Art. N6. Bijlage 6. - Openings- en uitbatingsvoorwaarden waaraan een terreingerelateerd logies moet voldoen als vermeld in artikel 6
A. terminologie
1. verblijf: een verplaatsbaar of niet-verplaatsbaar verblijf
2. plaats: een plaats op een terreingerelateerd logies als vermeld in artikel 1, 5°, van dit besluit. Iedere plaats wordt ingedeeld in een van de plaatsen, vermeld in punt 3 tot en met 7
3. verblijfplaats: een gedeelte van het terrein waarop door toeristen langer dan zes opeenvolgende maanden kan worden gekampeerd of verbleven in verplaatsbare of niet-verplaatsbare verblijven, of dat daarvoor bestemd of ingericht is
4. toeristische kampeerplaats: een gedeelte van het terrein dat uitsluitend wordt gebruikt door toeristen op doorreis met hun eigen verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf, met uitzondering van een stacaravan. De toeristische kampeerplaats wordt voor maximaal 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn openluchtrecreatief verblijf van de toeristische kampeerplaats
5. seizoensplaats: een gedeelte van het terrein dat uitsluitend wordt gebruikt door toeristen op doorreis met hun eigen verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf, met uitzondering van een stacaravan. De seizoensplaats wordt voor maximaal zes opeenvolgende maanden aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn openluchtrecreatief verblijf van de seizoensplaats
6. camperplaats: een gedeelte van het terrein dat dient als standplaats voor uitsluitend campers die als overnachtingsgelegenheid worden gebruikt. De camperplaats wordt voor maximaal 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn camper van de camperplaats
7. plaats op de tentenweide: een gedeelte van het terrein waarop uitsluitend tenten worden toegestaan. De plaats op de tentenweide wordt voor maximaal 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn tent van de tentenweide
B. openings- en uitbatingsvoorwaarden
1. De exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, stellen de toerist minstens de volgende gegevens en informatie ter beschikking op een informatiebord nabij de ingang van het terrein:
a) een plattegrond van het terrein die, in voorkomend geval, minstens de volgende informatie bevat:
1) de situering met nummering van de plaatsen op het terrein;
2) het wegennet;
3) de dienstgebouwen op het terrein;
4) de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen en de wasbakken voor vaat en linnen;
5) de publieke watertappunten, de publieke lozingspunten voor afvalwater en de lozingspunten voor de chemische toiletten;
6) de zones voor sport, spel en recreatie op het terrein;
7) de parkeerplaatsen voor bezoekers en de voorbehouden parkeerplaatsen voor de logerende toeristen;
8) de verzamelplaats voor afval;
9) de plaats waar de brandweervoorzieningen zijn opgesteld;
b) de naam en de contactgegevens van de exploitant. Als de exploitant een rechtspersoon is, worden ook de naam en de contactgegevens vermeld van de natuurlijke persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies;
c) de contactgegevens van Toerisme Vlaanderen, met de vermelding dat Toerisme Vlaanderen de bevoegde instantie is waarbij verdere informatie verkregen kan worden over de reglementering over de exploitatie van een toeristisch logies en waarbij, in voorkomend geval, de toerist daarover een klacht kan indienen.
De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar.
2. Iedere verblijfplaats, toeristische kampeerplaats, seizoensplaats en camperplaats op het terrein wordt uniek en goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool.
3. De verblijfplaatsen, de toeristische kampeerplaatsen, de seizoensplaatsen en de verblijven op die plaatsen voldoen aan de volgende voorwaarden:
a) de oppervlakte van de plaats bedraagt minstens 80 m. Minstens de hoekpunten van de plaats worden als afbakening van de plaats aangegeven.
