Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
15 SEPTEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging en de opheffing van diverse besluiten over wonen, wat betreft leegstand, verwaarlozing, ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring en de technische normen voor sociale woningbouw
Titre
15 SEPTEMBRE 2017. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant et abrogeant divers arrêtés relatifs au logement, en ce qui concerne l'abandon, le délabrement, la déclaration d'inadaptation et d'inhabitabilité et les normes techniques pour la construction de logements sociaux
Informations sur le document
Info du document
Tekst (16)
Texte (16)
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen
CHAPITRE 1er. - Modifications à l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 juillet 2013 portant les normes de qualité et de sécurité pour habitations
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015, 15 juli 2016 en 24 februari 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° er wordt een punt 3° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° /1 decreet van 22 december 1995: hoofdstuk VIII, afdeling 2, onderafdeling 1 en 3, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;";
  2° er wordt een punt 12° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "12° /1 inventaris: de inventaris, vermeld in artikel 26, § 1, van het decreet van 22 december 1995;".
Article 1er. A l'article 1er de l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 juillet 2013 portant les normes de qualité et de sécurité pour habitations, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 27 novembre 2015, 15 juillet 2016 et 24 février 2017, les modifications suivantes sont apportées :
  1° il est inséré un point 3° /1, rédigé comme suit :
  " 3° /1 décret du 22 décembre 1995 : le chapitre VIII, section 2, sous-sections 1 et 3, du décret du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1996 ; " ;
  2° il est inséré un point 12° /1, rédigé comme suit :
  " 12° /1 inventaire : l'inventaire, visé à l'article 26, § 1er, du décret du 22 décembre 1995 ; ".
Art.2. In artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", vermeld in artikel 28, § 1, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996" opgeheven.
Art.2. Dans l'article 16, § 2, du même arrêté, le membre de phrase " visé à l'article 28, § 1er, du décret du 22 décembre 1995 contenant des mesures d'accompagnement du budget 1996 " est abrogé.
Art.3. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017, wordt een hoofdstuk 5/1, dat bestaat uit artikel 16/1 tot en met artikel 16/4, ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Hoofdstuk 5/1. De inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen
  Art. 16/1. Het agentschap beheert de inventaris.
  De ambtenaren die de leidend ambtenaar van het agentschap aanwijst, oefenen de bevoegdheden die verbonden zijn aan het beheer van de inventaris, uit op het grondgebied van alle gemeenten van het Vlaamse Gewest.
  De inventaris wordt digitaal bijgehouden.
  Art. 16/2. Het registratieattest, vermeld in artikel 28, § 1, van het decreet van 22 december 1995, bevat minimaal de volgende gegevens:
  1° het adres van de ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning;
  2° de kadastrale gegevens van de ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning;
  3° de identiteit en het adres van de houders van het zakelijk recht;
  4° het nummer en de datum van het besluit tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring;
  5° de datum van het registratieattest;
  6° de gronden van de inventarisatie;
  7° de verdere gevolgen van de inventarisatie;
  8° de beroepsmogelijkheden.
  De minister kan een model van registratieattest opmaken.
  De registratieattesten worden met een beveiligde zending betekend aan de houders van het zakelijk recht, zoals bekend bij de Administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen op de datum van de inventarisatie.
  Art. 16/3. Bij overdracht van een zakelijk recht als vermeld in artikel 2.5.2.0.1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, bevat het formulier, vermeld in artikel 29, tweede lid, van het decreet van 22 december 1995, de gegevens van het registratieattest en de identificatiegegevens van de verkrijger van het zakelijk recht, met inbegrip van het nummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) of het btw-nummer van rechtspersonen en het rijksregisternummer van natuurlijke personen.
  Art. 16/4. In het laatste kwartaal dat voorafgaat aan de verjaardag van de inventarisatie, stuurt de inventarisbeheerder een brief naar de houder van het zakelijk recht waarin hij wijst op al de volgende feiten:
  1° het feit dat de woning in kwestie nog altijd geïnventariseerd is;
  2° de gevolgen van de verjaardag van de inventarisatie;
  3° de mogelijkheid tot schrapping, vermeld in artikel 30 van het decreet van 22 december 1995.".
Art.3. Dans le même arrêté, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 février 2017, il est inséré un chapitre 5/1, comprenant les articles 16/1 à 16/4 inclus, rédigés comme suit :
  " Chapitre 5/1. L'inventaire des habitations inadéquates et inhabitables
  Art. 16/1. L'agence gère l'inventaire.
