art.12. Dans l'article 37 du même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement du 5 juillet 2007, les modifications suivantes sont apportées :
  1° (concerne le texte allemand);
  2° l'alinéa 3 du même paragraphe est remplacé par ce qui suit :
  " Dans les cas mentionnés à l'alinéa 2, 1° et 2°, ainsi que dans les articles 10, 11.2 et 71, l'évaluation "positif" requise ne peut remonter à plus de deux ans. Dans le cas mentionné à l'alinéa 2, 3°, l'évaluation a lieu un an après la dernière évaluation. "
  3° le § 2 est abrogé.
Art.13. Artikel 38, § 3, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, wordt vervangen als volgt :
  " Indien de evaluatie "onder voorbehoud" wordt gegeven, wordt binnen de termijn vermeld in artikel 37, § 1, derde lid, ofwel een evaluatie "positief", ofwel een evaluatie "negatief" gegeven. "
Art.13. L'article 38, § 3, alinéa 2, du même arrêté, modifié par l'arrêté du 5 juillet 2007, est remplacé par ce qui suit :
  " Si l'évaluation est "sous réserve", une évaluation "positif" ou "négatif" intervient dans le délai mentionné à l'article 37, § 1er, alinéa 3. "
Art.14. Artikel 39, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
  " De directieraad kan vastleggen dat de personeelsleden van een dienst met afzonderlijk beheer geëvalueerd worden door het hoofd van de betrokken dienst in plaats van door de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal. "
Art.14. L'article 39, § 2, du même arrêté, remplacé par l'arrêté du Gouvernement du 17 janvier 2013, est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  " Le conseil de direction peut déterminer que le chef d'un service à gestion séparée procède à l'évaluation des membres du personnel dudit service à la place du secrétaire général ou de son suppléant. "
Art.15. In artikel 44 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. § 1 wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
  " Bij contractuele personeelsleden van het Ministerie die zonder onderbreking in de tijd naar het statutaire dienstverband overgaan, worden de graadanciënniteit, de ranganciënniteit en de niveauanciënniteit vanaf de dag van de indienstneming onder arbeidsovereenkomst overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling berekend en voor de bevordering in aanmerking genomen, waarbij het begin van de betrokken dienstanciënniteit overeenstemt met de datum waarop de weddeschaal die overeenkomstig de ambtenarenloopbaan met het niveau, de rang de graad gepaard gaat, toegekend wordt. "
  2. paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
  " § 3. Voor de berekening worden alleen werkelijke diensten in aanmerking genomen die de betrokkene verricht heeft als stagiair, ambtenaar of contractueel personeelslid van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s, van de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap of van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap. "
Art.15. A l'article 44 du même arrêté, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le § 1er est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  " En ce qui concerne les agents contractuels du Ministère qui, sans interruption, deviennent statutaires, l'ancienneté de grade, de rang ou de niveau acquise à partir du jour de l'engagement sous contrat est calculée conformément aux dispositions de la présente section et prises en considération pour la promotion, le début de chaque ancienneté correspondant à la date à laquelle est attribuée, suivant la carrière, l'échelle de traitement découlant du niveau, du rang ou du grade. "
  2° le § 3 est remplacé par ce qui suit :
  " § 3. Sont admissibles pour le calcul uniquement les services que l'intéressé a effectivement prestés, sans interruption volontaire, en tant que stagiaire, agent statutaire ou agent contractuel du Ministère de la Communauté germanophone, de l'Institut pour la formation et la formation continue des classes moyennes et les P.M.E., de l'Office de la Communauté germanophone pour les personnes handicapées ou de l'Office de l'Emploi de la Communauté germanophone. "
Art.16. In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. in het eerste lid worden de woorden "De ambtenaar wordt geacht werkelijke diensten te verrichten" vervangen door de woorden "De stagiair of ambtenaar verricht werkelijke diensten";
  2. het bestaande tweede lid wordt het vierde lid en het bestaande derde lid wordt het vijfde lid;
  3. in het artikel worden een nieuw tweede lid en een nieuw derde lid ingevoegd, luidende :
  " Het contractueel personeelslid verricht werkelijke diensten zolang geen vorm van schorsing van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst voorligt waarbij zijn loon niet wordt uitbetaald.
  In afwijking van het tweede lid wordt in volgende gevallen de duur van de schorsing als werkelijke dienst in aanmerking genomen :
  1. de afwezigheden in het kader van een geboorte zoals bepaald in de artikelen 39 en 42 tot 43bis van de Arbeidswet van 16 maart 1971;
  2. de afwezigheid wegens een georganiseerde werkonderbreking;
  3. de afwezigheid in het kader van een loopbaanonderbreking;
  4. ouderschapsverlof;
  5. de dienstvrijstelling voor opdracht;
  6. de verloven bepaald in artikel 117. "
Art.16. A l'article 46 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 1er, les mots "L'agent" sont remplacés par les mots "Le stagiaire ou l'agent statutaire";
  2° les alinéas 2 et 3 actuels deviennent les alinéas 4 et 5;
  3° après l'alinéa 1er sont insérés les alinéas 2 et 3 rédigés comme suit :
  " L'agent contractuel preste des services effectifs tant que l'exécution du contrat n'est pas suspendue, auquel cas il ne percevrait plus de traitement.
  Par dérogation à l'alinéa 2, la période de suspension est considérée comme service effectif dans les cas suivants :
  1° les absences liées à une naissance, telles que prévues aux articles 39 et 42 à 43bis de la loi sur le travail du 16 mars 1971;
  2° l'absence en raison d'une cessation concertée du travail;
  3° l'absence dans le cadre d'une interruption de carrière;
  4° le congé parental;
  5° la dispense de service pour mission;
  6° les congés prévus à l'article 117. "
Art.17. Artikel 47 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 47. Voor de berekening van de in aanmerking komende diensten tellen alleen de werkelijke diensten mee. Werkelijke diensten die op de eerste dag van de maand beginnen en op de laatste dag van de maand eindigen, gelden als een werkmaand. Bij werkelijke diensten die niet op de eerste dag van de maand beginnen of op de laatste dag van de maand eindigen, gelden 365 kalenderdagen werkelijke diensten als twaalf werkmaanden.
  Bij personeelsleden die wegens persoonlijke aangelegenheden deeltijds werken of bij contractuele personeelsleden met een deeltijdse arbeidsovereenkomst wordt het aantal werkmaanden berekend op basis van de in het vorige lid beschreven regels en met inachtneming van het betrokken tewerkstellingspercentage. Indien de werktijd met hoogstens acht uur per week wordt verminderd, worden de prestaties als voltijdse prestaties berekend.
  Voor de dienstanciënniteit die uit de som van alle in aanmerking komende diensten voortvloeit, worden alleen de werkmaanden uitgedrukt in hele getallen behouden, decimalen worden buiten beschouwing gelaten. "
Art.17. L'article 47 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 47. Pour calculer les services admissibles, seuls les services effectifs sont pris en considération. Les services effectifs qui commencent le premier jour du mois et se terminent le dernier jour du mois constituent un mois d'occupation. Lors de services effectifs qui ne commencent pas le premier jour du mois ou ne se terminent pas le dernier jour du mois, 365 jours calendriers représentent douze mois d'occupation.
  Lorsqu'il s'agit d'agents qui exercent leur fonction à temps partiel pour convenance personnelle ou d'agents contractuels engagés dans les liens d'un contrat de travail à temps partiel, le nombre de mois d'occupation est calculé selon les règles décrites à l'alinéa précédent et en tenant compte des taux d'occupation respectifs. Lorsque les prestations sont réduites de huit heures par semaine au plus, elles continuent d'être assimilées à une période d'activité de service avec prestations à temps plein.
  N'est pris en compte comme ancienneté obtenue en additionnant tous les services admissible que le nombre entier de mois d'occupation, les décimales étant négligées. "
Art.18. Artikel 58, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, wordt aangevuld met de volgende zin :
  " Voor de bevordering tot de graden II.AA en II+.AA moet de kandidaat bovendien een niveauanciënniteit van ten minste 25 jaar kunnen bewijzen. "
Art.18. L'article 58, alinéa 1er, du même arrêté, modifié par l'arrêté du 11 décembre 2003, est complété par la phrase suivante :
  " Pour la promotion aux grades II.AA et II+.AA, le candidat doit en plus avoir une ancienneté administrative de 25 ans au moins dans le niveau. "
Art.19. Artikel 71 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 27 april 2000, 9 december 2004 en 4 september 2012, wordt aangevuld met een tiende en een elfde lid, luidende :
  " De door de Regering als departementshoofd aangewezen ambtenaar wordt voor de duur van zijn aanwijzing bezoldigd op basis van weddeschaal I/8 tot hij op grond van zijn loopbaanontwikkeling op basis van een hogere weddeschaal bezoldigd wordt. Deze bepaling heeft geen enkele uitwerking op de regeling inzake bevorderingen.
  De door de Regering als departementshoofd aangewezen ambtenaar die op grond van hoofdstuk IV op basis van de weddeschalen I/10, I/10-59, I/10bis of I/10bis-59 bezoldigd wordt, alsook een geldelijke anciënniteit van 25 jaar en een geldelijke anciënniteit als departementshoofd van minstens 10 jaar heeft, neemt voor de duur van zijn aanwijzing de weddeschaal I/10ter of, naargelang van het geval, I/10ter-59 in. "
Art.19. L'article 71 du même arrêté, modifié par les arrêtés du Gouvernement des 27 avril 2000, 9 décembre 2004 et 4 septembre 2012, est complété par deux alinéas rédigés comme suit :
  " L'agent statutaire désigné par le Gouvernement en tant que chef de département est, pendant sa désignation, rémunéré sur la base de l'échelle de traitement I/8 jusqu'à ce qu'il soit, sur la base du développement de sa carrière, rémunéré sur la base d'une échelle de traitement supérieure. Cette disposition n'a aucune influence sur le regime des promotions.
  L'agent statutaire désigné chef de département par le Gouvernement et qui, en vertu des dispositions du chapitre IV, est rémunéré sur la base de l'échelle de traitement I/10, I/10-59, I/10bis ou I/10bis-59 et justifie d'une ancienneté pécuniaire de 25 ans et une ancienneté pécuniaire d'au moins 10 ans en tant que chef de département bénéficie, pour la durée de sa désignation, de l'échelle de traitement I/10ter ou I/10ter-59, selon le cas. "
Art.20. (Geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art.20. (Concerne le texte allemand).
Art.21. In artikel 74 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. (geldt alleen voor de Duitse tekst);
  2. (geldt alleen voor de Duitse tekst);
  3. (geldt alleen voor de Duitse tekst);
  4. § 2, tweede lid, 7°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, wordt vervangen als volgt :
  " 7° de verloven bepaald in artikel 117. "
Art.21. A l'article 74 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° (concerne le texte allemand);
  2° (concerne le texte allemand);
  3° (concerne le texte allemand);
  4° Le § 2, alinéa 2, 7°, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003, est remplacé par ce qui suit :
  " 7° les congés prévus à l'article 117. "
Art.22. Artikel 81.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, wordt opgeheven.
Art.22. L'article 81.3 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003, est abrogé.
Art.23. (Geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art.23. (Concerne le texte allemand).
Art.24. In artikel 87.4 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. in het eerste lid wordt het getal "357,09" vervangen door het getal "616,15";
  2. in het tweede lid wordt het woord "effectieve" vervangen door het woord "werkelijke".
Art.24. Dans l'article 87.4 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 5 juillet 2007, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 1er, le nombre "357,09" est remplacé par le nombre "616,15";
  2° (concerne le texte allemand).
Art.25. Hoofdstuk V, afdeling 6, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt aangevuld met een artikel 87.5, luidende :
  " Art. 87.5 In afwijking van artikel 87.2 tot en met 87.4 heeft het door de Regering aangewezen departementshoofd dat overeenkomstig artikel 71, elfde lid, wordt bezoldigd, geen recht op een toelage voor managements- en stafopdrachten. "
Art.25. Dans le chapitre V du même arrêté, la section 6, insérée par l'arrêté du Gouvernement du 5 juillet 2007 et modifiée par l'arrêté du Gouvernement du 17 janvier 2013, est complétée par un article 87.5 rédigé comme suit :
  " Art. 87.5 Par dérogation aux articles 87.2 à 87.4, le chef de département désigné par le Gouvernement qui est rémunéré conformément à l'article 71, alinéa 11, n'a pas droit à une allocation de management et d'encadrement. "
Art.26. (Geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art.26. (Concerne le texte allemand.)
