Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
17 MAART 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-04-2017 en tekstbijwerking tot 14-01-2025)
Titre
17 MARS 2017. - Arrêté du Gouvernement flamand portant exécution du décret du 5 février 2016 relatif à l'hébergement touristique(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 21-04-2017 et mise à jour au 14-01-2025)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (65)
Texte (65)
HOOFDSTUK 1. - Definities
CHAPITRE 1er. - Définitions
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
  1° decreet van 5 februari 2016: het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
  2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme;
  3° toeristisch logies: een toeristisch logies als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 5 februari 2016;
  4° verhuureenheid: een hotelkamer, een gastenkamer, een vakantiewoning of een afzonderlijk te huren kamer, ruimte of eenheid van een kamergerelateerd logies [1 of jeugdverblijf]1 waar kan worden overnacht door een of meer toeristen;
  5° plaats op een terreingerelateerd logies: een plaats op een terreingerelateerd logies waarop door logerende toeristen in een al dan niet eigen verplaatsbaar of niet-verplaatsbaar verblijf wordt overnacht, of die daarvoor bestemd of ingericht is;
  6° verplaatsbaar verblijf: een tent, een vouwwagen, een kampeerauto, een camper, een rijcaravan, een stacaravan of elk ander vergelijkbaar verblijf op een terreingerelateerd logies;
  7° niet-verplaatsbaar verblijf: een chalet, een bungalow, een vakantiehuisje, een trekkershut, een paviljoen of elk ander vergelijkbaar verblijf op een terreingerelateerd logies waarvoor een stedenbouwkundige vergunning, een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een stedenbouwkundig uittreksel is verleend, waaruit blijkt dat het verblijf vergund is of wordt geacht vergund te zijn.
  
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
  1° décret du 5 février 2016 : le décret du 5 février 2016 relatif à l'hébergement touristique ;
  2° ministre : le ministre flamand chargé du tourisme ;
  3° hébergement touristique : un hébergement touristique tel que visé à l'article 2, 2°, de l'arrêté du 5 février 2016 ;
  4° unité locative : une chambre d'hôtel, une chambre d'hôtes, une maison de vacances ou une chambre, un espace ou une unité à louer séparément d`un hébergement associé à une chambre [1 ou d'une résidence pour jeunes]1 où un ou plusieurs touristes peuvent passer la nuit ;
  5° emplacement au sein d'un hébergement associé à un terrain : un emplacement au sein d'un hébergement associé à un terrain sur lequel des touristes hébergés passent la nuit dans un abri propre ou non, mobile ou fixe, ou qui est destiné ou aménagé à cet effet ;
  6° abri mobile : une tente, une caravane pliante, un camping-car, une autocaravane, une caravane tractable, une caravane résidentielle ou tout autre abri analogue au sein d'un hébergement associé à un terrain ;
  7° abri fixe : un chalet, un bungalow, une maisonnette de vacances, une cabane pour routards, un pavillon ou tout autre abri analogue au sein d'un hébergement associé à un terrain pour lesquels ont été accordés une autorisation urbanistique, un permis d'environnement pour actes urbanistiques ou un extrait urbanistique dont il ressort que l'abri a été autorisé ou est réputé autorisé.
  
HOOFDSTUK 2. - Indeling van het toeristische logies en algemene bepalingen
CHAPITRE 2. - Répartition des hébergements touristiques et dispositions générales
Art.2. Ieder toeristisch logies wordt ingedeeld in een van de volgende logiestypes:
  1° kamergerelateerd logies: een inrichting met een of meer verhuureenheden of een ruimte die mogelijkheid tot verblijf biedt;
  2° terreingerelateerd logies: een toeristisch logies in centraal beheer waar op een afgebakend terrein wordt gekampeerd of verbleven in verplaatsbare of niet-verplaatsbare verblijven, of dat daarvoor bestemd of ingericht is.
  [1 3° jeugdverblijf: een kamergerelateerd of terreingerelateerd logies waarvan per kalenderjaar minstens 70% van het totale aantal overnachtingen voor rekening zijn van georganiseerde jeugdgroepen.]1
  [1 In het eerste lid, 3А, wordt verstaan onder georganiseerde jeugdgroep: een georganiseerde groep van personen tot en met dertig jaar die onder toezicht staan van een of meer begeleiders en verblijven in het kader van jeugdwerk, onderwijs, cultuur, sport of jeugdhulpverlening.]1
  Op voorwaarde dat het toeristische logies voldoet aan de overeenkomstige verplichtingen en voorwaarden, vermeld in of krachtens het decreet van 5 februari 2016 en de uitvoeringsbesluiten ervan, bepaalt de exploitant van het toeristische logies zelf tot welk type, vermeld in het eerste lid, zijn toeristische logies behoort.
  
Art.2. Tout hébergement touristique est classé parmi l'un des types d'hébergement suivants :
  1° hébergement associé à une chambre : un établissement comportant une ou plusieurs unités locatives ou un espace offrant la possibilité de séjourner ;
  2° hébergement associé à un terrain : un hébergement touristique en gestion centrale offrant la possibilité de camper ou de séjourner dans des abris mobiles ou fixes sur un terrain délimité ou qui est destiné ou aménagé à cet effet.
  [1 3° résidence pour jeunes : un hébergement associé à une chambre ou un hébergement associé à un terrain dont au moins 70 % du nombre total de nuitées par année civile sont assurées par des groupes de jeunes organisés.]1
  [1 A l'alinéa 1er, 3°, on entend par groupe de jeunes organisé : un groupe organisé de personnes âgées de 30 ans au maximum, sous la surveillance d'un ou de plusieurs accompagnateurs et résidant dans le cadre d'activités organisées dans le domaine du travail de jeunesse, de l'enseignement, de la culture, du sport ou de l'aide à la jeunesse.]1
  Pour autant que l'hébergement touristique satisfasse aux obligations et conditions correspondantes prévues par ou en vertu du décret du 5 février 2016 et ses arrêtés d'exécution, l'exploitant de l'hébergement touristique détermine lui-même à quel type, visé à l'alinéa 1er, son hébergement touristique appartient.
  
Art.3. Als in of op een toeristisch logies in centraal beheer een verhuureenheid of een plaats of een verblijf op een terreingerelateerd logies los van het centrale beheer wordt geëxploiteerd, moet de verhuureenheid, de plaats of het verblijf voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016, en wordt de verhuureenheid, de plaats of het verblijf beschouwd als een toeristisch logies. De verhuureenheid, de plaats of het voormelde verblijf maakt dan het voorwerp uit van een afzonderlijke aanmelding conform artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016.
  Als in of op een toeristisch logies in centraal beheer een verhuureenheid of een plaats of een verblijf op een terreingerelateerd logies door het centrale beheer wordt aangeboden op de toeristische markt met een andere benaming als vermeld in artikel 7 tot en met 13 van dit besluit, moet de verhuureenheid, de plaats of het verblijf voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016. De verhuureenheid, de plaats of het verblijf maakt dan het voorwerp uit van een afzonderlijke aanmelding conform artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016.
Art.3. Si, au sein d'un hébergement touristique en gestion centrale, une unité locative, un emplacement ou un abri au sein d'un hébergement associé à un terrain sont exploités indépendamment de la gestion centrale, l'unité locative, l'emplacement ou l'abri doivent satisfaire aux conditions visées à l'article 4 du décret du 5 février 2016 et l'unité locative, l'emplacement ou l'abri sont considérés comme un hébergement touristique. L'unité locative, l'emplacement ou l'abri précité font alors l'objet d'une notification séparée conformément à l'article 5 du décret du 5 février 2016.
  Si, au sein d'un hébergement touristique en gestion centrale, une unité locative, un emplacement ou un abri au sein d'un hébergement associé à un terrain sont proposés sur le marché du tourisme par la gestion centrale sous une autre dénomination que celle visée aux articles 7 à 13 du présent arrêté, l'unité locative, l'emplacement ou l'abri doivent satisfaire aux conditions visées à l'article 4 du décret du 5 février 2016. L'unité locative, l'emplacement ou l'abri font alors l'objet d'une notification séparée conformément à l'article 5 du décret du 5 février 2016.
Art.4. De verzekering tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, vermeld in artikel 4, 4°, van het decreet van 5 februari 2016, bevat de volgende waarborgen:
  1° brand gebouw, voor het toeristische logies of voor de gebouwen of de delen ervan die als toeristisch logies worden uitgebaat;
  2° brand inboedel, voor de inboedel van het toeristische logies of van de gebouwen of de delen ervan die als toeristisch logies worden uitgebaat;
  3° burgerlijke aansprakelijkheid gebouw, die minstens de contractuele aansprakelijkheid dekt in het kader van artikel 1721 van het Burgerlijk Wetboek;
  4° burgerlijke aansprakelijkheid uitbating.
  De voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 4°, is niet van toepassing als aan de logerende toerist het persoonlijke gebruiksrecht wordt verleend voor het volledige toeristische logies.
  Voor de controle van de naleving van de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, stelt Toerisme Vlaanderen een modelattest ter beschikking.
Art.4. L'assurance couvrant la responsabilité civile visée à l'article 4, 4°, du décret du 5 février 2016 contient les garanties suivantes :
  1° incendie bâtiment, pour l'hébergement touristique ou pour les bâtiments ou parties de ceux-ci qui sont exploités comme hébergement touristique ;
  2° incendie mobilier, pour le mobilier de l'hébergement touristique ou des bâtiments ou parties de ceux-ci qui sont exploités comme hébergement touristique ;
  3° responsabilité civile immeuble, couvrant au moins la responsabilité contractuelle dans le cadre de l'article 1721 du Code civil ;
  4° responsabilité civile exploitation.
  La condition visée à l'alinéa 1er, 4°, ne s'applique pas lorsque le droit d'usage personnel est accordé au touriste hébergé pour l'ensemble de l'hébergement touristique.
  Toerisme Vlaanderen met un modèle d'attestation à disposition en vue de contrôler le respect de la condition visée à l'alinéa 1er.
HOOFDSTUK 3. - Openings- en uitbatingsvoorwaarden
CHAPITRE 3. - Conditions d'ouverture et d'exploitation
Afdeling 1. - Algemene openings- en uitbatingsvoorwaarden
Section 1re. - Conditions générales d'ouverture et d'exploitation
Art.5. Ieder kamergerelateerd logies moet voldoen aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.5. Tout hébergement associé à une chambre doit satisfaire aux conditions d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 1re jointe au présent arrêté.
Art.6. Ieder terreingerelateerd logies moet voldoen aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd.
  [1 Ieder terreingerelateerd logies beschikt over een attest of een document waaruit blijkt dat de exploitatie in een gebied ligt waarvan de planologische bestemming de exploitatie en het gebruik van het terrein toelaat. Toerisme Vlaanderen stelt daarvoor een modelformulier ter beschikking.]1
  
Art.6. Tout hébergement associé à un terrain doit satisfaire aux conditions d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 6 jointe au présent arrêté.
  [1 Tout hébergement associé à un terrain dispose d'une attestation ou d'un document démontrant que l'exploitation se trouve dans une zone dont la destination planologique permet l'exploitation et l'utilisation du terrain. A cet effet, Visit Flanders met un modèle de formulaire à disposition.]1
  
Art.6/1. [1 Een jeugdverblijf voldoet aan de voorwaarde, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3А, en aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 10, die bij dit besluit is gevoegd.
   Om de naleving van de voorwaarde, vermeld in artikel 2, eerste lid, 3А, te controleren, stelt Toerisme Vlaanderen een digitaal platform ter beschikking waarin de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, maandelijks de nodige overnachtingscijfers indient.]1

  
Art.6/1. [1 Une résidence pour jeunes répond à la condition visée à l'article 2, alinéa 1er, 3°, et aux conditions d'ouverture et d'exploitation, visées à l'annexe 10, jointe au présent arrêté.
   Afin de contrôler le respect de la condition visée à l'article 2, alinéa 1er, 3°, Visit Flanders met une plateforme numérique à disposition sur laquelle l'exploitant ou la personne désignée à cet effet soumet les chiffres de nuitées nécessaires sur une base mensuelle. ]1

  
Afdeling 2. - Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden
Section 2. - Conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation
Art.7. Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hotel, hotellerie, hostellerie, relais, inn, motel, pension of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.7. Un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination d'hôtel, hôtellerie, hostellerie, relais, inn, motel, pension ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations doit, outre les conditions visées à l'article 5, satisfaire aux conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 2 jointe au présent arrêté.
Art.8. Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming gastenkamer, bed and breakfast, B&B of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.8. Un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de chambre d'hôtes, bed and breakfast, B&B ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations doit, outre les conditions visées à l'article 5, satisfaire aux conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 3 jointe au présent arrêté.
Art.9. Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiewoning, vakantieappartement, vakantiestudio, vakantiebungalow, vakantiehuis, vakantievilla, vakantiechalet, vakantieflat of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.9. Un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de maison de vacances, appartement de vacances, studio de vacances, bungalow de vacances, villa de vacances, chalet de vacances, flat de vacances ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations doit, outre les conditions visées à l'article 5, satisfaire aux conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 4 jointe au présent arrêté.
Art.10. Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hostel of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.10. Un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination d'hôtel pour jeunes ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de cette dénomination doit, outre les conditions visées à l'article 5, satisfaire aux conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 5 jointe au présent arrêté.
Afdeling 2. [1Beschermde benamingen en bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden]1
Section 2. [1 Dénominations protégées et conditions d'ouverture et d'exploitation supplémentaires.]1
Art.10/1. [1 Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming jeugdverblijf, jeugdlogies, jeugdgroepsverblijf, jeugdverblijfscentrum, jeugdgroepsaccommodatie, kamphuis, bivakhuis of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming, voldoet aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 10, die bij dit besluit is gevoegd.]1
  
Art.10/1. [1 Un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de résidence pour jeunes, hébergement pour jeunes, résidence pour groupe de jeunes, centre de séjour pour jeunes, hébergement pour groupe de jeunes, centre d'hébergement, gîte ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations satisfait aux conditions d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 10 jointe au présent arrêté.]1
  
Art.11. Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camping, kampeerterrein of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 6, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 7, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.11. Un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de camping, terrain de camping ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations doit, outre les conditions visées à l'article 6, satisfaire aux conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 7 jointe au présent arrêté.
Art.12. Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camperterrein, camperpark, kampeerautoterrein, kampeerautopark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 6, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 8, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.12. Un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de terrain pour autocaravanes, parc pour autocaravanes, terrain pour camping-cars, parc pour camping-cars ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations doit, outre les conditions visées à l'article 6, satisfaire aux conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 8 jointe au présent arrêté.
Art.13. Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiepark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 6, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 9, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.13. Un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de parc de vacances ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de cette dénomination doit, outre les conditions visées à l'article 6, satisfaire aux conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation visées à l'annexe 9 jointe au présent arrêté.
HOOFDSTUK 4. - Procedure voor de aanmelding, erkenning en classificering van een toeristisch logies
CHAPITRE 4. - Procédure pour la notification, l'agrément et le classement d'un hébergement touristique
Art.14. Overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016 brengt de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, Toerisme Vlaanderen op de hoogte van de uitbating van zijn toeristische logies. Die aanmelding wordt gedaan met een aangetekende brief of elektronisch binnen een termijn van veertien kalenderdagen nadat het toeristische logies wordt aangeboden op de toeristische markt.
  Toerisme Vlaanderen stelt het formulier ter beschikking waarmee die aanmelding wordt gedaan. Het formulier vermeldt de volgende gegevens:
  1° de ligging van het toeristische logies. Als het toeristische logies verplaatsbaar is, geeft de exploitant de plaatsen aan waarvoor hij al beschikt over overeenkomsten, concessies of vergunningen om het toeristische logies te plaatsen en geeft hij aan op welke wijze hij zich voorneemt het toeristische logies te exploiteren;
  2° de promotionele benaming of benamingen waaronder het toeristische logies wordt aangeboden op de toeristische markt;
  3° [1 in voorkomend geval, de beschermde benaming of de benamingen, vermeld in artikel 7 tot en met 13, van dit besluit, waarmee het toeristische logies wordt aangeboden op de toeristische markt. Als het toeristische logies zonder beschermde benaming wordt aangeboden op de toeristische markt, wordt bij de aanmelding aangegeven of het een kamergerelateerd logies, een terreingerelateerd logies of een jeugdverblijf betreft]1;
  4° [1 afhankelijk van het logiestype of de beschermde benaming:
   a) voor een terreingerelateerd logies: het aantal plaatsen, vermeld in artikel 1, 5А, van dit besluit;
   b) voor een jeugdverblijf en een hostel: het aantal verhuureenheden en het maximale aantal slaapplaatsen in de gebouwen en eventueel het maximale aantal slaapplaatsen in de tenten buiten de gebouwen;
   c) voor de overige kamergerelateerde logiezen: het aantal verhuureenheden en het maximale aantal slaapplaatsen in het toeristische logies;]1
;
  5° in voorkomend geval, het telefoonnummer, het e-mailadres en de website van het toeristische logies;
  6° de voornaam, de achternaam en het adres van de exploitant. Als de exploitant een rechtspersoon is, het ondernemingsnummer van de rechtspersoon;
  7° als de exploitant een rechtspersoon is, de voornaam en de achternaam van de natuurlijke persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies;
  8° het telefoonnummer of het e-mailadres waarop de exploitant, in geval van een rechtspersoon, de persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, of de persoon die daarvoor is aangesteld bereikt kan worden;
  9° de verklaring dat de exploitant van het toeristische logies op de hoogte is van de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016, samen met een verwijzing naar de website van Toerisme Vlaanderen waar die voorwaarden zijn opgenomen;
  10° de mogelijkheid om, al dan niet gelijktijdig met de aanmelding, de erkenning en comfortclassificatie aan te vragen.
  Als het aanmeldingsformulier onvolledig is ingevuld, brengt Toerisme Vlaanderen binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst ervan de indiener daarvan op de hoogte, met vermelding van de ontbrekende gegevens.
  Zodra het aanmeldingsformulier volledig ingevuld aan Toerisme Vlaanderen is bezorgd, krijgt de exploitant en, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, binnen veertien kalenderdagen met een aangetekende brief of elektronisch een ontvangstmelding van Toerisme Vlaanderen, waardoor de uitbating als aangemeld wordt beschouwd conform artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016.
  