Voor een zone op het terrein waarin uitsluitend verblijven voorkomen die door de exploitant van het terrein, hetzij via bemiddeling, hetzij op zelfstandige basis, worden aangeboden aan dezelfde toeristen voor niet meer dan 31 opeenvolgende nachten, mag afgeweken worden van de afbakening per plaats. De oppervlakte van die zone bedraagt minstens 80 m per verblijf binnen die zone.
b) de bezetting van de plaats door de verticale projectie van alle constructies boven het maaiveld is beperkt tot maximaal 50% van de oppervlakte van de plaats;
c) op minstens 25% van de oppervlakte van de plaats zijn verhardingen, zelfs in niet-duurzame materialen, zoals kiezel, grind of een vergelijkbaar materiaal, niet toegestaan;
d) de plaatsen behouden een proper en onderhouden uitzicht;
e) op elke plaats mag maar één verblijf worden geplaatst. De exploitant van het terrein of de persoon die daarvoor is aangesteld, kan de plaatsing toestaan, naast het verblijf, van twee aanvullende losstaande tenten die bestemd zijn voor overnachting;
f) de verplaatsbare verblijven op de plaatsen blijven verplaatsbaar door het ontwerp en de bestemming ervan. Andere aanbouwen dan de voortent, de achtertent, de luifel, het verhoogde terras en de treden en trappen voor de toegang zijn verboden aan het verblijf. In voorkomend geval zijn de voortent, de achtertent, de luifel en de treden en trappen voor de toegang tot het verblijf eenvoudig wegneembaar en staan ze de verplaatsbaarheid van het verblijf niet in de weg;
g) op de plaatsen wordt de plaatsing toegestaan van één voortent, één achtertent, één luifel en één partytent met dak en wanden in zeil. In voorkomend geval geldt een dergelijke partytent als een aanvullende tent die bestemd is voor overnachting als vermeld in punt e);
h) op de plaatsen wordt de plaatsing toegestaan van één tuinhuisje of berghok dat daarvoor bestemd is, of één berging of bergtent die daarvoor bestemd is.
De bergingen op het terrein voldoen aan de volgende voorwaarden:
1) de berging heeft een maximale oppervlakte van 7 m;
2) er zijn op het terrein maximaal drie types van bergingen. Ieder type van berging is eenvormig op het vlak van bouwvorm, materiaal, uitzicht en kleur;
3) een berging wordt niet aan het verblijf worden verbonden of gekoppeld. De berging heeft geen aanbouw.
Op de verblijfplaatsen op het terrein wordt de plaatsing toegestaan van een bijkomende losstaande berging in kunststof met een maximale hoogte van 60 cm en maximale inhoud van 320 l. In die berging mogen geen gasflessen worden geplaatst.
Als de berging op de plaats wordt ingericht als privaat sanitair, wordt de plaatsing toegestaan van:
1) een aanvullende bergtent die daarvoor bestemd is, met een maximale oppervlakte van 5 m;
2) een aanvullende losstaande berging die daarvoor bestemd is, voor de gasflessen waarvan de grootte beperkt wordt tot de grootte van twee gasflessen. In dat geval wordt ook de maximale grootte van de berging voor de gasflessen, vermeld in punt i), beperkt tot twee gasflessen;
i) op de verblijfplaatsen en seizoensplaatsen wordt de plaatsing toegestaan van één daarvoor bestemde losstaande berging voor de gasflessen. De maximale grootte van de berging voor de gasflessen is beperkt tot de grootte van vier gasflessen. In de bergingen voor de gasflessen mogen geen andere materialen opgeborgen worden. De bergingen voor gasflessen zijn bovenaan en onderaan voorzien van een gleuf of rooster voor verluchting. De bergingen mogen alleen gesloten worden als de gleuf bovenaan de mogelijkheid biedt om de gasflessen dicht te draaien;
j) op de verblijfplaatsen, toeristische kampeerplaatsen, seizoensplaatsen en camperplaatsen mogen maximaal vier gasflessen voorkomen. Hieronder vallen zowel de gebruikte flessen, de reserveflessen als de lege flessen. De gezamenlijke waterinhoud van de gasflessen op de plaatsen, zowel leeg als gevuld met gas, is beperkt tot 200 liter;
k) de afmetingen van de treden, de toegangshelling en de trappen met trapleuning voor de toegang tot het verblijf, andere dan de verhoogde terrassen, zijn beperkt tot de strikte functie ervan.
