Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
7 JULI 2017. - Decreet tot oprichting van een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid, tot vaststelling van vergunningsnormen voor private uitbetalingsactoren en tot wijziging van het decreet van 30 april 2004 betreffende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 08-08-2017 en tekstbijwerking tot 16-05-2023)
Titre
7 JUILLET 2017. - Décret portant création d'une agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid " (Agence flamande de Paiement des Allocations dans le cadre de la Politique familiale), établissant des normes d'autorisation pour des acteurs de paiement privés et modifiant le décret du 30 avril 2004 portant création de l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique " Kind en Gezin " (Enfance et Famille)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 08-08-2017 et mise à jour au 16-05-2023)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (56)
Texte (56)
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
CHAPITRE 1er. - Dispositions générales
Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.
Article 1er. Le présent décret règle une matière communautaire.
Art.2. In dit decreet wordt verstaan onder:
  1° agentschap: het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid dat optreedt als enige publieke uitbetalingsactor;
  [2 1° /1 agentschap Opgroeien regie: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid dat is opgericht bij artikel 3 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;]2
  2° begunstigde: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon aan wie toelagen in het kader van het gezinsbeleid betaald worden;
  3° [1 Bestuursdecreet: het Bestuursdecreet van 7 december 2018;]1
  4° [1 ...]1
  5° gezinsbeleid: het gezinsbeleid met inbegrip van alle vormen van hulp en bijstand aan gezinnen en kinderen, vermeld in artikel 5, § 1, II, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, en het beleid inzake de gezinsbijslagen, vermeld in artikel 5, § 1, IV, van de voormelde wet;
  6° Huizen van het Kind: de Huizen van het Kind, vermeld in hoofdstuk 3 van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van de preventieve gezinsondersteuning;
  7° [2 ...]2
  8° private uitbetalingsactor: een private rechtspersoon, vergund met het oog op de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid;
  9° toelagen in het kader van het gezinsbeleid: de toelagen die de overheid uitbetaalt aan gezinnen in het kader van de gezinsbijslagen, of elke andere toelage die de overheid rechtstreeks toekent ter ondersteuning van de kosten voor de opvoeding van kinderen of andere doelstellingen in het kader van het gezinsbeleid;
  [3 9° /1 toelagen in het kader van het lokale gezinsbeleid: de toelagen en voordelen die gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn rechtstreeks, krachtens een reglement dat ze hebben goedgekeurd, toekennen om kosten voor de opvoeding van kinderen te ondersteunen, of voor andere doelstellingen in het kader van het lokale gezinsbeleid;]3
  10° uitbetalingsactoren: het agentschap en de private uitbetalingsactoren.
  
Art.2. Dans le présent décret, on entend par :
  1° agence : l'agence autonomisée externe de droit public " Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid ", (Agence flamande de Paiement des Allocations dans le cadre de la Politique familiale), qui agit comme seul acteur de paiement public ;
  [2 1° /1 agence Grandir régie : l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique créée par l'article 3 du décret du 30 avril 2004 portant création de l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique Grandir régie (" Opgroeien regie ") ;]2
  2° bénéficiaire : la personne physique ou la personne morale à laquelle les allocations dans le cadre de la politique familiale sont payées ;
  3° [1 Décret de gouvernance : le Décret de gouvernance du 7 décembre 2018]1
  4° [1 ...]1
  5° politique familiale : la politique familiale en ce compris toutes les formes d'aide et d'assistance aux familles et aux enfants, visée à l'article 5, § 1er, II, 1°, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, et la politique en matière d'allocations familiales, visée à l'article 5, § 1er, IV, de la loi précitée ;
  6° " Huizen van het Kind " (Maisons de l'Enfant) : les " Huizen van het Kind ", visées au chapitre 3 du décret du 29 novembre 2013 portant organisation du soutien préventif aux familles ;
  7° [2 ...]2
  8° acteur de paiement privé : une personne morale privée, autorisée en vue du paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale ;
  9° allocations dans le cadre de la politique familiale : les allocations payées par l'autorité aux familles dans le cadre des allocations familiales, ou toute autre allocation octroyée directement par l'autorité à titre de soutien des frais d'éducation d'enfants ou pour d'autres objectifs dans le cadre de la politique familiale ;
  [3 9° /1 allocations dans le cadre de la politique familiale : les allocations et avantages que les communes et les centres publics d'action sociale accordent directement, en vertu d'un règlement qu'ils ont approuvé, afin de soutenir les coûts d'éducation des enfants, ou à d'autres fins de politique familiale locale ;]3
  10° acteurs de paiement : l'agence et les acteurs de paiement privés.
  
HOOFDSTUK 2. - Oprichting van het agentschap
CHAPITRE 2. - Création de l'agence
Art.3. § 1. Er wordt een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht als vermeld in [1 artikel III.7 van het Bestuursdecreet]1.
  Het agentschap draagt de naam Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid.
  § 2. De Vlaamse Regering bepaalt tot welk beleidsdomein het agentschap behoort.
  § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de vestigingsplaats van het agentschap.
  
Art.3. § 1er. Il est créé une agence autonomisée externe de droit public dotée de la personnalité juridique, telle que visée à [1 l'article III.7 du Décret de gouvernance]1.
  L'agence porte le nom de " Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid " (Agence flamande de Paiement des Allocations dans le cadre de la Politique familiale).
  § 2. Le Gouvernement flamand détermine le domaine politique dont l'agence fait partie.
  § 3. Le Gouvernement flamand détermine le lieu d'établissement de l'agence.
  
HOOFDSTUK 3. - Missie en taken
CHAPITRE 3. - Mission et tâches
Art.4. Het agentschap heeft als missie de stipte, correcte en continue uitbetaling van toelagen in het kader van gezinsbeleid, samen met de private uitbetalingsactoren. [1 Het agentschap ondersteunt bij de uitoefening van zijn missie ook de uitbouw van het gezinsbeleid. ]1
  Binnen het kader van de missie, vermeld in het eerste lid:
  1° verzorgt het agentschap een performant, klantvriendelijk en kwaliteitsvol aanbod, waarin de gezinnen en in het bijzonder de meest kwetsbare gezinnen maximaal bijgestaan worden in de uitoefening van hun recht op toelagen in het kader van gezinsbeleid;
  2° onderzoekt het agentschap proactief het recht op toelagen, op basis van de gegevens die beschikbaar zijn via de elektronische gegevensstromen, met het oog op de automatische rechtentoekenning en uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid waar mogelijk.
  [1 3° kan het agentschap gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn bijstaan bij het onderzoek naar het recht op en de uitbetaling van toelagen in het kader van het lokale gezinsbeleid, in het kader van een samenwerkingsovereenkomst als vermeld in artikel 6, tweede lid.]1
  
Art.4. L'agence a pour mission le paiement ponctuel, correct et continu des allocations dans le cadre de la politique familiale, en collaboration avec les acteurs de paiement privés. [1 Dans le cadre de sa mission, l'agence soutient également le développement de la politique familiale.]1
  Dans le cadre de la mission, visée à l'alinéa 1er :
  1° l'agence assure une offre performante, personnalisée et de qualité, dans laquelle les familles et en particulier les familles les plus vulnérables bénéficient d'une assistance maximale lors de l'exercice de leur droit aux allocations dans le cadre de la politique familiale ;
  2° l'agence examine de manière proactive le droit aux allocations, sur la base des données disponibles par le biais des flux de données électroniques, en vue de l'octroi automatique des droits et du paiement automatique des allocations dans le cadre de la politique familiale si possible.
  [1 3° l'agence peut assister les communes et les centres publics d'action sociale dans l'examen du droit aux allocations dans le cadre de la politique familiale locale et du paiement de celles-ci, dans le cadre d'un accord de coopération tel que mentionné à l'article 6, alinéa 2. ]1
  
Art.5. Om de missie, vermeld in artikel 4, waar te maken, heeft het agentschap de volgende taken:
  1° zijn kredieten beheren, de kredieten die noodzakelijk zijn voor de werking aan de private uitbetalingsactoren uitbetalen, alsook de besteding van de toegekende kredieten opvolgen;
  2° efficiëntiewinsten in zijn publieke uitbetalingsfunctie en bij de private uitbetalingsactoren realiseren;
  3° de private uitbetalingsactoren ondersteunen bij het informeren en het bijstaan van gezinnen om hun rechten te kunnen uitoefenen;
  4° de regelgeving over de toekenning van toelagen in het kader van het gezinsbeleid door alle uitbetalingsactoren operationaliseren en concretiseren;
  5° toezicht houden op de naleving van de regels voor de toekenning van toelagen in het kader van het gezinsbeleid;
  6° een kwaliteitssysteem voor de uitbetalingsactoren opzetten en beheren;
  7° als publieke uitbetalingsactor instaan voor de, waar mogelijk, automatische uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid;
  8° één gemeenschappelijke betaalmotor ontwikkelen en uitbouwen die het de uitbetalingsactoren mogelijk maakt om toelagen in het kader van het gezinsbeleid op een efficiënte, correcte en zo veel mogelijk automatische wijze uit te betalen;
  9° de private uitbetalingsactoren financieel responsabiliseren;
  10° klachten over het optreden van de uitbetalingsactoren behandelen.
  [1 11° bij het onderzoek naar het recht op en de uitbetaling van toelagen in het kader van het lokale gezinsbeleid voor gemeenten of openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de betaalmotor en de diensten van het agentschap ter beschikking te stellen in het kader van een samenwerkingsovereenkomst als vermeld in artikel 6, tweede lid, van dit decreet;]1
  [1 12° het ondersteunen van initiatieven in het kader van het gezinsbeleid, rekening houdend met de taken en de regierol van het agentschap Opgroeien regie, vermeld in artikel 5, § 1, eerste lid, 1°, c), en § 2, 1°, en artikel 7/1 en 10/2 van het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie.]1
  De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de aangelegenheden, vermeld in het eerste lid.
  
