Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
25 FEBRUARI 2017. - Koninklijk besluit met betrekking tot bepaalde openbare alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheervennootschappen, en houdende diverse bepalingen(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-03-2017 en tekstbijwerking tot 12-12-2022)
Titre
25 FEVRIER 2017. - Arrêté royal relatif à certains organismes de placement collectif alternatifs publics et à leurs sociétés de gestion, et portant des dispositions diverses(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 17-03-2017 et mise à jour au 12-12-2022)
Informations sur le document
Info du document
Table des matières
TITEL I. - Algemene bepalingen TITEL II. - Belgische openbare AICB's met een v... HOOFDSTUK I. - Bedrijfsvergunning Afdeling I. - Inschrijvingsvoorwaarden Onderafdeling I. - Inhoud van het beheerregleme... Onderafdeling II. - De bewaarder A. Algemene be... Onderafdeling III. Administratieve procedures e... Onderafdeling IV. - De commissaris Afdeling II. [1 - Prospectus en essentiële bele... Onderafdeling I. - Prospectus en essentiële bel... Onderafdeling II. [1 - Publicitaire mededelinge... HOOFDSTUK II. - Bedrijfsuitoefening Afdeling I. - Beleggingsbeleid Onderafdeling I. - Algemeen Onderafdeling II. - AICB's met een veranderlijk... Afdeling II. - Master-feederconstructies Onderafdeling I. - Beleggingsbeleid en goedkeuring Onderafdeling II. - Overeenkomst tussen feeder ... Onderafdeling III. - Procedure bij vereffening,... Onderafdeling IV. - Verplichtingen en bevoegde ... Afdeling III. - Verplichtingen en verbodsbepali... Onderafdeling I. - Provisies en kosten Onderafdeling II. - Gedragsregels Onderafdeling III. - Voorkoming van belangencon... Onderafdeling IV. - Andere verbodsbepalingen en... Onderafdeling V. - Ontbinding, vereffening en f... Afdeling IV. - Uitgifte en openbaar aanbod van ... Onderafdeling I. - Behandeling van aanvragen to... Onderafdeling II. [1 - Berekening van de netto-... Onderafdeling III. - Nadere regels inzake de ui... Afdeling V. - Periodieke informatie en boekhouding TITEL III. - AICB's naar buitenlands recht HOOFDSTUK I. - Bepalingen van toepassing op all... HOOFDSTUK II. - Specifieke bepalingen voor de A... TITEL IV. - Bepalingen betreffende de beheerven... HOOFDSTUK I. - Administratieve procedures, cont... HOOFDSTUK II. - Auditcomité TITEL V. - Wijzigingsbepalingen HOOFDSTUK I. - Bepalingen tot wijziging van het... HOOFDSTUK II. - Koninklijk besluit van 23 septe... HOOFDSTUK III. - Bepalingen tot wijziging van h... HOOFDSTUK IV. - Bepalingen tot wijziging van he... HOOFDSTUK V. - Bepaling tot wijziging van het k... HOOFDSTUK VI. - Bepalingen tot wijziging van he... HOOFDSTUK VII. - Bepalingen tot wijziging van h... TITEL VI. - Diverse en overgangsbepalingen BIJLAGEN.
Table des matières
TITRE Ier. - Dispositions générales TITRE II. - OPCA publics belges à nombre variab... CHAPITRE Ier. - Accès à l'activité Section Ire. - Conditions d'inscription Sous-section Ire. - Contenu du règlement de ges... Sous-section II. - Le dépositaire A. Dispositio... Sous-section III. - Procédures administratives ... Sous-section IV. - Le commissaire Section II. [1 - Prospectus et informations clé... Sous-section Ire. - Prospectus et informations ... Sous-section II. [1 - Communications publicitai... CHAPITRE II. - Exercice de l'activité Section Ire. - Politique de placement Sous-section Ire. - Généralités Sous-section II. - OPCA à nombre variable de pa... Section II. - Structures master-feeder Sous-section Ire. - Politique de placement et a... Sous-section II. - Accord entre le feeder et le... Sous-section III. - Procédure en cas de liquida... Sous-section IV. - Obligations et autorités com... Section III. - Obligations et interdictions Sous-section Ire. - Commissions et frais Sous-section II. - Règles de conduite Sous-section III. - Prévention des conflits d'i... Sous-section IV. - Autres interdictions et obli... Sous-section V. - Dissolution, liquidation, fus... Section IV. - Emission et offre publique de par... Sous-section Ire. - Traitement des demandes d'é... Sous-section II. [1 - Calcul de la valeur nette... Sous-section III. - Règles complémentaires en m... Section V. - Information périodique et comptabi... TITRE III. - OPCA de droit étranger CHAPITRE Ier. - Dispositions d'application à to... CHAPITRE II. - Dispositions d'application parti... TITRE IV. - Dispositions relatives aux sociétés... CHAPITRE Ier. - Procédures administratives, méc... CHAPITRE II. - Comité d'audit TITRE V. - Dispositions modificatives CHAPITRE Ier. - Dispositions modificatives de l... CHAPITRE II. - Dispositions modificatives de l'... CHAPITRE III. - Dispositions modificatives de l... CHAPITRE IV. - Dispositions modificatives de l'... CHAPITRE V. - Disposition modificative de l'arr... CHAPITRE VI. - Dispositions modificatives de l'... CHAPITRE VII. - Dispositions modificatives de l... TITRE VI. - Dispositions diverses et transitoires ANNEXES.
Tekst (285)
Texte (285)
TITEL I. - Algemene bepalingen
TITRE Ier. - Dispositions générales
Artikel 1. Dit koninklijk besluit zorgt onder andere voor de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2014/91/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) wat bewaartaken, beloningsbeleid en sancties betreft.
Article 1er. Le présent arrêté royal assure notamment la transposition partielle de la directive 2014/91/UE du Parlement européen et du Conseil du 23 juillet 2014 modifiant la directive 2009/65/CE portant coordination des dispositions législatives, réglementaires et administratives concernant certains organismes de placement collectif en valeurs mobilières (OPCVM), pour ce qui est des fonctions de dépositaire, des politiques de rémunération et des sanctions.
Art.2. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° effecten :
  a) aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren, hierna "aandelen" te noemen;
  b) obligaties en andere schuldinstrumenten, hierna "obligaties" te noemen;
  c) alle andere verhandelbare waardepapieren waarmee dergelijke effecten via inschrijving of omruiling kunnen worden verworven, met uitsluiting van de in artikelen 97, 2°, en 98 bedoelde technieken en instrumenten;
  2° geldmarktinstrumenten : instrumenten die al dan niet overeenkomstig artikel 35, § 1, 1° tot 3°, zijn toegelaten tot of worden verhandeld op een gereglementeerde markt en die gewoonlijk op de geldmarkt verhandeld worden, liquide zijn en waarvan de waarde te allen tijde nauwkeurig kan worden vastgesteld;
  3° OTC-derivaten : financiële derivaten die buiten de beurs (over-the-counter) worden verhandeld;
  4° AICB : een instelling voor collectieve belegging, zoals omschreven in artikel 3, 2° van de wet;
  5° instelling voor collectieve belegging : een AICB of een instelling voor collectieve belegging die voldoet aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG;
  6° beheervennootschap : beheervennootschap van AICB's, zoals omschreven in artikel 3, 12°, van de wet;
  7° duurzame drager : elk hulpmiddel dat een belegger in staat stelt om persoonlijk aan die belegger gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat deze gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan worden geraadpleegd en waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd;
  8° op te slorpen instelling voor collectieve belegging : de instelling voor collectieve belegging die optreedt als te ontbinden instelling voor collectieve belegging in het kader van een fusie bedoeld in artikel 671 of 672 van het Wetboek van Vennootschappen;
  9° herschikking van de portefeuille : een significante wijziging van de samenstelling van de portefeuille van de instelling voor collectieve belegging;
  10° synthetische risico- en opbrengstindicatoren : synthetische indicatoren in de zin van artikel 8 van Verordening 583/2010;
  11° tegenpartijrisico : het risico op verliezen voor de AICB doordat de tegenpartij bij een transactie haar verplichtingen niet nakomt vóór de definitieve afwikkeling van de kasstroom van de transactie;
  12° marktrisico : het risico op verliezen voor de AICB als gevolg van een schommeling in de marktwaarde van posities in haar portefeuille welke toe te schrijven is aan veranderingen in marktvariabelen zoals rentetarieven, wisselkoersen, aandelenkoersen en grondstoffenprijzen of de kredietwaardigheid van een uitgevende instelling;
  13° Groep van Tien : de groep van landen die zijn overeengekomen om deel te nemen aan de General Arrangements to Borrow van het IMF;
  14° de wet van 2 augustus 2002 : de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten;
  15° de wet : de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders;
  16° de wet van 3 augustus 2012 : de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen;
  17° het koninklijk besluit van 10 november 2006 : het koninklijk besluit op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming;
  18° Richtlijn 78/660/EEG : Vierde Richtlijn van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen;
  19° Richtlijn 83/349/EEG : Zevende Richtlijn van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, sub g), van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening;
  20° Richtlijn 2001/34/EG : Richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd;
  21° Richtlijn 2006/43/EG : Richtlijn 2006/43/EG van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad;
  22° Verordening 231/2013 : gedelegeerde verordening (EU) Nr. 231/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht.
  § 2. Dit besluit mag ook worden geciteerd onder het verkorte opschrift "koninklijk besluit over de openbare AICB's in financiële instrumenten en liquide middelen".
Art.2. § 1er. Pour l'application du présent arrêté, il y a lieu d'entendre par :
  1° valeurs mobilières :
  a) les actions et autres valeurs assimilables à des actions, dénommées ci-après "actions";
  b) les obligations et autres titres de créance, dénommés ci-après "obligations";
  c) toutes les autres valeurs négociables donnant le droit d'acquérir de telles valeurs mobilières par voie de souscription ou d'échange, à l'exclusion des techniques et des instruments visés aux articles 97, 2°, et 98;
  2° instruments du marché monétaire : des instruments qui sont, ou non, cotés ou négociés sur un marché réglementé, conformément à l'article 35, § 1er, 1° à 3°, et qui sont habituellement négociés sur le marché monétaire, qui sont liquides et dont la valeur peut être déterminée avec précision à tout moment;
  3° instruments dérivés de gré à gré : des instruments financiers dérivés négociés de gré à gré;
  4° OPCA : un organisme de placement collectif alternatif tel que défini à l'article 3, 2° de la loi;
  5° organisme de placement collectif : un OPCA ou un organisme de placement collectif répondant aux conditions de la directive 2009/65/CE;
  6° société de gestion : une société de gestion d'OPCA telle que définie à l'article 3, 12°, de la loi;
  7° support durable : un instrument qui permet à un investisseur de stocker des informations qui lui sont adressées personnellement d'une manière permettant de s'y reporter à l'avenir pendant un laps de temps adapté aux fins auxquelles les informations sont destinées et qui permet la reproduction à l'identique des informations stockées ;
  8° organisme de placement collectif à absorber : l'organisme de placement collectif appelé à être dissous dans le cadre d'une fusion visée à l'article 671 ou 672 du Code des sociétés ;
  9° rééquilibrage du portefeuille : une modification importante de la composition du portefeuille d'un organisme de placement collectif;
  10° indicateurs synthétiques de risque et de rendement : des indicateurs synthétiques au sens de l'article 8 du règlement 583/2010;
  11° risque de contrepartie : le risque de perte pour l'OPCA résultant du fait que la contrepartie à une transaction peut faillir à ses obligations avant que la transaction ait été réglée de manière définitive sous la forme d'un flux financier;
  12° risque de marché : le risque de perte pour l'OPCA résultant d'une fluctuation de la valeur de marché des positions de son portefeuille imputable à une modification de variables du marché telles que les taux d'intérêt, les taux de change, les cours d'actions et de matières premières, ou à une modification de la qualité de crédit d'un émetteur;
  13° Groupe des Dix : le groupe des pays qui ont convenu de prendre part aux General Arrangements to Borrow du FMI;
  14° la loi du 2 août 2002 : la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers;
  15° la loi : la loi du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement collectif alternatifs et à leurs gestionnaires;
  16° la loi du 3 août 2012 : la loi du 3 août 2012 relative aux organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE et aux organismes de placement en créances;
  17° l'arrêté royal du 10 novembre 2006 : l'arrêté royal du 10 novembre 2006 relatif à la comptabilité, aux comptes annuels et aux rapports périodiques de certains organismes de placement collectif publics à nombre variable de parts;
  18° la directive 78/660/CEE : la quatrième directive du Conseil du 25 juillet 1978 fondée sur l'article 54 paragraphe 3 sous g) du traité et concernant les comptes annuels de certaines formes de sociétés;
  19° la directive 83/349/CEE : la septième directive du Conseil du 13 juin 1983 fondée sur l'article 54 paragraphe 3 point g) du traité, concernant les comptes consolidés;
  20° la directive 2001/34/CE : la directive du Parlement européen et du Conseil du 28 mai 2001 concernant l'admission de valeurs mobilières à la cote officielle et l'information à publier sur ces valeurs;
  21° la directive 2006/43/CE : la directive 2006/43/CE du 17 mai 2006 concernant les contrôles légaux des comptes annuels et des comptes consolidés et modifiant les directives 78/660/CEE et 83/349/CEE du Conseil, et abrogeant la directive 84/253/CEE du Conseil;
  22° le règlement 231/2013 : le Règlement délégué (UE) n° 231/2013 de la Commission du 19 décembre 2012 complétant la directive 2011/61/UE du Parlement européen et du Conseil en ce qui concerne les dérogations, les conditions générales d'exercice, les dépositaires, l'effet de levier, la transparence et la surveillance.
  § 2. Le présent arrêté peut également être cité sous l'intitulé abrégé "arrêté royal relatif aux OPCA publics en instruments financiers et liquidités.".
TITEL II. - Belgische openbare AICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming die beleggen in financiële instrumenten en liquide middelen
TITRE II. - OPCA publics belges à nombre variable de parts qui investissent en instruments financiers et liquidités
Art.3. De voorschriften van deze titel gelden voor alle Belgische openbare AICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming die hebben geopteerd voor de categorie van toegelaten beleggingen als bedoeld in artikel 183, eerste lid, 1°, van de wet.
Art.3. Les dispositions du présent titre s'appliquent à tous les OPCA publics belges à nombre variable de parts qui ont opté pour la catégorie de placements autorisés visée à l'article 183, alinéa 1er, 1°, de la loi.
HOOFDSTUK I. - Bedrijfsvergunning
CHAPITRE Ier. - Accès à l'activité
Afdeling I. - Inschrijvingsvoorwaarden
Section Ire. - Conditions d'inscription
Onderafdeling I. - Inhoud van het beheerreglement of de statuten
Sous-section Ire. - Contenu du règlement de gestion ou des statuts
Art.4. Het beheerreglement of de statuten bevatten ten minste de inlichtingen als bedoeld in de bij dit besluit gevoegde bijlage C.
Art.4. Le règlement de gestion ou les statuts contiennent au moins les renseignements prévus à l'annexe C du présent arrêté.
Art.5. De statuten of het beheerreglement van een AICB kunnen voorzien in de creatie van categorieën van rechten van deelneming zoals bedoeld in artikel 184, § 2, 2° en 3° van de wet. De aldus gecreëerde categorieën van rechten van deelneming worden hierna als "klassen van rechten van deelneming" aangemerkt.
Art.5. Les statuts ou le règlement de gestion d'un OPCA peuvent prévoir la création de catégories de parts, telles que visées à l'article 184 § 2, 2° et 3° de la loi. Les catégories de parts ainsi créées sont désignées ci-dessous par le vocable "classes de parts".
Art.6. § 1. Het onderscheid tussen klassen van rechten van deelneming beantwoordt aan :
  1° de munteenheid waarin de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming wordt uitgedrukt, waarin de aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging worden uitgevoerd of waarin eventuele uitkeringen aan de deelnemers plaatsvinden;
  2° de bijdrage tot de kosten voor het waarnemen van de beheertaken voor AICB's bedoeld in artikel 3, 41°, van de wet of tot de kosten die aan de deelnemers ten laste worden gelegd tot dekking van de verwerving en de realisatie van de activa naar aanleiding van de uitgifte, de inkoop en compartimentswijziging;
  3° het tarief van de verhandelingprovisie;
  4° het land waar de rechten van deelneming zullen worden aangeboden;
  5° de identiteit van de bemiddelaars die instaan voor de verhandeling van de rechten van deelneming;
  6° de dekking van het wisselkoersrisico;
  7° andere objectieve elementen die door de FSMA worden aanvaard.
  In het geval bedoeld sub 1°, kan een bijkomend onderscheid worden gemaakt in functie van de dekking van het wisselkoersrisico.
  § 2. Bij de creatie van een (sub)klasse van rechten van deelneming met dekking van het wisselkoersrisico dienen de statuten of het beheerreglement te voorzien in :
  1° precieze regels voor de waardering van de verrichtingen die strekken tot dekking van het wisselkoersrisico;
  2° precieze regels inzake de toerekening van kosten en de toewijzing van verlies en winst aan de betrokken klasse van rechten van deelneming;
  3° het vereiste dat de indekkingsverrichtingen op precieze wijze kunnen worden toegewezen aan een bepaalde klasse van rechten van deelneming;
  4° het vereiste dat de indekking maximaal betrekking heeft op 100 % van de waarde van de activa in de portefeuille.
  § 3. In vergelijking met de bijdrage tot de kosten voor het waarnemen van de beheertaken voor AICB's bedoeld in artikel 3, 41°, a), b) of c), van de wet door deelnemers van één of meerdere andere klassen van rechten van deelneming die op één of meerdere punten van een minder gunstig regime genieten, mag de bijdrage van de deelnemers van een klasse van rechten van deelneming niet onbestaande of verwaarloosbaar zijn.
  Het vorige lid is niet van toepassing voor wat betreft de bijdrage tot de kosten voor het waarnemen van de beheertaken voor AICB's bedoeld in artikel 3, 41°, a) of b), van de wet door deelnemers van een klasse van rechten van deelneming, indien de rechten van deelneming in deze klasse enkel kunnen worden verworven door :
  1° instellingen voor collectieve belegging die hetzij rechtstreeks hetzij op grond van een lastgevingsovereenkomst of aannemingsovereenkomst worden beheerd door de vennootschap die deze beheertaken uitoefent, dan wel door een andere onderneming die verbonden is met deze vennootschap in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen, en die in het kader hiervan een vergoeding betalen die niet verwaarloosbaar is; of
  2° deelnemers die deze rechten van deelneming verwerven en aanhouden op grond van een overeenkomst van discretionair beheer met de vennootschap die deze beheertaken uitoefent, dan wel met een andere onderneming die verbonden is met deze vennootschap in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen, en die in het kader hiervan een vergoeding betalen die niet verwaarloosbaar is.
  § 4. Het onderscheid tussen klassen van rechten van deelneming doet geen afbreuk aan de deelname in het resultaat van de portefeuille van de AICB of het compartiment in functie van de participatie van de deelnemer.
Art.6. § 1er. La distinction entre les classes de parts repose sur les éléments suivants :
  1° la devise dans laquelle la valeur nette d'inventaire des parts est exprimée, les demandes d'émission ou de rachat de parts ou les demandes de changement de compartiment sont exécutées ou les éventuelles distributions aux participants sont effectuées;
  2° la contribution aux frais d'exercice des fonctions de gestion d'OPCA, visées à l'article 3, 41°, de la loi, ou aux frais mis à charge des participants pour couvrir l'acquisition et la réalisation des actifs lors d'une émission, d'un rachat ou d'un changement de compartiment;
  3° le tarif de la commission de commercialisation;
  4° le pays dans lequel les parts seront offertes;
  5° l'identité des intermédiaires assurant la commercialisation des parts;
  6° la couverture du risque de change;
  7° d'autres éléments objectifs qui sont acceptés par la FSMA.
  Dans le cas visé au 1°, une distinction supplémentaire peut être opérée en fonction de la couverture du risque de change.
  § 2. Lors de la création d'une (sous-)classe de parts assortie d'une couverture du risque de change, les statuts ou le règlement de gestion doivent prévoir :
  1° les règles précises qui régissent l'évaluation des opérations visant à couvrir le risque de change;
  2° les règles précises qui régissent l'imputation des coûts et l'affectation des bénéfices et pertes à la classe de parts concernée;
  3° l'exigence selon laquelle les opérations de couverture doivent pouvoir être affectées, de manière précise, à une classe de parts déterminée;
  4° l'exigence selon laquelle la couverture porte, au maximum, sur 100 % de la valeur des actifs détenus en portefeuille.
  § 3. Par comparaison avec la contribution aux frais d'exercice des fonctions de gestion d'OPCA, visées à l'article 3, 41°, a), b) ou c), de la loi, telle qu'assumée par les participants d'une ou plusieurs autres classes de parts bénéficiant, sur un ou plusieurs points, d'un régime moins avantageux, la contribution des participants d'une classe de parts aux frais précités ne peut être inexistante ou négligeable.
  L'alinéa précédent n'est pas d'application pour ce qui concerne la contribution aux frais d'exercice des fonctions de gestion d'OPCA, visées à l'article 3, 41°, a) ou b), de la loi, telle qu'assumée par les participants d'une classe de parts, au cas où les parts de cette classe peuvent uniquement être acquises par :
  1° les organismes de placement collectif qui sont, soit directement soit en vertu d'un contrat de mandat ou d'un contrat d'entreprise, gérés par la société qui exerce ces fonctions de gestion, ou bien par une autre entreprise liée avec cette société au sens de l'article 11 du Code des sociétés, et qui payent dans ce cadre une indemnité qui n'est pas négligeable; ou
  2° les participants qui acquièrent et détiennent ces parts dans le cadre d'un contrat de gestion discrétionnaire conclu avec la société qui exerce ces fonctions de gestion, ou bien avec une autre entreprise liée avec cette société au sens de l'article 11 du Code des sociétés, et qui payent dans ce cadre une indemnité qui n'est pas négligeable.
  § 4. La distinction opérée entre les classes de parts ne porte pas atteinte à la part des participants dans le résultat du portefeuille de l'OPCA ou du compartiment, laquelle est établie en fonction de leur participation respective.
Art.7. In de in artikel 6, § 1, 2° en 3°, bedoelde gevallen bepalen de statuten of het beheerreglement de objectieve criteria die worden gehanteerd om bepaalde personen toe te laten om in te schrijven op rechten van deelneming in een klasse van rechten van deelneming die op één of meerdere punten geniet van een gunstiger regime dan rechten van deelneming in één of meerdere andere klassen van rechten van deelneming, dan wel om dergelijke rechten van deelneming te verwerven.
  De objectieve criteria bedoeld in het eerste lid hebben inzonderheid betrekking op het initiële inschrijvingsbedrag van de deelnemer, de minimale beleggingsperiode, het gebruikte distributiekanaal of een ander door de FSMA aanvaard objectief element. Deze objectieve criteria mogen geen afbreuk doen aan het openbaar karakter van het aanbod van de rechten van deelneming in de AICB of het compartiment. Het onderscheid tussen de klassen van rechten van deelneming mag niet louter gebaseerd zijn op het institutioneel of professioneel karakter van de inschrijver of op diens eventuele hoedanigheid van in aanmerking komende belegger.
  De statuten of het beheerreglement bepalen welke schikkingen worden getroffen zodat steeds kan worden nagegaan of, in de in artikel 6, § 1, 2° en 3°, bedoelde gevallen, de personen die hebben ingeschreven op rechten van deelneming in een bepaalde klasse van rechten van deelneming die op één of meerdere punten geniet van een gunstiger regime, dan wel dergelijke rechten van deelneming hebben verworven, aan de gestelde criteria voldoen.
Art.7. Dans les cas visés à l'article 6, § 1er, 2° et 3°, les statuts ou le règlement de gestion définissent les critères objectifs qui sont appliqués pour autoriser certaines personnes à souscrire des parts d'une classe de parts bénéficiant, sur un ou plusieurs points, d'un régime plus avantageux que les parts d'une ou plusieurs autres classes de parts, ou à acquérir de telles parts.
  Les critères objectifs visés à l'alinéa 1er portent notamment sur le montant de souscription initial du participant, la période minimale d'investissement, le canal de distribution utilisé ou tout autre élément objectif accepté par la FSMA. Ces critères objectifs ne peuvent porter atteinte au caractère public de l'offre des parts de l'OPCA ou du compartiment. La distinction entre les classes de parts ne peut pas être basée uniquement sur le caractère institutionnel ou professionnel du souscripteur ou sur sa qualité éventuelle d'investisseur éligible.
  Les statuts ou le règlement de gestion énoncent les dispositions prises pour vérifier en permanence si, dans les cas visés à l'article 6, § 1er, 2° et 3°, les personnes qui ont souscrit des parts d'une classe de parts déterminée bénéficiant, sur un ou plusieurs points, d'un régime plus avantageux, ou qui ont acquis de telles parts, satisfont aux critères prévus.
Onderafdeling II. - De bewaarder A. Algemene bepaling
Sous-section II. - Le dépositaire A. Disposition générale
Art.8. De personen die de bewaarder vertegenwoordigen of in feite het beleid van de bewaarder bepalen, dienen over voldoende ervaring te beschikken, in het bijzonder met betrekking tot het type van AICB.
  B. Taken
Art.8. Les personnes qui représentent le dépositaire ou qui déterminent effectivement l'orientation de l'activité du dépositaire, doivent disposer d'une expérience suffisante, eu égard notamment au type d'OPCA concerné.
  B. Tâches
Art.9. De bewaarder voert geen instructies van de AICB uit die in strijd zijn met de wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, het beheerreglement of de statuten en het prospectus.
Art.9. Le dépositaire ne peut exécuter une instruction de l'OPCA qui serait contraire à la loi et aux arrêtés et règlements pris pour son exécution, au règlement de gestion ou aux statuts et au prospectus.
Art.10. Naast de andere hem door de wet toevertrouwde taken, moet de bewaarder :
  1° zich ervan vergewissen dat de activa in bewaring overeenstemmen met de in de boekhouding van de AICB vermelde activa;
  2° zich ervan vergewissen dat het in zijn boekhouding vermelde aantal rechten van deelneming in omloop overeenstemt met het in de boekhouding van de AICB vermelde aantal rechten van deelneming in omloop;
  3° zich er, conform artikel 55, § 3, 1°, van de wet, van vergewissen dat de verkoop, de uitgifte, de inkoop, de terugbetaling en de intrekking van rechten van deelneming in de AICB geschieden overeenkomstig de wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, het beheerreglement of de statuten, en, in voorkomend geval, het prospectus;
  4° zich er, conform artikel 55, § 3, 2°, van de wet, van vergewissen dat de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming wordt berekend overeenkomstig de wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, het beheerreglement of de statuten en, in voorkomend geval, het prospectus;
  5° zich ervan vergewissen dat de beleggingsbeperkingen bepaald in de wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, het beheerreglement of de statuten en, in voorkomend geval, het prospectus worden nageleefd;
  6° conform artikel 55, § 3, 3°, van de wet, de instructies van de AICB of van de beheervennootschap uitvoeren, tenzij deze in strijd zijn met de wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, met het beheerreglement of de statuten en, in voorkomend geval, met het prospectus;
  7° zich er, conform artikel 55, § 3, 4°, van de wet, van vergewissen dat bij transacties met betrekking tot de activa van de AICB de tegenwaarde binnen de gebruikelijke termijnen wordt overgemaakt aan de AICB;
  8° zich ervan vergewissen dat de regels inzake provisies en kosten bepaald in de wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, het beheerreglement of de statuten en, in voorkomend geval, het prospectus worden nageleefd;
  9° zich er, conform artikel 55, § 3, 5°, van de wet, van vergewissen dat de opbrengsten van de AICB een bestemming krijgen die in overeenstemming is met de wet en de ter uitvoering ervan genomen besluiten en reglementen, het beheerreglement of de statuten en, in voorkomend geval, het prospectus.
  C. Master-feederconstructies
Art.10. En sus des autres tâches qui lui sont confiées par la loi, le dépositaire :
  1° s'assure que les actifs dont il a la garde correspondent aux actifs mentionnés dans la comptabilité de l'OPCA;
  2° s'assure que le nombre de parts en circulation mentionné dans sa comptabilité correspond au nombre de parts en circulation mentionné dans la comptabilité de l'OPCA;
  3° conformément à l'article 55, § 3, 1° de la loi, s'assure que la vente, l'émission, le rachat, le remboursement et l'annulation des parts de l'OPCA ont lieu conformément à la loi et aux arrêtés et règlements pris pour son exécution, au règlement de gestion ou aux statuts et, le cas échéant, au prospectus;
  4° conformément à l'article 55, § 3, 2° de la loi, s'assure que le calcul de la valeur nette d'inventaire des parts est effectué conformément à la loi et aux arrêtés et règlements pris pour son exécution, au règlement de gestion ou aux statuts et, le cas échéant, au prospectus;
  5° s'assure que les limites de placement fixées par la loi et les arrêtés et règlements pris pour son exécution, le règlement de gestion ou les statuts et, le cas échéant, le prospectus sont respectées;
  6° conformément à l'article 55, § 3, 3° de la loi, exécute les instructions de l'OPCA ou de la société de gestion, sauf si elles sont contraires à la loi et aux arrêtés et règlements pris pour son exécution, au règlement de gestion ou aux statuts et, le cas échéant, au prospectus ;
  7° conformément à l'article 55, § 3, 4° de la loi, s'assure que, dans les opérations portant sur les actifs de l'OPCA, la contrepartie est remise à l'OPCA dans les délais habituels ;
  8° s'assure que les règles en matière de commissions et frais, telles que prévues par la loi et les arrêtés et règlements pris pour son exécution, le règlement de gestion ou les statuts et, le cas échéant, le prospectus, sont respectées;
  9° conformément à l'article 55, § 3, 5° de la loi, s'assure que les produits de l'OPCA reçoivent l'affectation conforme à la loi et aux arrêtés et règlements pris pour son exécution, au règlement de gestion ou aux statuts et, le cas échéant, au prospectus.
  C. Structures master feeder
Art.11. De in artikel 220, § 1 van de wet bedoelde overeenkomst tot uitwisseling van informatie tussen de bewaarder van de master en de bewaarder van de feeder voorziet in het volgende :
  1° de vaststelling van de documenten en categorieën van informatie die tussen beide bewaarders systematisch moeten worden uitgewisseld en of die informatie of documenten door de ene bewaarder aan de andere bewaarder worden verstrekt dan wel op verzoek beschikbaar worden gesteld;
  2° de wijze van en het tijdschema - waaronder alle geldende uiterste termijnen - voor de doorgifte van informatie door de bewaarder van de master aan de bewaarder van de feeder;
  3° de coördinatie van de rol van beide bewaarders in de mate die passend is gezien hun respectieve verplichtingen volgens nationaal recht, met betrekking tot operationele aangelegenheden, waaronder :
  a) de procedure voor de berekening van de netto-inventariswaarde van elke instelling voor collectieve belegging, waaronder alle maatregelen die bescherming kunnen bieden tegen markettimingactiviteiten in overeenstemming met artikel 56, § 2;
  b) de verwerking van instructies door de feeder voor de aankoop van, inschrijving op, het verzoek om inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming in de master, en de afwikkeling van die transacties, waaronder alle regelingen voor overdracht in natura van de activa;
  4° de coördinatie van boekhoudkundige werkzaamheden bij het afsluiten van het boekjaar;
  5° welke details inzake inbreuken door de master op het recht en het beheerreglement of de statuten de bewaarder van de master aan de bewaarder van de feeder verstrekt en de wijze van en het tijdschema voor verstrekking;
  6° de procedure voor de behandeling van ad-hocverzoeken om bijstand van de ene bewaarder aan de andere;
  7° vaststelling van bepaalde contingente gebeurtenissen waarvan door de ene bewaarder aan de andere bewaarder op ad-hocbasis kennis moet worden gegeven, en de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving.
Art.11. L'accord d'échange d'informations entre le dépositaire du master et le dépositaire du feeder, tel que visé à l'article 220, § 1er, de la loi, comprend les éléments suivants :
  1° une énumération des documents et catégories d'informations devant systématiquement faire l'objet d'un échange entre dépositaires, précisant si ces informations ou documents sont fournis d'office ou mis à disposition sur demande ;
  2° les modalités et le calendrier, y compris les délais éventuels, à respecter pour la transmission d'informations par le dépositaire du master au dépositaire du feeder ;
  3° dans la mesure appropriée à leurs obligations respectives en vertu de leur droit national, une coordination de la participation des deux dépositaires aux aspects opérationnels, dont :
  a) la procédure de calcul de la valeur nette d'inventaire de chaque organisme de placement collectif, y compris les mesures de protection appropriées prises contre l'arbitrage sur leurs parts entre la valeur comptable et la valeur de marché (market timing) conformément à l'article 56, § 2 ;
  b) le traitement des instructions du feeder portant sur l'acquisition, la souscription ou la demande de rachat ou de remboursement de parts du master, et le règlement de ces opérations, y compris toute disposition relative au transfert d'actifs en nature ;
  4° la coordination des procédures comptables de fin d'exercice ;
  5° l'indication des informations que le dépositaire du master doit fournir au dépositaire du feeder concernant les infractions au droit, au règlement de gestion ou aux statuts commises par le master, ainsi que des modalités et du calendrier selon lesquels ces informations sont fournies ;
  6° la procédure de traitement des demandes d'assistance ad hoc entre dépositaires ;
  7° l'indication des événements fortuits particuliers que les dépositaires doivent se notifier l'un à l'autre de manière ad hoc, ainsi que des modalités et des délais à respecter pour cette notification.
Art.12. De in artikel 220, § 1 van de wet bedoelde overeenkomst tussen de bewaarder van de master en van de feeder voorziet erin dat het Belgisch recht van toepassing is op deze overeenkomst en dat beide bewaarders instemmen met de exclusieve jurisdictie van de Belgische rechtbanken.
Art.12. L'accord entre le dépositaire du master et celui du feeder visé à l'article 220, § 1er, de la loi stipule que le droit belge s'applique à cet accord et que les deux dépositaires reconnaissent la compétence exclusive des juridictions belges.
Art.13. § 1. De bewaarder van de master stelt de FSMA, de feeder of, indien van toepassing, de beheervennootschap en de bewaarder van de feeder onmiddellijk in kennis van onregelmatigheden die hij bij de master constateert en die geacht worden een negatief effect op de feeder te zullen hebben.
  § 2. Met de in § 1 genoemde onregelmatigheden die de bewaarder van de master in de loop van de uitoefening van zijn functie volgens het Belgisch recht ontdekt en die een negatief effect op de feeder kunnen hebben, worden onder meer bedoeld :
  1° fouten in de berekening van de netto-inventariswaarde van de master;
  2° fouten in transacties voor of afwikkeling van de aankoop van, inschrijving op, het verzoek om inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming in de master door de feeder;
  3° door de master veroorzaakte fouten bij de betaling of kapitalisatie van inkomsten, of fouten in de berekening van de bronbelasting;
  4° inbreuken op de beleggingsdoelstellingen, het beleggingsbeleid of de beleggingsstrategie van de master, zoals beschreven in haar beheerreglement of statuten, prospectus of essentiële beleggersinformatie;
  5° inbreuken op in de wettelijke bepalingen of in het beheerreglement, de statuten, prospectus of essentiële beleggersinformatie vastgestelde limieten bij beleggingen of het aangaan van leningen.
Art.13. § 1er. Le dépositaire du master informe immédiatement la FSMA, le feeder ou, le cas échéant, la société de gestion et le dépositaire du feeder, de toute irrégularité qu'il constate en ce qui concerne le master, considérée comme ayant une incidence négative sur le feeder.
  § 2. Parmi les irrégularités visées au § 1er que le dépositaire du master détecte dans l'exercice des fonctions prévues par le droit belge et qui peuvent avoir une incidence négative sur le feeder figurent, de façon non limitative :
  1° les erreurs commises dans le calcul de la valeur nette d'inventaire du master ;
  2° les erreurs commises lors d'opérations effectuées par le feeder en vue d'acheter, de souscrire ou de demander le rachat ou le remboursement de parts du master, ou lors du règlement de ces opérations ;
  3° les erreurs commises par le master lors du paiement ou de la capitalisation des revenus, ou lors du calcul des retenues à la source y afférentes ;
  4° les manquements constatés par rapport aux objectifs, à la politique ou à la stratégie d'investissement du master tels qu'ils sont décrits dans son règlement de gestion, ses statuts, son prospectus ou ses informations clés pour l'investisseur ;
  5° les infractions aux limites d'investissement et d'emprunt fixées par les dispositions légales ou le règlement de gestion, les statuts, le prospectus ou les informations clés pour l'investisseur.
Onderafdeling III. Administratieve procedures en controlemechanismen
Sous-section III. - Procédures administratives et mécanismes de contrôle
Art.14. De bepalingen van deze onderafdeling gelden enkel voor beleggingsvennootschappen die geen beheervennootschap van AICB's hebben aangesteld overeenkomstig artikel 10, § 2 van de wet.
Art.14. Les dispositions de la présente sous-section sont uniquement applicables aux sociétés d'investissement n'ayant pas désigné de société de gestion d'OPCA conformément à l'article 10, § 2 de la loi.
Art.15. § 1. De permanente risicobeheerfunctie moet, naast de taken vermeld in artikel 39 van Verordening 231/2013 :
  1° erop toezien dat wordt voldaan aan de wettelijke limieten voor het totale risico en het tegenpartijrisico als bedoeld in de artikelen 41, §§ 2 tot 5, 42 en 45, § 6;
  2° in voorkomend geval, de in artikel 44 bedoelde regelingen en procedures voor de waardering van OTC-derivaten onderzoeken en ondersteunen.
  § 2. De permanente risicobeheerfunctie beschikt over de nodige autoriteit en heeft toegang tot alle dienstige informatie om de in § 1 beschreven taken te kunnen vervullen.
Art.15. § 1. En sus des tâches mentionnées à l'article 39 du règlement 231/2013, la fonction permanente de gestion des risques est chargée de :
  1° veiller au respect des limites légales sur le risque global et le risque de contrepartie, conformément aux articles 41, §§ 2 à 5, 42 et 45, § 6;
  2° réexaminer et renforcer, le cas échéant, les dispositifs et procédures d'évaluation des instruments dérivés négociés de gré à gré visés à l'article 44.
  § 2. La fonction permanente de gestion des risques jouit de l'autorité nécessaire et d'un accès à toutes les informations pertinentes nécessaires à l'accomplissement des tâches énumérées au § 1.
Art.16. De beleggingsvennootschappen behandelen in hun risicobeheerbeleid, naast de elementen vermeld in artikel 40 van Verordening 231/2013, de technieken, instrumenten en regelingen die hen in staat stellen om te voldoen aan de verplichtingen vermeld in de artikelen 18 en 41.
Art.16. En sus des éléments mentionnés à l'article 40 du règlement 231/2013, la politique de gestion des risques des sociétés d'investissement porte sur les techniques, outils et dispositions qui leur permettent de se conformer aux obligations énoncées aux articles 18 et 41.
Art.17. De beleggingsvennootschappen toetsen, monitoren en evalueren op periodieke wijze :
  1° de deugdelijkheid en doeltreffendheid van de procedures en technieken als bedoeld in de artikelen 18 [1 , 18/1]1 en 41, §§ 2 tot 5;
  2° de mate waarin zij de procedures en technieken als bedoeld in de artikelen 18 [1 , 18/1]1 en 41, §§ 2 tot 5 naleven;
  
