Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° "het koninklijk besluit van 4 juli 2014" : het koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van bepaalde burgelijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid van de krijgsmacht;
2° "de ambtenaar" : de ambtenaar van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid van de Krijgsmacht zoals bepaald in artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 4 juli 2014.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
28 FEBRUARI 2017. - Ministerieel besluit betreffende de vereisten inzake voortgezette vorming van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid van de krijgsmacht
Titre
28 FEVRIER 2017. - Arrêté ministériel relatif aux exigences de formation continuée de certains agents civils du département d'état-major renseignement et sécurité des forces armées
Informations sur le document
Numac: 2017011107
Datum: 2017-02-28
Info du document
Numac: 2017011107
Date: 2017-02-28
Table des matières
HOOFDSTUK 1. - Definities
HOOFDSTUK 2. - De vereisten inzake voortgezette...
HOOFDSTUK 3. - De inschrijvingsmodaliteiten voo...
HOOFDSTUK 4. - De deelname aan een cursus van d...
HOOFDSTUK 5. - Het stopzetten van een cursus va...
HOOFDSTUK 6. - Cursusgeld en verplaatsingskosten
HOOFDSTUK 7. - Overgang opheffings- en slotbepa...
BIJLAGEN.
Table des matières
CHAPITRE 1er. - Définitions
CHAPITRE 2. - Des exigences de formation continuée
CHAPITRE 3. - Des modalités d'inscription à un ...
CHAPITRE 4. - De la participation à un cours de...
CHAPITRE 5. - De l'abandon d'un cours de la for...
CHAPITRE 6. - Des frais de cours et de déplacement
CHAPITRE 7. - Dispositions transitoires, abroga...
ANNEXES.
Tekst (26)
Texte (26)
HOOFDSTUK 1. - Definities
CHAPITRE 1er. - Définitions
Article 1er. Pour l'application du présent arrêté, on entend par :
1° "l'arrêté royal du 4 juillet 2014" : l'arrêté royal du 4 juillet 2014 fixant le statut de certains agents civils du département d'état-major renseignement et sécurité des forces armées;
2° "l'agent" : l'agent du département d'état-major renseignement et sécurité des Forces armées tel que défini à l'article 1er, 4°, de l'arrêté royal du 4 juillet 2014.
1° "l'arrêté royal du 4 juillet 2014" : l'arrêté royal du 4 juillet 2014 fixant le statut de certains agents civils du département d'état-major renseignement et sécurité des forces armées;
2° "l'agent" : l'agent du département d'état-major renseignement et sécurité des Forces armées tel que défini à l'article 1er, 4°, de l'arrêté royal du 4 juillet 2014.
HOOFDSTUK 2. - De vereisten inzake voortgezette vorming
CHAPITRE 2. - Des exigences de formation continuée
Art.2. Voldoet aan de vereisten inzake voortgezette vorming bedoeld in artikel 49, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 4 juli 2014 :
1° voor de bevordering tot de graad van afdelingsinspecteur, de ambtenaar die geslaagd is voor cursussen met een minimale duur van 240 uren vanaf zijn benoeming in de graad van inspecteur;
2° voor de bevordering tot de graad van afdelingscommissaris of afdelingscommissaris-analist, de ambtenaar die geslaagd is voor cursussen met een minimale duur van 300 uren vanaf zijn benoeming in de graad van commissaris of commissaris-analist.
1° voor de bevordering tot de graad van afdelingsinspecteur, de ambtenaar die geslaagd is voor cursussen met een minimale duur van 240 uren vanaf zijn benoeming in de graad van inspecteur;
2° voor de bevordering tot de graad van afdelingscommissaris of afdelingscommissaris-analist, de ambtenaar die geslaagd is voor cursussen met een minimale duur van 300 uren vanaf zijn benoeming in de graad van commissaris of commissaris-analist.
Art.2. Satisfait aux exigences de formation continuée visées à l'article 49, alinéa 1er, 2°, de l'arrêté royal du 4 juillet 2014 :
1° pour la promotion au grade d'inspecteur divisionnaire, l'agent qui a réussi des cours d'une durée minimale de 240 heures à partir de sa nomination au grade d'inspecteur;
2° pour la promotion au grade de commissaire divisionnaire ou de commissaire divisionnaire-analyste, l'agent qui a réussi des cours d'une durée minimale de 300 heures à partir de sa nomination au grade de commissaire ou de commissaire-analyste.
