Artikel 1. Aan artikel 6.4.14/2, § 2 van het Energiebesluit van 19 november 2010, vervangen bij besluit van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2016, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zin "Die vergoeding wordt alleen verstrekt als tegemoetkoming voor de opkoopkosten voor groenestroomcertificaten die betrekking hebben op zonne-energie, en die conform artikel 7.1.6, § 1, van het voormelde decreet door een natuurlijke persoon die geen onderneming is in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de europese Unie aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder zijn overgedragen." opgeheven;
2° aan het tweede lid wordt de zinsnede "van 93 euro per groenestroomcertificaat" vervangen door de zinsnede "die niet hoger is dan de waarde die de elektriciteitsdistributienetbeheerder conform artikel 7.1.6 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 voor dat groenestroomcertificaat heeft betaald, met een plafond van 93 euro per groenestroomcertificaat";
3° in het vierde lid wordt de zin "De totaliteit van de gecumuleerde vergoedingen, vermeld in het tweede en derde lid, kunnen voor iedere individuele elektriciteitsdistributienetbeheerder met toepassing van besluit 2012/21/EU echter nooit meer bedragen dan 15 miljoen euro per jaar." opgeheven.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
20 DECEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft een vergoeding voor de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen vermeld in artikel 7.1.6 en 7.1.7 van het Energiedecreet van 8 mei 2009
Titre
20 DECEMBRE 2017. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'Arrêté relatif à l'Energie du 19 novembre 2010, en ce qui concerne une indemnité pour l'exécution des obligations de service public visées aux articles 7.1.6 et 7.1.7 du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009
Informations sur le document
Numac: 2017014371
Datum: 2017-12-20
Info du document
Numac: 2017014371
Date: 2017-12-20
Tekst (6)
Texte (6)
Article 1er. A l'article 6.4.14/2, § 2 de l'Arrêté relatif à l'énergie du 19 novembre 2010, remplacé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 21 octobre 2016, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, la phrase " Cette indemnité est uniquement accordée à titre d'intervention pour les frais de rachat de certificats d'électricité écologique portant sur l'énergie solaire, et ayant été transférés au gestionnaire de réseau de distribution d'électricité conformément à l'article 7.1.6, § 1er, du décret précité, par une personne physique n'étant pas une entreprise au sens de l'article 107, alinéa premier, du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne. " est abrogée ;
2° dans l'alinéa 2, le membre de phrase " étant 93 euros par certificat d'électricité écologique " est remplacé par le membre de phrase " ne dépassant pas la valeur que le gestionnaire du réseau de distribution d'électricité a payée conformément à l'article 7.1.6 du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009 pour ce certificat vert, plafonnée à 93 euros par certificat vert " ;
3° dans l'alinéa 4, la phrase " Par application de la Décision 2012/21/UE, l'ensemble des indemnités cumulées visées aux alinéa 2 et 3, ne peut cependant pas dépasser pour chaque gestionnaire de réseau de distribution 15 millions d'euros par année. " est abrogée.
1° dans l'alinéa 1er, la phrase " Cette indemnité est uniquement accordée à titre d'intervention pour les frais de rachat de certificats d'électricité écologique portant sur l'énergie solaire, et ayant été transférés au gestionnaire de réseau de distribution d'électricité conformément à l'article 7.1.6, § 1er, du décret précité, par une personne physique n'étant pas une entreprise au sens de l'article 107, alinéa premier, du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne. " est abrogée ;
2° dans l'alinéa 2, le membre de phrase " étant 93 euros par certificat d'électricité écologique " est remplacé par le membre de phrase " ne dépassant pas la valeur que le gestionnaire du réseau de distribution d'électricité a payée conformément à l'article 7.1.6 du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009 pour ce certificat vert, plafonnée à 93 euros par certificat vert " ;
3° dans l'alinéa 4, la phrase " Par application de la Décision 2012/21/UE, l'ensemble des indemnités cumulées visées aux alinéa 2 et 3, ne peut cependant pas dépasser pour chaque gestionnaire de réseau de distribution 15 millions d'euros par année. " est abrogée.
