Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 september 2002 houdende afbakening van een beschermingszone rondom grondwaterwinningen in het Ter Kamerenbos en onder de Lotharingendreef in het Zoniënwoud worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden "de operator belast met de productie van drinkwater, VIVAQUA, voorheen" worden ingevoegd tussen de woorden "Ten gevolge van de aan" en "de BIWM";
2° de woorden "overeenkomstig de plannen in bijlage 2 bij dit besluit" worden vervangen door de woorden "overeenkomstig de kaart in bijlage 1 bij dit besluit".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
23 FEBRUARI 2017. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 september 2002 houdende afbakening van een beschermingszone rondom grondwaterwinningen in het Ter Kamerenbos en onder de Lotharingendreef in het Zoniënwoud
Titre
23 FEVRIER 2017. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 septembre 2002 délimitant les zones de protection des captages d'eau souterraine au Bois de la Cambre et à la Drève de Lorraine dans la forêt de Soignes
Informations sur le document
Numac: 2017010988
Datum: 2017-02-23
Info du document
Numac: 2017010988
Date: 2017-02-23
Tekst (9)
Texte (9)
Article 1er. A l'article 1er de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 19 septembre 2002 délimitant les zones de protection des captages d'eau souterraine au Bois de la Cambre et à la Drève de Lorraine dans la forêt de Soignes, les modifications suivantes sont apportées :
1° les mots " l'opérateur en charge de la production d'eau potable, VIVAQUA, anciennement " sont insérés entre les mots " suite à la délivrance à " et " la CIBE ";
2° les mots " telles que figuré aux plans joints en annexe 2 du présent arrêté " sont remplacés par les mots " telles que représentées sur la carte figurant à l'annexe 1redu présent arrêté ".
1° les mots " l'opérateur en charge de la production d'eau potable, VIVAQUA, anciennement " sont insérés entre les mots " suite à la délivrance à " et " la CIBE ";
2° les mots " telles que figuré aux plans joints en annexe 2 du présent arrêté " sont remplacés par les mots " telles que représentées sur la carte figurant à l'annexe 1redu présent arrêté ".
Art.2. In artikel 2 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende leden :
"Een activiteit of een project kan echter bij wijze van afwijking worden toegestaan voor zover de volgende cumulatieve voorwaarden zijn vervuld :
- de activiteit of het project wordt gerechtvaardigd om dwingende redenen van groot openbaar belang;
- een verzoek tot afwijking moet worden ingediend bij het Brussels Instituut voor het Milieubeheer (hierna genoemd "Het Instituut");
- er bestaat geen andere alternatieve oplossing die technisch haalbaar en/of economisch leefbaar is;
- de uitvoering van de werken en de exploitatie van de installaties hebben geen invloed op de kwaliteit en de kwantiteit van het gewonnen grondwater dat bestemd is om de openbare watervoorziening te bevoorraden.
Vereist de beoogde activiteit of het beoogde project een stedenbouwkundige vergunning of een milieuvergunning overeenkomstig de toepasselijke wetgeving, dan is de toekenning van het in het vorige lid bedoelde verzoek tot afwijking een voorwaarde voor de afgifte van deze vergunning.
Het verzoek tot afwijking moet omvatten :
- een gedetailleerde motivatie met meer bepaald een effectennota van het project betreffende de activiteiten van grondwaterwinning van VIVAQUA;
- het advies van VIVAQUA, na overleg tussen de aanvrager en de exploitant van de waterwinningen.
Wanneer het verzoek tot afwijking onvolledig is, brengt het Instituut binnen de vijftien dagen vanaf de ontvangst van het verzoek de aanvrager hiervan op de hoogte met vermelding van de ontbrekende stukken of inlichtingen.
Wanneer het verzoek tot afwijking volledig is, neemt het Instituut een beslissing in verband daarmee binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst van het verzoek of vanaf de ontvangst van de ontbrekende inlichtingen indien het verzoek onvolledig werd verklaard. Bovendien mag het Instituut elke voorwaarde vastleggen die het nuttig acht teneinde de grondwatervoorraden te beschermen. Het uitblijven van beslissing binnen de vermeld termijn wordt gelijkgesteld met een weigering van het verzoek tot afwijking.
Deze afwijkingsprocedure is specifiek voor de beschermingszone van de waterwinning en ontslaat de aanvrager niet van de verplichtingen die hem zouden worden opgelegd door of krachtens de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud. ".