Art.14. Conformément à l'article 5 du décret du 5 février 2016, l'exploitant ou la personne désignée à cet effet informe Toerisme Vlaanderen de l'exploitation de son hébergement touristique. Cette notification est faite par courrier recommandé ou par voie électronique dans le délai de quatorze jours civils suivant celui auquel l'hébergement touristique est proposé sur le marché du tourisme.
  Toerisme Vlaanderen met à disposition le formulaire au moyen duquel cette notification est faite. Le formulaire mentionne les informations suivantes :
  1° l'emplacement de l'hébergement touristique. Si l'hébergement touristique peut être déplacé, l'exploitant indique les lieux pour lesquels il dispose déjà de conventions, concessions ou autorisations pour installer l'hébergement touristique et il indique la manière dont il a l'intention d'exploiter l'hébergement touristique ;
  2° la ou les dénomination(s) promotionnelle(s) sous la(les)quelle(s) l'hébergement touristique est proposé sur le marché du tourisme ;
  3° [1 le cas échéant, la ou les dénominations protégées visées aux articles 7 à 13 du présent arrêté, sous laquelle/lesquelles l'hébergement touristique est proposé sur le marché du tourisme. Si l'hébergement touristique est proposé sur le marché du tourisme sans dénomination protégée, il est indiqué lors de la notification s'il s'agit d'un hébergement associé à une chambre, d'un hébergement associé à un terrain ou d'une résidence pour jeunes]1;
  4° [1 en fonction du type d'hébergement ou de la dénomination protégée :
   a) dans le cas d'un hébergement associé à un terrain : le nombre d'emplacements, visés à l'article 1er, 5°, du présent arrêté ;
   b) dans le cas d'une résidence pour jeunes et d'une auberge de jeunesse : le nombre d'unités locatives et le nombre maximal d'unités de couchage dans les bâtiments et, le cas échéant, le nombre maximal d'unités de couchage dans les tentes à l'extérieur des bâtiments ;
   c) dans le cas d'autres hébergements associés à une chambre : le nombre d'unités locatives et le nombre maximal d'unités de couchage dans l'hébergement touristique ;]1

  5° le cas échéant, le numéro de téléphone, l'adresse e-mail et le site Internet de l'hébergement touristique ;
  6° les nom, prénom et adresse de l'exploitant. Si l'exploitant est une personne morale, le numéro d'entreprise de la personne morale ;
  7° si l'exploitant est une personne morale, les nom et prénom de la personne physique chargée de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique ;
  8° le numéro de téléphone ou l'adresse e-mail auxquels l'exploitant, dans le cas d'une personne morale, la personne chargée de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique ou la personne désignée à cet effet peuvent être joints ;
  9° la déclaration par laquelle l'exploitant de l'hébergement touristique certifie être au courant des conditions visées à l'article 4 du décret du 5 février 2016 accompagnée d'un renvoi au site Internet de Toerisme Vlaanderen où ces conditions ont été reprises ;
  10° la possibilité de demander, simultanément ou non à la notification, l'agrément et le classement dans une catégorie de confort.
  Si le formulaire de notification est incomplet, Toerisme Vlaanderen en informe la personne qui l'a introduit dans les quatorze jours civils de sa réception en mentionnant les données manquantes.
  Dès que le formulaire de notification dûment complété a été transmis à Toerisme Vlaanderen, l'exploitant et, le cas échéant, la personne désignée à cet effet reçoivent dans les quatorze jours civils, par courrier recommandé ou par voie électronique, un accusé de réception de Toerisme Vlaanderen par lequel l'exploitation est considérée comme notifiée conformément à l'article 5 du décret du 5 février 2016.
  
Art.15. Alle wijzigingen van de gegevens, vermeld in artikel 14, tweede lid, en, als het toeristische logies beschikt over een comfortclassificatie, alle wijzigingen die een invloed kunnen hebben op de verkregen comfortclassificatie, worden binnen dertig kalenderdagen nadat de wijziging zich heeft voorgedaan, door de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan Toerisme Vlaanderen.
Art.15. Toutes les modifications des données visées à l'article 14, alinéa 2, et, si l'hébergement touristique dispose d'un classement dans une catégorie de confort, toutes les modifications susceptibles d'avoir une incidence sur le classement dans une catégorie de confort obtenu, sont communiquées par l'exploitant ou la personne désignée à cet effet à Toerisme Vlaanderen, dans les trente jours civils de la survenance de la modification, par courrier recommandé ou par voie électronique.
Art.16. Met behoud van de toepassing van artikel 15 meldt de exploitant van het toeristische logies of de persoon die daarvoor is aangesteld, de stopzetting van de exploitatie onmiddellijk aan Toerisme Vlaanderen.
Art.16. Sans préjudice de l'application de l'article 15, l'exploitant de l'hébergement touristique ou la personne désignée à cet effet notifie la cessation de l'exploitation immédiatement à Toerisme Vlaanderen.
Art.17. Bij overname van de exploitatie brengt de nieuwe exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, Toerisme Vlaanderen opnieuw en volgens de procedure, vermeld in artikel 14, op de hoogte van de uitbating van het toeristische logies.
Art.17. En cas de reprise de l'exploitation, le nouvel exploitant ou la personne désignée à cet effet informe à nouveau Toerisme Vlaanderen de l'exploitation de l'hébergement touristique selon la procédure visée à l'article 14.
Afdeling 1. - De procedure voor de toekenning of weigering van een erkenning
Section 1re. - La procédure d'octroi ou de refus d'un agrément
Art.18. De erkenning, vermeld in artikel 6 van het decreet van 5 februari 2016, wordt aangevraagd door de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, met het formulier, vermeld in artikel 14, tweede lid. De aanvraag wordt ingediend met een aangetekende brief of elektronisch. In voorkomend geval vermeldt de aanvraag duidelijk de beschermde benaming of de benamingen, vermeld in artikel 7 tot en met 13, waaronder de erkenning wordt aangevraagd.
  Als het aanvraagformulier onvolledig is ingevuld, brengt Toerisme Vlaanderen binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst ervan de indiener daarvan op de hoogte, met vermelding van de ontbrekende gegevens en de gevolgen daarvan voor de vervaltermijn, vermeld in het derde lid.
  Onvolledige erkenningsaanvragen die dertig kalenderdagen na een verzoek van Toerisme Vlaanderen tot aanvulling van de aanvraag niet zijn vervolledigd, vervallen van rechtswege en zonder enige kennisgeving.
  Zodra de erkenningsaanvraag volledig ingevuld aan Toerisme Vlaanderen is bezorgd, krijgt de exploitant en, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, binnen veertien kalenderdagen met een aangetekende brief of elektronisch een ontvangstmelding van Toerisme Vlaanderen. Die ontvangstmelding vermeldt minstens de beslissingstermijn, vermeld in het zesde lid, en de vermelding dat bij gebrek aan beslissing binnen die termijn de erkenning wordt geacht te zijn toegekend.
  Een volledig ingevulde erkenningsaanvraag wordt ook beschouwd als een volledig ingevuld aanmeldingsformulier als vermeld in artikel 14. De ontvangstmelding, vermeld in het vierde lid, geldt dan als een ontvangstmelding als vermeld in artikel 14, vierde lid.
  Binnen dertig kalenderdagen na de datum van de ontvangstmelding, vermeld in het vierde lid, neemt Toerisme Vlaanderen een beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning. Die beslissingstermijn kan op verzoek van de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, eenmaal worden verlengd met maximaal zestig kalenderdagen. De beslissing over de erkenningsaanvraag wordt binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing door Toerisme Vlaanderen met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan de exploitant van het toeristische logies en, in voorkomend geval, aan de persoon die daarvoor is aangesteld.
  Overeenkomstig artikel 6, § 1, van het decreet van 5 februari 2016 wordt de erkenning alleen toegekend als na controle ter plaatse wordt vastgesteld en uit de voorgelegde documenten en stukken blijkt dat het toeristische logies voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, 1° tot en met 9°, van het voornoemde decreet.
  De erkenning wordt toegekend aan de exploitant van het toeristische logies. De erkenning geldt alleen voor het toeristische logies waarvoor ze is afgeleverd en voor de erkenninghouder aan wie ze is afgeleverd. Bij overname van de exploitatie vervalt de erkenning van rechtswege.
  Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in het zesde lid, wordt de erkenning geacht te zijn toegekend.
Art.18. L'exploitant ou la personne désignée à cet effet sollicite l'agrément visé à l'article 6 du décret du 5 février 2016 au moyen du formulaire visé à l'article 14, alinéa 2. La demande est introduite par courrier recommandé ou par voie électronique. Le cas échéant, la demande mentionne clairement la dénomination protégée ou les dénominations visées aux articles 7 à 13 sous lesquelles l'agrément est sollicité.
  Si le formulaire de demande est incomplet, Toerisme Vlaanderen en informe la personne qui l'a introduit dans les quatorze jours civils de sa réception en mentionnant les données manquantes ainsi que les conséquences qui s'ensuivent pour le délai de forclusion visé à l'alinéa 3.
  Les demandes d'agrément incomplètes qui n'ont pas été complétées dans les trente jours civils suivant la demande adressée par Toerisme Vlaanderen invitant à les compléter échoient de plein droit et sans notification aucune.
  Dès que la demande d'agrément dûment complétée a été transmise à Toerisme Vlaanderen, l'exploitant et, le cas échéant, la personne désignée à cet effet reçoivent dans les quatorze jours civils un accusé de réception de Toerisme Vlaanderen par courrier recommandé ou par voie électronique. Cet accusé de réception reprend au moins le délai de décision visé à l'alinéa 6 et la mention qu'à défaut de décision dans ce délai, l'agrément sera réputé octroyé.
  Une demande d'agrément dûment complétée est également considérée comme un formulaire de notification dûment complété tel que visé à l'article 14. L'accusé de réception visé à l'alinéa 4 tient alors lieu d'accusé de réception tel que visé à l'article 14, alinéa 4.
  Toerisme Vlaanderen prend une décision d'octroi ou de refus de l'agrément dans les trente jours civils de la date de l'accusé de réception visé à l'alinéa 4. A la demande de l'exploitant ou de la personne désignée à cet effet, ce délai de décision peut être prolongé une seule fois de soixante jours civils maximum. Toerisme Vlaanderen communique la décision quant à la demande d'agrément à l'exploitant de l'hébergement touristique et, le cas échéant, à la personne désignée à cet effet par courrier recommandé ou par voie électronique dans les quatorze jours civils de la date de la décision.
  Conformément à l'article 6, § 1er, du décret du 5 février 2016, l'agrément n'est octroyé que s'il est constaté après un contrôle sur place et s'il ressort des documents et pièces produits que l'hébergement touristique satisfait aux conditions visées à l'article 4, 1° à 9°, du décret précité.
  L'agrément est octroyé à l'exploitant de l'hébergement touristique. L'agrément n'est valable que pour l'hébergement touristique pour lequel il a été délivré et pour le titulaire de l'agrément auquel il a été délivré. En cas de reprise de l'exploitation, l'agrément échoit de plein droit.
  A défaut de décision dans le délai visé à l'alinéa 6, l'agrément l'agrément sera réputé octroyé.
Art.19. De minister bepaalt het model van het erkenningsteken, vermeld in artikel 6, § 6, eerste lid, van het decreet van 5 februari 2016, dat Toerisme Vlaanderen per erkenning bezorgt aan de exploitant van het toeristische logies of aan de persoon die daarvoor is aangesteld.
  Het erkenningsteken verschilt naargelang [2 het logiestype]2 of naargelang van de benaming, vermeld in artikel 7 tot en met 13, waaronder de erkenning wordt verkregen en, in voorkomend geval, naargelang van de eventuele comfortclassificatie.
  [1 ...]1
  
Art.19. Le ministre détermine le modèle du panonceau d'agrément visé à l'article 6, § 6, alinéa 1er, du décret du 5 février 2016 que Toerisme Vlaanderen transmet par agrément à l'exploitant de l'hébergement touristique ou à la personne désignée à cet effet.
  Le panonceau d'agrément diffère selon [2 le type d'hébergement]2 ou selon la dénomination visée aux articles 7 à 13 sous laquelle l'agrément est obtenu et, le cas échéant, selon l'éventuelle catégorie de confort.
  [1 ...]1
  
Afdeling 2. - De procedure voor de classificering van een toeristisch logies
Section 2. - La procédure de classement d'un hébergement touristique
Art.20. De comfortclassificatie, vermeld in artikel 7 van het decreet van 5 februari 2016, wordt door de exploitant van het toeristische logies of de persoon die daarvoor is aangesteld, met een aangetekende brief of elektronisch aangevraagd bij Toerisme Vlaanderen.
  De comfortclassificatie wordt met hetzelfde formulier als de erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 18, aangevraagd. De aanvraag van een comfortclassificatie verloopt conform artikel 18. Bij gebrek aan beslissing binnen de beslissingstermijn, vermeld in artikel 18, zesde lid, wordt de comfortclassificatie geacht te zijn toegekend in de laagste classificatie.
Art.20. L'exploitant ou la personne désignée à cet effet sollicite le classement dans une catégorie de confort visé à l'article 7 du décret du 5 février 2016 auprès de Toerisme Vlaanderen par courrier recommandé ou par voie électronique.
  Le classement dans une catégorie de confort est sollicité au moyen du même formulaire que la demande d'agrément visée à l'article 18. La demande d'un classement dans une catégorie de confort se déroule conformément à l'article 18. A défaut de décision dans le délai visé à l'article 18, alinéa 6, le classement dans une catégorie de confort sera réputé attribué dans la catégorie la plus basse.
Art.21. [1 De minister kan per benaming, [2 vermeld in artikel 7 tot en met 9, 10/1, 11 en 13]2, de classificatienormen bepalen voor het comfort dat wordt geboden aan de logerende toeristen.
   De comfortclassificatienormen hebben betrekking op de inrichting, de uitrusting en de uitstraling van de toeristische logiezen. Ze kunnen ook betrekking hebben op de dienstverlening.
   De toeristische logiezen, vermeld in artikel 7, 9, 11 en 13, worden geclassificeerd in vijf niveaus, die in sterren worden uitgedrukt.
   De toeristische logiezen, vermeld in artikel 8, worden geclassificeerd in vier niveaus, die in sterren worden uitgedrukt.
  [2 De toeristische logiezen, vermeld in artikel 10/1, worden geclassificeerd in drie niveaus, uitgedrukt in basis, standaard en comfort.]2
   De minister kan per benaming ook tussenclassificaties invoeren.]1

  
Art.21. [1 Le Ministre peut déterminer par dénomination [2 visée aux articles 7 à 9, 10/1, 11 et 13]2, les normes de classement pour le confort offert aux touristes hébergés.
   Les normes de classification de confort ont trait à l'aménagement, l'équipement et au rayonnement des hébergements touristiques. Elles peuvent également avoir trait à la prestation de service.
   Les hébergements touristiques visés aux articles 7, 9, 11 et 13, sont classés en cinq niveaux, exprimés en étoiles.
   Les hébergements touristiques visés à l'article 8, sont classés en quatre niveaux, exprimés en étoiles.
  [2 Les hébergements touristiques visés à l'article 10/1, sont classés en trois niveaux, exprimés en " élémentaire ", " standard " et " confort.]2
   Le Ministre peut également introduire des classifications intermédiaires par dénomination.]1