Art.17. Les sociétés d'investissement évaluent, contrôlent et réexaminent périodiquement :
  1° l'adéquation et l'efficacité des procédures et des techniques visées aux articles 18 [1 , 18/1]1 et 41, §§ 2 à 5;
  2° la mesure dans laquelle la société d'investissement respecte les procédures et les techniques visées aux articles 18 [1 , 18/1]1 et 41, §§ 2 à 5;
  
Art.18. Onverminderd de toepassing van artikel 45, § 1 van Verordening 231/2013 stellen de beleggingsvennootschappen passende en doeltreffende regelingen, procedures en technieken vast om de naleving te waarborgen van de limieten voor het totale risico en het tegenpartijrisico, overeenkomstig de artikelen 41, §§ 2 tot 5 en 45, § 6.
  Deze regelingen, procedures en technieken zijn evenredig met de aard, de omvang en de complexiteit van het bedrijf van de beleggingsvennootschap, en zijn afgestemd op haar risicoprofiel.
Art.18. Sans préjudice de l'article 45, § 1er du règlement 231/2013, les sociétés d'investissement adoptent des dispositions, des procédures et des techniques appropriées et efficaces en vue de garantir que les limites en matière de risque global et de contrepartie sont respectées, conformément aux articles 41, §§ 2 à 5 et 45, § 6.
  Ces dispositions, procédures et techniques sont proportionnées à la nature, à l'échelle et à la complexité des activités de la société d'investissement, et conformes à son profil de risque.
Art. 18/1. [1 § 1. Indien gebruik wordt gemaakt van de door artikel 21/1 van het koninklijk besluit van 10 november 2006 of de artikelen 82, § 4, of 147/1 van dit besluit geboden mogelijkheden, stellen de beleggingsvennootschappen een passend en doeltreffend beleid vast:
   1° dat de toepassingsvoorwaarden van de betrokken mechanismen verduidelijkt;
   2° dat de organisatorische en administratieve maatregelen verduidelijkt die hen in staat stellen om de in de inleidende zin van deze paragraaf vermelde bepalingen en de in de bepaling onder 1° vermelde toepassingsvoorwaarden na te leven;
   3° dat de desbetreffende specifieke risico's identificeert en een aangepast omkaderings- en controlemechanisme invoert. Dat mechanisme moet het inzonderheid mogelijk maken de vertrouwelijkheid in verband met de ontvangen inschrijvings- en inkooporders te garanderen en het misbruik van de informatie over het gebruik van voornoemde mechanismen te voorkomen.
   § 2. Alvorens gebruik te maken van de mogelijkheden van artikel 21/1 van het koninklijk besluit van 10 november 2006 of van de artikelen 82, § 4, of 147/1 van dit besluit, stellen de beleggingsvennootschappen de FSMA in kennis van het in paragraaf 1 bedoelde beleid en de eventuele actualiseringen ervan.]1

  
Art.18/1. [1 § 1er. En cas d'usage des facultés offertes par l'article 21/1 de l'arrêté royal du 10 novembre 2006 ou les articles 82, § 4 ou 147/1 du présent arrêté, les sociétés d'investissement adoptent une politique appropriée et efficace:
   1° précisant les conditions d'application des dispositifs concernés;
   2° précisant les mesures organisationnelles et administratives lui permettant de respecter les dispositions visées au préambule du présent paragraphe, ainsi que les conditions d'application visées au point 1° ;
   3° identifiant les risques spécifiques qui y sont liés et mettant en place un dispositif d'encadrement et de contrôle adapté. Ce dispositif doit notamment permettre de garantir la confidentialité en ce qui concerne les ordres de souscriptions et de rachat reçus et d'éviter l'exploitation abusive de l'information liée à l'utilisation des facultés sus-mentionnées.
   § 2. Les sociétés d'investissement communiquent à la FSMA, préalablement à l'usage des facultés offertes par l'article 21/1 de l'arrêté royal du 10 novembre 2006 ou les articles 82, § 4 ou 147/1 du présent arrêté, la politique visée au paragraphe 1er, et ses éventuelles mises à jour. ]1

  
Onderafdeling IV. - De commissaris
Sous-section IV. - Le commissaire
Art.19. § 1. De in artikel 356, § 1 van de wet bedoelde overeenkomst tot uitwisseling van informatie tussen de commissaris van de master en de commissaris van de feeder voorziet in het volgende :
  1° de vaststelling van de documenten en categorieën van informatie die tussen beide commissarissen systematisch moeten worden uitgewisseld;
  2° of de onder 1° bedoelde informatie of documenten door de ene commissaris aan de andere commissaris moeten worden verstrekt dan wel op verzoek beschikbaar moeten worden gesteld;
  3° de wijze van en het tijdschema - waaronder alle geldende uiterste termijnen - voor de doorgifte van informatie door de commissaris van de master aan de commissaris van de feeder;
  4° de coördinatie van de rol van elke commissaris bij de boekhoudkundige werkzaamheden bij het afsluiten van het boekjaar voor de respectieve instelling voor collectieve belegging;
  5° vaststelling van aangelegenheden die voor de toepassing van artikel 356, § 2, tweede lid van de wet als in het verslag van de commissaris van de master bekendgemaakte onregelmatigheden zullen worden behandeld;
  6° de wijze van en het tijdschema voor behandeling van ad-hocverzoeken om bijstand van de ene commissaris aan de andere commissaris, waaronder verzoeken om nadere informatie over in het verslag van de commissaris van de master openbaar gemaakte onregelmatigheden.
  § 2. De in § 1 bedoelde overeenkomst omvat bepalingen betreffende de opstelling van verslagen als bedoeld in artikel 143 van het Wetboek van vennootschappen en de wijze van en het tijdschema voor het verstrekken van het verslag van de commissaris voor de master en ontwerpen van dat verslag aan de commissaris van de feeder.
  § 3. Voor zover de feeder en de master het boekjaar op een andere datum afsluiten, voorziet de in § 1 bedoelde overeenkomst in de wijze van en het tijdschema voor de opstelling door de commissaris van de master van het ad-hocverslag als vereist in artikel 356, § 2, eerste lid van de wet en voor het verstrekken van dit verslag aan de commissaris van de feeder.
Art.19. § 1er. L'accord d'échange d'informations entre le commissaire du master et le commissaire du feeder, tel que visé à l'article 356, § 1er, de la loi, comprend les éléments suivants :
  1° une énumération des documents et des catégories d'informations que les deux commissaires doivent systématiquement s'échanger ;
  2° une mention indiquant si les informations ou documents visés au 1° sont fournis d'office ou mis à disposition sur demande ;
  3° les modalités et le calendrier, y compris les délais éventuels, à respecter pour la transmission d'informations par le commissaire du master au commissaire du feeder ;
  4° une coordination de la participation des deux commissaires aux procédures comptables de fin d'exercice de leurs organismes de placement collectif respectifs ;
  5° l'indication des éléments à considérer comme des irrégularités signalées dans le rapport établi par le commissaire du master aux fins de l'article 356, § 2, alinéa 2, de la loi ;
  6° les modalités et les délais de traitement des demandes d'assistance ad hoc entre commissaires, et notamment des demandes d'informations supplémentaires sur les irrégularités signalées dans le rapport du commissaire du master.
  § 2. L'accord visé au § 1er comporte des dispositions sur la préparation des rapports visés à l'article 143 du Code des sociétés, et indique les modalités et le calendrier de communication au commissaire du feeder du rapport et des projets de rapport du commissaire du master.
  § 3. Si les exercices comptables du feeder et du master ne se terminent pas à la même date, l'accord visé au § 1er précise suivant quelles modalités et quel calendrier le commissaire du master établit le rapport ad hoc requis par l'article 356, § 2, alinéa 1er, de la loi, et communique ce rapport au commissaire du feeder.
Art.20. De in artikel 356, § 1 van de wet bedoelde overeenkomst tussen de commissaris van de master en de commissaris van de feeder voorziet erin dat het Belgisch recht van toepassing is op deze overeenkomst en dat beide commissarissen instemmen met de exclusieve jurisdictie van de Belgische rechtbanken.
Art.20. L'accord entre le commissaire du master et celui du feeder visé à l'article 356, § 1er, de la loi stipule que le droit belge s'applique à cet accord et que les deux commissaires reconnaissent la compétence exclusive des juridictions belges.
Afdeling II. [1 - Prospectus en essentiële beleggersinformatie over het openbaar aanbod van rechten van deelneming en publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming]1
Section II. [1 - Prospectus et informations clés pour l'investisseur concernant l'offre publique de parts et communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts]1
Onderafdeling I. - Prospectus en essentiële beleggersinformatie
Sous-section Ire. - Prospectus et informations clés pour l'investisseur
Art.21. De vertaling van het prospectus, de essentiële beleggersinformatie, het beheerreglement of de statuten, de jaarverslagen en de halfjaarverslagen evenals alle berichten en kennisgevingen aan de deelnemers wordt gemaakt onder de verantwoordelijkheid van de AICB of de onderneming die instaat voor de verspreiding van de informatie die de AICB dient te verstrekken.
Art.21. La traduction du prospectus, des informations clés pour l'investisseur, du règlement de gestion ou des statuts, des rapports annuels et semestriels ainsi que de tous les avis et communications aux participants est effectuée sous la responsabilité de l'OPCA ou de l'entreprise qui assure la diffusion des informations que l'OPCA est tenu de fournir.
Art.22. Het prospectus van een AICB bevat ten minste de gegevens die in de bij dit besluit gevoegde bijlage A zijn opgenomen, voor zover deze informatie niet voorkomt in de stukken die overeenkomstig het derde lid bij het prospectus worden gevoegd.
  De AICB stelt één prospectus op, zelfs indien zij compartimenten heeft. In dat laatste geval worden de bepalingen inzake de informatieverstrekking over de AICB, voor zover mogelijk, toegepast op ieder compartiment.
  Het beheerreglement of de statuten en het laatst gepubliceerde jaarverslag worden bij het prospectus gevoegd.
Art.22. Le prospectus d'un OPCA comporte au moins les renseignements prévus à l'annexe A du présent arrêté, pour autant que ces renseignements ne figurent pas dans les documents annexés au prospectus conformément à l'alinéa 3.
  L'OPCA établit un seul prospectus, même s'il a des compartiments. Dans ce dernier cas, les dispositions relatives aux renseignements à fournir sur l'OPCA sont appliquées, dans la mesure du possible, à chaque compartiment.
  Le règlement de gestion ou les statuts et le dernier rapport annuel publié sont annexés au prospectus.
Art.23. § 1. De essentiële beleggersinformatie verschaft informatie over de volgende essentiële elementen van de AICB in kwestie :
  1° de identificatie van de AICB en van haar bevoegde autoriteit;
  2° een korte beschrijving van haar beleggingsdoelstellingen en beleggingsbeleid;
  3° een presentatie van de in het verleden behaalde resultaten of, indien relevant, toekomstscenario's;
  4° kosten en bijhorende lasten;
  5° het risico- en opbrengstprofiel van de belegging, waaronder voldoende toelichting en waarschuwingen met betrekking tot de risico's die aan beleggingen in de relevante AICB verbonden zijn.
  De belegger moet deze essentiële informatie kunnen begrijpen zonder dat naar andere documenten wordt verwezen.
  § 2. De essentiële beleggersinformatie vermeldt duidelijk waar en hoe aanvullende informatie over de aangeboden belegging kan worden verkregen, en vermeldt in elk geval waar en hoe het prospectus en de jaar- en halfjaarlijkse verslagen te allen tijde op verzoek en kosteloos kunnen worden verkregen en in welke taal dergelijke informatie voor de beleggers beschikbaar is.
  De essentiële beleggersinformatie bevat daarnaast een mededeling dat de nadere gegevens van het geactualiseerde beloningsbeleid, met ten minste een beschrijving van de wijze van berekening van de beloning en de voordelen, de identiteit van de personen die verantwoordelijk zijn voor het toekennen van de beloning en de voordelen, met inbegrip van de samenstelling van het remuneratiecomité, indien een dergelijk comité is ingesteld, beschikbaar zijn op een website (met vermelding van het adres van die website) en dat daarvan op verzoek gratis een afschrift op papier ter beschikking wordt gesteld.
  De woorden "essentiële beleggersinformatie" moeten duidelijk in de essentiële beleggersinformatie worden vermeld.
  § 3. Het document met de essentiële beleggersinformatie en zijn bijwerkingen worden opgesteld volgens de modaliteiten bepaald in Verordening 583/2010.
Art.23. § 1er. Les informations clés pour l'investisseur fournissent des informations sur les éléments essentiels suivants de l'OPCA concerné :
  1° l'identification de l'OPCA et de son autorité compétente;
  2° une brève description de ses objectifs de placement et de sa politique de placement ;
  3° une présentation de ses performances passées ou, le cas échéant, de scénarios de performances ;
  4° les coûts et les frais liés;
  5° le profil de risque et de rendement de l'investissement, y compris des orientations et des mises en garde appropriées sur les risques inhérents à l'investissement dans l'OPCA concerné.
  Ces éléments essentiels doivent être compréhensibles pour l'investisseur sans renvoi à d'autres documents.
  § 2. Les informations clés pour l'investisseur indiquent clairement où et comment obtenir des informations supplémentaires sur l'investissement proposé, y compris où et comment le prospectus et les rapports annuels et semestriels peuvent être obtenus, sur demande, sans frais et à tout moment, ainsi que la langue dans laquelle ces informations sont disponibles pour les investisseurs.
  Les informations clés pour l'investisseur comprennent également une déclaration indiquant que les détails de la politique de rémunération actualisée, y compris, notamment, une description de la manière dont les rémunérations et les avantages sont calculés, l'identité des personnes responsables de l'attribution des rémunérations et des avantages, y compris la composition du comité de rémunération, lorsqu'un tel comité existe, sont disponibles sur un site internet (y compris une référence à ce site internet) et qu'un exemplaire sur papier sera mis à disposition gratuitement sur demande.
  Les termes "informations clés pour l'investisseur" doivent être mentionnés de manière bien visible dans le document d'informations clés pour l'investisseur.
  § 3. Le document d'informations clés pour l'investisseur et ses mises à jour sont établis selon les modalités déterminées dans le règlement 583/2010.
Art.24. § 1. De beleggingsvennootschap, en de beheervennootschap voor elk door haar beheerd gemeenschappelijk beleggingsfonds, die rechtstreeks of via een andere natuurlijke of rechtspersoon die voor haar rekening en onder haar volledige en onvoorwaardelijke aansprakelijkheid AICB's verkoopt, moet de beleggers geruime tijd voor hun voorgenomen inschrijving op de rechten van deelneming in deze AICB's de essentiële beleggersinformatie over deze AICB's verstrekken.
  De beleggingsvennootschap, en de beheervennootschap voor elk door haar beheerd gemeenschappelijk beleggingsfonds, die niet rechtstreeks of via een andere natuurlijke of rechtspersoon die voor haar rekening en onder haar volledige en onvoorwaardelijke aansprakelijkheid rechten van deelneming in AICB's verkoopt aan beleggers, moet op verzoek de essentiële beleggersinformatie verstrekken aan fabricanten en tussenpersonen die beleggers AICB's verkopen of advies verlenen over mogelijke beleggingen daarin of in producten die een risico op dergelijke AICB's inhouden. De tussenpersonen die beleggers AICB's verkopen of advies verlenen over mogelijke beleggingen daarin, moeten aan hun cliënten of potentiële cliënten geruime tijd voor hun voorgenomen inschrijving op de rechten van deelneming in deze AICB's de essentiële beleggersinformatie over deze AICB's verstrekken.
  Essentiële beleggersinformatie wordt kosteloos verstrekt.
  § 2. Op verzoek moet de inschrijver het prospectus, het beheerreglement of de statuten alsmede het laatst gepubliceerde jaar- en halfjaarlijks verslag vóór de sluiting van de overeenkomst kosteloos kunnen verkrijgen.
Art.24. § 1er. Les sociétés d'investissement et, pour chacun des fonds communs de placement qu'elles gèrent, les sociétés de gestion qui vendent des OPCA soit directement, soit par le biais d'une autre personne physique ou morale qui agit pour leur compte et sous leur responsabilité pleine et inconditionnelle, doivent fournir aux investisseurs les informations clés pour l'investisseur sur ces OPCA en temps utile avant la souscription proposée de parts de ces OPCA.
  Les sociétés d'investissement et, pour chacun des fonds communs de placement qu'elles gèrent, les sociétés de gestion qui ne vendent des parts d'OPCA aux investisseurs ni directement, ni par le biais d'une autre personne physique ou morale qui agit pour leur compte et sous leur responsabilité pleine et inconditionnelle, doivent fournir les informations clés pour l'investisseur aux fabricants de produits et aux intermédiaires qui vendent de tels OPCA à des investisseurs ou les conseillent sur des investissements dans de tels OPCA ou dans des produits présentant une exposition à de tels OPCA, sur leur demande. Les intermédiaires qui vendent des OPCA ou conseillent les investisseurs sur d'éventuels investissements dans des OPCA doivent fournir à leurs clients ou clients potentiels les informations clés pour l'investisseur sur ces OPCA en temps utile avant la souscription de parts de ces OPCA.
  Les informations clés pour l'investisseur sont fournies sans frais.
  § 2. Le prospectus, le règlement de gestion ou les statuts et les derniers rapports annuel et semestriel publiés doivent être remis sans frais, avant la conclusion du contrat, au souscripteur qui le demande.
Art.25. § 1. Het prospectus en de essentiële beleggersinformatie kunnen op een duurzame drager of via een website worden verstrekt. Wanneer deze documenten worden verstrekt op een andere duurzame drager dan papier of via een website, moet worden voldaan aan de voorwaarden van Verordening 583/2010. Een papieren afschrift wordt de beleggers op verzoek kosteloos toegezonden.
  Daarnaast is een bijgewerkte versie van de essentiële beleggersinformatie beschikbaar op de website van de beleggingsvennootschap of de beheervennootschap.
  § 2. De jaar- en halfjaarlijkse verslagen zijn voor de beleggers beschikbaar op de wijze die in het prospectus en in de essentiële beleggersinformatie wordt vermeld. Een papieren afschrift wordt de beleggers op verzoek kosteloos toegezonden.
  § 3. Indien een belegger enkel belangstelling vertoont voor een bepaald compartiment van een AICB met verschillende compartimenten, kunnen desgevallend aan deze belegger enkel de elementen van het prospectus worden verstrekt die relevant zijn voor de AICB in het algemeen en dit compartiment.
Art.25. § 1er. Le prospectus et les informations clés pour l'investisseur peuvent être fournis sur un support durable ou au moyen d'un site web. Lorsque ces documents sont fournis sur un support durable autre que le papier ou au moyen d'un site web, les conditions prévues par le règlement 583/2010 doivent être remplies. Une copie papier est envoyée gratuitement aux investisseurs qui en font la demande.
  Une version mise à jour des informations clés pour l'investisseur est, en outre, disponible sur le site web de la société d'investissement ou de la société de gestion.
  § 2. Les rapports annuels et semestriels sont mis à la disposition des investisseurs selon les modalités mentionnées dans le prospectus et dans les informations clés pour l'investisseur. Une copie papier est envoyée gratuitement aux investisseurs qui en font la demande.
  § 3. Si un investisseur ne manifeste de l'intérêt que pour un compartiment déterminé d'un OPCA comportant plusieurs compartiments, seuls les éléments du prospectus qui sont pertinents pour l'OPCA en général et pour ce compartiment en particulier peuvent lui être fournis.
Art.26. § 1. Onverminderd de toepassing van andere bepalingen van de wet en van dit besluit, kunnen de volgende bijwerkingen aan het prospectus worden gepubliceerd zonder voorafgaande goedkeuring door de FSMA :
  1° wijziging van de [1 ...]1 zetel en/of hoofdkantoor van de beheervennootschap of de beleggingsvennootschap binnen België;
  2° wijziging van de naam en/of het adres van de tussenpersonen en dienstverleners die bij de werking van de AICB zijn betrokken;
  3° functiewijzigingen van de niet-uitvoerende bestuurders van de beleggingsvennootschap;
  4° functiewijzigingen van de uitvoerende bestuurders van de beleggingsvennootschap. Dergelijke wijzigingen kunnen evenwel slechts in het prospectus worden doorgevoerd mits naleving van de wettelijke bepalingen van toepassing op de benoeming van personen die deelnemen aan de effectieve leiding van de beleggingsvennootschap;
  5° voor de in het tweede lid van dit punt gedefinieerde AICB's, wijziging, overeenkomstig de vooraf in het prospectus beschreven modaliteiten, van de samenstelling van de korf van waarden, onderliggend aan het instrument dat de AICB hanteert om een bepaald rendement te verkrijgen op vervaldag;
  Het eerste lid van dit punt is van toepassing op de AICB's die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel AICB's met vergelijkbare kenmerken;
  6° vermindering van de aan de deelnemers of aan de AICB aangerekende provisies en kosten;
  7° wijziging van de frequentie waarmee provisies en kosten worden berekend en ingehouden;
  8° verhoging van de frequentie van uitvoering van aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging en van de berekening van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming;
  9° aanpassing van de gegevens die voortvloeien uit de schrapping van de rechten van deelneming, die waren toegelaten tot de verhandeling op een georganiseerde markt;
  10° aanpassing van verwijzingen naar de toepasselijke wetgeving [1 , naar de essentiële beleggersinformatie en/of naar het essentiële-informatiedocument bedoeld in Verordening 1286/2014]1;
  11° wijziging van het fiscaal regime toepasselijk op de deelnemers en/of de AICB;
  12° niet wezenlijke wijzigingen van het beleggingsbeleid die voortvloeien uit de evolutie van de financiële markten, en/of wijziging van de initiële inschrijvingsperiode, en/of wijziging van de valutadatum met betrekking tot de initiële inschrijving, en/of wijziging van de initiële inschrijvingsprijs per recht van deelneming voor zover deze wijzigingen worden doorgevoerd vóór de aanvang van de initiële inschrijvingsperiode;
  13° wijziging van de gegevens opgenomen in het prospectus overeenkomstig de punten I.1.3., I.2.3. tot I.2.6 en I.3.3. van de bij dit besluit gevoegde bijlage A.
  14° inkorting of verlenging van een reeds lopende initiële inschrijvingsperiode van een gecommercialiseerd compartiment. In dergelijk geval dient ook een persbericht te worden gepubliceerd, teneinde deze bijwerking van het prospectus kenbaar te maken aan de beleggers;
  15° wijziging van de datum van de eerste netto-inventariswaarde na de initiële inschrijvingsperiode en/of van de datum van berekening hiervan;
  16° wijziging van de vergoeding van de erkende commissaris en wijziging van de vergoeding voor een bestuursmandaat in de AICB op voorwaarde dat deze wijzigingen door de algemene vergadering van de AICB werden goedgekeurd;
  17° wijziging van de personen verantwoordelijk voor de inhoud van het prospectus en de essentiële beleggersinformatie;
  18° [1 wijziging van het adres van een internetsite of van een pagina van een internetsite;]1
  19° hernieuwing van het mandaat van een bestuurder en/of van een persoon die deelneemt aan de effectieve leiding van de AICB;
  20° hernieuwing van het mandaat van de erkende commissaris van de AICB;
  21° niet wezenlijke wijziging van de omschrijving van een index, op voorwaarde dat deze wijziging louter gebeurt naar aanleiding van een actualisering van de index door de opsteller hiervan en dat de AICB en de opsteller van de index geen deel uitmaken van dezelfde economische groep;
  22° wijziging van een niet wezenlijk gegeven, dat geen betrekking heeft op de aard van de AICB en, in voorkomend geval, van haar compartimenten of hun beleggingsbeleid en dat behoort tot de categorie van gegevens waarvoor de FSMA aanvaardt dat zij overeenkomstig deze paragraaf worden gewijzigd.
  § 2. Onverminderd de toepassing van andere bepalingen van de wet en van dit besluit, kunnen de volgende bijwerkingen aan de essentiële beleggersinformatie worden gepubliceerd zonder voorafgaande goedkeuring door de FSMA :
  1° wijziging van de naam en/of desgevallend het adres van de tussenpersonen en dienstverleners die bij de werking van de AICB zijn betrokken;
  2° voor de AICB's bedoeld in het tweede lid van dit punt, wijziging, overeenkomstig de vooraf in het prospectus beschreven modaliteiten, van de samenstelling van de korf van waarden, onderliggend aan het instrument dat de AICB hanteert om een bepaald rendement te verkrijgen op vervaldag;
  Het eerste lid van dit punt is van toepassing op de AICB's die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel AICB's met vergelijkbare kenmerken;
  3° vermindering van de aan de deelnemers aangerekende provisies en kosten;
  4° aanpassing van de lopende kosten die niet het gevolg is van de beslissing van de beleggingsvennootschap of van de beheervennootschap van het gemeenschappelijk beleggingsfonds om de aan de AICB aangerekende provisies en kosten te verhogen;
  5° verhoging van de frequentie van uitvoering van aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging en van de berekening van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming;
  6° aanpassing van de gegevens die voortvloeien uit de schrapping van de rechten van deelneming, die waren toegelaten tot de verhandeling op een georganiseerde markt;
  7° wijziging van de synthetische risico- en opbrengstindicator;
  8° jaarlijkse actualisatie van in het verleden behaalde resultaten;
  9° aanpassing van verwijzingen naar de toepasselijke wetgeving of naar het prospectus;
  10° niet wezenlijke wijzigingen van het beleggingsbeleid die voortvloeien uit de evolutie van de financiële markten, en/of wijziging van de initiële inschrijvingsperiode, en/of wijziging van de valutadatum met betrekking tot de initiële inschrijving, en/of wijziging van de initiële inschrijvingsprijs per recht van deelneming, voor zover deze wijzigingen worden doorgevoerd vóór de aanvang van de initiële inschrijvingsperiode;
  11° [1 wijziging van het adres van een internetsite of van een pagina van een internetsite;]1
  12° voor de AICB's bedoeld in het tweede lid van dit punt, bijwerking van de scenario's die de potentiële resultaten van de AICB's illustreren.
  Het eerste lid van dit punt is van toepassing op de AICB's die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel AICB's met vergelijkbare kenmerken;
  13° niet wezenlijke wijziging van de omschrijving van een index, op voorwaarde dat deze wijziging louter gebeurt naar aanleiding van een actualisering van de index door de opsteller hiervan en dat de AICB en de opsteller van de index geen deel uitmaken van dezelfde economische groep;
  [1 13° /1 inkorting of verlenging van de reeds lopende inschrijvingsperiode van een gecommercialiseerd compartiment. In dergelijk geval dient ook een persbericht te worden gepubliceerd, teneinde deze bijwerking van de essentiële beleggersinformatie kenbaar te maken aan de beleggers;]1
  14° wijziging van een niet wezenlijk gegeven, dat geen betrekking heeft op de aard van de AICB en, in voorkomend geval, van haar compartimenten of hun beleggingsbeleid en dat behoort tot de categorie van gegevens waarvoor de FSMA aanvaardt dat zij overeenkomstig deze paragraaf worden gewijzigd.
  