2° in paragraaf 2, 2°, worden de woorden ", met inbegrip van regenwater" ingevoegd tussen "aanleg van zinkputten" en "en het ondergronds verspreiden" en worden de woorden ", zelfs gezuiverd" toegevoegd na "huishoudelijk afvalwater";
3° paragraaf 2, 3° wordt aangevuld met de woorden "en de toegestane activiteiten of projecten bij toepassing van paragraaf 1 van dit artikel; ";
4° paragraaf 2, 4° wordt vervangen door wat volgt : "de directe of indirecte lozingen, de storting, de opslag op of in de grond, het verspreiden en het vervoer van stoffen die voorkomen op de lijst van de bijlage V van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 juni 2010 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand, met uitzondering van de activiteiten of projecten die worden toegestaan bij toepassing van paragraaf 1 van dit artikel; ";
5° paragraaf 3, 1° wordt vervangen door de volgende tekst : "1° de opslag of de storting van stoffen die voorkomen op de lijst van de bijlage V van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 juni 2010 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand op voorwaarden die worden vastgesteld in een milieuvergunning afgegeven in afwijking van paragraaf 2, 4°, van dit besluit en overeenkomstig ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, onverminderd de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Bij gebrek aan een dergelijke vergunning zijn enkel toegestaan de storting en opslag van deze stoffen voor huishoudelijk, agrarisch en in bosbouw gebruik voor zover :
- het in voldoende zwakke hoeveelheden of gehalten is om elk risico van kwaliteitsbederf van de opvangende ondergrondse waterlaag uit te sluiten;
- deze stoffen in een waterdichte kelder of in een waterdichte en toegankelijk gemaakte opslagkamer opgeslagen zijn waarvan de opvangcapaciteit ten minste gelijk is aan deze van de tank. ";
6° in punt 2° van paragraaf 3 worden de woorden "bedoeld in lijst I en II" vervangen door de woorden "bedoeld in de lijst van de bijlage V van het besluit van 10 juni 2010 zoals genoemd in punt 1° ";
7° punt 3° van paragraaf 3 wordt aangevuld met de woorden : "Alle nieuwe leidingen zullen worden onderworpen aan een proef van dichtheid vóór hun ingebruikname";
8° in punt 4° van paragraaf 3 worden de woorden "de beschermingszones" vervangen door "deze beschermingszones type II";
9° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt :
"In de beschermingszones type III :
1° naast de inrichtingen bepaald door de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen voor welke specifieke voorwaarden kunnen vastgesteld worden, worden de ingegraven opslagplaatsen van koolwaterstoffen met een opvangcapaciteit van meer dan 5 000 liter aan dichtheidsproeven onderworpen die om de vijf jaar worden uitgevoerd ten laste van de eigenaars of de uitbaters van deze inrichtingen. De resultaten van deze proeven worden binnen de maand die volgt op hun uitvoering ter kennis gebracht van het Brussels Instituut voor Milieubeheer;
2° moet elke aanvraag van stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning het voorwerp uitmaken van een advies van VIVAQUA die hierbij waakt over het behoud van de kwaliteit en kwantiteit van het grondwater;
3° is verboden elke vorm van geothermische installatie (open en gesloten systeem).".
1° paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende leden :
"Een activiteit of een project kan echter bij wijze van afwijking worden toegestaan voor zover de volgende cumulatieve voorwaarden zijn vervuld :
- de activiteit of het project wordt gerechtvaardigd om dwingende redenen van groot openbaar belang;
- een verzoek tot afwijking moet worden ingediend bij het Brussels Instituut voor het Milieubeheer (hierna genoemd "Het Instituut");
- er bestaat geen andere alternatieve oplossing die technisch haalbaar en/of economisch leefbaar is;
- de uitvoering van de werken en de exploitatie van de installaties hebben geen invloed op de kwaliteit en de kwantiteit van het gewonnen grondwater dat bestemd is om de openbare watervoorziening te bevoorraden.
Vereist de beoogde activiteit of het beoogde project een stedenbouwkundige vergunning of een milieuvergunning overeenkomstig de toepasselijke wetgeving, dan is de toekenning van het in het vorige lid bedoelde verzoek tot afwijking een voorwaarde voor de afgifte van deze vergunning.