  
Art.22. Toerisme Vlaanderen kan vaststellen dat de toegekende comfortclassificatie niet wordt nageleefd. Na voorafgaande ingebrekestelling van de exploitant van het toeristische logies met een aangetekende brief of elektronisch kan Toerisme Vlaanderen het toeristische logies ambtshalve in een andere comfortclassificatie indelen. De procedure voor de ambtshalve declassering verloopt conform artikel 24.
Art.22. Toerisme Vlaanderen peut constater que le classement attribué dans une catégorie de confort n'est pas respecté. Après mise en demeure préalable de l'exploitant de l'hébergement touristique par courrier recommandé ou par voie électronique, Toerisme Vlaanderen peut classer l'hébergement touristique d'office dans une autre catégorie de confort. La procédure de déclassement d'office se déroule conformément à l'article 24.
Afdeling 3. - De procedure voor de schorsing of intrekking van een erkenning
Section 3. - La procédure de suspension ou de retrait d'un agrément
Art.23. Toerisme Vlaanderen kan de toegekende erkenning schorsen of intrekken als een of meer verplichtingen of voorwaarden die conform het decreet van 5 februari 2016 of dit uitvoeringsbesluit zijn opgelegd, niet of niet meer worden nageleefd.
Art.23. Si une ou plusieurs obligations ou conditions imposées conformément au décret du 5 février 2016 ou du présent arrêté d'exécution ne sont pas ou plus respectées, Toerisme Vlaanderen peut suspendre ou retirer l'agrément octroyé.
Art.24. De beslissing tot schorsing of intrekking van de erkenning wordt altijd voorafgegaan door een ingebrekestelling door Toerisme Vlaanderen waarin de houder van de erkenning met een aangetekende brief of elektronisch wordt ingelicht over de grond van de vooropgestelde schorsing of intrekking.
  De houder van de erkenning beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen vanaf de datum van de ingebrekestelling, vermeld in het eerste lid, om zijn opmerkingen te bezorgen aan Toerisme Vlaanderen.
  De houder van de erkenning of de persoon die daarvoor is aangesteld, kan binnen dezelfde termijn en in dezelfde vorm vragen om gehoord te worden door Toerisme Vlaanderen. De erkenninghouder of, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, wordt minstens zeven kalenderdagen voor de vastgestelde datum op de hoogte gebracht van de hoorzitting. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. De erkenninghouder of, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen.
  Binnen zestig kalenderdagen na de datum van de ingebrekestelling, vermeld in het eerste lid, en, in voorkomend geval, nadat de houder van de erkenning of de persoon die daarvoor is aangesteld, daarover is gehoord, neemt Toerisme Vlaanderen een beslissing over de opgestarte procedure. Die beslissing wordt door Toerisme Vlaanderen binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan de houder van de erkenning en, in voorkomend geval, aan de persoon die daarvoor is aangesteld.
  Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in het vierde lid, wordt Toerisme Vlaanderen geacht af te zien van de schorsing of intrekking van de erkenning.
  De beslissing tot schorsing of intrekking van de erkenning is definitief de kalenderdag nadat de termijn verstreken is om het beroep, vermeld in artikel 26, in te stellen.
Art.24. La décision de suspension ou de retrait de l'agrément est toujours précédée d'une mise en demeure signifiée par Toerisme Vlaanderen informant le titulaire de l'agrément, par courrier recommandé ou par voie électronique, du motif de la suspension postulée ou du retrait postulé.
  Le titulaire de l'agrément dispose d'un délai de quatorze jours civils à dater de la mise en demeure visée à l'alinéa 1er pour faire parvenir ses observations à Toerisme Vlaanderen.
  Le titulaire de l'agrément ou la personne désignée à cet effet peuvent demander, dans les mêmes forme et délai, à être entendus par Toerisme Vlaanderen. Le titulaire de l'agrément ou, le cas échéant, la personne désignée à cet effet sont informés de l'audition au moins sept jours civils avant la date fixée. L'audition est consignée dans un procès-verbal. Le titulaire de l'agrément ou, le cas échéant, la personne désignée à cet effet peuvent se faire assister ou représenter.
  Dans les soixante jours civils de la date de la mise en demeure visée à l'alinéa 1er et, le cas échéant, après audition à ce sujet du titulaire de l'agrément ou de la personne désignée à cet effet, Toerisme Vlaanderen prend une décision quant à la procédure engagée. Toerisme Vlaanderen communique cette décision au titulaire de l'agrément et, le cas échéant, à la personne désignée à cet effet par courrier recommandé ou par voie électronique dans les quatorze jours civils de la date de la décision.
  A défaut de décision dans le délai visé à l'alinéa 4, Toerisme Vlaanderen est réputée renoncer à la suspension ou au retrait de l'agrément.
  La décision de suspension ou de retrait de l'agrément est définitive le lendemain de l'expiration du délai prévu pour former le recours visé à l'article 26.
Art.25. Bij schorsing of intrekking van de erkenning vervalt in voorkomend geval ook de toegekende comfortclassificatie van rechtswege.
Art.25. En cas de suspension ou de retrait de l'agrément, le classement attribué dans une catégorie de confort échoit également de plein droit le cas échéant.
HOOFDSTUK 5. - Beroepsprocedure
CHAPITRE 5. - Procédure de recours
Art.26. § 1. Op straffe van onontvankelijkheid moet het beroep, vermeld in artikel 9 van het decreet van 5 februari 2016, binnen dertig kalenderdagen vanaf de datum van de brief of het elektronisch bericht waarmee de bestreden beslissing wordt meegedeeld, door de exploitant van het toeristische logies of de persoon die daarvoor is aangesteld, worden ingediend bij de beroepscommissie voor het toeristische logies. Het beroep wordt ingediend met een aangetekende brief of elektronisch.
  Binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst van het beroep krijgt de indiener van de beroepscommissie voor het toeristische logies een ontvangstmelding. Die ontvangstmelding vermeldt minstens de ontvangstdatum van het beroep, de beslissingstermijn, vermeld in paragraaf 2, en de vermelding dat bij gebrek aan beslissing binnen die termijn het beroep wordt geacht te zijn ingewilligd.
  § 2. De beroepscommissie voor het toeristische logies doet binnen zestig kalenderdagen na de datum van de ontvangstmelding, vermeld in paragraaf 1, uitspraak over het beroep, behalve als de beroepscommissie voor het toeristische logies binnen dezelfde termijn beslist om de termijn uitzonderlijk te verlengen. Die verlenging mag niet meer bedragen dan dertig kalenderdagen en kan niet worden vernieuwd.
  § 3. Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in paragraaf 2, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.
  De beslissing over het beroep wordt door de beroepscommissie voor het toeristische logies binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan de exploitant van het toeristische logies en, in voorkomend geval, aan de persoon die daarvoor is aangesteld. Een kopie van de beslissing wordt bezorgd aan Toerisme Vlaanderen.
  § 4. De beroepscommissie voor het toeristische logies neemt een beslissing nadat de indiener van het beroep het recht is geboden om gehoord te worden. De betrokkene wordt door de beroepscommissie voor het toeristische logies ten minste zeven kalenderdagen voor de datum, vastgesteld voor het onderzoek van de zaak, uitgenodigd in eigen persoon of bij gevolmachtigde, die houder is van de stukken, voor de beroepscommissie te verschijnen. De betrokkene mag zich door een persoon naar keuze laten bijstaan op de zitting waarvoor hij wordt uitgenodigd. Hij mag ook een schriftelijke memorie neerleggen.
Art.26. § 1er. Sous peine d'irrecevabilité, le recours visé à l'article 9 du décret du 5 février 2016 doit être introduit par l'exploitant de l'hébergement touristique ou la personne désignée à cet effet auprès de la commission de recours des hébergements touristiques dans les trente jours civils de la date du courrier ou du message électronique communiquant la décision contestée. Le recours est introduit par courrier recommandé ou par voie électronique.
  Dans les quatorze jours civils suivant la réception du recours, la commission de recours des hébergements touristiques envoie un accusé de réception à la personne formant le recours. Cet accusé de réception reprend au moins la date de réception du recours, le délai de décision visé au paragraphe 2 et la mention qu'à défaut de décision dans ce délai, le recours est réputé accueilli.
  § 2. Dans le délai de soixante jours civils suivant la date de l'accusé de réception visé au paragraphe 1er, la commission de recours des hébergements touristiques statue sur le recours, à moins que, dans le même délai, elle ne décide de prolonger exceptionnellement le délai. Cette prolongation ne peut excéder trente jours civils et ne peut être renouvelée.
  § 3. A défaut de décision dans le délai visé au paragraphe 2, le recours est réputé accueilli.
  La commission de recours des hébergements touristiques communique la décision quant au recours à l'exploitant de l'hébergement touristique et, le cas échéant, à la personne désignée à cet effet par courrier recommandé ou par voie électronique dans les quatorze jours civils de la date de la décision. Une copie de la décision est transmise à Toerisme Vlaanderen.
  § 4. La commission de recours des hébergements touristiques prend la décision avoir après offert à l'auteur du recours le droit d'être entendu. La commission de recours des hébergements touristiques invite l'intéressé à comparaître en personne ou par mandataire, détenteur des documents, devant la commission de recours au moins sept jours civils avant la date fixée pour l'examen de l'affaire. L'intéressé peut se faire assister d'une personne de son choix à l'audience à laquelle il est invité. Il peut également déposer un mémoire écrit.
HOOFDSTUK 6. - Controle en sancties
CHAPITRE 6. - Contrôle et sanctions
Art.28. De leidend ambtenaar van Toerisme Vlaanderen wijst de personeelsleden van Toerisme Vlaanderen aan als bedoeld in de artikelen 10 en 14 van het decreet van 5 februari 2016.
Art.28. Le fonctionnaire dirigeant de Toerisme Vlaanderen désigne les membres du personnel de Toerisme Vlaanderen visés aux articles 10 et 14 du décret du 5 février 2016.
Art.29. De vorm en de inhoud van de legitimatiekaarten van de aangewezen personeelsleden, vermeld in artikel 28 van dit besluit, voldoen aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 betreffende de legitimatiekaarten van de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid die belast zijn met inspectie- of controlebevoegdheden.
Art.29. La forme et le contenu des cartes de légitimation des membres du personnel désignés, visés à l'article 28 du présent arrêté, satisfont aux dispositions de l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2008 relatif aux cartes de légitimation des membres du personnel des services des autorités flamandes chargés de compétences d'inspection ou de contrôle.
Art.30. Overeenkomstig artikel 10 en 14 van het decreet van 5 februari 2016 kunnen de agenten van de federale en de lokale politie en de aangewezen personeelsleden, vermeld in artikel 28 van dit besluit, ter controle van de naleving van de voorwaarden, vermeld in of bepaald krachtens artikel 4, 1°, 3°, 4°, 5° en 6°, van het decreet van 5 februari 2016, op elk moment de nodige documenten, attesten en keuringsbewijzen opvragen bij de exploitant van het toeristische logies. Voor de naleving van de voorwaarden, vermeld in of bepaald krachtens artikel 4, 1°, 2°, 5° en 6°, van het decreet van 5 februari 2016, kunnen die personen op elk moment ook het advies inwinnen van de instantie die daarvoor is bevoegd.
Art.30. Conformément aux articles 10 et 14 du décret du 5 février 2016, les agents de la police fédérale et locale et les membres du personnel désignés visés à l'article 28 du présent arrêté peuvent, afin de contrôler le respect des conditions prévues par ou en vertu de l'article 4, 1°, 3°, 4°, 5° et 6°, du décret du 5 février 2016, réclamer à tout moment les documents, attestations et certificats de contrôle à l'exploitant de l'hébergement touristique. En ce qui concerne le respect des conditions prévues par ou en vertu de l'article 4, 1°, 2°, 5° et 6°, du décret du 5 février 2016, ces personnes peuvent également recueillir à tout moment l'avis de l'instance compétente.
Art.31. De termijn waarin de tussenpersonen de gegevens, vermeld in artikel 11 van het decreet van 5 februari 2016, moeten meedelen, wordt bepaald door de agenten van de federale of lokale politie of door de gemachtigde personen die de gegevens opvragen.
  De termijn, vermeld in het eerste lid, is minstens zeven kalenderdagen en wordt vermeld in het schriftelijke verzoek waarmee de gegevens worden opgevraagd.
Art.31. Le délai dans lequel les intermédiaires doivent communiquer les données visées à l'article 11 du décret du 5 février 2016 est fixé par les agents de la police fédérale et locale ou par les personnes mandatées qui recueillent ces données.
  Le délai visé à l'alinéa 1er s'élève à sept jours civils au moins et est précisé dans la demande écrite par laquelle les données sont recueillies.
Art.32. Het proces-verbaal, vermeld in artikel 10 van het decreet van 5 februari 2016, bevat de volgende gegevens:
  1° de identiteit en de hoedanigheid van de opsteller;
  2° de datum en de plaats van de verbalisering;
  3° de materiële vaststellingen, inclusief de omstandigheden op het moment van de vaststellingen;
  4° de handtekening van de opsteller.
Art.32. Le procès-verbal visé à l'article 10 du décret du 5 février 2016 contient les informations suivantes :
  1° l'identité et la qualité de l'auteur ;
  2° la date et le lieu de la verbalisation ;
  3° les constatations matérielles, y compris les circonstances au moment des constatations ;
  4° la signature de l'auteur.
Art.33. De administratieve geldboeten, vermeld in artikel 12 van het decreet van 5 februari 2016, moeten binnen een termijn van twee maanden worden betaald.
Art.33. Les amendes administratives visées à l'article 12 du décret du 5 février 2016 doivent être payées dans le délai de deux mois.
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepalingen
CHAPITRE 7. - Dispositions modificatives
Art.34. Artikel 8.4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 januari 2014, wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 8.4. Een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor het plaatsen, verplaatsen, wijzigen of vervangen van verplaatsbare verblijven, ook al zijn ze bestemd om ter plaatse te blijven staan, en voor bijbehorende installaties, op voorwaarde dat:
  1° de verblijven zijn geplaatst op een terreingerelateerd logies dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
  2° de plaatsing, verplaatsing, wijziging of vervanging niet strijdig is met de voorwaarden, vermeld in punt 1°.
  In het eerste lid wordt verstaan onder:
  1° terreingerelateerd logies: een toeristisch logies als vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristisch logies;
  2° verplaatsbaar verblijf: een verblijf als vermeld in artikel 1, 6°, van het voormelde besluit;
  3° bijbehorende installaties: de aanbouwen en constructies, vermeld in punt B, 3, van bijlage 6 bij het voormelde besluit, die niet geplaatst zouden zijn als er geen verplaatsbaar verblijf was geplaatst of als er niet in een verplaatsbaar verblijf wordt voorzien.".
Art.34. L'article 8.4 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 juillet 2010 portant détermination des actes urbanistiques qui ne requièrent pas de permis d'environnement, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 janvier 2014, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 8.4. Une autorisation urbanistique ou un permis d'environnement pour des actes urbanistiques ne sont pas nécessaires pour l'installation, le déplacement, la modification ou le remplacement d'abris mobiles, même s'ils sont destinés à rester sur place, et pour les installations connexes à condition que :
  1° les abris soient installés au sein d'un hébergement associé à un terrain qui satisfait aux conditions visées à l'article 4 du décret du 5 février 2016 relatif à l'hébergement touristique ;
  2° l'installation, le déplacement, la modification ou le remplacement ne soient pas contraires aux conditions visées au point 1°.
  A l'alinéa 1er, on entend par :
  1° hébergement associé à un terrain : un hébergement touristique tel que visé à l'article 2, alinéa 1er, 2°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 17 mars 2017 portant exécution du décret du 5 février 2016 relatif à l'hébergement touristique ;
  2° abri mobile : un abri tel que visé à l'article 1er, 6°, de l'arrêté précité ;
  3° installations connexes : les annexes et constructions visées au point B, 3, de l'annexe 6 de l'arrêté précité, qui ne seraient pas installées si aucun abri mobile n'avait été installé ou s'il n'était pas prévu d'abri mobile. ".
Art.35. In artikel 4, eerste lid, van het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement internationaal Vlaanderen worden punt 1° en punt 3° opgeheven.
Art.35. A l'article 4, alinéa 1er, de l'arrêté ministériel du 3 avril 2014 déléguant certaines compétences au fonctionnaire dirigeant du Département flamand des Affaires étrangères, les points 1° et 3 sont abrogés.
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
CHAPITRE 8. - Dispositions finales
Art.36. De volgende regelingen worden opgeheven:
  1° het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 december 2009, 2 december 2011, 5 oktober 2012 en 4 juli 2014;
  2° het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de nadere openings- en exploitatievoorwaarden waaraan het toeristische logies moet voldoen;
  3° het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de classificatienormen inzake comfort voor een vergund toeristisch logies, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 14 juli 2011 en 30 maart 2012, en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2012;
  4° het ministerieel besluit van 19 december 2011 tot vaststelling van de herkenningstekens voor een vergund toeristisch logies, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2012;
  5° het ministerieel besluit van 18 december 2013 houdende de benoeming van de leden van het adviescomité, de beroepscommissies en de technische commissie brandveiligheid van het toeristische logies, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 30 maart 2015.
Art.36. Les réglementations suivantes sont abrogées :
  1° l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 mai 2009 portant exécution du décret du 10 juillet 2008 relatif à l'hébergement touristique, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 11 décembre 2009, 2 décembre 2011, 5 octobre 2012 et 4 juillet 2014 ;
  2° l'arrêté ministériel du 27 novembre 2009 fixant les conditions spécifiques d'ouverture et d'exploitation auxquelles les hébergements touristiques doivent répondre ;
  3° l'arrêté ministériel du 27 novembre 2009 déterminant les normes de classification en matière de confort pour un hébergement touristique autorisé, modifié par les arrêtés ministériels des 14 juillet 2011 et 30 mars 2012 et par l'arrêté du Gouvernement flamand du 5 octobre 2012 ;
  4° l'arrêté ministériel du 19 décembre 2011 fixant les signes distinctifs d'un hébergement touristique autorisé, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 5 octobre 2012 ;
  5° l'arrêté ministériel du 18 décembre 2013 portant nomination des membres du comité d'avis, des commissions de recours et de la commission technique de sécurité incendie pour les hébergements touristiques, modifié par l'arrêté ministériel du 30 mars 2015.
Art.37. De volgende regelgevende teksten treden in werking op 1 april 2017:
  1° het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;
  2° dit besluit;
  3° artikel 23 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Art.37. Les textes réglementaires suivants entrent en vigueur le 1er avril 2017 :
  1° le décret du 5 février 2016 relatif à l'hébergement touristique ;
  2° le présent arrêté ;
  3° l'article 23 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 15 juillet 2016 modifiant diverses dispositions de l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 juillet 2010 portant détermination des actes qui ne requièrent pas d'autorisation urbanistique, diverses dispositions de l'arrêté du Gouvernement flamand du 16 juillet 2010 relatif aux actes soumis à l'obligation de déclaration en exécution du Code flamand de l'Aménagement du Territoire et modifiant l'article 10 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 5 juillet 2013 établissant un règlement urbanistique régional concernant les citernes d'eaux pluviales, les systèmes d'infiltration, les systèmes tampons et l'évacuation séparée des eaux usées et pluviales.