Art.5. En vue de la réalisation de la mission visée à l'article 4, l'agence remplit les tâches suivantes :
  1° gérer ses crédits, payer les crédits nécessaires au fonctionnement aux acteurs de paiement privés, ainsi que suivre l'affectation des crédits accordés ;
  2° réaliser des gains d'efficacité dans sa fonction de paiement publique et auprès des acteurs de paiement privés ;
  3° soutenir les acteurs de paiement privés lors de l'information et de l'assistance aux familles afin de pouvoir exercer leurs droits ;
  4° opérationnaliser et concrétiser la réglementation relative à l'octroi d'allocations dans le cadre de la politique familiale par tous les acteurs de paiement ;
  5° contrôler le respect des règles relatives à l'octroi d'allocations dans le cadre de la politique familiale ;
  6° établir et gérer un système de qualité pour les acteurs de paiement ;
  7° assurer en tant qu'acteur de paiement public le paiement automatique, autant que possible, d'allocations dans le cadre de la politique familiale ;
  8° créer et développer un seul moteur commun de paiement qui permet aux acteurs de paiement de payer les allocations dans le cadre de la politique familiale de manière efficace, correcte et, autant que possible automatique ;
  9° assurer la responsabilisation financière des acteurs de paiement privés ;
  10° traiter des plaintes relatives à l'action des acteurs de paiement.
  Le Gouvernement flamand peut arrêter des modalités relatives aux matières, visées à l'alinéa 1er.
  [1 11° Lors de l'examen du droit aux allocations dans le cadre de la politique familiale locale et du paiement de celles-ci pour les communes ou les centres publics d'action sociale, mettre à disposition le moteur de paiement et les services de l'agence dans le cadre d'un accord de coopération tel que mentionné à l'article 6, alinéa 2, du présent décret ;]1
  [1 12° soutenir les initiatives dans le cadre de la politique familiale, en tenant compte des tâches et du rôle coordinateur de l'agence Grandir régie, énoncés à l'article 5, § 1er, alinéa 1er, 1°, c), et § 2, 1°, et aux articles 7/1 et 10/2 du décret du 30 avril 2004 portant création de l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique Grandir regie. ]1
  
Art.6. Met het oog op de uitvoering van de missie, vermeld in artikel 4, en de taken, vermeld in artikel 5, is het agentschap gerechtigd alle activiteiten te verrichten die bijdragen tot de verwezenlijking van de voormelde missie en taken.
  [2 Om de taak, vermeld in artikel 5, eerste lid, 11°, uit te voeren, sluit het agentschap een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.]2
  Om de taken, vermeld in artikel 5, te realiseren, werkt het agentschap samen met instanties, diensten en verenigingen die op het vlak van de voormelde taken actief zijn, in het bijzonder met [1 het agentschap Opgroeien regie]1 [2 , met de Huizen van het Kind, met gemeenten of openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en andere partners binnen het gezinsbeleid]2.
  Het agentschap organiseert samen met de private uitbetalingsactoren een goed uitgewerkte loketfunctie, zowel fysiek via de Huizen van het Kind, als via digitale weg. Het agentschap zorgt er in overleg met de private uitbetalingsactoren voor dat de fysieke loketten voldoende geografisch verspreid en vlot bereikbaar zijn.
  Het agentschap zal de verworven kennis en expertise ter beschikking stellen van [1 het agentschap Opgroeien regie]1 [2 , de gemeenten of de openbare centra voor maatschappelijk welzijn]2.
  Het agentschap optimaliseert en vernieuwt zijn activiteiten permanent op basis van actuele ontwikkelingen op het vlak van kennis en expertise.
  
Art.6. En vue de la réalisation de la mission visée à l'article 4 et des tâches visées à l'article 5, l'agence est autorisée à effectuer toutes les activités qui contribuent à la réalisation de la mission précitée et des tâches précitées.
  [2 Aux fins de l'exécution de la tâche, visée à l'article 5, alinéa 1er, 11°, l'agence conclut un accord de coopération avec la commune ou le centre public d'action sociale.]2
  Pour réaliser les tâches visées à l'article 5, l'agence collabore avec des instances, services et associations actifs dans le domaine des tâches précitées, en particulier avec [1 l'agence Grandir régie]1 [2 , les " Huizen van het Kind ", les communes ou les centres publics d'action sociale, la Commission communautaire flamande et les autres partenaires de la politique familiale ]2 .
  En coopération avec les acteurs de paiement privés, l'agence organise une fonction guichet bien élaborée, tant au niveau physique par le biais des " Huizen van het Kind ", que par voie numérique. En concertation avec les acteurs de paiement privés, l'agence veille à ce que les guichets physiques soient suffisamment répartis géographiquement et soient facilement accessibles.
  L'agence mettra la connaissance et l'expertise acquises à disposition de [1 l'agence Grandir régie]1 .
  L'agence assure l'optimisation et la modernisation permanentes de ses activités, sur la base des développements actuels en matière de connaissances et d'expertise [2 , des communes ou des centres publics d'action sociale]2.
  
Art.7. [1 Het agentschap verwerkt de volgende categorieën van persoonsgegevens van kinderen en begunstigden en hun gezin om zijn missie, vermeld in artikel 4, en zijn taken, vermeld in artikel 5, uit te voeren:
   1° de identificatiegegevens;
   2° de financiële bijzonderheden;
   3° de persoonlijke kenmerken;
   4° de samenstelling van het gezin;
   5° de gegevens over kinderopvang;
   6° de gegevens over pleegzorg en adoptie;
   7° de opleiding en vorming;
   8° de beroepsmatige of gelijkgestelde situaties en de gegevens over de sociale zekerheid;
   9° de gegevens over de lichamelijke en de psychische gezondheid;
   10° de gegevens over gerechtelijke maatregelen;
   11° de gegevens over de plaatsing overeenkomstig artikel 68 van het Groeipakketdecreet van 2018.
   De persoonsgegevens worden verwerkt conform artikel 6, lid 1, e), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
   Het agentschap is de verwerkingsverantwoordelijke, vermeld in artikel 4, 7), van de voornoemde verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016, voor de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid van dit artikel, die het verwerkt in het kader van zijn missie, vermeld in artikel 4 van dit decreet, en zijn taken, vermeld in artikel 5 van dit decreet.
   Als gemeenten of openbare centra voor maatschappelijk welzijn betrokken worden bij de gegevensverwerking, wordt er een verwerkersovereenkomst als vermeld in artikel 28, punt 3, van de voornoemde verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 gesloten met het agentschap. Deze verwerkersovereenkomst zal uitdrukkelijk bepalen welke personen betrokken zijn bij de gegevensverwerking.
   De persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, worden door het agentschap bewaard tot vijf jaar na de afsluiting van het gezinsdossier.
   De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de gegevensregistratie en -verwerking. ]1

  
Art.7. [1 L'agence traite les catégories suivantes de données à caractère personnel des enfants et des bénéficiaires ainsi que de leurs ménages afin de réaliser sa mission, énoncée à l'article 4, et ses tâches, énoncées à l'article 5 :
   1° données d'identification ;
   2° particularités financières ;
   3° caractéristiques personnelles ;
   4° composition du ménage ;
   5° données relatives à la garde d'enfants ;
   6° données relatives au placement familial et à l'adoption ;
   7° enseignement et formation suivis ;
   8° situations professionnelles ou assimilées et données de sécurité sociale ;
   9° données relatives à la santé physique et mentale ;
   10° données relatives aux mesures judiciaires ;
   11° données relatives au placement au sens de l'article 68 du décret Panier de croissance 2018.
   Les données à caractère personnel sont traitées conformément à l'article 6, paragraphe 1, e), du règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 relatif à la protection des personnes physiques à l'égard du traitement des données à caractère personnel et à la libre circulation de ces données, et abrogeant la directive 95/46/CE (règlement général sur la protection des données).
   L'agence est le responsable du traitement, au sens de l'article 4, 7), du règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 précité, à l'égard des données à caractère personnel, visées à l'alinéa 1er du présent article, qu'elle traite dans le cadre de sa mission, énoncée à l'article 4 du présent décret, et de ses tâches, énoncées à l'article 5 du présent décret.
   Si des communes ou des centres publics d'action sociale sont impliqués dans le traitement des données, un contrat de sous-traitance tel que mentionné à l'article 28, point 3, du règlement (UE) 2016/679 du Parlement européen et du Conseil du 27 avril 2016 précité est conclu avec l'agence. Ce contrat de sous-traitance définit explicitement les personnes impliquées dans le traitement des données.
   Les données à caractère personnel, visées à l'alinéa 1er, sont conservées par l'agence jusqu'à cinq ans après la clôture du dossier du ménage.
   Le Gouvernement flamand arrête les modalités d'enregistrement et de traitement des données ]1
.
  