Het verzoek tot afwijking moet omvatten :
- een gedetailleerde motivatie met meer bepaald een effectennota van het project betreffende de activiteiten van grondwaterwinning van VIVAQUA;
- het advies van VIVAQUA, na overleg tussen de aanvrager en de exploitant van de waterwinningen.
Wanneer het verzoek tot afwijking onvolledig is, brengt het Instituut binnen de vijftien dagen vanaf de ontvangst van het verzoek de aanvrager hiervan op de hoogte met vermelding van de ontbrekende stukken of inlichtingen.
Wanneer het verzoek tot afwijking volledig is, neemt het Instituut een beslissing in verband daarmee binnen de zestig dagen vanaf de ontvangst van het verzoek of vanaf de ontvangst van de ontbrekende inlichtingen indien het verzoek onvolledig werd verklaard. Bovendien mag het Instituut elke voorwaarde vastleggen die het nuttig acht teneinde de grondwatervoorraden te beschermen. Het uitblijven van beslissing binnen de vermeld termijn wordt gelijkgesteld met een weigering van het verzoek tot afwijking.
Deze afwijkingsprocedure is specifiek voor de beschermingszone van de waterwinning en ontslaat de aanvrager niet van de verplichtingen die hem zouden worden opgelegd door of krachtens de ordonnantie van 1 maart 2012 betreffende het natuurbehoud. ".
2° in paragraaf 2, 2°, worden de woorden ", met inbegrip van regenwater" ingevoegd tussen "aanleg van zinkputten" en "en het ondergronds verspreiden" en worden de woorden ", zelfs gezuiverd" toegevoegd na "huishoudelijk afvalwater";
3° paragraaf 2, 3° wordt aangevuld met de woorden "en de toegestane activiteiten of projecten bij toepassing van paragraaf 1 van dit artikel; ";
4° paragraaf 2, 4° wordt vervangen door wat volgt : "de directe of indirecte lozingen, de storting, de opslag op of in de grond, het verspreiden en het vervoer van stoffen die voorkomen op de lijst van de bijlage V van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 juni 2010 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand, met uitzondering van de activiteiten of projecten die worden toegestaan bij toepassing van paragraaf 1 van dit artikel; ";
5° paragraaf 3, 1° wordt vervangen door de volgende tekst : "1° de opslag of de storting van stoffen die voorkomen op de lijst van de bijlage V van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 juni 2010 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand op voorwaarden die worden vastgesteld in een milieuvergunning afgegeven in afwijking van paragraaf 2, 4°, van dit besluit en overeenkomstig ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen, onverminderd de ordonnantie van 20 juni 2013 betreffende een pesticidegebruik dat verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Bij gebrek aan een dergelijke vergunning zijn enkel toegestaan de storting en opslag van deze stoffen voor huishoudelijk, agrarisch en in bosbouw gebruik voor zover :
- het in voldoende zwakke hoeveelheden of gehalten is om elk risico van kwaliteitsbederf van de opvangende ondergrondse waterlaag uit te sluiten;
- deze stoffen in een waterdichte kelder of in een waterdichte en toegankelijk gemaakte opslagkamer opgeslagen zijn waarvan de opvangcapaciteit ten minste gelijk is aan deze van de tank. ";
6° in punt 2° van paragraaf 3 worden de woorden "bedoeld in lijst I en II" vervangen door de woorden "bedoeld in de lijst van de bijlage V van het besluit van 10 juni 2010 zoals genoemd in punt 1° ";
7° punt 3° van paragraaf 3 wordt aangevuld met de woorden : "Alle nieuwe leidingen zullen worden onderworpen aan een proef van dichtheid vóór hun ingebruikname";
8° in punt 4° van paragraaf 3 worden de woorden "de beschermingszones" vervangen door "deze beschermingszones type II";
9° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt :
"In de beschermingszones type III :
1° naast de inrichtingen bepaald door de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen voor welke specifieke voorwaarden kunnen vastgesteld worden, worden de ingegraven opslagplaatsen van koolwaterstoffen met een opvangcapaciteit van meer dan 5 000 liter aan dichtheidsproeven onderworpen die om de vijf jaar worden uitgevoerd ten laste van de eigenaars of de uitbaters van deze inrichtingen. De resultaten van deze proeven worden binnen de maand die volgt op hun uitvoering ter kennis gebracht van het Brussels Instituut voor Milieubeheer;
2° moet elke aanvraag van stedenbouwkundige vergunning of milieuvergunning het voorwerp uitmaken van een advies van VIVAQUA die hierbij waakt over het behoud van de kwaliteit en kwantiteit van het grondwater;
3° is verboden elke vorm van geothermische installatie (open en gesloten systeem).".