Art.2. Aan titel VI, hoofdstuk IV, afdeling III, van hetzelfde besluit, wordt een onderafdeling V, die bestaat uit artikel 6.4.14/3, toegevoegd, die luidt als volgt:
"Onderafdeling V. Vergoeding voor de opkoop van warmtekrachtcertificaten door de netbeheerders
Art. 6.4.14/3. § 1. De kosten voor de openbaredienstverplichtingen, vermeld in artikel 7.1.7 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, waaronder de kosten van de verplichtingen die de vergoedingen, vermeld in paragraaf 2, overschrijden, zijn een financiële openbaredienstverplichting voor de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit.
§ 2. Voor de uitvoering van de openbaredienstverplichting, vermeld in artikel 7.1.7, § 1, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wordt vanaf kalenderjaar 2017 en maximaal tot in het kalenderjaar 2027, na aanvraag bij het Vlaams Energieagentschap, aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders een vergoeding toegekend.
De vergoeding, vermeld in het eerste lid, wordt voor de warmtekrachtcertificaten, vermeld in artikel 7.1.7, § 1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, die de elektriciteitsdistributienetbeheerders in portefeuille hebben, berekend op basis van de boekhoudkundige waarde van de warmtekrachtcertificaten in kwestie, met een maximale waarde die niet hoger is dan de waarde die de elektriciteitsdistributienetbeheerder conform artikel 7.1.7 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 voor dat warmtekrachtcertificaat heeft betaald met een plafond van 31 euro per warmtekrachtcertificaat.
De minister bepaalt jaarlijks het maximale bedrag van de totale vergoeding voor alle elektriciteitsdistributienetbeheerders op basis van de middelen die daarvoor ingeschreven zijn op de algemene uitgavenbegroting voor dat jaar en de middelen uit het Energiefonds die daarvoor beschikbaar gesteld zijn.
Het Vlaamse Gewest is er alleen toe gehouden de vergoeding te betalen via het Vlaams Energieagentschap als de elektriciteitsdistributienetbeheerders de vergoeding jaarlijks aanvragen, als ze bewijsstukken voorleggen over de herkomst, de technologie en de vastgestelde boekhoudkundige waarde van de warmtekrachtcertificaten, en als ze het overeenstemmende aantal warmtekrachtcertificaten hebben ingediend bij de VREG.
§ 3. Het Vlaams Energieagentschap is belast met de uitbetaling van de vergoedingen, vermeld in paragraaf 2. De minister kan nadere regels vastleggen voor de uitbetalingsprocedure.".In titel XI, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit worden in het opschrift van afdeling III tussen het woord "groenestroomcertificaten" en het woord "door" de woorden "en warmtekrachtcertificaten" ingevoegd.
"Onderafdeling V. Vergoeding voor de opkoop van warmtekrachtcertificaten door de netbeheerders
Art. 6.4.14/3. § 1. De kosten voor de openbaredienstverplichtingen, vermeld in artikel 7.1.7 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, waaronder de kosten van de verplichtingen die de vergoedingen, vermeld in paragraaf 2, overschrijden, zijn een financiële openbaredienstverplichting voor de elektriciteitsdistributienetbeheerder of de beheerder van het plaatselijk vervoernet van elektriciteit.
§ 2. Voor de uitvoering van de openbaredienstverplichting, vermeld in artikel 7.1.7, § 1, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wordt vanaf kalenderjaar 2017 en maximaal tot in het kalenderjaar 2027, na aanvraag bij het Vlaams Energieagentschap, aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders een vergoeding toegekend.
De vergoeding, vermeld in het eerste lid, wordt voor de warmtekrachtcertificaten, vermeld in artikel 7.1.7, § 1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009, die de elektriciteitsdistributienetbeheerders in portefeuille hebben, berekend op basis van de boekhoudkundige waarde van de warmtekrachtcertificaten in kwestie, met een maximale waarde die niet hoger is dan de waarde die de elektriciteitsdistributienetbeheerder conform artikel 7.1.7 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 voor dat warmtekrachtcertificaat heeft betaald met een plafond van 31 euro per warmtekrachtcertificaat.
De minister bepaalt jaarlijks het maximale bedrag van de totale vergoeding voor alle elektriciteitsdistributienetbeheerders op basis van de middelen die daarvoor ingeschreven zijn op de algemene uitgavenbegroting voor dat jaar en de middelen uit het Energiefonds die daarvoor beschikbaar gesteld zijn.