1° pour la promotion au grade d'inspecteur divisionnaire, l'agent qui a réussi des cours d'une durée minimale de 240 heures à partir de sa nomination au grade d'inspecteur;
2° pour la promotion au grade de commissaire divisionnaire ou de commissaire divisionnaire-analyste, l'agent qui a réussi des cours d'une durée minimale de 300 heures à partir de sa nomination au grade de commissaire ou de commissaire-analyste.
Art.3. Wordt beschouwd als deel uitmakend van de voortgezette vorming, de cursus die van belang is voor de dienst en die betrekking heeft op één of meerdere vakken uitgedrukt in de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit.
Art.3. Est considéré comme faisant partie de la formation continuée, le cours qui présente un intérêt pour le service et qui porte sur une ou plusieurs des matières énoncées dans l'annexe 1 jointe au présent arrêté.
Art.4. De voortgezette vorming bevat cursussen :
1° behorend tot het hoger niet-universitair onderwijs van het korte of lange type;
2° behorend tot het universitair onderwijs van de eerste en tweede cyclus, georganiseerd in instellingen van het hoger onderwijs of gelijkgestelde instellingen;
3° behorend tot elke cyclus van aanvullende studies georganiseerd door instellingen van het hoger onderwijs of gelijkgestelde instellingen;
4° gegeven door enige andere instelling of organisme, militair of niet, voorzover deze cursussen op voorhand werden goedgekeurd door de hoofdcommissaris;
5° georganiseerd door het stafdepartement inlichtingen en veiligheid;
6° gegeven door de Koninklijke Militaire School of door het Koninklijke Hoger Instituut voor Defensie.
Om aan de vereisten inzake voortgezette vorming te voldoen, dienen deze cursussen afgesloten te worden door evaluaties zoals toetsen, examens of proeven.
1° behorend tot het hoger niet-universitair onderwijs van het korte of lange type;
2° behorend tot het universitair onderwijs van de eerste en tweede cyclus, georganiseerd in instellingen van het hoger onderwijs of gelijkgestelde instellingen;
3° behorend tot elke cyclus van aanvullende studies georganiseerd door instellingen van het hoger onderwijs of gelijkgestelde instellingen;
4° gegeven door enige andere instelling of organisme, militair of niet, voorzover deze cursussen op voorhand werden goedgekeurd door de hoofdcommissaris;
5° georganiseerd door het stafdepartement inlichtingen en veiligheid;
6° gegeven door de Koninklijke Militaire School of door het Koninklijke Hoger Instituut voor Defensie.
Om aan de vereisten inzake voortgezette vorming te voldoen, dienen deze cursussen afgesloten te worden door evaluaties zoals toetsen, examens of proeven.
Art.4. La formation continuée comprend des cours :
1° relevant de l'enseignement supérieur de niveau non-universitaire de type court ou de type long;
2° relevant de l'enseignement de niveau universitaire des premier et deuxième cycles, organisés dans des établissements de l'enseignement supérieur ou assimilés;
3° relevant de tout cycle d'études complémentaires organisé par des établissements de l'enseignement supérieur ou assimilés;
4° donnés par tout autre établissement ou organisme, militaire ou non, pour autant que ces cours aient fait l'objet de l'accord préalable du commissaire en chef;
5° organisés par le département d'état-major renseignement et sécurité;
6° donnés par l'Ecole royale militaire ou par l'Institut royal supérieur de défense.
Pour satisfaire aux exigences de la formation continuée, ces cours doivent être sanctionnés par des évaluations tels des tests, examens ou épreuves.
1° relevant de l'enseignement supérieur de niveau non-universitaire de type court ou de type long;
2° relevant de l'enseignement de niveau universitaire des premier et deuxième cycles, organisés dans des établissements de l'enseignement supérieur ou assimilés;
3° relevant de tout cycle d'études complémentaires organisé par des établissements de l'enseignement supérieur ou assimilés;
4° donnés par tout autre établissement ou organisme, militaire ou non, pour autant que ces cours aient fait l'objet de l'accord préalable du commissaire en chef;
5° organisés par le département d'état-major renseignement et sécurité;
6° donnés par l'Ecole royale militaire ou par l'Institut royal supérieur de défense.
Pour satisfaire aux exigences de la formation continuée, ces cours doivent être sanctionnés par des évaluations tels des tests, examens ou épreuves.