4. De toeristische kampeerplaatsen en de camperplaatsen op het terrein worden gegroepeerd in clusters van minstens vier.
5. Iedere camperplaats op het terrein voldoet aan de volgende voorwaarden:
a) de afmeting van de camperplaats bedraagt minstens 8 x 3 meter. Minstens de hoekpunten van de plaats worden als afbakening van de plaats aangegeven;
b) de maximaal toegestane bezetting van de camperplaats is beperkt tot de grootte van de camper en, in voorkomend geval, zijn luifel;
c) de camperplaatsen en de wegen op het terrein naar de camperplaatsen hebben een draagvermogen van minstens 4 ton;
d) op de camperplaats mogen maximaal vier gasflessen voorkomen. Hieronder vallen zowel de gebruikte flessen, de reserveflessen als de lege flessen. De gezamenlijke waterinhoud van de gasflessen op de plaats, zowel leeg als gevuld met gas, is beperkt tot 200 liter;
Een terrein dat uitsluitend bestaat uit maximaal negen camperplaatsen, mag zijn terreinafbakening beperken tot de afbakening van de camperplaatsen.
6. Een tentenweide op het terrein voldoet aan de volgende voorwaarden:
a) ze heeft een oppervlakte van minstens 150 m. Minstens de hoekpunten van de tentenweide worden als afbakening van de tentenweide aangegeven;
b) op de tentenweide worden alleen tenten toegestaan met een maximale oppervlakte van 10 m;
c) het maximaal toegelaten aantal tenten op de tentenweide wordt als volgt berekend: het verkregen quotiënt wordt afgerond naar het lagere natuurlijke getal:
toegelaten aantal tenten op de tentenweide = oppervlakte tentenweide/30 m2
d) voor georganiseerde groepen kampeerders onder toezicht van een of meer begeleiders kan door de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, worden afgeweken van de vermelde toegestane maximumoppervlakte per tent. In dat geval wordt het equivalent van het aantal ingenomen plaatsen op de tentenweide door die tent als volgt berekend: het verkregen quotiënt wordt afgerond naar het hogere natuurlijke getal:
aantal ingenomen plaatsen op de tentenweide = oppervlakte tent ( > 10 m2)/10 m2
e) op de tentenweide worden geen auto's toegelaten.
7. Het terrein beschikt minstens over de volgende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen:
a) 8% toiletten met bril, waterspoeling en toiletpapier, in verhouding tot het aantal plaatsen op het terrein. Ieder toilet wordt ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. In iedere toiletruimte is minstens één kledinghaakje aanwezig en bij de damestoiletten is er een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening aanwezig;
b) 3% douches met voortdurend beschikbaar warm stromend water, in verhouding tot het aantal plaatsen op het terrein. Iedere douche wordt ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. In iedere doucheruimte zijn minstens twee kledinghaakjes aanwezig;
c) 8% wastafels met voortdurend beschikbaar stromend water, in verhouding tot het aantal plaatsen op het terrein. Iedere wastafel is voorzien van een wastafelspiegel en minstens één kledinghaakje. Minstens 10% van de wastafels beschikt over voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water. Minstens 50% van de wastafels beschikt over een vrij stopcontact;
d) één wasbak voor vaatwerk met voortdurend beschikbaar warm stromend water. De wasbakken voor vaatwerk worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram;
e) één wasbak voor wasgoed met voortdurend beschikbaar warm stromend water. De wasbakken voor wasgoed worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram.
De volgende plaatsen worden in mindering gebracht bij de berekening van de verplichte gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen op het terrein:
a) de plaatsen die op of nabij de plaats beschikken over een private sanitaire unit waarin een toilet, een douche en een wastafel voorkomt;
b) de verblijfplaatsen die aangelegd en uitsluitend voorbehouden zijn voor stacaravans, die beschikken over een individuele rechtstreekse wateraansluiting en die aangesloten zijn op het interne rioleringsnet;
c) de verblijfplaatsen waarop een niet-verplaatsbaar verblijf voorkomt dat beschikt over een toilet, een douche en een wastafel in het verblijf;
d) camperplaatsen.
Als het terrein uitsluitend bestaat uit plaatsen als vermeld in punt a) tot en met d), hoeft het over geen van de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen, vermeld in de eerste paragraaf van dit punt, te beschikken.