Het Vlaamse Gewest is er alleen toe gehouden de vergoeding te betalen via het Vlaams Energieagentschap als de elektriciteitsdistributienetbeheerders de vergoeding jaarlijks aanvragen, als ze bewijsstukken voorleggen over de herkomst, de technologie en de vastgestelde boekhoudkundige waarde van de warmtekrachtcertificaten, en als ze het overeenstemmende aantal warmtekrachtcertificaten hebben ingediend bij de VREG.
§ 3. Het Vlaams Energieagentschap is belast met de uitbetaling van de vergoedingen, vermeld in paragraaf 2. De minister kan nadere regels vastleggen voor de uitbetalingsprocedure.".In titel XI, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit worden in het opschrift van afdeling III tussen het woord "groenestroomcertificaten" en het woord "door" de woorden "en warmtekrachtcertificaten" ingevoegd.
Art.2. Le titre VI, chapitre IV, section III du même arrêté est complété par une sous-section V, comprenant l'article 6.4.14/3, rédigée comme suit :
" Sous-section V. Indemnité pour le rachat de certificats de cogénération par les gestionnaires de réseau
" Sous-section V. Indemnité pour le rachat de certificats de cogénération par les gestionnaires de réseau
Art.3. In titel XI, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit worden in het opschrift van afdeling III tussen hetn woord "groenestroomcertificaten" en het woord "door" de woorden "en warmtekrachtcertificaten" ingevoegd.
Art.6. 4.14/3. § 1er. Les frais pour les obligations de service public visées à l'article 7.1.7 du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, y compris les frais des obligations dépassant les indemnités visées au paragraphe 2, constituent une obligation financière de service public pour le gestionnaire du réseau de distribution d'électricité ou le gestionnaire du réseau de transport local d'électricité.
§ 2. Pour l'exécution de l'obligation de service public visée à l'article 7.1.7, § 1er, du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, une indemnité est accordée aux gestionnaires de réseau de distribution d'électricité à partir de l'année calendaire 2017 et tout au plus jusqu'en l'année calendaire 2027, après la demande auprès de la " Vlaams Energieagentschap ".
Pour les certificats de cogénération, visés à l'article 7.1.7, § 1er, du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, que les gestionnaires de réseau de distribution d'électricité ont en portefeuille, l'indemnité visée à l'alinéa 1er, est calculée sur la base de la valeur comptable des certificats de cogénération en question, la valeur maximale ne dépassant pas la valeur que le gestionnaire du réseau de distribution d'électricité a payée conformément à l'article 7.1.7 du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009 pour ce certificat de cogénération, plafonnée à 31 euros par certificat de cogénération.
Le Ministre fixe annuellement le montant maximal de l'indemnité totale pour tous les gestionnaires de réseau de distribution d'électricité, sur la base des moyens inscrits à cet effet au budget général des dépenses pour l'année en question et des moyens puisés dans le Fonds de l'Energie à cet effet.
La Région flamande est uniquement tenue de payer l'indemnité par le biais de la " Vlaams Energieagentschap " si les gestionnaires de réseau de distribution d'électricité demandent chaque année l'indemnité, s'ils produisent les pièces justificatives sur l'origine, la technologie et la valeur comptable établie des certificats de cogénération, et s'ils ont présenté au VREG le nombre de certificats de cogénération correspondant.
§ 3. La " Vlaams Energieagentschap " est chargée du paiement des indemnités visées au paragraphe 2. Le Ministre peut arrêter les modalités relatives à la procédure de paiement. ".
Art. 6. Le Ministre flamand ayant la politique de l'énergie dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
§ 2. Pour l'exécution de l'obligation de service public visée à l'article 7.1.7, § 1er, du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, une indemnité est accordée aux gestionnaires de réseau de distribution d'électricité à partir de l'année calendaire 2017 et tout au plus jusqu'en l'année calendaire 2027, après la demande auprès de la " Vlaams Energieagentschap ".
Pour les certificats de cogénération, visés à l'article 7.1.7, § 1er, du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, que les gestionnaires de réseau de distribution d'électricité ont en portefeuille, l'indemnité visée à l'alinéa 1er, est calculée sur la base de la valeur comptable des certificats de cogénération en question, la valeur maximale ne dépassant pas la valeur que le gestionnaire du réseau de distribution d'électricité a payée conformément à l'article 7.1.7 du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009 pour ce certificat de cogénération, plafonnée à 31 euros par certificat de cogénération.