Art.27. In artikel 106, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. in de bepaling onder 6° wordt het woord "bevindt" vervangen door de woorden "bevindt of een wachtwedde ontvangt" en wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
  2. er wordt een bepaling onder 7° ingevoegd, luidende :
  " 7° tijdens de periode waarin een contractueel personeelslid dat afwezig is wegens ziekte geen recht op verdere uitbetaling van zijn loon heeft. "
Art.27. A l'article 106, § 1er, alinéa 2, du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le 6° est complété par les mots "ou perçoit un traitement d'attente" et le point est remplacé par un point-virgule;
  2° l'alinéa est complété par un 7° rédigé comme suit :
  " 7° pour la période où un agent contractuel absent pour cause de maladie n'a pas droit au maintien de sa rémunération. "
Art.28. Artikel 109 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 9 december 2004, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 109. Naast het jaarlijks vakantieverlof heeft de ambtenaar recht op bijzonder verlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen :
  1. huwelijk van de ambtenaar : 4 werkdagen;
  2. bevalling van de echtgenote/levenspartner : 10 werkdagen;
  3. overlijden van de echtgenoot/ levenspartner, een van de ouders of een van de ouders van de echtgenoot/levenspartner, een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de eerste graad van de echtgenoot/levenspartner : 4 werkdagen;
  4. huwelijk van een kind of van een kind van de echtgenoot/levenspartner : 2 werkdagen;
  5. huwelijk van een van de ouders of stiefouders, huwelijk van een van de ouders van de echtgenoot/levenspartner; huwelijk van een broer of zus, halfbroer of halfzus, stiefbroer of stiefzus; huwelijk van een kleinkind of van een kleinkind van de echtgenoot/levenspartner : 1 werkdag;
  6. overlijden van een bloedverwant of van een bloedverwant van de echtgenoot/levenspartner die onder hetzelfde dak woont : 2 werkdagen;
  7. overlijden van een bloedverwant in de tweede of de derde graad of overlijden van een bloedverwant in de tweede of de derde graad van de echtgenoot/levenspartner die niet onder hetzelfde dak woont : 1 werkdag;
  8. priesterwijding of intreden in het klooster van een kind van de ambtenaar, van zijn echtgenoot/levenspartner, of elke daarmee gelijkgestelde religieuze of vrijzinnige gebeurtenis : 1 werkdag;
  9. plechtige communie van een kind van de ambtenaar, van een kind van de echtgenoot/levenspartner van de ambtenaar of elke daarmee gelijkgestelde religieuze of vrijzinnige plechtigheid : 1 werkdag. "
Art.28. L'article 109 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003 et modifié par l'arrêté du Gouvernement du 9 décembre 2004, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 109. Outre les congés de vacances annuelles, l'agent a droit à un congé exceptionnel pour les circonstances suivantes :
  1° mariage de l'agent : 4 jours de travail;
  2° accouchement de l'épouse/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement : 10 jours de travail;
  3° décès du conjoint/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement, d'un parent ou d'un parent de son conjoint/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement, d'un parent du premier degré ou d'un parent du premier degré de son conjoint/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement : 4 jours de travail;
  4° mariage d'un enfant ou d'un enfant du conjoint/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement : 2 jours de travail;
  5° mariage d'un parent ou beau-parent, d'un parent du conjoint/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement, de frères et soeurs, de demi-frères ou demi-soeurs ou de quasi-frères ou quasi-soeurs, d'un petit-enfant ou petit-enfant du conjoint/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement : 1 jour de travail;
  6° décès d'un parent du conjoint/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement, qui vit sous le même toit : 2 jours de travail;
  7° décès d'un parent du deuxième ou troisième degré ou d'un parent du deuxième ou troisième degré du conjoint/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement, qui ne vit pas sous le même toit : 1 jour de travail;
  8° ordination ou entrée au couvent d'un enfant de l'agent ou de son conjoint/de la personne avec laquelle l'agent vit maritalement ou tout évènement religieux ou laïc assimilé : 1 jour de travail;
  9° communion solennelle d'un enfant de l'agent ou de son conjoint/de la personne avec laquelle il vit maritalement ou toute cérémonie religieuse ou laïque assimilée : 1 jour de travail.
Art.29. Artikel 110 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, wordt opgeheven.
Art.29. L'article 110 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003, est abrogé.
Art.30. (Geldt alleen voor de Duitse tekst).
Art.30. (Concerne le texte allemand).
Art.31. Artikel 135 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 135. De bepalingen van deze onderafdeling voorzien in de omzetting van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad van 8 maart 2010 tot uitvoering van de door BUSINESSEUROPE, UEAPME, het CEEP en het EVV gesloten herziene raamovereenkomst en tot intrekking van Richtlijn 96/34/EG. "
Art.31. L'article 135 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 135. Les dispositions de la présente sous-section servent à transposer la Directive 2010/18/UE du Conseil du 8 mars 2010 portant application de l'accord-cadre révisé sur le congé parental conclu par BUSINESSEUROPE, l'UEAPME, le CEEP et la CES et abrogeant la Directive 96/34/CE. "
Art.32. Artikel 136 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 9 december 2004 en 4 september 2012, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 136. Een ambtenaar in dienstactiviteit kan na een geboorte of een adoptie ouderschapsverlof opnemen. "
Art.32. L'article 136 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003 et modifié par les arrêtés du Gouvernement des 9 décembre 2004 et 4 septembre 2012, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 136. L'agent en activité de service peut, après la naissance ou l'adoption d'un enfant, obtenir un congé parental. "
Art.33. Artikel 136.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 oktober 2006 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 4 september 2012, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 136.1 Het ouderschapsverlof bedraagt vier maanden en kan voltijds in maanden opgesplitst worden. Het moet opgenomen worden voordat het kind de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
  Het ouderschapsverlof wordt niet vergoed en wordt met een periode van dienstactiviteit gelijkgesteld.
  Na afloop van het ouderschapsverlof heeft de ambtenaar het recht terug te keren in zijn vroegere functie of, indien dat niet mogelijk is, in een gelijkwaardige of vergelijkbare functie. "
Art.33. L'article 136.1 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 19 octobre 2006 et modifié par l'arrêté du Gouvernement du 4 septembre 2012, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 136.1 Le congé parental a une durée de quatre mois et peut, à temps plein, être fractionné par mois. Il doit être pris entièrement avant que l'enfant n'ait atteint l'âge de dix-huit ans.
  Le congé parental n'est pas rémunéré; il est assimilé à une période d'activité de service.
  Au terme du congé parental, le membre du personnel a le droit de revenir à son ancien poste ou, si cela est impossible, de se voir attribuer un travail équivalent ou similaire. "
Art.34. Hoofdstuk VIII, afdeling 5, onderafdeling 5.3, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003 en laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 4 september 2012, wordt aangevuld met een artikel 136.2 luidende :
  " Art. 136.2 De ambtenaar kan een aanpassing van zijn werktijden aanvragen voor een duur van zes maanden na afloop van het ouderschapsverlof. Bij de aanpassing van de werktijd wordt rekening gehouden met het belang van de dienst en met het belang van de betrokken ambtenaar om de verenigbaarheid van het beroepsleven en het gezinsleven te verbeteren.
  De aanvraag om de werktijd aan te passen, moet minstens drie weken vóór afloop van het ouderschapsverlof, via de hiërarchische meerdere, schriftelijk ingediend worden bij de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal die de beslissing neemt in overleg met de hiërarchische meerdere.
  De aanvraag kan alleen geweigerd worden bij een beslissing die de betrokken ambtenaar minstens één week voor afloop van het ouderschapsverlof schriftelijk wordt meegedeeld. "
Art.34. Dans le chapitre VIII, section 5 du même arrêté, la sous-section 5.3, insérée par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003 et modifiée en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement du 4 septembre 2012, est complétée par un article 136.2 rédigé comme suit :
  " Art. 136.2 Au terme du congé parental, le membre du personnel peut demander une adaptation de ses temps de travail pour une durée de six mois. Cette adaptation tient compte de l'intérêt du service et de celui de l'agent concerné en vue d'une meilleure conciliation entre vie professionnelle et familiale.
  La demande visant à adapter le temps de travail sera introduite par écrit, par l'intermédiaire du supérieur hiérarchique immédiat et au moins trois semaines avant le terme du congé parental, auprès du secrétaire général ou de son suppléant; celui-ci prendra une décision en accord avec le supérieur hiérarchique immédiat.
  La demande ne peut être rejetée que par une décision qui est communiquée par écrit à l'agent intéressé au moins une semaine avant la fin du congé parental. "
Art.35. Artikel 141, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, wordt opgeheven.
Art.35. L'article 141, alinéa 2, du même arrêté, inséré par l'arrêté du 11 décembre 2003, est abrogé.
Art.36. In artikel 172 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. in het eerste lid, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt de tweede zin vervangen als volgt :
  " De opdracht vult een tot nu toe door de ambtenaar uitgeoefende activiteit aan of vervangt die activiteit geheel of gedeeltelijk. ";
  2. het tweede lid wordt opgeheven.
Art.36. A l'article 172 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 1er, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 17 janvier 2013, la deuxième phrase est remplacée par ce qui suit : "La mission complète l'activité jusqu'alors exercée par l'agent ou la remplace en tout ou partie";
  2° l'alinéa 2, est abrogé;
Art.37. Artikel 173 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 11 december 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 173. Elke ambtenaar kan op eigen verzoek een dienstvrijstelling krijgen voor een opdracht bij een andere nationale of internationale overheid.
  Indien voor een in het eerste lid bepaalde opdracht een oproep tot de kandidaten wordt gedaan, dient de belanghebbende ambtenaar zijn kandidatuur in bij de bevoegde dienst en licht hij tegelijkertijd de minister bevoegd voor Personeel, de secretaris-generaal en de hiërarchische meerdere daarvan in. "
Art.37. L'article 173 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003 et modifié par l'arrêté du Gouvernement du 17 janvier 2013, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 173 Tout agent qui en fait la demande peut obtenir une dispense de service pour mission auprès d'une autre instance nationale ou internationale.
  Lorsqu'un appel aux candidats est lancé pour une mission visée à l'alinéa 1er, l'agent intéressé introduit sa candidature auprès du service compétent et en informe simultanément le ministre compétent en matière de Personnel ainsi que le secrétaire général ou son suppléant et le supérieur hiérarchique immédiat. "
Art.38. In bijlage I van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 11 december 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 oktober 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. in niveau II+ worden de volgende regels ingevoegd :
  " leidend maatschappelijk werker II+.AA
  leidend assistent II+.AA "
  2. in niveau II worden de volgende regels ingevoegd :
  " leidend opsteller II.AA
  leidend technicus II.AA "
Art.38. A l'annexe Ire du même arrêté, remplacée par l'arrêté du Gouvernement du 11 décembre 2003 et modifiée par l'arrêté du Gouvernement du 19 octobre 2006, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le niveau II+, les lignes suivantes sont insérées :
  " Travailleur social dirigeant II+.AA
  Assistant dirigeant II+.AA "
  2° dans le niveau II, les lignes suivantes sont insérées :
  " Rédacteur dirigeant II.AA
  Technicien dirigeant II.AA "
Art.39. In bijlage II van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 4 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. de woorden "Vanaf 1 januari 2018 gelden de volgende weddeschalen : " worden vervangen door de woorden "Vanaf 1 januari 2017 gelden de volgende weddeschalen : ";
  2. in de weddeschalen die vanaf 1 januari 2017 gelden, worden de weddeschalen II/6, II/6-59, II+/5, II+/5-59, I/10ter en I/10ter-59 die in bijlage 1 van dit besluit vermeld worden, ingevoegd;
  3. in de weddeschalen die vanaf 1 januari 2017 gelden, worden de weddeschalen I/11bis, I/11bis-59, I/12 en I/12-59 vervangen door de weddeschalen I/11bis, I/11bis-59, I/12 en I/12-59 die in bijlage 1 van dit besluit vermeld worden;
  4. in de weddeschalen die vanaf 1 januari 2019 gelden, worden de weddeschalen II/6, II/6-59, II+/5, II+/5-59, I/10ter en I/10ter-59 die in bijlage 2 van dit besluit vermeld worden, ingevoegd;
  5. in de weddeschalen die vanaf 1 januari 2019 gelden, worden de weddeschalen I/11bis, I/11bis-59, I/12 en I/12-59 vervangen door de weddeschalen I/11bis, I/11bis-59, I/12 en I/12-59 die in bijlage 2 van dit besluit vermeld worden.