HOOFDSTUK 3. - De inschrijvingsmodaliteiten voor een cursus van de voortgezette vorming
CHAPITRE 3. - Des modalités d'inscription à un cours de la formation continuée
Art.5. De ambtenaar stelt een plan voor de voortgezette vorming op, dat hij, via de hiërarchische weg, voor goedkeuring voorlegt aan de hoofdcommissaris.
Art.5. L'agent établit un plan de formation continuée qu'il soumet par la voie hiérarchique à l'approbation du commissaire en chef.
Art.6. Elke deelneming aan een cursus van de voortgezette vorming dient goedgekeurd te worden, voorafgaandelijk aan het begin van deze cursus, door de hoofdcommissaris.
De goedkeuring van de cursus bekrachtigt zijn erkenning als voortgezette vorming.
Ten minste twee maanden vóór de aanvang van de cursus, dient de ambtenaar via zijn hiërarchische keten, het aanvraagformulier hernomen in de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit in, naar behoren ingevuld, gemotiveerd en vergezeld van informatie met betrekking tot de aangevraagde cursus.
De hoofdcommissaris deelt zijn beslissing mee aan betrokkene binnen de maand volgend op de ontvangst van de aanvraag.
De goedkeuring van de cursus bekrachtigt zijn erkenning als voortgezette vorming.
Ten minste twee maanden vóór de aanvang van de cursus, dient de ambtenaar via zijn hiërarchische keten, het aanvraagformulier hernomen in de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit in, naar behoren ingevuld, gemotiveerd en vergezeld van informatie met betrekking tot de aangevraagde cursus.
De hoofdcommissaris deelt zijn beslissing mee aan betrokkene binnen de maand volgend op de ontvangst van de aanvraag.
Art.6. Toute participation à un cours de la formation continuée doit être approuvée, préalablement au commencement de ce cours, par le commissaire en chef.
L'approbation du cours emporte sa reconnaissance en tant que formation continuée.
Au moins deux mois avant le début du cours, l'agent introduit par la voie hiérarchique le formulaire de demande repris dans l'annexe 2 jointe au présent arrêté, dûment rempli, motivé et accompagné des informations relatives au cours sollicité.
Le commissaire en chef communique sa décision à l'intéressé dans le mois suivant la réception de la demande.
L'approbation du cours emporte sa reconnaissance en tant que formation continuée.
Au moins deux mois avant le début du cours, l'agent introduit par la voie hiérarchique le formulaire de demande repris dans l'annexe 2 jointe au présent arrêté, dûment rempli, motivé et accompagné des informations relatives au cours sollicité.
Le commissaire en chef communique sa décision à l'intéressé dans le mois suivant la réception de la demande.
HOOFDSTUK 4. - De deelname aan een cursus van de voortgezette vorming
CHAPITRE 4. - De la participation à un cours de la formation continuée
Art.7. Een dienstvrijstelling wordt verleend voor de tijd die noodzakelijk is om de cursus, goedgekeurd overeenkomstig artikel 6, te volgen.
De lesuren die buiten de normale diensturen worden gevolgd, worden gecompenseerd.
De lesuren die buiten de normale diensturen worden gevolgd, worden gecompenseerd.
Art.7. Une dispense de service est octroyée pour le temps nécessaire à suivre le cours approuvé conformément à l'article 6.
Les heures de cours suivies en dehors des heures normales de service sont compensées.
Les heures de cours suivies en dehors des heures normales de service sont compensées.
Art.8. De dienstvrijstelling wordt gecontroleerd op basis :
1° van een attest van regelmatige inschrijving, geleverd door de instelling waar de cursus wordt gevolgd, die het aantal, alsook de kalender van de lesuren vermeldt;
2° van een nauwgezetheidsattest, geleverd door de instelling waar de cursus werd gevolgd.
Die twee attesten zijn eveneens vereist voor de ambtenaar die de cursus vroegtijdig stopzet.
1° van een attest van regelmatige inschrijving, geleverd door de instelling waar de cursus wordt gevolgd, die het aantal, alsook de kalender van de lesuren vermeldt;
2° van een nauwgezetheidsattest, geleverd door de instelling waar de cursus werd gevolgd.
Die twee attesten zijn eveneens vereist voor de ambtenaar die de cursus vroegtijdig stopzet.
Art.8. La dispense de service est contrôlée sur la base :
1° d'une attestation d'inscription régulière délivrée par l'établissement auprès duquel le cours est suivi qui précise le nombre ainsi que le calendrier des heures de cours;
2° d'une attestation d'assiduité délivrée par l'établissement auprès duquel le cours a été suivi.