HOOFDSTUK 4. - Organisatie van het agentschap
CHAPITRE 4. - Organisation de l'agence
Afdeling 1. - Raad van bestuur
Section 1. - Conseil d'administration
Art.8. § 1. Het agentschap wordt bestuurd door een raad van bestuur die is samengesteld uit:
  1° negen bestuurders, aangesteld door de Vlaamse Regering;
  2° één bestuurder voor elke vergunde private uitbetalingsactor;
  3° één waarnemend lid, aangewezen door [2 het agentschap Opgroeien regie]2;
  4° de gedelegeerd bestuurder, vermeld in artikel 9.
  § 2. Overeenkomstig [1 artikel III.40, eerste lid, van het Bestuursdecreet]1 is minimaal een derde van het aantal stemgerechtigde leden van de raad van bestuur een onafhankelijke bestuurder.
  Zodra de raad van bestuur samengesteld is met twee derde van de stemgerechtigde leden overeenkomstig paragraaf 1, zal de aldus gedeeltelijk samengestelde raad van bestuur de procedure voor de aanstelling van de onafhankelijke bestuurders opstarten, vermeld in [1 artikel III.41 van het Bestuursdecreet]1.
  § 3. De Vlaamse Regering wijst een voorzitter en een ondervoorzitter aan onder de leden van de raad van bestuur.
  Het mandaat van voorzitter van de raad van bestuur is niet verenigbaar met het mandaat van gedelegeerd bestuurder.
  
Art.8. § 1er. L'agence est administrée par un conseil d'administration composé de :
  1° neuf administrateurs, désignés par le Gouvernement flamand ;
  2° un administrateur pour chaque acteur de paiement privé autorisé ;
  3° un membre suppléant, désigné par [2 l'agence Grandir régie]2 ;
  4° l'administrateur délégué, visé à l'article 9.
  § 2. Conformément à [1 l'article III.40, premier alinéa du Décret de gouvernance]1, au moins un tiers du nombre de membres ayant voix délibérative du conseil d'administration sont des administrateurs indépendants.
  Dès que le conseil d'administration est composé de deux tiers des membres ayant voix délibérative conformément au paragraphe 1er, le conseil d'administration ainsi composé partiellement commencera la procédure de désignation des administrateurs indépendants, visés à [1 l'article III.41 du Décret de gouvernance]1.
  § 3. Le Gouvernement flamand désigne un président et un vice-président parmi les membres du conseil d'administration.
  Le mandat de président du conseil d'administration est incompatible avec le mandat d'administrateur délégué.
  
Art.9. De Vlaamse Regering stelt de gedelegeerd bestuurder aan die belast is met het dagelijks bestuur van het agentschap.
  Het dagelijks bestuur omvat:
  1° de dagelijkse leiding en de werking van het agentschap;
  2° de voorbereiding en de uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur;
  3° het bijwonen van de vergaderingen van de raad van bestuur;
  4° de uitoefening van de door de raad van bestuur toegewezen bevoegdheden;
  5° de leiding van en het toezicht op de personeelsleden van het agentschap.
  [1 Conform artikel III.13 en III.49 van het Bestuursdecreet worden twee regeringscommissarissen aangesteld.]1
  
Art.9. Le Gouvernement flamand désigne l'administrateur délégué qui est chargé de la gestion journalière de l'agence.
  La gestion journalière comprend :
  1° la direction quotidienne et le fonctionnement de l'agence ;
  2° la préparation et l'exécution des décisions du conseil d'administration ;
  3° la participation aux réunions du conseil d'administration ;
  4° l'exercice des compétences attribuées par le conseil d'administration ;
  5° la direction et le contrôle des membres du personnel de l'agence.
  [1 Deux commissaires du gouvernement sont désignés conformément aux articles III.13 et III.49 du Décret de gouvernance.]1
  
Art.10. § 1. De raad van bestuur regelt in het huishoudelijk reglement zijn eigen werking.
  De raad van bestuur bepaalt in het huishoudelijk reglement de bijkomende bevoegdheden die gedelegeerd worden aan de gedelegeerd bestuurder en de voorwaarden van die delegatie.
  § 2. De raad van bestuur kan de volgende bevoegdheden niet delegeren:
  1° de strategische doelstellingen van het agentschap bepalen;
  2° het jaarlijkse ondernemingsplan, vermeld in [1 artikel III.61, § 1, van het Bestuursdecreet]1, opmaken;
  3° de begroting opstellen;
  4° de algemene rekening vaststellen;
  5° de bevoegdheden uitoefenen die door de rechtspositieregeling van het personeel zijn toegewezen aan de raad van bestuur.
  De raad van bestuur legt het huishoudelijk reglement, evenals iedere wijziging of aanvulling, ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering neemt haar beslissing tot al dan niet goedkeuring van het huishoudelijk reglement binnen de dertig dagen na de voorlegging ervan. Bij ontstentenis van een beslissing binnen die termijn, wordt het huishoudelijk reglement verondersteld te zijn goedgekeurd.
  
Art.10. § 1er. Le conseil d'administration règle son propre fonctionnement dans le règlement d'ordre intérieur.
  Dans le règlement d'ordre intérieur, le conseil d'administration détermine les compétences supplémentaires qui sont déléguées à l'administrateur délégué et les conditions de cette délégation.
  § 2. Le conseil d'administration ne peut pas déléguer les compétences suivantes :
  1° fixer les objectifs stratégiques de l'agence ;
  2° établir le plan d'entreprise annuel, visé à [1 l'article III.61, § 1er du Décret de gouvernance]1 ;
  3° établir le budget ;
  4° établir les comptes généraux ;
  5° exercer les compétences attribuées au conseil d'administration par le statut du personnel.
  Le conseil d'administration soumet le règlement d'ordre intérieur ainsi que toute modification ou addition à l'approbation du Gouvernement flamand. Le Gouvernement flamand prend sa décision d'approbation ou d'improbation du règlement d'ordre intérieur dans les trente jours après sa présentation. A défaut d'une décision dans ce délai, le règlement d'ordre intérieur est censé être approuvé.
  
Afdeling 2. - Publieke uitbetalingsfunctie en boekhouding
Section 2. - Fonction de paiement publique et comptabilité
Art.11. Het agentschap organiseert de publieke uitbetalingsfunctie van toelagen in het kader van het gezinsbeleid [1 en van toelagen in het kader van het lokale gezinsbeleid, in het kader van een samenwerkingsovereenkomst als vermeld in artikel 6, tweede lid]1.
  
Art.11. L'agence organise la fonction de paiement publique des allocations dans le cadre de la politique familiale [1 et des allocations dans le cadre de la politique familiale locale, dans le cadre d'un accord de coopération tel que mentionné à l'article 6, alinéa 2]1.
  
Art.12. Het agentschap voert een transparante boekhouding waarbij een efficiënte besteding van de overheidsmiddelen wordt aangetoond en verantwoord en waarbij in een strikte scheiding wordt voorzien tussen, enerzijds, de middelen, inclusief de reserves, die vastgelegd zijn voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid, en, anderzijds, de middelen die vastgelegd zijn voor de werking van de uitbetalingsactoren.
Art.12. L'agence mène une comptabilité transparente qui démontre et justifie une affectation efficace des moyens publics et qui prévoit une séparation stricte entre les moyens, y compris les réserves, engagés pour le paiement d'allocations dans le cadre de la politique familiale, d'une part, et les moyens engagés pour le fonctionnement des acteurs de paiement, d'autre part.
Art.13. [3 De afdeling Zorginspectie van het Departement Zorg, vermeld in artikel 23, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie,]3 houdt, op verzoek van [1 het agentschap Opgroeien regie]1, toezicht op de besteding van de beleidskredieten door de publieke uitbetalingsactor [2 met uitzondering van de besteding van de lokale toelagen in het kader van het gezinsbeleid]2.
  
Art.13. [3 La division de l'Inspection des Soins du Département Soins, visé à l'article 23, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 3 juin 2005 relatif à l'organisation de l'Administration flamande]3, contrôle, à la demande de [1 l'agence Grandir régie]1, l'affectation des crédits opérationnels par l'acteur de paiement public [2 ] à l'exception de l'affectation des allocations locales dans le cadre de la politique familiale-2.
  
Afdeling 3. - Audit
Section 3. - Audit
Art.14. Binnen het agentschap richt de raad van bestuur een auditcomité op.
  Het auditcomité is zowel bevoegd voor de interne controle van de bedrijfsprocessen en activiteiten van het agentschap als voor de externe controle van alle bedrijfsprocessen en activiteiten van de private uitbetalingsactoren met inachtneming van [1 artikel III.115 van het Bestuursdecreet]1 en het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2012 betreffende controle en single audit.
  Het auditcomité staat de raad van bestuur bij op de volgende domeinen:
  1° het bereiken van de opgelegde doelstellingen en het effectieve en efficiënte beheer van risico's;
  2° de naleving van regelgeving en procedures;
  3° de betrouwbaarheid van de financiële en beheersrapportering;
  4° de effectieve en efficiënte werking van activiteiten en de efficiënte inzet van middelen;
  5° de bescherming van de activa van het agentschap en de voorkoming van fraude;
  6° de financiële responsabilisering van de uitbetalingsactoren.
  Het auditcomité kan een beroep doen op een interne auditdienst, op een bedrijfsrevisor of op een natuurlijke of rechtspersoon als vermeld in de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoördineerd op 30 april 2007, en, mits het akkoord van de raad van bestuur, op andere middelen, om zijn taak te vervullen.
  