Art.2. A l'article 2 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° le paragraphe 1er est complété par les alinéas suivants :
" Toutefois, une activité ou un projet peut être autorisé à titre dérogatoire moyennant le respect des conditions cumulatives suivantes :
- l'activité ou le projet se justifie pour des raisons impératives d'intérêt public majeur;
- une demande de dérogation doit être introduite auprès de l'Institut bruxellois pour la gestion de l'environnement (ci-après " l'Institut ");
- il n'existe pas d'autre solution alternative techniquement réalisable et/ou économiquement viable;
- la réalisation des travaux et l'exploitation des installations n'affectent pas la qualité et de la quantité des eaux souterraines captées qui sont destinées à alimenter le réseau public de distribution d'eau potable.
Si l'activité ou le projet envisagé nécessite un permis d'urbanisme ou un permis d'environnement conformément à la législation en vigueur, l'octroi de la dérogation visée à l'alinéa précédent constitue une condition préalable à la délivrance de ce permis.
La demande de dérogation doit comporter :
- une motivation détaillée comprenant notamment une note d'incidences du projet sur les activités de captage de l'eau souterraine de VIVAQUA;
- l'avis de VIVAQUA, après concertation entre le demandeur et l'exploitant des captages.
Si la demande de dérogation est incomplète, l'Institut en informe le demandeur dans les quinze jours de sa réception et lui précise les renseignements manquants.
Lorsque la demande de dérogation est complète, l'Institut statue sur celle-ci dans les soixante jours de sa réception ou de la réception des renseignements manquants si elle a été déclarée incomplète. Il peut en outre fixer toute condition qu'il juge utile afin de préserver les ressources en eau souterraine. L'absence de décision dans le délai précité équivaut à un refus de la demande de dérogation.
Cette procédure de dérogation est spécifique à la zone de protection de captage et ne soustrait pas le demandeur aux obligations qui lui seraient imposées par ou en vertu de l'ordonnance du 1er mars 2012 relative à la conservation de la nature. ".
2° au paragraphe 2, 2°, les mots " , en ce compris d'eau pluviale, " sont insérés entre " puits perdus " et " et l'épandage souterrain " et les mots " même épurés " sont ajoutés après " effluents domestiques ";
3° le paragraphe 2, 3° est complété par les mots " et des activités ou projets autorisés en application du paragraphe 1er du présent article; ";
4° le paragraphe 2, 4° est remplacé par ce qui suit : " le rejet direct ou indirect, le dépôt, le stockage sur ou dans le sol, l'épandage et le transport de substances relevant de la liste de l'annexe V de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 10 juin 2010 relatif à la protection des eaux souterraines contre la pollution et la détérioration, à l'exception des activités ou projets autorisés en application du paragraphe 1er du présent article; ";
5° le paragraphe 3, 1° est remplacé par le texte suivant : " 1° le stockage ou le dépôt de substances relevant de la liste figurant à l'annexe V de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 10 juin 2010 relatif à la protection des eaux souterraines contre la pollution et la détérioration dans les conditions fixées dans le permis d'environnement délivré en dérogation au paragraphe 2, 4°, du présent arrêté et conformément à l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement, sans préjudice de l'ordonnance du 20 juin 2013 relative à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable en Région de Bruxelles-Capitale.
En l'absence d'un tel permis sont seuls autorisés le dépôt et le stockage de ces substances pour des usages domestiques, agricoles et forestiers pour autant :
- qu'il s'agisse de quantités et de concentrations suffisamment faibles pour exclure tout risque de dégradation de la qualité des eaux souterraines réceptrices;
- que ces substances soient stockées dans une cave étanche ou une chambre de stockage étanche et visitable dont la capacité est au moins égale à celle de la citerne. ";
6° au point 2° du paragraphe 3, les mots " de ladite liste I et II " sont remplacés par les mots " de la liste de l'annexe V de l'arrêté du 10 juin 2010 mentionné au point 1° ";
7° le point 3° du paragraphe 3 est complété par les mots : " Toutes nouvelles canalisations seront soumises à un essai d'étanchéité préalablement à leur mise en service. "
8° au point 4° du paragraphe 3, les mots " les zone de protection " sont remplacés par " ces zones II de protection ";
9° Le paragraphe 4 est remplacé par le texte suivant :
" Dans les zones III de protection :
1° outre les installations régies par l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement pour lesquelles des conditions spécifiques peuvent être fixées, les stockages souterrains d'hydrocarbures de capacité supérieure à 5 000 litres sont soumis à des essais d'étanchéité effectués selon une périodicité quinquennale à charge des propriétaires ou exploitants de ces installations. Les résultats de ces essais sont communiqués dans le mois qui suit leur réalisation à l'Institut bruxellois pour la gestion de l'environnement;
2° toute demande de permis d'urbanisme ou d'environnement doit faire l'objet d'un avis de VIVAQUA qui veillera à la préservation des aspects qualitatifs et quantitatifs des eaux souterraines;
3° est interdit tout type d'installation géothermique (système ouvert et fermé). ".