Art.38. De Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.38. Le ministre flamand qui a le tourisme dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1. - Openings- en uitbatingsvoorwaarden waaraan een kamergerelateerd logies moet voldoen als vermeld in artikel 5
  1. Iedere verhuureenheid bevat minstens het volgende meubilair:
  a) een of meer bedden, naar rato van het aantal slaapplaatsen, met een matras en een hoofdkussen. Ook een divanbed, een zetelbed, een stapelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden, als die als een slaapplaats worden aangeboden op de toeristische markt, als een bed beschouwd;
  b) een voorziening om kleding op te bergen.
  2. Ofwel iedere verhuureenheid ofwel iedere ruimte in het toeristische logies met een slaapgelegenheid beschikt over minstens een vrij stopcontact.
  3. Iedere ruimte met slaapgelegenheid in het toeristische logies en alle andere ruimten van het toeristische logies die voor toeristen toegankelijk zijn, beschikken over voldoende algemene elektrische verlichting en kunnen verlucht worden.
  4. Iedere ruimte met slaapgelegenheid in het toeristische logies voldoet aan de volgende voorwaarden:
  a) als er een of meer ramen voorkomen in de ruimte, beschikken die over overgordijnen of een vergelijkbare voorziening om de ruimte te verduisteren;
  b) de ruimte beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting en minstens een verlichtingsschakelaar.
  5. De logerende toeristen moeten minstens kunnen gebruikmaken van de volgende sanitaire voorzieningen:
  a) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm stromend water. Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening;
  b) een wastafel met voortdurend beschikbaar stromend water;
  c) een wastafelspiegel. In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich een vrij stopcontact dat verschillend is van het vrij stopcontact, vermeld in punt 2;
  d) een toilet met bril en waterspoeling en een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening.
  De sanitaire voorzieningen bevinden zich in een of meer afsluitbare ruimten, die ook de verhuureenheid zelf kan zijn. Als de ruimte van de badgelegenheid een raam heeft, is er, in voorkomend geval, een voorziening om inkijk te voorkomen.
  6. De exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, stellen minstens de volgende gegevens en informatie ter beschikking van de toerist:
  a) de naam en contactgegevens van de exploitant. Als de exploitant een rechtspersoon is, ook de naam en de contactgegevens van de natuurlijke persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies;
  b) de contactgegevens van Toerisme Vlaanderen, met de vermelding dat Toerisme Vlaanderen de bevoegde instantie is waarbij verdere informatie verkregen kan worden over de reglementering over de exploitatie van een toeristisch logies en waarbij de toerist, in voorkomend geval, daarover een klacht kan indienen.
  De gegevens worden naar keuze van de exploitant op de volgende wijze ter beschikking gesteld:
  a) in het toeristische logies of waar het contract wordt getekend;
  b) op een door de exploitant meegedeelde website of een ander publiek elektronisch adres;
  c) in een door de exploitant aan de toerist verstrekt informatiedocument waarin het toeristische logies in detail wordt omschreven.
  7. Alle voorzieningen in het toeristische logies en de verhuureenheden ervan functioneren goed en zijn vrij van gebreken.
  8. Het toeristische logies wordt door de exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, waarheids- en realiteitsgetrouw aangeboden op de toeristische markt.
Art. N1. Annexe 1. - Conditions d'ouverture et d'exploitation auxquelles un hébergement associé à une chambre doit satisfaire telles que visées à l'article 5
  1. Chaque unité locative contient au moins le mobilier suivant :
  a) un ou plusieurs lits, selon le nombre d'unités de couchage, avec matelas et oreiller. Même un canapé-lit, un fauteuil-lit, un lit superposé, un lit rabattable, un lit encastré ou tout mobilier analogue sont considérés comme des lits, s'ils sont proposés sur le marché du tourisme en tant qu'unités de couchage ;
  b) un équipement pour ranger des vêtements.
  2. Chaque unité locative ou chaque pièce de l'hébergement touristique pourvue d'un espace à dormir est équipée d'au moins une prise de courant libre.
  3. Chaque pièce de l'hébergement touristique pourvue d'un espace à dormir et toutes les autres pièces de l'hébergement touristique accessibles aux touristes sont pourvues d'un éclairage électrique général suffisant et peuvent être aérées.
  4. Chaque pièce de l'hébergement touristique pourvue d'un espace à dormir satisfait aux conditions suivantes :
  a) si une ou plusieurs fenêtres sont présentes dans la pièce, elles sont habillées de doubles rideaux ou d'un équipement analogue pour occulter la pièce ;
  b) la pièce est pourvue d'un éclairage électrique général suffisant et d'un interrupteur d'éclairage au moins.
  5. Les touristes hébergés doivent pouvoir utiliser au moins les équipements sanitaires suivants :
  a) un bain ou une douche alimentés en eau courante chaude disponible en permanence. Le bain est muni d'une bonde ou d'un équipement analogue. La douche est munie d'un rideau de douche ou d'un équipement analogue;
  b) un lavabo alimenté en eau courante disponible en permanence ;
  c) un miroir de lavabo. Dans les environs du miroir de lavabo se trouve une prise de courant libre différente de la prise de courant libre visée au point 2 ;
  d) une toilette avec lunette et chasse d'eau et une petite poubelle avec couvercle, une poubelle à pédale ou un équipement analogue.
  Les équipements sanitaires se trouvent dans une ou plusieurs pièces fermant à clé qui peuvent également être l'unité locative proprement dite. Si la salle de bains possède une fenêtre, un dispositif doit, le cas échéant, permettre d'en occulter la vue.
  6. L'exploitant et les personnes chargées de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique mettent au moins les informations suivantes à la disposition du touriste :
  a) le nom et les coordonnées de l'exploitant. Si l'exploitant est une personne morale, également le nom et les coordonnées de la personne physique chargée de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique ;
  b) les coordonnées de Toerisme Vlaanderen accompagnées de la mention que Toerisme Vlaanderen est l'instance compétente auprès de laquelle de plus amples renseignements peuvent être obtenus sur la réglementation relative à l'exploitation d'un hébergement touristique et auprès de laquelle le touriste peut, le cas échéant, déposer une plainte à ce sujet.
  Les informations sont mises à disposition, au choix de l'exploitant, comme suit :
  a) dans l'hébergement touristique ou là où le contrat est signé ;
  b) sur un site Internet ou une autre adresse électronique publique communiqués par l'exploitant ;
  c) dans un document d'information remis par l'exploitant au touriste dans lequel l'hébergement touristique est décrit en détail.
  7. Tous les équipements de l'hébergement touristique et de ses unités locatives sont en parfait état de fonctionnement et exempts de tout défaut.
  8. L'hébergement touristique est proposé sur le marché du tourisme par l'exploitant et les personnes chargées de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique conformément à la vérité et à la réalité.
Art. N2. [1 Bijlage 2.
Art. N2. [1 [1 Annexe 2.
  Gewijzigd door:
  Modifié par:
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-01-2025, p. 2623)]1
  (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 14-01-2025, p. 2630)]1
Art. N3. Bijlage 3. - Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 8 waaraan een kamergerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming gastenkamer, bed and breakfast, B&B of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen
  A. terminologie
  1. gastenkamerexploitatie: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming gastenkamer, bed and breakfast, B&B of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen
  2. gastenkamer: een kamer of een ruimte van een gastenkamerexploitatie waarin wordt overnacht door een of meer toeristen
  B. openings- en uitbatingsvoorwaarden
  1. De gastenkamerexploitatie maakt deel uit van de persoonlijke en gebruikelijke woning van de exploitant of de persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van de exploitatie. In de woning en de bijgebouwen ervan kan er maar één gastenkamerexploitatie zijn.
  2. Als de exploitant een natuurlijk persoon is, heeft de exploitant of de persoon die door de exploitant belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, zijn hoofdverblijfplaats op het adres van de gastenkamerexploitatie en is hij daar ook gedomicilieerd.
  Als de exploitant een rechtspersoon is, heeft de persoon die belast is door de rechtspersoon met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, zijn hoofdverblijfplaats op het adres van de gastenkamerexploitatie en is hij daar ook gedomicilieerd.
  3. De logerende toeristen worden ontvangen door de exploitant of door de persoon die daarvoor is aangesteld. De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar.
  4. De gastenkamers worden individueel uitsluitend in hun totaliteit aangeboden en verhuurd aan logerende toeristen.
  Iedere gastenkamer heeft een eigen ingang die afsluitbaar is voor de toeristen die erin logeren. De gastenkamers worden aan de buitenkant op of nabij de eigen ingang uniek en goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool.
  De logerende toeristen hebben gedurende hun verblijf permanent toegang tot hun gastenkamer.
  5. De gastenkamer beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting. Een verlichtingsschakelaar bevindt zich bij de ingang van de gastenkamer.
  6. Een gastenkamerexploitatie is beperkt tot 15 gastenkamers en maximaal 32 slaapplaatsen.
  7. Naast hun gastenkamer hebben de logerende toeristen minstens toegang tot een ruimte in de exploitatie waar contact met de gastheer mogelijk is.
  8. De exploitatie beschikt over een permanente installatie om iedere gastenkamer en de ruimten die voor toeristen toegankelijk zijn, in de exploitatie te kunnen verwarmen tot ten minste 20 ° C.
  9. De logerende toeristen krijgen een ontbijt aangeboden in de gastenkamerexploitatie. Als de gastenkamerexploitatie beschikt over een gemeenschappelijke ontbijtruimte, beschikt die ruimte over voldoende zitplaatsen met bijpassende tafels.
  10. Het slaapgedeelte van iedere gastenkamer voldoet minstens aan de volgende voorwaarden:
  a) het beschikt over natuurlijke verlichting, al dan niet rechtstreeks, via een doorzichtig raam of een dakvenster. De ramen in de ruimte beschikken over overgordijnen of een vergelijkbare voorziening om de ruimte te verduisteren;
  b) het bevat minstens het volgende meubilair:
  1) een of meer bedden, naar rato van het aantal slaapplaatsen, met een matras, een kussen en bijbehorend beddengoed. Ook een divanbed, een zetelbed, een stapelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden als een bed en een slaapplaats beschouwd.
  Voor de primaire slaapplaats van de gastenkamer gelden de volgende voorwaarden:
  i) de eenpersoonsbedden hebben een breedte van minstens 0,80 meter, een lengte van minstens 1,90 meter en een matras met een dikte van minstens 13 cm;
  ii) de tweepersoonsbedden hebben een breedte van minstens 1,40 meter, een lengte van minstens 1,90 meter en een matras met een dikte van minstens 13 cm;
  2) een hang- en een legkast, een kleerkast, een kledingnis of een vergelijkbare voorziening met kleerhangers om kleding op te bergen;
  3) een kapstok of kledinghaakje;
  4) een zitplaats per twee slaapplaatsen. Als de gastenkamer beschikt over meer dan twee slaapplaatsen, volstaan twee zitplaatsen;
  5) als de gastenkamerexploitatie niet beschikt over een gemeenschappelijke ontbijtruimte, een stoel per slaapplaats en een bijpassende tafel. De stoel wordt als een zitplaats als vermeld in punt 4), gerekend;
  6) een prullenmand.
  11. Als de gastenkamer beschikt over een eigen individuele bad- of toiletgelegenheid, is die ofwel rechtstreeks verbonden met de gastenkamer ofwel ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte in de exploitatie. Als de individuele bad- en toiletgelegenheid niet rechtstreeks verbonden is met de gastenkamer, worden de individuele bad- en toiletgelegenheid goed zichtbaar en duidelijk aangegeven met een pictogram.
  De individuele badgelegenheid van de gastenkamer beschikt minstens over de volgende voorzieningen:
  a) in de ruimte waar de badgelegenheid ligt, kan een raam of een rooster worden geopend of is er een luchtverversingssysteem;
  b) als de ruimte van de badgelegenheid een raam heeft, is er, in voorkomend geval, een voorziening om inkijk te voorkomen;
  c) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water. Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening;
  d) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water en zeep of wasgel;
  e) een wastafelspiegel met elektrische wastafelverlichting. In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich een vrij stopcontact;
  f) een voorziening om toiletartikelen of een toilettas te plaatsen bij de wastafel;
  g) een beker, glas of tandenborstelhouder;
  h) een handdoek per logerende toerist;
  i) een badhanddoek per logerende toerist;
  j) handdoekhouders of handdoekhaken;
  k) een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening.
  De individuele toiletgelegenheid van de gastenkamer voldoet minstens aan de volgende voorwaarden:
  a) de toiletgelegenheid beschikt over een toilet met bril en waterspoeling, (reserve)toiletpapier en een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening;
  b) in de toiletgelegenheid kan een raam of een rooster worden geopend, of is er een luchtverversingssysteem geïnstalleerd;
  c) de toiletgelegenheid is minstens visueel afgescheiden van de andere delen van de gastenkamer;
  d) de individuele toiletgelegenheid kan zich in dezelfde ruimte bevinden als de individuele badgelegenheid. Als de individuele toiletgelegenheid zich in dezelfde ruimte bevindt als de individuele badgelegenheid, volstaat één vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening.
  Als niet iedere gastenkamer in de exploitatie beschikt over een eigen individuele bad- en toiletgelegenheid, beschikt de gastenkamerexploitatie minstens over de volgende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen:
  a) een gemeenschappelijke badgelegenheid per zes slaapplaatsen die niet over een individuele badgelegenheid beschikken. Aan de logerende toeristen die niet over een individuele badgelegenheid beschikken, worden minstens een handdoek en een badhanddoek per logerende toerist ter beschikking gesteld. De gastenkamers beschikken ook over handdoekhouders, handdoekhaken of een andere vergelijkbare voorziening om de handdoeken op te hangen dan het kledinghaakje, vermeld in punt 10, b), 3);
  b) een gemeenschappelijke toiletgelegenheid per zes slaapplaatsen die niet over een individuele toiletgelegenheid beschikken.
  In de gemeenschappelijke bad- en toiletgelegenheden kan een raam of een rooster worden geopend, of is er een luchtverversingssysteem geïnstalleerd.
  Iedere gemeenschappelijke badgelegenheid voldoet minstens aan de volgende voorwaarden:
  a) de badgelegenheid is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte in de exploitatie en is goed zichtbaar en duidelijk aangegeven met een pictogram;
  b) de gemeenschappelijke badgelegenheden zijn ondergebracht in een andere ruimte dan de gemeenschappelijke toiletgelegenheden;
  c) de badgelegenheid beschikt minstens over de volgende voorzieningen:
  1) als de ruimte een raam heeft, is er in voorkomend geval een voorziening om inkijk te voorkomen;
  2) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water. Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening;
  3) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water en zeep of wasgel;
  4) een voorziening om toiletartikelen of een toilettas te plaatsen bij de wastafel;
  5) een wastafelspiegel met elektrische wastafelverlichting. In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich minstens één vrij stopcontact;
  6) een zitvoorziening;
  7) minstens twee kledinghaakjes of een vergelijkbare voorziening;
  8) een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening.
  Iedere gemeenschappelijke toiletgelegenheid voldoet minstens aan de volgende voorwaarden:
  a) de toiletgelegenheid is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte in de exploitatie en is goed zichtbaar en duidelijk aangegeven met een pictogram;
  b) de toiletgelegenheid beschikt minstens over een toilet met bril en waterspoeling, (reserve)toiletpapier en een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening.
Art. N3. Annexe 3. - Conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation, telles que visées à l'article 8, auxquelles un hébergement associé à une chambre proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de chambre d'hôtes, bed and breakfast, B&B ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations doit satisfaire
  A. terminologie
  1. exploitation de chambres d'hôtes : un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de chambre d'hôtes, bed and breakfast, B&B ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations.
  2. chambre d'hôtes : une chambre ou pièce d'une exploitation de chambres d'hôtes dans laquelle un ou plusieurs touristes passent la nuit.
  B. conditions d'ouverture et d'exploitation
  1. L'exploitation de chambres d'hôtes fait partie de l'habitation personnelle et habituelle de l'exploitant ou de la personne chargée de la gestion journalière ou de fait de l'exploitation. L'habitation et ses annexes ne peuvent abriter qu'une seule exploitation de chambres d'hôtes.
  2. Si l'exploitant est une personne physique, l'exploitant ou la personne chargée par l'exploitant de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique a sa résidence principale à l'adresse de l'exploitation de chambres d'hôtes et y a également son domicile.
  Si l'exploitant est une personne morale, la personne chargée par la personne morale de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique a sa résidence principale à l'adresse de l'exploitation de chambres d'hôtes et y a également son domicile.
  3. Les touristes hébergés sont accueillis par l'exploitant ou la personne désignée à cet effet. L'exploitant ou la personne désignée à cet effet est joignable en permanence par les touristes hébergés pendant leur séjour.
  4. Les chambres d`hôtes ne sont proposées et louées individuellement que dans leur totalité à des touristes hébergés.
  Chaque chambre d'hôtes dispose de sa propre entrée fermant à clé pour les touristes qui y logent. Les chambres d'hôtes sont indiquées à l'extérieur ou près de leur entrée de façon unique et bien visible par un numéro, un nom, une lettre ou un symbole.
  Durant leur séjour, les touristes hébergés ont un accès permanent à leur chambre d'hôtes.
  5. La chambre d'hôtes est pourvue d'un éclairage électrique général suffisant. Un interrupteur d'éclairage se trouve près de l'entrée de la chambre d'hôtes.
  6. Une exploitation de chambres d'hôtes est limitée à 15 chambres d'hôtes et à 32 unités de couchage maximum.
  7. Outre leur chambre d'hôtes, les touristes hébergés ont au moins accès à un espace de l'exploitation où un contact avec l'hôte est possible.
  8. L'exploitation dispose d'une installation permanente afin de pouvoir chauffer chaque chambre d'hôtes et les espaces accessibles aux touristes au sein de l'exploitation jusqu'à 20 ° C au moins.
  9. Les touristes hébergés peuvent prendre un petit déjeuner au sein de l'exploitation de chambres d'hôtes. Si l'exploitation de chambres d'hôtes dispose d'une salle de petit déjeuner commune, celle-ci est dotée de sièges et de tables assorties en suffisance.
  10. L'espace à dormir de chaque chambre d'hôtes répond au moins aux conditions suivantes :
  a) il dispose d'un éclairage naturel, direct ou indirect, au moyen d'une fenêtre transparente ou d'une fenêtre de toit. Les fenêtres de la pièce sont habillées de doubles rideaux ou d'un équipement analogue pour occulter la pièce ;
  b) il contient au moins le mobilier suivant :