De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen op het terrein:
a) zijn in voldoende mate verdeeld voor mannen en vrouwen. Wanneer slechts één toilet, douche of wastafel aanwezig is op het terrein, moet niet voldaan worden aan deze verplichting. De sanitaire voorzieningen en, in voorkomend geval, de verdeling wordt goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram;
b) worden ondergebracht in een of meer gesloten en overdekte gebouwen of overdekte constructies. De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen zijn rechtstreeks van buitenaf toegankelijk;
c) zijn tijdens het hoogseizoen voor de logerende toeristen permanent toegankelijk en voldoende verlicht. Tijdens het laagseizoen kan een gedeelte van de sanitaire voorzieningen worden gesloten naargelang van de bezetting van het terrein;
d) de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen worden 's nachts voldoende elektrisch verlicht.
8. Als niet iedere plaats op het terrein beschikt over een individuele drinkwateraansluiting, beschikt het terrein over een of meer publieke watertappunten met voortdurend beschikbaar drinkbaar water. Die watertappunten hebben minstens één kraan. Er bevindt zich op het terrein een dergelijk publiek watertappunt op maximaal 100 meter van iedere plaats die niet beschikt over een individuele drinkwateraansluiting.
Bij alle watertappunten op het terrein die ondrinkbaar water leveren, wordt er een goed zichtbare en duidelijke waarschuwing of een goed zichtbaar en duidelijk pictogram aangebracht dat het om ondrinkbaar water gaat.
9. Als niet iedere plaats op het terrein aangesloten is op het interne rioleringsnet, beschikt het terrein over een of meer publieke lozingspunten voor afvalwater. Die lozingspunten worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram. Er bevindt zich op het terrein een dergelijk lozingspunt op maximaal 100 meter van iedere plaats die niet beschikt over een individuele aansluiting op het interne rioleringsnet.
10. Ieder terrein waarop een of meer toeristische kampeerplaatsen, seizoensplaatsen of camperplaatsen voorkomen, of waarop niet alle verblijven op een verblijfplaats zijn aangesloten op het interne rioleringsnet, beschikt over minstens één lozingspunt voor chemische toiletten. De lozingspunten voor chemische toiletten zijn voorzien van een waterspoeling met slang. De lozingspunten voor chemische toiletten op het terrein worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram. Een lozingspunt voor chemische toiletten wordt ook gerekend als een publiek lozingspunt voor afvalwater als vermeld in punt 9.
11. De verblijfplaatsen en seizoensplaatsen op het terrein beschikken over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 4 ampère.
Minstens 50% van het aantal toeristische kampeerplaatsen op het terrein beschikt over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 4 ampère. Die plaatsen bevinden zich op maximaal 50 meter van de elektriciteitsaansluiting.
12. Ieder terrein met meer dan negen plaatsen beschikt over een goed zichtbaar en duidelijk aangeduide verzamelplaats voor afval. Minstens worden papier en karton, glas en restafval gescheiden verzameld. Als de verzamelplaats niet permanent toegankelijk is, worden aan de ingang de openingstijden geafficheerd.
Terreingerelateerde logies met minder dan tien plaatsen beschikken over een of meer vuilnisbakken van voldoende grootte.
13. De niet-verplaatsbare verblijven op het terrein die door het centrale beheer worden aangeboden op de toeristische markt, voldoen minstens aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden en aan de specifieke brandveiligheidsnormen die van toepassing zijn op een kamergerelateerd logies.
14. Het terreingerelateerde logies beschikt over een attest of een document waaruit blijkt dat de exploitatie ligt in een gebied waarvan de planologische bestemming de exploitatie en het gebruik van het terrein toelaat. Toerisme Vlaanderen stelt daarvoor een modelformulier ter beschikking.
15. Het toeristische logies wordt door de exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, waarheids- en realiteitsgetrouw aangeboden op de toeristische markt.
Art. N6. Annexe 6. - Conditions d'ouverture et d'exploitation auxquelles un hébergement associé à un terrain doit satisfaire telles que visées à l'article 6
A. terminologie
1. abri : un abri mobile ou fixe.