Art.39. A l'annexe II du même arrêté, remplacée par l'arrêté du Gouvernement du 4 septembre 2012, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots "Les échelles de traitement suivantes s'appliquent à partir du 1er janvier 2018" sont remplacés par les mots "Les échelles de traitement suivantes s'appliquent à partir du 1er janvier 2017";
  2° dans les échelles de traitement qui seront en vigueur à partir du 1er janvier 2017 sont insérées les échelles II/6, II/6-59, II+/5, II+/5-59, I/10ter et I/10ter-59 qui figurent dans l'annexe 1re du présent arrêté;
  3° dans les échelles de traitement qui seront en vigueur à partir du 1er janvier 2017 les échelles I/11bis, I/11bis-59, I/12 et I/12-59 sont remplacées par les échelles I/11bis, I/11bis-59, I/12 et I/12-59 qui figurent dans l'annexe 1re du présent arrêté;
  4° dans les échelles de traitement qui seront en vigueur à partir du 1er janvier 2019 sont insérées les échelles II/6, II/6-59, II+/5, II+/5-59, I/10ter et I/10ter-59 qui figurent dans l'annexe 2 du présent arrêté;
  5° dans les échelles de traitement qui seront en vigueur à partir du 1er janvier 2019 les échelles I/11bis, I/11bis-59, I/12 et I/12-59 sont remplacées par les échelles I/11bis, I/11bis-59, I/12 et I/12-59 qui figurent dans l'annexe 2 du présent arrêté.
Art.40. In bijlage III van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Regering van 4 september 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. in niveau II+ worden de volgende regels ingevoegd :
  " leidend maatschappelijk werker II+/5 of II+/5-59
  leidend assistent II+/5 of II+/5-59 "
  2. in niveau II worden de volgende regels ingevoegd :
  " leidend opsteller II/6 of II/6-59
  leidend technicus II/6 of II/6-59 "
Art.40. A l'annexe III du même arrêté, remplacée par l'arrêté du Gouvernement du 4 septembre 2012, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le niveau II+, les lignes suivantes sont insérées :
  " Travailleur social dirigeant II+/5 ou II+/5-59
  Assistant dirigeant II+/5 ou II+5/59 "
  2° dans le niveau II, les lignes suivantes sont insérées :
  " Rédacteur dirigeant II/6 ou II/6-59
  Technicien dirigeant II/6 ou II/6-59 "
Art.41. In bijlage VII van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 4 september 2012, worden de bepalingen over niveau II+ aangevuld met een bepaling onder 20°, luidende :
  " 20° geslaagd zijn voor de opleiding bepaald in het koninklijk besluit van 17 mei 2007 betreffende de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk indien de houder tegelijk beschikt over een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs; "
Art.41. A l'annexe VII du même arrêté, insérée par l'arrêté du Gouvernement du 4 septembre 2012, il est inséré sous le niveau II+ un 20° rédigé comme suit :
  " 20° la réussite de la formation prévue dans l'arrêté royal du 17 mai 2007 relatif à la formation et au recyclage des conseillers en prévention des services internes et externes pour la prévention et la protection au travail, si le titulaire est également porteur du certificat d'enseignement secondaire supérieur. "
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Regering van 10 maart 1999 tot vastlegging van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het "Belgisches Rundfunk und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft" (Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap)
CHAPITRE 2. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 10 mars 1999 fixant le statut administratif et pécuniaire du personnel du "Belgisches Rundfunk und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft" (Centre belge pour la Radiodiffusion-Télévision de la Communauté germanophone)
Art.42. In bijlage 3 van het besluit van de Regering van 10 maart 1999 tot vastlegging van het administratief en geldelijk statuut van het personeel van het "Belgisches Rundfunk und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft" (Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap), vervangen bij het besluit van de Regering van 4 september 2012, worden de woorden "Vanaf 1 januari 2018 gelden de volgende weddeschalen :
  " vervangen door de woorden "Vanaf 1 januari 2017 gelden de volgende weddeschalen : ".
Art.42. Dans l'annexe 3 de l'arrêté du Gouvernement du 10 mars 1999 fixant le statut administratif et pécuniaire du personnel du "Belgisches Rundfunk und Fernsehzentrum der Deutschsprachigen Gemeinschaft" (Centre belge pour la Radiodiffusion-Télévision de la Communauté germanophone), remplacée par l'arrêté du Gouvernement du 4 septembre 2012, les mots "Les échelles de traitement suivantes s'appliquent à partir du 1er janvier 2018" sont remplacés par les mots "Les échelles de traitement suivantes s'appliquent à partir du 1er janvier 2017".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het besluit van de Regering van 7 juni 2001 houdende organisatie van de organismen van openbaar nut der Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren ervan
CHAPITRE 3. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 7 juin 2001 portant organisation des organismes d'intérêt public de la Communauté germanophone et réglant le recrutement, la carrière et le statut pécuniaire de leurs agents
Art.43. Art. 15.15 van het besluit van de Regering van 7 juni 2001 houdende organisatie van de organismen van openbaar nut der Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren ervan, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007 en vervangen bij het besluit van de Regering van 13 maart 2008, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 15.15 Artikel 87.2, § 1, van het voormelde besluit van 27 december 1996 wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 1. De afgevaardigd directeur kan een toelage toekennen aan een personeelslid dat managements- of stafopdrachten binnen een bepaald werkterrein vervult. Indien de betrokken instelling een directieraad heeft, geschiedt dit op voorstel van de directieraad.
  Onder personeelslid wordt verstaan : een contractueel personeelslid, een stagiair of een ambtenaar van de instelling of een personeelslid dat door het onderwijs belast is met een opdracht voor de betrokken instelling.
  De Regering bepaalt, per instelling, het maximale aantal toelagen dat kan worden toegekend.
  In afwijking van het eerste lid kan alleen de minister bevoegd voor Personeel die toelage toekennen aan de afgevaardigd directeur." "
Art.43. L'article 15.15 de l'arrêté du Gouvernement du 7 juin 2001 portant organisation des organismes d'intérêt public de la Communauté germanophone et réglant le recrutement, la carrière et le statut pécuniaire de leurs agents, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 5 juillet 2007 et remplacé par l'arrêté du Gouvernement du 13 mars 2008, est remplacé par ce qui suit :
  " Article 15.15 L'article 87.2, § 1er, de l'arrêté précité du 27 décembre 1996 est rédigé comme suit :
  " § 1er. Le directeur délégué peut octroyer une allocation au membre du personnel qui assure des missions de management et d'encadrement dans un certain domaine d'activités. Si l'organisme concerné a un conseil de direction, cela se passe sur sa proposition.
  Par membre du personnel, l'on entend l'agent contractuel, le stagiaire ou l'agent statutaire de l'organisme, ainsi que l'agent détaché de l'enseignement et chargé d'une mission auprès dudit organisme.
  Le Gouvernement détermine, par établissement, le nombre maximum d'allocations pouvant être octroyées.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, cette allocation ne peut être accordée au directeur délégué que par le ministre compétent en matière de Personnel." "
Art.44. Artikel 15.16 van hetzelfde besluit van de Regering, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 13 maart 2008, wordt vervangen als volgt :
  " Artikel 15.16 Het tweede en het derde lid van artikel 87.3 van het bovenvermeld besluit van 27 december 1996 worden vervangen door de volgende bepalingen :
  "In afwijking van het eerste lid schrapt de afgevaardigd directeur de toelage voortijdig als het personeelslid geen managements- of stafopdrachten meer vervult." Indien de betrokken instelling een directieraad heeft, geschiedt dit na advies of op voorstel van de directieraad.
  In afwijking van het eerste lid schrapt de minister bevoegd voor Personeel vroegtijdig de toelage als het personeelslid geen afgevaardigd directeur meer is of geen managements- of stafopdrachten meer vervult. "
Art.44. L'article 15.16 du même arrêté du Gouvernement, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 13 mars 2008, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 15.16 Dans l'article 87.3 de l'arrêté précité du 27 décembre 1996, les alinéas 2 et 3 sont rédigés comme suit :
  "Par dérogation au premier alinéa, le directeur délégué supprime prématurément l'allocation si le membre du personnel n'assure plus de mission de management ou d'encadrement. Si l'organisme concerné a un conseil de direction, cela se passe sur son avis ou sa proposition.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, le ministre compétent en matière de Personnel supprime prématurément l'allocation lorsque le membre du personnel n'est plus directeur délégué et n'assure plus de mission de management ou d'encadrement." "
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het besluit van de Regering van 17 juli 2003 tot bepaling van de rechtspositie van het contractueel personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en van bepaalde organismen van openbaar nut
CHAPITRE 4. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 17 juillet 2003 déterminant la position juridique du personnel contractuel du Ministère de la Communauté germanophone et de certains organismes d'intérêt public
Art.45. In artikel 2 van het besluit van de Regering van 17 juli 2003 tot bepaling van de rechtspositie van het contractueel personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en van bepaalde organismen van openbaar nut, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 9 december 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. § 1, tweede lid, 2°, wordt vervangen als volgt :
  " 2° bij indienstneming in niveau IV met toepassing van artikel 4 voor ten hoogste drie maanden; "
  2. in de bepaling onder 3° van hetzelfde lid wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;
  3. hetzelfde lid wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidende :
  " 4° bij indienstneming in de dienst met afzonderlijk beheer "Gemeenschapscentra" voor de sectoren Sport en Animatie wegens een toestroom aan bezoekers naar aanleiding van de weersomstandigheden of wegens onvoorspelbare omstandigheden die een openbare oproep tot de kandidaten onmogelijk maken, waarbij de duur van de indienstneming ten hoogste drie maanden bedraagt; "
  4. in § 2, tweede lid, worden de woorden "De Regering resp. de beheerraad" vervangen door de woorden "De secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal resp. de afgevaardigd directeur".
Art.45. A l'article 2 de l'arrêté du Gouvernement du 17 juillet 2003 déterminant la position juridique du personnel contractuel du Ministère de la Communauté germanophone et de certains organismes d'intérêt public, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 9 décembre 2004, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le § 1er, alinéa 2, 2°, est remplacé par ce qui suit :
  " 2° lors d'engagements en application de l'article 4 au niveau IV pour une durée de trois mois au plus; ";
  2° dans le 3° du même alinéa, le point en fin de phrase est remplacé par un point-virgule;
  3° le même alinéa est complété par un 4° rédigé comme suit :
  " 4° en cas d'engagement au service à gestion séparée "Centres communautaires" pour les secteurs sport et animation en cas d'affluence de visiteurs due aux conditions climatiques ou d'événements imprévisibles rendant impossible un appel public aux candidats, la durée de l'engagement ne pouvant dépasser trois mois. ";
  4° au § 2, alinéa 2, les mots "Le Gouvernement ou, le cas échéant, le conseil d'administration" sont remplacés par les mots "Le secrétaire général ou secrétaire général suppléant ou, le cas échéant, le directeur délégué".
Art.46. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1. in het opschrift van het artikel worden de woorden "en proeftijd" opgeheven;
  2. in § 1, eerste lid, worden de woorden "op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst" vervangen door de woorden "via een schriftelijke arbeidsovereenkomst";
  3. in het tweede lid van dezelfde paragraaf, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 17 januari 2013, worden de woorden "en bepalen tegelijk het aantal indienstnemingen en één der in hoofdstuk II vermelde overeenkomstencategorieën" opgeheven.
  4. paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art.46. A l'article 3 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'intitulé de l'article, les mots "et période d'essai" sont abrogés;
  2° (concerne le texte allemand);
  3° dans le § 1er, alinéa 2, modifié par l'arrêté du Gouvernement du 17 janvier 2013, les mots ", qui détermine parallèlement le nombre d'engagements et une des catégories de contrats mentionnées au chapitre II" sont abrogés;
  4° le § 2 est abrogé.