Ces deux attestations sont également requises pour l'agent qui arrête le cours avant son terme.
1° d'une attestation d'inscription régulière délivrée par l'établissement auprès duquel le cours est suivi qui précise le nombre ainsi que le calendrier des heures de cours;
2° d'une attestation d'assiduité délivrée par l'établissement auprès duquel le cours a été suivi.
Ces deux attestations sont également requises pour l'agent qui arrête le cours avant son terme.
Art.9. Het inschrijvingsattest wordt aan de hoofdcommissaris overgemaakt binnen de maand volgend op het begin van de cursus en het nauwgezetheidsattest wordt hem overgemaakt binnen de maand volgend op het einde van de cursus.
Art.9. L'attestation d'inscription est transmise au commissaire en chef dans le mois qui suit le début du cours et l'attestation d'assiduité lui est transmise dans le mois qui suit la fin du cours.
Art.10. De ambtenaar levert het bewijs van zijn slagen door middel van een document geleverd door de instelling waar hij de cursus heeft gevolgd.
Art.10. L'agent fournit la preuve de sa réussite au moyen d'un document délivré par l'établissement auprès duquel il a suivi le cours.
Art.11. De afwezigheid zonder geldige reden op de cursus :
1° geeft geen recht op de dienstvrijstelling bedoeld in artikel 7, eerste lid, of op de compensatie bedoeld in artikel 7, tweede lid;
2° wordt proportioneel in mindering gebracht op het vakantieverlof van de ambtenaar.
De lesuren gedurende dewelke de ambtenaar afwezig is zonder geldige reden, worden niet in rekening gebracht in de vereisten inzake voortgezette vorming zoals beschreven in artikel 2.
1° geeft geen recht op de dienstvrijstelling bedoeld in artikel 7, eerste lid, of op de compensatie bedoeld in artikel 7, tweede lid;
2° wordt proportioneel in mindering gebracht op het vakantieverlof van de ambtenaar.
De lesuren gedurende dewelke de ambtenaar afwezig is zonder geldige reden, worden niet in rekening gebracht in de vereisten inzake voortgezette vorming zoals beschreven in artikel 2.
Art.11. L'absence sans motif valable au cours :
1° ne donne pas droit à la dispense de service visée à l'article 7, alinéa 1er, ou à la compensation visée à l'article 7, alinéa 2;
2° est imputée à due concurrence sur les congés annuels de l'agent.
Les heures de cours pendant lesquelles l'agent est absent sans motif valable ne sont pas comptabilisées dans les exigences de formation continuée telles que décrites à l'article 2.
1° ne donne pas droit à la dispense de service visée à l'article 7, alinéa 1er, ou à la compensation visée à l'article 7, alinéa 2;
2° est imputée à due concurrence sur les congés annuels de l'agent.
Les heures de cours pendant lesquelles l'agent est absent sans motif valable ne sont pas comptabilisées dans les exigences de formation continuée telles que décrites à l'article 2.
HOOFDSTUK 5. - Het stopzetten van een cursus van de voortgezette vorming
CHAPITRE 5. - De l'abandon d'un cours de la formation continuée
Art.12. Het stopzetten van een cursus van de voortgezette vorming moet onmiddellijk gemeld worden :
1° aan de directeur van de instelling waar de vorming wordt gevolgd;
2° aan de hoofdcommissaris via de hiërarchische keten.
Er wordt een einde gesteld aan de dienstvrijstelling bedoeld in artikel 8, eerste lid, vanaf de dag van het stopzetten zoals aangegeven door het nauwgezetheidsattest.
Indien de cursus wordt stopgezet zonder geldige reden, kan de onderstafchef inlichtingen en veiligheid de terugbetaling van de kosten verbonden aan de cursus, andere dan die bedoeld in artikel 13, eisen.
1° aan de directeur van de instelling waar de vorming wordt gevolgd;
2° aan de hoofdcommissaris via de hiërarchische keten.
Er wordt een einde gesteld aan de dienstvrijstelling bedoeld in artikel 8, eerste lid, vanaf de dag van het stopzetten zoals aangegeven door het nauwgezetheidsattest.
Indien de cursus wordt stopgezet zonder geldige reden, kan de onderstafchef inlichtingen en veiligheid de terugbetaling van de kosten verbonden aan de cursus, andere dan die bedoeld in artikel 13, eisen.
Art.12. L'abandon d'un cours de la formation continuée doit être signalé sans délai :
1° au directeur de l'établissement auprès duquel la formation est suivie;
2° au commissaire en chef par la voie hiérarchique.