Le Ministre fixe annuellement le montant maximal de l'indemnité totale pour tous les gestionnaires de réseau de distribution d'électricité, sur la base des moyens inscrits à cet effet au budget général des dépenses pour l'année en question et des moyens puisés dans le Fonds de l'Energie à cet effet.
La Région flamande est uniquement tenue de payer l'indemnité par le biais de la " Vlaams Energieagentschap " si les gestionnaires de réseau de distribution d'électricité demandent chaque année l'indemnité, s'ils produisent les pièces justificatives sur l'origine, la technologie et la valeur comptable établie des certificats de cogénération, et s'ils ont présenté au VREG le nombre de certificats de cogénération correspondant.
§ 3. La " Vlaams Energieagentschap " est chargée du paiement des indemnités visées au paragraphe 2. Le Ministre peut arrêter les modalités relatives à la procédure de paiement. ".
Art. 6. Le Ministre flamand ayant la politique de l'énergie dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.
Art.4. In artikel 11.1.3 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 oktober 2016 en 13 januari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de 1 zinsnede "en artikel 6.4.14/2" vervangen door de zinsnede "tot en met artikel 6.4.14/3";
2° in het derde lid wordt de zinsnede "artikel 6.4.12/2" vervangen door de zinsnede "artikel 6.4.14/2";
3° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Het Vlaams Energieagentschap kan op elk moment bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder alle inlichtingen en gegevens, inclusief individuele dossiers over de toekenning en uitbetaling van de minimumsteun, vermeld in artikel 7.1.7, § 1, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, opvragen die nodig zijn om de controle uit te voeren op de toepassing van de vergoedingsregeling, vermeld in artikel 6.4.14/3 van dit besluit. De elektriciteitsdistributienetbeheerders bezorgen het Vlaams Energieagentschap op eenvoudig verzoek alle relevante informatie over de vaststelling van de boekhoudkundige waarde van de warmtekrachtcertificaten, vermeld in artikel 6.4.14/3 van dit besluit.";
4° in het bestaande vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt tussen de zinsnede "artikel 6.4.14/2" en het woord "voldoet", de zinsnede "of artikel 6.4.14/3" ingevoegd.
1° in het eerste lid wordt de 1 zinsnede "en artikel 6.4.14/2" vervangen door de zinsnede "tot en met artikel 6.4.14/3";
2° in het derde lid wordt de zinsnede "artikel 6.4.12/2" vervangen door de zinsnede "artikel 6.4.14/2";
3° tussen het derde en het vierde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Het Vlaams Energieagentschap kan op elk moment bij de elektriciteitsdistributienetbeheerder alle inlichtingen en gegevens, inclusief individuele dossiers over de toekenning en uitbetaling van de minimumsteun, vermeld in artikel 7.1.7, § 1, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, opvragen die nodig zijn om de controle uit te voeren op de toepassing van de vergoedingsregeling, vermeld in artikel 6.4.14/3 van dit besluit. De elektriciteitsdistributienetbeheerders bezorgen het Vlaams Energieagentschap op eenvoudig verzoek alle relevante informatie over de vaststelling van de boekhoudkundige waarde van de warmtekrachtcertificaten, vermeld in artikel 6.4.14/3 van dit besluit.";
4° in het bestaande vierde lid, dat het vijfde lid wordt, wordt tussen de zinsnede "artikel 6.4.14/2" en het woord "voldoet", de zinsnede "of artikel 6.4.14/3" ingevoegd.
Art.3. Dans le titre XI, chapitre Ier, du même arrêté, dans l'intitulé de la section III, les mots " et de certificats de cogénération " sont insérés entre les mots " certificats d'électricité écologique " et les mots " par ".
Art.5. Dit besluit treedt in werking op datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 1 tot en met 3, en artikel 4, 1°, 3° en 4°, waarvan de Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, voor ieder van die bepalingen de datum van inwerkingtreding bepaalt.