Art.47. In hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een artikel 3.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 3.1 Algemeen
  Om te voldoen aan personeelsbehoeften, ongeacht de aard ervan, totdat de nodige selectieprocedures georganiseerd worden om de functies door statutaire personeelsleden te laten bekleden, geschiedt een indienstneming bij arbeidsovereenkomst. "
Art.47. Dans le chapitre II du même arrêté, il est inséré un article 3.1 rédigé comme suit :
  " Art. 3.1 Généralités
  Il y a engagement dans les liens d'un contrat de travail pour couvrir tout besoin en personnel jusqu'à ce que les procédures de sélection ad hoc soient organisées en vue de pourvoir à des emplois statutaires. "
Art.48. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 4. Vervanging
  Voor de duur van de voorlopige vol- of deeltijdse afwezigheid van een personeelslid wordt een vervanger uitsluitend bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen. "
Art.48. L'article 4 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 4. Remplacement
  Un remplaçant est engagé exclusivement dans les liens d'un contrat de travail pour la durée de l'absence temporaire, à temps plein ou partiel, d'un agent. "
Art.49. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.49. L'article 5 du même arrêté est abrogé.
Art.50. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 6. Bijkomende of specifieke opdrachten
  Voor de uitoefening van de bijkomende of specifieke opdrachten vermeld in het tweede lid geschieden uitsluitend indienstnemingen bij arbeidsovereenkomst.
  Als bijkomende of specifieke opdrachten worden beschouwd :
  1. alle taken van de huishoudkundige dienst;
  2. de ontvangst- en telefoondienst;
  3. huismeestertaken;
  4. in de tijd beperkte bijzondere opdrachten of in de tijd beperkte projectopdrachten;
  5. de opleidingen van de Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap;
  6. alle taken van de diensten met afzonderlijk beheer "Mediacentrum" en "Gemeenschapscentra". "
Art.50. L'article 6 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 6. Tâches auxiliaires ou spécifiques
  Pour exercer les tâches auxiliaires ou spécifiques mentionnées à l'alinéa 2, seuls interviennent des engagements dans les liens d'un contrat de travail.
  Sont considérées comme constituant des tâches auxiliaires ou spécifiques :
  1° toutes les tâches relevant du service d'entretien;
  2° le service d'accueil et de téléphonie;
  3° les tâches de concierge;
  4° des missions limitées dans le temps, soit spéciales soit dans le cadre de projets;
  5° les formations dispensées par l'Office de l'emploi de la Communauté germanophone;
  6° toutes les tâches réalisées dans les services à gestion séparée "Centre des Médias" et "Centres communautaires".
Art.51. Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art.7 - Teamleiders in de diensten met afzonderlijk beheer
  Om een efficiënte organisatie- en leidinggevende structuur binnen de diensten met afzonderlijk beheer "Gemeenschapscentra" en "Mediacentrum" te waarborgen, kan de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal voor een verlengbare termijn van vijf jaar teamleiders aanwijzen onder de medewerkers van de betrokken dienst die van niveau II+, II en III zijn en de evaluatie "positief" hebben gekregen.
  De aanwijzing geschiedt nadat de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal een oproep tot de gegadigden heeft gedaan waarin het vereiste profiel is bekendgemaakt en nadat de directieraad vervolgens de geschiktheid en de vaardigheden van alle in aanmerking komende gegadigden voor de leidinggevende taak heeft vergeleken.
  Na overleg met de directieraad, die de betrokkene vooraf gehoord heeft, kan de secretaris-generaal of plaatsvervangende secretaris-generaal de aanwijzing van een teamleider op grond van ernstige tekortkomingen voortijdig beëindigen.
  De teamleider kan zijn ambt te allen tijde neerleggen, met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. "
Art.51. L'article 7 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Art.7 - Chefs d'équipe dans les services à gestion séparée
  Pour garantir une structure organisationnelle et dirigeante efficiente au sein des services à gestion séparée "Centres communautaires" et "Centre des Médias", le secrétaire général ou son suppléant peut, pour une période renouvelable de cinq ans, désigner des chefs d'équipe parmi les collaborateurs des services concernés qui appartiennent aux niveaux II+, II et III et ont une évaluation "positif".
  La désignation intervient après que le secrétaire général ou son suppléant a lancé un appel aux candidats contenant le profil exigé et que le conseil de direction a comparé l'aptitude et les capacités de tous les candidats quant à la mission de management.
  Le secrétaire général ou son suppléant peut, en raison de manquements graves, mettre prématurément fin à la désignation d'un chef d'équipe, et ce, après discussion avec le conseil de direction qui aura au préalable entendu l'intéressé.
  Le chef d'équipe peut en tout temps quitter ses fonctions moyennant un préavis de trois mois. "
Art.52. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 9. Vervangers
  De contractuele personeelsleden die met toepassing van artikel 4 in dienst worden genomen, worden hoogstens ingeschaald in de weddeschaal van de aanwervingsgraad van de loopbaan van het te vervangen personeelslid. "
Art.52. L'article 9 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 9. Remplaçants
  Les agents contractuels engagés en application de l'article 4 sont classés au plus dans l'échelle de traitement correspondant au grade de recrutement de la carrière de l'agent à remplacer. "
Art.53. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 5 mei 2007, wordt een artikel 9.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 9.1 Teamleiders in de diensten met afzonderlijk beheer
  Tijdens de duur van zijn aanwijzing als teamleider overeenkomstig artikel 7 ontvangt het personeelslid een teamleidertoelage.
  Bij een voltijdse betrekking stemt de toelage overeen met de helft van de toelage voor het uitoefenen van management- en stafopdrachten vermeld in artikel 87.4, eerste lid, van het besluit van 27 december 1996 houdende organisatie van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en houdende regeling van de aanwerving, de loopbaan en de bezoldiging van de ambtenaren. Bij een deeltijdse betrekking wordt het bedrag evenredig verminderd in verhouding tot het tewerkstellingspercentage.
  De toelage wordt tegelijk met de maandwedde uitbetaald. Als tijdens ten minste 30 opeenvolgende dagen geen werkelijke diensten verricht worden, wordt de toelage voor de duur van de afwezigheid niet uitbetaald. "
Art.53. Dans le chapitre III du même arrêté, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement du 5 mai 2007, il est inséré un article 9.1 rédigé comme suit :
  " Art. 9.1 Chefs d'équipe dans les services à gestion séparée
  Pendant la durée de sa désignation en tant que chef d'équipe conformément à l'article 7, le membre du personnel perçoit une allocation de chef d'équipe.
  En cas d'occupation à temps plein, l'allocation correspond à la moitié de l'allocation de management et d'encadrement prévue à l'article 87.4, alinéa 1er, de l'arrêté du Gouvernement du 27 décembre 1996 portant organisation du Ministère de la Communauté germanophone et réglant le recrutement, la carrière et le statut pécuniaire des agents. En cas d'emploi à temps partiel, le montant est réduit au prorata.
  L'allocation est liquidée en même temps que le traitement. Si aucun service effectif n'est presté pendant une période d'au moins 30 jours consécutifs, l'allocation n'est pas liquidée pour la durée de l'absence. "
Art.54. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 5 mei 2007, wordt een artikel 9.2 ingevoegd, luidende :
  " Art. 9.2 Departementshoofd
  Indien een contractueel personeelslid van het Ministerie overeenkomstig artikel 11.2 van hetzelfde besluit van de Regering van 27 december 1996 door de Regering aangewezen wordt als departementshoofd, wordt dat personeelslid tijdens zijn aanwijzing als departementshoofd bezoldigd op basis van weddeschaal I/8 tot het met toepassing van de bepalingen van artikel 12 van dit besluit op basis van een hogere weddeschaal bezoldigd wordt. Deze bepaling heeft geen enkele uitwerking op de financiële opwaardering.
  Het door de Regering als departementshoofd aangewezen contractuele personeelslid dat op grond van artikel 12, derde lid, op basis van de weddeschalen I/10, I/10-59, I/10bis of I/10bis-59 bezoldigd wordt, alsook een geldelijke anciënniteit van 25 jaar en een geldelijke anciënniteit als departementshoofd van minstens 10 jaar heeft, neemt voor de duur van zijn aanwijzing de weddeschaal I/10ter of, naargelang van het geval, I/10ter-59 in en het recht op een toelage voor managements- en stafopdrachten wordt geschrapt.
  Onverminderd het eerste en het tweede lid wordt het contractueel personeelslid dat via een externe procedure geselecteerd wordt om een departement te leiden, in dienst genomen in het niveau waartoe zijn diploma toegang verleent en wordt dat personeelslid onverminderd artikel 9.3 in een weddeschaal ingedeeld. "
Art.54. Dans le chapitre III du même arrêté, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement du 5 mai 2007, il est inséré un article 9.2 rédigé comme suit :
  " Art. 9.2 Chefs de département
  Si un agent contractuel du Ministère est désigné chef de département par le Gouvernement conformément à l'article 11.2 du même arrêté du Gouvernement du 27 décembre 1996, il est rémunéré sur la base de l'échelle de traitement I/8 durant sa désignation comme chef de département, et ce, jusqu'à ce qu'il soit rémunéré sur la base d'une échelle de traitement supérieure en application des dispositions de l'article 12 du présent arrêté. Cette disposition n'a aucune influence quant à la valorisation financière.
  L'agent contractuel désigné chef de département par le Gouvernement et qui, en vertu des dispositions de l'article 12, alinéa 3, est rémunéré sur la base de l'échelle de traitement I/10, I/10-59, I/10bis ou I/10bis-59 et justifie d'une ancienneté pécuniaire de 25 ans et d'une ancienneté pécuniaire d'au moins 10 ans en tant que chef de département, bénéficie, pour la durée de sa désignation, de l'échelle de traitement I/10ter ou I/10ter-59, selon le cas, et le droit à une allocation de management et d'encadrement est supprimé.
  Sans préjudice des alinéas 1er et 2, l'agent contractuel qui est sélectionné via une procédure externe en vue d'assurer la direction d'un département est engagé dans le grade de recrutement du niveau auquel donne accès son diplôme et classé dans une échelle de traitement sans préjudice de l'article 9.3. "
Art.55. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 5 mei 2007, wordt een artikel 9.3 ingevoegd, luidende :
  " Art. 9.3 Deskundigen
  Het contractueel personeelslid dat in dienst wordt genomen op basis van zijn gespecialiseerde vakkennis, zijn specifieke beroepsvaardigheden of zijn jarenlange beroepservaring kan bezoldigd worden op basis van een hogere weddeschaal dan die bepaald in artikel 8, § 1, waarbij de weddeschaal die in de arbeidsovereenkomst moet worden bepaald, overeenstemt met een bestaande schaal van het niveau waarvoor het contractueel personeelslid een diploma kan voorleggen.
  De deskundigen worden hoogstens in de volgende weddeschaal ingedeeld :
  1. in niveau I : weddeschaal I/8;
  2. in niveau II+ : weddeschaal II+/3;
  3. in niveau II : weddeschaal II/4;
  4. in niveau III : weddeschaal III/6. "
Art.55. Dans le chapitre III du même arrêté, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement du 5 mai 2007, il est inséré un article 9.3 rédigé comme suit :
  " Art. 9.3 Experts
  L'agent contractuel engagé en raison de ses connaissances techniques, de ses aptitudes professionnelles spécifiques ou de sa longue expérience professionnelle peut être rémunéré selon une échelle supérieure à celle prévue à l'article 8, § 1er; l'échelle de traitement à mentionner dans le contrat de travail correspond à une échelle existante du niveau pour lequel l'agent contractuel peut présenter un diplôme.
  L'expert est classé au plus dans l'échelle de traitement suivante :
  1° au niveau I : l'échelle de traitement I/8;
  2° au niveau II+ : l'échelle de traitement II+/3;
  3° au niveau II : l'échelle de traitement II/4;
  4° au niveau III : l'échelle de traitement III/6. "
Art.56. Artikel 12 van hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 5 mei 2007, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 12. Financiële opwaardering
  Contractuele personeelsleden die op basis van de weddeschaal verbonden aan de aanwervingsgraad van hun loopbaan bezoldigd worden en de evaluatie "positief" hebben, worden bezoldigd op basis van de weddeschaal verbonden aan de eerste bevorderingsgraad van dezelfde loopbaan indien ze voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde voor de bevordering in een vlakke loopbaan van een ambtenaar van de begingraad tot de onmiddellijk hogere graad van zijn vlakke loopbaan vermeld in artikel 60 van hetzelfde besluit van de Regering van 27 december 1996.