Art.14. Le conseil d'administration crée un comité d'audit au sein de l'agence.
  Le comité d'audit est compétent tant pour le contrôle interne des processus d'entreprise et activités de l'agence que pour le contrôle externe de tous les processus d'entreprise et activités des acteurs de paiement privés, dans le respect de [1 l'article III.115 du Décret de gouvernance]1 et de l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 septembre 2012 relatif au contrôle et au single audit.
  Le comité d'audit assiste le conseil d'dministration dans les domaines suivants :
  1° la réalisation des objectifs imposés et la gestion effective et efficace des risques ;
  2° le respect de la réglementation et des procédures ;
  3° la fiabilité des rapports financiers et gestionnels ;
  4° le fonctionnement effectif et efficace des activités et l'utilisation efficace des moyens ;
  5° la sécurisation de l'actif de l'agence et la prévention de la fraude ;
  6° la responsabilisation financière des acteurs de paiement.
  Le comité d'audit peut faire appel à un service d'audit interne, un réviseur d'entreprise ou une personne physique ou morale tels que visés à la loi du 22 juillet 1953 créant un Institut des Réviseurs d'Entreprises et organisant la supervision publique de la profession de réviseur d'entreprises, coordonnée le 30 avril 2007 et, moyennant l'accord du conseil d'administration, à d'autres moyens pour effectuer sa tâche.
  
Art.15. De raad van bestuur stelt een auditcharter op en legt dat ter goedkeuring voor aan de Vlaamse Regering.
  Het auditcharter verduidelijkt de aspecten in verband met de doelstellingen, de taken, de plaats in de organisatie, de verantwoordelijkheid voor de naleving van de aanbevelingen en de werking van de auditfunctie, met inbegrip van de rapportering aan de uitbetalingsactoren waar een audit uitgevoerd is.
Art.15. Le comité consultatif établit une charte d'audit et la soumet à l'approbation du Gouvernement flamand.
  La charte d'audit clarifie les aspects concernant les objectifs, les tâches, la place dans l'organisation, la responsabilité du respect des recommandations et le fonctionnement de la fonction d'audit, y compris le rapport aux acteurs de paiement où un audit a été effectué.
Art.16. Het agentschap rapporteert aan [1 het agentschap Opgroeien regie]1 over elke audit.
  
Art.16. L'agence fait rapport à [1 l'agence Grandir régie]1 sur chaque audit.
  
Art.17. De raad van bestuur wijst de leden van het auditcomité aan voor een periode van vijf jaar. De raad van bestuur wijst de voorzitter en de ondervoorzitter van het auditcomité aan.
  Het comité bestaat uit maximaal vijf leden, met uitsluiting van personeelsleden van het agentschap, de voorzitter en de ondervoorzitter inbegrepen.
  Maximaal drie leden maken deel uit van de raad van bestuur van het agentschap, met uitsluiting van de leden die voorgedragen zijn door de private uitbetalingsactoren.
Art.17. Le conseil d'administration désigne les membres du comité d'audit pour une période de cinq ans. Le conseil d'administration désigne le président et le vice-président du comité d'audit.
  Le comité comprend au maximum cinq membres, à l'exclusion des membres du personnel de l'agence, y compris le président et le vice-président.
  Au maximum trois membres font partie du conseil d'administration de l'agence, à l'exclusion des membres présentés par les acteurs de paiement privés.
Afdeling 4. - Klachten- en bemiddelingsdienst
Section 4. - Service des plaintes et de médiation
Art.18. Binnen het agentschap wordt een klachten- en bemiddelingsdienst opgericht.
Art.18. Au sein de l'agence, il est créé un service des plaintes et de médiation.
Art.19. De klachten- en bemiddelingsdienst behandelt de klachten over de werking en activiteiten van de uitbetalingsactoren, naast de klachten over de eigen werking en activiteiten, met inachtneming van de bepalingen van [1 titel II, hoofdstuk 5, van het Bestuursdecreet]1.
  
Art.19. Le service des plaintes et de médiation traite les plaintes sur le fonctionnement et les activités des acteurs de paiement, outre les plaintes sur le propre fonctionnement et activités, dans le respect des dispositions du [1 titre II, chapitre 5 du Décret de gouvernance]1.
  
Art.20. De klachten- en bemiddelingsdienst bemiddelt tussen een uitbetalingsactor en een begunstigde bij een geschil over een recht op toelagen of over de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid.
Art.20. Le service des plaintes et de médiation se pose en médiateur entre un acteur de paiement et un bénéficiaire lors d'un litige relatif à un droit d'allocations ou au paiement d'allocations dans le cadre de la politique familiale.
Art.21. [2 Met uitzondering van de klachten over de toelagen in het kader van het lokale gezinsbeleid rapporteert het agentschap]2 jaarlijks over de klachten over uitbetalingsactoren en de bemiddeling tussen uitbetalingsactoren en begunstigden aan [1 het agentschap Opgroeien regie]1 binnen de termijn en volgens de vormvereisten die de Vlaamse Regering bepaalt.
  
Art.21. [2 A l'exception des plaintes sur les allocations dans le cadre de la politique familiale locale, l'agence fait annuellement rapport ]2sur les plaintes sur des acteurs de paiement et la médiation entre des acteurs de paiement et des bénéficiaires, à [1 l'agence Grandir régie]1 dans le délai et selon les exigences formelles arrêtés par le Gouvernement flamand.
  
Afdeling 5. - Sociale inspectie- en begeleidingsdienst
Section 5. - Service d'inspection sociale et d'encadrement
Art.22. Binnen het agentschap wordt een sociale inspectie- en begeleidingsdienst opgericht.
Art.22. Au sein de l'agence, il est créé un service d'inspection sociale et d'encadrement.
Art.23. De sociale inspectie- en begeleidingsdienst begeleidt gezinnen of controleert, ook op verzoek van een uitbetalingsactor, de mogelijke discrepantie tussen de administratieve en de feitelijke situatie van het kind of de begunstigde met het oog op een correcte toekenning van toelagen in het kader van het gezinsbeleid.
  De taken van de sociale inspectie- en begeleidingsdienst voor de begeleidings- en controleopdracht, vermeld in het eerste lid, omvatten in elk geval:
  1° controleren of de gegevens uit de authentieke bronnen gelijk zijn aan de concrete situatie van de gezinnen;
  2° tijdens huisbezoeken de gezinnen informeren over hun recht op toelagen in het kader van het gezinsbeleid;
  3° de solvabiliteit van de schuldenaars controleren, in geval van terugvordering van ten onrechte verrichte betalingen van toelagen in het kader van het gezinsbeleid, om in voorkomend geval een afbetalingsplan op te stellen;
  4° controleren of de toepasselijke regelgeving wordt nageleefd.
  [1 5° de opdrachten die toevertrouwd worden aan het agentschap in het kader van een samenwerkingsovereenkomst als vermeld in artikel 6, tweede lid.]1
  De Vlaamse Regering bepaalt nadere regels voor de opdrachten van de sociale inspectie- en begeleidingsdienst en kan voor de inspectiefunctie van het agentschap regels voor samenwerkingsverbanden met andere inspectiediensten binnen de Vlaamse en federale overheid vastleggen.
  
Art.23. Le service d'inspection sociale et d'encadrement assure l'accompagnement de familles ou contrôle, également à la demande d'un acteur de paiement, la disparité éventuelle entre la situation administrative et de fait de l'enfant ou du bénéficiaire, en vue de l'octroi correct des allocations dans le cadre de la politique familiale.
  Les tâches du service d'inspection sociale et d'encadrement pour la mission d'encadrement et de contrôle, visée à l'alinéa 1er, comprennent en tout cas :
  1° contrôler si les données des sources authentiques sont égales à la situation concrète des familles ;
  2° informer les familles, pendant des visites à domicile, sur leur droit à des allocations dans le cadre de la politique familiale ;
  3° contrôler la solvabilité des débiteurs, en cas de recouvrement de paiements indûment effectués d'allocations dans le cadre de la politique familiale, afin d'établir le cas échéant un plan d'apurement ;
  4° contrôler si la réglementation applicable est respectée.
  [1 5° les tâches confiées à l'agence dans le cadre d'un accord de coopération tel que mentionné à l'article 6, alinéa 2. ]1
  Le Gouvernement flamand arrête des modalités relatives aux missions du service d'inspection sociale et d'encadrement et, quant à la fonction d'inspection de l'agence, il peut arrêter des règles pour des partenariats avec d'autres services d'inspection au sein de l'autorité flamande et fédérale.
  