Art.26. § 1er. Sans préjudice de l'application d'autres dispositions de la loi ou du présent arrêté, les mises à jour du prospectus qui portent sur les points énumérés ci-dessous, peuvent être publiées sans l'approbation préalable de la FSMA :
  1° modification du siège [1 ...]1 et/ou de l'administration centrale de la société de gestion ou de la société d'investissement en Belgique;
  2° modification de la dénomination et/ou de l'adresse des intermédiaires et prestataires de services qui interviennent dans le fonctionnement de l'OPCA;
  3° modifications de fonction des administrateurs non exécutifs de la société d'investissement;
  4° modifications de fonction des administrateurs exécutifs de la société d'investissement, étant entendu toutefois que de telles modifications ne peuvent être opérées dans le prospectus que moyennant le respect des dispositions légales applicables à la nomination des personnes qui prennent part à la direction effective de la société d'investissement;
  5° pour les OPCA définis à l'alinéa 2 du présent point, modification, conformément aux modalités décrites préalablement dans le prospectus, de la composition du panier de valeurs qui constitue le sous-jacent de l'instrument au moyen duquel l'OPCA vise à obtenir à l'échéance un certain rendement;
  Sont visés à l'alinéa premier du présent point, les OPCA qui fournissent aux investisseurs, à certaines dates prédéterminées, des rémunérations dont le calcul est fondé sur un algorithme et qui sont liées à la performance ou à l'évolution du prix d'actifs financiers, d'indices ou de portefeuilles de référence ou à la réalisation d'autres conditions concernant ces actifs financiers, indices ou portefeuilles de référence, ou des OPCA ayant des caractéristiques similaires.
  6° diminution des commissions et frais mis à charge des participants ou de l'OPCA;
  7° modification de la fréquence de calcul et de prélèvement des commissions et frais;
  8° augmentation de la fréquence d'exécution des demandes d'émission ou de rachat de parts ou des demandes de changement de compartiment, ainsi que de la fréquence de calcul de la valeur nette d'inventaire des parts;
  9° adaptation des données qui résultent de la radiation des parts qui étaient admises aux négociations sur un marché organisé;
  10° adaptation des références à la législation applicable [1 , aux informations clés pour l'investisseur en/ou au document d'informations clés visé par le règlement 1286/2014]1;
  11° modification du régime fiscal applicable aux participants et/ou à l'OPCA;
  12° modifications non substantielles de la politique de placement découlant de l'évolution des marchés financiers, et/ou modification de la période initiale de souscription et/ou modification de la date valeur de la souscription initiale, et/ou modification du prix initial de souscription par part, pour autant que ces modifications soient opérées avant le début de la période initiale de souscription;
  13° modification des informations insérées dans le prospectus conformément aux points I.1.3, I.2.3. à I.2.6 et I.3.3. de l'annexe A du présent arrêté.
  14° réduction ou prolongation de la période de souscription initiale, déjà en cours, d'un compartiment commercialisé, étant entendu qu'il convient dans ce cas de publier un communiqué de presse afin de porter cette mise à jour du prospectus à la connaissance des investisseurs ;
  15° modification de la date de la première valeur nette d'inventaire après la période initiale de souscription et/ou de la date de calcul de celle-ci;
  16° modification de la rémunération du commissaire agréé et modification de la rémunération afférente à l'exercice d'un mandat d'administrateur au sein de l'OPCA, à condition que ces modifications aient été approuvées par l'assemblée générale de l'OPCA ;
  17° modification intervenue au niveau des personnes responsables du contenu du prospectus et des informations clés pour l'investisseur ;
  18° [1 modification de l'adresse d'un site internet ou d'une page d'un site internet ;]1
  19° renouvellement du mandat d'un administrateur et/ou d'une personne qui prend part à la direction effective de l'OPCA;
  20° renouvellement du mandat du commissaire agréé de l'OPCA;
  21° modification non substantielle de la description d'un indice, à condition que cette modification soit exclusivement effectuée à l'occasion d'une actualisation de l'indice par le fournisseur de celui-ci et que l'OPCA et le fournisseur de l'indice ne fassent pas partie du même groupe économique ;
  22° modification d'une donnée non essentielle, qui ne porte pas sur la nature de l'OPCA et, le cas échéant, de ses compartiments ou sur leur politique de placement et qui relève de la catégorie des données dont la FSMA accepte qu'elles soient modifiées conformément au présent paragraphe.
  § 2. Sans préjudice de l'application d'autres dispositions de la loi ou du présent arrêté, les mises à jour des informations clés pour l'investisseur qui portent sur les points énumérés ci-dessous, peuvent être publiées sans l'approbation préalable de la FSMA :
  1° modification de la dénomination et/ou, le cas échéant, de l'adresse des intermédiaires et prestataires de services qui interviennent dans le fonctionnement de l'OPCA;
  2° pour les OPCA définis à l'alinéa 2 du présent point, modification, conformément aux modalités décrites préalablement dans le prospectus, de la composition du panier de valeurs qui constitue le sous-jacent de l'instrument au moyen duquel l'OPCA vise à obtenir à l'échéance un certain rendement;
  Sont visés à l'alinéa premier du présent point, les OPCA qui fournissent aux investisseurs, à certaines dates prédéterminées, des rémunérations dont le calcul est fondé sur un algorithme et qui sont liées à la performance ou à l'évolution du prix d'actifs financiers, d'indices ou de portefeuilles de référence ou à la réalisation d'autres conditions concernant ces actifs financiers, indices ou portefeuilles de référence, ou des OPCA ayant des caractéristiques similaires.
  3° diminution des commissions et frais mis à charge des participants;
  4° adaptation des frais courants qui ne résulte pas d'une décision de la société d'investissement ou de la société de gestion du fonds commun de placement d'augmenter les commissions et frais mis à charge de l'OPCA;
  5° augmentation de la fréquence d'exécution des demandes d'émission ou de rachat de parts ou des demandes de changement de compartiment, ainsi que de la fréquence de calcul de la valeur nette d'inventaire des parts ;
  6° adaptation des données qui résultent de la radiation des parts qui étaient admises aux négociations sur un marché organisé ;
  7° modification de l'indicateur synthétique de risque et de rendement ;
  8° actualisation annuelle des performances passées ;
  9° adaptation des références à la législation applicable ou au prospectus;
  10° modifications non substantielles de la politique de placement découlant de l'évolution des marchés financiers, et/ou modification de la période initiale de souscription et/ou modification de la date valeur de la souscription initiale, et/ou modification du prix initial de souscription par part pour autant que ces modifications soient opérées avant le début de la période initiale de souscription ;
  11° [1 modification de l'adresse d'un site internet ou d'une page d'un site internet ;]1
  12° pour les OPCA visés au deuxième alinéa du présent point, adaptation des scénarios qui illustrent les résultats potentiels de l'OPCA.
  Sont visés à l'alinéa premier du présent point, les OPCA qui fournissent aux investisseurs, à certaines dates prédéterminées, des rémunérations dont le calcul est fondé sur un algorithme et qui sont liées à la performance ou à l'évolution du prix d'actifs financiers, d'indices ou de portefeuilles de référence ou à la réalisation d'autres conditions concernant ces actifs financiers, indices ou portefeuilles de référence, ou des OPCA ayant des caractéristiques similaires ;
  13° modification non substantielle de la description d'un indice, à condition que cette modification soit exclusivement effectuée à l'occasion d'une actualisation de l'indice par le fournisseur de celui-ci et que l'OPCA et le fournisseur de l'indice ne fassent pas partie du même groupe économique ;
  [1 13° /1 réduction ou prolongation de la période de souscription déjà en cours d'un compartiment commercialisé, étant entendu qu'il convient dans ce cas de publier un communiqué de presse afin de porter cette mise à jour des informations clés pour l'investisseur à la connaissance des investisseurs ;]1
  14° modification d'une donnée non essentielle, qui ne porte pas sur la nature de l'OPCA et, le cas échéant, de ses compartiments ou sur leur politique de placement et qui relève de la catégorie des données dont la FSMA accepte qu'elles soient modifiées conformément au présent paragraphe.
  
Onderafdeling II. [1 - Publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB]1
Sous-section II. [1 - Communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts d'un OPCA]1
Art.27. [1 De bepalingen van onderhavige onderafdeling betreffen de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB, ongeacht het medium volgens het welke ze worden verspreid.]1
  
Art.27. [1 Les dispositions de la présente sous-section concernent les communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts d'un OPCA, quel que soit leur moyen de diffusion.]1
  
Art.28. [1 Onverminderd de toepassing van andere bepalingen van de wet en van dit besluit, kunnen de volgende bijwerkingen aan publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB worden gepubliceerd zonder voorafgaande goedkeuring door de FSMA:
   1° wijziging van de naam, het adres, de nationaliteit en/of het logo van de beheervennootschap van de AICB en/of de tussenpersonen en dienstverleners die bij de werking van de AICB zijn betrokken;
   2° actualisering van de in de publicitaire mededelingen opgenomen cijfergegevens en/of samenstelling van de portefeuille op een bepaalde datum;
   3° aanpassing van verwijzingen naar de toepasselijke wetgeving;
   4° wijziging van het fiscaal regime toepasselijk op de deelnemers en/of de AICB;
   5° wijziging van het adres van een internetsite of van een pagina van een internetsite waar aanvullende informatie en/of documenten te consulteren zijn;
   6° bijwerking van de informatie en/of de hyperlinks opgenomen met toepassing van artikel 4, lid 2, tweede en derde zin, en lid 3 van Verordening 2019/1156;
   7° actualisering van de in artikel 29/6 van dit besluit bedoelde informatie;
   8° wijziging van de frequentie van de uitvoering van aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming en berekening van de netto-inventariswaarde;
   9° wijziging van een niet wezenlijk gegeven, dat geen betrekking heeft op de aard van de AICB en, in voorkomend geval, van haar compartimenten of hun beleggingsbeleid en dat behoort tot de categorie van gegevens waarvoor de FSMA aanvaardt dat zij overeenkomstig dit artikel worden gewijzigd.
   Een publicitaire mededeling die met toepassing van het eerste lid wordt bijgewerkt, moet vooraf aan de FSMA worden meegedeeld in de vorm waarin zij in het publiek zullen worden verspreid. Bij de mededeling aan de FSMA wordt duidelijk vermeld dat de publicitaire mededeling wordt aangepast met toepassing van dit artikel.]1

  
Art.28. [1 Sans préjudice de l'application d'autres dispositions de la loi ou du présent arrêté, les mises à jour des communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts d'un OPCA portant sur les points énumérés ci-dessous peuvent être publiées sans l'approbation préalable de la FSMA :
   1° modification de la dénomination, de l'adresse, de la nationalité et/ou du logo de la société de gestion de l'OPCA et/ou des intermédiaires et prestataires de services qui interviennent dans le fonctionnement de l'OPCA ;
   2° actualisation des données chiffrées figurant dans les communications publicitaires et/ou de la composition du portefeuille à une date donnée ;
   3° adaptation des références à la législation applicable ;
   4° modification du régime fiscal applicable aux participants et/ou à l'OPCA ;
   5° modification de l'adresse d'un site internet ou d'une page d'un site internet où des informations et/ou documents complémentaires peuvent être consultés ;
   6° mise à jour des informations et/ou des hyperliens contenus en application de l'article 4, paragraphe 2, deuxième et troisième lignes, et paragraphe 3, du règlement 2019/1156 ;
   7° actualisation des informations visées à l'article 29/6 du présent arrêté ;
   8° modification de la fréquence d'exécution des demandes d'émission ou de rachat de parts et de calcul de la valeur nette d'inventaire ;
   9° modification d'une donnée non essentielle, qui ne porte pas sur la nature de l'OPCA et, le cas échéant, de ses compartiments ou sur leur politique de placement et qui relève de la catégorie des données dont la FSMA accepte qu'elles soient modifiées conformément au présent article.
   Une communication publicitaire mise à jour en application du premier alinéa devra être notifiée au préalable à la FSMA dans la forme sous laquelle elle sera diffusée auprès du public. La notification à la FSMA mentionnera clairement que la communication publicitaire a été adaptée en application du présent article.]1

  
Art.29. [1 De goedkeuring door de FSMA van een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB houdt geenszins een beoordeling in van de opportuniteit van de inschrijving op de rechten van deelneming van de instelling voor collectieve belegging, noch van de kwaliteit van de AICB en de eraan verbonden risico's. In de publicitaire medelingen mag geen gewag worden gemaakt van het optreden van de FSMA.]1
  
Art.29. [1 L'approbation par la FSMA d'une communication publicitaire qui se rapporte à une offre publique de parts d'un OPCA ne compporte aucune appréciation de l'opportunité de souscrire des parts de l'OPCA ni de la qualité de l'OPCA et des risques qui y sont liés. Aucune mention de l'intervention de la FSMA ne peut être faite dans les communications publicitaires.]1
  
Art. 29/1. [1 Als een compliancefunctie werd opgericht bij een instelling die een ontwerp van publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB opstelt, dan wel ter goedkeuring voorlegt aan de FSMA, neemt deze de nodige maatregelen om te verzekeren dat het ontwerp voldoet aan de bepalingen van de wet en van dit besluit.
   De vertaling van de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB, wordt gemaakt onder de verantwoordelijkheid van de personen op wier initiatief deze publicitaire mededelingen worden gepubliceerd.]1

  
Art.29/1. [1 Si une fonction de compliance a été créée au sein d'un établissement qui élabore un projet de communication publicitaire relative à une offre publique de parts d'un OPCA ou le soumet à l'approbation de la FSMA, celle-ci prend les mesures nécessaires pour s'assurer que le projet répond aux dispositions de la loi et du présent arrêté.
   La traduction des communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts d'un OPCA est effectuée sous la responsabilité des personnes à l'initiative desquelles ces communications publicitaires sont rendus publics.]1

  
Art. 29/2. [1 § 1. Publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB worden opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 van Verordening 2019/1156, zoals desgevallend verder toegelicht in de richtsnoeren bedoeld in artikel 4, lid 6 van deze Verordening.
   § 2. Onverminderd de toepassing van paragraaf 1 moeten de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB aan de volgende vereisten voldoen:
   1° de nadruk wordt niet gelegd op kenmerken die niet of weinig relevant zijn voor een goed begrip van de aard en de risico's van de AICB;
   2° elke verwarring met reclame voor de beheervennootschap of de persoon die de AICB commercialiseert of beheert of met reclame voor een financiële dienst in de zin van artikel 2, eerste lid, 40°, van de wet van 2 augustus 2002, is verboden;
   3° een publicitaire mededeling die gelijktijdig betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB en andere types van financiële producten bedoeld in artikel 2, eerste lid, 39°, van de wet van 2 augustus 2002, maakt vormelijk en inhoudelijk een duidelijk onderscheid tussen de informatie die betrekking heeft op de AICB en de andere financiële producten.
   § 3. Onverminderd de toepassing van Verordening 2019/1156 bevatten publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB minstens de volgende informatie:
   1° de naam, de rechtsvorm en de nationaliteit van de AICB;
   2° de naam en de nationaliteit van de eventuele beheervennootschap;
   3° een bondige aanduiding van het beleggingsbeleid;
   4° een beknopte aanduiding van de belangrijkste risico's en, als de AICB rechtstreeks of onrechtstreeks wordt blootgesteld aan een mogelijk kredietrisico van meer dan 35% op één of meerdere specifieke entiteiten, worden de identiteit en de kredietwaardigheid van die entiteit(en) op prominente wijze vermeld;
   5° een overzicht van alle kosten en taksen ten laste van de niet-professionele cliënt;
   6° het vereiste aantal rechten van deelneming of het vereiste minimumbedrag bij de inschrijving, indien van toepassing;
   7° de datum van de vervaldag, indien de AICB voor bepaalde duur is opgericht.
   § 4. In het geval van korte publicitaire mededelingen kunnen de gegevens bedoeld in paragraaf 3 worden weggelaten. Deze publicitaire mededelingen moeten zo neutraal mogelijk zijn.]1

  
Art.29/2. [1 § 1er. Les communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts d'un OPCA sont rédigées conformément aux dispositions de l'article 4 du règlement 2019/1156, telles que précisées le cas échéant dans les orientations visées à l'article 4, paragraphe 6 dudit règlement.
   § 2. Sans préjudice de l'application du paragraphe 1er, les communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts d'un OPCA doivent répondre aux exigences suivantes :
   1° elles ne mettent pas en exergue des caractéristiques non ou peu pertinentes pour bien comprendre la nature et des risques de l'OPCA ;
   2° toute confusion avec de la publicité pour la société de gestion ou la personne qui commercialise ou gère l'OPCA, ou avec une publicité pour un service financier au sens de l'article 2, alinéa 1er, 40°, de la loi du 2 août 2002, est interdite ;
   3° une communication publicitaire portant simultanément sur une offre publique de parts d'un OPCA et d'autres types de produits financiers visés à l'article 2, alinéa 1er, 39°, de la loi du 2 août 2002 opère, tant au niveau de la forme qu'au niveau du contenu, une distinction claire entre les informations relatives à l'OPCA et celles concernant les autres produits financiers.
   § 3. Sans préjudice de l'application du règlement 2019/1156, les communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts d'un OPCA contiennent au moins les informations suivantes :
   1° la dénomination, la forme juridique et la nationalité de l'OPCA ;
   2° la dénomination et la nationalité de l'éventuelle société de gestion ;
   3° une brève indication de la politique de placement ;
   4° une indication succincte des principaux risques et, si l'OPCA est directement ou indirectement exposé à un risque de crédit potentiel de plus de 35% sur une ou plusieurs entités spécifiques, l'identité et la solvabilité de cette ou ces entités sont mentionnées de manière bien visible ;
   5° un relevé de tous les frais et taxes à la charge du client de détail ;
   6° le cas échéant, le nombre requis de parts ou le montant minimum requis lors de la souscription ;
   7° la date d'échéance, si l'OPCA est à durée déterminée.
   § 4. Les données visées au paragraphe 3 peuvent être omises dans le cas de communications publicitaires courtes. Ces communications publicitaires doivent être aussi neutres que possible.]1

  
Art. 29/3. [1 § 1. Indien in een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB een beloning wordt vermeld die verkregen werd door de AICB, bevat de publicitaire mededeling de volgende gegevens of verwijst de publicitaire mededeling naar een specifieke websitepagina die de volgende gegevens bevat:
   1° de naam van de instelling die aan de rangorde ten grondslag ligt;
   2° de schaal van de rangorde;
   3° de categorie van AICB's die voor de beloning in aanmerking kwamen;
   4° het aantal AICB's dat tot deze categorie behoort.
   Indien de beloning wordt uitgedrukt aan de hand van symbolen, wordt de betekenis van deze symbolen in de publicitaire mededeling of op de voormelde websitepagina uitgelegd.
   § 2. Indien een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB een rating vermeldt, bevat zij de ratingschaal en de betekenis van deze rating of verwijst zij naar een specifieke websitepagina die de ratingschaal en de betekenis van deze rating bevat.
   § 3. Indien een publicitaire mededeling die betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB een label vermeldt, bevat zij de betekenis van dat label of verwijst zij naar een specifieke websitepagina die de betekenis van dat label bevat.
   § 4. De beloning, de rating of het label mag niet het meest opvallende kenmerk van de publicitaire mededeling zijn.]1

  
Art.29/3. [1 § 1er. S'il est fait mention, dans une communication publicitaire qui se rapporte à une offre publique de parts d'un OPCA, d'une récompense obtenue par cet OPCA, la communication publicitaire comporte les données suivantes ou contient une référence à la page spécifique d'un site internet reprenant les données suivantes :
   1° le nom de l'institution à l'origine du classement ;
   2° l'échelle du classement ;
   3° la catégorie dans laquelle l'OPCA entrait en ligne de compte pour la récompense;
   4° le nombre d'OPCA appartenant à cette catégorie.
   Si la récompense est représentée par des symboles, la signification de ces symboles est expliquée dans la publicité ou sur la page du site internet précitée.
   § 2. S'il est fait mention d'une notation dans une communication publicitaire qui se rapporte à une offre publique de parts d'un OPCA, cette communication publicitaire indique l'échelle de notation ainsi que la signification de cette notation ou contient une référence à la page spécifique d'un site internet mentionnant l'échelle de notation ainsi que la signification de cette notation.
   § 3. S'il est fait mention d'un label dans une communication publicitaire qui se rapporte à une offre publique de parts d'un OPCA, cette communication publicitaire indique la signification de ce label ou contient une référence à la page spécifique d'un site internet mentionnant la signification de ce label.
   § 4. La récompense, la notation ou le label ne peut constituer l'élément le plus marquant de la communication publicitaire.]1

  
Art. 29/4. [1 Wanneer AICB's in publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB onderling of met andere financiële producten worden vergeleken, wordt aan de volgende voorwaarden voldaan:
   1° de vergelijking is zinvol en wordt op correcte en evenwichtige wijze voorgesteld;
   2° de voor de vergelijking gebruikte informatiebronnen worden vermeld;
   3° de voornaamste voor de vergelijking gebruikte feiten en hypothesen worden vermeld.]1

  
Art.29/4. [1 Les conditions suivantes doivent être remplies lorsque des OPCA sont comparés entre eux ou avec d'autres produits financiers dans des communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts d'un OPCA :
   1° la comparaison est pertinente et présentée de manière correcte et équilibrée ;
   2° les sources d'information utilisées pour cette comparaison sont précisées ;
   3° les principaux faits et hypothèses utilisés pour la comparaison sont mentionnés.]1

  
Art. 29/5. [1 In de publicitaire mededelingen die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een AICB als bedoeld in artikel 92, moet het bedrag per recht van deelneming waarop de garantie of de kapitaalbescherming betrekking heeft, worden vermeld. Bovendien moet worden verduidelijkt dat dit bedrag de provisies en kosten niet dekt die bij de inschrijving en de inkoop verschuldigd zijn.
   In geval van een kapitaalgarantie op vervaldag worden de identiteit en kredietwaardigheid van diegene die de waarborg verleent, vermeld.
   In geval van een kapitaalbescherming op vervaldag wordt melding gemaakt van het feit dat geen formele waarborg is verleend aan de deelnemers of aan de AICB.]1

  
Art.29/5. [1 Dans les communications publicitaires qui se rapportent à une offre publique de parts d'un OPCA visé à l'article 92, le montant par part sur lequel porte la garantie ou la protection doit être mentionné. Il doit en outre être précisé que ce montant ne couvre pas les commissions et frais dus à l'occasion de la souscription et du rachat.
   Dans le cas d'une garantie du capital à l'échéance, l'identité et la solvabilité du garant sont mentionnées.
   Dans le cas d'une protection du capital à l'échéance, il est fait mention qu'aucune garantie formelle n'est octroyée aux participants ou à l'OPCA.]1

  
Art. 29/6. [1 Elke publicitaire mededeling die betrekking heeft op een AICB gedefinieerd in het tweede lid van dit artikel herneemt de scenario's opgenomen in het essentiële-informatiedocument, of verwijst hiernaar. De scenario's of de verwijzing hiernaar kunnen echter worden weggelaten uit de publicitaire mededeling als het technisch gezien niet mogelijk is om ze te vermelden omwille van het medium of de vorm van de publicitaire mededeling.
   Het eerste lid is van toepassing op de AICB's die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel AICB's met vergelijkbare kenmerken.]1

  
Art.29/6. [1 Toute communication publicitaire relative à un OPCA défini à l'alinéa 2 du présent article mentionne les scénarios figurant dans le document d'informations clés ou y renvoie. Les scénarios ou le renvoi à ceux-ci peuvent être omis de la communication publicitaire s'il est techniquement impossible de les y mentionner compte tenu du support ou de la forme de la communication publicitaire.
   Sont visés à l'alinéa premier, les OPCA qui fournissent aux investisseurs, à certaines dates prédéterminées, des rémunérations dont le calcul est fondé sur un algorithme et qui sont liées à la performance ou à l'évolution du prix d'actifs financiers, d'indices ou de portefeuilles de référence ou à la réalisation d'autres conditions concernant ces actifs financiers, indices ou portefeuilles de référence, ou des OPCA ayant des caractéristiques similaires.]1

  
HOOFDSTUK II. - Bedrijfsuitoefening
CHAPITRE II. - Exercice de l'activité
Afdeling I. - Beleggingsbeleid
Section Ire. - Politique de placement
Onderafdeling I. - Algemeen
Sous-section Ire. - Généralités
Art.30. Wanneer een AICB verschillende compartimenten heeft, gelden de bepalingen van deze afdeling alsmede de artikelen 92 en 93 voor ieder van deze compartimenten behoudens andersluidende precisering.
Art.30. Lorsqu'un OPCA a plusieurs compartiments, les dispositions de la présente section, ainsi que les articles 92 et 93, s'appliquent, sauf mention contraire, à chacun de ces compartiments.
Art.31. De beleggingen van een AICB dienen te stroken met haar doel en haar beleggingsbeleid, zoals uiteengezet in het prospectus en de essentiële beleggersinformatie.
Art.31. Les placements d'un OPCA doivent coïncider avec son objet et sa politique de placement, tels qu'exposés dans le prospectus et dans les informations clés pour l'investisseur.
Art.32. § 1. Wanneer een effect of een geldmarktinstrument een derivaat omvat, dient dit derivaat te voldoen aan de bepalingen van artikel 35, § 1, 8°.
  § 2. Voor de toepassing van § 1 wordt de verwijzing naar een effect dat een derivaat omvat verstaan als een verwijzing naar een financieel instrument dat voldoet aan de criteria van artikel 36, § 1, en dat een component omvat, die voldoet aan de volgende criteria :
  1° op grond van de betrokken component kunnen sommige of alle kasstromen die anders uit hoofde van het als basiscontract fungerende effect vereist zouden zijn, worden gewijzigd volgens een gespecificeerde rentevoet, prijs van een financieel instrument, wisselkoers, koers- of prijsindex, kredietrating, kredietindex of andere variabele, en bijgevolg op eenzelfde wijze variëren als een losstaand derivaat;
  2° de economische kenmerken en risico's van de component houden geen nauw verband met de economische kenmerken en risico's van het basiscontract;
  3° de component heeft een significant effect op het risicoprofiel en de prijsvorming van het effect.
  § 3. Voor de toepassing van § 1, wordt de verwijzing naar een geldmarktinstrument dat een derivaat omvat verstaan als een verwijzing naar een geldmarktinstrument dat voldoet aan één van de criteria van artikel 37, § 1, en aan alle criteria van artikel 37, §§ 2 en 3, en dat een component bevat die voldoet aan de criteria van § 2.
  § 4. Een effect of een geldmarktinstrument wordt niet geacht een derivaat te omvatten wanneer het een component bevat die onafhankelijk van het effect of het geldmarktinstrument contractueel overdraagbaar is. Een dergelijke component wordt als een afzonderlijk financieel instrument beschouwd.
Art.32. § 1er. Lorsqu'une valeur mobilière ou un instrument du marché monétaire comporte un instrument dérivé, cet instrument dérivé doit satisfaire aux dispositions de l'article 35, § 1er, 8°.
  § 2. Pour l'application du § 1er, la référence à une valeur mobilière qui comporte un instrument dérivé s'entend comme une référence à un instrument financier qui remplit les critères énoncés à l'article 36, § 1er, et qui comporte une composante satisfaisant aux critères suivants :
  1° du fait de sa présence, tout ou partie des flux de trésorerie qu'exigerait autrement la valeur mobilière servant de contrat hôte, peuvent être modifiés en fonction d'un taux d'intérêt, du prix d'un instrument financier, d'un taux de change, d'un indice de prix ou de taux, d'une notation ou d'un indice de crédit, ou d'une autre variable déterminée, et varient en conséquence d'une manière similaire à un dérivé autonome;
  2° ses caractéristiques économiques et les risques qu'elle comporte ne sont pas étroitement liés aux caractéristiques économiques du contrat hôte, ni aux risques qu'il comporte;
  3° elle a une incidence notable sur le profil de risque et la valorisation de la valeur mobilière.
  § 3. Pour l'application du § 1er, la référence à un instrument du marché monétaire qui comporte un instrument dérivé s'entend comme une référence à un instrument du marché monétaire qui remplit l'un des critères énoncés à l'article 37, § 1er, et tous les critères énoncés à l'article 37, §§ 2 et 3, et qui comporte une composante satisfaisant aux critères énoncés au § 2.
  § 4. Une valeur mobilière ou un instrument du marché monétaire n'est pas réputé comporter un instrument dérivé lorsqu'il comporte une composante qui est contractuellement négociable indépendamment de la valeur mobilière ou de l'instrument du marché monétaire. Une telle composante est réputée constituer un instrument financier distinct.
Art.33. [1 Een AICB mag geen edele metalen of certificaten die deze vertegenwoordigen, verwerven.]1
  
Art.33. [1 Un OPCA ne peut acquérir des métaux précieux ou des certificats représentatifs de ceux-ci.]1
  