2. emplacement : un emplacement au sein d'un hébergement associé à un terrain tel que visé à l'article 1er, 5°, du présent arrêté. Tout emplacement est classé dans l'un des emplacements visés aux points 3 à 7.
3. emplacement résidentiel : une partie du terrain sur laquelle des touristes peuvent camper ou séjourner durant plus de six mois consécutifs dans des abris mobiles ou fixes ou qui est destinée ou aménagée à cet effet.
4. emplacement de camping touristique : une partie du terrain à l'usage exclusif de touristes de passage disposant de leur propre abri mobile de loisirs de plein air à l'exception d'une caravane résidentielle. L'emplacement de camping touristique est offert au même touriste pendant 31 jours consécutifs maximum. Au terme de cette période ou, si la période est plus courte, à la fin de son séjour, le touriste enlève son abri de loisirs de plein air de l'emplacement de camping touristique.
5. emplacement saisonnier : une partie du terrain à l'usage exclusif de touristes de passage disposant de leur propre abri mobile de loisirs de plein air à l'exception d'une caravane résidentielle. L'emplacement saisonnier est offert au même touriste pendant six mois consécutifs maximum. Au terme de cette période ou, si la période est plus courte, à la fin de son séjour, le touriste enlève son abri de loisirs de plein air de l'emplacement saisonnier.
6. emplacement pour autocaravane : une partie du terrain servant de place de stationnement réservée aux autocaravanes utilisées comme lieu d'hébergement. L'emplacement pour autocaravane est offert au même touriste pendant 31 jours consécutifs maximum. Au terme de cette période ou, si la période est plus courte, à la fin de son séjour, le touriste enlève son autocaravane de l'emplacement pour autocaravane.
7. emplacement sur le parc à tentes : une partie du terrain sur laquelle seules des tentes sont autorisées. L'emplacement sur le parc à tentes est offert au même touriste pendant 31 jours consécutifs maximum. Au terme de cette période ou, si la période est plus courte, à la fin de son séjour, le touriste enlève sa tente du parc à tentes.
B. conditions d'ouverture et d'exploitation
1. L'exploitant et les personnes chargées de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique mettent au moins les informations suivantes à la disposition du touriste sur un tableau d'information installé à proximité de l'entrée du terrain :
a) un plan du terrain reprenant, le cas échéant, au moins les informations suivantes :
1) la localisation avec la numérotation des emplacements sur le terrain ;
2) le réseau routier ;
3) les bâtiments de service sur le terrain ;
4) les équipements sanitaires communs et les éviers pour la vaisselle et le linge ;
5) les points d'eau publics, les points de déversement publics des eaux usées et les points de déversement de toilettes chimiques ;
6) les zones de sport, de jeux et de loisirs ;
7) les emplacements de stationnement pour les visiteurs et les emplacements de stationnement réservés aux touristes hébergés ;
8) le lieu de collecte des déchets ;
9) le lieu où se trouvent les équipements d'incendie ;
b) le nom et les coordonnées de l'exploitant. Si l'exploitant est une personne morale, le nom et les coordonnées de la personne physique chargée de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique sont également mentionnés ;
c) les coordonnées de Toerisme Vlaanderen accompagnées de la mention que Toerisme Vlaanderen est l'instance compétente auprès de laquelle de plus amples renseignements peuvent être obtenus sur la réglementation relative à l'exploitation d'un hébergement touristique et auprès de laquelle le touriste peut, le cas échéant, déposer une plainte à ce sujet.
L'exploitant ou la personne désignée à cet effet est joignable en permanence par les touristes hébergés pendant leur séjour.
2. Tout emplacement résidentiel, emplacement de camping touristique, emplacement saisonnier et emplacement pour autocaravane sur le terrain est indiqué de façon unique et bien visible par un numéro, un nom, une lettre ou un symbole.
3. Les emplacements résidentiels, les emplacements de camping touristique, les emplacements saisonniers et les abris sur ces emplacements satisfont aux conditions suivantes :
a) la superficie de l'emplacement est de 80 m au moins. Au moins les angles de l'emplacement sont indiqués en guise de délimitation de l'emplacement.