HOOFDSTUK 5. - Financiële middelen
CHAPITRE 5. - Moyens financiers
Art.24. Het agentschap kan over de volgende ontvangsten beschikken:
  1° kredieten voor zijn eigen werking, voor de werking van de uitbetalingsactoren en voor de uitbetaling van toelagen aan de begunstigden die zijn aangesloten bij het agentschap;
  2° schenkingen en legaten in speciën;
  3° opbrengsten uit verkopen;
  4° ontvangsten die voortvloeien uit daden van beheer of beschikking van eigen goederen;
  5° subsidies waarvoor het agentschap in aanmerking komt;
  6° opbrengst uit sponsoring;
  7° terugvordering van ten onrechte verrichte betalingen;
  8° vergoedingen voor prestaties aan derden, in het bijzonder de bijdragen van derden in de kostprijs daarvan;
  9° retributies als ze bij een decreet zijn toegewezen aan het agentschap.
  [1 10° kredieten die zijn toegekend door de gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn ter uitvoering van een samenwerkingsovereenkomst als vermeld in artikel 6, tweede lid.]1
  
Art.24. [1 ]1 L'agence peut disposer des recettes suivantes :
  1° des crédits pour son propre fonctionnement, pour le fonctionnement des acteurs de paiement et pour le paiement d'allocations aux bénéficiaires affiliés à l'agence ;
  2° des dons et legs en espèces ;
  3° des produits de ventes ;
  4° des recettes résultant des actes de gestion ou de disposition relatifs aux biens propres ;
  5° des subventions pour lesquelles l'agence entre en ligne de compte ;
  6° des revenus issus du sponsoring ;
  7° le recouvrement de paiements effectués indûment ;
  8° des indemnités pour prestations à des tiers, en particulier les contributions des tiers au prix de revient ;
  9° des rétributions dans la mesure où elles sont attribuées par décret à l'agence.
  [1 10° des crédits accordés par les communes et les centres publics d'action sociale en exécution d'un accord de coopération tel que mentionné à l'article 6, alinéa 2. ]1
  
Art.25. [1 De Vlaamse Regering en de gemeenten en openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen"]1 aan het agentschap roerende en onroerende goederen ter beschikking stellen om zijn taken te vervullen. Ze kan nadere regels bepalen voor de modaliteiten van terbeschikkingstelling van die goederen.
  
Art.25. [1 Le Gouvernement flamand et les communes et centres publics d'action sociale peuvent]1 mettre des biens mobiliers et immobiliers à disposition de l'agence, pour l'accomplissement de ses tâches. Il peut arrêter les modalités relatives à la mise à disposition de ces biens.
  
HOOFDSTUK 6. - Vergunningsnormen voor private uitbetalingsactoren
CHAPITRE 6. - Normes d'autorisation pour des acteurs de paiement privés
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Section 1. - Dispositions générales
Art.26. § 1. [1 Het agentschap Opgroeien regie]1 kan maximaal vier private uitbetalingsactoren vergunnen conform de voorwaarden, vermeld in dit hoofdstuk.
  Een vergunde private uitbetalingsactor maakt deel uit van de raad van bestuur van het agentschap.
  Een vergunning geldt voor onbepaalde duur.
  § 2. Na vier jaar werking van de private uitbetalingsactoren zal [1 het agentschap Opgroeien regie]1 de organisatie van de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid evalueren.
  De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels betreffende de procedure voor de evaluatie vermeld in het eerste lid, die minstens betrekking hebben op de volgende criteria:
  1° de kostenefficiëntie van de werking;
  2° de werking vermeld in artikel 27, 11° ;
  3° de uitvoering van de taken vermeld in artikel 28.
  Op basis van de resultaten van die evaluatie kan de Vlaamse Regering beslissen om de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid exclusief door het agentschap te laten uitvoeren.
  
Art.26. § 1er. [1 L'agence Grandir régie]1 peut autoriser au maximum quatre acteurs de paiement privés conformément aux conditions visées au présent chapitre.
  Un acteur de paiement privé fait partie du conseil d'administration de l'agence.
  Une autorisation est valable pour une durée indéterminée.
  § 2. Après quatre ans de fonctionnement des acteurs de paiement privés, [1 l'agence Grandir régie]1 évaluera l'organisation du paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale.
  Le Gouvernement flamand arrête les modalités relatives à la procédure de l'évaluation visée à l'alinéa 1er, qui ont au moins trait aux critères suivants :
  1° l'efficacité au niveau des coûts du fonctionnement ;
  2° le fonctionnement, visé à l'article 27, 11° ;
  3° l'accomplissement des tâches visées à l'article 28.
  Sur la base des résultats de cette évaluation, le Gouvernement flamand peut décider de faire effectuer le paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale exclusivement par l'agence.
  
Afdeling 2. - Vergunnings- en werkingsvoorwaarden
Section 2. - Conditions d'autorisation et de fonctionnement
Art.27. Om een vergunning te krijgen en te behouden, voldoet een private uitbetalingsactor aan de volgende voorwaarden:
  1° de private uitbetalingsactor is opgericht als vereniging zonder winstoogmerk conform de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen waarbij als de uitbetalingsactor een samenwerkingsverband vormt met een andere rechtspersoon, de besluitvorming, boekhouding en financiële middelen van de uitbetalingsactor volledig gescheiden gehouden worden van de andere entiteit;
  2° de private uitbetalingsactor heeft geen samenwerkingsverband gesloten met een ziekenfonds in het kader van het gezondheidsbeleid, met een vakbond in het kader van werkloosheid of met een zorgkas binnen de Vlaamse Sociale Bescherming;
  3° de private uitbetalingsactor neemt alleen taken op voor activiteiten in het kader van het gezinsbeleid en heeft geen activiteiten als ziekenfonds in het kader van het gezondheidsbeleid, als vakbond in het kader van werkloosheid of als zorgkas binnen de Vlaamse Sociale Bescherming;
  4° de private uitbetalingsactor koppelt geen voordelen aan de aansluiting van een begunstigde, vermeld in artikel 28, 11° ;
  5° de private uitbetalingsactor maakt aannemelijk dat hij binnen zes maanden nadat hij de vergunning heeft verkregen, ten minste 120.000 kinddossiers in actief beheer zal hebben;
  6° de private uitbetalingsactor heeft na die eerste termijn van zes maanden gedurende elke twee opeenvolgende kalenderjaren een gemiddelde van ten minste 120.000 kinddossiers in actief beheer, waarbij het gemiddelde berekend wordt op het einde van de tweejaarlijkse periode, op basis van de kwartaalgegevens, vermeld in het kadaster, beheerd door [1 het agentschap Opgroeien regie]1;
  7° de private uitbetalingsactor neemt in de statuten de volgende bepalingen op:
  a) een formulering van het maatschappelijk doel in overeenstemming met de bepalingen van dit decreet;
  b) de verplichting om bij stopzetting van de activiteiten voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid de middelen en de reserves conform de bepalingen van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten te besteden of terug te storten aan de bevoegde overheid;
  c) de verplichting om bij stopzetting van de activiteiten alle gegevens die noodzakelijk zijn om de continuïteit in de betalingen en de activiteiten te verzekeren, digitaal te bezorgen aan het agentschap;
  8° de private uitbetalingsactor legt, in geval van fusies tussen of overnames van vergunde uitbetalingsactoren of van hun activiteiten, het fusie- of het overnameplan ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur van het agentschap;
  9° de private uitbetalingsactor gaat zonder voorafgaande machtiging door de raad van bestuur van het agentschap geen lening of een financieel leasingcontract aan dat het totaal aan schulden in verband met beheersverrichtingen boven de 100% van de eigen fondsen overschrijdt, exclusief de provisies voor risico's en kosten en de beleidskredieten;
  10° de private uitbetalingsactor gaat zonder voorafgaande machtiging van de raad van bestuur van het agentschap niet over tot het verwerven of afstand doen van onroerende goederen;
  11° de private uitbetalingsactor organiseert de werking van zijn rechtspersoon en activiteiten volgens de volgende principes:
  a) een aantoonbaar kwaliteitsbeleid uitwerken;
  b) een doelmatig en efficiënt financieel en personeelsbeleid voeren;
  c) de gebruikers horen bij de evaluatie van de activiteiten;
  d) de bestuursorganen op een deugdelijke manier organiseren;
  e) aantonen dat voldoende garanties aanwezig zijn om de continuïteit in de activiteiten en de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid te garanderen;
  f) bijdragen tot een efficiëntere uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid en tot ondersteuning van het gezinsbeleid; rekening houdend met de financiële responsabiliseringscriteria die de Vlaamse Regering op basis van objectieve parameters daarvoor vaststelt;
  g) een intern controlesysteem uitwerken om redelijke zekerheid te verschaffen over:
  1) het bereiken van de doelstellingen;
  2) de naleving van wetgeving en procedures;
  3) de beschikbaarheid van betrouwbare financiële en beheersinformatie;
  4) het efficiënte en economische gebruik van middelen;
  5) de bescherming van activa;
  6) het voorkomen van fraude;
  12° de private uitbetalingsactor beschikt over een eigen bankrekening;
  13° de private uitbetalingsactor voert een financieel beleid waarbij in een strikte scheiding wordt voorzien tussen, enerzijds, de middelen, met inbegrip van de reserves, die vastgelegd zijn voor de eigen werking van de uitbetalingsactor, en, anderzijds, de middelen die vastgelegd zijn voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid;
  14° de private uitbetalingsactor wendt de reserves, aangelegd ten laste van de werkingsmiddelen alleen aan voor zijn eigen werking;
  15° de private uitbetalingsactor wendt de reserves, aangelegd ten laste van toelagen in het kader van het gezinsbeleid, alleen aan voor toelagen in het kader van het gezinsbeleid;
  16° de private uitbetalingsactor stelt een commissaris-revisor aan die, aanvullend op zijn wettelijke taak en opdracht, jaarlijks attesteert dat de middelen die bestemd zijn voor toelagen in het kader voor het gezinsbeleid, alleen aangewend worden voor de uitbetaling van die toelagen, en dat de middelen die bestemd zijn voor de werking van de private uitbetalingsactor, alleen aan die werking besteed worden;
  17° de private uitbetalingsactor verzekert dat bij stopzetting van de activiteiten, uitgezonderd in geval van een door het agentschap goedgekeurde fusie met of overname door een andere vergunde private uitbetalingsactor, de reserves die aangelegd zijn met werkingsmiddelen of toelagen in het kader van het gezinsbeleid, worden terugbetaald aan de bevoegde overheid, met uitzondering van:
  a) reserves die aangelegd zijn voor het sociaal passief met de expliciete goedkeuring van het agentschap;
  b) reserves die aangelegd zijn voor een meerjarige verbintenis, gesloten door de private uitbetalingsactor met derden, als door het agentschap expliciete goedkeuring is verleend om die meerjarige verbintenis te sluiten;
  18° de private uitbetalingsactor ontplooit voor toelagen in het kader van het gezinsbeleid een werking binnen de volledige Vlaamse Gemeenschap;
  19° de private uitbetalingsactor verleent zijn volledige medewerking aan het toezicht door het auditcomité, vermeld in artikel 14 van dit decreet, en aan elke andere vorm van decretaal bepaald toezicht.
  