Onderafdeling II. - AICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming die beleggen in financiële instrumenten en liquide middelen
Sous-section II. - OPCA à nombre variable de parts qui investissent en instruments financiers et liquidités
Art.34. De in artikel 3, 45° van de wet bedoelde feeders zijn enkel onderworpen aan de bepalingen van deze onderafdeling voor zover de bepalingen van Afdeling II hierin voorzien.
Art.34. Les feeders visés à l'article 3, 45° de la loi ne sont soumis aux dispositions de la présente sous-section que dans la mesure prévue par les dispositions de la Section II.
Art.35. § 1. De beleggingen van een AICB bestaan uitsluitend uit de volgende effecten en liquide financiële activa :
  1° effecten en geldmarktinstrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 2, 3°, 5° of 6°, van de wet van 2 augustus 2002;
  2° effecten en geldmarktinstrumenten die worden verhandeld op een andere secundaire markt van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, mits deze markt gereglementeerd, regelmatig functionerend, erkend en open is en mits de keuze van deze markt voorkomt in het beheerreglement of de statuten van de AICB;
  3° effecten en geldmarktinstrumenten die worden verhandeld :
  a) hetzij op een markt van een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte en die met betrekking tot deze markt gelijkwaardige bepalingen toepast als deze die zijn vastgesteld in Richtlijn 2001/34/EG en mits de keuze van deze markt voorkomt in het beheerreglement of de statuten van de AICB;
  b) hetzij op een andere secundaire markt van een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte, mits deze markt gereglementeerd, regelmatig functionerend, erkend en open is en mits de keuze van deze markt voorkomt in het beheerreglement of de statuten van de AICB;
  4° nieuw uitgegeven effecten, onder voorbehoud dat :
  a) de emissievoorwaarden de verplichting inhouden dat toelating wordt aangevraagd tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 2, 3°, 5° of 6°, van de wet van 2 augustus 2002, een markt van een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte en die met betrekking tot deze markt gelijkwaardige bepalingen toepast als deze die zijn vastgesteld in Richtlijn 2001/34/EG of een andere secundaire markt, die gereglementeerd, regelmatig functionerend, erkend en open is, mits de keuze van deze markten voorkomt in het beheerreglement of de statuten van de AICB;
  b) de toelating uiterlijk binnen een jaar na de uitgifte wordt verkregen;
  5° rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die beantwoorden aan Richtlijn 2009/65/EG, mits deze instellingen voor collectieve belegging, volgens hun beheerreglement of statuten, maximaal 10 % van hun activa mogen beleggen in rechten van deelneming in andere instellingen voor collectieve belegging;
  6° rechten van deelneming in AICB's, ongeacht of die al dan niet in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gevestigd zijn, mits :
  a) deze AICB's uitsluitend de collectieve belegging van uit het publiek aangetrokken financieringsmiddelen in effecten of in andere in dit artikel bedoelde liquide financiële activa, met toepassing van het beginsel van risicospreiding, als doel hebben;
  b) de rechten van deelneming in deze AICB's op verzoek van de houders ten laste van de activa van deze AICB's direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald. Met dergelijke inkopen of terugbetalingen wordt ieder handelen van de AICB om te voorkomen dat de waarde van haar rechten van deelneming ter beurze aanzienlijk afwijkt van de intrinsieke waarde, gelijkgesteld;
  c) deze AICB's zijn toegelaten overeenkomstig wetten waardoor zij worden onderworpen aan toezicht dat, naar het oordeel van de FSMA, gelijkwaardig is aan het toezicht waarin het Gemeenschapsrecht voorziet, en mits de samenwerking tussen de autoriteiten genoegzaam is gewaarborgd;
  d) het niveau van bescherming van de deelnemers in deze AICB's gelijkwaardig is aan dat van deelnemers in een instelling voor collectieve belegging die beantwoordt aan Richtlijn 2009/65/EG. In het bijzonder zijn de regels inzake scheiding van de activa, opnemen en verstrekken van leningen en verkopen van effecten en geldmarktinstrumenten vanuit een ongedekte positie gelijkwaardig aan de voorschriften van Richtlijn 2009/65/EG;
  e) over de activiteiten van deze AICB's halfjaarlijks en jaarlijks wordt gerapporteerd, zodat een evaluatie kan worden gemaakt van activa en passiva, inkomsten en bedrijfsvoering tijdens de verslagperiode;
  f) deze AICB's volgens hun beheerreglement of statuten in totaal maximaal 10 % van hun eigen activa mogen beleggen in rechten van deelneming in andere instellingen voor collectieve belegging;
  7° deposito's bij kredietinstellingen mits :
  a) de statutaire zetel van de kredietinstelling in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gevestigd is; of,
  b) indien de statutaire zetel van de kredietinstelling niet in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen is, deze instelling onderworpen is aan prudentiële voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld;
  8° financiële derivaten, met inbegrip van gelijkwaardige instrumenten die aanleiding geven tot afwikkeling in contanten, die op een onder 1°, 2°, of 3°, bedoelde markt worden verhandeld of OTC-derivaten, mits :
  a) de onderliggende waarden ervan bestaan uit een of meer van de volgende elementen :
  (i) de in deze paragraaf opgesomde activa, met inbegrip van de financiële instrumenten die een of meer kenmerken van deze activa bezitten;
  (ii) rentetarieven;
  (iii) wisselkoersen of valuta's;
  (iv) financiële indexen;
  b) de wederpartijen bij transacties in OTC-derivaten instellingen zijn die aan prudentieel toezicht zijn onderworpen en behoren tot één van de volgende categorieën :
  (i) kredietinstellingen waarvan de statutaire zetel in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gevestigd is; of,
  (ii) beursvennootschappen bedoeld in boek II, titel II, van de wet van 6 april 1995; of,
  (iii) beleggingsondernemingen waarvan de statutaire zetel in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gevestigd is; of,
  (iv) kredietinstellingen waarvan de statutaire zetel niet in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen is, voor zover deze instellingen onderworpen zijn aan prudentiële voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld; of,
  (v) ondernemingen waarvan de statutaire zetel niet in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen is, voor zover deze ondernemingen onderworpen zijn aan prudentiële voorschriften die naar het oordeel van de FSMA gelijkwaardig zijn aan die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld voor beleggingsondernemingen;
  c) de OTC-derivaten onderworpen zijn aan een betrouwbare en verifieerbare dagelijkse waardering en te allen tijde tegen hun reële waarde op initiatief van de AICB kunnen worden verkocht, te gelde gemaakt of afgesloten door een compenserende transactie;
  9° geldmarktinstrumenten, die niet op een markt bedoeld in 1°, 2° of 3°, worden verhandeld, op voorwaarde dat :
  a) de emissie of de emittent van deze instrumenten zelf aan regelgeving is onderworpen met het oog op de bescherming van beleggers en spaargelden; en
  b) deze instrumenten
  (i) worden uitgegeven of gegarandeerd door een centrale, regionale of plaatselijke overheid, de centrale bank van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, de Europese Centrale Bank, de Europese Unie of de Europese Investeringsbank, een staat die geen lidstaat van de Europese Economische Ruimte is of, bij een federale staat, door een van de deelstaten van de federatie, dan wel door een internationale publiekrechtelijke instelling waarin een of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen; of
  (ii) worden uitgegeven door ondernemingen waarvan effecten worden verhandeld op een gereglementeerde markt in de zin van artikel 2, 3°, 5° of 6°, van de wet van 2 augustus 2002 of een markt van een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte en die met betrekking tot deze markt gelijkwaardige bepalingen toepast als deze die zijn vastgesteld in Richtlijn 2001/34/EG; of
  (iii) worden uitgegeven of gegarandeerd door een instelling die aan prudentieel toezicht is onderworpen volgens criteria die door het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld, of door een instelling die onderworpen is en voldoet aan prudentiële voorschriften die naar het oordeel van de FSMA ten minste even stringent zijn als die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld;
  (iv) worden uitgegeven door andere instellingen die behoren tot de categorieën die door de FSMA zijn goedgekeurd, mits voor de beleggingen in die instrumenten een gelijkwaardige bescherming van de belegger geldt als is vastgelegd in (i), (ii) en (iii) en mits de uitgevende instelling een onderneming is waarvan het kapitaal en de reserves ten minste 10 miljoen EUR bedragen en die haar jaarrekeningen presenteert en publiceert overeenkomstig Richtlijn 78/660/EEG, een lichaam is dat binnen een groep ondernemingen waartoe een of meer ter beurze genoteerde ondernemingen behoren, specifiek gericht is op de financiering van de groep, of een lichaam is specifiek gericht op de financiering van effectiseringsinstrumenten waarvoor een bankliquiditeitenlijn bestaat.
  § 2. Niettemin mag een AICB ten hoogste 10 % van haar activa beleggen in andere effecten en geldmarktinstrumenten dan de in § 1 bedoelde effecten of geldmarktinstrumenten.
  § 3. Een AICB mag accessoir liquide middelen houden.
  § 4. Een beleggingsvennootschap mag steeds alle roerende en onroerende goederen verwerven die rechtsreeks noodzakelijk zijn voor haar bedrijfsuitoefening.
  Wanneer de beleggingsvennootschap een vastgoed bezit of verwerft, moet het overeenstemmende gedeelte van het kapitaal steeds worden gehouden door haar oprichters of de door hen aangewezen personen.
Art.35. § 1er. Les placements d'un OPCA sont constitués exclusivement des valeurs mobilières et des actifs financiers liquides suivants :
  1° valeurs mobilières et instruments du marché monétaire admis aux négociations sur un marché réglementé au sens de l'article 2, 3°, 5° ou 6°, de la loi du 2 août 2002;
  2° valeurs mobilières et instruments du marché monétaire négociés sur un autre marché secondaire d'un Etat membre de l'Espace économique européen, pour autant que ce marché soit réglementé, en fonctionnement régulier, reconnu et ouvert au public, et que le choix de ce marché soit prévu par le règlement de gestion ou les statuts de l'OPCA;
  3° valeurs mobilières et instruments du marché monétaire négociés :
  a) soit sur un marché d'un Etat non membre de l'Espace économique européen qui applique à ce marché des dispositions équivalentes à celles prévues par la directive 2001/34/CE, pour autant que le choix de ce marché soit prévu par le règlement de gestion ou les statuts de l'OPCA;
  b) soit sur un autre marché secondaire d'un Etat non membre de l'Espace économique européen, pour autant que ce marché soit réglementé, en fonctionnement régulier, reconnu et ouvert au public, et que le choix de ce marché soit prévu par le règlement de gestion ou les statuts de l'OPCA;
  4° valeurs mobilières nouvellement émises, sous réserve que :
  a) les conditions d'émission comportent l'engagement que la demande d'admission aux négociations sur un marché réglementé au sens de l'article 2, 3°, 5° ou 6°, de la loi du 2 août 2002, sur un marché d'un Etat non membre de l'Espace économique européen qui applique à ce marché des dispositions équivalentes à celles prévues par la directive 2001/34/CE ou sur un autre marché secondaire, réglementé, en fonctionnement régulier, reconnu et ouvert au public, soit introduite, et pour autant que le choix de ces marchés soit prévu par le règlement de gestion ou les statuts de l'OPCA;
  b) l'admission soit obtenue au plus tard avant la fin de la période d'un an depuis l'émission;
  5° parts d'organismes de placement collectif répondant aux conditions prévues par la directive 2009/65/CE, à condition que ces organismes de placement collectif, conformément à leur règlement de gestion ou à leurs statuts, ne placent pas plus de 10 % de leurs actifs dans des parts d'autres organismes de placement collectif;
  6° parts d'OPCA qu'ils se situent ou non dans un Etat membre de l'Espace économique européen, à condition que :
  a) ces OPCA aient pour objet exclusif le placement collectif en valeurs mobilières ou dans d'autres actifs financiers liquides, visés au présent article, de moyens financiers recueillis auprès du public, et qu'ils fonctionnent selon le principe de la répartition des risques;
  b) les parts de ces OPCA soient, à la demande des porteurs, rachetées ou remboursées, directement ou indirectement, à charge des actifs de ces OPCA. Est assimilé à de tels rachats ou remboursements le fait pour un OPCA d'agir afin que la valeur de ses parts en bourse ne s'écarte pas sensiblement de leur valeur nette d'inventaire;
  c) ces OPCA soient agréés conformément à une législation prévoyant que ces organismes sont soumis à une surveillance que la FSMA considère comme équivalente à celle prévue par la législation communautaire et que la coopération entre les autorités soit suffisamment garantie;
  d) le niveau de la protection garantie aux détenteurs de parts de ces OPCA soit équivalent à celui prévu pour les détenteurs de parts d'un organisme de placement collectif qui répond aux conditions prévues par la directive 2009/65/CE et, en particulier, que les règles relatives à la division des actifs, aux emprunts, aux prêts, aux ventes à découvert de valeurs mobilières et d'instruments du marché monétaire soient équivalentes aux exigences de la directive 2009/65/CE;
  e) les activités de ces OPCA fassent l'objet de rapports semestriels et annuels permettant une évaluation de l'actif et du passif, des bénéfices et des opérations de la période considérée;
  f) ces OPCA, conformément à leur règlement de gestion ou à leurs statuts, ne placent pas, au total, plus de 10 % de leurs actifs dans des parts d'autres organismes de placement collectif;
  7° dépôts auprès d'un établissement de crédit, à condition que :
  a) l'établissement de crédit ait son siège statutaire dans un Etat membre de l'Espace économique européen; ou,
  b) si le siège statutaire de l'établissement de crédit n'est pas situé dans un Etat membre de l'Espace économique européen, cet établissement soit soumis à des règles prudentielles considérées par la FSMA comme équivalentes à celles prévues par la législation communautaire;
  8° instruments financiers dérivés, y compris les instruments assimilables donnant lieu à un règlement en espèces, qui sont négociés sur un marché visé aux points 1°, 2° ou 3°, ou instruments dérivés de gré à gré, à condition que :
  a) le sous-jacent est constitué de l'un ou de plusieurs des éléments suivants :
  (i) actifs visés au présent paragraphe, y compris les instruments financiers présentant une ou plusieurs caractéristiques de ces actifs;
  (ii) taux d'intérêt;
  (iii) taux de change ou devises;
  (iv) indices financiers;
  b) les contreparties aux transactions sur instruments dérivés de gré à gré soient des établissements soumis à une surveillance prudentielle et relèvent d'une des catégories suivantes :
  (i) établissements de crédit dont le siège statutaire est établi dans un Etat membre de l'Espace économique européen; ou,
  (ii) sociétés de bourse visées au livre II, titre II, de la loi du 6 avril 1995; ou,
  (iii) entreprises d'investissement dont le siège statutaire est établi dans un Etat membre de l'Espace économique européen; ou,
  (iv) établissements de crédit dont le siège statutaire n'est pas situé dans un Etat membre de l'Espace économique européen, pour autant que ces établissements soient soumis à des règles prudentielles considérées par la FSMA comme équivalentes à celles prévues par la législation communautaire; ou,
  (v) entreprises dont le siège statutaire n'est pas situé dans un Etat membre de l'Espace économique européen, pour autant que ces entreprises soient soumises à des règles prudentielles considérées par la FSMA comme équivalentes à celles prévues par la législation communautaire pour les entreprises d'investissement;
  c) les instruments dérivés de gré à gré fassent l'objet d'une évaluation fiable et vérifiable sur une base journalière et puissent, à l'initiative de l'OPCA, être vendus, liquidés ou clôturés par une transaction symétrique, à tout moment et à leur juste valeur;
  9° instruments du marché monétaire autres que ceux négociés sur un marché visé aux points 1°, 2° ou 3°, à condition que :
  a) l'émission ou l'émetteur de ces instruments soient eux-mêmes soumis à une réglementation visant à protéger les investisseurs et l'épargne; et que
  b) ces instruments soient :
  (i) émis ou garantis par une administration centrale, régionale ou locale ou une banque centrale d'un Etat membre de l'Espace économique européen, par la Banque centrale européenne, par l'Union européenne ou par la Banque européenne d'investissement, par un Etat non membre de l'Espace économique européen ou, dans le cas d'un Etat fédéral, par un des membres composant la fédération, ou par un organisme international à caractère public dont font partie un ou plusieurs Etats membres de l'Espace économique européen; ou
  (ii) émis par une entreprise dont des titres sont négociés sur un marché réglementé au sens de l'article 2, 3°, 5° ou 6°, de la loi du 2 août 2002 ou sur un marché d'un Etat non membre de l'Espace économique européen qui applique à ce marché des dispositions équivalentes à celles prévues par la directive 2001/34/CE; ou
  (iii) émis ou garantis par un établissement soumis à une surveillance prudentielle selon les critères définis par le droit communautaire, ou par un établissement qui est soumis et qui se conforme à des règles prudentielles considérées par la FSMA comme au moins aussi strictes que celles prévues par la législation communautaire;
  (iv) émis par d'autres entités appartenant aux catégories approuvées par la FSMA, pour autant que les investissements dans ces instruments soient soumis à des règles de protection des investisseurs qui soient équivalentes à celles prévues aux points (i), (ii) et (iii), et que l'émetteur soit une société dont le capital et les réserves s'élèvent au moins à 10 millions d'euros et qui présente et publie ses comptes annuels conformément à la directive 78/660/CEE, soit une entité qui, au sein d'un groupe de sociétés incluant une ou plusieurs sociétés cotées, se consacre au financement du groupe ou soit une entité qui se consacre au financement de véhicules de titrisation bénéficiant d'une ligne de financement bancaire.
  § 2. Toutefois, un OPCA peut placer ses actifs à concurrence de 10 % maximum dans des valeurs mobilières et instruments du marché monétaire autres que ceux visés au § 1er.
  § 3. Un OPCA peut détenir, à titre accessoire, des liquidités.
  § 4. Une société d'investissement peut toujours acquérir les biens meubles et immeubles indispensables à l'exercice direct de son activité.
  Si la société d'investissement détient ou acquiert un immeuble, la part correspondante du capital doit être en permanence détenue par ses fondateurs ou les personnes désignées par ceux-ci.
Art.36. § 1. De effecten bedoeld in artikel 35 voldoen aan de volgende criteria :
  1° het potentiële verlies dat de AICB als gevolg van het aanhouden van deze effecten kan lijden, is beperkt tot het bedrag dat ervoor is betaald;
  2° de liquiditeit van de effecten doet geen afbreuk aan het vermogen van de AICB om haar rechten van deelneming overeenkomstig Afdeling IV in te kopen;
  3° betrouwbare waarderingen zijn voor deze effecten op de volgende wijze beschikbaar :
  a) in het geval van de in artikel 35, § 1, 1° tot 4°, bedoelde effecten die zijn toegelaten tot of worden verhandeld op een gereglementeerde markt, in de vorm van accurate, betrouwbare en regelmatig bekendgemaakte prijzen die ofwel marktprijzen zijn, ofwel prijzen die beschikbaar worden gesteld door waarderingssystemen die onafhankelijk van de uitgevende instelling zijn;
  b) in het geval van de in artikel 35, § 2, bedoelde andere effecten, in de vorm van een periodieke waardering die wordt afgeleid uit de gegevens van de uitgevende instelling van het effect of uit vakkundig onderzoek op beleggingsgebied;
  4° adequate informatie is voor deze instrumenten op de volgende wijze beschikbaar :
  a) in het geval van de in artikel 35, § 1, 1° tot 4°, bedoelde effecten die zijn toegelaten tot of worden verhandeld op een gereglementeerde markt, door middel van een regelmatige, accurate en uitgebreide informatieverstrekking aan de markt over het effect of, in voorkomend geval, over de portefeuille van het effect;
  b) in het geval van de in artikel 35, § 2, bedoelde andere effecten, door middel van een regelmatige en accurate informatieverstrekking aan de AICB over het effect of, in voorkomend geval, over de portefeuille van het effect;
  5° zij zijn verhandelbaar;
  6° de verwerving ervan strookt met de beleggingsdoelstellingen of het beleggingsbeleid, of met beide, van de AICB;
  7° met de eraan verbonden risico's wordt afdoende rekening gehouden in het kader van het risicobeheerproces van de AICB.
  Voor de toepassing van de punten 2° en 5° van het eerste lid en tenzij de AICB over informatie beschikt die tot een andere kwalificatie leidt, worden financiële instrumenten die overeenkomstig artikel 35, § 1, 1° tot 3°, zijn toegelaten tot of worden verhandeld op een gereglementeerde markt, geacht geen afbreuk te doen aan het vermogen van de AICB om haar rechten van deelneming overeenkomstig Afdeling IV in te kopen en worden zij geacht verhandelbaar te zijn.
  § 2. De in artikel 35 bedoelde effecten omvatten :
  1° rechten van deelneming in AICB's met vast aantal rechten van deelneming, die voldoen aan de volgende criteria :
  a) zij voldoen aan paragraaf 1;
  b) de uitgevende AICB is onderworpen aan op vennootschappen toepasselijke mechanismen van corporate governance of aan gelijkwaardige mechanismen;
  c) ingeval een andere entiteit namens de beleggingsvennootschap of trust met vast aantal rechten van deelneming het vermogensbeheer uitoefent, is deze entiteit aan nationale regelgeving ter bescherming van de belegger onderworpen;
  d) in geval van een beleggingsfonds, wordt dit fonds beheerd door een entiteit die aan nationale regelgeving ter bescherming van de belegger is onderworpen;
  2° financiële instrumenten die voldoen aan de volgende criteria :
  a) zij voldoen aan § 1;
  b) zij worden gedekt door of zijn gekoppeld aan het rendement van andere activa die kunnen verschillen van die welke in artikel 35, § 1, worden bedoeld.
Art.36. § 1er. Les valeurs mobilières visées à l'article 35 remplissent les critères suivants :
  1° la perte potentielle à laquelle leur détention expose l'OPCA est limitée au montant qu'il a versé pour les acquérir;
  2° leur liquidité ne compromet pas la capacité de l'OPCA à racheter ses parts conformément aux dispositions de la Section IV;
  3° une évaluation fiable les concernant est disponible, sous la forme suivante :
  a) dans le cas des valeurs cotées ou négociées sur un marché réglementé visées à l'article 35, § 1er, 1° à 4°, sous la forme de prix exacts, fiables et établis régulièrement, qui sont soit des prix de marché, soit des prix fournis par des systèmes d'évaluation indépendants des émetteurs;
  b) dans le cas des autres valeurs visées à l'article 35, § 2, sous la forme d'une évaluation établie périodiquement, à partir d'informations émanant de l'émetteur ou tirées d'une recherche en investissements fiable;
  4° des informations appropriées les concernant sont disponibles, sous la forme suivante :
  a) dans le cas des valeurs cotées ou négociées sur un marché réglementé visées à l'article 35, § 1er, 1° à 4°, sous la forme d'informations exactes, complètes et régulièrement fournies au marché sur la valeur concernée ou, le cas échéant, sur le portefeuille sous-jacent à cette valeur;
  b) dans le cas des autres valeurs visées à l'article 35, § 2, sous la forme d'informations exactes et régulièrement fournies à l'OPCA sur la valeur concernée ou, le cas échéant, sur le portefeuille sous-jacent à cette valeur;
  5° elles sont négociables;
  6° leur acquisition est compatible avec les objectifs ou la politique d'investissement, ou les deux, de l'OPCA;
  7° les risques qu'elles comportent sont pris en considération par le processus de gestion des risques de l'OPCA de manière appropriée.
  Pour l'application des points 2° et 5° de l'alinéa 1er, les instruments financiers cotés ou négociés sur un marché réglementé conformément à l'article 35, § 1er, 1° à 3°, sont présumés ne pas compromettre la capacité de l'OPCA à racheter ses parts conformément aux dispositions de la Section IV et ils sont présumés être négociables, sauf si l'OPCA dispose d'informations conduisant à des conclusions différentes.
  § 2. Les valeurs mobilières visées à l'article 35 s'entendent comme incluant :
  1° les parts d'OPCA à nombre fixe de parts, qui satisfont aux critères suivants :
  a) elles remplissent les critères énoncés au § 1er;
  b) l'OPCA qui les émet est soumis aux mécanismes de gouvernement d'entreprise applicables aux sociétés ou à des mécanismes équivalents;
  c) lorsque l'activité de gestion d'actifs est exercée par une autre entité pour le compte de la société d'investissement ou le trust à nombre fixe de parts, cette autre entité est soumise à une réglementation nationale visant à garantir la protection des investisseurs;
  d) dans le cas d'un fonds de placement, ce fonds est géré par une entité qui est soumise à une réglementation nationale visant à garantir la protection des investisseurs;
  2° les instruments financiers qui satisfont aux critères suivants :
  a) ils remplissent les critères énoncés au § 1er;
  b) ils sont adossés à d'autres actifs ou liés à la performance d'autres actifs, qui peuvent être différents de ceux visés à l'article 35, § 1er.
Art.37. § 1. De geldmarktinstrumenten bedoeld in artikel 35 voldoen aan één van de volgende criteria :
  1° zij hebben een looptijd bij uitgifte van ten hoogste 397 dagen;
  2° zij hebben een resterende looptijd van ten hoogste 397 dagen;
  3° de opbrengst ervan ondergaat regelmatig en ten minste om de 397 dagen een aanpassing die overeenkomt met de geldmarktontwikkelingen;
  4° het risicoprofiel ervan, met inbegrip van het krediet- en renterisico, stemt overeen met dat van financiële instrumenten die een in onder 1° of 2° bedoelde looptijd hebben of waarvan de opbrengst een onder 3° bedoelde aanpassing ondergaat.
  § 2. De geldmarktinstrumenten bedoeld in artikel 35 moeten tegen beperkte kosten binnen een voldoende kort tijdsbestek kunnen worden vervreemd, rekening gehouden met de op de AICB rustende verplichting om haar rechten van deelneming op verzoek van een houder in te kopen of terug te betalen.
  § 3. Voor de geldmarktinstrumenten bedoeld in artikel 35 zijn accurate en betrouwbare waarderingssystemen beschikbaar die aan de volgende criteria voldoen :
  1° zij stellen de AICB in staat een intrinsieke waarde te berekenen die overeenstemt met de waarde waartegen het in portefeuille gehouden financiële instrument zou kunnen worden verhandeld tussen ter zake goed ingelichte, tot een transactie bereid zijnde, onafhankelijke partijen in een transactie onder normale mededingingsvoorwaarden;
  2° zij zijn gebaseerd op marktgegevens of op waarderingsmodellen, met inbegrip van systemen die op de kostprijs, rekening houdend met de verrichte afschrijvingen, zijn gebaseerd.
  § 4. Aan de in de §§ 2 en 3 vermelde criteria wordt geacht te zijn voldaan in het geval van geldmarktinstrumenten die overeenkomstig artikel 35, § 1, 1° tot 3°, zijn toegelaten tot of worden verhandeld op een gereglementeerde markt, tenzij de AICB over informatie beschikt die tot een andere kwalificatie leidt.
Art.37. § 1er. Les instruments du marché monétaire visés à l'article 35 remplissent l'un des critères suivants :
  1° ils ont une échéance à l'émission pouvant aller jusqu'à 397 jours;
  2° ils ont une maturité résiduelle pouvant aller jusqu'à 397 jours;
  3° leur rendement fait l'objet d'ajustements réguliers, au moins tous les 397 jours, conformément aux conditions du marché monétaire;
  4° leur profil de risque, notamment en ce qui concerne le risque de crédit et le risque de taux d'intérêt, correspond à celui d'instruments financiers qui ont une échéance ou une maturité résiduelle conformes à celles visées aux points 1° et 2° respectivement, ou dont le rendement fait l'objet d'ajustements conformes à ceux visés au point 3°.
  § 2. Les instruments du marché monétaire visés à l'article 35 doivent pouvoir être cédés à coût limité dans un laps de temps court et approprié, compte tenu de l'obligation de l'OPCA de racheter ou de rembourser ses parts à la demande de tout porteur.
  § 3. Pour les instruments du marché monétaire visés à l'article 35, il existe des systèmes d'évaluation précis et fiables qui remplissent les critères suivants :
  1° ils permettent à l'OPCA de calculer une valeur nette d'inventaire correspondant à la valeur à laquelle l'instrument financier détenu en portefeuille pourrait être échangé entre des parties bien informées et consentantes, dans le cadre d'une transaction effectuée dans des conditions de concurrence normale;
  2° ils sont fondés soit sur des données de marché, soit sur des modèles d'évaluation, y compris des systèmes fondés sur le coût amorti.
  § 4. Les critères énoncés aux §§ 2 et 3 sont réputés remplis dans le cas d'instruments du marché monétaire qui sont cotés ou négociés sur un marché réglementé conformément à l'article 35, § 1er, 1° à 3°, sauf si l'OPCA dispose d'informations conduisant à des conclusions différentes.
Art.38. § 1. De financiële derivaten bedoeld in artikel 35, § 1, 8°, omvatten kredietderivaten die aan de volgende criteria voldoen :
  1° zij maken de overdracht mogelijk van het kredietrisico van een onderliggend actief, in de zin van artikel 35, § 1, 8°, a), onafhankelijk van de andere risico's die aan dit actief zijn verbonden;
  2° zij resulteren niet in de levering of overdracht, met inbegrip in de vorm van contanten, van andere activa dan die welke zijn bedoeld in artikel 35, §§ 1 en 2;
  3° zij voldoen aan de criteria voor OTC-derivaten vastgesteld in artikel 35, § 1, 8°, b) en c), en in de §§ 2 en 3;
  4° met de risico's ervan wordt afdoende rekening gehouden bij het risicobeheerproces van de AICB en bij haar interne controlemechanismen ingeval zich de kans voordoet op informatieasymmetrie tussen de AICB en de wederpartij bij het kredietderivaat, als gevolg van de mogelijke toegang van de wederpartij tot niet-openbare informatie over ondernemingen waarvan de activa worden gebruikt als onderliggende waarden door kredietderivaten.
  § 2. Voor de toepassing van artikel 35, § 1, 8°, c), wordt de verwijzing naar een betrouwbare en verifieerbare waardering opgevat als een verwijzing naar een door de AICB verrichte waardering die overeenstemt met de in § 3 bedoelde reële waarde, die niet slechts op de marktnoteringen van de wederpartij is gebaseerd en die voldoet aan de volgende criteria :
  1° de grondslag voor de waardering is ofwel een betrouwbare actuele marktwaarde van het instrument ofwel, indien een dergelijke waarde niet beschikbaar is, een prijsbepalingsmodel waarbij van een passende en erkende methode gebruik wordt gemaakt;
  2° de waardering wordt door een van de volgende parijen geverifieerd :
  a) een passende derde die onafhankelijk is van de wederpartij van het OTC-derivaat; de verificatie geschiedt met een passende frequentie en op een zodanige wijze dat de AICB deze kan controleren;
  b) een eenheid binnen de AICB die onafhankelijk is van de met het vermogensbeheer belaste afdeling en die daartoe voldoende is toegerust.
  § 3. Voor de toepassing van artikel 35, § 1, 8°, c), wordt de verwijzing naar de reële waarde opgevat als een verwijzing naar het bedrag waarvoor een activum kan worden verhandeld, of een verplichting kan worden afgewikkeld, tussen ter zake goed ingelichte, tot een transactie bereid zijnde, onafhankelijke partijen in een transactie onder normale mededingingsvoorwaarden.
  § 4. De verwijzing in artikel 35, § 1, 8°, naar financiële derivaten wordt opgevat als een uitsluiting van 'van grondstoffen afgeleide instrumenten'.
Art.38. § 1er. Les instruments financiers dérivés visés à l'article 35, § 1er, 8°, s'entendent comme incluant des dérivés de crédit qui satisfont aux critères suivants :
  1° ils permettent de transférer le risque de crédit lié à un actif sous-jacent au sens de l'article 35, § 1er, 8°, a), indépendamment des autres risques liés à cet actif;
  2° ils ne donnent pas lieu à la livraison ni au transfert, y compris sous forme d'espèces, d'actifs autres que ceux visés à l'article 35, §§ 1er et 2;
  3° ils remplissent les critères applicables aux instruments dérivés de gré à gré, énoncés à l'article 35, § 1er, 8°, b) et c), et aux §§ 2 et 3;
  4° les risques qu'ils comportent sont pris en considération de manière appropriée par le processus de gestion des risques de l'OPCA, ainsi que par ses mécanismes de contrôle interne en cas de risque d'asymétrie de l'information entre l'OPCA et la contrepartie au dérivé de crédit, résultant de l'accès éventuel de la contrepartie à des informations non accessibles au public concernant des entités dont les actifs servent de sous-jacents à des dérivés de crédit.
  § 2. Pour l'application de l'article 35, § 1er, 8°, c), la référence à une évaluation fiable et vérifiable s'entend comme une référence à une évaluation effectuée par l'OPCA qui correspond à la juste valeur visée au § 3, qui ne se fonde pas seulement sur des prix de marché donnés par la contrepartie et qui satisfait aux critères suivants :
  1° l'évaluation se fonde sur une valeur de marché actuelle, qui a été établie de manière fiable pour l'instrument ou, si une telle valeur n'est pas disponible, sur un modèle de valorisation utilisant une méthodologie reconnue et adéquate;
  2° la vérification de l'évaluation est effectuée par l'une des entités suivantes :
  a) un tiers approprié, indépendant de la contrepartie à l'instrument dérivé de gré à gré, qui procède à la vérification à une fréquence adéquate et selon des modalités telles que l'OPCA peut le contrôler;
  b) une unité de l'OPCA qui est indépendante du service chargé de la gestion des actifs et qui est adéquatement équipée à cet effet.
  § 3. Pour l'application de l'article 35, § 1er, 8°, c), la référence à la juste valeur s'entend comme une référence au montant pour lequel un actif pourrait être échangé ou un passif réglé entre des parties bien informées et consentantes, dans le cadre d'une transaction effectuée dans des conditions de concurrence normale.
  § 4. La référence aux instruments financiers dérivés contenue à l'article 35, § 1er, 8°, s'entend comme excluant les dérivés sur matières premières.
Art.39. § 1. De financiële indexen bedoeld in artikel 35, § 1, 8°, a), voldoen aan de volgende criteria :
  1° zij zijn voldoende gediversifieerd, in die zin dat aan de volgende criteria is voldaan :
  a) de index is op een zodanige wijze samengesteld, dat prijsbewegingen of handelsactiviteiten die op een component ervan betrekking hebben, geen onevenredige invloed op de ontwikkeling van de gehele index hebben;
  b) ingeval de index is samengesteld uit in artikel 35, § 1, bedoelde activa, is de samenstelling ervan ten minste gediversifieerd overeenkomstig artikel 46;
  c) ingeval de index is samengesteld uit andere dan de in artikel 35, § 1, bedoelde activa, is deze gediversifieerd op een wijze die gelijkwaardig is aan die welke bij artikel 46 is bepaald;
  2° zij zijn voldoende representatief voor de markt waarop zij betrekking hebben, in die zin dat aan de volgende criteria is voldaan :
  a) de index geeft op relevante en passende wijze de ontwikkeling weer van een representatieve groep onderliggende waarden;
  b) de index wordt periodiek herzien of herijkt op basis van voor het publiek beschikbare criteria om ervoor te zorgen dat hij een afspiegeling blijft vormen van de markten waarop hij betrekking heeft;
  c) de onderliggende waarden zijn zodanig liquide, dat de gebruikers indien nodig de index kunnen reconstrueren;
  3° zij worden op passende wijze bekendgemaakt, in die zin dat aan de volgende criteria is voldaan :
  a) het proces voor de bekendmaking ervan berust op gedegen procedures voor de verzameling van de prijzen en voor de berekening en vervolgens de publicatie van de indexwaarde en omvat tevens prijsbepalingsprocedures voor componenten waarvoor geen marktprijs beschikbaar is;
  b) wezenlijke gegevens over aangelegenheden, zoals de methode voor de berekening en herijking van de index, indexwijzigingen en operationele moeilijkheden bij het verstrekken van actuele of nauwkeurige informatie worden tijdig en op ruime schaal verstrekt.
  § 2. Wanneer de activa die als onderliggende waarden worden gebruikt van de financiële derivaten bedoeld in artikel 35, § 1, 8°, niet als een financiële index kunnen worden gekwalificeerd overeenkomstig § 1, worden deze financiële derivaten beschouwd als zijnde gebaseerd op een combinatie van activa bedoeld in artikel 35, § 1, 8°, a), (i), (ii), of (iii).
Art.39. § 1er. Les indices financiers visés à l'article 35, § 1er, 8°, a), satisfont aux critères suivants :
  1° leur composition est suffisamment diversifiée, en ce sens que les critères suivants sont remplis :
  a) l'indice est composé de telle manière que les mouvements de prix ou les activités de négociation affectant l'une de ses composantes n'influencent pas indûment sa performance globale;
  b) lorsque l'indice est composé d'actifs visés à l'article 35, § 1er, sa composition est au moins conforme à l'exigence de diversification prévue à l'article 46;
  c) lorsque l'indice est composé d'actifs autres que ceux visés à l'article 35, § 1er, sa composition est diversifiée selon des modalités équivalentes à celles prévues à l'article 46;
  2° ils constituent un étalon représentatif du marché auquel ils se réfèrent, en ce sens que les critères suivants sont remplis :
  a) l'indice mesure, d'une manière pertinente et appropriée, la performance d'un ensemble représentatif de sous-jacents;
  b) l'indice est revu ou repondéré à intervalles réguliers, de manière à ce qu'il continue à refléter les marchés auxquels il se réfère, conformément à des critères accessibles au public;
  c) les sous-jacents sont suffisamment liquides pour permettre aux utilisateurs de reproduire l'indice, le cas échéant;
  3° ils font l'objet d'une publication appropriée, en ce sens que les critères suivants sont remplis :
  a) leur publication repose sur des procédures adéquates de collecte des prix et de calcul et de publication subséquente de la valeur de l'indice, y compris les procédures de valorisation applicables aux composantes pour lesquelles aucun prix de marché n'est disponible;
  b) les informations pertinentes sur des questions telles que le calcul de l'indice, les méthodologies de repondération de l'indice, les modifications apportées à l'indice ou toute difficulté opérationnelle rencontrée dans la fourniture d'informations actuelles ou précises, sont diffusées largement et en temps utile.
  § 2. Lorsque les actifs servant de sous-jacents à des instruments financiers dérivés visés à l'article 35, § 1er, 8°, ne peuvent être qualifiés d'indices financiers conformément au § 1er, ces instruments financiers dérivés sont considérés comme des instruments financiers dérivés fondés sur une combinaison d'actifs visés à l'article 35, § 1er, 8), a), (i), (ii) ou (iii).
Art.40. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 37, §§ 1 tot 3, voldoen de geldmarktinstrumenten bedoeld in artikel 35, § 1, 9°, aan de volgende criteria :
  1° er is passende informatie voor deze instrumenten beschikbaar, met inbegrip van informatie die een passende beoordeling van de aan een belegging in dergelijke instrumenten verbonden kredietrisico's mogelijk maakt, rekening gehouden met de §§ 2 tot 4;
  2° zij zijn vrij overdraagbaar.
  § 2. Voor de in artikel 35, § 1, 9°, b), (i), bedoelde geldmarktinstrumenten, met uitzondering van die bedoeld in § 3 en die welke door de Europese Centrale Bank of door een centrale bank van een lidstaat worden uitgegeven, houdt de in § 1, 1°, bedoelde passende informatie in : inlichtingen over de uitgifte of het uitgifteprogramma dan wel over de juridische en financiële situatie van de uitgevende instelling vóór de uitgifte van het geldmarktinstrument.
  § 3. Voor de in artikel 35, § 1, 9°, b), (ii) en (iv), bedoelde geldmarktinstrumenten of voor de geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven door een regionale of plaatselijke overheid van een lidstaat, dan wel door een internationale publiekrechtelijke instelling, maar die niet worden gegarandeerd door een lidstaat of, in geval van een federale staat die een lidstaat is, door een van de deelstaten van de federatie, houdt de in § 1, 1°, bedoelde passende informatie het volgende in :
  1° informatie over zowel de uitgifte of het uitgifteprogramma als over de juridische en financiële situatie van de uitgevende instelling vóór de emissie van het geldmarktinstrument;
  2° actualisering van de onder 1° bedoelde informatie op regelmatige basis en telkens als er zich een significante gebeurtenis voordoet;
  3° controle van de onder 1° bedoelde informatie door ter zake gekwalificeerde derden die geen instructies aannemen van de uitgevende instelling;
  4° beschikbare en betrouwbare statistieken over de uitgifte of het uitgifteprogramma.
  § 4. Voor de in artikel 35, § 1, 9°, b), (iii), bedoelde geldmarktinstrumenten houdt de in § 1, 1°, bedoelde passende informatie het volgende in :
  1° informatie over de uitgifte of het uitgifteprogramma dan wel over de juridische en financiële situatie van de uitgevende instelling vóór de emissie van het geldmarktinstrument;
  2° actualisering van de onder 1° bedoelde informatie op regelmatige basis en telkens als er zich een significante gebeurtenis voordoet;
  3° beschikbare en betrouwbare statistieken over de uitgifte of het uitgifteprogramma dan wel van andere gegevens die een adequate beoordeling van de aan een belegging in dergelijke instrumenten verbonden kredietrisico's mogelijk maakt.
  § 5. Voor de toepassing van artikel 35, § 1, 9°, b), (iii), wordt de verwijzing naar een instelling die onderworpen is en voldoet aan prudentiële voorschriften die naar het oordeel van de bevoegde autoriteiten ten minste even stringent zijn als die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld opgevat als de verwijzing naar een uitgevende instelling die onderworpen is en voldoet aan prudentiële voorschriften en die tevens voldoet aan één van de volgende criteria :
  1° zij is gevestigd in de Europese Economische Ruimte;
  2° zij is gevestigd in de tot de Groep van Tien behorende OESO-landen;
  3° zij heeft ten minste een zodanige rating dat zij als investeringswaardig wordt aangemerkt;
  4° op basis van een diepgaande analyse van de uitgevende instelling kan worden aangetoond, dat de op deze uitgevende instelling toepasselijke prudentiële voorschriften ten minste even stringent zijn als die welke in het Gemeenschapsrecht zijn vastgesteld.
  § 6. Voor de toepassing van artikel 35, § 1, 9°, b), (iv), wordt de verwijzing naar effectiseringsinstrumenten opgevat als de verwijzing naar voor effectiseringsdoeleinden opgezette constructies in de vorm van een vennootschap of een trust of in een contractuele vorm.
  Voor de toepassing van dezelfde bepaling wordt de verwijzing naar bankliquiditeitenlijnen opgevat als een verwijzing naar bankfaciliteiten die worden gewaarborgd door een financiële instelling die zelf aan artikel 35, § 1, 9°, b), (iii), voldoet.
Art.40. § 1er. Sans préjudice de l'application de l'article 37, §§ 1er à 3, les instruments du marché monétaire visés à l'article 35, § 1er, 9°, satisfont aux critères suivants :
  1° des informations appropriées les concernant sont disponibles, y compris des informations permettant d'évaluer correctement les risques de crédit liés à un placement dans ces instruments, compte tenu des §§ 2 à 4;
  2° ils sont librement négociables.
  § 2. Pour les instruments du marché monétaire visés à l'article 35, § 1er, 9°, b), (i), à l'exception de ceux visés au § 3 et de ceux émis par la Banque centrale européenne ou par une banque centrale d'un Etat membre, on entend par "informations appropriées" au sens du § 1er, 1°, des informations concernant l'émission ou le programme d'émission ou concernant la situation juridique et financière de l'émetteur avant l'émission de l'instrument du marché monétaire.
  § 3. Pour les instruments du marché monétaire visés à l'article 35, § 1er, 9°, b), (ii) et (iv), ou pour ceux qui sont émis par une administration locale ou régionale d'un Etat membre ou par un organisme public international sans être garantis par un Etat membre, ou, lorsqu'un Etat membre est un Etat fédéral, par un des membres composant la fédération, on entend par "informations appropriées" au sens du § 1er, 1°, les informations suivantes :
  1° des informations concernant tant l'émission ou le programme d'émission que la situation juridique et financière de l'émetteur avant l'émission de l'instrument du marché monétaire;
  2° les informations visées au 1°, actualisées régulièrement et chaque fois qu'un événement notable se produit;
  3° les informations visées au 1°, vérifiées par des tiers adéquatement qualifiés qui ne reçoivent pas d'instructions de l'émetteur;
  4° des statistiques disponibles et fiables sur l'émission ou le programme d'émission.
  § 4. Pour les instruments du marché monétaire visés à l'article 35, § 1er, 9°, b), (iii), on entend par "informations appropriées" au sens du § 1er, 1° :
  1° des informations concernant l'émission ou le programme d'émission ou concernant la situation juridique et financière de l'émetteur avant l'émission de l'instrument du marché monétaire;
  2° les informations visées au 1°, actualisées régulièrement et chaque fois qu'un événement notable se produit;
  3° des statistiques disponibles et fiables sur l'émission ou le programme d'émission ou d'autres données permettant d'évaluer correctement les risques de crédit liés à un placement dans ces instruments.
  § 5. Pour l'application de l'article 35, § 1er, 9°, b), (iii), la référence à un établissement qui est soumis et qui se conforme à des règles prudentielles considérées par les autorités compétentes comme au moins aussi strictes que celles prévues par la législation communautaire, s'entend comme une référence à un émetteur qui est soumis et qui se conforme à des règles prudentielles, et qui satisfait à l'un des critères suivants :
  1° il est situé dans l'Espace économique européen;
  2° il est situé dans un pays de l'OCDE appartenant au groupe des Dix;
  3° il bénéficie au moins d'une notation investment grade;
  4° il peut être démontré, sur la base d'une analyse approfondie concernant l'émetteur, que les règles prudentielles qui lui sont applicables sont au moins aussi strictes que celles prévues par la législation communautaire.
  § 6. Pour l'application de l'article 35, § 1er, 9°, b), (iv), la référence à des véhicules de titrisation s'entend comme une référence à des structures, sous forme de société, de trust ou sous la forme contractuelle, créées aux fins d'opérations de titrisation.
  Pour l'application de la même disposition, la référence à des lignes de financement bancaire s'entend comme une référence à des crédits bancaires garantis par un établissement financier qui respecte lui-même les dispositions de l'article 35, § 1er, 9°, b), (iii).
Art.41. § 1. Het totale risico (maximum exposure) van een AICB dat betrekking heeft op derivaten is beperkt tot 100 % van de nettowaarde van de activa. Voor de berekening van het totale risico worden de dagwaarde van de onderliggende activa, het tegenpartijrisico, toekomstige marktbewegingen en de voor de liquidatie van de posities beschikbare tijd in aanmerking genomen.
  § 2. De AICB's berekenen het totale risico op één van de volgende wijzen :
  1° het incrementele risico en hefboomeffect die door de AICB worden gegenereerd door van financiële derivaten, met inbegrip van in andere instrumenten besloten derivaten, in overeenstemming met artikel 43, § 2, eerste lid gebruik te maken, waarbij de totale netto-inventariswaarde van de AICB niet mag worden overschreden;
  2° het marktrisico van hun portefeuille.
  § 3. De AICB's berekenen het totale risico ten minste dagelijks.
  § 4. De AICB's berekenen het totale risico door gebruik te maken van de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach), de VaR-benadering (value-at-risk - risicowaarde) of andere geavanceerde methoden voor risicometing, al naargelang het geval. Voor de toepassing van deze bepaling wordt onder "value-at-risk" het volgende verstaan : een raming van het maximale potentiële verlies dat binnen een bepaalde tijdshorizon met een bepaalde zekerheidsgraad zal worden geleden.
  De AICB's zorgen ervoor dat de geselecteerde methode om het totale risico te meten passend is, rekening houdend met hun beleggingsstrategie en de types en complexiteit van de gebruikte financiële derivaten, alsook het gedeelte van hun portefeuille dat financiële derivaten bevat.
  § 5. Wanneer een AICB, overeenkomstig de artikelen 97, 2°, 98 en 99, technieken en instrumenten, inclusief cessie-retrocessieovereenkomsten (repurchase agreements) of effectenleningstransacties, gebruikt om voor een extra hefboomeffect of een extra blootstelling aan marktrisico te zorgen, moet zij deze transacties in aanmerking nemen wanneer zij het totale risico berekent.
Art.41. § 1er. Le risque global (maximum exposure) qui découle pour un OPCA de ses positions sur instruments dérivés, ne peut excéder 100 % de la valeur nette des actifs de l'organisme. Le risque global est calculé en tenant compte de la valeur courante des actifs sous-jacents, du risque de contrepartie, de l'évolution prévisible des marchés et du temps disponible pour liquider les positions.
  § 2. Les OPCA calculent le risque global comme étant l'une ou l'autre des valeurs suivantes :
  1° l'exposition et le levier supplémentaire auquel l'OPCA a recours en faisant usage d'instruments financiers dérivés, y compris les dérivés incorporés dans d'autres instruments, conformément à l'article 43, § 2, alinéa 1er, qui ne peut dépasser la valeur nette d'inventaire totale de l'OPCA;
  2° le risque de marché de leur portefeuille.
  § 3. Les OPCA calculent le risque global au moins une fois par jour.
  § 4. Les OPCA calculent le risque global en utilisant la méthode du calcul de l'engagement (commitment approach), la méthode du calcul de la VAR (value-at-risk approach) ou toute autre méthode avancée de mesure du risque qui soit appropriée. Aux fins de la présente disposition, on entend par "VAR" la mesure de la perte maximale attendue compte tenu d'un niveau de confiance donné et sur une période donnée.
  Les OPCA veillent à ce que la méthode qu'ils retiennent pour mesurer le risque global soit appropriée, compte tenu de leur stratégie d'investissement et des types et de la complexité des instruments financiers dérivés employés, ainsi que de la part de leur portefeuille composée d'instruments financiers dérivés.
  § 5. Lorsqu'un OPCA utilise, conformément aux articles 97, 2°, 98 et 99, des techniques et des instruments visant à renforcer leur levier ou leur exposition au risque de marché, y compris des conventions de cession-rétrocession (repurchase agreements) ou des opérations de prêt de titres, il doit tenir compte de ces opérations lors du calcul du risque global.
Art.42. § 1. Indien de AICB's voor de berekening van het totale risico gebruik maken van de benadering op basis van de aangegane verplichtingen, passen zij die benadering ook toe op alle posities in financiële derivaten, met inbegrip van de in artikel 43, § 2, eerste lid bedoelde in andere instrumenten besloten derivaten, ongeacht of deze worden gebruikt als onderdeel van het algemene beleggingsbeleid, ter vermindering van het risico, dan wel met het oog op een goed portefeuillebeheer, als bedoeld in de artikelen 97, 2°, 98 en 99.
  § 2. Indien de AICB's voor de berekening van het totale risico gebruik maken van de benadering op basis van de aangegane verplichtingen, zetten zij elke financiële derivatenpositie om in de marktwaarde van een gelijkwaardige positie in het onderliggende actief van dat derivaat (standaardbenadering op basis van de aangegane verplichtingen).
  De AICB's kunnen andere berekeningsmethoden toepassen die gelijkwaardig zijn aan de standaardbenadering op basis van de aangegane verplichtingen.
  § 3. De AICB's kunnen verrekenings- en risicodekkingsregelingen in aanmerking nemen wanneer zij het totale risico berekenen, indien deze regelingen voor de hand liggende en wezenlijke risico's niet negeren en in een duidelijke vermindering van het totale risico resulteren.
  § 4. Indien het gebruik van financiële derivaten voor de AICB niet in een incrementeel risico resulteert, hoeft het onderliggende risico niet in aanmerking te worden genomen bij de berekening van de verplichtingen.
  § 5. Indien gebruik wordt gemaakt van de benadering op basis van de aangegane verplichtingen, hoeven de kortlopende leningen die de AICB is aangegaan voor zover toegestaan bij artikel 93, niet in aanmerking te worden genomen bij de berekening van het totale risico.
Art.42. § 1er. Au cas où les OPCA utilisent la méthode du calcul de l'engagement pour calculer le risque global, ils l'utilisent également pour toutes les positions d'instruments financiers dérivés, y compris les dérivés incorporés dans d'autres instruments, visés à l'article 43, § 2, alinéa 1er, qu'elles soient utilisées dans le cadre de la politique générale d'investissement, aux fins de la réduction des risques ou aux fins d'une gestion efficace du portefeuille, comme prévu aux articles 97, 2°, 98 et 99.
  § 2. Les OPCA qui utilisent la méthode du calcul de l'engagement pour calculer le risque global convertissent la position de chaque instrument financier dérivé en valeur de marché d'une position équivalente sur l'actif sous-jacent de cet instrument dérivé (méthode standard du calcul de l'engagement).
  Les OPCA peuvent utiliser d'autres méthodes de calcul qui sont équivalentes à la méthode standard du calcul de l'engagement.
  § 3. Les OPCA peuvent tenir compte d'accords de compensation et de couverture lors du calcul du risque global, pour autant que ces accords ne fassent pas abstraction de risques flagrants et importants et qu'ils se traduisent par une réduction manifeste du risque.
  § 4. Lorsque l'utilisation d'instruments financiers dérivés ne crée pas d'exposition supplémentaire pour l'OPCA, il n'est pas nécessaire d'inclure l'exposition sous-jacente dans le calcul de l'engagement.
  § 5. Lorsque la méthode du calcul de l'engagement est utilisée, il n'est pas nécessaire d'inclure dans le calcul du risque global les emprunts à court terme conclus par l'OPCA dans la mesure permise par l'article 93.
Art.43. § 1. Een AICB mag, in het kader van haar beleggingsbeleid en binnen de in artikel 45 gestelde begrenzingen, beleggen in financiële derivaten mits het risico met betrekking tot de onderliggende activa in totaal de beleggingsbegrenzingen, gesteld in de artikelen 45, 47 en 48, niet overschrijdt.
  Voor een AICB waarvan het beleggingsbeleid is gericht op de verwezenlijking bij vervaldag van een bepaald rendement middels het gebruik van bepaalde technieken of derivaten en waarvan de deelnemers, overeenkomstig artikel 92, genieten van een kapitaalgarantie of kapitaalbescherming, wordt de naleving van de limieten gesteld in het eerste lid en in artikel 92, § 2, enkel nagegaan op het ogenblik van inschrijving, bedoeld bij artikel 197 van de wet.
  Indien een AICB belegt in derivaten die gebaseerd zijn op een index die erkend is door de FSMA overeenkomstig artikel 46, moeten die beleggingen niet worden samengeteld voor de toepassing van de bovengrenzen, bepaald in artikel 45.
  § 2. Wanneer een effect of een geldmarktinstrument een derivaat omvat, wordt dat derivaat in aanmerking genomen voor de naleving van de in dit artikel en de artikelen 41 en 42 gestelde eisen.
  Ingeval een financieel instrument, bedoeld in artikel 36, § 2, 2°, een component bevat in de vorm van een derivaat, bedoeld in artikel 32, § 2 of § 3, zijn de voorschriften van de artikelen 208, §§ 2 tot 4 en 319, §§ 2 en 3 van de wet, van dit artikel en van de artikelen 41 en 42 op deze component van toepassing.
Art.43. § 1. Un OPCA peut, dans le cadre de sa politique de placement et dans les limites fixées à l'article 45, investir dans des instruments financiers dérivés, pour autant que, globalement, les risques auxquels sont exposés les actifs sous-jacents n'excèdent pas les limites de placement fixées aux articles 45, 47 et 48.
  Pour un OPCA dont la politique de placement est axée sur la réalisation à l'échéance d'un certain rendement obtenu en faisant usage de certaines techniques ou instruments dérivés et dont les participants bénéficient, conformément à l'article 92, d'une garantie ou d'une protection de capital, le respect des limites établies à l'alinéa premier et à l'article 92, § 2 n'est vérifié qu'au moment de l'inscription visée à l'article 197 de la loi.
  Lorsqu'un OPCA investit dans des instruments financiers dérivés fondés sur un indice qui est reconnu par la FSMA conformément à l'article 46, ces investissements ne doivent pas être combinés aux fins de l'application des limites visées à l'article 45.
  § 2. Lorsqu'une valeur mobilière ou un instrument du marché monétaire comporte un instrument dérivé, ce dernier est pris en compte lors de l'application des exigences du présent article et des articles 41 et 42.
  Lorsqu'un instrument financier visé à l'article 36, § 2, 2°, comporte un instrument dérivé tel que visé à l'article 32, § 2 ou § 3, les exigences des articles 208, §§ 2 à 4 et 319, §§ 2 et 3 de la loi, du présent article et des articles 41 et 42 s'appliquent à cet instrument dérivé.
Art.44. § 1. De posities in OTC-derivaten van de AICB's worden tegen reële waarde gewaardeerd, waarbij die waarderingen niet alleen op marktnoteringen van de tegenpartijen bij de OTC-transacties zijn gebaseerd en voldoen aan de in artikel 38, § 2 vermelde criteria.
  § 2. Voor de toepassing van § 1 worden door de AICB's regelingen en procedures vastgesteld, geïmplementeerd en in stand gehouden die waarborgen dat hun posities in OTC-derivaten op passende en transparante wijze en tegen reële waarde worden gewaardeerd.
  De AICB's zorgen ervoor dat de reële waarde van de OTC-derivaten aan een passende, accurate en onafhankelijke toetsing wordt onderworpen.
  De waarderingsregelingen en -procedures zijn passend en evenredig gelet op de aard en complexiteit van de betrokken OTC-derivaten.
  De AICB's nemen de in artikel 29 van de wet, vervatte vereisten in acht wanneer de regelingen en procedures voor de waardering van OTC-derivaten gepaard gaan met de uitvoering van bepaalde activiteiten door derden.
  § 3. Voor de toepassing van §§ 1 en 2 wordt de risicobeheerfunctie met specifieke taken en verantwoordelijkheden belast.
  § 4. De in § 2 bedoelde waarderingsregelingen en -procedures worden op passende wijze gedocumenteerd.
Art.44. § 1er. Les expositions à des instruments dérivés de gré à gré des OPCA font l'objet d'évaluations à la juste valeur qui ne reposent pas uniquement sur des cotations du marché effectuées par les contreparties aux transactions sur ces instruments et qui respectent les critères fixés à l'article 38, § 2.
  § 2. Aux fins du § 1er, les OPCA établissent, mettent en oeuvre et gardent opérationnelles des modalités et des procédures assurant une évaluation adéquate, transparente et juste de leur exposition aux instruments dérivés négociés de gré à gré.
  Les OPCA veillent à ce que l'évaluation de la juste valeur des instruments dérivés négociés de gré à gré soit appropriée, précise et indépendante.
  Les modalités et les procédures d'évaluation doivent être appropriées et proportionnées à la nature et à la complexité des instruments dérivés négociés de gré à gré concernés.
  Les OPCA respectent les exigences formulées à l'article 29 de la loi, lorsque les modalités et les procédures d'évaluation d'instruments dérivés négociés de gré à gré impliquent l'exercice d'activités par des tiers.
  § 3. Aux fins des §§ 1er et 2, des missions et des responsabilités spécifiques sont confiées à la fonction de gestion des risques.
  § 4. Les modalités et les procédures d'évaluation visées au § 2 font l'objet d'une documentation appropriée.
Art.45. § 1. Een AICB belegt maximaal 10 % van haar activa in effecten of geldmarktinstrumenten, die door eenzelfde emittent worden uitgegeven.
  Een AICB belegt maximaal 20 % van haar activa in deposito's bij één en dezelfde instelling.
  Het tegenpartijrisico van de AICB bij een transactie met derivaten bedraagt maximaal :
  1° wanneer de tegenpartij een kredietinstelling is zoals bedoeld in artikel 35, § 1, 7° : 10 % van haar activa; of
  2° in de overige gevallen : 5 % van haar activa.
  De beleggingslimieten omschreven in het derde lid zijn niet toepasselijk indien de derivaten worden genoteerd op een markt, bedoeld bij artikel 35, § 1, 1°, 2°, en 3°, voor zover een verrekeningsinstelling, die kan bogen op een passende honoreringsgarantie, tussenkomt en een dagelijkse marktwaardering van de derivatenposities evenals een dagelijkse vaststelling van de marginverplichtingen plaats vindt.
  § 2. De totale waarde van de effecten en geldmarktinstrumenten van emittenten waarin de AICB voor meer dan 5 % van haar activa belegt, bedraagt maximaal 40 % van haar activa. Deze begrenzing is niet van toepassing op deposito's en transacties met OTC-derivaten met financiële instellingen die aan prudentieel toezicht onderworpen zijn.
  Onverminderd de in § 1 bepaalde individuele begrenzingen, belegt een AICB met betrekking tot één en dezelfde instelling maximaal 20 % van haar activa in een combinatie van :
  1° effecten of geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven door die instelling;
  2° deposito's bij die instelling;
  3° risico's uit transacties in OTC-derivaten met betrekking tot die instelling.
  § 3. De begrenzing, gesteld in § 1, eerste lid, wordt verhoogd tot 35 % indien de AICB belegt in effecten of geldmarktinstrumenten, die worden uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, zijn territoriale publiekrechtelijke lichamen, door een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte of een internationale publiekrechtelijke instelling waarin een of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen.
  § 4. [1 De begrenzing, gesteld in § 1, eerste lid, wordt verhoogd tot 25 %:
   1° voor de obligaties die vallen onder de definitie van gedekte obligaties van artikel 3, punt 1, van Richtlijn (EU) 2019/2162 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende de uitgifte van gedekte obligaties en het overheidstoezicht op gedekte obligaties en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2014/59/EU; of
   2° voor de obligaties die werden uitgegeven vóór 8 juli 2022, op voorwaarde dat zij werden uitgegeven door een kredietinstelling waarvan de statutaire zetel is gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die wettelijk is onderworpen aan speciaal overheidstoezicht ter bescherming van de obligatiehouders. De uit de uitgifte van die obligaties verkregen bedragen moeten overeenkomstig de wet worden belegd in activa die, gedurende de gehele looptijd van de obligaties, de aan de obligaties verbonden schuldvorderingen kunnen dekken en die, indien de uitgevende instelling in gebreke blijft, bij voorrang zullen worden gebruikt voor de aflossing van de hoofdsom en de betaling van de lopende rente.]1