  Les fonctionnaires désignés par le fonctionnaire dirigeant de l'agence, exercent les compétences liées à la gestion de l'inventaire, sur le territoire de toutes les communes de la Région flamande.
  L'inventaire est tenu à jour sous forme numérique.
  Art. 16/2. L'attestation d'enregistrement, visée à l'article 28, § 1er, du décret du 22 décembre 1995, contient au moins les informations suivantes :
  1° l'adresse de l'habitation déclarée inadaptée ou inhabitable ;
  2° les données cadastrales de l'habitation déclarée inadaptée ou inhabitable ;
  3° l'identité et l'adresse des titulaires du droit réel ;
  4° le numéro et la date de la décision de déclaration d'inadaptation ou d'inhabitabilité ;
  5° la date de l'attestation d'enregistrement ;
  6° les terrains de l'inventarisation ;
  7° les conséquences de l'inventarisation ;
  8° les possibilités de recours.
  Le Ministre peut établir un modèle d'attestation d'enregistrement.
  Les attestations d'enregistrement sont notifiées par envoi sécurisé aux titulaires du droit réel, tels que connus auprès de l'Administration du Cadastre, de l'Enregistrement et des Domaines à la date de l'inventarisation.
  Art. 16/3. En cas de transfert d'un droit réel tel que visé à l'article 2.5.2.0.1, alinéa 1er, du Code flamand de la Fiscalité du 13 décembre 2013, le formulaire visé à l'article 29, alinéa 2, du décret du 22 décembre 1995, contient les données de l'attestation d'enregistrement et les données d'identification de l'acquéreur du droit réel, y compris le numéro de la Banque-Carrefour des Entreprises (BCE) ou le numéro T.V.A. de personnes morales et le numéro de registre national de personnes physiques.
  Art. 16/4. Au cours du dernier trimestre précédant l'anniversaire de l'inventarisation, le gestionnaire de l'inventaire envoie une lettre au titulaire du droit réel signalant tous les faits suivants :
  1° le fait que l'habitation concernée est toujours inventoriée ;
  2° les conséquences de l'anniversaire de l'inventarisation ;
  3° la possibilité de radiation, visée à l'article 30 du décret du 22 décembre 1995. ".
Art.4. Bijlage 1 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en 15 juli 2016, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.4. L'annexe 1redu même arrêté, modifiée par les arrêtés du Gouvernement flamand des 27 novembre 2015 et 15 juillet 2016, est remplacée par l'annexe 1, jointe au présent arrêté.
Art.5. Bijlage 2 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en 15 juli 2016, wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.5. L'annexe 2 du même arrêté, modifiée par les arrêtés du Gouvernement flamand des 27 novembre 2015 et 15 juillet 2016, est remplacée par l'annexe 2, jointe au présent arrêté.
Art.6. Bijlage 3 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 en 15 juli 2016, wordt vervangen door bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.
Art.6. L'annexe 3 du même arrêté, modifiée par les arrêtés du Gouvernement flamand des 27 novembre 2015 et 15 juillet 2016, est remplacée par l'annexe 3, jointe au présent arrêté.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het Besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013
CHAPITRE 2. - Modifications de l'arrêté relatif au Code flamand de la Fiscalité du 20 décembre 2013
Art.7. In artikel 1.1.0.0.1, eerste lid, van het Besluit Vlaamse Codex Fiscaliteit van 20 december 2013, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2014, wordt de zinsnede "het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen" vervangen door de zinsnede "het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen".
Art.7. Dans l'article 1.1.0.0.1, alinéa 1er, de l'arrêté relatif au Code flamand de la Fiscalité du 20 décembre 2013, remplacé par l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 décembre 2014, le membre de phrase " l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 1996 portant la redevance visant à lutter contre le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations " est remplacé par le membre de phrase " l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 juillet 2013 portant les normes de qualité et de sécurité pour habitations ".
Art.8. In artikel 2.5.6.0.1, derde lid, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "of, in voorkomend geval, aan de administratieve eenheid, vermeld in artikel 2, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen" opgeheven.
Art.8. Dans l'article 2.5.6.0.1, alinéa 3, du même arrêté, le membre de phrase " ou, le cas échéant, à l'unité administrative, citée dans l'article 2, § 2, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 1996 portant la redevance visant à lutter contre le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations " est abrogé.