Art.27. Pour obtenir et maintenir une autorisation, un acteur de paiement privé répond aux conditions suivantes :
  1° l'acteur de paiement privé est créé comme association sans but lucratif conformément à la loi du 27 juin 1921 sur les associations sans but lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les fondations, où l'acteur de paiement privé constitue un partenariat avec une autre personne morale, et la prise de décision, la comptabilité et les moyens financiers de l'acteur de paiement privé sont tenus entièrement séparés de l'autre entité ;
  2° l'acteur de paiement privé n'a pas conclu de partenariat avec une mutualité dans le cadre de la politique de la santé, avec un syndicat dans le cadre du chômage ou avec une caisse d'assurance soins dans le cadre de la Protection sociale flamande ;
  3° l'acteur de paiement privé assume uniquement des tâches pour des activités dans le cadre de la politique familiale et n'exerce pas de tâches comme mutualité dans le cadre de la politique de la santé, comme syndicat dans le cadre du chômage ou comme caisse d'assurance soins dans le cadre de la Protection sociale flamande ;
  4° l'acteur de paiement privé n'associe aucun avantage à l'affiliation d'un bénéficiaire, visée à l'article 28, 11° ;
  5° l'acteur de paiement privé rend plausible qu'il gérera activement au moins 120.000 dossiers d'enfants dans les six mois après avoir obtenu l'autorisation ;
  6° après ce délai initial de six mois, l'acteur de paiement prive gérera activement, pendant chaque période de deux années calendaires consécutives, une moyenne d'au moins 120.000 dossiers d'enfants, la moyenne étant calculée à la fin de la période biennale, sur la base des données trimestrielles visées au cadastre, gérées par [1 l'agence Grandir régie]1 ;
  7° l'acteur de paiement privé reprend les dispositions suivantes dans les statuts :
  a) une formulation de l'objet social conformément aux dispositions du présent décret ;
  b) l'obligation, en cas de cessation des activités avant le paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale, d'affecter les moyens et les réserves ou de les rembourser à l'autorité compétente conformément au présent décret et ses arrêtés d'exécution ;
  c) l'obligation, en cas de cessation des activités, de transmettre toutes les données nécessaires afin de garantir la continuité des paiements et des activités, par voie numérique à l'agence ;
  8° l'acteur de paiement privé soumet, en cas de fusions entre ou de reprises d'acteurs de paiement autorisés ou de leurs activités, le plan de fusion ou de reprise à l'approbation du conseil d'administration de l'agence ;
  9° l'acteur de paiement privé ne contracte aucun emprunt ou contrat de leasing financier qui dépasse le total de dettes relatives à des opérations de gestion au-dessus des 100 % des fonds propres, à l'exclusion des provisions pour risques et charges et des crédits opérationnels, sans l'autorisation préalable du conseil d'administration de l'agence ;
  10° l'acteur de paiement privé ne procède pas à l'acquisition ou à la renonciation de biens immobiliers, sans l'autorisation préalable du conseil d'administration de l'agence ;
  11° l'acteur de paiement privé organise le fonctionnement de sa personne morale et ses activités selon les principes suivants :
  a) élaborer une politique de qualité démontrable ;
  b) mener une politique du personnel et financière efficace et efficiente ;
  c) entendre les utilisateurs lors de l'évaluation des activités ;
  d) organiser les organes administratifs de manière correcte ;
  e) démontrer qu'il y a suffisamment de garanties pour la continuité des activités et du paiement des allocations dans le cadre de la politique familiale ;
  f) contribuer au paiement plus efficace des allocations dans le cadre de la politique familiale et au soutien de la politique familiale ; en tenant compte des critères de responsabilisation financière que le Gouvernement flamand établit à cet effet sur la base de paramètres objectifs ;
  g) développer un système de contrôle interne afin de procurer une sécurité raisonnable sur :
  1) la réalisation des objectifs ;
  2) le respect de la législation et des procédures ;
  3) la disponibilité d'informations financières et de gestion fiables ;
  4) l'utilisation économique et efficace des moyens ;
  5) la protection des actifs ;
  6) la prévention des fraudes ;
  12° l'acteur de paiement privé dispose de son propre compte bancaire ;
  13° l'acteur de paiement privé mène une politique financière qui prévoit une séparation stricte entre les moyens, y compris les réserves, engagés pour le fonctionnement propre de l'acteur de paiement, d'une part, et les moyens engagés pour le paiement d'allocations dans le cadre de la politique familiale, d'autre part ;
  14° l'acteur de paiement privé n'affecte les réserves, constituées à charge des moyens de fonctionnement, qu'à son propre fonctionnement ;
  15° l'acteur de paiement privé n'affecte les réserves, constituées à charge des allocations dans le cadre de la politique familiale, qu'aux allocations dans le cadre de la politique familiale ;
  16° l'acteur de paiement privé désigne un commissaire-réviseur qui, outre sa tâche et sa mission légales, atteste annuellement que les moyens destinés aux allocations dans le cadre de la politique familiale, ne sont affectés qu'au paiement de ces allocations, et que les moyens destinés au fonctionnement de l'acteur de paiement privé, ne sont affectés qu'à ce fonctionnement ;
  17° l'acteur de paiement privé garantit que, en cas de cessation des activités, sauf en cas d'une fusion avec ou reprise par un autre acteur de paiement privé, approuvée par l'agence, les réserves constituées par moyens de fonctionnement ou allocations dans le cadre de la politique familiale sont remboursées à l'autorité compétente, à l'exception :
  a) des réserves constituées pour le passif social moyennant l'approbation explicite de l'agence ;
  b) des réserves constituées pour un engagement pluriannuel, conclu par l'acteur de paiement privé avec des tiers, moyennant l'approbation explicite de l'agence de conclure cet engagement pluriannuel ;
  18° pour des allocations dans le cadre de la politique familiale, l'acteur de paiement privé développe un fonctionnement dans la Communauté flamande entière ;
  19° l'acteur de paiement privé apporte sa collaboration entière au contrôle par le comité d'audit, visé à l'article 14 du présent décret, et à toute autre forme de surveillance fixée par décret.
  