  1) un ou plusieurs lits, selon le nombre d'unités de couchage, avec matelas, oreiller et literie assortie. Même un canapé-lit, un fauteuil-lit, un lit superposé, un lit rabattable, un lit encastré ou tout mobilier analogue sont considérés comme des lits et unités de couchage.
  Les conditions suivantes s'appliquent à l'unité de couchage primaire de la chambre d'hôtes :
  i) les lits d'une personne ont une largeur de 0,80 mètre au moins, une longueur de 1,90 mètre au moins et un matelas d`une épaisseur de 13 cm au moins ;
  ii) les lits de deux personnes ont une largeur de 1,40 mètre au moins, une longueur de 1,90 mètre au moins et un matelas d`une épaisseur de 13 cm au moins ;
  2) une garde-robe (penderie et étagères), une armoire de rangement, une niche à vêtements ou un équipement analogue pour ranger des vêtements ;
  3) un porte-manteaux ou une patère ;
  4) un siège pour deux unités de couchage. Si la chambre d'hôtes disposent de plus de deux unités de couchage, deux sièges suffisent ;
  5) si l'exploitation de chambres d'hôtes ne dispose pas d'une salle de petit déjeuner commune, une chaise par unité de couchage et une table assortie. La chaise est comptée comme siège tel que visé au point 4) ;
  6) une corbeille à papier.
  11. Si la chambre d'hôtes dispose de son propre espace salle de bains ou WC individuel, soit il communique directement avec la chambre d'hôtes, soit il est installé dans une pièce de l'exploitation fermant à clé individuellement. Si l'espace salle de bains et WC individuel ne communique pas directement avec la chambre d'hôtes, il est clairement indiqué de façon bien visible par un pictogramme.
  L'espace salle de bains individuel de la chambre d'hôtes dispose au moins des équipements suivants :
  a) la salle de bains est pourvue d'une fenêtre ou d'une grille pouvant être ouverte ou d'un système d'aération ;
  b) si la salle de bains possède une fenêtre, un dispositif doit, le cas échéant, permettre d'en occulter la vue ;
  c) un bain ou une douche alimentés en eau courante chaude et froide disponible en permanence. Le bain est muni d'une bonde ou d'un équipement analogue. La douche est munie d'un rideau de douche ou d'un équipement analogue ;
  d) un lavabo alimenté en eau courante chaude et froide disponible en permanence, avec savon ou gel de lavage ;
  e) un miroir de lavabo avec éclairage électrique de lavabo. Dans les environs du miroir de lavabo se trouve une prise de courant libre ;
  f) un équipement pour poser des articles de toilette ou une trousse de toilette près du lavabo ;
  g) un gobelet, un verre ou un support de brosse à dents ;
  h) une serviette par touriste hébergé ;
  i) une serviette de bain par touriste hébergé ;
  j) des porte-serviettes ou crochets à serviettes ;
  k) une petite poubelle ou un équipement analogue.
  L'espace WC individuel de la chambre d'hôtes satisfait au moins aux conditions suivantes :
  a) l'espace WC dispose d'une toilette avec lunette et chasse d'eau, de papier WC (de réserve) et d'une petite poubelle avec couvercle, d'une poubelle à pédale ou d'un équipement analogue ;
  b) l'espace WC est pourvu d'une fenêtre ou d'une grille pouvant être ouverte ou d'un système d'aération ;
  c) l'espace WC est au moins visuellement isolé des autres parties de la chambre d'hôtes ;
  d) l'espace WC individuel peut se trouver dans la même pièce que l'espace salle de bains individuel. Si l'espace WC individuel se trouve dans la même pièce que l'espace salle de bains individuel, une seule petite poubelle avec couvercle, poubelle à pédale ou un équipement analogue suffit.
  Si les chambres d'hôtes de l'exploitation ne disposent pas toutes d'un espace salle de bains et WC individuel, l'exploitation de chambres d'hôtes dispose au moins des équipements sanitaires communs suivants :
  a) une salle de bains commune pour six unités de couchage qui ne disposent pas d'un espace salle de bains individuel. Au moins une serviette et une serviette de bain par touriste hébergé est mise à la disposition des touristes hébergés qui ne disposent pas d'un espace salle de bains individuel. Les chambres d'hôtes disposent également de porte-serviettes, de crochets à serviettes ou d'un équipement analogue pour pendre les serviettes autre que la patère visée au point 10, b), 3) ;
  b) un espace WC commun pour six unités de couchage qui ne disposent pas d'un espace WC individuel.
  Les espaces salle de bain/WC communs sont pourvus d'une fenêtre ou d'une grille pouvant être ouverte ou d'un système d'aération.
  Chaque salle de bains commune satisfait au moins aux conditions suivantes :
  a) l'espace salle de bains est installé dans une pièce de l'exploitation fermant à clé individuellement et est clairement indiqué de façon bien visible par un pictogramme ;
  b) les espaces salle de bains communs sont installés dans une autre pièce que les espaces WC communs ;
  c) l'espace salle de bains dispose au moins des équipements suivants :
  1) si la pièce possède une fenêtre, un dispositif doit, le cas échéant, permettre d'en occulter la vue ;
  2) un bain ou une douche alimentés en eau courante chaude et froide disponible en permanence. Le bain est muni d'une bonde ou d'un équipement analogue. La douche est munie d'un rideau de douche ou d'un équipement analogue ;
  3) un lavabo alimenté en eau courante chaude et froide disponible en permanence, avec savon ou gel de lavage ;
  4) un équipement pour poser des articles de toilette ou une trousse de toilette près du lavabo ;
  5) un miroir de lavabo avec éclairage électrique de lavabo. Dans les environs du miroir de lavabo se trouve au moins une prise de courant libre ;
  6) un siège ;
  7) au moins deux patères ou un équipement analogue ;
  8) une petite poubelle ou un équipement analogue.
  Chaque espace WC commun satisfait au moins aux conditions suivantes :
  a) l'espace WC est installé dans une pièce de l'exploitation fermant à clé individuellement et est clairement indiqué de façon bien visible par un pictogramme ;
  b) l'espace WC dispose d'une toilette avec lunette et chasse d'eau, de papier WC (de réserve) et d'une petite poubelle avec couvercle, d'une poubelle à pédale ou d'un équipement analogue.
Art. N4. Bijlage 4. - Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 9, waaraan een kamergerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiewoning, vakantieappartement, vakantiestudio, vakantiebungalow, vakantiehuis, vakantievilla, vakantiechalet, vakantieflat of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen
  A. terminologie
  1. vakantiewoning: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiewoning, vakantieappartement, vakantiestudio, vakantiebungalow, vakantiehuis, vakantievilla, vakantiechalet, vakantieflat of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen.
  B. openings- en uitbatingsvoorwaarden
  1. De vakantiewoning heeft een eigen ingang die afsluitbaar is voor de toeristen die erin logeren. De vakantiewoning wordt aan de buitenkant op of nabij de eigen ingang goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool.
  2. De logerende toeristen krijgen gedurende hun verblijf een persoonlijk gebruiksrecht over de vakantiewoning.
  3. De vakantiewoning beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting. Een verlichtingsschakelaar bevindt zich bij de ingang van de vakantiewoning.
  4. De vakantiewoning beschikt over een permanente installatie om minstens de zitgedeelten, de eetgedeelten en de badgelegenheden van de woning te kunnen verwarmen tot ten minste 20 ° C.
  5. De vakantiewoning beschikt over een zitgedeelte met minstens een zitplaats per twee slaapplaatsen. Ook een divanbed, een zetelbed, een stapelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden, als ze als dusdanig worden aangeboden op de toeristische markt, als een slaapplaats beschouwd. De zitplaatsen worden niet als een stoel als vermeld in punt 9, gerekend. De ruimte waarin het zitgedeelte voorkomt, beschikt over natuurlijke verlichting via een doorzichtig raam.
  6. De vakantiewoning bevat minstens het volgende meubilair:
  a) een of meer bedden, naar rato van het aantal slaapplaatsen, met een matras, een kussen en een deken of donsdeken. Ook een divanbed, een stapelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden als een bed beschouwd;
  b) een hang- en een legkast, een kleerkast, een kledingnis of een vergelijkbare voorziening met kleerhangers om kleding op te bergen.
  7. De primaire slaapgelegenheid van de vakantiewoning en, in voorkomend geval, iedere ruimte in de vakantiewoning die als een slaapkamer wordt aangeboden op de toeristische markt, voldoet minstens aan de volgende voorwaarden:
  a) ze beschikt over natuurlijke verlichting, al dan niet rechtstreeks, via een doorzichtig raam of een dakvenster. De ramen in de ruimte beschikken over overgordijnen of een vergelijkbare voorziening om de ruimte te verduisteren;
  b) ze beschikt over een vrij stopcontact.
  8. De vakantiewoning beschikt over een eigen kookgelegenheid die minstens de volgende voorzieningen bevat:
  a) een keukenwerkblad of een vergelijkbare voorziening waarop maaltijden kunnen worden bereid;
  b) minstens één vrij stopcontact bij het werkblad;
  c) een afwasbak met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water en een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening;
  d) een kookplaat met minstens twee pitten;
  e) een koelkast met een inhoud van minstens 90 liter;
  f) een kast of een vergelijkbare voorziening om vaatwerk en keukengerei op te bergen;
  g) een voorraadkast of een vergelijkbare voorziening om voedingswaren op te bergen. De voorraadkast en de kast om vaatwerk en keukengerei op te bergen kunnen gecombineerd worden;
  h) een vuilnisbak met deksel of een vergelijkbare voorziening;
  i) het volgende vaatwerk en keukengerei:
  1) tafelmessen, tafelvorken, eetlepels en koffielepels naar rato van het aantal slaapplaatsen;
  2) koffie- of theekoppen en waterglazen naar rato van het aantal slaapplaatsen;
  3) dinerborden, dessertbordjes en soepborden of -koppen naar rato van het aantal slaapplaatsen;
  4) minstens twee eierdopjes;
  5) een broodmes, een aardappelmesje en een brood- of vleessnijplank;
  6) een blikopener, een kurkentrekker, een flesopener en een keukenschaar;
  7) een soeplepel en een pollepel;
  8) minstens drie kookpotten met deksel, een pan en een vergiet;
  9) een elektrisch koffiezetapparaat.
  9. De vakantiewoning beschikt over een eetgedeelte met minstens een stoel of een vergelijkbare zitgelegenheid per slaapplaats en een bijpassende tafel. De stoel wordt niet als een zitplaats als vermeld in punt 5, gerekend.
  10. De vakantiewoning beschikt over een eigen bad- en toiletgelegenheid. Die bad- en toiletgelegenheid bevindt zich in de vakantiewoning.
  Minstens één badgelegenheid van de vakantiewoning wordt ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte van de vakantiewoning. Die badgelegenheid beschikt minstens over de volgende voorzieningen:
  a) in de ruimte waar de badgelegenheid ligt, kan een raam of een rooster worden geopend of is er een luchtverversingssysteem;
  b) als de ruimte van de badgelegenheid een raam heeft, is er, in voorkomend geval, een voorziening om inkijk te voorkomen;
  c) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water. Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening;
  d) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water;
  e) een wastafelspiegel met elektrische wastafelverlichting. In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich minstens één vrij stopcontact;
  f) een voorziening om toiletartikelen of een toilettas te plaatsen bij de wastafel;
  g) handdoekhouders of handdoekhaken;
  h) een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening.
  Iedere ruimte in de vakantiewoning met een badgelegenheid voldoet aan de voorwaarden, vermeld in punt a), b) en c), van de tweede paragraaf.
  Iedere toiletgelegenheid in de vakantiewoning voldoet minstens aan de volgende voorwaarden:
  a) de toiletgelegenheid beschikt minstens over een toilet met bril en waterspoeling en een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening.
  b) in de toiletgelegenheid kan een raam of een rooster worden geopend, of is er een luchtverversingssysteem geïnstalleerd;
  c) de toiletgelegenheid is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. De toiletgelegenheid kan zich in dezelfde ruimte bevinden als de badgelegenheid. In dat geval volstaat één vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening.
  11. Voor elk verblijf van een of meer toeristen wordt de vakantiewoning gereinigd en gelucht.
  De vakantiewoning beschikt minstens over de volgende schoonmaakvoorzieningen:
  a) een stofblik, een handborstel en een borstel;
  b) een emmer en een dweil;
  c) een vloertrekker;
  d) een stofzuiger.
  12. Aan een ruimte of een gedeelte van de vakantiewoning kunnen verschillende functies worden toegekend. Met uitzondering van de zitplaatsen, vermeld in punt 5, die kunnen worden omgevormd tot een slaapgelegenheid, voldoet de ruimte of het gedeelte aan de gestelde voorwaarden van elk van de verschillende functies die aan die ruimte of dat gedeelte ervan worden toegekend.
  Elke ruimte of een gedeelte ervan in de vakantiewoning is zo geconcipieerd en uitgerust dat de functie die aan de ruimte of het gedeelte ervan is toegekend, er naar behoren uitgeoefend kan worden.
  13. De exploitant van de vakantiewoning of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf bereikbaar tijdens de kantooruren.
Art. N4. Annexe 4. - Conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation, telles que visées à l'article 9, auxquelles un hébergement associé à une chambre proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de maison de vacances, appartement de vacances, studio de vacances, bungalow de vacances, villa de vacances, chalet de vacances, flat de vacances ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations doit satisfaire
  A. terminologie
  1. maison de vacances : un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de maison de vacances, appartement de vacances, studio de vacances, bungalow de vacances, villa de vacances, chalet de vacances, flat de vacances ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations.
  B. conditions d'ouverture et d'exploitation
  1. Chaque maison de vacances dispose de sa propre entrée fermant à clé pour les touristes qui y logent. La maison de vacances est indiquée à l'extérieur ou près de son entrée de façon bien visible par un numéro, un nom, une lettre ou un symbole.
  2. Durant leur séjour, les touristes hébergés disposent d'un droit d'usage personnel sur la maison de vacances.
  3. La maison de vacances est pourvue d'un éclairage électrique général suffisant. Un interrupteur d'éclairage se trouve près de l'entrée de la maison de vacances.
  4. La maison de vacances dispose d'une installation permanente afin de pouvoir chauffer au moins les espaces séjour, salle à manger et salle de bains de l'habitation jusqu'à 20 ° C au moins.
  5. La maison de vacances dispose d'un espace séjour comprenant au moins un siège pour deux unités de couchage. Même un canapé-lit, un fauteuil-lit, un lit superposé, un lit rabattable, un lit encastré ou tout mobilier analogue sont considérés comme des unités de couchage, s'ils sont proposés sur le marché du tourisme en tant que tels. Les sièges ne sont pas comptés comme chaise telle que visée au point 9). La pièce abritant l'espace séjour dispose d'un éclairage naturel au moyen d'une fenêtre transparente.
  6. La maison de vacances contient au moins le mobilier suivant :
  a) un ou plusieurs lits, selon le nombre d'unités de couchage, avec matelas, oreiller et couverture ou édredon. Même un canapé-lit, un lit superposé, un lit rabattable, un lit encastré ou tout mobilier analogue sont considérés comme des lits ;
  b) une garde-robe (penderie et étagères), une armoire de rangement, une niche à vêtements ou un équipement analogue pour ranger des vêtements.
  7. L'espace à dormir primaire de la maison de vacances et, le cas échéant, toute pièce de la maison de vacances proposée en tant que chambre à coucher sur le marché du tourisme, satisfont au moins aux conditions suivantes :
  a) ils disposent d'un éclairage naturel, direct ou indirect, au moyen d'une fenêtre transparente ou d'une fenêtre de toit. Les fenêtres de la pièce sont habillées de doubles rideaux ou d'un équipement analogue pour occulter la pièce ;
  b) ils sont équipés d'une prise de courant libre.
  8. La maison de vacances dispose d'un espace cuisine propre comprenant au moins les équipements suivants :
  a) un plan de travail de cuisine ou un équipement analogue sur lequel des repas peuvent être préparés ;
  b) au moins une prise de courant libre près du plan de travail ;
  c) un évier alimenté en eau courante chaude et froide disponible en permanence, muni d'une bonde ou un équipement analogue ;
  d) un plan de cuisson à deux feux au moins ;
  e) un réfrigérateur d'une capacité de 90 litres au moins ;
  f) une armoire ou un équipement analogue pour ranger la vaisselle et les ustensiles de cuisine ;
  g) une armoire à provisions ou un équipement analogue pour ranger des denrées alimentaires. L'armoire à provisions et l'armoire pour ranger la vaisselle et les ustensiles de cuisine peuvent être combinées ;
  h) une poubelle avec couvercle ou un équipement analogue ;
  i) la vaisselle et les ustensiles de cuisine suivants :
  1) couteaux de table, fourchettes de table, cuillères à soupe et cuillères à café selon le nombre d'unités de couchage ;
  2) tasses à café ou à thé et verres à eau selon le nombre d'unités de couchage ;
  3) grandes assiettes, assiettes à dessert et assiettes creuses ou bols selon le nombre d'unités de couchage ;
  4) au moins deux coquetiers ;
  5) un couteau à pain, un éplucheur et une planche à découper (pain, viande) ;
  6) un ouvre-boîte, un tire-bouchon, un ouvre-bouteille et des ciseaux de cuisine ;
  7) une ou louche et une cuillère en bois ;
  8) au moins trois casseroles avec couvercle, une poêle et une passoire ;
  9) un percolateur.
  9. La maison de vacances dispose d'un espace salle à manger comportant au moins une chaise ou un siège analogue par unité de couchage et une table assortie. La chaise n'est pas comptée comme siège tel que visé au point 5).
  10. La maison de vacances dispose de son propre espace salle de bains et WC. Cet espace salle de bains et WC se trouve à l'intérieur de la maison de vacances.
  Au moins un espace salle de bains de la maison de vacances est installé dans une pièce de la maison de vacances fermant à clé individuellement. Cet espace salle de bains dispose au moins des équipements suivants :
  a) la salle de bains est pourvue d'une fenêtre ou d'une grille pouvant être ouverte ou d'un système d'aération ;
  b) si la salle de bains possède une fenêtre, un dispositif doit, le cas échéant, permettre d'en occulter la vue ;
  c) un bain ou une douche alimentés en eau courante chaude et froide disponible en permanence. Le bain est muni d'une bonde ou d'un équipement analogue. La douche est munie d'un rideau de douche ou d'un équipement analogue ;
  d) un lavabo alimenté en eau courante chaude et froide disponible en permanence ;
  e) un miroir de lavabo avec éclairage électrique de lavabo. Dans les environs du miroir de lavabo se trouve au moins une prise de courant libre ;
  f) un équipement pour poser des articles de toilette ou une trousse de toilette près du lavabo ;
  g) des porte-serviettes ou crochets à serviettes ;
  h) une petite poubelle ou un équipement analogue.
  Toute pièce de la maison de vacances avec un espace salle de bains satisfait aux conditions visées aux points a), b) et c), du paragraphe deux.
  Chaque espace WC de la maison de vacances satisfait au moins aux conditions suivantes :
  a) l'espace WC dispose d'une toilette avec lunette et chasse d'eau et d'une petite poubelle avec couvercle, d'une poubelle à pédale ou d'un équipement analogue ;
  b) l'espace WC est pourvu d'une fenêtre ou d'une grille pouvant être ouverte ou d'un système d'aération ;
  c) l'espace WC est installé dans une pièce fermant à clé individuellement. L'espace WC peut se trouver dans la même pièce que l'espace salle de bains. Le cas échéant, une seule petite poubelle avec couvercle, poubelle à pédale ou un équipement analogue suffit.
  11. La maison de vacances est nettoyée et aérée avant chaque séjour d'un ou de plusieurs touristes.
  La maison de vacances dispose au moins des équipements de nettoyage suivants :
  a) un ramasse-poussière, une balayette et un balai ;
  b) un seau et une serpillière ;
  c) une raclette ;
  d) un aspirateur.