Dans le cas d'une zone sur le terrain occupée exclusivement par des abris que l'exploitant du terrain propose, soit par médiation, soit sur une base indépendante, aux mêmes touristes pour une période n'excédant pas 31 nuits consécutives, il peut être dérogé à la délimitation par emplacement. La superficie de cette zone s'élève à 80m au moins par abri au sein de cette zone.
b) l'occupation de l'emplacement par la projection verticale de toutes les constructions au-dessus du niveau du sol est limitée à 50 % maximum de la superficie totale de l'emplacement ;
c) les revêtements, même en matériaux non durables, tels que galets, gravier ou un matériau analogue ne sont pas autorisés sur 25 % au moins de la superficie de l'emplacement ;
d) les emplacements conservent un aspect propre et entretenu ;
e) il ne peut être installé qu'un seul abri sur chaque emplacement. L'exploitant du terrain ou la personne désignée à cet effet peut autoriser, outre l'abri, l'installation de deux tentes indépendantes complémentaires destinées à l'hébergement ;
f) les abris mobiles sur les emplacements demeurent mobiles par leur conception et leur destination. Les annexes autres que l'avancée, la tente arrière, l'auvent, la terrasse surélevée et les marches et escaliers d''accès sont interdites. Le cas échéant, l'avancée, la tente arrière, l'auvent et les marches et escaliers d'accès à l'abri peuvent être facilement enlevés et n'entravent pas la mobilité de l'abri ;
g) l'installation d'une seule avancée, d'une seule tente arrière, d'un seul auvent et d'une seule tonnelle avec toit et parois en toile est autorisée sur les emplacements. Le cas échéant, une telle tonnelle sert de tente complémentaire destinée à l'hébergement tel que visé au point e) ;
h) l'installation d'un seul petit abri de jardin ou d'un débarras, d'une remise ou d'un abri en toile destinés à cet effet est autorisée sur les emplacements.
Les remises installées sur le terrain satisfont aux conditions suivantes :
1) la remise présente une superficie maximale de 7 m ;
2) sur le terrain, trois types maximum de remise sont admis. Chaque type de remise est uniforme au niveau de la forme de construction, des matériaux, de l'aspect et de la couleur ;
3) une remise ne peut pas communiquer avec l'abri ou y être reliée. La remise n'a pas d'annexe.
L'installation d'une remise indépendante supplémentaire en plastique, d'une hauteur de 60 cm maximum et d'une capacité de 320 l maximum, est autorisée sur les emplacements résidentiels du terrain. Il est interdit d'y ranger des bouteilles de gaz.
Si la remise installée sur l'emplacement est aménagée comme sanitaires privés, les installations suivantes sont autorisées:
1) un abri en toile supplémentaire destiné à cet effet, d'une superficie maximale de 5 m ;
2) une remise indépendante supplémentaire pour bouteilles de gaz dont la taille est limitée à la taille de deux bouteilles de gaz. Dans ce cas, la taille maximale de la remise pour bouteilles de gaz visée au point i) est limitée à deux bouteilles de gaz ;
i) l'installation d'une seule remise indépendante pour bouteilles de gaz est autorisée sur les emplacements résidentiels et saisonniers. La taille maximale de la remise pour bouteilles de gaz est limitée à la taille de quatre bouteilles de gaz. Il est interdit de ranger d'autres matériaux dans les remises destinées aux bouteilles de gaz. Les remises pour bonbonnes de gaz sont pourvues en haut et en bas d'une fente ou d'une grille pour l'aération. Les remises de gaz ne peuvent être fermées que si la fente supérieure permet de fermer les bouteilles de gaz ;
j) quatre bouteilles de gaz maximum sont autorisées sur les emplacements résidentiels, les emplacements de camping touristique, les emplacements saisonniers et les emplacements pour autocaravanes. Y sont incluses les bouteilles en cours d'utilisation, les bouteilles de réserve et les bouteilles vides. La capacité totale en eau des bouteilles de gaz sur les emplacements, qu'elles soient vides ou remplies, est limitée à 200 litres ;
k) les dimensions des marches, de la rampe d'accès et des escaliers à main courante d'accès à l'abri, autres que les terrasses surélevées, sont limitées à leurs fonctions strictes.