Il est mis fin à la dispense de service visée à l'article 8, alinéa 1er, à compter du jour de l'abandon tel que déterminé par l'attestation d'assiduité.
Lorsque le cours est abandonné sans motif valable, le sous-chef d'état-major renseignement et sécurité peut réclamer le remboursement des frais liés au cours autres que ceux visés à l'article 13.
1° au directeur de l'établissement auprès duquel la formation est suivie;
2° au commissaire en chef par la voie hiérarchique.
Il est mis fin à la dispense de service visée à l'article 8, alinéa 1er, à compter du jour de l'abandon tel que déterminé par l'attestation d'assiduité.
Lorsque le cours est abandonné sans motif valable, le sous-chef d'état-major renseignement et sécurité peut réclamer le remboursement des frais liés au cours autres que ceux visés à l'article 13.
HOOFDSTUK 6. - Cursusgeld en verplaatsingskosten
CHAPITRE 6. - Des frais de cours et de déplacement
Art.13. De ambtenaar die deelneemt aan een cursus goedgekeurd overeenkomstig artikel 6, heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten voor de cursus voor een maximumbedrag van 250 EUR, alsook op de terugbetaling van de verplaatsingskosten volgens de voorwaarden en de tarieven vastgelegd voor het Rijkspersoneel.
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, worden gekoppeld. Het bedrag stemt overeen met de spilindex 138,01 (basis 1981=100).
Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, worden gekoppeld. Het bedrag stemt overeen met de spilindex 138,01 (basis 1981=100).
Art.13. L'agent qui participe à un cours approuvé conformément à l'article 6, a droit à une intervention dans les frais de cours pour un montant maximum de 250 EUR ainsi qu'au remboursement des frais de déplacement aux conditions et suivant le taux établis pour les agents de l'Etat.
Le montant visé à l'alinéa 1er est adapté conformément à la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison à l'indice des prix à la consommation du Royaume de certaines dépenses dans le secteur public. Le montant correspond à l'indice-pivot 138,01 (base 1981=100).
Le montant visé à l'alinéa 1er est adapté conformément à la loi du 1er mars 1977 organisant un régime de liaison à l'indice des prix à la consommation du Royaume de certaines dépenses dans le secteur public. Le montant correspond à l'indice-pivot 138,01 (base 1981=100).
HOOFDSTUK 7. - Overgang opheffings- en slotbepalingen
CHAPITRE 7. - Dispositions transitoires, abrogatoire et finale
Art.14. Worden geacht te voldoen aan de bepalingen van dit besluit, de cursusuren van de voortgezette vorming verworven volgens de bepalingen van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.14. Sont considérés comme satisfaisant aux dispositions du présent arrêté, les heures de cours de la formation continuée acquises conformément aux dispositions applicables avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art.15. Elke cursus van de voortgezette vorming die aangevat werd vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit en die voortgaat na deze datum, blijft onderworpen aan de bepalingen van toepassing vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.15. Tout cours de la formation continuée entamé avant la date d'entrée en vigueur du présent arrêté et qui se poursuit après cette date, reste régi par les dispositions applicables avant l'entrée en vigueur du présent arrêté.
Art.16. Het ministerieel besluit van 7 juli 2003 betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor de bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid, gewijzigd bij de ministeriele besluiten van 4 oktober 2010 en 4 oktober 2013, wordt opgeheven.
Art.16. L'arrêté ministériel du 7 juillet 2003 relatif aux exigences de formation continuée pour les promotions par avancement de grade de certains agents civils du département d'état-major renseignement et sécurité, modifié par les arrêtés ministériels des 4 octobre 2010 et 4 octobre 2013, est abrogé.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage 1. - Vakken die beantwoorden aan de vereisten inzake voortgezette vorming bedoeld in artikel 3 van dit besluit.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-03-2017, p. 37621)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-03-2017, p. 37621)
Art. N1. Annexe 1. - Matières répondant aux exigences de formation continuée visées à l'article 3 du présent arrêté.
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 17-03-2017, p. 37619)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 17-03-2017, p. 37619)
Art. N2. Bijlage 2. - Aanvraag tot deelname aan een cursus die deel uitmaakt van de voortgezette vorming.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-03-2017, p. 37624)
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-03-2017, p. 37624)
Art. N2. Annexe 2. - Demande de participation à un cours faisant partie de la formation continuée.
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 17-03-2017, p. 37623)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 17-03-2017, p. 37623)