  12. Une pièce ou une partie de la maison de vacances peut remplir plusieurs fonctions. A l'exception des sièges visés au point 5 qui peuvent être convertis en couchage, la pièce ou la partie de la maison de vacances satisfait aux conditions de chacune des fonctions différentes qui lui sont attribuées.
  Toute pièce ou partie de pièce de la maison de vacances est conçue et équipée de façon telle que la fonction qui lui est attribuée peut y être exercée convenablement.
  13. L'exploitant de la maison de vacances ou la personne désignée à cet effet est joignable par les touristes hébergés pendant leur séjour durant les heures de bureau.
Art. N5. Bijlage 5. - Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 10, waaraan een kamergerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hostel of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming
  A. terminologie
  1. hostel: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hostel of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming
  B. openings- en uitbatingsvoorwaarden
  1. De uitbating van de hostel en de hostelvoorzieningen worden centraal beheerd.
  2. De hostel beschikt over een visueel afgescheiden ruimte of een bureau of balie met voldoende privacy die dienst doet als receptie. Aan de receptie worden goed zichtbaar en duidelijk de openingsuren van de receptie geafficheerd. In voorkomend geval mag de receptie gecombineerd worden voor verschillende toeristische logiezen.
  De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar. Aan de receptie wordt geafficheerd hoe de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, bereikt kan worden.
  3. De logerende toeristen worden ontvangen door de exploitant of door de persoon die daarvoor is aangesteld.
  4. De hostel beschikt over een aantal gemeenschappelijke slaapruimtes met minstens vier slaapplaatsen. In deze gemeenschappelijke slaapruimtes kunnen logerende toeristen een individueel bed of een vergelijkbare voorziening huren. Deze gemeenschappelijke slaapruimtes kunnen door verschillende onafhankelijk van elkaar logerende toeristen worden gedeeld. De overige slaapruimtes van de hostel mogen in hun totaliteit worden aangeboden en verhuurd aan logerende toeristen.
  Iedere ruimte met slaapgelegenheid heeft een eigen ingang die afsluitbaar is voor de toeristen die erin logeren. De ruimtes worden aan de buitenkant op of nabij de eigen ingang uniek en goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool.
  De logerende toeristen hebben gedurende hun verblijf permanent toegang tot de ruimte met hun slaapgelegenheid.
  5. De exploitatie beschikt over een permanente installatie om iedere ruimte met slaapgelegenheid en de ruimten die voor toeristen toegankelijk zijn, in de exploitatie te kunnen verwarmen tot ten minste 20 ° C.
  6. Iedere ruimte met slaapgelegenheid in de hostel beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting. Een verlichtingsschakelaar bevindt zich bij de ingang van de ruimte.
  7. Iedere ruimte met slaapgelegenheid voldoet minstens aan de volgende voorwaarden:
  a) ze beschikt over natuurlijke verlichting, al dan niet rechtstreeks, via een doorzichtig raam of een dakvenster. De ramen in de ruimte beschikken over overgordijnen of een vergelijkbare voorziening om de ruimte te verduisteren;
  b) de ruimte bevat minstens een of meer bedden, naar rato van het aantal slaapplaatsen, met een matras en een matrasbeschermer, een kussen en bijbehorend beddengoed. Ook een stapelbed, een divanbed, een zetelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden, als ze als dusdanig worden aangeboden op de toeristische markt, als een bed en een slaapplaats beschouwd.
  Stapelbedden zijn bovenaan voorzien van een randbeveiliging. Als meer dan twee stapelbedden met de lange zijden tegen elkaar geplaatst zijn, beschikt elk stapelbed over een ladder aan de korte zijde van het bed. Ladders, vastgemaakt aan of geplaatst tegen stapelbedden, moeten altijd zo geïnstalleerd zijn dat de evacuatie van de personen, zowel uit de onderste als uit de bovenste bedden, niet gehinderd wordt.
  8. De hostel beschikt minstens over de volgende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen:
  a) een toilet met bril, waterspoeling en (reserve)toiletpapier per acht slaapplaatsen. Ieder toilet is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. Bij de damestoiletten is er in de toiletruimte een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening aanwezig;
  b) een douche of bad met voortdurend beschikbaar warm stromend water per acht slaapplaatsen. Iedere douche of bad is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. In iedere douche- of badruimte zijn minstens twee kledinghaakjes aanwezig. Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening;
  c) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water per acht slaapplaatsen. In de ruimte waar een of meer wastafels staan, is er een wastafelspiegel, een vrij stopcontact en een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening aanwezig.
  De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen kunnen zowel voorkomen in de ruimtes met slaapgelegenheid als in een gemeenschappelijke ruimte in de hostel.
  In de ruimte waar een of meer gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen aanwezig zijn, kan een raam of rooster worden geopend of is er een luchtverversingssysteem.
  9. De logerende toeristen krijgen een ontbijt aangeboden in de hostel. De hostel beschikt daarvoor over een gemeenschappelijke ontbijtruimte met voldoende zitplaatsen en bijpassende tafels.
  10. De hostel beschikt over een gemeenschappelijke ruimte waar de logerende toeristen elkaar kunnen ontmoeten. Die ruimte mag toegankelijk zijn voor derden. In die ruimte mag ook het ontbijt worden aangeboden.
  11. Minstens bij de receptie of in een andere gemeenschappelijke ruimte van de hostel is er draadloos internet beschikbaar voor de logerende toeristen.
  12. De hostel beschikt over een individuele bagagekluis of locker per slaapplaats waarin de logerende toeristen veilig hun bagage of waardevolle eigendommen kunnen bewaren. De bagagekluizen of lockers kunnen zowel voorkomen in de ruimte met slaapgelegenheid als in een gemeenschappelijke ruimte in de hostel.
  13. De logerende toeristen krijgen minstens informatie over de volgende diensten:
  a) de ontbijttijden;
  b) de aankomst- en vertrektijden;
  c) de voorzieningen en services die worden aangeboden en, in voorkomend geval, de openingstijden van die voorzieningen.
  Bij de receptie of in een andere gemeenschappelijke ruimte van de hostel is er informatie beschikbaar over het toeristische aanbod in de omgeving.
Art. N5. Annexe 5. - Conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation, telles que visées à l'article 10, auxquelles un hébergement associé à une chambre proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination d'hôtel pour jeunes ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de cette dénomination doit satisfaire
  A. terminologie
  1. hôtel pour jeunes : un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination d'hôtel pour jeunes ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de cette dénomination.
  B. conditions d'ouverture et d'exploitation
  1. La gestion de l'exploitation de l'hôtel pour jeunes et de ses équipements est centralisée.
  2. L'hôtel pour jeunes dispose d'un espace isolé visuellement ou d'un bureau ou comptoir offrant suffisamment d'intimité tenant lieu de réception. Les heures d'ouverture de la réception sont clairement affichées de façon bien visible à la réception. Le cas échéant, la réception peut être combinée pour plusieurs touristes hébergés.
  L'exploitant ou la personne désignée à cet effet est joignable en permanence par les touristes hébergés pendant leur séjour. Les modalités selon lesquelles l'exploitant ou la personne désignée à cet effet peuvent être joints sont affichées à la réception.
  3. Les touristes hébergés sont accueillis par l'exploitant ou la personne désignée à cet effet.
  4. L'hôtel pour jeunes dispose d'une série de dortoirs de quatre unités de couchage au moins. Dans ces dortoirs, les touristes hébergés peuvent louer un lit individuel ou un équipement analogue. Ces dortoirs peuvent être partagés par plusieurs touristes hébergés indépendants les uns des autres. Les autres chambres à coucher de l'hôtel pour jeunes peuvent proposées et louées dans leur totalité à des touristes hébergés.
  Chaque pièce pourvue d'un espace à dormir dispose de sa propre entrée fermant à clé pour les touristes qui y logent. Les pièces sont indiquées à l'extérieur ou près de leur entrée de façon unique et bien visible par un numéro, un nom, une lettre ou un symbole.
  Durant leur séjour, les touristes hébergés ont un accès permanent à la pièce avec leur espace à dormir.
  5. L'exploitation dispose d'une installation permanente afin de pouvoir chauffer chaque pièce pourvue d'un espace à dormir et les espaces accessibles aux touristes au sein de l'exploitation jusqu'à 20 ° C au moins.
  6. Chaque pièce de l'hôtel pour jeunes pourvue d'un espace à dormir dispose d'un éclairage électrique général suffisant. Un interrupteur d'éclairage se trouve près de l'entrée de la pièce.
  7. Chaque pièce pourvue d'un espace à dormir satisfait au moins aux conditions suivantes :
  a) elle dispose d'un éclairage naturel, direct ou indirect, au moyen d'une fenêtre transparente ou d'une fenêtre de toit. Les fenêtres de la pièce sont habillées de doubles rideaux ou d'un équipement analogue pour occulter la pièce ;
  b) la pièce comporte un ou plusieurs lits, selon le nombre d'unités de couchage, avec matelas et protège-matelas, oreiller et literie assortie. Même un lit superposé, un canapé-lit, un fauteuil-lit, un lit rabattable, un lit encastré ou tout mobilier analogue sont considérés comme des lits et unités de couchage, s'ils sont proposés sur le marché du tourisme en tant que tels.
  Les lits superposés sont pourvus, en haut, d'une protection latérale. Lorsque plus de deux lits superposés sont juxtaposés en longueur, chaque lit superposé dispose d'une échelle du côté court du lit. Les échelles fixées aux lits superposés ou placées contre ceux-ci doivent toujours être installées de manière à ne pas entraver l'évacuation des personnes, tant des lits inférieurs que des lits supérieurs.
  8. L'hôtel pour jeunes dispose au moins des équipements sanitaires communs suivants :
  a) une toilette avec lunette, chasse d'eau et papier WC (de réserve) pour huit unités de couchage. Chaque toilette est installée dans une pièce fermant à clé individuellement. Dans les toilettes pour dames, l'espace WC comporte une petite poubelle avec couvercle, une poubelle à pédale ou un équipement analogue ;
  b) une douche ou un bain alimentés en eau courante chaude disponible en permanence pour huit unités de couchage. Chaque douche ou bain est installé(e) dans une pièce fermant à clé individuellement. Au moins deux patères sont prévues dans chaque pièce de douche ou de bain. Le bain est muni d'une bonde ou d'un équipement analogue ;
  c) un lavabo alimenté en eau courante chaude et froide disponible en permanence pour huit unités de couchage. Dans la pièce comportant un ou plusieurs lavabos, un miroir de lavabo, une prise de courant libre et une petite poubelle ou un équipement analogue sont prévus.
  Les équipements sanitaires communs peuvent être installés tant dans les pièces pourvues d'un espace à dormir que dans un espace commun de l'hôtel pour jeunes.
  La pièce dans laquelle un ou plusieurs équipements sanitaires communs sont installés est pourvue d'une fenêtre ou d'une grille pouvant être ouverte ou d'un système d'aération.
  9. Les touristes hébergés peuvent prendre un petit déjeuner à l'hôtel pour jeunes. L'hôtel pour jeunes dispose à cet effet d'une salle de petit déjeuner commune dotée de sièges et de tables assorties en suffisance.
  10. L'hôtel pour jeunes dispose d'un espace commun où les touristes hébergés peuvent se rencontrer. Cet espace ne peut pas être accessible à des tiers. Le petit déjeuner ne peut pas non plus y être servi.
  11. Les touristes hébergés disposent d'une connexion internet sans fil au moins à la réception ou dans un autre espace commun de l'hôtel pour jeunes.
  12. L'hôtel pour jeunes dispose d'une consigne individuelle par unité de couchage dans laquelle les touristes hébergés peuvent déposer leurs bagages ou objets de valeur en toute sécurité. Les consignes peuvent se trouver tant dans la pièce pourvue d'un espace à dormir que dans un espace commun de l'hôtel pour jeunes.
  13. Les touristes hébergés reçoivent des informations au moins sur les services suivants :
  a) les heures de petit déjeuner ;
  b) les heures d'arrivée et de départ ;
  c) les équipements et services qui sont proposés et, le cas échéant, les heures d'ouverture de ces équipements.
  Des informations sur l'offre touristique des environs sont à disposition à la réception ou dans un autre espace commun de l'hôtel pour jeunes.
Art. N6. Bijlage 6. - Openings- en uitbatingsvoorwaarden waaraan een terreingerelateerd logies moet voldoen als vermeld in artikel 6
  A. terminologie
  1. verblijf: een verplaatsbaar of niet-verplaatsbaar verblijf
  2. plaats: een plaats op een terreingerelateerd logies als vermeld in artikel 1, 5°, van dit besluit. Iedere plaats wordt ingedeeld in een van de plaatsen, vermeld in punt 3 tot en met 7
  3. verblijfplaats: een gedeelte van het terrein waarop door toeristen langer dan zes opeenvolgende maanden kan worden gekampeerd of verbleven in verplaatsbare of niet-verplaatsbare verblijven, of dat daarvoor bestemd of ingericht is
  4. toeristische kampeerplaats: een gedeelte van het terrein dat uitsluitend wordt gebruikt door toeristen op doorreis met hun eigen verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf, met uitzondering van een stacaravan. De toeristische kampeerplaats wordt voor maximaal 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn openluchtrecreatief verblijf van de toeristische kampeerplaats
  5. seizoensplaats: een gedeelte van het terrein dat uitsluitend wordt gebruikt door toeristen op doorreis met hun eigen verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf, met uitzondering van een stacaravan. De seizoensplaats wordt voor maximaal zes opeenvolgende maanden aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn openluchtrecreatief verblijf van de seizoensplaats
  6. camperplaats: een gedeelte van het terrein dat dient als standplaats voor uitsluitend campers die als overnachtingsgelegenheid worden gebruikt. De camperplaats wordt voor maximaal 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn camper van de camperplaats
  7. plaats op de tentenweide: een gedeelte van het terrein waarop uitsluitend tenten worden toegestaan. De plaats op de tentenweide wordt voor maximaal 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn tent van de tentenweide
  B. openings- en uitbatingsvoorwaarden
  1. De exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, stellen de toerist minstens de volgende gegevens en informatie ter beschikking op een informatiebord nabij de ingang van het terrein:
  a) een plattegrond van het terrein die, in voorkomend geval, minstens de volgende informatie bevat:
  1) de situering met nummering van de plaatsen op het terrein;
  2) het wegennet;
  3) de dienstgebouwen op het terrein;
  4) de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen en de wasbakken voor vaat en linnen;
  5) de publieke watertappunten, de publieke lozingspunten voor afvalwater en de lozingspunten voor de chemische toiletten;
  6) de zones voor sport, spel en recreatie op het terrein;
  7) de parkeerplaatsen voor bezoekers en de voorbehouden parkeerplaatsen voor de logerende toeristen;
  8) de verzamelplaats voor afval;
  9) de plaats waar de brandweervoorzieningen zijn opgesteld;
  b) de naam en de contactgegevens van de exploitant. Als de exploitant een rechtspersoon is, worden ook de naam en de contactgegevens vermeld van de natuurlijke persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies;
  c) de contactgegevens van Toerisme Vlaanderen, met de vermelding dat Toerisme Vlaanderen de bevoegde instantie is waarbij verdere informatie verkregen kan worden over de reglementering over de exploitatie van een toeristisch logies en waarbij, in voorkomend geval, de toerist daarover een klacht kan indienen.
  De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar.
  2. Iedere verblijfplaats, toeristische kampeerplaats, seizoensplaats en camperplaats op het terrein wordt uniek en goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool.
  3. De verblijfplaatsen, de toeristische kampeerplaatsen, de seizoensplaatsen en de verblijven op die plaatsen voldoen aan de volgende voorwaarden:
  a) de oppervlakte van de plaats bedraagt minstens 80 m. Minstens de hoekpunten van de plaats worden als afbakening van de plaats aangegeven.
  Voor een zone op het terrein waarin uitsluitend verblijven voorkomen die door de exploitant van het terrein, hetzij via bemiddeling, hetzij op zelfstandige basis, worden aangeboden aan dezelfde toeristen voor niet meer dan 31 opeenvolgende nachten, mag afgeweken worden van de afbakening per plaats. De oppervlakte van die zone bedraagt minstens 80 m per verblijf binnen die zone.
  b) de bezetting van de plaats door de verticale projectie van alle constructies boven het maaiveld is beperkt tot maximaal 50% van de oppervlakte van de plaats;
  c) op minstens 25% van de oppervlakte van de plaats zijn verhardingen, zelfs in niet-duurzame materialen, zoals kiezel, grind of een vergelijkbaar materiaal, niet toegestaan;
  d) de plaatsen behouden een proper en onderhouden uitzicht;
  e) op elke plaats mag maar één verblijf worden geplaatst. De exploitant van het terrein of de persoon die daarvoor is aangesteld, kan de plaatsing toestaan, naast het verblijf, van twee aanvullende losstaande tenten die bestemd zijn voor overnachting;
  f) de verplaatsbare verblijven op de plaatsen blijven verplaatsbaar door het ontwerp en de bestemming ervan. Andere aanbouwen dan de voortent, de achtertent, de luifel, het verhoogde terras en de treden en trappen voor de toegang zijn verboden aan het verblijf. In voorkomend geval zijn de voortent, de achtertent, de luifel en de treden en trappen voor de toegang tot het verblijf eenvoudig wegneembaar en staan ze de verplaatsbaarheid van het verblijf niet in de weg;
  g) op de plaatsen wordt de plaatsing toegestaan van één voortent, één achtertent, één luifel en één partytent met dak en wanden in zeil. In voorkomend geval geldt een dergelijke partytent als een aanvullende tent die bestemd is voor overnachting als vermeld in punt e);
  h) op de plaatsen wordt de plaatsing toegestaan van één tuinhuisje of berghok dat daarvoor bestemd is, of één berging of bergtent die daarvoor bestemd is.
  De bergingen op het terrein voldoen aan de volgende voorwaarden:
  1) de berging heeft een maximale oppervlakte van 7 m;
  2) er zijn op het terrein maximaal drie types van bergingen. Ieder type van berging is eenvormig op het vlak van bouwvorm, materiaal, uitzicht en kleur;
  3) een berging wordt niet aan het verblijf worden verbonden of gekoppeld. De berging heeft geen aanbouw.
  Op de verblijfplaatsen op het terrein wordt de plaatsing toegestaan van een bijkomende losstaande berging in kunststof met een maximale hoogte van 60 cm en maximale inhoud van 320 l. In die berging mogen geen gasflessen worden geplaatst.
  Als de berging op de plaats wordt ingericht als privaat sanitair, wordt de plaatsing toegestaan van:
  1) een aanvullende bergtent die daarvoor bestemd is, met een maximale oppervlakte van 5 m;
  2) een aanvullende losstaande berging die daarvoor bestemd is, voor de gasflessen waarvan de grootte beperkt wordt tot de grootte van twee gasflessen. In dat geval wordt ook de maximale grootte van de berging voor de gasflessen, vermeld in punt i), beperkt tot twee gasflessen;
  i) op de verblijfplaatsen en seizoensplaatsen wordt de plaatsing toegestaan van één daarvoor bestemde losstaande berging voor de gasflessen. De maximale grootte van de berging voor de gasflessen is beperkt tot de grootte van vier gasflessen. In de bergingen voor de gasflessen mogen geen andere materialen opgeborgen worden. De bergingen voor gasflessen zijn bovenaan en onderaan voorzien van een gleuf of rooster voor verluchting. De bergingen mogen alleen gesloten worden als de gleuf bovenaan de mogelijkheid biedt om de gasflessen dicht te draaien;
  j) op de verblijfplaatsen, toeristische kampeerplaatsen, seizoensplaatsen en camperplaatsen mogen maximaal vier gasflessen voorkomen. Hieronder vallen zowel de gebruikte flessen, de reserveflessen als de lege flessen. De gezamenlijke waterinhoud van de gasflessen op de plaatsen, zowel leeg als gevuld met gas, is beperkt tot 200 liter;