4. Les emplacements de camping touristique et les emplacements pour autocaravanes sont rassemblés par groupes de quatre au moins.
5. Chaque emplacement pour autocaravane sur le terrain satisfait aux conditions suivantes :
a) les dimensions de l'emplacement pour autocaravane sont de 8 x 3 mètres au moins. Au moins les angles de l'emplacement sont indiqués en guise de délimitation de l'emplacement ;
b) l'occupation maximale autorisée de l'emplacement pour autocaravane est limitée à la taille de l'autocaravane et, le cas échéant, de son auvent ;
c) les emplacements pour autocaravanes et les chemins qui y mènent présentent une résistance de 4 tonnes au moins ;
d) quatre bouteilles de gaz maximum sont autorisées sur l'emplacement pour autocaravane. Y sont incluses les bouteilles en cours d'utilisation, les bouteilles de réserve et les bouteilles vides. La capacité totale en eau des bouteilles de gaz sur l'emplacement, qu'elles soient vides ou remplies, est limitée à 200 litres.
La délimitation d'un terrain comportant exclusivement neuf emplacements pour autocaravanes maximum peut se réduire à délimiter les emplacements pour autocaravanes.
6. Un parc à tentes sur le terrain satisfait aux conditions suivantes :
a) il présente une superficie de 150 m au moins. Au moins les angles du parc à tentes sont indiqués en guise de délimitation du parc à tentes ;
b) seules les tentes d'une superficie maximale de 10 m sont admises sur le parc à tentes ;
c) le nombre maximal autorisé de tentes sur le parc à tentes est calculé comme suit : le quotient obtenu est arrondi à l'entier naturel inférieur :
nombre autorisé de tentes sur le parc à tentes = superficie parc à tentes/30 m2
d) dans le cas de groupes organisés de campeurs sous la surveillance d'un ou de plusieurs accompagnateurs, l'exploitant ou la personne désignée à cet effet peut déroger à la superficie maximale autorisée par tente précitée. Dans ce cas, l'équivalent du nombre d'emplacements occupés par cette tente sur le parc à tentes est calculé comme suit : le quotient obtenu est arrondi à l'entier naturel supérieur :
nombre d'emplacements occupés sur le parc à tentes = superficie tente ( > 10 m2)/10 m2
e) les voitures ne sont pas admises sur le parc à tentes.
7. Le terrain dispose au moins des équipements sanitaires communs suivants :
a) 8 % de toilettes avec lunette, chasse d'eau et papier WC selon le nombre d'emplacements sur le terrain. Chaque toilette est installée dans une pièce fermant à clé individuellement. Chaque espace WC comporte au moins une patère et les toilettes pour dames comportent une petite poubelle avec couvercle, une poubelle à pédale ou un équipement analogue ;
b) 3 % de douches alimentées en eau courante chaude disponible en permanence selon le nombre d'emplacements sur le terrain. Chaque douche est installée dans une pièce fermant à clé individuellement. Chaque espace de douche comporte au moins deux patères ;
c) 8 % de lavabos alimentés en eau courante disponible en permanence selon le nombre d'emplacements sur le terrain. Chaque lavabo est équipé d'un miroir de lavabo et d'une patère au moins. Au moins 10 % des lavabos sont alimentés en eau courante chaude et froide disponible en permanence. Au moins 50 % des lavabos sont équipés d'une prise de courant libre ;
d) un évier pour la vaisselle alimenté en eau courante chaude disponible en permanence. Les éviers pour la vaisselle sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme ;
e) un évier pour la lessive alimenté en eau courante chaude disponible en permanence. Les éviers pour la lessive sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme ;
Les emplacements suivants sont déduits pour le calcul des équipements sanitaires communs obligatoires sur le terrain :
a) les emplacements disposant sur place ou à proximité d'une unité sanitaire privée avec WC, douche et lavabo ;
b) les emplacements résidentiels aménagés pour les caravanes résidentielles et exclusivement réservés à celles-ci, disposant d'un raccordement direct et individuel à l'eau et raccordés au réseau d'égouts interne ;
c) les emplacements résidentiels occupés par un abri fixe équipé d'un WC, d'une douche et d'un lavabo ;
d) les emplacements pour autocaravanes.