  Wanneer een AICB meer dan 5 % van haar activa belegt in de in het eerste lid bedoelde obligaties en die obligaties door één en dezelfde uitgevende instelling zijn uitgegeven, bedraagt de totale waarde van die beleggingen maximaal 80 % van de activa van de AICB.
  § 5. De effecten en geldmarktinstrumenten, bedoeld in de paragrafen 3 en 4, worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van de begrenzing van 40 %, gesteld in § 2.
  De begrenzingen, gesteld in de paragrafen 1, 2, 3 en 4, mogen niet worden gecumuleerd. Bijgevolg bedragen de beleggingen, verricht overeenkomstig de paragrafen 1, 2, 3 en 4, in door één en dezelfde instelling uitgegeven effecten of geldmarktinstrumenten, dan wel in deposito's bij of derivaten van die instelling, in geen geval samen meer dan 35 % van de activa van de AICB.
  Voor de berekening van de in dit artikel gestelde begrenzingen worden ondernemingen die tot één groep worden gerekend voor de opstelling van geconsolideerde jaarrekeningen, overeenkomstig Richtlijn 83/349/EEG of andere erkende internationale financiële verslagleggingsregels, voor de berekening van de in dit artikel gestelde begrenzing als één en dezelfde instelling beschouwd. Niettemin mogen beleggingen in effecten en geldmarktinstrumenten bij één en dezelfde groep worden gecumuleerd tot ten hoogste 20 %.
  § 6. Wanneer de AICB's het door hen gelopen risico op een tegenpartij bij een OTC-derivaat berekenen met naleving van de in § 1 beschreven begrenzingen, gebruiken zij de positieve marktwaarde (mark-to-market) (in hun voordeel) van de met de betrokken tegenpartij afgesloten overeenkomst betreffende een OTC-derivaat.
  De AICB's mogen hun derivatenposities met eenzelfde tegenpartij verrekenen, op voorwaarde dat zij de met die tegenpartij gesloten verrekeningsovereenkomsten (netting) juridisch kunnen afdwingen. Verrekening is enkel toegestaan met betrekking tot de OTC-derivaten met dezelfde tegenpartij en niet met betrekking tot andere risicoposities die de AICB ten aanzien van deze zelfde tegenpartij kan hebben.
  De AICB's kunnen hun tegenpartijrisico beperken door middel van de ontvangst van zekerheden, voor zover voor deze zekerheden de in dit artikel gestelde begrenzingen in acht worden genomen. De ontvangen zekerheden zijn voldoende liquide zodat zij snel kunnen worden verkocht tegen een prijs die hun waardering van vóór de verkoop sterk benadert.
  De AICB's nemen de zekerheden in aanmerking bij de berekening van het in § 1 bedoelde tegenpartijrisico wanneer zij zekerheden aan een OTC-tegenpartij doorgeven. Doorgegeven zekerheden mogen enkel op nettobasis in aanmerking worden genomen als de AICB's de met die tegenpartij gesloten verrekeningsovereenkomsten juridisch kunnen afdwingen.
  Voor de berekening van de in de paragrafen 1 tot 5 bedoelde begrenzingen voor concentraties van beleggingen in één type uitgevende instelling, gaan de AICB's, overeenkomstig de benadering op basis van de aangegane verplichtingen, uit van het onderliggende risico dat voortvloeit uit het gebruik van financiële derivaten.
  Met betrekking tot het risico dat voortvloeit uit transacties in OTC-derivaten, zoals bedoeld in § 2, nemen de AICB's elk aan OTC-derivaten verbonden tegenpartijrisico in aanmerking bij de berekening.
  
Art.45. § 1er. Un OPCA ne peut placer plus de 10 % de ses actifs dans des valeurs mobilières ou des instruments du marché monétaire émis par le même émetteur.
  Un OPCA ne peut placer plus de 20 % de ses actifs dans des dépôts placés auprès de la même entité.
  Le risque de contrepartie de l'OPCA dans une transaction sur instruments dérivés ne peut excéder :
  1° lorsque la contrepartie est un établissement de crédit visé à l'article 35, § 1er, 7° : 10 % de ses actifs; ou
  2° dans les autres cas : 5 % de ses actifs.
  Les limites de placement fixées à l'alinéa 3 ne s'appliquent pas lorsque les instruments dérivés sont cotés sur un marché visé à l'article 35, § 1er, 1°, 2° ou 3°, à condition qu'un organisme de compensation pouvant se prévaloir d'une garantie de bonne fin adéquate intervienne, que les positions sur instruments dérivés soient évaluées quotidiennement à la valeur du marché et que les appels de marges soient établis au moins une fois par jour.
  § 2. La valeur totale des valeurs mobilières et des instruments du marché monétaire détenus par l'OPCA auprès des émetteurs dans chacun desquels il place plus de 5 % de ses actifs, ne peut dépasser 40 % de ses actifs. Cette limite ne s'applique pas aux dépôts auprès d'établissements financiers faisant l'objet d'une surveillance prudentielle et aux transactions sur instruments dérivés de gré à gré avec ces établissements.
  Nonobstant les limites individuelles fixées au § 1er, un OPCA ne peut combiner, lorsque cela l'amènerait à investir plus de 20 % de ses actifs dans une même entité, plusieurs éléments parmi les suivants :
  1° des investissements dans des valeurs mobilières ou des instruments du marché monétaire émis par ladite entité;
  2° des dépôts auprès de ladite entité;
  3° des risques découlant de transactions sur instruments dérivés de gré à gré avec ladite entité.
  § 3. La limite prévue au § 1er, alinéa 1er, est portée à 35 % si l'OPCA investit dans des valeurs mobilières ou des instruments du marché monétaire émis ou garantis par un Etat membre de l'Espace économique européen, par ses collectivités publiques territoriales, par un Etat non membre de l'Espace économique européen ou par des organismes internationaux à caractère public dont font partie un ou plusieurs Etats membres de l'Espace économique européen.
  § 4. [1 La limite prévue au paragraphe 1er, alinéa 1er, est portée à 25 % :
   1° pour les obligations relevant de la définition de l'obligation garantie figurant à l'article 3, point 1, de la directive (UE) 2019/2162 du Parlement européen et du Conseil du 27 novembre 2019 concernant l'émission d'obligations garanties et la surveillance publique des obligations garanties et modifiant les directives 2009/65/CE et 2014/59/UE ; ou
   2° pour les obligations émises avant le 8 juillet 2022, à condition que les obligations concernées soient émises par un établissement de crédit qui a son siège statutaire dans un Etat membre de l'Espace économique européen et qui est légalement soumis à une surveillance spéciale des autorités publiques destinée à protéger les détenteurs d'obligations. Les montants découlant de l'émission de ces obligations doivent être investis, conformément à la législation, dans des actifs qui, pendant la durée des obligations, peuvent couvrir les créances résultant de celles-ci et qui, en cas de défaillance de l'émetteur, seront utilisés en priorité pour le remboursement du principal et le paiement des intérêts courus.]1

  Lorsqu'un OPCA place plus de 5 % de ses actifs dans des obligations visées à l'alinéa 1er qui sont émises par un même émetteur, la valeur totale de ces placements ne peut dépasser 80 % des actifs de l'OPCA.
  § 5. Les valeurs mobilières et les instruments du marché monétaire visés aux §§ 3 et 4 ne sont pas pris en compte pour l'application de la limite de 40 %, fixée au § 2.
  Les limites prévues aux §§ 1er, 2, 3 et 4, ne peuvent être combinées. Par conséquent, les placements effectués conformément aux §§ 1er, 2, 3 et 4 dans des valeurs mobilières ou des instruments du marché monétaire émis par la même entité, dans des dépôts effectués auprès de cette entité ou dans des instruments dérivés émis par cette même entité, ne peuvent en aucun cas dépasser au total 35 % des actifs de l'OPCA.
  Les sociétés qui sont incluses dans le même groupe aux fins de l'établissement de comptes consolidés, conformément à la directive 83/349/CEE ou à d'autres règles comptables internationales reconnues, sont considérées comme une seule entité pour le calcul des limites prévues dans le présent article. Toutefois, les investissements en valeurs mobilières et instruments du marché monétaire auprès du même groupe peuvent être cumulés jusqu'à 20 % maximum.
  § 6. Lors du calcul de leur exposition à une contrepartie au travers d'un instrument dérivé de gré à gré dans le respect des limites énoncées au § 1er, les OPCA utilisent la valeur positive (en leur faveur) de l'évaluation au prix du marché (mark-to-market) du contrat dérivé de gré à gré conclu avec cette contrepartie.
  Les OPCA peuvent se baser sur la position nette des instruments dérivés par rapport à une contrepartie donnée, pour autant qu'ils disposent des moyens légaux de faire respecter les accords de compensation (netting) conclus avec cette contrepartie. La position nette ne peut être utilisée que pour les instruments dérivés négociés de gré à gré auxquels l'OPCA est exposé pour une contrepartie donnée, et non pour d'autres expositions de l'OPCA par rapport à cette contrepartie.
  Les OPCA peuvent réduire leur exposition à la contrepartie par la réception de garanties, pour autant que les limites établies au présent article soient respectées pour ces garanties. Ces garanties doivent être suffisamment liquides pour pouvoir être réalisées rapidement à un prix proche de celui auquel elles ont été estimées avant leur réalisation.
  Les OPCA tiennent compte de la garantie lors du calcul de l'exposition au risque de contrepartie visé au § 1er lorsqu'ils fournissent une garantie à la contrepartie d'une transaction portant sur un instrument dérivé négocié de gré à gré. La garantie ne peut être prise en compte sur une base nette que si les OPCA disposent de moyens légaux pour faire respecter les accords de compensation avec cette contrepartie.
  Les OPCA se fondent sur l'exposition sous-jacente qui résulte de l'utilisation d'instruments financiers dérivés conformément à la méthode du calcul de l'engagement, en vue du respect des limites de concentration par type d'émetteur visées aux §§ 1 à 5.
  En ce qui concerne l'exposition résultant de transactions sur des instruments dérivés négociés de gré à gré visée au § 2, les OPCA incluent dans le calcul toute exposition au risque de contrepartie de tels instruments.
  