Art.28. Een private uitbetalingsactor vervult minstens de volgende opdrachten:
  1° toelagen in het kader van het gezinsbeleid stipt, correct, continu en, waar mogelijk, automatisch uitbetalen aan de aangesloten gezinnen, waarbij gebruikgemaakt wordt van de gemeenschappelijke betaalmotor, vermeld in artikel 5, eerste lid, 8°, met inachtneming van de regelgeving betreffende deze toelagen en de onderrichtingen van het agentschap;
  2° het recht op toelagen in het kader van het gezinsbeleid van de dossiers onder zijn beheer proactief onderzoeken op basis van de gegevens die beschikbaar zijn via de elektronische gegevensstromen, met het oog op automatische rechtentoekenning waar mogelijk en het informeren van begunstigden en potentieel begunstigden van hun recht op toelagen in het kader van het gezinsbeleid;
  3° samenwerken met andere instanties, diensten en verenigingen die op het vlak van de toegewezen opdrachten actief zijn, in het bijzonder [2 het agentschap Opgroeien regie]2, het agentschap en de Huizen van het Kind;
  4° in samenwerking met het agentschap de loketfunctie vervullen, vermeld in artikel 6, [3 vierde]3 lid;
  5° de gegevens die betrekking hebben op activiteiten in het kader van het gezinsbeleid en de werking van de rechtspersoon, registreren en verwerken, en die gegevens ter beschikking stellen van [2 het agentschap Opgroeien regie]2 en het agentschap in de vorm en binnen de termijnen die de Vlaamse Regering vaststelt;
  6° waarborgen dat de persoonsgegevens geregistreerd en verwerkt worden met inachtneming van de regelgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
  7° een [1 analytische]1 boekhouding opmaken, waarbij een efficiënte besteding van de overheidsmiddelen wordt aangetoond en verantwoord, en waarbij in een strikte scheiding wordt voorzien tussen, enerzijds, de middelen, inclusief de reserves, die vastgelegd zijn voor de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid, en, anderzijds, de middelen die vastgelegd zijn voor de werking;
  8° reserves aanleggen, beheren en aanwenden conform artikel 27, 14° en 15°. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels betreffende de reservevorming;
  9° een herstelplan opmaken en naleven of op eigen kosten een crisismanager aanstellen in de gevallen en onder de voorwaarden, die de Vlaamse Regering daarover vaststelt;
  10° bij stopzetting van de activiteiten of bij opheffing van de vergunning alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de overname van de activiteiten, ter beschikking stellen van de bevoegde overheid in de vorm en binnen de termijnen, die de Vlaamse Regering vaststelt;
  11° elk verzoek tot aansluiting van een begunstigde aanvaarden en het recht van de begunstigde om te veranderen van uitbetalingsactor, respecteren, tenzij een wettelijke of decretale bepaling dat verhindert;
  12° meewerken aan de rapportering, in de vorm en binnen de termijnen die de Vlaamse Regering vaststelt.
  
Art.28. Un acteur de paiement privé remplit au moins les missions suivantes :
  1° payer les allocations dans le cadre de la politique familiale de manière ponctuelle, correcte, continue et, si possible, automatique aux familles affiliées, en utilisant le moteur commun de paiement, visé à l'article 5, alinéa 1er, 80, dans le respect de la réglementation relative à ces allocations et des instructions de l'agence ;
  2° examiner de manière proactive le droit aux allocations dans le cadre de la politique familiale, des dossiers gérés par lui, sur la base des données disponibles par le biais des flux de données électroniques, en vue de l'octroi automatique des droits si possible et l'information des bénéficiaires et des bénéficiaries éventuels de leur droit aux allocations dans le cadre de la politique familiale ;
  3° collaborer avec d'autres instances, services et associations actifs dans le domaine des missions attribuées, en particulier avec [2 l'agence Grandir régie]2, l'agence et les " Huizen van het Kind " ;
  4° remplir, en collaboration avec l'agence, la fonction guichet, visée à l'article 6, [3 alinéa 4 ]3 ;
  5° enregistrer et traiter les données relatives aux activités dans le cadre de la politique familiale et le fonctionnement de la personne morale, et mettre des données à disposition de [2 l'agence Grandir régie]2 et l'agence sous la forme et dans les délais fixés par le Gouvernement flamand ;
  6° garantir que les données à caractère personnel sont enregistrées et traitées dans le respect de la relative à la protection de la vie privée ;
  7° établir une comptabilité [1 analytique]1 qui démontre et justifie une affectation efficace des moyens publics et qui prévoit une séparation stricte entre les moyens, y compris les réserves, engagés pour le paiement d'allocations dans le cadre de la politique familiale, d'une part, et les moyens engagés pour le fonctionnement, d'autre part ;
  8° constituer, gérer et affecter des réserves conformément à l'article 27, 14° et 15°. Le Gouvernement flamand arrête les modalités relatives à la constitution de réserves ;
  9° établir et respecter un plan de relance ou désigner, à ses propres frais, un gestionnaire de crise dans les cas et aux conditions fixés par le Gouvernement flamand ;
  10° en cas de cessation des activités ou d'abrogation de l'autorisation, mettre à disposition de l'autorité compétente toutes les données nécessaires à la reprise des activités, sous la forme et dans les délais fixés par le Gouvernement flamand ;
  11° accepter toute demande d'affiliation d'un bénéficiaire et respecter le droit du bénéficiaire de changer d'acteur de paiement, sauf si une disposition légale ou décrétale l'empêche ;
  12° participer à l'établissement de rapports, sous la forme et dans les délais fixés par le Gouvernement flamand.
  
Art.29. [1 Het agentschap Opgroeien regie]1 verleent een vergunning aan de private uitbetalingsactoren conform de vergunningsvoorwaarden, vermeld in artikel 27 en 28.
  De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de aanvraagprocedure voor een vergunning.
  De toekenning van een vergunning aan een private uitbetalingsactor wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
  
Art.29. [1 L'agence Grandir régie]1 accorde une autorisation aux acteurs de paiement privés conformément aux conditions d'autorisation, visées aux articles 27 et 28.
  Le Gouvernement flamand arrête les modalités de la procédure de demande d'une autorisation.
  L'attribution d'une autorisation à un acteur de paiement privé est publiée au Moniteur belge.
  
Art.30. Een private uitbetalingsactor die zijn activiteiten wil stopzetten, brengt het agentschap met een aangetekende brief daarvan op de hoogte, minstens twaalf maanden voor de effectieve stopzetting. Gedurende die termijn van twaalf maanden blijft de private uitbetalingsactor verantwoordelijk voor de continuïteit van de activiteiten.
  De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regels voor de te volgen procedure bij de vrijwillige stopzetting van de activiteiten van een vergunde private uitbetalingsactor en neemt de nodige maatregelen om de continuïteit in de betaling voor de begunstigden te garanderen.
Art.30. Un acteur de paiement privé qui souhaite arrêter ses activités, en informe l'agence par lettre recommandée, au moins douze mois avant la cessation effective. Pendant ce délai de douze mois, l'acteur de paiement privé reste responsable de la continuité des activités.
  Le Gouvernement flamand arrête les modalités de la procédure à suivre en cas de la cessation volontaire des activités d'un acteur de paiement privé autorisé, et prend les mesures nécessaires pour garantir la continuité du paiement aux bénéficiaires.
HOOFDSTUK 6/1. [1 Subsidies voor de private uitbetalingsactoren]1
CHAPITRE 6/1. [1 Subventions pour les acteurs de paiement privés]1
Art.30/1. [1 Een private uitbetalingsactor ontvangt jaarlijks een subsidie van [2 het agentschap Opgroeien regie]2 om de toelagen in het kader van het gezinsbeleid te kunnen uitbetalen overeenkomstig de regelgeving betreffende de uitbetaling van toelagen in het kader van het gezinsbeleid. Die subsidie dient louter om de bedragen te dekken die uitbetaald moeten worden aan de begunstigden van toelagen in het kader van het gezinsbeleid.
   De Vlaamse Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de vaststelling en de toekenning van de subsidies, vermeld in het eerste lid.]1

  
Art.30/1. [1 Un acteur de paiement privé reçoit annuellement une subvention de [2 l'agence Grandir régie]2 afin de pouvoir payer les allocations dans le cadre de la politique familiale conformément à la réglementation relative au paiement d'allocations dans le cadre de la politique familiale. Cette subvention sert uniquement à couvrir les montants qui doivent être payés aux bénéficiaires d'allocations dans le cadre de la politique familiale.
   Le Gouvernement flamand arrête les modalités pour l'établissement et l'octroi des subventions visées à l'alinéa 1er.]1

  
Art.30/2. [1 § 1. Een private uitbetalingsactor ontvangt van het agentschap jaarlijks een subsidie voor de werkingskosten volgens de hiernavolgende bepalingen. Die subsidie moet de werking van de private uitbetalingsactor ondersteunen om de uitbetaling, vermeld in artikel 30/1, te garanderen en te optimaliseren. De private uitbetalingsactoren bepalen hoe ze die middelen willen aanwenden binnen de context van de activiteiten waarvoor ze ter uitvoering van artikel 29 een vergunning hebben verkregen, en binnen de context van de vergunningsnormen, vermeld in artikel 27 en 28, die betrekking hebben op het gevoerde financiële beleid.
   Het eerste jaar na de inwerkingtreding van dit decreet is de totale enveloppe aan werkingsmiddelen voor de private uitbetalingsactoren gelijk aan het totale bedrag aan werkingskosten dat ze in het voorlaatste jaar vóór de inwerkingtreding van dit decreet ontvangen hebben overeenkomstig artikel 2, 7°, en artikel 4 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 betreffende de beheersrekening en de administratieve reserve van de kinderbijslagfondsen.
   § 2. Vanaf het tweede jaar na de inwerkingtreding van dit decreet worden de berekeningswijze en toekenningsvoorwaarden van die enveloppe bepaald door de Vlaamse Regering.]1

  
Art.30/2. [1 § 1er. Un acteur de paiement privé reçoit annuellement de l'agence une subvention pour les frais de fonctionnement selon les dispositions suivantes. Cette subvention doit soutenir les activités de l'acteur de paiement privé afin de garantir et d'optimiser le paiement, visé à l'article 30/1. Les acteurs de paiement privés déterminent comment ils veulent affecter ces moyens dans le contexte des activités pour lesquelles ils ont obtenu une autorisation en exécution de l'article 29, et dans le contexte des normes d'autorisation, visées aux articles 27 et 28, qui concernent la politique financière menée.
   La première année après l'entrée en vigueur du présent décret, l'enveloppe totale de moyens de fonctionnement pour les acteurs de paiement privés égale le montant total de frais de fonctionnement qu'ils ont reçu pendant l'avant-dernière année avant l'entrée en vigueur du présent décret conformément à l'article 2, 7°, et l'article 4 de l'arrêté royal du 9 juin 1999 relatif au compte de gestion et à la réserve administrative des caisses d'allocations familiales.
   § 2. A partir de la deuxième année après l'entrée en vigueur du présent décret, le mode de calcul et les conditions d'octroi de cette enveloppe sont déterminés par le Gouvernement flamand.]1