Art.4. A l'article 11.1.3 du même arrêté, inséré par l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 janvier 2014 et modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 21 octobre 2016 et 13 janvier 2017, les modifications suivantes sont apportées :
1° dans l'alinéa 1er, le membre de phrase " et 6.4.14/2 " est remplacé par le membre de phrase " à 6.4.14/3 inclus " ;
2° dans l'alinéa 3, le membre de phrase " article 6.4.12/2 " est remplacé par le membre de phrase " article 6.4.14/2 " ;
3° entre les alinéas 3 et 4, il est inséré un alinéa, rédigé comme suit :
La " Vlaams Energieagentschap " peut à tout moment demander auprès du gestionnaire de réseau de distribution d'électricité toutes les informations et données, y compris les dossiers individuels au sujet de l'attribution et du paiement de l'aide minimale visée à l'article 7.1.7, § 1er, du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, nécessaires pour l'exécution du contrôle de l'application du régime indemnitaire visé à l'article 6.4.14/3 du présent arrêté. Les gestionnaires de réseau de distribution d'électricité transmettent à la " Vlaams Energieagentschap ", sur simple demande, tous les renseignements pertinents sur la fixation de la valeur comptable des certificats de cogénération visés à l'article 6.4.14/3 du présent arrêté. " ;
4° dans l'alinéa 4 existant, qui devient l'alinéa 5, le membre de phrase " ou 6.4.14/3 " est inséré entre le membre de phrase " ou à l'article 6.4.14/2 " et les mots ", les indemnités ".
1° dans l'alinéa 1er, le membre de phrase " et 6.4.14/2 " est remplacé par le membre de phrase " à 6.4.14/3 inclus " ;
2° dans l'alinéa 3, le membre de phrase " article 6.4.12/2 " est remplacé par le membre de phrase " article 6.4.14/2 " ;
3° entre les alinéas 3 et 4, il est inséré un alinéa, rédigé comme suit :
La " Vlaams Energieagentschap " peut à tout moment demander auprès du gestionnaire de réseau de distribution d'électricité toutes les informations et données, y compris les dossiers individuels au sujet de l'attribution et du paiement de l'aide minimale visée à l'article 7.1.7, § 1er, du Décret sur l'Energie du 8 mai 2009, nécessaires pour l'exécution du contrôle de l'application du régime indemnitaire visé à l'article 6.4.14/3 du présent arrêté. Les gestionnaires de réseau de distribution d'électricité transmettent à la " Vlaams Energieagentschap ", sur simple demande, tous les renseignements pertinents sur la fixation de la valeur comptable des certificats de cogénération visés à l'article 6.4.14/3 du présent arrêté. " ;
4° dans l'alinéa 4 existant, qui devient l'alinéa 5, le membre de phrase " ou 6.4.14/3 " est inséré entre le membre de phrase " ou à l'article 6.4.14/2 " et les mots ", les indemnités ".
(NOTA : Inwerkingtreding van artikel 1 vastgesteld op 28-12-2017 door MB 2017-12-20/04, art. 6, wat betreft een vergoeding voor de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen vermeld in artikel 7.1.6 en 7.1.7 van het Energiedecreet van 8 mei 2009)
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 2, 3, 4, 1° en 4, 3° vastgesteld op 28-12-2017 door MB 2017-12-20/05, art. 6, wat betreft een vergoeding voor de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen vermeld in artikel 7.1.6 en 7.1.7 van het Energiedecreet van 8 mei 2009)
(NOTA : Inwerkingtreding van artikelen 2, 3, 4, 1° en 4, 3° vastgesteld op 28-12-2017 door MB 2017-12-20/05, art. 6, wat betreft een vergoeding voor de uitvoering van de openbaredienstverplichtingen vermeld in artikel 7.1.6 en 7.1.7 van het Energiedecreet van 8 mei 2009)
-
Art. 6. De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.5. Le présent arrêté entre en vigueur à la date de sa publication au Moniteur belge, à l'exception des articles 1 à 3 inclus, et de l'article 4, 1°, 3° et 4°, dont le Ministre flamand qui a la politique de l'énergie dans ses attributions, arrête la date d'entrée en vigueur de chaque disposition.
-
(NOTE : Entrée en vigueur de l'article 1 fixée au 28-12-2017 par AM 2017-12-20/04, art. 6)
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 2, 3, 4, 1° en 4, 3° fixée au 28-12-2017 par AM 2017-12-20/05, art. 6)
(NOTE : Entrée en vigueur des articles 2, 3, 4, 1° en 4, 3° fixée au 28-12-2017 par AM 2017-12-20/05, art. 6)