Art.46. § 1. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van artikel 50, kan een AICB maximaal 20 % van haar activa beleggen in aandelen en/of obligaties van eenzelfde emittent, wanneer in haar beheerreglement of statuten is bepaald dat haar beleggingsbeleid gericht is op het volgen van de samenstelling van een bepaalde aandelen- of obligatie- index, op voorwaarde dat de FSMA deze index heeft goedgekeurd op de volgende gronden :
  1° de samenstelling van de index is voldoende gediversifieerd;
  2° de index is voldoende representatief voor de markt waarop hij betrekking heeft;
  3° de waarde en de samenstelling van de index wordt op passende wijze bekendgemaakt.
  § 2. De begrenzing, gesteld in § 1, wordt verhoogd tot maximaal 35 % indien dat door uitzonderlijke marktomstandigheden gerechtvaardigd blijkt, met name op gereglementeerde markten waar bepaalde effecten of geldmarktinstrumenten een sterk overheersende positie innemen. Tot die bovengrens mag slechts worden belegd in de effecten van één uitgevende instelling.
  § 3. De verwijzing in § 1 naar het volgen van de samenstelling van een bepaalde aandelen- of obligatie-index wordt opgevat als een verwijzing naar het volgen van de samenstelling van de onderliggende activa van de index, onder meer ook met gebruikmaking van derivaten of andere technieken en instrumenten zoals bedoeld in de artikelen 45, § 6, derde lid, 97, 2°, 98 en 99.
  § 4. De verwijzing in § 1, 1°, naar een index waarvan de samenstelling voldoende gediversifieerd is, wordt opgevat als een verwijzing naar een index die voldoet aan de in § 1, vastgelegde risicospreidingsregels.
  § 5. De verwijzing in § 1, 2°, naar een index die voldoende representatief is, wordt opgevat als een verwijzing naar een index waarvan de opsteller gebruikmaakt van een erkende methode die in het algemeen niet resulteert in de uitsluiting van een belangrijke uitgevende instelling op de markt waarop de index betrekking heeft.
  § 6. De verwijzing in § 1, 3°, naar een index die op passende wijze wordt bekendgemaakt, wordt opgevat als een verwijzing naar een index die aan de volgende criteria voldoet :
  1° hij is toegankelijk voor het publiek;
  2° de opsteller van de index is onafhankelijk van de AICB die de index volgt.
  Het vorige lid, 2°, belet niet, dat opstellers van indexen en de AICB deel uitmaken van dezelfde economische groep, op voorwaarde dat effectieve regelingen zijn getroffen voor het beheer van belangenconflicten.
Art.46. § 1er. Sans préjudice de l'application de l'article 50, un OPCA peut placer 20 % au maximum de ses actifs dans des actions et/ou obligations d'un même émetteur lorsque, conformément à son règlement de gestion ou à ses statuts, sa politique de placement a pour objet de reproduire la composition d'un indice d'actions ou d'obligations déterminé, à condition que la FSMA ait approuvé cet indice sur les bases suivantes :
  1° la composition de l'indice est suffisamment diversifiée;
  2° l'indice est suffisamment représentatif du marché auquel il se réfère;
  3° la valeur et la composition de l'indice font l'objet d'une publication appropriée.
  § 2. La limite prévue au § 1er est portée à 35 % maximum lorsque cela se révèle justifié par des conditions exceptionnelles sur le marché, notamment sur des marchés réglementés où certaines valeurs mobilières ou certains instruments du marché monétaire sont largement dominants. L'investissement jusqu'à cette limite n'est permis que pour les titres d'un seul émetteur.
  § 3. La référence à la reproduction de la composition d'un indice d'actions ou d'obligations, contenue au § 1er, s'entend comme une référence à la reproduction de la composition des actifs sous-jacents à l'indice, y compris par l'utilisation d'instruments dérivés ou d'autres techniques et instruments visés aux articles 45, § 6, alinéa 3, 97, 2°, 98 et 99.
  § 4. La référence à un indice dont la composition est suffisamment diversifiée, contenue au § 1er, 1°, s'entend comme une référence à un indice établi conformément aux règles de diversification des risques énoncées audit § 1er.
  § 5. La référence à un indice constituant un étalon représentatif, contenue au § 1er, 2°, s'entend comme une référence à un indice dont le fournisseur utilise une méthode reconnue qui n'aboutit pas, en règle générale, à exclure un grand émetteur du marché auquel l'indice se réfère.
  § 6. La référence à un indice faisant l'objet d'une publication appropriée, contenue au § 1er, 3°, s'entend comme une référence à un indice qui satisfait aux critères suivants :
  1° il est accessible au public;
  2° son fournisseur est indépendant de l'OPCA qui reproduit sa composition.
  L'alinéa précédent, 2°, ne s'oppose pas à ce que le fournisseur de l'indice et l'OPCA fassent partie du même groupe économique, sous réserve que soient mises en place des mesures efficaces de gestion des conflits d'intérêts.
Art.47. In afwijking van artikel 45 kan de FSMA aan de AICB's toestaan om, volgens het beginsel van de risicospreiding, tot 100 % van hun activa te beleggen in verschillende uitgiften van effecten en geldmarktinstrumenten die worden uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, haar plaatselijke besturen, een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte of internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen.
  De FSMA verleent deze toelating slechts wanneer zij van oordeel is dat de deelnemers in deze AICB's ten opzichte van de deelnemers in de AICB's die de begrenzingen van artikel 45 wel naleven, een gelijkwaardige bescherming krijgen.
  Deze AICB's houden effecten en geldmarktinstrumenten uit ten minste zes verschillende uitgiften, desgevallend uitgegeven door dezelfde entiteit, zonder dat de effecten en geldmarktinstrumenten die tot een zelfde uitgifte behoren, meer dan 30 % mogen bedragen van het totaalbedrag van de activa.
Art.47. Par dérogation à l'article 45, la FSMA peut autoriser des OPCA à placer, selon le principe de la répartition des risques, jusqu'à 100 % de leurs actifs dans différentes émissions de valeurs mobilières et d'instruments du marché monétaire émis ou garantis par un Etat membre de l'Espace économique européen, par ses collectivités publiques territoriales, par un Etat non membre de l'Espace économique européen ou par des organismes internationaux à caractère public dont font partie un ou plusieurs Etats membres de l'Espace économique européen.
  La FSMA n'accorde cette autorisation que si elle estime que les participants de ces OPCA bénéficient d'une protection équivalente à celle dont bénéficient les participants à des OPCA qui respectent les limites fixées à l'article 45.
  Ces OPCA détiennent des valeurs mobilières et des instruments du marché monétaire appartenant à six émissions différentes au moins, réalisées éventuellement par la même entité, sans que les valeurs mobilières et instruments du marché monétaire appartenant à une même émission puissent excéder 30 % du montant total de leurs actifs.
Art.48. § 1. Een AICB mag rechten van deelneming, bedoeld in artikel 35, § 1, 5° en 6°, verwerven, mits maximaal 20 % van haar activa in rechten van deelneming in één en dezelfde instelling voor collectieve belegging wordt belegd. Indien wordt belegd in rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging met verschillende compartimenten, wordt, voor de toepassing van deze paragraaf, elk compartiment beschouwd als een afzonderlijke instelling voor collectieve belegging.
  § 2. De beleggingen in rechten van deelneming, bedoeld in artikel 35, § 1, 6°, mogen in totaal niet meer bedragen dan 30 % van de activa van de AICB.
  Indien een AICB rechten van deelneming, bedoeld in artikel 35, § 1, 5° en 6°, heeft verworven, dienen de activa van de desbetreffende instellingen voor collectieve belegging niet te worden gecombineerd met de in artikel 45 vastgestelde bovengrenzen.
Art.48. § 1er. Un OPCA peut acquérir des parts visées à l'article 35, § 1er, 5° et 6°, à condition de ne pas placer plus de 20 % de ses actifs dans les parts d'un même organisme de placement collectif. S'il investit dans les parts d'un organisme de placement collectif qui a plusieurs compartiments, chacun des compartiments est, pour l'application du présent paragraphe, considéré comme un organisme de placement collectif distinct.
  § 2. Les placements dans des parts visées à l'article 35, § 1er, 6°, ne peuvent dépasser, au total, 30 % des actifs de l'OPCA.
  Lorsqu'un OPCA a acquis des parts visées à l'article 35, § 1er, 5° et 6°, les actifs des organismes de placement collectif concernés ne doivent pas être combinés aux fins de l'application des limites prévues à l'article 45.
Art.49. § 1. Voor een AICB waarvan het beleggingsbeleid is gericht op de verwezenlijking bij vervaldag van een bepaald rendement middels het gebruik van bepaalde technieken of derivaten en waarvan de deelnemers, overeenkomstig artikel 92, een kapitaalgarantie of kapitaalbescherming genieten, kunnen de volgende activa onderliggend zijn aan het instrument dat de AICB hanteert om op vervaldag de meerwaarde te verkrijgen :
  1° een instelling voor collectieve belegging die in hedge funds belegt en die is toegelaten en onder permanent toezicht staat in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte;
  2° een gediversifieerde korf van rechten van deelneming uitgegeven door hedge funds die zijn toegelaten en onder permanent toezicht staan in een of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte;
  § 2. De in § 1, 2°, bedoelde korf van hedge funds is zodanig samengesteld dat geen enkele hedge fund meer dan 20 % van de totale korf vertegenwoordigt. De naleving van deze limiet wordt nagegaan op het ogenblik van de inschrijving, bedoeld bij artikel 197 van de wet.
Art.49. § 1er. Pour un OPCA dont la politique de placement est axée sur la réalisation à l'échéance d'un certain rendement obtenu en faisant usage de certaines techniques ou instruments dérivés et dont les participants bénéficient, conformément à l'article 92, d'une garantie ou d'une protection de capital, l'actif sous-jacent de l'instrument au moyen duquel l'OPCA vise à obtenir la plus-value à l'échéance peut consister en :
  1° un organisme de placement collectif investissant dans des hedge funds, autorisé dans un Etat membre de l'Espace économique européen et soumis à un contrôle permanent;
  2° un panier diversifié de parts émises par des hedge funds autorisés et soumis à un contrôle permanent dans un ou plusieurs Etats membres de l'Espace économique européen.
  § 2. La composition du panier de hedge funds visé au § 1er, 2°, est telle qu'aucun hedge fund ne représente plus de 20% de la totalité du panier. Le respect de cette limite est vérifié au moment de l'inscription visée à l'article 197 de la loi.
Art.50. § 1. Een beleggingsvennootschap of een beheervennootschap, voor het geheel van de door haar beheerde en onder het toepassingsgebied van deze afdeling vallende gemeenschappelijke beleggingsfondsen, mag niet zoveel stemrechtverlenende effecten verwerven dat zij daardoor invloed van betekenis kan uitoefenen op het bestuur van een emittent.
  § 2. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van § 1, verwerft een AICB maximaal :
  1° 10 % aandelen zonder stemrecht van een zelfde emittent;
  2° 10 % obligaties van een zelfde emittent;
  3° 25 % van de rechten van deelneming in één zelfde instelling voor collectieve belegging bedoeld in artikel 35, § 1, 5° of 6° ;
  4° 10 % van geldmarktinstrumenten van één zelfde uitgevende instelling.
  De begrenzingen, bedoeld in het eerste lid, 2°, 3° en 4°, behoeven niet in acht te worden genomen, indien het brutobedrag van de obligaties of de geldmarktinstrumenten of het nettobedrag van de uitgegeven effecten op het tijdstip van verwerving niet kan worden berekend.
  § 3. De bepalingen van § 2 zijn niet van toepassing met betrekking tot :
  1° door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of zijn plaatselijke besturen uitgegeven of gewaarborgde effecten en geldmarktinstrumenten;
  2° door een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte, uitgegeven of gewaarborgde effecten en geldmarktinstrumenten;
  3° effecten en geldmarktinstrumenten uitgegeven door internationale publiekrechtelijke instellingen waarin een of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen;
  § 4. De paragrafen 1 en 2 zijn niet van toepassing met betrekking tot :
  1° aandelen die een AICB houdt in het kapitaal van een vennootschap uit een staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte, voor zover deze vennootschap haar activa in hoofdzaak belegt in effecten van emittenten uit die staat, wanneer een dergelijke deelneming, krachtens de wetgeving van die staat, voor de AICB de enige mogelijkheid is om in effecten van emittenten van die staat te beleggen. Deze afwijking is echter slechts van toepassing indien de vennootschap van de staat die geen lidstaat is van de Europese Economische Ruimte, voor haar beleggingsbeleid de begrenzingen, gesteld in de artikelen 45 en 48 en de paragrafen 1 en 2 van dit artikel, in acht neemt. Bij overschrijding van de begrenzingen, gesteld in de artikelen 45 en 48, zijn de artikelen 51 en 52 mutatis mutandis van toepassing;
  2° aandelen die één of meerdere beleggingsvennootschappen houden in het kapitaal van dochterondernemingen, die uitsluitend te haren of te hunnen behoeve enkel bepaalde beheers-, advies- of verhandelingswerkzaamheden verrichten in het land waar de dochteronderneming is gevestigd, met het oog op de inkoop van rechten van deelneming op verzoek van houders.
Art.50. § 1er. Une société d'investissement ou une société de gestion, pour l'ensemble des fonds communs de placement qu'elle gère et qui tombent dans le champ d'application de la présente section, ne peut acquérir de titres conférant le droit de vote lui permettant d'exercer une influence notable sur la gestion d'un émetteur.
  § 2. Sans préjudice de l'application du § 1er, un OPCA ne peut acquérir plus de :
  1° 10 % d'actions sans droit de vote d'un même émetteur;
  2° 10 % d'obligations d'un même émetteur;
  3° 25 % de parts d'un même organisme de placement collectif au sens de l'article 35, § 1er, 5° ou 6° ;
  4° 10 % d'instruments du marché monétaire émis par un même émetteur.
  Les limites prévues à l'alinéa 1er, 2°, 3° et 4°, peuvent ne pas être respectées au moment de l'acquisition si, à ce moment-là, le montant brut des obligations ou des instruments du marché monétaire, ou le montant net des titres émis, ne peut être calculé.
  § 3. Les dispositions du § 2 ne sont pas applicables en ce qui concerne :
  1° les valeurs mobilières et les instruments du marché monétaire émis ou garantis par un Etat membre de l'Espace économique européen ou par ses collectivités publiques territoriales;
  2° les valeurs mobilières et les instruments du marché monétaire émis ou garantis par un Etat non membre de l'Espace économique européen;
  3° les valeurs mobilières et les instruments du marché monétaire émis par des organismes internationaux à caractère public dont font partie un ou plusieurs Etats membres de l'Espace économique européen.
  § 4. Les §§ 1er et 2 ne sont pas applicables en ce qui concerne :
  1° les actions détenues par un OPCA dans le capital d'une société d'un Etat non membre de l'Espace économique européen, à condition que cette société investisse ses actifs essentiellement en titres d'émetteurs ressortissant de cet Etat lorsque, en vertu de la législation de celui-ci, une telle participation constitue pour l'OPCA la seule possibilité d'investir en titres d'émetteurs de cet Etat. Cette dérogation n'est cependant applicable qu'à la condition que la société de l'Etat non membre de l'Espace économique européen respecte dans sa politique de placement les limites établies par les articles 45 et 48 et par les §§ 1er et 2 du présent article. En cas de dépassement des limites prévues aux articles 45 et 48, les articles 51 et 52 s'appliquent mutatis mutandis;
  2° les actions détenues par une ou plusieurs sociétés d'investissement dans le capital des sociétés filiales exerçant uniquement au profit exclusif de celle(s)-ci des activités de gestion, de conseil ou de commercialisation dans le pays où la filiale est située, en ce qui concerne le rachat de parts à la demande des porteurs.
Art.51. § 1. Ongeacht de voorschriften van deze afdeling mag de AICB steeds de inschrijvingsrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de effecten en geldmarktinstrumenten die zij houdt.
  De uitoefening van deze rechten mag evenwel niet tot gevolg hebben dat de in voorgaande artikelen bedoelde begrenzingen langer dan twaalf maanden worden overschreden.
  § 2. De in voorgaande artikelen bedoelde begrenzingen worden berekend volgens dezelfde methode als gebruikt voor de berekening van de inventariswaarde.
  § 3. De FSMA kan aan een nieuw opgerichte AICB toestaan van de artikelen 45, 46, 47 en 48 af te wijken gedurende een periode van zes maanden na de datum waarop zij is ingeschreven, voor zover de AICB de beginselen inzake risicospreiding naleeft.
Art.51. § 1er. Nonobstant les prescriptions de la présente section, l'OPCA peut toujours exercer les droits de souscription attachés aux valeurs mobilières et instruments du marché monétaire qu'il détient.
  L'usage de cette faculté ne peut toutefois entraîner, pendant plus de douze mois, un dépassement des limites visées aux articles précédents.
  § 2. Les limites prévues aux articles précédents se calculent suivant la méthode utilisée pour le calcul de la valeur d'inventaire.
  § 3. La FSMA peut permettre à un OPCA nouvellement créé de déroger aux articles 45, 46, 47 et 48 pendant une période de six mois suivant la date de son inscription, pour autant que cet OPCA respecte les principes de la répartition des risques.
Art.52. Indien de in de artikelen 45, 46, 47 en 48 bedoelde begrenzingen buiten de wil van de AICB of ten gevolge van de uitoefening van inschrijvingsrechten worden overschreden, moet de AICB bij voorrang de toestand regulariseren in het belang van de deelnemers.
Art.52. Si un dépassement des limites visées aux articles 45, 46, 47 et 48 intervient indépendamment de la volonté de l'OPCA ou à la suite de l'exercice des droits de souscription, l'OPCA doit, en priorité, régulariser la situation dans le respect des intérêts des participants.
Afdeling II. - Master-feederconstructies
Section II. - Structures master-feeder
Onderafdeling I. - Beleggingsbeleid en goedkeuring
Sous-section Ire. - Politique de placement et autorisation
Art.53. Een feeder belegt ten minste 85 % van haar activa in rechten van deelneming in een master naar Belgisch recht die heeft geopteerd voor de categorie van toegelaten beleggingen, bedoeld bij artikel 183, eerste lid, 1°, van de wet of die voldoet aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG.
Art.53. Un feeder investit au moins 85 % de ses actifs dans des parts d'un master de droit belge qui a opté pour la catégorie de placements autorisés visée à l'article 183, alinéa 1er, 1°, de la loi ou qui répond aux conditions de la directive 2009/65/CE.
Art.54. § 1. Een feeder mag maximaal 15 % van haar activa aanhouden in een of meer van de volgende bestanddelen :
  1° accessoire liquide middelen overeenkomstig artikel 35, § 3;
  2° financiële derivaten die alleen voor hedgingdoeleinden mogen worden gebruikt, overeenkomstig de artikelen 35, § 1, 8°, 41 tot 44, 97, 2°, 98 en 99; of
  3° roerende en onroerende goederen die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar werkzaamheid, indien de feeder een beleggingsvennootschap is. Wanneer de feeder een vastgoed bezit of verwerft, moet het overeenstemmende gedeelte van het kapitaal steeds worden gehouden door haar oprichters of de door hen aangewezen personen.
  Met het oog op de naleving van de artikelen 41 tot 44, berekent de feeder haar totale risico in financiële derivaten alleen door haar eigen directe risico als bedoeld in het eerste lid, 2°, te combineren met hetzij :
  1° het reële risico in financiële derivaten van de master naar rata van de belegging van de feeder in de master; of
  2° het potentiële totale maximumrisico in financiële derivaten dat de master volgens haar beheerreglement of statuten naar rata van de belegging van de feeder in de master mag aangaan.
  De artikelen 38, 39, 41, 42, 43, 44, 45, 50, 51 en 52 zijn van toepassing op de beleggingen bedoeld in het eerste lid.
  Artikel 50, § 1, is van toepassing op de beleggingen van de feeder in haar master.
  § 2. De feeder belegt niet in rechten van deelneming in de master totdat de overeenkomsten als bedoeld in de artikelen 220, § 1 en 356, § 1, van de wet van kracht zijn geworden.
Art.54. § 1er. Un feeder peut placer jusqu'à 15 % de ses actifs dans un ou plusieurs des éléments suivants :
  1° des liquidités à titre accessoire conformément à l'article 35, § 3 ;
  2° des instruments financiers dérivés, qui peuvent être utilisés uniquement à des fins de couverture, conformément aux articles 35, § 1er, 8°, 41 à 44, 97, 2°, 98 et 99; ou
  3° les biens meubles et immeubles indispensables à l'exercice direct de son activité, si le feeder est une société d'investissement. Si le feeder détient ou acquiert un immeuble, la part correspondante du capital doit être en permanence détenue par ses fondateurs ou les personnes désignées par ceux-ci.
  Aux fins de la conformité avec les articles 41 à 44, le feeder calcule son risque global lié aux instruments financiers dérivés en combinant son propre risque direct au titre de l'alinéa 1er, 2°, avec :
  1° soit le risque réel du master par rapport aux instruments financiers dérivés, en proportion des investissements du feeder dans le master ; ou
  2° soit le risque potentiel maximal global du master par rapport aux instruments financiers dérivés prévu par le règlement de gestion ou les statuts du master, en proportion de l'investissement du feeder dans le master.
  Les articles 38, 39, 41, 42, 43, 44, 45, 50, 51 et 52 sont applicables aux investissements visés à l'alinéa 1er.
  L'article 50, § 1er, est applicable aux investissements du feeder dans son master.
  § 2. Le feeder n'investit dans les parts du master qu'une fois que les accords visés aux articles 220, § 1er et 356, § 1er, de la loi sont entrés en vigueur.
Art.55. § 1. De belegging van een feeder in een bepaalde master, die de grens overschrijdt die in artikel 48, § 1 is vastgesteld voor investeringen in andere instellingen voor collectieve belegging, moet vooraf door de FSMA worden goedgekeurd.
  § 2. De feeder wordt binnen vijftien werkdagen na de indiening van een volledig dossier ervan in kennis gesteld of de FSMA de belegging van de feeder in de master al dan niet heeft goedgekeurd.
  § 3. De FSMA verleent goedkeuring indien de feeder, haar bewaarder en haar commissaris en de master aan de wet en dit besluit voldoen. Daartoe dient de feeder bij de FSMA de volgende documenten in :
  1° het beheerreglement of de statuten van de feeder en de master;
  2° het prospectus en de essentiële beleggersinformatie van de feeder en de master;
  3° de in artikel 56, § 1 bedoelde overeenkomst tussen de feeder en de master of de interne bedrijfsvoeringsregels;
  4° indien van toepassing, de aan de deelnemers te verstrekken informatie als bedoeld in artikel 76, § 1;
  5° indien de master en de feeder verschillende bewaarders hebben : de in artikel 220, § 1 van de wet bedoelde overeenkomst tot uitwisseling van informatie tussen hun bewaarders;
  6° indien de master en de feeder verschillende commissarissen hebben : de in artikel 356, § 1 van de wet bedoelde overeenkomst tot uitwisseling van informatie tussen hun commissarissen.
Art.55. § 1er. L'investissement d'un feeder dans un master donné, qui dépasse la limite applicable en vertu de l'article 48, § 1er, aux placements dans d'autres organismes de placement collectif, est subordonné à l'approbation préalable de la FSMA.
  § 2. Le feeder est informé, au plus tard quinze jours ouvrables après la présentation d'un dossier complet, de l'approbation ou du refus, par la FSMA, de son investissement dans le master.
  § 3. La FSMA donne son approbation dès lors que le feeder, son dépositaire et son commissaire, ainsi que le master se conforment à la loi et au présent arrêté. A cette fin, le feeder fournit à la FSMA les documents suivants :
  1° le règlement de gestion ou les statuts du feeder et du master ;
  2° le prospectus et les informations clés pour l'investisseur du feeder et du master ;
  3° l'accord entre le feeder et le master ou les règles de conduite internes visés à l'article 56, § 1er ;
  4° le cas échéant, les informations à fournir aux participants conformément à l'article 76, § 1er ;
  5° si le dépositaire du master diffère de celui du feeder, l'accord d'échange d'informations entre les deux dépositaires, tel que visé à l'article 220, § 1er, de la loi ;
  6° si le commissaire du master diffère de celui du feeder, l'accord d'échange d'informations entre les deux commissaires, tel que visé à l'article 356, § 1er, de la loi.
Onderafdeling II. - Overeenkomst tussen feeder en master en interne bedrijfsvoeringsregels van de beheervennootschap van AICB's
Sous-section II. - Accord entre le feeder et le master et règles de conduite internes de la société de gestion d'OPCA
Art.56. § 1. De feeder belegt niet in rechten van deelneming in de master boven de krachtens artikel 48, § 1 geldende limieten, totdat de in artikel 241 van de wet bedoelde overeenkomst of interne bedrijfsvoeringsregels in werking zijn getreden.
  Deze overeenkomst of interne bedrijfsvoeringsregels zijn op verzoek kosteloos beschikbaar voor alle deelnemers.
  § 2. De master en de feeder nemen passende maatregelen om het tijdstip van de berekening en de publicatie van hun netto-inventariswaarde te coördineren om market timing in hun fondsen te vermijden, wat arbitrage-opportuniteiten belemmert.
  A. Overeenkomst tussen master en feeder
Art.56. § 1er. Le feeder n'investit au-delà de la limite applicable en vertu de l'article 48, § 1er, dans les parts du master qu'une fois que l'accord ou les règles de conduite internes visés à l'article 241 de la loi sont entrés en vigueur.
  Sur demande, cet accord ou ces règles de conduite internes sont mis gratuitement à la disposition de tous les participants.
  § 2. Le master et le feeder prennent des mesures appropriées pour coordonner le calendrier du calcul et de la publication de leur valeur nette d'inventaire, afin d'écarter les possibilités d'opérations d'arbitrage sur leurs parts entre la valeur comptable et la valeur de marché (market timing).
  A. Accord entre le master et le feeder
Art.57. De in artikel 241 van de wet bedoelde overeenkomst tussen de master en de feeder voorziet ten aanzien van toegang tot de informatie in het volgende :
  1° de wijze en het tijdstip waarop de master de feeder een exemplaar van haar beheerreglement of statuten, het prospectus en essentiële beleggersinformatie of alle wijzigingen ervan verstrekt;
  2° de wijze en het tijdstip waarop de master de feeder informeert over een delegatie van beleggingsbeheer- en risicobeheertaken aan derden in overeenstemming met de artikelen 29, 32, 209 en 320 van de wet of met de artikelen 42 en 202 van de wet van 3 augustus 2012;
  3° in voorkomend geval, de wijze en het tijdstip waarop de master aan de feeder interne operationele documenten, zoals documenten betreffende het risicobeheerproces en nalevingsverslagen, verstrekt;
  4° van welke details over inbreuken door de master op het recht, het beheerreglement of de statuten en de overeenkomst tussen de master en de feeder de master de feeder in kennis zal stellen en de wijze van en het tijdschema voor de kennisgeving;
  5° als de feeder financiële derivaten voor hedgingdoeleinden gebruikt, de wijze en het tijdstip waarop de master aan de feeder informatie zal verstrekken over haar werkelijke risico in financiële derivaten teneinde de feeder in staat te stellen haar eigen totale risico te berekenen als bedoeld in artikel 54 § 1, tweede lid, 1° ;
  6° een verklaring dat de master de feeder informeert over alle andere met derden gesloten regelingen inzake informatie-uitwisseling en, in voorkomend geval, op welke wijze en op welk tijdstip de master deze andere regelingen inzake informatie-uitwisseling voor de feeder beschikbaar stelt.
Art.57. L'accord entre le master et le feeder visé à l'article 241 de la loi précise, en ce qui concerne l'accès aux informations :
  1° quand et comment le master fournit au feeder une copie de son règlement de gestion ou de ses statuts, de son prospectus et de ses informations clés pour l'investisseur, ainsi que de toute modification qui y serait apportée ;
  2° quand et comment le master informe le feeder d'une délégation à des tiers des fonctions de gestion d'investissements et de gestion des risques conformément aux articles 29, 32, 209 et 320 de la loi ou aux articles 42 et 202 de la loi du 3 août 2012;
  3° le cas échéant, quand et comment le master fournit au feeder des documents relatifs à son fonctionnement interne, tels que les procédures de gestion des risques et les rapports sur le respect de la conformité ;
  4° en cas de non-respect, par le master, du droit, du règlement de gestion, des statuts ou de l'accord entre le master et le feeder, quelles informations en la matière sont notifiées par le master au feeder, de quelle manière et dans quels délais ;
  5° lorsque le feeder utilise des instruments financiers dérivés à des fins de couverture, quand et comment le master fournit au feeder des informations sur son exposition effective à des instruments financiers dérivés, afin de permettre au feeder de calculer son propre risque global conformément à l'article 54, § 1er, alinéa 2, 1° ;
  6° que le master informe le feeder de tout autre accord d'échange d'informations conclu avec un tiers et, le cas échéant, quand et comment le master met de tels accords d'échange d'informations à la disposition du feeder.
Art.58. De in artikel 241 van de wet bedoelde overeenkomst tussen de master en de feeder voorziet ten aanzien van de grondslag voor de belegging in en vervreemding van rechten van deelneming door de feeder in het volgende :
  1° welke categorieën van rechten van deelneming in de master voor belegging door de feeder beschikbaar zijn;
  2° de door de feeder te dragen lasten en uitgaven, en details over alle kortingen op of teruggaven van lasten of uitgaven door de master;
  3° in voorkomend geval, de voorwaarden waarop een eerste of volgende overdracht van activa in natura van de feeder aan de master mag plaatsvinden.
Art.58. L'accord entre le master et le feeder visé à l'article 241 de la loi précise, en ce qui concerne les principes d'achat et de désinvestissement de parts par le feeder, les éléments suivants :
  1° quelles sont les catégories de parts du master qui peuvent être acquises par le feeder ;
  2° les frais et les dépenses incombant au feeder et le détail des éventuelles réductions ou rétrocessions de ces frais ou dépenses accordées par le master ;
  3° s'il y a lieu, les termes selon lesquels peut être réalisé le transfert initial ou ultérieur d'actifs en nature du feeder vers le master.
Art.59. De in artikel 241 van de wet bedoelde overeenkomst tussen de master en de feeder voorziet ten aanzien van standaardregelingen voor verhandeling ten minste in het volgende :
  1° coördinatie van de frequentie van en het tijdschema voor de berekening van de netto-inventariswaarde en de publicatie van de prijzen van de rechten van deelneming;
  2° coördinatie van de doorgifte van handelsorders door de feeder waaronder, in voorkomend geval, de rol van transferagenten of alle andere derden;
  3° in voorkomend geval, alle regelingen die nodig zijn om rekening te houden met het feit dat een van beide of beide instellingen voor collectieve belegging op een secundaire markt noteren of verhandeld worden;
  4° voor zover nodig, andere passende maatregelen om de naleving van de eisen van artikel 56, § 2 te verzekeren;
  5° voor zover de rechten van deelneming in de feeder en de master in een andere valuta luiden, de grondslag voor omrekening van handelsorders;
  6° afwikkelingscycli en betalingsdetails voor aankoop van of inschrijving op en inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming in de master waaronder, voor zover tussen de partijen overeengekomen, de voorwaarden waaronder de master een inkoop- of terugbetalingsverzoek door middel van een overdracht van activa in natura aan de feeder mag afwikkelen, met name in de gevallen als bedoeld in artikel 242, § 1 en § 2 van de wet;
  7° procedures om te waarborgen dat verzoeken om inlichtingen en klachten van deelnemers op passende wijze worden afgehandeld;
  8° voor zover de master aan haar beheerreglement of statuten en prospectus bepaalde rechten of bevoegdheden met betrekking tot deelnemers ontleent en besluit de uitoefening van die rechten en bevoegdheden met betrekking tot de feeder geheel of gedeeltelijk te beperken of op te geven, een verklaring inzake de desbetreffende voorwaarden.
Art.59. L'accord entre le master et le feeder visé à l'article 241 de la loi prévoit, en ce qui concerne les dispositions types en matière de négociation, au moins les éléments suivants :
  1° une coordination de la fréquence et du calendrier de calcul de la valeur nette d'inventaire et de publication des prix des parts ;
  2° une coordination de la transmission des ordres de négociation par le feeder, y compris, s'il y a lieu, le rôle des agents de transfert ou de tout autre tiers ;
  3° toute disposition nécessaire, le cas échéant, pour tenir compte du fait que l'un ou l'autre des organismes de placement collectif, ou les deux, sont cotés ou négociés sur un marché secondaire ;
  4° le cas échéant, des mesures appropriées pour assurer le respect des exigences de l'article 56, § 2 ;
  5° lorsque les parts du feeder et du master sont libellées dans différentes devises, la base de conversion des ordres de négociation ;
  6° les cycles de règlement et les détails en matière de paiement pour les achats ou les souscriptions et les rachats ou les remboursements de parts du master, y compris, s'il en a été convenu entre les parties, les conditions auxquelles le master peut régler des demandes de remboursement ou de rachat en transférant des actifs en nature au feeder, notamment dans les cas visés à l'article 242, §§ 1er et 2, de la loi ;
  7° les procédures qui garantissent que les demandes d'informations et les plaintes des participants font l'objet d'un traitement approprié ;
  8° si le règlement de gestion ou les statuts du master et son prospectus lui confèrent certains droits ou pouvoirs vis-à-vis des participants, et s'il choisit de limiter l'exercice d'une partie ou de l'ensemble de ces droits et pouvoirs vis-à-vis du feeder, ou d'y renoncer, une déclaration précisant les conditions de cette limitation ou renonciation.
Art.60. De in artikel 241 van de wet bedoelde overeenkomst tussen de master en de feeder voorziet ten aanzien van op regelingen voor verhandeling van invloed zijnde gebeurtenissen ten minste in het volgende :
  1° de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door een van beide instellingen voor collectieve belegging van de tijdelijke schorsing en de hervatting van de bepaling van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming, evenals de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging van die instelling voor collectieve belegging;
  2° regelingen voor kennisgeving en oplossing van fouten bij de berekening van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming in de master.
Art.60. L'accord entre le master et le feeder visé à l'article 241 précise au moins, en ce qui concerne les événements affectant les dispositions prises en matière de négociation, les éléments suivants :
  1° les modalités et le calendrier de la notification, par l'un ou l'autre organisme de placement collectif, de la suspension temporaire et de la reprise de la détermination de la valeur nette d'inventaire des parts, ainsi que de l'exécution des demandes d'émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment de cet organisme de placement collectif ;
  2° les dispositions prévues pour la notification et la correction des erreurs de calcul de la valeur nette d'inventaire des parts du master.
Art.61. De in artikel 241 van de wet bedoelde overeenkomst tussen de master en de feeder voorziet ten aanzien van standaardregelingen voor het verslag van de commissaris ten minste in het volgende :
  1° voor zover de feeder en de master hetzelfde boekjaar aanhouden, de coördinatie van de opstelling van hun periodieke verslagen;
  2° als de feeder en de master een ander boekjaar aanhouden, regelingen op grond waarvan de feeder van de master alle informatie verkrijgt die nodig is om haar periodieke verslagen tijdig te kunnen opstellen en wordt gewaarborgd dat de commissaris van de master bij machte is op de afsluitingsdatum van de feeder een ad-hocverslag op te stellen in overeenstemming met artikel 356, § 2 van de wet.
Art.61. L'accord entre le master et le feeder visé à l'article 241 de la loi prévoit au moins, en ce qui concerne les dispositions types relatives au rapport du commissaire, les éléments suivants :
  1° si le feeder et le master ont les mêmes exercices comptables, l'établissement coordonné de leurs rapports périodiques ;
  2° si le feeder et le master ont des exercices comptables différents, des dispositions permettant au feeder d'obtenir du master toutes les informations dont il a besoin pour établir ses rapports périodiques dans les délais, et permettant au commissaire du master d'établir un rapport ad hoc à la date de clôture du feeder conformément à l'article 356, § 2, de la loi.
Art.62. De in artikel 241 van de wet bedoelde overeenkomst tussen de master en de feeder voorziet ten aanzien van wijzigingen van doorlopende regelingen in het volgende :
  1° de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door de master van voorgestelde en van kracht zijnde wijzigingen van haar beheerreglement of statuten, prospectus en essentiële beleggersinformatie, indien deze details verschillen van de standaardregelingen voor kennisgeving aan deelnemers in het beheerreglement, de statuten of het prospectus van de master;
  2° de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door de master van een geplande of voorgestelde vereffening, fusie of splitsing;
  3° de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door een van beide instellingen voor collectieve belegging dat zij ophoudt of zal ophouden aan de voorwaarden te voldoen om als feeder respectievelijk master te kwalificeren;
  4° de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door een van beide instellingen voor collectieve belegging van haar voornemen om haar beheervennootschap, haar bewaarder, haar commissaris of enige derde die gemandateerd is om taken in verband met beleggingsbeheer of risicobeheer uit te voeren te vervangen;
  5° de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving van andere wijzigingen van doorlopende regelingen waartoe de master zich verbindt.
Art.62. L'accord entre le master et le feeder visé à l'article 241 de la loi précise, en ce qui concerne les modifications de dispositions pérennes, les éléments suivants :
  1° les modalités et le calendrier selon lesquels le master notifie les modifications envisagées ou effectives de son règlement de gestion, de ses statuts, de son prospectus ou de ses informations clés pour l'investisseur, si ces modalités et ce calendrier diffèrent des dispositions types en matière de notification aux participants qui figurent dans le règlement de gestion, les statuts ou le prospectus du master ;
  2° les modalités et le calendrier selon lesquels le master notifie une liquidation, une fusion ou une scission prévue ou proposée ;
  3° les modalités et le calendrier selon lesquels l'un ou l'autre organisme de placement collectif notifie le fait qu'il ne remplit plus ou ne remplira plus les conditions pour être, selon le cas, un feeder ou un master ;
  4° les modalités et le calendrier selon lesquels l'un ou l'autre organisme de placement collectif notifie son intention de changer de société de gestion, de dépositaire, de commissaire ou de tout autre tiers chargé d'exercer une fonction de gestion d'investissements ou de gestion des risques ;
  5° les modalités et le calendrier des notifications d'autres changements à des dispositions existantes que le master s'engage à fournir.
Art.63. De in artikel 241 van de wet bedoelde overeenkomst tussen de master en de feeder voorziet erin dat het Belgisch recht op de overeenkomst van toepassing is en dat beide partijen met de exclusieve jurisdictie van de Belgische rechtbanken instemmen.
  B. Interne bedrijfsvoeringsregels van de beheervennootschap van AICB's
Art.63. L'accord entre le master et le feeder visé à l'article 241 de la loi stipule que cet accord relève du droit belge et que les deux parties reconnaissent la compétence exclusive des juridictions belges.
  B. Règles de conduite internes de la société de gestion d'OPCA
Art.64. De in artikel 241 van de wet bedoelde interne bedrijfsvoeringsregels van de beheervennootschap omvatten passende maatregelen om eventuele belangenconflicten tussen de feeder en de master, of tussen de feeder en andere deelnemers van de master te beperken in zoverre daarin niet voldoende is voorzien door de maatregelen die door de beheervennootschap worden toegepast om te voldoen aan de eisen van de artikelen 37, § 1, d) en 44 van de wet en van de artikelen 30 tot 37 van Verordening 231/2010.
Art.64. Les règles de conduite internes de la société de gestion visées à l'article 241 de la loi prévoient des mesures appropriées pour limiter les conflits d'intérêts qui peuvent surgir entre le feeder et le master, ou entre le feeder et d'autres participants du master, dès lors que ce risque n'est pas suffisamment couvert par les mesures prises par la société de gestion en application des articles 37, § 1er, d) et 44 de la loi et des articles 30 à 37 du règlement 231/2013.
Art.65. De in artikel 241 van de wet bedoelde interne bedrijfsvoeringsregels van de beheervennootschap voorzien ten aanzien van de grondslag voor de belegging in en vervreemding van rechten van deelneming door de feeder ten minste in het volgende :
  1° welke categorieën van rechten van deelneming in de master voor belegging door de feeder beschikbaar zijn;
  2° de door de feeder te dragen lasten en uitgaven, en details over alle kortingen op of teruggaven van lasten of uitgaven door de master;
  3° in voorkomend geval, de voorwaarden waarop een eerste of volgende overdracht van activa in natura van de feeder aan de master mag plaatsvinden.
Art.65. Les règles de conduite internes de la société de gestion visées à l'article 241 de la loi précisent au moins, en ce qui concerne les principes d'achat et de désinvestissement de parts par le feeder, les éléments suivants :
  1° quelles sont les catégories de parts du master qui peuvent être acquises par le feeder ;
  2° les frais et les dépenses incombant au feeder et le détail des éventuelles réductions ou rétrocessions de ces frais ou dépenses accordées par le master ;
  3° s'il y a lieu, les termes selon lesquels peut être réalisé le transfert initial ou ultérieur d'actifs en nature du feeder vers le master.
Art.66. De in artikel 241 van de wet bedoelde interne bedrijfsvoeringsregels van de beheervennootschap voorzien ten aanzien van standaardregelingen voor verhandeling ten minste in het volgende :
  1° coördinatie van de frequentie van en het tijdschema voor de berekening van de netto-inventariswaarde en de publicatie van de prijzen van de rechten van deelneming;
  2° coördinatie van de doorgifte van handelsorders door de feeder waaronder, in voorkomend geval, de rol van transferagenten of alle andere derden;
  3° in voorkomend geval, alle regelingen die nodig zijn om rekening te houden met het feit dat een van beide of beide instellingen voor collectieve belegging op een secundaire markt noteren of verhandeld worden;
  4° voor zover nodig, passende maatregelen om de naleving van de eisen van artikel 56, § 2 te verzekeren;
  5° voor zover de rechten van deelneming in de feeder en de master in een andere valuta luiden, de grondslag voor omrekening van handelsorders;
  6° afwikkelingscycli en betalingsdetails voor aankoop van of inschrijving op en inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming in de master waaronder, voor zover tussen de partijen overeengekomen, de voorwaarden waaronder de master een inkoop- of terugbetalingsverzoek door middel van een overdracht van activa in natura aan de feeder mag afwikkelen, met name in de gevallen bedoeld in artikel 242, §§ 1 en 2 van de wet;
  7° voor zover de master aan haar beheerreglement of statuten en prospectus bepaalde rechten of bevoegdheden met betrekking tot deelnemers ontleent en besluit de uitoefening van die rechten en bevoegdheden met betrekking tot de feeder geheel of gedeeltelijk te beperken of op te geven, een verklaring inzake de desbetreffende voorwaarden.
Art.66. Les règles de conduite internes de la société de gestion visées à l'article 241 de la loi prévoient au moins, en ce qui concerne les dispositions types en matière de négociation, les éléments suivants :
  1° une coordination de la fréquence et du calendrier de calcul de la valeur nette d'inventaire et de publication des prix des parts ;
  2° une coordination de la transmission des ordres de négociation par le feeder, y compris, s'il y a lieu, le rôle des agents de transfert ou de tout autre tiers ;
  3° toute disposition nécessaire, le cas échéant, pour tenir compte du fait que l'un ou l'autre des organismes de placement collectif, ou les deux, sont cotés ou négociés sur un marché secondaire ;
  4° le cas échéant, des mesures appropriées pour assurer le respect des exigences de l'article 56, § 2 ;
  5° lorsque les parts du feeder et du master sont libellées dans différentes devises, la base de conversion des ordres de négociation ;
  6° les cycles de règlement et les détails en matière de paiement pour les achats ou les souscriptions et les rachats ou les remboursements de parts du master, y compris, s'il en a été convenu entre les parties, les conditions auxquelles le master peut régler des demandes de remboursement ou de rachat en transférant des actifs en nature au feeder, notamment dans les cas visés à l'article 242, §§ 1er et 2 de la loi ;
  7° si le règlement de gestion ou les statuts du master et son prospectus lui confèrent certains droits ou pouvoirs vis-à-vis des participants, et s'il choisit de limiter l'exercice d'une partie ou de l'ensemble de ces droits et pouvoirs vis-à-vis du feeder, ou d'y renoncer, une déclaration précisant les conditions de cette limitation ou renonciation.
Art.67. De in artikel 241 van de wet bedoelde interne bedrijfsvoeringsregels van de beheervennootschap voorzien ten aanzien van op regelingen voor verhandeling van invloed zijnde gebeurtenissen ten minste in het volgende :
  1° de wijze van en het tijdschema voor kennisgeving door een van beide instellingen voor collectieve belegging van de tijdelijke schorsing en de hervatting van de bepaling van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming, evenals de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging van de instelling voor collectieve belegging;
  2° regelingen voor kennisgeving en oplossing van fouten bij de berekening van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming in de master.
Art.67. Les règles de conduite internes de la société de gestion visées à l'article 241 de la loi précisent au moins, en ce qui concerne les événements affectant les dispositions prises en matière de négociation, les éléments suivants :
  1° les modalités et le calendrier de la notification, par l'un ou l'autre organisme de placement collectif, de la suspension temporaire et de la reprise de la détermination de la valeur nette d'inventaire des parts, ainsi que de l'exécution des demandes d'émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment de cet organisme de placement collectif ;
  2° les dispositions prévues pour la notification et la correction des erreurs de calcul de la valeur nette d'inventaire des parts du master.
Art.68. De in artikel 241 van de wet bedoelde interne bedrijfsvoeringsregels van de beheervennootschap voorzien ten aanzien van standaardregelingen voor het verslag van de commissaris ten minste in het volgende :
  1° voor zover de feeder en de master hetzelfde boekjaar aanhouden, de coördinatie van de opstelling van hun periodieke verslagen;
  2° voor zover de feeder en de master een ander boekjaar aanhouden, regelingen op grond waarvan de feeder van de master alle informatie verkrijgt die nodig is om haar periodieke verslagen tijdig te kunnen opstellen en wordt gewaarborgd dat de commissaris van de master bij machte is op de afsluitingsdatum van de feeder een ad-hocverslag op te stellen in overeenstemming met artikel 356, § 2 van de wet.
Art.68. Les règles de conduite internes de la société de gestion visées à l'article 241 de la loi prévoient au moins, en ce qui concerne les dispositions types relatives au rapport du commissaire, les éléments suivants :
  1° si le feeder et le master ont les mêmes exercices comptables, l'établissement coordonné de leurs rapports périodiques ;
  2° si le feeder et le master ont des exercices comptables différents, des dispositions permettant au feeder d'obtenir du master toutes les informations dont il a besoin pour établir ses rapports périodiques dans les délais, et permettant au commissaire du master d'établir un rapport ad hoc à la date de clôture du feeder conformément à l'article 356, § 2, de la loi.
Onderafdeling III. - Procedure bij vereffening, fusie of splitsing van de master of bij uittreding van de laatste feeder
Sous-section III. - Procédure en cas de liquidation, de fusion ou de scission du master ou en cas de sortie du dernier feeder
Art.69. § 1. De feeder verstrekt uiterlijk twee maanden na de datum waarop de master deze over het bindende besluit tot vereffening heeft geïnformeerd de volgende gegevens aan de FSMA :
  1° voor zover de feeder voornemens is in overeenstemming met artikel 242, § 1, 1° van de wet ten minste 85 % van haar activa in rechten van deelneming in een andere master te beleggen :
  a) haar aanvraag tot goedkeuring van die belegging;
  b) haar aanvraag tot goedkeuring van de voorgestelde wijzigingen van haar beheerreglement of statuten;
  c) de wijzigingen van haar prospectus en haar essentiële beleggersinformatie in overeenstemming met artikel 225 van de wet;
  d) de andere volgens artikel 55, § 3 vereiste documenten;
  2° voor zover de feeder voornemens is zich tot een niet-feeder om te vormen in overeenstemming met artikel 242, § 1, 2° van de wet :
  a) haar aanvraag tot goedkeuring van de voorgestelde wijzigingen van haar beheerreglement of statuten;
  b) de wijzigingen van haar prospectus en haar essentiële beleggersinformatie in overeenstemming met artikel 225 van de wet;
  3° voor zover de feeder voornemens is tot vereffening over te gaan, een kennisgeving van dat voornemen.
  § 2. In afwijking van § 1 moet de feeder, als de master de feeder meer dan vijf maanden voor de datum waarop de vereffening zal aanvangen over haar bindend besluit om tot vereffening over te gaan, heeft geïnformeerd, bij haar bevoegde autoriteiten uiterlijk drie maanden voor die datum haar aanvraag of kennisgeving indienen in overeenstemming met § 1, 1°, 2° of 3°.
  § 3. De feeder informeert haar deelnemers zonder onbehoorlijk uitstel over haar voornemen tot vereffening over te gaan.
Art.69. § 1er. Le feeder soumet à la FSMA, au plus tard deux mois à compter de la date à laquelle le master l'informe de sa décision liante de liquidation, les éléments suivants :
  1° si le feeder prévoit d'investir au moins 85 % de ses actifs dans des parts d'un autre master, conformément à l'article 242, § 1er, 1°, de la loi :
  a) sa demande d'approbation pour cet investissement ;
  b) sa demande d'approbation pour les modifications qu'il prévoit d'apporter à son règlement de gestion ou à ses statuts ;
  c) les modifications apportées à son prospectus et à ses informations clés pour l'investisseur conformément à l'article 225 de la loi ;
  d) les autres documents requis par l'article 55, § 3 ;
  2° si le feeder a l'intention de se convertir en non-feeder conformément à l'article 242, § 1er, 2°, de la loi :
  a) sa demande d'approbation pour les modifications qu'il prévoit d'apporter à son règlement de gestion ou à ses statuts;
  b) les modifications apportées à son prospectus et à ses informations clés pour l'investisseur conformément à l'article 225 de la loi ;
  3° si le feeder a l'intention de procéder à sa propre liquidation, une notification de cette intention.
  § 2. Par dérogation au § 1er, si le master informe le feeder de sa décision contraignante de liquidation plus de cinq mois avant la date à laquelle doit commencer cette dernière, le feeder soumet aux autorités compétentes sa demande ou notification au titre du § 1er, 1°, 2° ou 3°, au plus tard trois mois avant cette date.
  § 3. Le feeder informe ses participants, sans retard indu, de son intention de procéder à sa propre liquidation.
Art.70. § 1. De feeder wordt binnen 15 werkdagen na de indiening van alle onder artikel 69, § 1, 1° of 2° bedoelde documenten geïnformeerd of de FSMA de vereiste goedkeuringen heeft verleend.
  § 2. Bij ontvangst van de goedkeuring van de FSMA ingevolge § 1 informeert de feeder de master daarover.
  § 3. De feeder neemt zo spoedig mogelijk nadat de FSMA de nodige goedkeuringen overeenkomstig artikel 69, § 1, 1° heeft verleend de nodige maatregelen om aan de eisen van artikel 76 te voldoen.
  § 4. Voor zover de betaling van de vereffeningsopbrengsten van de master zal plaatsvinden vóór de datum waarop de feeder in een andere master zal gaan beleggen ingevolge artikel 69, § 1, 1°, of in overeenstemming met haar nieuwe beleggingsdoelstellingen en beleggingsbeleid zal gaan beleggen ingevolge artikel 69, § 1, 2°, verleent de FSMA goedkeuring op de volgende voorwaarden :
  1° de feeder :
  a) ontvangt de opbrengsten van de vereffening in contanten, of
  b) ontvangt sommige of alle opbrengsten in de vorm van een overdracht van activa in natura voor zover de feeder dit wenst en voor zover de overeenkomst tussen de feeder en de master of de interne bedrijfsvoeringsregels en het bindende vereffeningsbesluit daarin voorzien;
  2° vóór de datum waarop de feeder in een andere master zal gaan beleggen of in overeenstemming met haar nieuwe beleggingsdoelstellingen en beleggingsbeleid zal gaan beleggen, mogen contanten die in overeenstemming met deze paragraaf worden aangehouden of ontvangen alleen met het oog op een efficiënt contantenbeheer worden herbelegd.
  Voor zover het eerste lid, 1°, b) van toepassing is, mag de feeder te allen tijde een deel van de in natura overgedragen activa verzilveren.
Art.70. § 1er. Le feeder est informé, dans les quinze jours ouvrables suivant la remise de tous les documents visés à l'article 69, § 1er, 1° ou 2°, selon le cas, de l'octroi par la FSMA des approbations requises.
  § 2. Lorsqu'il reçoit l'approbation de la FSMA conformément au § 1er, le feeder en informe le master.
  § 3. Le feeder prend les mesures nécessaires pour se conformer aux exigences de l'article 76 le plus rapidement possible après l'octroi par la FSMA des approbations requises par l'article 69, § 1er, 1°.
  § 4. Si le produit de la liquidation du master doit être versé avant la date à laquelle le feeder doit commencer à investir, soit dans un autre master conformément à l'article 69, § 1er, 1°, soit conformément à ses nouveaux objectifs et à sa nouvelle politique d'investissement conformément à l'article 69, § 1er, 2°, la FSMA donne son approbation sous réserve des conditions suivantes :
  1° le feeder reçoit le produit de la liquidation :
  a) en espèces, ou
  b) intégralement ou partiellement sous forme de transfert d'actifs en nature, si le feeder le souhaite et si cela est prévu par l'accord conclu entre le feeder et le master ou par les règles de conduite internes, et par la décision contraignante de liquidation ;
  2° avant la date à laquelle le feeder doit commencer à investir dans un autre master ou conformément à ses nouveaux objectifs et à sa nouvelle politique d'investissement, toute somme détenue ou reçue en espèces conformément au présent paragraphe ne peut être réinvestie qu'à des fins de bonne gestion de trésorerie.
  Lorsque l'alinéa 1er, 1°, b), s'applique, le feeder peut à tout moment convertir en espèces toute partie des actifs transférés en nature.
Art.71. § 1. De feeder dient uiterlijk één maand na de datum waarop de feeder de informatie over de geplande fusie of splitsing heeft ontvangen in overeenstemming met artikel 242, § 2 van de wet de volgende gegevens in bij de FSMA :
  1° voor zover de feeder voornemens is een feeder van dezelfde master te blijven :
  a) haar aanvraag tot goedkeuring daarvan;
  b) in voorkomend geval, haar aanvraag tot goedkeuring van de voorgestelde wijzigingen van haar beheerreglement of statuten;
  c) in voorkomend geval, de wijzigingen van haar prospectus en haar essentiële beleggersinformatie in overeenstemming met artikel 225 van de wet;
  2° voor zover de feeder voornemens is een feeder te worden van een andere master die uit de voorgestelde fusie of splitsing van de master voortkomt of voor zover de feeder voornemens is ten minste 85 % van haar activa te beleggen in rechten van deelneming in een andere master die niet uit de fusie of splitsing voortkomt :
  a) haar aanvraag tot goedkeuring van die belegging;
  b) haar aanvraag tot goedkeuring van de voorgestelde wijzigingen van haar beheerreglement of statuten;
  c) de wijzigingen van haar prospectus en haar essentiële beleggersinformatie in overeenstemming met artikel 225 van de wet;
  d) de andere volgens artikel 55, § 3 vereiste documenten;
  3° voor zover de feeder voornemens is zich tot een niet-feeder om te vormen in overeenstemming met artikel 242, § 2, 3° van de wet :
  a) haar aanvraag tot goedkeuring van de voorgestelde wijzigingen van haar beheerreglement of statuten;
  b) de wijzigingen van haar prospectus en haar essentiële beleggersinformatie in overeenstemming met artikel 225 van de wet;
  4° voor zover de feeder voornemens is tot vereffening over te gaan, een kennisgeving van dat voornemen.
  § 2. Voor de toepassing van § 1, 1° en 2° moet met het volgende rekening worden gehouden :
  1° de uitdrukking "een feeder van dezelfde master te blijven" verwijst naar de gevallen waarin :
  a) de master de verkrijgende instelling voor collectieve belegging is bij een voorgestelde fusie;
  b) de master bij een voorgestelde splitsing als een van de resulterende instellingen voor collectieve belegging materieel ongewijzigd zal blijven bestaan;
  2° de uitdrukking "een feeder te worden van een andere master die uit de voorgestelde fusie of splitsing van de master voortkomt" verwijst naar de gevallen waarin :
  a) de master de op te slorpen instelling voor collectieve belegging is en de feeder door de fusie een deelnemer van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging wordt;
  b) de feeder een deelnemer wordt van een uit een splitsing voortkomende instelling voor collectieve belegging die materieel van de master verschilt.
  § 3. In afwijking van § 1 moet de feeder, in gevallen waarin de master de in artikel 126 bedoelde informatie of vergelijkbare informatie meer dan vier maanden vóór de voorgestelde ingangsdatum aan de feeder heeft verstrekt, uiterlijk drie maanden vóór de voor de fusie of splitsing van de master voorgestelde ingangsdatum bij de FSMA haar aanvraag of kennisgeving indienen in overeenstemming met § 1, 1°, 2°, 3° of 4°.
  § 4. De feeder informeert haar deelnemers en de master zonder onbehoorlijk uitstel over haar voornemen om tot vereffening over te gaan.
Art.71. § 1er. Le feeder soumet à la FSMA, au plus tard un mois après la date à laquelle il est informé du projet de fusion ou de scission conformément à l'article 242, § 2, de la loi, les éléments suivants :
  1° si le feeder entend rester un feeder du même master :
  a) sa demande d'approbation en ce sens ;
  b) le cas échéant, sa demande d'approbation pour les modifications qu'il prévoit d'apporter à son règlement de gestion ou à ses statuts ;
  c) le cas échéant, les modifications apportées à son prospectus et à ses informations clés pour l'investisseur conformément à l'article 225 de la loi ;
  2° si le feeder entend devenir le feeder d'un autre master issu du projet de fusion ou de scission du master, ou si le feeder entend investir au moins 85 % de ses actifs dans les parts d'un autre master ne résultant pas de cette fusion ou de cette scission :
  a) sa demande d'approbation pour cet investissement ;
  b) sa demande d'approbation pour les modifications qu'il prévoit d'apporter à son règlement de gestion ou à ses statuts;
  c) les modifications apportées à son prospectus et à ses informations clés pour l'investisseur conformément à l'article 225 de la loi ;
  d) les autres documents requis par l'article 55, § 3 ;
  3° si le feeder a l'intention de se convertir en non-feeder conformément à l'article 242, § 2, 3° de la loi :
  a) sa demande d'approbation pour les modifications qu'il prévoit d'apporter à son règlement de gestion ou à ses statuts ;
  b) les modifications apportées à son prospectus et à ses informations clés pour l'investisseur conformément à l'article 225 de la loi ;
  4° si le feeder a l'intention de procéder à sa propre liquidation, une notification de cette intention.
  § 2. Aux fins de l'application du § 1er, 1° et 2°, il y a lieu de tenir compte de ce qui suit :
  1° l'expression "rester un feeder du même master" fait référence aux cas où :
  a) le master est l'organisme de placement collectif bénéficiaire dans un projet de fusion ;
  b) le master est censé continuer d'exister, sans modifications substantielles, en tant qu'organisme de placement collectif issu d'un projet de scission ;
  2° l'expression "devenir le feeder d'un autre master issu du projet de fusion ou de scission du master" fait référence aux cas où :
  a) le master est l'organisme de placement collectif à absorber et, à la suite de la fusion, le feeder devient participant de l'organisme de placement collectif bénéficiaire ;
  b) le feeder devient participant d'un organisme de placement collectif, issu d'une scission, qui diffère substantiellement du master.
  § 3. Par dérogation au § 1er, si le master a fourni au feeder les informations visées à l'article 126, ou des informations comparables, plus de quatre mois avant la date prévue de prise d'effet, le feeder soumet à la FSMA la demande ou notification prévue par le § 1er, 1°, 2°, 3° ou 4°, au plus tard trois mois avant la date prévue de prise d'effet de la fusion ou scission du master.
  § 4. Le feeder informe ses participants et le master, sans retard indu, de son intention de procéder à sa propre liquidation.
Art.72. § 1. De feeder wordt binnen 15 werkdagen na de indiening van alle onder artikel 71, § 1, 1°, 2° of 3° bedoelde documenten geïnformeerd of de FSMA de vereiste goedkeuringen heeft verleend.
  § 2. Bij ontvangst van de informatie dat de FSMA goedkeuring heeft verleend overeenkomstig § 1 informeert de feeder de master daarover.
  § 3. Nadat de feeder is geïnformeerd dat de FSMA de nodige goedkeuringen ingevolge artikel 71, § 1, 2° heeft verleend, neemt de feeder de nodige maatregelen om zonder onbehoorlijk uitstel aan de eisen van artikel 76 te voldoen.
  § 4. In de gevallen als bedoeld onder artikel 71, § 1, 2° en 3° oefent de feeder, als de FSMA op de werkdag voorafgaand aan de laatste dag waarop de feeder de inkoop en terugbetaling van haar rechten van deelneming in de master vóór ingang van de fusie of splitsing kan vragen de volgens artikel 71, § 1 vereiste goedkeuring niet heeft verleend, het recht uit in overeenstemming met artikel 131 om de inkoop en terugbetaling van haar rechten van deelneming in de master te vragen.
  De feeder oefent dit recht eveneens uit om ervoor te zorgen dat geen afbreuk wordt gedaan aan het recht van haar eigen deelnemers om overeenkomstig artikel 76, § 1, eerste lid, 4° de inkoop of terugbetaling van hun rechten van deelneming in de feeder te vragen.
  Alvorens het in het eerste lid bedoelde recht uit te oefenen, onderzoekt de feeder de beschikbare alternatieve oplossingen die kunnen helpen de transactiekosten of andere negatieve effecten voor haar eigen deelnemers te vermijden of te verminderen.
  § 5. Als de feeder inkoop of terugbetaling van haar rechten van deelneming in de master vraagt, ontvangt zij :
  1° de inkoop- of terugbetalingsopbrengsten in contanten, of
  2° een deel van of alle inkoop- of terugbetalingsopbrengsten als een overdracht in natura voor zover de feeder dit wenst en voor zover de overeenkomst tussen de feeder en de master daarin voorziet.
  In omstandigheden waar het eerste lid, 2° van toepassing is, mag de feeder te allen tijde een deel van de in natura overgedragen activa verzilveren.
  § 6. De FSMA verleent goedkeuring mits alle contanten die in overeenstemming met § 5 worden aangehouden of ontvangen vóór de datum waarop de feeder in de nieuwe master of in overeenstemming met haar nieuwe beleggingsdoelstellingen en beleggingsbeleid zal gaan beleggen slechts met het oog op een efficiënt contantenbeheer mogen worden herbelegd.
Art.72. § 1er. Le feeder est informé, dans les quinze jours ouvrables suivant la remise de tous les documents visés à l'article 71, § 1er, 1°, 2° ou 3°, selon le cas, de l'octroi par la FSMA des approbations requises.
  § 2. Dès qu'il est informé de l'octroi par la FSMA de l'approbation prévue au § 1er, le feeder en informe le master.
  § 3. Une fois qu'il a été informé de l'octroi par la FSMA des approbations requises au titre de l'article 71, § 1er, 2°, le feeder prend, sans retard indu, les mesures nécessaires pour se conformer aux exigences de l'article 76.
  § 4. Dans les cas visés à l'article 71, § 1er, 2° et 3°, le feeder exerce le droit de demander le rachat et le remboursement de ses parts dans le master, conformément à l'article 131, si la FSMA n'a pas fourni l'approbation requise par l'article 71, § 1er, le jour ouvrable précédant le dernier jour, avant la prise d'effet de la fusion ou de la scission, où le feeder peut demander le rachat et le remboursement de ses parts dans le master.
  Le feeder exerce également ce droit pour préserver le droit de ses propres participants à demander le rachat ou le remboursement de leurs parts dans ce feeder en vertu de l'article 76, § 1er, alinéa 1er, 4°.
  Avant d'exercer le droit mentionné à l'alinéa 1er, le feeder étudie les autres solutions envisageables permettant d'éviter ou de réduire les coûts de transaction ou autres incidences défavorables pour ses propres participants.
  § 5. Le feeder qui demande le rachat ou le remboursement de ses parts dans le master en reçoit le produit sous l'une ou l'autre des formes suivantes :
  1° en espèces ;
  2° intégralement ou partiellement sous forme de transfert en nature, si tel est le souhait du feeder et si cela est prévu par l'accord entre le feeder et le master.
  Lorsque l'alinéa 1er, 2°, s'applique, le feeder peut à tout moment convertir en espèces toute partie des actifs transférés.
  § 6. La FSMA donne son approbation à la condition qu'avant la date à laquelle le feeder doit commencer à investir dans un autre master ou conformément à ses nouveaux objectifs et à sa nouvelle politique d'investissement, toute somme détenue ou reçue en espèces conformément au § 5 ne puisse être réinvestie qu'à des fins de bonne gestion de trésorerie.
Onderafdeling IV. - Verplichtingen en bevoegde autoriteiten
Sous-section IV. - Obligations et autorités compétentes
Art.73. De feeder of, indien van toepassing, de beheervennootschap van de feeder, is verantwoordelijk voor het aan haar bewaarder doorgeven van alle informatie over de master die nodig is voor het volledig uitvoeren van de taken van de bewaarder van de feeder.
Art.73. Le feeder ou, le cas échéant, la société de gestion du feeder, se charge de communiquer au dépositaire du feeder toute information concernant le master qui est nécessaire pour que le dépositaire du feeder puisse s'acquitter de ses obligations.
Art.74. Naast het bepaalde in de artikelen 225 en 252, § 2 van de wet, zendt de feeder het prospectus, de essentiële beleggersinformatie en alle wijzigingen daarin, alsmede de jaar- en halfjaarlijkse verslagen van de master toe aan de FSMA.
Art.74. Outre les exigences prévues aux articles 225 et 252, § 2, de la loi, le feeder envoie à la FSMA le prospectus, les informations clés pour l'investisseur et toutes les modifications qui y sont apportées ainsi que les rapports annuel et semestriel du master.
Art.75. De feeder verstrekt beleggers, op verzoek en kosteloos, een papieren afschrift van het prospectus en de jaarverslagen en halfjaarlijkse verslagen van de master.
Art.75. Le feeder fournit gratuitement aux investisseurs, sur demande, un exemplaire sur support papier du prospectus et des rapports annuel et semestriel du master.
Art.76. § 1. Een feeder die reeds werkzaamheden als AICB uitoefent, met inbegrip van werkzaamheden als feeder van een andere master, verstrekt aan haar deelnemers de volgende informatie :
  1° een verklaring dat de FSMA de belegging van de feeder in rechten van deelneming in de master heeft goedgekeurd;
  2° de essentiële beleggersinformatie over de feeder en de master;
  3° vanaf welke datum de feeder belegt in de master, of wanneer de feeder al heeft belegd in de master, de datum waarop de belegging de in artikel 48, § 1 genoemde limiet zal overschrijden, en
  4° een verklaring dat de deelnemers het recht hebben om binnen dertig dagen te eisen dat hun rechten van deelneming zonder andere kosten dan die bedoeld in artikel 82, § 3, 1° worden ingekocht of terugbetaald; dit recht gaat in zodra de feeder de in deze paragraaf bedoelde informatie heeft verstrekt.
  Deze informatie wordt ten minste dertig dagen vóór de datum, die bedoeld wordt in het eerste lid, 3°, verstrekt op dezelfde wijze als voorgeschreven in artikel 129.
  § 2. De feeder belegt niet vóór het verstrijken van de in § 1, tweede lid, genoemde periode van dertig dagen, boven de krachtens artikel 48, § 1 toepasselijke limiet in de rechten van deelneming in de desbetreffende master.
Art.76. § 1er. Un feeder qui exerce déjà des activités en tant qu'OPCA, y compris celles de feeder d'un autre master, fournit les informations suivantes à ses participants :
  1° une déclaration indiquant que la FSMA a approuvé l'investissement du feeder dans des parts dudit master ;
  2° les informations clés pour l'investisseur, concernant le feeder et le master ;
  3° la date à laquelle le feeder doit commencer à investir dans le master ou, s'il y a déjà investi, la date à laquelle son investissement dépassera la limite applicable en vertu de l'article 48, § 1er ; et
  4° une déclaration indiquant que les participants ont le droit de demander, dans un délai de trente jours, le rachat ou le remboursement de leurs parts, sans frais autres que ceux visés à l'article 82, § 3, 1° ; ce droit prend effet à partir du moment où le feeder a fourni les informations visées au présent paragraphe.
  Cette information est fournie au moins trente jours avant la date mentionnée à l'alinéa 1er, 3°, suivant la méthode prescrite par l'article 129.
  § 2. Le feeder n'investit pas dans les parts du master concerné au-delà de la limite applicable en vertu de l'article 48, § 1er, avant la fin de la période de trente jours visée au § 1er, alinéa 2.
Art.77. § 1. De feeder controleert de werkzaamheden van de master op doeltreffende wijze. Bij de nakoming van deze verplichting kan de feeder vertrouwen op de informatie en documenten die van de master of, indien van toepassing, van haar beheervennootschap, bewaarder en commissaris worden ontvangen, tenzij er reden is om te twijfelen aan de juistheid ervan.
  § 2. Wanneer de feeder, haar beheervennootschap of een persoon die namens ofwel de feeder ofwel de beheervennootschap van de feeder optreedt, in verband met een belegging in de rechten van deelneming in de master een distributieprovisie, commissie of geldelijke tegemoetkoming ontvangt, wordt de provisie, commissie of geldelijke tegemoetkoming in de activa van de feeder gestort.
Art.77. § 1er. Le feeder contrôle effectivement l'activité du master. Afin de satisfaire à cette obligation, le feeder peut se fonder sur les informations et les documents reçus du master ou, le cas échéant, sa société de gestion, son dépositaire et son commissaire, sauf s'il y a des raisons de douter de l'exactitude de ces informations et documents.
  § 2. Lorsque, en rapport avec un investissement dans les parts d'un master, une redevance de distribution, une commission ou un autre avantage monétaire sont versés au feeder, à sa société de gestion ou à toute personne agissant pour le compte de celui-ci ou de sa société de gestion, cette redevance, cette commission ou cet autre avantage monétaire sont versés dans les actifs du feeder.
Art.78. § 1. De master stelt de FSMA onmiddellijk in kennis van de identiteit van elke feeder die in haar rechten van deelneming belegt.
  § 2. De master zorgt ervoor dat alle uit hoofde van de toepasselijke wettelijke bepalingen, het beheerreglement of de statuten vereiste informatie tijdig beschikbaar is voor de feeder of, indien van toepassing, haar beheervennootschap en voor de bevoegde autoriteiten, de bewaarder en de commissaris van de feeder.
Art.78. § 1er. Le master informe immédiatement la FSMA de l'identité de tout feeder qui investit dans ses parts.
  § 2. Le master veille à ce que toutes les informations requises en vertu des dispositions légales applicables, du règlement de gestion ou des statuts soient mises en temps utile à la disposition du feeder, ou, le cas échéant, de sa société de gestion, ainsi que des autorités compétentes, du dépositaire et du commissaire du feeder.
Art.79. De FSMA stelt de feeder onmiddellijk in kennis van besluiten, maatregelen, geconstateerde schendingen van de bepalingen van toepassing op master-feederconstructies en alle ingevolge artikel 357, § 1, 5°, van de wet gemelde informatie die betrekking heeft op de master of, indien van toepassing, haar beheervennootschap, bewaarder of commissaris.
Art.79. La FSMA communique immédiatement au feeder toute décision, mesure, observation relative au non-respect des dispositions applicables aux structures master-feeder ou information communiquée au titre de l'article 357, § 1er, 5°, de la loi relative au master ou, le cas échéant, à sa société de gestion, à son dépositaire ou à son commissaire.
Afdeling III. - Verplichtingen en verbodsbepalingen
Section III. - Obligations et interdictions
Onderafdeling I. - Provisies en kosten
Sous-section Ire. - Commissions et frais
Art.80. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 24 van Verordening 231/2013 en van artikel 83, vermeldt en raamt het prospectus alle provisies en kosten die aan de AICB worden aangerekend. In het prospectus wordt inzonderheid gepreciseerd volgens welk tarief en op welke wijze het beheer van de beleggingsportefeuille en de administratie van de AICB, de verhandeling van haar rechten van deelneming en de bewaarneming van haar activa worden vergoed.
  Het prospectus vermeldt eveneens alle provisies en kosten die aan de deelnemers worden aangerekend, inzonderheid bij uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging. In het prospectus wordt het tarief gepreciseerd van die kosten en provisies en in welke mate hierover, eventueel, door de belegger onderhandeld kan worden.
  § 2. De pensioenspaarfondsen mogen de tarieven, bedoeld in het eerste lid van de eerste paragraaf niet als een maximum uitdrukken.
  § 3. Elke wijziging van de provisies en kosten bedoeld in § 1 en in artikel 82 in het nadeel van de AICB of van de deelnemers moet vooraf worden aangekondigd, hetzij in twee dagbladen die landelijk of in grote oplage worden verspreid, hetzij via enig ander gelijkwaardig publicatiemiddel dat is goedgekeurd door de FSMA.
  De wijziging bedoeld in voorgaand lid mag pas ingaan na afloop van een termijn van minstens één maand die aanvangt bij de bovenvermelde aankondiging. Deze termijn wordt verlengd tot minstens twee maanden indien bij uittreding een bedrag, waarvan sprake in artikel 82, § 3, 1° of 2°, ten laste van de deelnemer wordt gelegd.
  Indien de wijziging leidt tot een verhoging van de provisies en kosten waarvan sprake in § 1, eerste lid, wordt aan de deelnemers de mogelijkheid geboden om zonder kosten, behoudens eventuele taksen, uit te treden tijdens de in het tweede lid bedoelde termijn. De bedragen tot dekking van de kosten voor de realisatie van de activa worden tijdens deze termijn noch gedragen door de AICB, noch door de deelnemers. Het prospectus vermeldt wie deze bedragen ten laste neemt.
  § 4. Een AICB kan een prestatievergoeding toekennen aan de persoon, aan wie zij de beheertaken voor AICB's, bedoeld bij artikel 3, 41°, a), van de wet, toevertrouwt, voor zover deze vergoeding bijkomstig is aan de basisvergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille van de AICB.
Art.80. § 1er. Sans préjudice de l'application de l'article 24 du règlement 231/2013 et de l'article 83, toutes les commissions et tous les frais qui sont mis à charge de l'OPCA sont mentionnés et estimés dans le prospectus. Le prospectus précise notamment le tarif et le mode de rémunération de la gestion du portefeuille d'investissement et de l'administration de l'OPCA, ainsi que de la commercialisation de ses parts et de la garde de ses actifs.
  Toutes les commissions et tous les frais qui sont mis à charge des participants, notamment lors de l'émission ou du rachat de parts ou en cas de changement de compartiment, doivent également être mentionnés dans le prospectus. Le prospectus précise le tarif de ces commissions et frais ainsi que la mesure dans laquelle ceux-ci sont, le cas échéant, négociables par l'investisseur.
  § 2. Pour les fonds d'épargne-pension, les tarifs visés au § 1er, alinéa 1er, ne peuvent pas être présentés sous la forme de maximums.
  § 3. Toute modification des commissions et frais, visés au § 1er et à l'article 82, dans un sens défavorable pour l'OPCA ou pour les participants, doit être annoncé au préalable dans deux quotidiens à diffusion nationale ou à tirage suffisant ou par tout autre moyen de publication équivalent approuvé par la FSMA.
  La modification visée à l'alinéa précédent ne peut entrer en vigueur qu'au terme d'un délai minimum d'un mois, prenant cours au moment de l'annonce précitée. Ce délai est porté à deux mois au moins si, en cas de sortie, un montant visé à l'article 82, § 3, 1° ou 2°, est mis à charge du participant.
  Si la modification entraîne une augmentation des commissions et frais visés au § 1er, alinéa 1er, la possibilité est offerte aux participants de sortir, pendant le délai visé à l'alinéa 2, sans frais, sauf taxes éventuelles. Les montants destinés à couvrir les frais de réalisation des actifs ne sont, durant ce délai, supportés ni par l'OPCA, ni par les participants. Le prospectus mentionne qui prend ces montants en charge.
  § 4. Un OPCA peut accorder une rémunération de performance à la personne à laquelle il confie les fonctions de gestion d'OPCA, visées à l'article 3, 41°, a), de la loi, dans la mesure où cette rémunération est complémentaire à la rémunération de base pour la gestion du portefeuille d'investissement de l'OPCA.
Art.81. § 1. Indien een AICB belegt in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging bedoeld bij artikel 35, § 1, 5° of 6°, en indien de onderliggende instellingen voor collectieve belegging hetzij rechtstreeks hetzij op grond van een lastgevingsovereenkomst of aannemingsovereenkomst worden beheerd door dezelfde vennootschap, brengt deze vennootschap geen provisies of kosten in rekening voor inschrijving, compartimentswijziging of uittreding met betrekking tot beleggingen in deze rechten van deelneming.
  Hetzelfde verbod geldt in hoofde van een andere onderneming die de onderliggende instellingen voor collectieve belegging beheert, indien deze onderneming, via gemeenschappelijke bedrijfsvoering of gemeenschappelijke zeggenschapsuitoefening of door een aanmerkelijke rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming, verbonden is met de vennootschap, bedoeld in het eerste lid.
  Hetzelfde verbod geldt in hoofde van een master met betrekking tot beleggingen in haar rechten van deelneming door een feeder.
  § 2. Indien een AICB belegt in rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, bedoeld bij artikel 35, § 1, 5° of 6°, en indien de onderliggende instellingen voor collectieve belegging hetzij rechtstreeks hetzij op grond van een lastgevingsovereenkomst of aannemingsovereenkomst worden beheerd door dezelfde vennootschap, mag deze vennootschap enkel provisies en kosten in rekening brengen voor het beheer van het overeenkomstige deel van de portefeuille voor het hoogste van de hierna volgende bedragen :
  1° het verschil tussen de provisies en kosten van de onderliggende instelling voor collectieve belegging enerzijds en de provisies en kosten van de AICB anderzijds;
  2° het gedeelte van de provisies en kosten van de AICB dat strekt tot vergoeding van de toewijzing van de activa.
  Dezelfde beperking geldt in hoofde van een andere onderneming die de onderliggende instellingen voor collectieve belegging beheert, indien deze onderneming, via gemeenschappelijke bedrijfsvoering of gemeenschappelijke zeggenschapsuitoefening of door een aanmerkelijke rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming, verbonden is met de vennootschap, bedoeld in het eerste lid.
  Het prospectus preciseert het gedeelte van de provisies en kosten van de AICB dat strekt tot vergoeding van de toewijzing van de activa.
Art.81. § 1er. Si un OPCA investit en parts d'organismes de placement collectif, visées à l'article 35, § 1er, 5° ou 6°, et que les organismes de placement collectif sous-jacents sont gérés, soit directement soit en vertu d'un contrat de mandat ou d'un contrat d'entreprise, par la même société, cette société ne facture pas de commissions ou frais pour la souscription, le changement de compartiment ou la sortie relatifs à des placements dans ces parts.
  La même interdiction s'applique dans le chef d'une autre entreprise qui gère les organismes de placement collectif sous-jacents, si cette entreprise est liée à la société visée à l'alinéa 1er dans le cadre d'une communauté de gestion ou de contrôle ou par une importante participation directe ou indirecte.
  La même interdiction s'applique dans le chef d'un master en ce qui concerne les placements dans ses parts effectués par un feeder.
  § 2. Si un OPCA investit en parts d'organismes de placement collectif, visées à l'article 35, § 1er, 5° ou 6°, et que les organismes de placement collectif sous-jacents sont gérés, soit directement soit en vertu d'un contrat de mandat ou d'un contrat d'entreprise, par la même société, cette société peut uniquement facturer des commissions et frais pour la gestion de la partie correspondante du portefeuille à concurrence du plus élevé des montants suivants :
  1° la différence entre les commissions et frais de l'organisme de placement collectif sous-jacent d'une part et les commissions et frais de l'OPCA d'autre part;
  2° la partie des commissions et frais de l'OPCA qui correspond à la rémunération de l'allocation des actifs.
  La même restriction s'applique dans le chef d'une autre entreprise qui gère les organismes de placement collectif sous-jacents, si cette entreprise est liée à la société visée à l'alinéa 1er dans le cadre d'une communauté de gestion ou de contrôle ou par une importante participation directe ou indirecte.
  Le prospectus précise la partie des commissions et frais de l'OPCA qui correspond à la rémunération de l'allocation des actifs.
Art.82. § 1. De inschrijvingsprijs van de rechten van deelneming, die overeenstemt met hun netto-inventariswaarde, mag slechts worden verhoogd met :
  1° een bedrag, ten gunste van de AICB, tot dekking van de kosten voor de verwerving van de activa;
  2° een verhandelingprovisie voor de ondernemingen die voor de verhandeling van de rechten van deelneming zorgen;
  3° een bedrag tot dekking van de administratieve kosten voor de ondernemingen die voor de verhandeling van de rechten van deelneming zorgen.
  § 2. Een compartimentswijziging geschiedt op basis van de netto-inventariswaarde van de betrokken rechten van deelneming. Hierbij mag slechts in rekening worden gebracht :
  1° een bedrag ten gunste van de AICB, tot dekking van de kosten voor de verwerving en realisatie van de activa;
  2° een verhandelingprovisie voor de ondernemingen die voor de verhandeling van de rechten van deelneming zorgen;
  3° een bedrag tot dekking van de administratieve kosten voor de ondernemingen die voor de verhandeling van de rechten van deelneming zorgen;
  4° een bedrag tot ontmoediging van een compartimentswijziging die volgt binnen de periode van een maand na intreding, ingehouden ten voordele van de AICB. Indien het beheerreglement of de statuten een toelating in deze zin bevatten, mag het bestuursorgaan van de AICB beslissen dit bedrag niet in te houden of de bedoelde periode van een maand te wijzigen, mits het bestuursorgaan in het eerst volgende jaarverslag zijn beslissing motiveert op grond van concrete omstandigheden en objectieve criteria bepaald in het beheerreglement of de statuten.
  § 3. Van de uittredingsprijs die overeenstemt met de netto-inventariswaarde van het recht van deelneming, mag enkel worden afgetrokken :
  1° een bedrag tot dekking van de kosten voor de realisatie van de activa ten gunste van de AICB;
  2° een bedrag tot dekking van de administratieve kosten voor de ondernemingen die voor de verhandeling van de rechten van deelneming zorgen;
  3° een bedrag tot ontmoediging van een uittreding die volgt binnen de periode van een maand na intreding, ingehouden ten voordele van de AICB. Indien het beheerreglement of de statuten een toelating in deze zin bevatten, mag het bestuursorgaan van de AICB beslissen dit bedrag niet in te houden of de bedoelde periode van een maand te wijzigen, mits het bestuursorgaan in het eerst volgende jaarverslag zijn beslissing motiveert op grond van concrete omstandigheden en objectieve criteria bepaald in het beheerreglement of de statuten.
  [1 § 4. De in paragraaf 1, 1°, paragraaf 2, 1°, en paragraaf 3, 1°, bedoelde bedragen kunnen naar boven of naar beneden worden bijgesteld naargelang het passief, als gevolg van de toe- en uittredingen van de betrokken dag, naar boven of naar beneden dan wel omgekeerd varieert, naargelang het geval.
   Als de AICB ervoor opteert om het in het eerste lid bedoelde mechanisme toe te passen, dient zij zich aan de volgende bepalingen te conformeren:
   1° de bijstelling van de in het eerste lid bedoelde bedragen gebeurt onder verwijzing naar de kosten voor de herschikking van de portefeuille die voortvloeien uit de passiefbewegingen;
   2° de drempel waarboven de betrokken bedragen kunnen worden bijgesteld, moet gerechtvaardigd zijn in het licht van de oriëntatie van het beheer van de AICB en de liquiditeit van de door haar gehouden activa;
   3° als de AICB gebruik maakt van die mogelijkheid, ziet zij erop toe geen van de deelnemers of categorieën van deelnemers op welke manier ook te bevoordelen ten opzichte van de andere deelnemers of categorieën van deelnemers;
   4° het mechanisme kan enkel worden toegepast op een bepaalde dag indien niet gelijktijdig gebruik gemaakt wordt van het mechanisme voorzien in artikel 21/1 van het koninklijk besluit van 10 november 2006 voor de berekening van de netto-inventariswaarde;
   5° in het prospectus wordt melding gemaakt van het bestaan, de werking en de modaliteiten van het mechanisme bepaald bij dit artikel;
   6° in het periodiek verslag wordt melding gemaakt van het bestaan, de werking, de modaliteiten en de toepassing van het mechanisme bepaald bij dit artikel.
   De FSMA kan bij reglement een verplichting invoeren tot rapportering aan de FSMA inzake het gebruik van dit mechanisme. Tevens zullen in dit reglement regels kunnen worden vastgesteld omtrent de inhoud, frequentie en wijze van rapportering.]1