1° le paragraphe 1er est complété par les alinéas suivants :
" Toutefois, une activité ou un projet peut être autorisé à titre dérogatoire moyennant le respect des conditions cumulatives suivantes :
- l'activité ou le projet se justifie pour des raisons impératives d'intérêt public majeur;
- une demande de dérogation doit être introduite auprès de l'Institut bruxellois pour la gestion de l'environnement (ci-après " l'Institut ");
- il n'existe pas d'autre solution alternative techniquement réalisable et/ou économiquement viable;
- la réalisation des travaux et l'exploitation des installations n'affectent pas la qualité et de la quantité des eaux souterraines captées qui sont destinées à alimenter le réseau public de distribution d'eau potable.
Si l'activité ou le projet envisagé nécessite un permis d'urbanisme ou un permis d'environnement conformément à la législation en vigueur, l'octroi de la dérogation visée à l'alinéa précédent constitue une condition préalable à la délivrance de ce permis.
La demande de dérogation doit comporter :
- une motivation détaillée comprenant notamment une note d'incidences du projet sur les activités de captage de l'eau souterraine de VIVAQUA;
- l'avis de VIVAQUA, après concertation entre le demandeur et l'exploitant des captages.
Si la demande de dérogation est incomplète, l'Institut en informe le demandeur dans les quinze jours de sa réception et lui précise les renseignements manquants.
Lorsque la demande de dérogation est complète, l'Institut statue sur celle-ci dans les soixante jours de sa réception ou de la réception des renseignements manquants si elle a été déclarée incomplète. Il peut en outre fixer toute condition qu'il juge utile afin de préserver les ressources en eau souterraine. L'absence de décision dans le délai précité équivaut à un refus de la demande de dérogation.
Cette procédure de dérogation est spécifique à la zone de protection de captage et ne soustrait pas le demandeur aux obligations qui lui seraient imposées par ou en vertu de l'ordonnance du 1er mars 2012 relative à la conservation de la nature. ".
2° au paragraphe 2, 2°, les mots " , en ce compris d'eau pluviale, " sont insérés entre " puits perdus " et " et l'épandage souterrain " et les mots " même épurés " sont ajoutés après " effluents domestiques ";
3° le paragraphe 2, 3° est complété par les mots " et des activités ou projets autorisés en application du paragraphe 1er du présent article; ";
4° le paragraphe 2, 4° est remplacé par ce qui suit : " le rejet direct ou indirect, le dépôt, le stockage sur ou dans le sol, l'épandage et le transport de substances relevant de la liste de l'annexe V de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 10 juin 2010 relatif à la protection des eaux souterraines contre la pollution et la détérioration, à l'exception des activités ou projets autorisés en application du paragraphe 1er du présent article; ";
5° le paragraphe 3, 1° est remplacé par le texte suivant : " 1° le stockage ou le dépôt de substances relevant de la liste figurant à l'annexe V de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 10 juin 2010 relatif à la protection des eaux souterraines contre la pollution et la détérioration dans les conditions fixées dans le permis d'environnement délivré en dérogation au paragraphe 2, 4°, du présent arrêté et conformément à l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement, sans préjudice de l'ordonnance du 20 juin 2013 relative à une utilisation des pesticides compatible avec le développement durable en Région de Bruxelles-Capitale.