  Op voordracht van de directieraad of, bij gebrek aan een directieraad, op voordracht van de afgevaardigd directeur, kan de bevoegde in dienst nemende overheid de contractuele personeelsleden die op basis van de weddeschaal verbonden aan de eerste bevorderingsgraad van hun loopbaan bezoldigd worden en die de evaluatie "positief" hebben, overeenkomstig artikel 12.1 een bezoldiging op basis van de weddeschaal van de tweede bevorderingsgraad van dezelfde loopbaan toekennen indien ze voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarden voor de bevordering van een ambtenaar bepaald in artikel 58, eerste lid, van hetzelfde besluit van de Regering van 27 december 1996. Als de in dienst nemende overheid één van de instellingen vermeld in artikel 1, 2° tot 4°, is, wordt de goedkeuring van de Regering omtrent de voordracht gevraagd.
  Contractuele personeelsleden van de niveaus I, II+, II, III en IV die op basis van de weddeschaal verbonden aan de tweede bevorderingsgraad van hun loopbaan bezoldigd worden en de evaluatie "positief" hebben, worden bezoldigd op basis van de weddeschalen I/10, II+/4, II/5, III/7 en IV/6, indien ze voldoen zowel aan de anciënniteitsvoorwaarden voor de bevordering van een ambtenaar bepaald in artikel 58, eerste lid, van hetzelfde besluit van de Regering van 27 december 1996 als aan de anciënniteitsvoorwaarden voor de toekenning van de respectieve weddeschalen I/10, II+/4, II/5, III/7 en IV/6 bepaald in artikel 71 van hetzelfde besluit.
  Voor de financiële opwaarderingen wordt de loopbaan van de contractuele personeelsleden van niveau IV die aangesteld zijn in de huishoudkundige dienst gelijkgesteld met de loopbaan van de bode-telefonisten. "
Art.56. L'article 12 du même arrêté, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement du 5 mai 2007, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 12. Valorisation financière
  Les agents contractuels qui sont rémunérés sur la base de l'échelle de traitement correspondant au grade de recrutement de leur carrière et ont une évaluation "positif" perçoivent une rémunération sur la base de l'échelle de traitement correspondant au premier grade de promotion de la même carrière s'ils remplissent la condition d'ancienneté pour la promotion en carrière plane d'un agent du grade de départ au grade immédiatement supérieur, telle que fixée à l'article 60 du même arrêté du Gouvernement du 27 décembre 1996.
  Conformément à l'article 12.1 et sur la proposition du conseil de direction et, à défaut de conseil de direction, sur la proposition du directeur délégué, l'autorité compétente pour l'engagement peut accorder aux agents contractuels qui sont rémunérés sur la base de l'échelle de traitement du premier grade de promotion dans leur carrière et justifient d'une évaluation "positif", une rémunération correspondant au deuxième grade de promotion de la même carrière s'ils remplissent les conditions d'ancienneté prévues à l'article 58, alinéa 1er, du même arrêté du Gouvernement du 27 décembre 1996. Si l'autorité compétente pour l'engagement est un établissement mentionné à l'article 1er, 2° à 4°, la proposition est soumise à l'approbation du Gouvernement.
  Les agents contractuels des niveaux I, II+, II, III et IV qui sont rémunérés sur la base du deuxième grade de promotion de leur carrière et ont une évaluation "positif", sont rémunérés sur la base des échelles de traitement correspondantes I/10, II+/4, II/5, III/7 et IV/6 s'ils remplissent tant les conditions de promotion d'un agent prévues à l'article 58, alinéa 1er, du même arrêté du Gouvernement du 27 décembre 1996 que les conditions d'ancienneté telles que fixées à l'article 71 du même arrêté pour le classement dans les échelles de traitement I/10, II+/4, II/5, III/7 et IV/6.
  En ce qui concerne les valorisations financières, la carrière des agents contractuels du niveau IV occupés au sein du service d'entretien est assimilée à la carrière des messagers-téléphonistes. "
Art.57. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit van de Regering wordt een artikel 12.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 12.1 Voorstel tot financiële opwaardering overeenkomstig artikel 12, tweede lid
  Voor de toepassing van artikel 12, tweede lid, bepaalt de bevoegde in dienst nemende overheid het aantal financiële opwaarderingen per niveau. Nadat het aantal financiële opwaarderingen is bepaald, doet de voorzitter van de directieraad of, bij gebrek aan een directieraad, de afgevaardigd directeur een oproep tot de kandidaten die schriftelijk aan alle in aanmerking komende gegadigden wordt bezorgd. De in aanmerking komende gegadigden ondertekenen een bewijs dat ze de oproep tot de gegadigden hebben ontvangen of de overheid zendt de oproep tot de kandidaten, in het bijzonder wanneer de gegadigde afwezig is, per aangetekende brief toe. De oproep tot de kandidaten voorziet in een termijn van ten minste 15 werkdagen voor de indiening van een schriftelijke sollicitatie bij de voorzitter van de directieraad of, bij gebrek aan een directieraad, bij de afgevaardigd directeur en vermeldt zo nodig welke inlichtingen en documenten moeten worden meegedeeld.
  De directieraad of, bij gebrek aan een directieraad, de afgevaardigd directeur maakt over elke in aanmerking komende gegadigde een met redenen omkleed advies op. Indien er verscheidene in aanmerking komende gegadigden zijn, maakt de directieraad of, naargelang van het geval, de afgevaardigd directeur een rangschikking op, waarbij rekening wordt gehouden met de evaluatie, maar daarnaast ook met de prestaties en de ervaring van de gegadigden, hun geschiktheid, hun inspanningen om opleidingen en voortgezette opleiding in samenhang met hun taken te volgen, alsook hun dienstanciënniteit. De directieraad of, naargelang van het geval, de afgevaardigd directeur doet dienovereenkomstig de in artikel 12, tweede lid, vermelde voordracht voor de in dienst nemende overheid.
  De directieraad of, naargelang van het geval, de afgevaardigd directeur deelt elke gegadigde mee op welke plaats hij gerangschikt staat. De in aanmerking komende gegadigde heeft het recht door de directieraad of, naargelang van het geval, de afgevaardigd directeur te worden gehoord; de gegadigde dient de aanvraag om te worden gehoord in bij de directieraad of, naargelang van het geval, bij de afgevaardigd directeur binnen een termijn van 10 werkdagen die ingaat de dag nadat hij de mededeling van de rangschikking heeft ontvangen. Nadat alle in aanmerking komende gegadigden die erom verzochten zijn gehoord, wordt de oorspronkelijke rangschikking door de directieraad of, naargelang van het geval, door de afgevaardigd directeur gewijzigd of bekrachtigd. "
Art.57. Dans le chapitre III du même arrêté, il est inséré un article 12.1 rédigé comme suit :
  " Art. 12.1 Proposition de valorisation financière conformément à l'article 12, alinéa 2
  Pour l'application de l'article 12, alinéa 2, l'autorité compétente pour l'engagement fixe le nombre de valorisations financières par niveau. Après fixation du nombre de valorisations financières, le président du conseil de direction ou, à défaut de conseil de direction, le directeur délégué lance un appel aux candidats, adressé par écrit à tous les candidats admissibles. Les candidats admissibles signent un accusé attestant la réception de l'appel aux candidats, ou l'autorité, notamment en cas d'absence du candidat, adresse l'appel aux candidats par recommandé. L'appel aux candidats prévoit un délai d'au moins 15 jours ouvrables pour introduire la candidature écrite auprès du président du conseil de direction ou, à défaut de conseil de direction, auprès du directeur délégué, et mentionne le cas échéant les renseignements et documents à transmettre.
  Le conseil de direction ou, à défaut de conseil de direction, le directeur délégué, émet un avis motivé à propos de chaque candidat admissible. S'il y a plusieurs candidats admissibles, le conseil de direction ou, selon le cas, le directeur délégué, procède à un classement tenant compte, en plus de l'évaluation, tant des prestations et de l'expérience des candidats, que leur aptitude ainsi que leurs efforts de formation et de formation continue en lien avec les tâches qui leur incombent, mais aussi de l'ancienneté de service. Le conseil de direction ou, selon le cas, le directeur délégué, établit en conséquence la proposition mentionnée à l'article 12, alinéa 2, pour l'autorité compétente pour l'engagement.
  Le conseil de direction ou, selon le cas, le directeur délégué communique à chaque candidat son classement. Le candidat admissible a le droit d'être entendu par le conseil de direction ou, selon le cas, le directeur délégué; il en fait la demande auprès du président du conseil de direction ou, selon le cas, auprès du directeur délégué dans un délai de 10 jours ouvrables prenant cours le jour suivant la communication du classement. Après avoir entendu tous les candidats admissibles qui en ont fait la demande, le conseil de direction ou, selon le cas, le directeur délégué change le premier classement ou le confirme. "
Art.58. Artikel 12.1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 5 juli 2007, wordt vernummerd tot artikel 12.2 en de woorden ", waarbij in afwijking van artikel 37, § 1, lid 2, 1°, in de loop van het jaar vóór de mogelijke financiële valorisaties bepaald in artikel 12 van voorliggend besluit een evaluatie plaatsvindt en artikel 37, § 1, lid 2, 2°, niet toepasselijk is" opgeheven.
Art.58. L'article 12.1 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement du 5 juillet 2007, devient l'article 12.2, les mots ", une évaluation ayant lieu, par dérogation à l'article 37, § 1er, alinéa 2, 1°, l'année précédant la valorisation financière éventuelle prévue à l'article 12 du présent arrêté et l'article 37, § 1er, alinéa 2, 2°, n'étant pas appliqué" étant abrogés.
Art.59. Artikel 16, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.59. L'article 16, alinéa 1er, du même arrêté est abrogé.
Art.60. De bijlage van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 4 september 2012, wordt opgeheven.
Art.60. L'annexe du même arrêté, modifiée par l'arrêté du Gouvernement du 4 septembre 2012, est abrogée.
HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het besluit van de Regering van 4 september 2012 tot wijziging van het besluit van 28 december 1994 houdende reglement van het contractueel personeel van de beroepsopleiding van de gemeenschappelijke en gewestelijke dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling (FOREm/GRABA) en het besluit van 17 juli 2003 tot bepaling van de rechtspositie van het contractueel personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en van bepaalde organismen van openbaar nut
CHAPITRE 5. - Modification de l'arrêté du Gouvernement du 4 septembre 2012 modifiant l'arrêté du 28 décembre 1994 portant règlement du personnel contractuel de la formation professionnelle de l'Office communautaire et régional de la formation professionnelle et de l'emploi (FOREm) et l'arrêté du 17 juillet 2003 déterminant la position juridique du personnel contractuel du Ministère de la Communauté germanophone et de certains organismes d'intérêt public
Art.61. In artikel 9 van het besluit van de Regering van 4 september 2012 tot wijziging van het besluit van 28 december 1994 houdende reglement van het contractueel personeel van de beroepsopleiding van de gemeenschappelijke en gewestelijke dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling (FOREm/GRABA) en het besluit van 17 juli 2003 tot bepaling van de rechtspositie van het contractueel personeel van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap en van bepaalde organismen van openbaar nut wordt het getal "2018" door het getal "2017" vervangen.
Art.61. Dans l'article 9 de l'arrêté du Gouvernement du 4 septembre 2012 modifiant l'arrêté du 28 décembre 1994 portant règlement du personnel contractuel de la formation professionnelle de l'Office communautaire et régional de la formation professionnelle et de l'emploi (FOREm) et l'arrêté du 17 juillet 2003 déterminant la position juridique du personnel contractuel du Ministère de la Communauté germanophone et de certains organismes d'intérêt public, le nombre "2018" est remplacé par le nombre "2017".
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
CHAPITRE 6. - Dispositions finales
Art.62. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017, met uitzondering van de artikelen 1 tot 5, 11 tot 13, 18, 20, 21, 23, 26 tot 34, 36 tot 38, 40, 41, 45-50, 59 en 60, die in werking treden de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.
Art.62. Le présent arrêté produit ses effets au 1er janvier 2017, à l'exception des articles 1er à 5, 11 à 13, 18, 20, 21, 23, 26 à 34, 36 à 38, 40, 41, 45 à 50, 59 et 60, lesquels entrent en vigueur le jour de la publication au Moniteur belge.