  
Art.82. § 1er. Le prix de souscription des parts, correspondant à la valeur nette d'inventaire de celles-ci, ne peut être majoré que :
  1° d'un montant destiné à couvrir les frais d'acquisition des actifs, perçu au profit de l'OPCA;
  2° d'une commission de commercialisation, perçue au profit des entreprises assurant la commercialisation des parts;
  3° d'un montant destiné à couvrir les frais administratifs, perçu au profit des entreprises assurant la commercialisation des parts.
  § 2. Un changement de compartiment s'effectue sur la base de la valeur nette d'inventaire des parts concernées. Dans ce cas, ne peuvent être pris en compte que :
  1° un montant destiné à couvrir les frais d'acquisition et de réalisation des actifs, perçu au profit de l'OPCA;
  2° une commission de commercialisation, perçue au profit des entreprises assurant la commercialisation des parts;
  3° un montant destiné à couvrir les frais administratifs, perçu au profit des entreprises assurant la commercialisation des parts ;
  4° d'un montant destiné à décourager tout changement de compartiment dans le mois qui suit l'entrée, retenu au profit de l'OPCA. Si le règlement de gestion ou les statuts contiennent une autorisation dans ce sens, l'organe de gestion de l'OPCA peut décider de ne pas retenir ce montant ou de modifier la période d'un mois précitée, à condition de motiver cette décision, dans le prochain rapport annuel, sur la base de circonstances concrètes et de critères objectifs définis dans le règlement de gestion ou les statuts.
  § 3. Le prix de sortie, correspondant à la valeur nette d'inventaire de la part, ne peut être diminué que :
  1° d'un montant destiné à couvrir les frais de réalisation des actifs, perçu au profit de l'OPCA;
  2° d'un montant destiné à couvrir les frais administratifs, perçu au profit des entreprises assurant la commercialisation des parts;
  3° d'un montant destiné à décourager toute sortie dans le mois qui suit l'entrée, montant retenu au profit de l'OPCA. Si le règlement de gestion ou les statuts contiennent une autorisation dans ce sens, l'organe de gestion de l'OPCA peut décider de ne pas retenir ce montant ou de modifier la période d'un mois précitée, à condition de motiver cette décision, dans le prochain rapport annuel, sur la base de circonstances concrètes et de critères objectifs définis dans le règlement de gestion ou les statuts.
  [1 § 4. Les montants visés au paragraphe 1er, 1°, au paragraphe 2, 1° et au paragraphe 3, 1° peuvent être ajustés à la hausse ou à la baisse suivant que le passif varie, suite aux entrées et sorties du jour concerné, à la hausse ou à la baisse ou inversément, selon le cas.
   Au cas où il choisit d'appliquer le dispositif visé à l'alinéa 1er, l'OPCA se conforme aux dispositions suivantes:
   1° l'ajustement appliqué aux montants visés à l'alinéa 1er est déterminé par référence aux coûts de réaménagement du portefeuille liés aux mouvements de passif;
   2° le seuil à partir duquel l'ajustement peut être effectué doit être justifié au regard de l'orientation de la gestion de l'OPCA et de la liquidité des actifs qu'il détient;
   3° lorsqu'il fait usage de cette faculté, l'OPCA s'abstient de privilégier de quelque manière que ce soit un ou plusieurs participants ou catégories de participants par rapport aux autres;
   4° le dispositif ne peut être appliqué un certain jour que si le dispositif prévu par l'article 21/1 de l'arrêté royal du 10 novembre 2006 n'est pas appliqué simultanément au même calcul de la valeur nette d'inventaire;
   5° le prospectus indique l'existence, le fonctionnement et les modalités du dispositif déterminé par le présent article;
   6° le rapport périodique indique l'existence, le fonctionnement, les modalités et l'application du dispositif déterminé par le présent article.
   La FSMA peut instaurer par voie de règlement une obligation de reporting à l'égard de la FSMA en ce qui concerne l'utilisation de ce dispositif. Ce règlement pourra également prévoir des règles en matière de contenu, de fréquence et de méthode de reporting.]1