  k) de afmetingen van de treden, de toegangshelling en de trappen met trapleuning voor de toegang tot het verblijf, andere dan de verhoogde terrassen, zijn beperkt tot de strikte functie ervan.
  4. De toeristische kampeerplaatsen en de camperplaatsen op het terrein worden gegroepeerd in clusters van minstens vier.
  5. Iedere camperplaats op het terrein voldoet aan de volgende voorwaarden:
  a) de afmeting van de camperplaats bedraagt minstens 8 x 3 meter. Minstens de hoekpunten van de plaats worden als afbakening van de plaats aangegeven;
  b) de maximaal toegestane bezetting van de camperplaats is beperkt tot de grootte van de camper en, in voorkomend geval, zijn luifel;
  c) de camperplaatsen en de wegen op het terrein naar de camperplaatsen hebben een draagvermogen van minstens 4 ton;
  d) op de camperplaats mogen maximaal vier gasflessen voorkomen. Hieronder vallen zowel de gebruikte flessen, de reserveflessen als de lege flessen. De gezamenlijke waterinhoud van de gasflessen op de plaats, zowel leeg als gevuld met gas, is beperkt tot 200 liter;
  Een terrein dat uitsluitend bestaat uit maximaal negen camperplaatsen, mag zijn terreinafbakening beperken tot de afbakening van de camperplaatsen.
  6. Een tentenweide op het terrein voldoet aan de volgende voorwaarden:
  a) ze heeft een oppervlakte van minstens 150 m. Minstens de hoekpunten van de tentenweide worden als afbakening van de tentenweide aangegeven;
  b) op de tentenweide worden alleen tenten toegestaan met een maximale oppervlakte van 10 m;
  c) het maximaal toegelaten aantal tenten op de tentenweide wordt als volgt berekend: het verkregen quotiënt wordt afgerond naar het lagere natuurlijke getal:
  toegelaten aantal tenten op de tentenweide = oppervlakte tentenweide/30 m2
  d) voor georganiseerde groepen kampeerders onder toezicht van een of meer begeleiders kan door de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, worden afgeweken van de vermelde toegestane maximumoppervlakte per tent. In dat geval wordt het equivalent van het aantal ingenomen plaatsen op de tentenweide door die tent als volgt berekend: het verkregen quotiënt wordt afgerond naar het hogere natuurlijke getal:
  aantal ingenomen plaatsen op de tentenweide = oppervlakte tent ( > 10 m2)/10 m2
  e) op de tentenweide worden geen auto's toegelaten.
  7. Het terrein beschikt minstens over de volgende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen:
  a) 8% toiletten met bril, waterspoeling en toiletpapier, in verhouding tot het aantal plaatsen op het terrein. Ieder toilet wordt ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. In iedere toiletruimte is minstens één kledinghaakje aanwezig en bij de damestoiletten is er een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening aanwezig;
  b) 3% douches met voortdurend beschikbaar warm stromend water, in verhouding tot het aantal plaatsen op het terrein. Iedere douche wordt ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. In iedere doucheruimte zijn minstens twee kledinghaakjes aanwezig;
  c) 8% wastafels met voortdurend beschikbaar stromend water, in verhouding tot het aantal plaatsen op het terrein. Iedere wastafel is voorzien van een wastafelspiegel en minstens één kledinghaakje. Minstens 10% van de wastafels beschikt over voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water. Minstens 50% van de wastafels beschikt over een vrij stopcontact;
  d) één wasbak voor vaatwerk met voortdurend beschikbaar warm stromend water. De wasbakken voor vaatwerk worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram;
  e) één wasbak voor wasgoed met voortdurend beschikbaar warm stromend water. De wasbakken voor wasgoed worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram.
  De volgende plaatsen worden in mindering gebracht bij de berekening van de verplichte gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen op het terrein:
  a) de plaatsen die op of nabij de plaats beschikken over een private sanitaire unit waarin een toilet, een douche en een wastafel voorkomt;
  b) de verblijfplaatsen die aangelegd en uitsluitend voorbehouden zijn voor stacaravans, die beschikken over een individuele rechtstreekse wateraansluiting en die aangesloten zijn op het interne rioleringsnet;
  c) de verblijfplaatsen waarop een niet-verplaatsbaar verblijf voorkomt dat beschikt over een toilet, een douche en een wastafel in het verblijf;
  d) camperplaatsen.
  Als het terrein uitsluitend bestaat uit plaatsen als vermeld in punt a) tot en met d), hoeft het over geen van de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen, vermeld in de eerste paragraaf van dit punt, te beschikken.
  De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen op het terrein:
  a) zijn in voldoende mate verdeeld voor mannen en vrouwen. Wanneer slechts één toilet, douche of wastafel aanwezig is op het terrein, moet niet voldaan worden aan deze verplichting. De sanitaire voorzieningen en, in voorkomend geval, de verdeling wordt goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram;
  b) worden ondergebracht in een of meer gesloten en overdekte gebouwen of overdekte constructies. De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen zijn rechtstreeks van buitenaf toegankelijk;
  c) zijn tijdens het hoogseizoen voor de logerende toeristen permanent toegankelijk en voldoende verlicht. Tijdens het laagseizoen kan een gedeelte van de sanitaire voorzieningen worden gesloten naargelang van de bezetting van het terrein;
  d) de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen worden 's nachts voldoende elektrisch verlicht.
  8. Als niet iedere plaats op het terrein beschikt over een individuele drinkwateraansluiting, beschikt het terrein over een of meer publieke watertappunten met voortdurend beschikbaar drinkbaar water. Die watertappunten hebben minstens één kraan. Er bevindt zich op het terrein een dergelijk publiek watertappunt op maximaal 100 meter van iedere plaats die niet beschikt over een individuele drinkwateraansluiting.
  Bij alle watertappunten op het terrein die ondrinkbaar water leveren, wordt er een goed zichtbare en duidelijke waarschuwing of een goed zichtbaar en duidelijk pictogram aangebracht dat het om ondrinkbaar water gaat.
  9. Als niet iedere plaats op het terrein aangesloten is op het interne rioleringsnet, beschikt het terrein over een of meer publieke lozingspunten voor afvalwater. Die lozingspunten worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram. Er bevindt zich op het terrein een dergelijk lozingspunt op maximaal 100 meter van iedere plaats die niet beschikt over een individuele aansluiting op het interne rioleringsnet.
  10. Ieder terrein waarop een of meer toeristische kampeerplaatsen, seizoensplaatsen of camperplaatsen voorkomen, of waarop niet alle verblijven op een verblijfplaats zijn aangesloten op het interne rioleringsnet, beschikt over minstens één lozingspunt voor chemische toiletten. De lozingspunten voor chemische toiletten zijn voorzien van een waterspoeling met slang. De lozingspunten voor chemische toiletten op het terrein worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram. Een lozingspunt voor chemische toiletten wordt ook gerekend als een publiek lozingspunt voor afvalwater als vermeld in punt 9.
  11. De verblijfplaatsen en seizoensplaatsen op het terrein beschikken over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 4 ampère.
  Minstens 50% van het aantal toeristische kampeerplaatsen op het terrein beschikt over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 4 ampère. Die plaatsen bevinden zich op maximaal 50 meter van de elektriciteitsaansluiting.
  12. Ieder terrein met meer dan negen plaatsen beschikt over een goed zichtbaar en duidelijk aangeduide verzamelplaats voor afval. Minstens worden papier en karton, glas en restafval gescheiden verzameld. Als de verzamelplaats niet permanent toegankelijk is, worden aan de ingang de openingstijden geafficheerd.
  Terreingerelateerde logies met minder dan tien plaatsen beschikken over een of meer vuilnisbakken van voldoende grootte.
  13. De niet-verplaatsbare verblijven op het terrein die door het centrale beheer worden aangeboden op de toeristische markt, voldoen minstens aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden en aan de specifieke brandveiligheidsnormen die van toepassing zijn op een kamergerelateerd logies.
  14. Het terreingerelateerde logies beschikt over een attest of een document waaruit blijkt dat de exploitatie ligt in een gebied waarvan de planologische bestemming de exploitatie en het gebruik van het terrein toelaat. Toerisme Vlaanderen stelt daarvoor een modelformulier ter beschikking.
  15. Het toeristische logies wordt door de exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, waarheids- en realiteitsgetrouw aangeboden op de toeristische markt.
Art. N6. Annexe 6. - Conditions d'ouverture et d'exploitation auxquelles un hébergement associé à un terrain doit satisfaire telles que visées à l'article 6
  A. terminologie
  1. abri : un abri mobile ou fixe.
  2. emplacement : un emplacement au sein d'un hébergement associé à un terrain tel que visé à l'article 1er, 5°, du présent arrêté. Tout emplacement est classé dans l'un des emplacements visés aux points 3 à 7.
  3. emplacement résidentiel : une partie du terrain sur laquelle des touristes peuvent camper ou séjourner durant plus de six mois consécutifs dans des abris mobiles ou fixes ou qui est destinée ou aménagée à cet effet.
  4. emplacement de camping touristique : une partie du terrain à l'usage exclusif de touristes de passage disposant de leur propre abri mobile de loisirs de plein air à l'exception d'une caravane résidentielle. L'emplacement de camping touristique est offert au même touriste pendant 31 jours consécutifs maximum. Au terme de cette période ou, si la période est plus courte, à la fin de son séjour, le touriste enlève son abri de loisirs de plein air de l'emplacement de camping touristique.
  5. emplacement saisonnier : une partie du terrain à l'usage exclusif de touristes de passage disposant de leur propre abri mobile de loisirs de plein air à l'exception d'une caravane résidentielle. L'emplacement saisonnier est offert au même touriste pendant six mois consécutifs maximum. Au terme de cette période ou, si la période est plus courte, à la fin de son séjour, le touriste enlève son abri de loisirs de plein air de l'emplacement saisonnier.
  6. emplacement pour autocaravane : une partie du terrain servant de place de stationnement réservée aux autocaravanes utilisées comme lieu d'hébergement. L'emplacement pour autocaravane est offert au même touriste pendant 31 jours consécutifs maximum. Au terme de cette période ou, si la période est plus courte, à la fin de son séjour, le touriste enlève son autocaravane de l'emplacement pour autocaravane.
  7. emplacement sur le parc à tentes : une partie du terrain sur laquelle seules des tentes sont autorisées. L'emplacement sur le parc à tentes est offert au même touriste pendant 31 jours consécutifs maximum. Au terme de cette période ou, si la période est plus courte, à la fin de son séjour, le touriste enlève sa tente du parc à tentes.
  B. conditions d'ouverture et d'exploitation
  1. L'exploitant et les personnes chargées de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique mettent au moins les informations suivantes à la disposition du touriste sur un tableau d'information installé à proximité de l'entrée du terrain :
  a) un plan du terrain reprenant, le cas échéant, au moins les informations suivantes :
  1) la localisation avec la numérotation des emplacements sur le terrain ;
  2) le réseau routier ;
  3) les bâtiments de service sur le terrain ;
  4) les équipements sanitaires communs et les éviers pour la vaisselle et le linge ;
  5) les points d'eau publics, les points de déversement publics des eaux usées et les points de déversement de toilettes chimiques ;
  6) les zones de sport, de jeux et de loisirs ;
  7) les emplacements de stationnement pour les visiteurs et les emplacements de stationnement réservés aux touristes hébergés ;
  8) le lieu de collecte des déchets ;
  9) le lieu où se trouvent les équipements d'incendie ;
  b) le nom et les coordonnées de l'exploitant. Si l'exploitant est une personne morale, le nom et les coordonnées de la personne physique chargée de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique sont également mentionnés ;
  c) les coordonnées de Toerisme Vlaanderen accompagnées de la mention que Toerisme Vlaanderen est l'instance compétente auprès de laquelle de plus amples renseignements peuvent être obtenus sur la réglementation relative à l'exploitation d'un hébergement touristique et auprès de laquelle le touriste peut, le cas échéant, déposer une plainte à ce sujet.
  L'exploitant ou la personne désignée à cet effet est joignable en permanence par les touristes hébergés pendant leur séjour.
  2. Tout emplacement résidentiel, emplacement de camping touristique, emplacement saisonnier et emplacement pour autocaravane sur le terrain est indiqué de façon unique et bien visible par un numéro, un nom, une lettre ou un symbole.
  3. Les emplacements résidentiels, les emplacements de camping touristique, les emplacements saisonniers et les abris sur ces emplacements satisfont aux conditions suivantes :
  a) la superficie de l'emplacement est de 80 m au moins. Au moins les angles de l'emplacement sont indiqués en guise de délimitation de l'emplacement.
  Dans le cas d'une zone sur le terrain occupée exclusivement par des abris que l'exploitant du terrain propose, soit par médiation, soit sur une base indépendante, aux mêmes touristes pour une période n'excédant pas 31 nuits consécutives, il peut être dérogé à la délimitation par emplacement. La superficie de cette zone s'élève à 80m au moins par abri au sein de cette zone.
  b) l'occupation de l'emplacement par la projection verticale de toutes les constructions au-dessus du niveau du sol est limitée à 50 % maximum de la superficie totale de l'emplacement ;
  c) les revêtements, même en matériaux non durables, tels que galets, gravier ou un matériau analogue ne sont pas autorisés sur 25 % au moins de la superficie de l'emplacement ;
  d) les emplacements conservent un aspect propre et entretenu ;
  e) il ne peut être installé qu'un seul abri sur chaque emplacement. L'exploitant du terrain ou la personne désignée à cet effet peut autoriser, outre l'abri, l'installation de deux tentes indépendantes complémentaires destinées à l'hébergement ;
  f) les abris mobiles sur les emplacements demeurent mobiles par leur conception et leur destination. Les annexes autres que l'avancée, la tente arrière, l'auvent, la terrasse surélevée et les marches et escaliers d''accès sont interdites. Le cas échéant, l'avancée, la tente arrière, l'auvent et les marches et escaliers d'accès à l'abri peuvent être facilement enlevés et n'entravent pas la mobilité de l'abri ;
  g) l'installation d'une seule avancée, d'une seule tente arrière, d'un seul auvent et d'une seule tonnelle avec toit et parois en toile est autorisée sur les emplacements. Le cas échéant, une telle tonnelle sert de tente complémentaire destinée à l'hébergement tel que visé au point e) ;
  h) l'installation d'un seul petit abri de jardin ou d'un débarras, d'une remise ou d'un abri en toile destinés à cet effet est autorisée sur les emplacements.
  Les remises installées sur le terrain satisfont aux conditions suivantes :
  1) la remise présente une superficie maximale de 7 m ;
  2) sur le terrain, trois types maximum de remise sont admis. Chaque type de remise est uniforme au niveau de la forme de construction, des matériaux, de l'aspect et de la couleur ;
  3) une remise ne peut pas communiquer avec l'abri ou y être reliée. La remise n'a pas d'annexe.
  L'installation d'une remise indépendante supplémentaire en plastique, d'une hauteur de 60 cm maximum et d'une capacité de 320 l maximum, est autorisée sur les emplacements résidentiels du terrain. Il est interdit d'y ranger des bouteilles de gaz.
  Si la remise installée sur l'emplacement est aménagée comme sanitaires privés, les installations suivantes sont autorisées:
  1) un abri en toile supplémentaire destiné à cet effet, d'une superficie maximale de 5 m ;
  2) une remise indépendante supplémentaire pour bouteilles de gaz dont la taille est limitée à la taille de deux bouteilles de gaz. Dans ce cas, la taille maximale de la remise pour bouteilles de gaz visée au point i) est limitée à deux bouteilles de gaz ;
  i) l'installation d'une seule remise indépendante pour bouteilles de gaz est autorisée sur les emplacements résidentiels et saisonniers. La taille maximale de la remise pour bouteilles de gaz est limitée à la taille de quatre bouteilles de gaz. Il est interdit de ranger d'autres matériaux dans les remises destinées aux bouteilles de gaz. Les remises pour bonbonnes de gaz sont pourvues en haut et en bas d'une fente ou d'une grille pour l'aération. Les remises de gaz ne peuvent être fermées que si la fente supérieure permet de fermer les bouteilles de gaz ;
  j) quatre bouteilles de gaz maximum sont autorisées sur les emplacements résidentiels, les emplacements de camping touristique, les emplacements saisonniers et les emplacements pour autocaravanes. Y sont incluses les bouteilles en cours d'utilisation, les bouteilles de réserve et les bouteilles vides. La capacité totale en eau des bouteilles de gaz sur les emplacements, qu'elles soient vides ou remplies, est limitée à 200 litres ;
  k) les dimensions des marches, de la rampe d'accès et des escaliers à main courante d'accès à l'abri, autres que les terrasses surélevées, sont limitées à leurs fonctions strictes.
  4. Les emplacements de camping touristique et les emplacements pour autocaravanes sont rassemblés par groupes de quatre au moins.
  5. Chaque emplacement pour autocaravane sur le terrain satisfait aux conditions suivantes :
  a) les dimensions de l'emplacement pour autocaravane sont de 8 x 3 mètres au moins. Au moins les angles de l'emplacement sont indiqués en guise de délimitation de l'emplacement ;
  b) l'occupation maximale autorisée de l'emplacement pour autocaravane est limitée à la taille de l'autocaravane et, le cas échéant, de son auvent ;
  c) les emplacements pour autocaravanes et les chemins qui y mènent présentent une résistance de 4 tonnes au moins ;
  d) quatre bouteilles de gaz maximum sont autorisées sur l'emplacement pour autocaravane. Y sont incluses les bouteilles en cours d'utilisation, les bouteilles de réserve et les bouteilles vides. La capacité totale en eau des bouteilles de gaz sur l'emplacement, qu'elles soient vides ou remplies, est limitée à 200 litres.
  La délimitation d'un terrain comportant exclusivement neuf emplacements pour autocaravanes maximum peut se réduire à délimiter les emplacements pour autocaravanes.
  6. Un parc à tentes sur le terrain satisfait aux conditions suivantes :
  a) il présente une superficie de 150 m au moins. Au moins les angles du parc à tentes sont indiqués en guise de délimitation du parc à tentes ;
  b) seules les tentes d'une superficie maximale de 10 m sont admises sur le parc à tentes ;
  c) le nombre maximal autorisé de tentes sur le parc à tentes est calculé comme suit : le quotient obtenu est arrondi à l'entier naturel inférieur :
  nombre autorisé de tentes sur le parc à tentes = superficie parc à tentes/30 m2
  d) dans le cas de groupes organisés de campeurs sous la surveillance d'un ou de plusieurs accompagnateurs, l'exploitant ou la personne désignée à cet effet peut déroger à la superficie maximale autorisée par tente précitée. Dans ce cas, l'équivalent du nombre d'emplacements occupés par cette tente sur le parc à tentes est calculé comme suit : le quotient obtenu est arrondi à l'entier naturel supérieur :
  nombre d'emplacements occupés sur le parc à tentes = superficie tente ( > 10 m2)/10 m2
  e) les voitures ne sont pas admises sur le parc à tentes.
  7. Le terrain dispose au moins des équipements sanitaires communs suivants :
  a) 8 % de toilettes avec lunette, chasse d'eau et papier WC selon le nombre d'emplacements sur le terrain. Chaque toilette est installée dans une pièce fermant à clé individuellement. Chaque espace WC comporte au moins une patère et les toilettes pour dames comportent une petite poubelle avec couvercle, une poubelle à pédale ou un équipement analogue ;
  b) 3 % de douches alimentées en eau courante chaude disponible en permanence selon le nombre d'emplacements sur le terrain. Chaque douche est installée dans une pièce fermant à clé individuellement. Chaque espace de douche comporte au moins deux patères ;