Art.63. De minister bevoegd voor Personeel is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.63. Le Ministre compétent en matière de Personnel est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1 bij het besluit van de Regering 2783/EX/VIII/A/I van 19 januari 2017
Art. N1. Annexe 1re à l'arrêté du Gouvernement 2783/EX/VIII/A/I du 19 janvier 2017
Barema  II/6
Verhogingjaarl. 3 480,61
 tweejaarl. 3 961,20
 tweejaarl. 8 540,67
Min  31.609,57
Max  40.260,36
0  31.609,57
1  32.090,18
2  32.570,79
3  33.051,40
5  34.012,60
7  34.973,80
9  35.935,00
11  36.475,67
13  37.016,34
15  37.557,01
17  38.097,68
19  38.638,35
21  39.179,02
23  39.719,69
25  40.260,36
Barème  II/6
Augmentationannale 3 480,61
 biennale 3 961,20
 biennale 8 540,67
Min  31.609,57
Max  40.260,36
0  31.609,57
1  32.090,18
2  32.570,79
3  33.051,40
5  34.012,60
7  34.973,80
9  35.935,00
11  36.475,67
13  37.016,34
15  37.557,01
17  38.097,68
19  38.638,35
21  39.179,02
23  39.719,69
25  40.260,36
Barema  II+/5
Verhogingjaarl. 3 410,35
 tweejaarl. 3 820,72
 tweejaarl. 8 461,67
Min  35.649,82
Max  43.036,39
0  35.649,82
1  36.060,17
2  36.470,52
3  36.880,87
5  37.701,59
7  38.522,31
9  39.343,03
11  39.804,70
13  40.266,37
15  40.728,04
17  41.189,71
19  41.651,38
21  42.113,05
23  42.574,72
25  43.036,39
Barème  II+/5
Augmentationannale 3 410,35
 biennale 3 820,72
 biennale 8 461,67
Min  35.649,82
Max  43.036,39
0  35.649,82
1  36.060,17
2  36.470,52
3  36.880,87
5  37.701,59
7  38.522,31
9  39.343,03
11  39.804,70
13  40.266,37
15  40.728,04
17  41.189,71
19  41.651,38
21  42.113,05
23  42.574,72
25  43.036,39
Barema  II/6-59
Verhogingjaarl. 3 480,61
 tweejaarl. 3 961,20
 tweejaarl. 7 540,67
 tweejaarl. 1 1.081,34
Min  31.609,57
Max  40.801,03
0  31.609,57
1  32.090,18
2  32.570,79
3  33.051,40
5  34.012,60
7  34.973,80
9  35.935,00
11  36.475,67
13  37.016,34
15  37.557,01
17  38.097,68
19  38.638,35
21  39.179,02
23  39.719,69
25  40.801,03
Barème  II/6-59
Augmentationannale 3 480,61
 biennale 3 961,20
 biennale 7 540,67
 biennale  1.081,34
Min  31.609,57
Max  40.801,03
0  31.609,57
1  32.090,18
2  32.570,79
3  33.051,40
5  34.012,60
7  34.973,80
9  35.935,00
11  36.475,67
13  37.016,34
15  37.557,01
17  38.097,68
19  38.638,35
21  39.179,02
23  39.719,69
25  40.801,03
Barema  II+/5-59
Verhogingjaarl. 3 410,35
 tweejaarl. 3 820,72
 tweejaarl. 7 461,67
 tweejaarl. 1 923,34
Min  35.649,82
Max  43.498,06
1  35.649,82
2  36.060,17
3  36.470,52
5  36.880,87
7  37.701,59
9  38.522,31
11  39.343,03
13  39.804,70
15  40.266,37
17  40.728,04
19  41.189,71
21  41.651,38
21  42.113,05
23  42.574,72
25  43.498,06
Barème  II+/5-59
Augmentationannale 3 410,35
 biennale 3 820,72
 biennale 7 461,67
 biennale 1 923,34
Min  35.649,82
Max  43.498,06
0  35.649,82
1  36.060,17
2  36.470,52
3  36.880,87
5  37.701,59
7  38.522,31
9  39.343,03
11  39.804,70
13  40.266,37
15  40.728,04
17  41.189,71
19  41.651,38
21  42.113,05
23  42.574,72
25  43.498,06
Barema   I/10ter
Verhoging jaarl. 3 935,02
 tweejaarl. 3 1.870,03
 tweejaarl. 7 1.202,18
Min.   46.370,15
Max.   63.200,56
0   46.370,15
1   47.305,17
2   48.240,19
3   49.175,21
5   51.045,24
7   52.915,27
9   54.785,30
11   55.987,48
13   57.189,66
15   58.391,84
17   59.594,02
19   60.796,20
21   61.998,38
23   63.200,56
Barème   I/10ter
Augmentationannale 3 935,02
 biennale 3 1.870,03
 biennale 7 1.202,18
Min.   46.370,15
Max.   63.200,56
0   46.370,15
1   47.305,17
2   48.240,19
3   49.175,21
5   51.045,24
7   52.915,27
9   54.785,30
11   55.987,48
13   57.189,66
15   58.391,84
17   59.594,02
19   60.796,20
21   61.998,38
23   63.200,56
Barema   I/10ter-59
Verhoging jaarl. 3 935,02
 tweejaarl. 3 1.870,03
 tweejaarl. 6 1.202,18
 tweejaarl. 1 2.404,36
Min.   46.370,15
Max.   64.402,74
0   46.370,15
1   47.305,17
2   48.240,19
3   49.175,21
5   51.045,24
7   52.915,27
9   54.785,30
11   55.987,48
13   57.189,66
15   58.391,84
17   59.594,02
19   60.796,20
21   61.998,38
23   64.402,74
Barème   I/10ter-59
Augmentationannale 3 935,02
 biennale 3 1.870,03
 biennale 6 1.202,18
 biennale 1 2.404,36
Min.   46.370,15
Max.   64.402,74
0   46.370,15
1   47.305,17
2   48.240,19
3   49.175,21
5   51.045,24
7   52.915,27
9   54.785,30
11   55.987,48
13   57.189,66
15   58.391,84
17   59.594,02
19   60.796,20
21   61.998,38
23   64.402,74
Barema   I/11bis
Verhoging jaarl. 3 832,42
 tweejaarl. 3 1.664,84
 tweejaarl. 7 1.069,73
Min.   48.353,12
Max.   63.333,01
0   48.353,12
1   49.185,54
2   50.017,96
3   50.850,38
5   52.515,22
7   54.180,06
9   55.844,90
11   56.914,63
13   57.984,36
15   59.054,09
17   60.123,82
19   61.193,55
21   62.263,28
23   63.333,01
Barème   I/11bis
Augmentationannale 3 832,42
 biennale 3 1.664,84
 biennale 7 1.069,73
Min.   48.353,12
Max.   63.333,01
0   48 353,12
1   49.185,54
2   50.017,96
3   50.850,38
5   52.515,22
7   54.180,06
9   55.844,90
11   56.914,63
13   57.984,36
15   59.054,09
17   60.123,82
19   61.193,55
21   62.263,28
23   63.333,01
Barema   I/11bis-59
Verhoging jaarl. 3 832,42
 tweejaarl. 3 1.664,84
 tweejaarl. 6 1.069,73
 tweejaarl. 1 2.139,46
Min.   48.353,12
Max.   64.402,74
0   48.353,12
1   49.185,54
2   50.017,96
3   50.850,38
5   52.515,22
7   54.180,06
9   55.844,90
11   56.914,63
13   57.984,36
15   59.054,09
17   60.123,82
19   61.193,55
21   62.263,28
23   64.402,74
Barème   I/11bis-59
Augmentationannale 3 832,42
 biennale 3 1.664,84
 biennale 6 1.069,73
 biennale 1 2.139,46
Min.   48.353,12
Max.   64.402,74
0   48.353,12
1   49.185,54
2   50.017,96
3   50.850,38
5   52.515,22
7   54.180,06
9   55.844,90
11   56.914,63
13   57.984,36
15   59.054,09
17   60.123,82
19   61.193,55
21   62.263,28
23   64.402,74
Barema   I/12
Verhoging jaarl. 3 887,52
 tweejaarl. 3 1.775,00
 tweejaarl. 7 1.140,54
Min.   58.329,83
Max.   74.301,17
0   58.329,83
1   59.217,35
2   60.104,87
3   60.992,39
5   62.767,39
7   64.542,39
9   66.317,39
11   67.457,93
13   68.598,47
15   69.739,01
17   70.879,55
19   72.020,09
21   73.160,63
23   74.301,17
Barème   I/12
Augmentationannale 3 887,52
 biennale 3 1.775,00
 biennale 7 1.140,54
Min.   58.329,83
Max.   74.301,17
0   58.329,83
1   59.217,35
2   60.104,87
3   60.992,39
5   62.767,39
7   64.542,39
9   66.317,39
11   67.457,93
13   68.598,47
15   69.739,01
17   70.879,55
19   72.020,09
21   73.160,63
23   74.301,17
Barema   I/12-59
Verhoging jaarl. 3 887,52
 tweejaarl. 3 1.775,00
 tweejaarl. 6 1.140,54
 tweejaarl. 1 2.281,08
Min.   58.329,83
Max.   75.441,71
0   58.329,83
1   59.217,35
2   60.104,87
3   60.992,39
5   62.767,39
7   64.542,39
9   66.317,39
11   67.457,93
13   68.598,47
15   69.739,01
17   70.879,55
19   72.020,09
21   73.160,63
23   75.441,71
Art. N2. Bijlage 2 bij het besluit van de Regering 2783/EX/VIII/A/I van 19 januari 2017
Barème   I/12-59
Augmentationannale 3 887,52
 biennale 3 1.775,00
 biennale 6 1.140,54
 biennale 1 2.281,08
Min.   58.329,83
Max.   75.441,71
0   58.329,83
1   59.217,35
2   60.104,87
3   60.992,39
5   62.767,39
7   64.542,39
9   66.317,39
11   67.457,93
13   68.598,47
15   69.739,01
17   70.879,55
19   72.020,09
21   73.160,63
23   75.441,71
Art. N2. Annexe 2 à l'arrêté du Gouvernement 2783/EX/VIII/A/I du 19 janvier 2017
Barema   II/6
Verhoging jaarl. 3 485,46
 tweejaarl. 3 970,91
 tweejaarl. 8 546,13
Min.   31.842,29
Max.   40.580,44
0   31.842,29
1   32.327,75
2   32.813,21
3   33.298,67
5   34.269,58
7   35.240,49
9   36.211,40
11   36.757,53
13   37.303,66
15   37.849,79
17   38.395,92
19   38.942,05
21   39.488,18
23   40.034,31
25   40.580,44
Barème   II/6
Augmentationannale 3 485,46
 biennale 3 970,91
 biennale 8 546,13
Min.   31.842,29
Max.   40.580,44
0   31.842,29
1   32.327,75
2   32.813,21
3   33.298,67
5   34.269,58
7   35.240,49
9   36.211,40
11   36.757,53
13   37.303,66
15   37.849,79
17   38.395,92
19   38.942,05
21   39.488,18
23   40.034,31
25   40.580,44
Barema   II+/5
Verhoging jaarl. 3 414,50
 tweejaarl. 3 829,01
 tweejaarl. 8 466,33
Min.   35.923,35
Max.   43.384,52
0   35.923,35
1   36.337,85
2   36.752,35
3   37.166,85
5   37.995,86
7   38.824,87
9   39.653,88
11   40.120,21
13   40.586,54
15   41.052,87
17   41.519,20
19   41.985,53
21   42.451,86
23   42.918,19
25   43.384,52
Barème   II+/5
Augmentationannale 3 414,50
 biennale 3 829,01
 biennale 8 466,33
Min.   35.923,35
Max.   43.384,52
0   35.923,35
1   36.337,85
2   36.752,35
3   37.166,85
5   37.995,86
7   38.824,87
9   39.653,88
11   40.120,21
13   40.586,54
15   41.052,87
17   41.519,20
19   41.985,53
21   42.451,86
23   42.918,19
25   43.384,52
Barema   II/6-59
Verhoging jaarl. 3 485,46
 tweejaarl. 3 970,91
 tweejaarl. 7 546,13
 tweejaarl. 1 1.092,26
Min.   31.842,29
Max.   41.126,57
0   31.842,29
1   32.327,75
2   32.813,21
3   33.298,67
5   34.269,58
7   35.240,49
9   36.211,40
11   36.757,53
13   37.303,66
15   37.849,79
17   38.395,92
19   38.942,05
21   39.488,18
23   40.034,31
25   41.126,57