  
Art.30/3. [1 Elke private uitbetalingsactor ontvangt een gedeelte uit de totale enveloppe voor werkingsmiddelen dat gebaseerd is op de verhouding van het bedrag van de uitbetaalde toelagen in het kader van het gezinsbeleid ten opzichte van het totale bedrag aan toelagen in het kader van het gezinsbeleid uitbetaald door de private uitbetalingsactoren in de loop van een dienstjaar. Daarnaast ontvangt de private uitbetalingsactor 1,5% van de onterecht uitbetaalde gezinsbijslagen die teruggevorderd worden. De Vlaamse Regering kan criteria vastleggen die tot doel hebben het bedrag van onterecht uitbetaalde gezinsbijslagen door een private uitbetalingsactor zo laag mogelijk te houden.
   De Vlaamse Regering kan aan de private uitbetalingsactoren een aanvullende werkingssubsidie toekennen voor de uitbetaling van andere toelagen in het kader van het gezinsbeleid volgens de voorwaarden die ze bepaalt.]1

  
Art.30/3. [1 Chaque acteur de paiement privé reçoit une partie de l'enveloppe totale pour moyens de fonctionnement, qui est basée sur le rapport entre le montant des allocations payées dans le cadre de la politique familiale et le montant total d'allocations dans le cadre de la politique familiale payées par les acteurs de paiement privés au cours d'une année de service. En outre, l'acteur de paiement privé reçoit 1,5% des allocations familiales indûment payées qui sont recouvrées. Le Gouvernement flamand peut arrêter des critères visant à réduire au minimum le montant d'allocations familiales indûment payées par un acteur de paiement privé.
   Le Gouvernement flamand peut accorder aux acteurs de paiement privés une subvention de fonctionnement complémentaire pour le paiement d'autres allocations dans le cadre de la politique familiale selon les conditions qu'il arrête.]1

  
Art.30/4. [1 Op zijn vroegst twee jaar na de inwerkingtreding van dit decreet en op basis van een grondige evaluatie van de werking van de private uitbetalingsactoren door het agentschap kan een deel van de subsidie voor werkingskosten, vermeld in artikel 30/2 en 30/3, bijkomend afhankelijk gemaakt worden van door de Vlaamse Regering vast te stellen criteria om de goede werking van de private uitbetalingsactoren te kunnen garanderen.]1
  
Art.30/3bis. [1 Au plus tôt deux années après l'entrée en vigueur du présent décret et sur la base d'une évaluation approfondie des activités des acteurs de paiement privés par l'agence, une partie de la subvention pour frais de fonctionnement, visée aux articles 30/2 et 30/3, peut être supplémentairement soumise à des critères à fixer par le Gouvernement flamand pour pouvoir garantir le bon fonctionnement des acteurs de paiement privés.]1
  
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingen van het decreet van 30 april 2004 betreffende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin
CHAPITRE 7. - Modifications du décret du 30 avril 2004 portant création de l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique " Kind en Gezin " (Enfance et Famille)
Art.31. Aan artikel 2 van het decreet van 30 april 2004 betreffende de oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin worden een punt 6° en een punt 7° toegevoegd, die luiden als volgt:
  "6° gezinsbeleid: het gezinsbeleid met inbegrip van alle vormen van hulp en bijstand aan gezinnen en kinderen, vermeld in artikel 5, § 1, II, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, en het beleid inzake de gezinsbijslagen, vermeld in artikel 5, § 1, IV, van de voormelde wet;
  7° toelagen in het kader van het gezinsbeleid: toelagen als vermeld in de regelgeving betreffende de toelagen in het kader van het gezinsbeleid.".
Art.31. L'article 2 du décret du 30 avril 2004 portant création de l'agence autonomisée interne dotée de la personnalité juridique " Kind en Gezin ", est complété par un point 6° et un point 7°, rédigés comme suit :
  " 6° politique familiale : la politique familiale en ce compris toutes les formes d'aide et d'assistance aux familles et aux enfants, visée à l'article 5, § 1er, II, 1°, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, et la politique en matière d'allocations familiales, visée à l'article 5, § 1er, IV, de la loi précitée ;
  7° allocations dans le cadre de la politique familiale : des allocations telles que visées à la réglementation relative aux allocations dans le cadre de la politique familiale. ".
Art.32. In artikel 5 van hetzelfde decreet wordt tussen het woord "kinderopvang" en het woord "en" de zinsnede", de regie van toelagen in het kader van het gezinsbeleid," ingevoegd.
Art.32. Dans l'article 5 du même décret, le membre de phrase " , la régie des allocations dans le cadre de la politique familiale, " est inséré entre les mots " l'accueil des enfants " et les mots " et ".
Art.33. In hetzelfde decreet wordt een artikel 7/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 7/1. De regie van toelagen in het kader van het gezinsbeleid door het agentschap omvat in elk geval:
  1° de beleidsvoorbereiding en -ontwikkeling van een geïntegreerd gezinsbeleid;
  2° het verlenen van een vergunning aan de private uitbetalingsactoren en de uitoefening van toezicht en controle op de uitbetalingsactoren;
  3° het beheer en de toekenning van beleidskredieten aan de uitbetalingsactoren;
  4° de ontwikkeling, de uitbouw en het beheer van een gegevensnetwerk in het kader van toelagen in het gezinsbeleid, dat de uitwisseling van alle noodzakelijke gegevens met Vlaamse en federale authentieke gegevensbronnen en de uitbetalingsactoren mogelijk maakt;
  5° de registratie en verwerking van de noodzakelijke persoonsgegevens om een kadaster van toelagen in het kader van het gezinsbeleid op te richten en te beheren.
  Het agentschap beoogt met de toelagen in het kader van het gezinsbeleid de ondersteuning van gezinnen en kinderen op een geïntegreerde wijze, doelmatig en efficiënt aan te pakken, met daarbij ook aandacht voor de bestrijding van kinderarmoede.".
Art.33. Dans le même décret, il est inséré un article 7/1, rédigé comme suit :
  " Art. 7/1. La régie des allocations dans le cadre de la politique familiale par l'agence comprend en tout cas :
  1° la préparation et le développement politiques d'une politique familiale intégrée ;
  2° l'octroi d'une autorisation aux acteurs de paiement privés et l'exercice de la tutelle et du contrôle des acteurs de paiement ;
  3° la gestion et l'octroi de crédits opérationnels aux acteurs de paiement ;
  4° le développement, l'élaboration et la gestion d'un réseau de données dans le cadre des allocations en matière de politique familiale, qui permet l'échange de toutes les données nécessaires avec les sources authentiques de données flamandes et fédérales et les acteurs de paiement ;
  5° l'enregistrement et le traitement des données à caractère personnel nécessaires afin de créer et de gérer un cadastre des allocations dans le cadre de la politique familiale.
  A l'aide des allocations dans le cadre de la politique familiale, l'agence vise à aborder le soutien des familles et des enfants de manière intégrée, efficace et efficient, en prêtant également attention à la lutte contre la pauvreté des enfants. ".
Art.34. In artikel 10 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 15 juli 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de zinsnede "7 en 8" vervangen door de zinsnede "7, 7/1 en 8";
  2° in het tweede lid wordt de zinsnede "7 en 8" vervangen door de zinsnede "7, 7/1 en 8";
  3° in het zesde lid, 1°, wordt de zinsnede "7 en 8" vervangen door de zinsnede "7, 7/1 en 8".
Art.34. A l'article 10 du même décret, modifié par le décret du 15 juillet 2016, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 1er, le membre de phrase " 7 et 8 " est remplacé par le membre de phrase " 7, 7/1 et 8 " ;
  2° dans l'alinéa 2, le membre de phrase " 7 et 8 " est remplacé par le membre de phrase " 7, 7/1 et 8 " ;
  3° dans l'alinéa 6, le membre de phrase " 7 et 8 " est remplacé par le membre de phrase " 7, 7/1 et 8 ".
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
CHAPITRE 8. - Dispositions finales
Art.35. Artikel 90 en 91 van het decreet van 15 juli 2016 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin worden opgeheven.
Art.35. Les articles 90 et 91 du décret du 15 juillet 2016 portant diverses dispositions relatives au domaine politique Aide sociale, Santé publique et Famille sont abrogés.
Art. 36. De Vlaamse Regering bepaalt voor iedere bepaling van dit decreet de datum van inwerkingtreding.
Art. 36. Le Gouvernement flamand fixe, pour chaque disposition du présent décret, la date d'entrée en vigueur.
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 1 à 3, 8 à 10, 14, 15, 17, 18, 20, 22, 24 à 35 fixée au 01-11-2017 par AGF 2017-10-27/08, art. 13)
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 4 à 7, 11 à 13, 16, 19, 21, 23 fixée au 01-01-2019 par AGF 2017-10-27/08, art. 13)