Si le terrain comporte exclusivement des emplacements tels que visés aux points a) à d), il ne doit pas être doté des équipements sanitaires communs visés au paragraphe 1er de ce point.
Les équipements sanitaires communs installés sur le terrain :
a) sont répartis en nombre suffisant pour les hommes et les dames. Cette obligation ne doit pas être remplie lorsque le terrain ne comporte qu'un seul WC, une seule douche ou un seul lavabo. Les équipements sanitaires et, le cas échéant, leur répartition sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme ;
b) sont aménagés dans un ou plusieurs bâtiments fermés et couverts ou dans des constructions couvertes. Les équipements sanitaires communs sont directement accessibles de l'extérieur ;
c) en haute saison, ils sont accessibles en permanence aux touristes hébergés et sont suffisamment éclairés. En basse saison, une partie des équipements sanitaires peut être fermée en fonction de l'occupation du terrain ;
d) la nuit, les équipements sanitaires communs disposent d'un éclairage électrique suffisant.
8. A défaut d'un raccordement individuel à l'eau potable pour chaque emplacement sur le terrain, le terrain dispose d'un ou de plusieurs points d'eau publics alimentés en eau potable disponible en permanence. Ces points d'eau sont pourvus d'un robinet au moins. Sur le terrain, un tel point d'eau public est disponible à 100 mètres maximum de tout emplacement dépourvu d'un raccordement individuel à l'eau potable.
A tous les points d'eau sur le terrain alimentés en eau non potable, un avertissement ou un pictogramme clair et bien visible signalant que l'eau n'est pas potable est affiché.
9. A défaut de raccordement au réseau d'égouts interne pour chaque emplacement sur le terrain, le terrain dispose d'un ou de plusieurs points de déversement publics des eaux usées. Ces points de déversement sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme. Sur le terrain, un tel point de déversement est disponible à 100 mètres maximum de tout emplacement dépourvu d'un raccordement individuel au réseau d'égouts interne.
10. Tout terrain disposant d'un ou de plusieurs emplacements de camping touristique, emplacements saisonniers ou emplacements pour autocaravanes ou sur lequel les abris installés sur un emplacement résidentiel ne sont pas tous raccordés au réseau d'égouts interne dispose d'au moins un point de déversement de toilettes chimiques. Les points de déversement de toilettes chimiques sont équipés d'une chasse d'eau à flexible. Les points de déversement de toilettes chimiques sur le terrain sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme. Un point de déversement de toilettes chimiques est également compté comme point de déversement public des eaux usées tel que visé au point 9.
11. Les emplacements résidentiels et les emplacements saisonniers sur le terrain disposent d'un raccordement individuel à l'électricité avec une alimentation en courant de 4 ampères au moins.
Au moins 50 % du nombre d'emplacements de camping touristique sur le terrain disposent d'un raccordement individuel à l'électricité avec une alimentation en courant de 4 ampères au moins. Ces emplacements se trouvent à 50 mètres maximum du raccordement à l'électricité.
12. Tout terrain de plus de neuf emplacements dispose d'un lieu de collecte des déchets clairement indiqué de façon bien visible. Les papiers et cartons, le verre et les déchets résiduels au moins sont collectés séparément. Si le lieu de collecte des déchets n'est pas accessible en permanence, les heures d'ouverture sont affichées à l'entrée.
L'hébergement associé à un terrain de moins de dix emplacements dispose d'une ou de plusieurs poubelles d'une capacité suffisante.
13. Les abris fixes installés sur le terrain qui sont proposés sur le marché du tourisme par la gestion centrale satisfont au moins aux conditions d'ouverture et d'exploitation et aux normes de sécurité incendie spécifiques applicables à l'hébergement associé à une chambre.
14. L'hébergement associé à un terrain dispose d'une attestation ou d'un document démontrant que l'exploitation se trouve dans une zone dont la destination planologique permet l'exploitation et l'utilisation du terrain. A cet effet, Toerisme Vlaanderen met un modèle de formulaire à disposition.
15. L'hébergement touristique est proposé sur le marché du tourisme par l'exploitant et les personnes chargées de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique conformément à la vérité et à la réalité.