  c) 8 % de lavabos alimentés en eau courante disponible en permanence selon le nombre d'emplacements sur le terrain. Chaque lavabo est équipé d'un miroir de lavabo et d'une patère au moins. Au moins 10 % des lavabos sont alimentés en eau courante chaude et froide disponible en permanence. Au moins 50 % des lavabos sont équipés d'une prise de courant libre ;
  d) un évier pour la vaisselle alimenté en eau courante chaude disponible en permanence. Les éviers pour la vaisselle sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme ;
  e) un évier pour la lessive alimenté en eau courante chaude disponible en permanence. Les éviers pour la lessive sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme ;
  Les emplacements suivants sont déduits pour le calcul des équipements sanitaires communs obligatoires sur le terrain :
  a) les emplacements disposant sur place ou à proximité d'une unité sanitaire privée avec WC, douche et lavabo ;
  b) les emplacements résidentiels aménagés pour les caravanes résidentielles et exclusivement réservés à celles-ci, disposant d'un raccordement direct et individuel à l'eau et raccordés au réseau d'égouts interne ;
  c) les emplacements résidentiels occupés par un abri fixe équipé d'un WC, d'une douche et d'un lavabo ;
  d) les emplacements pour autocaravanes.
  Si le terrain comporte exclusivement des emplacements tels que visés aux points a) à d), il ne doit pas être doté des équipements sanitaires communs visés au paragraphe 1er de ce point.
  Les équipements sanitaires communs installés sur le terrain :
  a) sont répartis en nombre suffisant pour les hommes et les dames. Cette obligation ne doit pas être remplie lorsque le terrain ne comporte qu'un seul WC, une seule douche ou un seul lavabo. Les équipements sanitaires et, le cas échéant, leur répartition sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme ;
  b) sont aménagés dans un ou plusieurs bâtiments fermés et couverts ou dans des constructions couvertes. Les équipements sanitaires communs sont directement accessibles de l'extérieur ;
  c) en haute saison, ils sont accessibles en permanence aux touristes hébergés et sont suffisamment éclairés. En basse saison, une partie des équipements sanitaires peut être fermée en fonction de l'occupation du terrain ;
  d) la nuit, les équipements sanitaires communs disposent d'un éclairage électrique suffisant.
  8. A défaut d'un raccordement individuel à l'eau potable pour chaque emplacement sur le terrain, le terrain dispose d'un ou de plusieurs points d'eau publics alimentés en eau potable disponible en permanence. Ces points d'eau sont pourvus d'un robinet au moins. Sur le terrain, un tel point d'eau public est disponible à 100 mètres maximum de tout emplacement dépourvu d'un raccordement individuel à l'eau potable.
  A tous les points d'eau sur le terrain alimentés en eau non potable, un avertissement ou un pictogramme clair et bien visible signalant que l'eau n'est pas potable est affiché.
  9. A défaut de raccordement au réseau d'égouts interne pour chaque emplacement sur le terrain, le terrain dispose d'un ou de plusieurs points de déversement publics des eaux usées. Ces points de déversement sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme. Sur le terrain, un tel point de déversement est disponible à 100 mètres maximum de tout emplacement dépourvu d'un raccordement individuel au réseau d'égouts interne.
  10. Tout terrain disposant d'un ou de plusieurs emplacements de camping touristique, emplacements saisonniers ou emplacements pour autocaravanes ou sur lequel les abris installés sur un emplacement résidentiel ne sont pas tous raccordés au réseau d'égouts interne dispose d'au moins un point de déversement de toilettes chimiques. Les points de déversement de toilettes chimiques sont équipés d'une chasse d'eau à flexible. Les points de déversement de toilettes chimiques sur le terrain sont clairement indiqués de façon bien visible par un pictogramme. Un point de déversement de toilettes chimiques est également compté comme point de déversement public des eaux usées tel que visé au point 9.
  11. Les emplacements résidentiels et les emplacements saisonniers sur le terrain disposent d'un raccordement individuel à l'électricité avec une alimentation en courant de 4 ampères au moins.
  Au moins 50 % du nombre d'emplacements de camping touristique sur le terrain disposent d'un raccordement individuel à l'électricité avec une alimentation en courant de 4 ampères au moins. Ces emplacements se trouvent à 50 mètres maximum du raccordement à l'électricité.
  12. Tout terrain de plus de neuf emplacements dispose d'un lieu de collecte des déchets clairement indiqué de façon bien visible. Les papiers et cartons, le verre et les déchets résiduels au moins sont collectés séparément. Si le lieu de collecte des déchets n'est pas accessible en permanence, les heures d'ouverture sont affichées à l'entrée.
  L'hébergement associé à un terrain de moins de dix emplacements dispose d'une ou de plusieurs poubelles d'une capacité suffisante.
  13. Les abris fixes installés sur le terrain qui sont proposés sur le marché du tourisme par la gestion centrale satisfont au moins aux conditions d'ouverture et d'exploitation et aux normes de sécurité incendie spécifiques applicables à l'hébergement associé à une chambre.
  14. L'hébergement associé à un terrain dispose d'une attestation ou d'un document démontrant que l'exploitation se trouve dans une zone dont la destination planologique permet l'exploitation et l'utilisation du terrain. A cet effet, Toerisme Vlaanderen met un modèle de formulaire à disposition.
  15. L'hébergement touristique est proposé sur le marché du tourisme par l'exploitant et les personnes chargées de la gestion journalière ou de fait de l'hébergement touristique conformément à la vérité et à la réalité.
Art. N7. Bijlage 7. - Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 11, waaraan een terreingerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camping, kampeerterrein of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen
  A. terminologie
  1. camping: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camping, kampeerterrein of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen
  B. openings- en uitbatingsvoorwaarden
  1. De camping beschikt over een functionele en duidelijk zichtbaar aangeduide receptie of automatische check-in. Aan de toegang van de receptie worden goed zichtbaar en duidelijk de openingsuren van de receptie geafficheerd. In voorkomend geval mag de receptie of de check-in gecombineerd worden voor verschillende toeristische logiezen.
  Aan de receptie of de check-in wordt geafficheerd hoe de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, bereikt kan worden.
  2. Het terrein beschikt over minstens dertig toeristische kampeerplaatsen of minstens 15% van de plaatsen op het terrein is een toeristische kampeerplaats.
  Hoogstens een derde van die noodzakelijke toeristische kampeerplaatsen mag vervangen worden door:
  a) verblijfplaatsen waarop een verblijf voorkomt dat door de exploitant van het terrein, hetzij via bemiddeling, hetzij op zelfstandige basis, wordt aangeboden aan dezelfde toeristen voor niet meer dan 31 opeenvolgende dagen;
  b) camperplaatsen;
  c) plaatsen op de tentenweide, waarbij in vijf plaatsen op de tentenweide het equivalent zijn van één toeristische kampeerplaats.
  3. Minstens 85% van het aantal toeristische kampeerplaatsen op het terrein beschikt over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 6 ampère. Die plaatsen bevinden zich op maximaal 50 meter van de elektriciteitsaansluiting.
  4. De camping beschikt vanaf 1 januari 2019 over een speciaal daarvoor ingerichte en met een pictogram aangegeven verharde plaats voor drinkwaterbevoorrading en verwijdering van afvalwater van campers.
  5. De logerende toeristen krijgen minstens informatie over:
  a) de aankomst- en vertrektijden;
  b) de voorzieningen en services die worden aangeboden op de camping (inclusief de voorzieningen en services op verzoek) en, in voorkomend geval, de openingstijden van die voorzieningen.
  In de receptie of in een andere gemeenschappelijke ruimte op de camping, is er informatie beschikbaar over het toeristische aanbod in de omgeving.
  6. De camping beschikt over een eigen website met actuele informatie over de camping, informatie over de ligging van het terrein en realistische en actuele foto's van de camping.
Art. N7. Annexe 7. - Conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation, telles que visées à l'article 11, auxquelles un hébergement associé à un terrain proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de camping, terrain de camping ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations doit satisfaire
  A. terminologie
  1. camping : un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de camping, terrain de camping ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations.
  B. conditions d'ouverture et d'exploitation
  1. Le camping dispose d'une réception fonctionnelle ou d'un check-in automatique indiqués de façon clairement visible. Les heures d'ouverture de la réception sont clairement affichées de façon bien visible à l'entrée de la réception. Le cas échéant, la réception ou le check-in peuvent être combinés pour plusieurs touristes hébergés.
  Les modalités selon lesquelles l'exploitant ou la personne désignée à cet effet peuvent être joints sont affichées à la réception ou au check-in.
  2. Le terrain dispose de trente emplacements de camping touristique au moins ou 15 % au moins des emplacements sur le terrain sont des emplacements de camping touristique.
  Un tiers maximum de ces emplacements de camping touristique peuvent être remplacés par :
  a) des emplacements résidentiels occupés par un abri que l'exploitant du terrain propose, soit par médiation, soit sur une base indépendante, aux mêmes touristes pour une période n'excédant pas 31 jours consécutifs ;
  b) des emplacements pour autocaravanes ;
  c) des emplacements sur le parc à tentes, cinq emplacements sur le parc à tentes équivalant à un emplacement de camping touristique.
  3. Au moins 85% du nombre d'emplacements de camping touristique sur le terrain disposent d'un raccordement individuel à l'électricité avec une alimentation en courant de 6 ampères au moins. Ces emplacements se trouvent à 50 mètres maximum du raccordement à l'électricité.
  4. A partir du 1er janvier 2019, le camping dispose d'un lieu revêtu pour l'approvisionnement en eau potable et l'élimination des eaux usées des autocaravanes spécialement aménagé à cet effet et indiqué par un pictogramme.
  5. Les touristes hébergés reçoivent des informations au moins sur :
  a) les heures d'arrivée et de départ ;
  b) les équipements et services qui sont proposés au camping (y compris les équipements et services sur demande) et, le cas échéant, les heures d'ouverture de ces équipements.
  Des informations sur l'offre touristique des environs sont à disposition à la réception ou dans un autre espace commun du camping.
  6. Le camping dispose de son propre site Internet reprenant des informations actuelles sur le camping, des informations sur la situation du terrain ainsi que des photos réalistes et actuelles du camping.
Art. N8. Bijlage 8. - Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 12, waaraan een terreingerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camperterrein, camperpark, kampeerautoterrein, kampeerautopark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen
  A. terminologie
  1. camperterrein: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camperterrein, camperpark, kampeerautoterrein, kampeerautopark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen
  B. openings- en uitbatingsvoorwaarden
  1. Het terrein bestaat uitsluitend uit camperplaatsen.
  2. Ieder camperterrein met meer dan negen camperplaatsen beschikt vanaf 1 januari 2019 over een speciaal daarvoor ingerichte en met een pictogram aangegeven verharde plaats voor drinkwaterbevoorrading en verwijdering van afvalwater van campers.
  3. Op een camperterrein met meer dan negen camperplaatsen beschikt vanaf 1 januari 2019 minstens 50 % van het aantal plaatsen op het terrein over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 6 ampère. Die plaatsen bevinden zich op maximaal 50 meter van de elektriciteitsaansluiting.
  4. De logerende toeristen krijgen minstens informatie over:
  a) de aankomst- en vertrektijden;
  b) de voorzieningen en services die worden aangeboden op het terrein (inclusief de voorzieningen en services op verzoek) en, in voorkomend geval, de openingstijden van die voorzieningen.
Art. N8. Annexe 8. - Conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation, telles que visées à l'article 12, auxquelles un hébergement associé à un terrain proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de terrain pour autocaravanes, parc pour autocaravanes, terrain pour camping-cars, parc pour camping-cars ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations doit satisfaire
  A. terminologie
  1. terrain pour autocaravanes : un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de terrain pour autocaravanes, parc pour autocaravanes, terrain pour camping-cars, parc pour camping-cars ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de l'une de ces dénominations.
  B. conditions d'ouverture et d'exploitation
  1. Le terrain comporte exclusivement des emplacements pour autocaravanes.
  2. A partir du 1er janvier 2019, tout terrain pour autocaravanes de plus le neuf emplacements dispose d'un lieu revêtu pour l'approvisionnement en eau potable et l'élimination des eaux usées des autocaravanes spécialement aménagé à cet effet et indiqué par un pictogramme.
  3. A partir du 1er janvier 2019, au moins 50% du nombre d'emplacements du terrain pour autocaravanes de plus de neuf emplacements pour autocaravanes disposent d'un raccordement individuel à l'électricité avec une alimentation en courant de 6 ampères au moins. Ces emplacements se trouvent à 50 mètres maximum du raccordement à l'électricité.
  4. Les touristes hébergés reçoivent des informations au moins sur :
  a) les heures d'arrivée et de départ ;
  b) les équipements et services qui sont proposés sur le terrain (y compris les équipements et services sur demande) et, le cas échéant, les heures d'ouverture de ces équipements.
Art. N9. Bijlage 9. - Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 13, waaraan een terreingerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiepark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming
  A. terminologie
  1. vakantiepark: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiepark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming
  B. openings- en uitbatingsvoorwaarden
  1. Het vakantiepark beschikt over een functionele en duidelijk zichtbaar aangeduide receptie of een balie met voldoende privacy die dienst doet als receptie. Aan de toegang van de receptie worden goed zichtbaar en duidelijk de openingsuren van de receptie geafficheerd. In voorkomend geval mag de receptie gecombineerd worden voor verschillende toeristische logiezen.
  De receptieservice van het vakantiepark is permanent telefonisch bereikbaar, zowel voor de logerende toeristen als voor externen.
  De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar.
  2. Alle diensten op het terrein worden verzorgd door personeel dat herkenbaar is (bijvoorbeeld door hun kledij of een badge).
  3. Het terrein voldoet aan de volgende voorwaarden:
  a) op minstens 70% van het totale aantal plaatsen op het terrein komt een verblijf voor dat door de exploitant van het terrein, hetzij via bemiddeling, hetzij op zelfstandige basis, wordt aangeboden aan dezelfde toeristen voor niet meer dan 31 opeenvolgende dagen;
  b) maximaal 30% van het totale aantal plaatsen op het terrein is een toeristische kampeerplaats, een seizoensplaats, een camperplaats of een plaats op de tentenweide (waarbij vijf plaatsen op de tentenweide het equivalent vormen van één plaats).
  4. Als er in het vakantiepark toeristische kampeerplaatsen of camperplaatsen voorkomen, worden die plaatsen gegroepeerd op het terrein in een of meer zones waar er geen verblijfplaatsen zijn.
  5. Als er in het vakantiepark toeristische kampeerplaatsen voorkomen, beschikt minstens 85% van die plaatsen op het terrein over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 6 ampère. Die plaatsen bevinden zich op maximaal 50 meter van de elektriciteitsaansluiting.
  6. De logerende toeristen krijgen minstens informatie over:
  a) de aankomst- en vertrektijden;
  b) de voorzieningen en services die worden aangeboden in het vakantiepark (inclusief de voorzieningen en services op verzoek) en, in voorkomend geval, de openingstijden van die voorzieningen.
  Bij de receptie of in een andere gemeenschappelijke ruimte in het vakantiepark is er informatie beschikbaar over het toeristische aanbod in de omgeving.
  7. Het vakantiepark beschikt over een eigen website met actuele informatie over het park, informatie over de ligging van het terrein en realistische en actuele foto's van het vakantiepark.
Art. N9. Annexe 9. - Conditions supplémentaires d'ouverture et d'exploitation, telles que visées à l'article 13, auxquelles un hébergement associé à un terrain proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de parc de vacances ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de cette dénomination doit satisfaire
  A. terminologie
  1. parc de vacances : un hébergement touristique proposé sur le marché du tourisme sous la dénomination de parc de vacances ou sous une dénomination, un terme, une traduction ou une orthographe dérivés de cette dénomination.
  B. conditions d'ouverture et d'exploitation
  1. Le parc de vacances dispose d'une réception fonctionnelle indiquée de façon clairement visible ou d'un comptoir offrant suffisamment d'intimité tenant lieu de réception. Les heures d'ouverture de la réception sont clairement affichées de façon bien visible à l'entrée de la réception. Le cas échéant, la réception peut être combinée pour plusieurs touristes hébergés.
  Le service de la réception du parc de vacances peut être joint en permanence par téléphone tant par les touristes hébergés que par des personnes extérieures.
  L'exploitant ou la personne désignée à cet effet est joignable en permanence par les touristes hébergés pendant leur séjour.
  2. Tous les services prestés sur le terrain sont assurés par un personnel identifiable (par exemple, par sa tenue vestimentaire ou un badge).
  3. Le terrain satisfait aux conditions suivantes :
  a) 70 % au moins du nombre total d'emplacements sur le terrain sont occupés par un abri que l'exploitant du terrain propose, soit par médiation, soit sur une base indépendante, aux mêmes touristes pour une période n'excédant pas 31 jours consécutifs ;
  b) 30 % maximum du nombre total d'emplacements sur le terrain sont des emplacements de camping touristique, emplacements saisonniers, emplacements pour autocaravanes ou emplacements sur le parc à tentes (cinq emplacements sur le parc à tentes équivalant à un emplacement).
  4. Si le parc de vacances comporte des emplacements de camping touristique ou des emplacements pour autocaravanes, ceux-ci sont groupés sur le terrain en une plusieurs zones ne comportant pas d'emplacements résidentiels.
  5. Si le parc de vacances comporte des emplacements de camping touristique, au moins 85 % de ces emplacements du terrain disposent d'un raccordement individuel à l'électricité avec une alimentation en courant de 6 ampères au moins. Ces emplacements se trouvent à 50 mètres maximum du raccordement à l'électricité.
  6. Les touristes hébergés reçoivent des informations au moins sur :
  a) les heures d'arrivée et de départ ;
  b) les équipements et services qui sont proposés dans le parc de vacances (y compris les équipements et services sur demande) et, le cas échéant, les heures d'ouverture de ces équipements.
  Des informations sur l'offre touristique des environs sont à disposition à la réception ou dans un autre espace commun du parc de vacances.
  7. Le parc de vacances dispose de son propre site Internet reprenant des informations actuelles sur le parc de vacances, des informations sur la situation du terrain ainsi que des photos réalistes et actuelles du parc de vacances.
Art. N10. [1 (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 31-08-2023, p. 70984) ]1
  
Art. N10. [1 (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 31-08-2023, p. 71064)]1