En l'absence d'un tel permis sont seuls autorisés le dépôt et le stockage de ces substances pour des usages domestiques, agricoles et forestiers pour autant :
- qu'il s'agisse de quantités et de concentrations suffisamment faibles pour exclure tout risque de dégradation de la qualité des eaux souterraines réceptrices;
- que ces substances soient stockées dans une cave étanche ou une chambre de stockage étanche et visitable dont la capacité est au moins égale à celle de la citerne. ";
6° au point 2° du paragraphe 3, les mots " de ladite liste I et II " sont remplacés par les mots " de la liste de l'annexe V de l'arrêté du 10 juin 2010 mentionné au point 1° ";
7° le point 3° du paragraphe 3 est complété par les mots : " Toutes nouvelles canalisations seront soumises à un essai d'étanchéité préalablement à leur mise en service. "
8° au point 4° du paragraphe 3, les mots " les zone de protection " sont remplacés par " ces zones II de protection ";
9° Le paragraphe 4 est remplacé par le texte suivant :
" Dans les zones III de protection :
1° outre les installations régies par l'ordonnance du 5 juin 1997 relative aux permis d'environnement pour lesquelles des conditions spécifiques peuvent être fixées, les stockages souterrains d'hydrocarbures de capacité supérieure à 5 000 litres sont soumis à des essais d'étanchéité effectués selon une périodicité quinquennale à charge des propriétaires ou exploitants de ces installations. Les résultats de ces essais sont communiqués dans le mois qui suit leur réalisation à l'Institut bruxellois pour la gestion de l'environnement;
2° toute demande de permis d'urbanisme ou d'environnement doit faire l'objet d'un avis de VIVAQUA qui veillera à la préservation des aspects qualitatifs et quantitatifs des eaux souterraines;
3° est interdit tout type d'installation géothermique (système ouvert et fermé). ".
Art.3. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden "door de exploitant, VIVAQUA" toegevoegd na het woord "gemeten" op het einde van de eerste zin.
Art.3. A l'article 3 du même arrêté, les mots " par l'exploitant, VIVAQUA, " sont insérés entre les mots " sont mesurés " et " tous les deux mois ".
Art.4. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de woorden "per kwartaal en uiterlijk op 15 april, 15 juli, 15 oktober en 15 januari aan het Bestuur Uitrusting en Vervoer Directie Hydrogeologie meegedeeld alsook" vervangen door de woorden "jaarlijks en/of op aanvraag meegedeeld".
Art.4. A l'article 6 du même arrêté, les mots " trimestriellement au plus tard les 15 avril, 15 juillet, 15 octobre et 15 janvier à l'Administration de l'Equipement et des Déplacements - Direction de l'Hydrogéologie ainsi qu' " sont remplacés par les mots " annuellement et/ou sur demande ".
Art.5. Een nieuwe artikel 7 wordt ingevoegd, dat luidt als volgt : "De aanwezigheid van de waterwinningen en de verschillende beschermingszones is het voorwerp van een signalisatie en informatiepanelen vermeldende met name de contactgegevens van de exploitant van deze waterwinningen, de civiele bescherming en het Instituut.".
Art.5. Un nouvel article 7 est inséré, rédigé comme suit : " La présence des captages et des différentes zones de protection fait l'objet d'une signalisation et de panneaux d'information mentionnant notamment les coordonnées de l'exploitant de ces captages, de la protection civile et de l'Institut. ".
Art.6. De bijlagen van hetzelfde besluit worden als volgt gewijzigd :
- bijlage 1 vervalt;
- bijlage 2, die bijlage 1 wordt, wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.
- bijlage 1 vervalt;
- bijlage 2, die bijlage 1 wordt, wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.
Art.6. Les annexes du même arrêté sont modifiées comme suit :
- l'annexe 1reest supprimée;
- l'annexe 2, qui devient l'annexe 1, est remplacée par l'annexe du présent arrêté.
- l'annexe 1reest supprimée;
- l'annexe 2, qui devient l'annexe 1, est remplacée par l'annexe du présent arrêté.
Art.7. De minister die bevoegd is voor het Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.7. Le ministre qui a l'Environnement dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. "Bijlage 1 : Kaart tot afbakening van de beschermingszones 1, 2 en 3 van de grondwaterwinningen in het Ter Kamerenbos en onder de Lotharingendreef in het Zoniënwoud"
Art. N. " Annexe 1re : Carte délimitant les zones de protection 1, 2 et 3 des captages d'eau souterraine dans le Bois de la Cambre et à la Drève de Lorraine dans la forêt de Soignes "
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 10-03-2017, p. 35343)
(Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 10-03-2017, p. 35342)