Art.9. In artikel 3.1.0.0.2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in punt 1° wordt de zinsnede "voor elk gebouw of elke woning waarvan de gemeente de correcte gegevens en indicaties, vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen, heeft meegedeeld aan het agentschap" vervangen door de zinsnede "voor elke woning waarvoor de gemeente conform artikel 15, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen het agentschap heeft ingelicht";
  2° in punt 2° wordt de zinsnede "op voorwaarde dat de gebouwen of woningen werden gesignaleerd overeenkomstig artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen" vervangen door de zinsnede "op voorwaarde dat de gemeente het agentschap over de woningen heeft ingelicht conform artikel 15, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen".
Art.9. A l'article 3.1.0.0.2, alinéa 1er, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le point 1°, le membre de phrase " pour chaque bâtiment ou habitation dont la commune a communiqué le données et indications correctes, citées dans l'article 4 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 1996 portant la redevance visant à lutter contre l'inoccupation et le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations, à l'agence " est remplacé par le membre de phrase " pour chaque habitation pour laquelle la commune a informé l'agence conformément à l'article 15, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 juillet 2013 portant les normes de qualité et de sécurité pour habitations " ;
  2° dans le point 2°, le membre de phrase " à condition que les bâtiments ou habitations ont été signalés conformément à l'article 4 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 1996 portant la redevance visant à lutter contre l'inoccupation et le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations " est remplacé par le membre de phrase " à condition que la commune a informé l'agence concernant les habitations conformément à l'article 15, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 12 juillet 2013 portant les normes de qualité et de sécurité pour habitations ".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
CHAPITRE 3. - Dispositions finales
Art.10. De volgende regelingen worden opgeheven:
  1° het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 2017;
  2° het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regelen betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013, 16 mei 2014 en 24 februari 2017;
  3° het ministerieel besluit van 24 december 2004 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen houdende de modellen van registratieattesten en tot opheffing van het ministerieel besluit van 14 september 2004 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen houdende de modellen van registratieattesten;
  4° het ministerieel besluit van 24 oktober 2005 houdende oprichting en samenstelling van de commissie vrijstellingen leegstand woningen, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 1 juli 2006;
  5° het ministerieel besluit van 11 oktober 2006 tot vaststelling van het formulier voor kennisgeving van de overdracht van het zakelijk recht, bepaald bij artikel 27, § 3, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 26 februari 2010;
  6° het ministerieel besluit van 14 mei 2013 betreffende de vaststelling van de technische normen waaraan sociale woningen en kavels moeten voldoen.
Art.10. Les réglementations suivantes sont abrogées :
  1° l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 1996 portant la redevance visant à lutter contre l'abandon et le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations, modifié en dernier lieu par l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 février 2017 ;
  2° l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 juillet 2009 relatif aux modalités du registre des immeubles inoccupés et modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 1996 portant la redevance visant à lutter contre l'inoccupation et le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 24 mai 2013, 16 mai 2014 et 24 février 2017 ;
  3° l'arrêté ministériel du 24 décembre 2004 d'exécution de l'arrêté du Gouvernement flamand relatif à la redevance visant à lutter contre l'inoccupation et le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations, portant les modèles de certificat d'enregistrement et abrogeant l'arrêté du 14 septembre 2004 d'exécution de l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 avril 1996 relatif à la redevance visant à lutter contre l'inoccupation et le délabrement de bâtiments et/ou d'habitations, portant les modèles de certificat d'enregistrement ;
  4° l'arrêté ministériel du 24 octobre 2005 portant création et composition d'une commission de dispenses d'inoccupation des habitations, modifié par l'arrêté ministériel du 1 juillet 2006 ;
  5° l'arrêté ministériel du 11 octobre 2006 fixant le formulaire de réception des modifications de droit réel déterminé par l'article 27, § 3, du décret du 22 décembre 1995 contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1996, modifié par l'arrêté ministériel du 26 février 2010 ;
  6° l'arrêté ministériel du 14 mai 2013 fixant les normes techniques auxquelles les habitations sociales et les lots sociaux doivent satisfaire.
Art.11. De Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.11. Le Ministre flamand, qui a le logement dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N. Bijlagen 1 tot met 3.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 23-10-2017, p. 95571)
Art. N. Annexes 1 à 3.
  (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 23-10-2017, p. 95598)