Barème   II/6-59
Augmentationannale 3 485,46
 biennale 3 970,91
 biennale 7 546,13
 biennale 1 1.092,26
Min.   31.842,29
Max.   41.126,57
0   31.842,29
1   32.327,75
2   32.813,21
3   33.298,67
5   34.269,58
7   35.240,49
9   36.211,40
11   36.757,53
13   37.303,66
15   37.849,79
17   38.395,92
19   38.942,05
21   39.488,18
23   40.034,31
25   41.126,57
Barema   II+/5-59
Verhoging jaarl. 3 414,50
 tweejaarl. 3 829,01
 tweejaarl. 7 466,33
 tweejaarl. 1 932,66
Min.   35.923,35
Max.   43.850,85
0   35.923,35
1   36.337,85
2   36.752,35
3   37.166,85
5   37.995,86
7   38.824,87
9   39.653,88
11   40.120,21
13   40.586,54
15   41.052,87
17   41.519,20
19   41.985,53
21   42.451,86
23   42.918,19
25   43.850,85
Barème   II+/5-59
Augmentationannale 3 414,50
 biennale 3 829,01
 biennale 7 466,33
 biennale 1 932,66
Min.   35.923,35
Max.   43.850,85
0   35.923,35
1   36.337,85
2   36.752,35
3   37.166,85
5   37.995,86
7   38.824,87
9   39.653,88
11   40.120,21
13   40.586,54
15   41.052,87
17   41.519,20
19   41.985,53
21   42.451,86
23   42.918,19
25   43.850,85
Barema   I/10ter
Verhoging jaarl. 3 944,46
 tweejaarl. 3 1.888,92
 tweejaarl. 7 1.214,32
Min.   46.751,97
Max.   63.752,35
0   46.751,97
1   47.696,43
2   48.640,89
3   49.585,35
5   51.474,27
7   53.363,19
9   55.252,11
11   56.466,43
13   57.680,75
15   58.895,07
17   60.109,39
19   61.323,71
21   62.538,03
23   63.752,35
Barème   I/10ter
Augmentationannale 3 944,46
 biennale 3 1.888,92
 biennale 7 1.214,32
Min.   46.751,97
Max.   63.752,35
0   46.751,97
1   47.696,43
2   48.640,89
3   49.585,35
5   51.474,27
7   53.363,19
9   55.252,11
11   56.466,43
13   57.680,75
15   58.895,07
17   60.109,39
19   61.323,71
21   62.538,03
23   63.752,35
Barema   I/10ter-59
Verhoging jaarl. 3 944,46
 tweejaarl. 3 1.888,92
 tweejaarl. 6 1.214,32
 tweejaarl. 1 2.428,64
Min.   46.751,97
Max.   64.966,67
0   46.751,97
1   47.696,43
2   48.640,89
3   49.585,35
5   51.474,27
7   53.363,19
9   55.252,11
11   56.466,43
13   57.680,75
15   58.895,07
17   60.109,39
19   61.323,71
21   62.538,03
23   64.966,67
Barème   I/10ter-59
Augmentationannale 3 944,46
 biennale 3 1.888,92
 biennale 6 1.214,32
 biennale 1 2 428,64
Min.   46.751,97
Max.   64.966,67
0   46.751,97
1   47.696,43
2   48.640,89
3   49.585,35
5   51.474,27
7   53.363,19
9   55.252,11
11   56.466,43
13   57.680,75
15   58.895,07
17   60.109,39
19   61.323,71
21   62.538,03
23   64.966,67
Barema   I/11bis
Verhoging jaarl. 3 840,83
 tweejaarl. 3 1.681,65
 tweejaarl. 7 1.080,53
Min.   48.841,49
Max.   63.972,64
0   48.841,49
1   49.682,32
2   50.523,15
3   51.363,98
5   53.045,63
7   54.727,28
9   56.408,93
11   57.489,46
13   58.569,99
15   59.650,52
17   60.731,05
19   61.811,58
21   62.892,11
23   63.972,64
Barème   I/11bis
Augmentationannale 3 840,83
 biennale 3 1.681,65
 biennale 7 1.080,53
Min.   48.841,49
Max.   63.972,64
0   48.841,49
1   49.682,32
2   50.523,15
3   51.363,98
5   53.045,63
7   54.727,28
9   56.408,93
11   57.489,46
13   58.569,99
15   59.650,52
17   60.731,05
19   61.811,58
21   62.892,11
23   63.972,64
Barema   I/11bis-59
Verhoging jaarl. 3 840,83
 tweejaarl. 3 1.681,65
 tweejaarl. 6 1.080,53
 tweejaarl. 1 2.161,06
Min.   48.841,49
Max.   65.053,17
0   48.841,49
1   49.682,32
2   50.523,15
3   51.363,98
5   53.045,63
7   54.727,28
9   56.408,93
11   57.489,46
13   58.569,99
15   59.650,52
17   60.731,05
19   61.811,58
21   62.892,11
23   65.053,17
Barème   I/11bis-59
Augmentationannale 3 840,83
 biennale 3 1.681,65
 biennale 6 1.080,53
 biennale 1 2.161,06
Min.   48.841,49
Max.   65.053,17
0   48.841,49
1   49.682,32
2   50.523,15
3   51.363,98
5   53.045,63
7   54.727,28
9   56.408,93
11   57.489,46
13   58.569,99
15   59.650,52
17   60.731,05
19   61.811,58
21   62.892,11
23   65.053,17
Barema   I/12
Verhoging jaarl. 3 896,48
 tweejaarl. 3 1.792,93
 tweejaarl. 7 1.152,06
Min.   58.918,98
Max.   75.051,63
0   58.918,98
1   59.815,46
2   60.711,94
3   61.608,42
5   63.401,35
7   65.194,28
9   66.987,21
11   68.139,27
13   69.291,33
15   70.443,39
17   71.595,45
19   72.747,51
21   73.899,57
23   75.051,63
Barème   I/12
Augmentationannale 3 896,48
 biennale 3 1.792,93
 biennale 7 1.152,06
Min.   58.918,98
Max.   75.051,63
0   58.918,98
1   59.815,46
2   60.711,94
3   61.608,42
5   63.401,35
7   65.194,28
9   66.987,21
11   68.139,27
13   69.291,33
15   70.443,39
17   71.595,45
19   72.747,51
21   73.899,57
23   75.051,63
Barema   I/12-59
Verhoging jaarl. 3 896,48
 tweejaarl. 3 1.792,93
 tweejaarl. 6 1.152,06
 tweejaarl. 1 2.304,12
Min.   58.918,98
Max.   76.203,69
0   58.918,98
1   59.815,46
2   60.711,94
3   61.608,42
5   63.401,35
7   65.194,28
9   66.987,21
11   68.139,27
13   69.291,33
15   70.443,39
17   71.595,45
19   72.747,51
21   73.899,57
23   76.203,69
Barème   I/12-59
Augmentationannale 3 896,48
 biennale 3 1.792,93
 biennale 6 1.152,06
 biennale 1 2.304,12
Min.   58.918,98
Max.   76.203,69
0   58.918,98
1   59.815,46
2   60.711,94
3   61.608,42
5   63.401,35
7   65.194,28
9   66.987,21
11   68.139,27
13   69.291,33
15   70.443,39
17   71.595,45
19   72.747,51
21   73.899,57
23   76.203,69
Art. N2. Bijlage 2 bij het besluit van de Regering 2783/EX/VIII/A/I van 19 januari 2017
Art. N2. Annexe 2 à l'arrêté du Gouvernement 2783/EX/VIII/A/I du 19 janvier 2017
Barema   II/6
Verhoging jaarl. 3 485,46
 tweejaarl. 3 970,91
 tweejaarl. 8 546,13
Min.   31.842,29
Max.   40.580,44
0   31.842,29
1   32.327,75
2   32.813,21
3   33.298,67
5   34.269,58
7   35.240,49
9   36.211,40
11   36.757,53
13   37.303,66
15   37.849,79
17   38.395,92
19   38.942,05
21   39.488,18
23   40.034,31
25   40.580,44
Barema II/6Verhoging jaarl. 3 485,46tweejaarl. 3 970,91tweejaarl. 8 546,13Min. 31.842,29Max. 40.580,440 31.842,291 32.327,752 32.813,213 33.298,675 34.269,587 35.240,499 36.211,4011 36.757,5313 37.303,6615 37.849,7917 38.395,9219 38.942,0521 39.488,1823 40.034,3125 40.580,44
Barème   II/6
Augmentationannale 3 485,46
 biennale 3 970,91
 biennale 8 546,13
Min.   31.842,29
Max.   40.580,44
0   31.842,29
1   32.327,75
2   32.813,21
3   33.298,67
5   34.269,58
7   35.240,49
9   36.211,40
11   36.757,53
13   37.303,66
15   37.849,79
17   38.395,92
19   38.942,05
21   39.488,18
23   40.034,31
25   40.580,44
Barème II/6Augmentationannale 3 485,46biennale 3 970,91biennale 8 546,13Min. 31.842,29Max. 40.580,440 31.842,291 32.327,752 32.813,213 33.298,675 34.269,587 35.240,499 36.211,4011 36.757,5313 37.303,6615 37.849,7917 38.395,9219 38.942,0521 39.488,1823 40.034,3125 40.580,44
Barema   II+/5
Verhoging jaarl. 3 414,50
 tweejaarl. 3 829,01
 tweejaarl. 8 466,33
Min.   35.923,35
Max.   43.384,52
0   35.923,35
1   36.337,85
2   36.752,35
3   37.166,85
5   37.995,86
7   38.824,87
9   39.653,88
11   40.120,21
13   40.586,54
15   41.052,87
17   41.519,20
19   41.985,53
21   42.451,86
23   42.918,19
25   43.384,52
Barema II+/5Verhoging jaarl. 3 414,50tweejaarl. 3 829,01tweejaarl. 8 466,33Min. 35.923,35Max. 43.384,520 35.923,351 36.337,852 36.752,353 37.166,855 37.995,867 38.824,879 39.653,8811 40.120,2113 40.586,5415 41.052,8717 41.519,2019 41.985,5321 42.451,8623 42.918,1925 43.384,52
Barème   II+/5
Augmentationannale 3 414,50
 biennale 3 829,01
 biennale 8 466,33
Min.   35.923,35
Max.   43.384,52
0   35.923,35
1   36.337,85
2   36.752,35
3   37.166,85
5   37.995,86
7   38.824,87
9   39.653,88
11   40.120,21
13   40.586,54
15   41.052,87
17   41.519,20
19   41.985,53
21   42.451,86
23   42.918,19
25   43.384,52
Barème II+/5Augmentationannale 3 414,50biennale 3 829,01biennale 8 466,33Min. 35.923,35Max. 43.384,520 35.923,351 36.337,852 36.752,353 37.166,855 37.995,867 38.824,879 39.653,8811 40.120,2113 40.586,5415 41.052,8717 41.519,2019 41.985,5321 42.451,8623 42.918,1925 43.384,52
Barema   II/6-59
Verhoging jaarl. 3 485,46
 tweejaarl. 3 970,91
 tweejaarl. 7 546,13
 tweejaarl. 1 1.092,26
Min.   31.842,29
Max.   41.126,57
0   31.842,29
1   32.327,75
2   32.813,21
3   33.298,67
5   34.269,58
7   35.240,49
9   36.211,40
11   36.757,53
13   37.303,66
15   37.849,79
17   38.395,92
19   38.942,05
21   39.488,18
23   40.034,31
25   41.126,57
Barema II/6-59Verhoging jaarl. 3 485,46tweejaarl. 3 970,91tweejaarl. 7 546,13tweejaarl. 1 1.092,26Min. 31.842,29Max. 41.126,570 31.842,291 32.327,752 32.813,213 33.298,675 34.269,587 35.240,499 36.211,4011 36.757,5313 37.303,6615 37.849,7917 38.395,9219 38.942,0521 39.488,1823 40.034,3125 41.126,57
Barème   II/6-59
Augmentationannale 3 485,46
 biennale 3 970,91
 biennale 7 546,13
 biennale 1 1.092,26
Min.   31.842,29
Max.   41.126,57
0   31.842,29
1   32.327,75
2   32.813,21
3   33.298,67
5   34.269,58
7   35.240,49
9   36.211,40
11   36.757,53
13   37.303,66
15   37.849,79
17   38.395,92
19   38.942,05
21   39.488,18
23   40.034,31
25   41.126,57
Barème II/6-59Augmentationannale 3 485,46biennale 3 970,91biennale 7 546,13biennale 1 1.092,26Min. 31.842,29Max. 41.126,570 31.842,291 32.327,752 32.813,213 33.298,675 34.269,587 35.240,499 36.211,4011 36.757,5313 37.303,6615 37.849,7917 38.395,9219 38.942,0521 39.488,1823 40.034,3125 41.126,57
Barema   II+/5-59
Verhoging jaarl. 3 414,50
 tweejaarl. 3 829,01
 tweejaarl. 7 466,33
 tweejaarl. 1 932,66
Min.   35.923,35
Max.   43.850,85
0   35.923,35
1   36.337,85
2   36.752,35
3   37.166,85
5   37.995,86
7   38.824,87
9   39.653,88
11   40.120,21
13   40.586,54
15   41.052,87
17   41.519,20
19   41.985,53
21   42.451,86
23   42.918,19
25   43.850,85
Barema II+/5-59Verhoging jaarl. 3 414,50tweejaarl. 3 829,01tweejaarl. 7 466,33tweejaarl. 1 932,66Min. 35.923,35Max. 43.850,850 35.923,351 36.337,852 36.752,353 37.166,855 37.995,867 38.824,879 39.653,8811 40.120,2113 40.586,5415 41.052,8717 41.519,2019 41.985,5321 42.451,8623 42.918,1925 43.850,85
Barème   II+/5-59
Augmentationannale 3 414,50
 biennale 3 829,01
 biennale 7 466,33
 biennale 1 932,66
Min.   35.923,35
Max.   43.850,85
0   35.923,35
1   36.337,85
2   36.752,35
3   37.166,85
5   37.995,86
7   38.824,87
9   39.653,88
11   40.120,21
13   40.586,54
15   41.052,87
17   41.519,20
19   41.985,53
21   42.451,86
23   42.918,19
25   43.850,85
Barème II+/5-59Augmentationannale 3 414,50biennale 3 829,01biennale 7 466,33biennale 1 932,66Min. 35.923,35Max. 43.850,850 35.923,351 36.337,852 36.752,353 37.166,855 37.995,867 38.824,879 39.653,8811 40.120,2113 40.586,5415 41.052,8717 41.519,2019 41.985,5321 42.451,8623 42.918,1925 43.850,85
Barema   I/10ter
Verhoging jaarl. 3 944,46
 tweejaarl. 3 1.888,92
 tweejaarl. 7 1.214,32
Min.   46.751,97
Max.   63.752,35
0   46.751,97
1   47.696,43
2   48.640,89
3   49.585,35
5   51.474,27
7   53.363,19
9   55.252,11
11   56.466,43
13   57.680,75
15   58.895,07
17   60.109,39
19   61.323,71
21   62.538,03
23   63.752,35
Barema I/10terVerhoging jaarl. 3 944,46tweejaarl. 3 1.888,92tweejaarl. 7 1.214,32Min. 46.751,97Max. 63.752,350 46.751,971 47.696,432 48.640,893 49.585,355 51.474,277 53.363,199 55.252,1111 56.466,4313 57.680,7515 58.895,0717 60.109,3919 61.323,7121 62.538,0323 63.752,35
Barème   I/10ter
Augmentationannale 3 944,46
 biennale 3 1.888,92
 biennale 7 1.214,32
Min.   46.751,97
Max.   63.752,35
0   46.751,97
1   47.696,43
2   48.640,89
3   49.585,35
5   51.474,27
7   53.363,19
9   55.252,11
11   56.466,43
13   57.680,75
15   58.895,07
17   60.109,39
19   61.323,71
21   62.538,03
23   63.752,35
Barème I/10terAugmentationannale 3 944,46biennale 3 1.888,92biennale 7 1.214,32Min. 46.751,97Max. 63.752,350 46.751,971 47.696,432 48.640,893 49.585,355 51.474,277 53.363,199 55.252,1111 56.466,4313 57.680,7515 58.895,0717 60.109,3919 61.323,7121 62.538,0323 63.752,35
Barema   I/10ter-59
Verhoging jaarl. 3 944,46
 tweejaarl. 3 1.888,92
 tweejaarl. 6 1.214,32
 tweejaarl. 1 2.428,64
Min.   46.751,97
Max.   64.966,67
0   46.751,97
1   47.696,43
2   48.640,89
3   49.585,35
5   51.474,27
7   53.363,19
9   55.252,11
11   56.466,43
13   57.680,75
15   58.895,07
17   60.109,39
19   61.323,71
21   62.538,03
23   64.966,67
Barema I/10ter-59Verhoging jaarl. 3 944,46tweejaarl. 3 1.888,92tweejaarl. 6 1.214,32tweejaarl. 1 2.428,64Min. 46.751,97Max. 64.966,670 46.751,971 47.696,432 48.640,893 49.585,355 51.474,277 53.363,199 55.252,1111 56.466,4313 57.680,7515 58.895,0717 60.109,3919 61.323,7121 62.538,0323 64.966,67
Barème   I/10ter-59
Augmentationannale 3 944,46
 biennale 3 1.888,92
 biennale 6 1.214,32
 biennale 1 2 428,64
Min.   46.751,97
Max.   64.966,67
0   46.751,97
1   47.696,43
2   48.640,89
3   49.585,35
5   51.474,27
7   53.363,19
9   55.252,11
11   56.466,43
13   57.680,75
15   58.895,07
17   60.109,39
19   61.323,71
21   62.538,03
23   64.966,67
Barème I/10ter-59Augmentationannale 3 944,46biennale 3 1.888,92biennale 6 1.214,32biennale 1 2 428,64Min. 46.751,97Max. 64.966,670 46.751,971 47.696,432 48.640,893 49.585,355 51.474,277 53.363,199 55.252,1111 56.466,4313 57.680,7515 58.895,0717 60.109,3919 61.323,7121 62.538,0323 64.966,67
Barema   I/11bis
Verhoging jaarl. 3 840,83
 tweejaarl. 3 1.681,65
 tweejaarl. 7 1.080,53
Min.   48.841,49
Max.   63.972,64
0   48.841,49
1   49.682,32
2   50.523,15
3   51.363,98
5   53.045,63
7   54.727,28
9   56.408,93
11   57.489,46
13   58.569,99
15   59.650,52
17   60.731,05
19   61.811,58
21   62.892,11
23   63.972,64
Barema I/11bisVerhoging jaarl. 3 840,83tweejaarl. 3 1.681,65tweejaarl. 7 1.080,53Min. 48.841,49Max. 63.972,640 48.841,491 49.682,322 50.523,153 51.363,985 53.045,637 54.727,289 56.408,9311 57.489,4613 58.569,9915 59.650,5217 60.731,0519 61.811,5821 62.892,1123 63.972,64
Barème   I/11bis
Augmentationannale 3 840,83
 biennale 3 1.681,65
 biennale 7 1.080,53
Min.   48.841,49
Max.   63.972,64
0   48.841,49
1   49.682,32
2   50.523,15
3   51.363,98
5   53.045,63
7   54.727,28
9   56.408,93
11   57.489,46
13   58.569,99
15   59.650,52
17   60.731,05
19   61.811,58
21   62.892,11
23   63.972,64
Barème I/11bisAugmentationannale 3 840,83biennale 3 1.681,65biennale 7 1.080,53Min. 48.841,49Max. 63.972,640 48.841,491 49.682,322 50.523,153 51.363,985 53.045,637 54.727,289 56.408,9311 57.489,4613 58.569,9915 59.650,5217 60.731,0519 61.811,5821 62.892,1123 63.972,64
Barema   I/11bis-59
Verhoging jaarl. 3 840,83
 tweejaarl. 3 1.681,65
 tweejaarl. 6 1.080,53
 tweejaarl. 1 2.161,06
Min.   48.841,49
Max.   65.053,17
0   48.841,49
1   49.682,32
2   50.523,15
3   51.363,98
5   53.045,63
7   54.727,28
9   56.408,93
11   57.489,46
13   58.569,99
15   59.650,52
17   60.731,05
19   61.811,58
21   62.892,11
23   65.053,17
Barema I/11bis-59Verhoging jaarl. 3 840,83tweejaarl. 3 1.681,65tweejaarl. 6 1.080,53tweejaarl. 1 2.161,06Min. 48.841,49Max. 65.053,170 48.841,491 49.682,322 50.523,153 51.363,985 53.045,637 54.727,289 56.408,9311 57.489,4613 58.569,9915 59.650,5217 60.731,0519 61.811,5821 62.892,1123 65.053,17
Barème   I/11bis-59
Augmentationannale 3 840,83
 biennale 3 1.681,65
 biennale 6 1.080,53
 biennale 1 2.161,06
Min.   48.841,49
Max.   65.053,17
0   48.841,49
1   49.682,32
2   50.523,15
3   51.363,98
5   53.045,63
7   54.727,28
9   56.408,93
11   57.489,46
13   58.569,99
15   59.650,52
17   60.731,05
19   61.811,58
21   62.892,11
23   65.053,17
Barème I/11bis-59Augmentationannale 3 840,83biennale 3 1.681,65biennale 6 1.080,53biennale 1 2.161,06Min. 48.841,49Max. 65.053,170 48.841,491 49.682,322 50.523,153 51.363,985 53.045,637 54.727,289 56.408,9311 57.489,4613 58.569,9915 59.650,5217 60.731,0519 61.811,5821 62.892,1123 65.053,17
Barema   I/12
Verhoging jaarl. 3 896,48
 tweejaarl. 3 1.792,93
 tweejaarl. 7 1.152,06
Min.   58.918,98
Max.   75.051,63
0   58.918,98
1   59.815,46
2   60.711,94
3   61.608,42
5   63.401,35
7   65.194,28
9   66.987,21
11   68.139,27
13   69.291,33
15   70.443,39
17   71.595,45
19   72.747,51
21   73.899,57
23   75.051,63
Barema I/12Verhoging jaarl. 3 896,48tweejaarl. 3 1.792,93tweejaarl. 7 1.152,06Min. 58.918,98Max. 75.051,630 58.918,981 59.815,462 60.711,943 61.608,425 63.401,357 65.194,289 66.987,2111 68.139,2713 69.291,3315 70.443,3917 71.595,4519 72.747,5121 73.899,5723 75.051,63
Barème   I/12
Augmentationannale 3 896,48
 biennale 3 1.792,93
 biennale 7 1.152,06
Min.   58.918,98
Max.   75.051,63
0   58.918,98
1   59.815,46
2   60.711,94
3   61.608,42
5   63.401,35
7   65.194,28
9   66.987,21
11   68.139,27
13   69.291,33
15   70.443,39
17   71.595,45
19   72.747,51
21   73.899,57
23   75.051,63
Barème I/12Augmentationannale 3 896,48biennale 3 1.792,93biennale 7 1.152,06Min. 58.918,98Max. 75.051,630 58.918,981 59.815,462 60.711,943 61.608,425 63.401,357 65.194,289 66.987,2111 68.139,2713 69.291,3315 70.443,3917 71.595,4519 72.747,5121 73.899,5723 75.051,63
Barema   I/12-59
Verhoging jaarl. 3 896,48
 tweejaarl. 3 1.792,93
 tweejaarl. 6 1.152,06
 tweejaarl. 1 2.304,12
Min.   58.918,98
Max.   76.203,69
0   58.918,98
1   59.815,46
2   60.711,94
3   61.608,42
5   63.401,35
7   65.194,28
9   66.987,21
11   68.139,27
13   69.291,33
15   70.443,39
17   71.595,45
19   72.747,51
21   73.899,57
23   76.203,69
Barema I/12-59Verhoging jaarl. 3 896,48tweejaarl. 3 1.792,93tweejaarl. 6 1.152,06tweejaarl. 1 2.304,12Min. 58.918,98Max. 76.203,690 58.918,981 59.815,462 60.711,943 61.608,425 63.401,357 65.194,289 66.987,2111 68.139,2713 69.291,3315 70.443,3917 71.595,4519 72.747,5121 73.899,5723 76.203,69
Barème   I/12-59
Augmentationannale 3 896,48
 biennale 3 1.792,93
 biennale 6 1.152,06
 biennale 1 2.304,12
Min.   58.918,98
Max.   76.203,69
0   58.918,98
1   59.815,46
2   60.711,94
3   61.608,42
5   63.401,35
7   65.194,28
9   66.987,21
11   68.139,27
13   69.291,33
15   70.443,39
17   71.595,45
19   72.747,51
21   73.899,57
23   76.203,69
Barème I/12-59Augmentationannale 3 896,48biennale 3 1.792,93biennale 6 1.152,06biennale 1 2.304,12Min. 58.918,98Max. 76.203,690 58.918,981 59.815,462 60.711,943 61.608,425 63.401,357 65.194,289 66.987,2111 68.139,2713 69.291,3315 70.443,3917 71.595,4519 72.747,5121 73.899,5723 76.203,69