  
Art.83. § 1. Het prospectus vermeldt het bestaan van de in artikel 24 van Verordening 231/2013 bedoelde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen, verduidelijkt wie de begunstigde is van deze en op welke wijze mogelijke belangenconflicten naar aanleiding van de ontvangst van dergelijke vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen worden vermeden of beheerst.
  § 2. De beheerder houdt voor de door hem beheerde AICB's de gegevens over de ontvangst van de in artikel 24, § 1, b) van Verordening 231/2013 bedoelde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen ter beschikking van de FSMA.
  § 3. Het jaarverslag van de AICB vermeldt :
  1° de begunstigden van de in artikel 24, § 1, b) van Verordening 231/2013 bedoelde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen;
  2° welke in artikel 24, § 1, b) van Verordening 231/2013 bedoelde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen de begunstigden hebben ontvangen, in voorkomend geval ingedeeld volgens hun aard;
  3° voor zover de in artikel 24, § 1, b) van Verordening 231/2013 bedoelde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen materieel zijn, rekening houdend met het globaal vermogen dat door de begunstigde wordt beheerd, de waarde van voormelde vergoedingen, provisies of niet-geldelijke voordelen die werden ontvangen en de verhouding tussen deze waarde en het globale vermogen beheerd door de begunstigde, en/of het totaal van de betaalde provisies en kosten voor portefeuilletransacties voor het globale vermogen beheerd door de begunstigde.
Art.83. § 1. Le prospectus mentionne l'existence des rémunérations, commissions ou avantages non monétaires visés à l'article 24 du règlement 231/2013, indique le bénéficiaire de ceux-ci et précise la manière dont les conflits d'intérêts susceptibles de résulter de la perception de tels rémunérations, commissions ou avantages non monétaires sont évités ou maîtrisés.
  § 2. Le gestionnaire tient à la disposition de la FSMA, pour les OPCA qu'il gère, les informations concernant la perception des rémunérations, commissions ou avantages non monétaires visés à l'article 24, § 1er, b) du règlement 231/2013,
  § 3. Le rapport annuel de l'OPCA mentionne :
  1° les bénéficiaires des rémunérations, commissions ou avantages non monétaires visés à l'article 24, § 1er, b) du règlement 231/2013;
  2° les rémunérations, commissions ou avantages non monétaires visés à l'article 24, § 1er, b) du règlement 231/2013 que les bénéficiaires ont perçus, le cas échéant ventilés selon leur nature;
  3° pour autant que les rémunérations, commissions ou avantages non monétaires visés à l'article 24, § 1er, b) du règlement 231/2013 soient substantiels, compte tenu du patrimoine global géré par le bénéficiaire, la valeur desdits rémunérations, commissions ou avantages non monétaires qui ont été perçus et le rapport entre cette valeur et le patrimoine global géré par le bénéficiaire, et/ou le total des commissions et frais payés pour les transactions de portefeuille portant sur le patrimoine global géré par le bénéficiaire.
Art.84. Het prospectus vermeldt of de personen aan wie de AICB beheertaken voor AICB's, bedoeld bij artikel 3, 41°, a), b) en c), van de wet, heeft toevertrouwd, hun vergoeding betaald door de AICB, kunnen delen met deelnemers van de AICB, inzonderheid in functie van de omvang van hun belegging.
Art.84. Le prospectus mentionne si les personnes auxquelles l'OPCA a confié des fonctions de gestion d'OPCA visées à l'article 3, 41°, a), b) et c), de la loi, peuvent partager la rémunération qui leur est versée par l'OPCA avec des participants de cet OPCA, notamment en fonction de l'ampleur de leur investissement.
Onderafdeling II. - Gedragsregels
Sous-section II. - Règles de conduite
Art.85. De bepalingen van deze onderafdeling gelden enkel voor beleggingsvennootschappen die geen gebruik maken van de mogelijkheid voorzien in artikel 10, § 2 van de wet.
Art.85. Les dispositions de la présente sous-section sont uniquement applicables aux sociétés d'investissement qui ne font pas usage de la possibilité offerte à l'article 10, § 2 de la loi.
Art.86. De beleggingsvennootschappen zorgen ervoor dat de deelnemers overeenkomstig het beginsel van gelijkheid tussen de deelnemers worden behandeld.
  De beleggingsvennootschappen plaatsen de belangen van een groep van deelnemers niet boven de belangen van een andere groep van deelnemers.
Art.86. Les sociétés d'investissement veillent à ce que les participants soient traités conformément au principe de l'égalité entre les participants.
  Les sociétés d'investissement s'abstiennent de placer les intérêts d'un groupe de participants au dessus de ceux d'un autre groupe de participants.
Art.87. § 1. De in artikel 26 van Verordening 231/2013 bedoelde kennisgeving bevat, naargelang het geval en naast de in § 3 van dat artikel bedoelde informatie, de volgende informatie :
  1° de aard van het order (inschrijving of inkoop);
  2° het betrokken aantal rechten van deelneming;
  3° de eenheidsprijs waartegen op de rechten van deelneming werd ingeschreven of waartegen deze werden terugbetaald;
  4° de referentievalutadatum;
  5° het totaalbedrag van de gefactureerde provisies en kosten en, indien de belegger daarom verzoekt, een uitsplitsing daarvan per post.
  § 2. Bij orders die periodiek voor een deelnemer worden uitgevoerd, nemen de beleggingsvennootschappen de in artikel 26 van Verordening 231/2013 vermelde maatregelen, of verstrekken zij deze deelnemer ten minste om de zes maanden de in § 1 vermelde informatie over de betrokken transacties.
Art.87. § 1. L'avis visé à l'article 26 du règlement 231/2013 contient les informations suivantes, selon le cas, en sus des informations visées au § 3 de ce même article :
  1° la nature de l'ordre (souscription ou rachat);
  2° le nombre de parts concernées;
  3° la valeur unitaire à laquelle les unités ont été souscrites ou remboursées;
  4° la date de la valeur de référence;
  5° le montant total des commissions et des frais facturés et, à la demande de l'investisseur, leur ventilation par poste.
  § 2. En ce qui concerne les ordres pour un participant qui sont exécutés périodiquement, les sociétés d'investissement soit prennent les mesures mentionnées à l'article 26 du règlement 231/2013, soit fournissent au participant, au moins une fois par semestre, les informations énumérées au § 1 qui se rapportent à ces transactions.
Onderafdeling III. - Voorkoming van belangenconflicten
Sous-section III. - Prévention des conflits d'intérêts
Art.88. Ingeval de uitoefening van de stemrechten verbonden aan de effecten in de portefeuille van de AICB, rechtstreeks of onrechtstreeks een belangenconflict kan doen ontstaan of heeft doen ontstaan in hoofde van de beheervennootschap of de personen die de beheertaken voor AICB's bedoeld bij artikel 3, 41°, a), van de wet waarnemen, wordt in het jaarverslag verantwoord hoe de AICB het stemrecht heeft uitgeoefend of waarom zij het stemrecht niet heeft uitgeoefend.
Art.88. Dans le cas où l'exercice des droits de vote attachés aux valeurs mobilières comprises dans le portefeuille de l'OPCA est susceptible de créer ou a créé, directement ou indirectement, un conflit d'intérêts dans le chef de la société de gestion ou des personnes assurant les fonctions de gestion d'OPCA, visées à l'article 3, 41°, a), de la loi, la manière dont le droit de vote a été exercé ou les raisons pour lesquelles il ne l'a pas été par l'OPCA sont justifiées dans le rapport annuel.
Art.89. § 1. Volgende personen mogen niet rechtstreeks noch onrechtstreeks optreden als tegenpartij in buiten-beursverrichtingen met betrekking tot effecten voor rekening van de AICB :
  1° de beheervennootschap of de personen die de beheertaken voor AICB's bedoeld bij artikel 3, 41°, a) b) en c), van de wet waarnemen;
  2° de bewaarder;
  3° de bestuurders, de personen die zijn belast met het dagelijkse bestuur en de zaakvoerders, directeuren of lasthebbers van de beleggingsvennootschap, van de beheervennootschap, van de personen die de beheertaken voor AICB's bedoeld bij artikel 3, 41°, a) en b), van de wet waarnemen of van de bewaarder.
  Voor de toepassing van deze bepaling worden verrichtingen die plaatsvinden buiten een markt, zoals bedoeld in artikel 35, § 1, 1°, 2° of 3°, als buiten-beursverrichtingen beschouwd.
  § 2. De AICB mag niettemin inschrijven op effecten waarvan het openbaar aanbod wordt verwezenlijkt door de in § 1, eerste lid, bedoelde personen.
Art.89. § 1er. Ne peuvent directement ou indirectement se porter contrepartie d'opérations sur valeurs mobilières effectuées hors bourse pour le compte de l'OPCA, les personnes suivantes :
  1° la société de gestion ou les personnes assurant les fonctions de gestion d'OPCA, visées à l'article 3, 41°, a), b) et c), de la loi;
  2° le dépositaire;
  3° les administrateurs, les personnes chargées de la gestion journalière et les gérants, directeurs ou mandataires de la société d'investissement, de la société de gestion, des personnes assurant les fonctions de gestion d'OPCA, visées à l'article 3, 41°, a) et b), de la loi, ou du dépositaire.
  Pour l'application de la présente disposition, sont réputées effectuées hors bourse les opérations effectuées en dehors d'un marché visé à l'article 35, § 1er, 1°, 2° ou 3°.
  § 2. L'OPCA peut néanmoins souscrire des titres dont l'offre publique est réalisée par les personnes visées au § 1er, alinéa 1er.
Art.90. De toegelaten verrichtingen, waarbij de in artikel 89, § 1, eerste lid, bedoelde personen als tegenpartij optreden, evenals de verrichtingen bedoeld bij artikel 89, § 2, worden in het jaarverslag besproken.
Art.90. Les opérations autorisées dont les personnes visées à l'article 89, § 1er, alinéa 1er, se portent contrepartie, ainsi que les opérations visées à l'article 89, § 2, sont commentées dans le rapport annuel.
Art.91. Wanneer de in artikel 89, § 1, eerste lid, bedoelde personen optreden als tegenpartij bij toegelaten verrichtingen voor rekening van de AICB, dan mogen de voorwaarden van deze verrichtingen niet afwijken van de marktvoorwaarden.
Art.91. Lorsque les personnes visées à l'article 89, § 1er, alinéa 1er, se portent contrepartie d'opérations autorisées effectuées pour le compte de l'OPCA, les conditions de ces opérations ne peuvent s'écarter des conditions du marché.
Art. 91/1. [1 Indien gebruik wordt gemaakt van de door artikel 21/1 van het koninklijk besluit van 10 november 2006 of de artikelen 82, § 4, of 147/1 van dit besluit geboden mogelijkheden, moet het conform artikel 31 van Verordening 231/2013 ingevoerde beleid inzake belangenconflicten inzonderheid:
   1° de belangenconflicten identificeren die verband houden met het gebruik van die mogelijkheden, ongeacht de personen waartussen deze belangenconflicten zich voordoen;
   2° de met het oog op het beheer van die belangenconflicten te volgen procedures en te nemen maatregelen definiëren.]1

  
Art.91/1. [1 En cas d'usage des facultés offertes par l'article 21/1 de l'arrêté royal du 10 novembre 2006 ou les articles 82, § 4 ou 147/1 du présent arrêté, la politique en matière de conflits d'intérêts mise en place conformément à l'article 31 du règlement 231/2013 doit en particulier:
   1° identifier les conflits d'intérêts liés à l'usage de ces facultés, quelles que soient les personnes entre lesquelles ceux-ci surviennent;
   2° définir les procédures à suivre et les mesures à prendre en vue de gérer ces conflits.]1

  
Onderafdeling IV. - Andere verbodsbepalingen en verplichtingen
Sous-section IV. - Autres interdictions et obligations
Art.92. § 1. Een AICB mag de term "gewaarborgd kapitaal" of een gelijkaardige term enkel gebruiken mits aan de volgende voorwaarden is voldaan :
  1° de inschrijvingsprijs van de rechten van deelneming in de AICB gedurende de initiële inschrijvingsperiode is integraal, onherroepelijk en onvoorwaardelijk gewaarborgd op vervaldag;
  2° de waarborg wordt verleend door een derde die onder prudentieel toezicht staat en gevestigd is in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en wordt geformaliseerd in een juridische bindend contract tussen de AICB en deze derde;
  3° de waarborg geldt voor alle deelnemers.
  De identiteit en kredietwaardigheid van diegene die de waarborg verleent, evenals de nadere regels en de uitoefeningsvoorwaarden van de waarborg worden in het prospectus van de AICB beschreven.
  § 2. Een AICB mag de term "kapitaalbescherming" of "beschermd kapitaal" of een gelijkaardige term enkel gebruiken mits aan de volgende voorwaarden is voldaan :
  1° voor de inschrijvingsprijs van de rechten van deelneming in de AICB gedurende de initiële inschrijvingsperiode geldt een volledige bescherming op vervaldag;
  2° om de bescherming te verlenen is een beleggingsstrategie vastgelegd waarbij belegd wordt in
  a) deposito's, en/of
  b) schuldinstrumenten die zijn uitgegeven door een onderneming die onder prudentieel toezicht staat en gevestigd is in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, en/of
  c) schuldinstrumenten die zijn uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, zonder dat de schuldinstrumenten uitgegeven door eenzelfde lidstaat meer dan 20% van de activa van de AICB vertegenwoordigen,
  of waarbij een analoge structuur geldt met een identiek tegenpartijrisico;
  3° de bescherming geldt voor alle deelnemers.
  In afwijking van het eerste lid, 2° mag de AICB meer dan 20 % van haar activa beleggen in schuldinstrumenten bedoeld in het eerste lid, 2°, c), voor zover zij kan aantonen dat haar beleggingsstrategie een bescherming biedt aan haar deelnemers die gelijkwaardig is aan de bescherming waarvan de deelnemers in de AICB's die deze begrenzing wel naleven, genieten, waarbij bijvoorbeeld in de mogelijkheid wordt voorzien om haar portefeuille na de lancering aan te passen.
  In het prospectus wordt melding gemaakt van het bestaan en de modaliteiten van het financiële mechanisme dat erop gericht is de kapitaalbescherming te verlenen, alsook van het feit dat er geen formele waarborg is verleend aan de deelnemers of aan de AICB.
Art.92. § 1er. Un OPCA peut uniquement se prévaloir du terme "capital garanti" ou d'un autre terme équivalent lorsque les conditions suivantes sont remplies :
  1° le prix de souscription des parts de l'OPCA au cours de la période de souscription initiale est entièrement, irrévocablement et inconditionnellement garanti à l'échéance;
  2° la garantie est octroyée par une tierce partie soumise à un contrôle prudentiel et établie dans un Etat membre de l'Espace économique européen et est formalisée dans un contrat juridiquement contraignant, conclu entre l'OPCA et cette tierce partie;
  3° la garantie s'applique à l'ensemble des participants.
  L'identité et la solvabilité du garant, ainsi que les modalités de la garantie et les conditions d'exercice de celle-ci, sont mentionnées dans le prospectus de l'OPCA.
  § 2. Un OPCA peut uniquement se prévaloir du terme "protection du capital" ou "capital protégé" ou d'un terme équivalent lorsque les conditions suivantes sont remplies :
  1° le prix de souscription des parts de l'OPCA au cours de la période de souscription initiale fait entièrement l'objet d'une protection à l'échéance;
  2° la protection est obtenue au moyen d'une stratégie d'investissement réalisée par l'investissement en
  a) dépôts, et/ou
  b) titres de créance émis par une entreprise soumise à un contrôle prudentiel et établie dans un Etat membre de l'Espace économique européen, et/ou
  c) titres de créance émis ou garantis par un Etat membre de l'Espace économique européen, sans que des titres de créances émis par un seul Etat membre ne puissent représenter plus de 20 % de l'actif de l'OPCA,
  ou par le biais d'une structure analogue présentant un risque de contrepartie identique.
  3° la protection s'applique à l'ensemble des participants.
  Par dérogation à l'alinéa 1er, 2°, l'OPCA peut investir plus de 20 % de ses actifs dans des titres de créances visés à l'alinéa 1er, 2°, c) pour autant qu'il puisse démontrer que sa stratégie d'investissement offre à ses participants une protection équivalente à celle dont bénéficient les participants aux OPCA qui respectent cette limite, en prévoyant par exemple des possibilités d'ajustement de son portefeuille après son lancement.
  Le prospectus indique l'existence et les modalités du mécanisme financier qui vise à assurer la protection du capital ainsi que l'absence de garantie formelle octroyée aux participants ou à l'OPCA.
Art.93. § 1. Een AICB mag geen ontleningen aangaan.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 mag een AICB :
  1° ontleningen in deviezen aangaan, waaraan leningen voor een zelfde waarde en met een zelfde looptijd zijn gekoppeld met als enig doel deviezen te kopen, mits ingevolge deze verrichtingen haar netto-schuldpositie ongewijzigd blijft of zal blijven;
  2° ontleningen aangaan tot 10 % van haar nettoactiva, voor zover het gaat om kortlopende ontleningen.
Art.93. § 1er. Un OPCA ne peut contracter des emprunts.
  § 2. Par dérogation au § 1er, un OPCA peut cependant contracter :
  1° des emprunts en devises liés à des prêts d'une même valeur et de même échéance dans le seul but de l'acquisition de devises, lorsqu'à la suite de ces opérations son endettement net ne se modifie pas ou ne se modifiera pas;
  2° d'autres emprunts à concurrence de 10 % de ses actifs nets, pour autant qu'il s'agisse d'emprunts à court terme.
Art.94. Alvorens te beleggen in OTC-derivaten, deelt de AICB een specifiek activiteitenprogramma mee aan de FSMA. Uit dit programma moet blijken dat de AICB over de vereiste bevoegdheden en over een passende organisatie beschikt, afgestemd op de specifieke aard van dergelijke financiële instrumenten, in het bijzonder op hun waardering en op de opvolging van hun inherente risico's.
Art.94. L'OPCA communique, préalablement à l'investissement dans des instruments dérivés de gré à gré, un programme d'activités spécifique à la FSMA. Ce programme met en évidence l'adéquation des compétences et de l'organisation de l'OPCA compte tenu des spécificités de tels instruments financiers, notamment au regard de leur valorisation et du suivi des risques qui y sont liés.
Art.95. § 1. Een AICB mag niet verkopen vanuit een ongedekte positie met betrekking tot effecten, geldmarktinstrumenten of andere in artikel 35, § 1, bedoelde instrumenten.
  § 2. Voor de toepassing van voorgaande paragraaf verstaat men onder ongedekte verkopen : het rechtstreeks of onrechtstreeks verkopen van instrumenten zonder deze instrumenten in de portefeuille van de AICB te houden, waardoor de AICB het risico loopt om instrumenten te moeten verwerven aan een hogere prijs dan de leveringsprijs of om niet in staat te zijn de onderliggende instrumenten te kunnen leveren voor vereffening op vervaldag.
  § 3. Wanneer een financieel derivaat, automatisch of naar keuze van de tegenpartij, voorziet in de materiële levering van de onderliggende activa bij vervaldag of uitoefeningsdatum, en voor zover de materiële levering gewone praktijk voor de betrokken activa vormt, dient de AICB de onderliggende activa in portefeuille te houden.
  In geval de risico's inherent aan de onderliggende activa van het betrokken financieel derivaat passend worden weergegeven door andere liquide activa en voor zover de onderliggende activa van het betrokken financieel derivaat zeer liquide zijn, kan de AICB deze andere liquide activa houden als dekking, voor zover deze laatste activa op elk ogenblik kunnen worden gebruikt voor de verwerving van de te leveren onderliggende activa en voor zover het bijkomend marktrisico inherent aan dit type van verrichting passend wordt gemeten.
  Wanneer een financieel derivaat, automatisch of naar keuze van de AICB, in contanten wordt afgewikkeld, moet de AICB de onderliggende activa niet als dekking houden. In voorkomend geval houdt de AICB als dekking : contanten, liquide schuldinstrumenten met passende waarborgen en andere zeer liquide activa onder passende waarborgen, voor zover deze laatste activa door de FSMA zijn aanvaard rekening houdend met hun correlatie met de onderliggende activa.
  Voor de toepassing van deze paragraaf worden dekkingsinstrumenten als liquide beschouwd indien ze in een tijdspanne van minder dan 7 bankwerkdagen in contanten kunnen worden omgezet tegen een prijs die de actuele waardering van het instrument nauw benadert. Het bedrag in contanten moet ter beschikking zijn van de AICB op de vervaldag of de uitoefeningdatum van het financieel derivaat.
  § 4. De noodzakelijke dekking wordt berekend volgens de benadering op basis van de aangegane verplichtingen (commitment approach), bedoeld bij artikel 41, § 4.
Art.95. § 1er. Un OPCA ne peut pas effectuer de ventes à découvert de valeurs mobilières, d'instruments du marché monétaire ou d'autres instruments visés à l'article 35, § 1er.
  § 2. Pour l'application du paragraphe précédent, l'on entend par vente à découvert : la vente directe ou indirecte d'instruments sans détenir ceux-ci dans le portefeuille de l'OPCA de sorte que ce dernier court le risque de devoir acquérir des instruments à un prix supérieur au prix de livraison ou de ne pas être à même de livrer les instruments sous-jacents pour liquidation à l'échéance.
  § 3. Lorsqu'un instrument financier dérivé prévoit, automatiquement ou au choix de la contrepartie, la livraison physique des actifs sous-jacents à la date d'échéance ou d'exercice, et dans la mesure où la livraison physique fait partie des pratiques courantes pour les actifs concernés, l'OPCA doit détenir les actifs sous-jacents en portefeuille.
  Lorsque les risques inhérents aux actifs sous-jacents de l'instrument financier dérivé concerné sont adéquatement représentés par d'autres actifs liquides et dans la mesure où les actifs sous-jacents de l'instrument financier dérivé concerné sont très liquides, l'OPCA peut détenir ces autres actifs liquides à titre de couverture, pour autant que ces derniers puissent être affectés à tout moment à l'acquisition des actifs sous-jacents à livrer et que le risque de marché supplémentaire inhérent à ce type d'opération soit adéquatement évalué.
  Lorsqu'un instrument financier dérivé est réglé en espèces, soit automatiquement soit au choix de l'OPCA, ce dernier n'est pas tenu de détenir les actifs sous-jacents au titre de couverture. Le cas échéant, l'OPCA détient au titre de couverture : des espèces, des titres de créance liquides moyennant l'existence de mesures de sécurité appropriées, et d'autres actifs très liquides moyennant l'existence de mesures de sécurité appropriées dans la mesure où ils ont été acceptés par la FSMA compte tenu de leur corrélation avec les actifs sous-jacents.
  Pour l'application du présent paragraphe, les instruments de couverture sont considérés comme étant liquides si, au cours d'une période de moins de 7 jours ouvrables bancaires, ils peuvent être convertis en espèces à un prix correspondant étroitement à la valorisation actuelle de l'instrument. Le montant en espèces doit être à la disposition de l'OPCA à la date d'échéance ou d'exercice de l'instrument financier dérivé.
  § 4. La couverture nécessaire est calculée selon la méthode du calcul de l'engagement (commitment approach), visée à l'article 41, § 4.
Art.96. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de artikelen 35 en 45 mag een AICB geen kredieten verstrekken noch zich garant stellen ten voordele van derden.
  Niettemin kan een AICB steeds niet volgestorte effecten, geldmarktinstrumenten of andere instrumenten, bedoeld in artikel 35, § 1, 5°, 6°, 8° en 9°, verwerven.
Art.96. Sans préjudice de l'application des articles 35 et 45, un OPCA ne peut octroyer de crédits ni se porter garant au profit de tiers.
  Toutefois, un OPCA peut toujours acquérir des valeurs mobilières, des instruments du marché monétaire ou d'autres instruments visés à l'article 35, § 1er, 5°, 6°, 8° et 9°, non entièrement libérés.
Art.97. Het is elke AICB verboden :
  1° deel te nemen aan een vereniging voor vaste opneming of waarborg of aan enig andere financiële vereniging;
  2° financiële instrumenten uit te lenen, tenzij onder de voorwaarden vastgesteld bij koninklijk besluit. De mogelijkheid tot uitlening van financiële instrumenten moet desgevallend worden vermeld in het beheerreglement of de statuten en in het prospectus;
  3° financiële instrumenten te verwerven van een privaatrechtelijke vennootschap of vereniging die failliet werd verklaard, een gerechtelijke reorganisatie of uitstel van betaling heeft verkregen of ten aanzien waarvan in het buitenland een gelijkaardige maatregel is getroffen;
  4° financiële instrumenten te verwerven van privaatrechtelijke vennootschappen of verenigingen die niet ten minste twee jaarrekeningen hebben openbaar gemaakt. Dit verbod geldt echter niet :
  a) voor de financiële instrumenten als bedoeld in artikel 35, § 1, 1° ;
  b) voor financiële instrumenten die de inbreng vertegenwoordigen van het totaal actief en passief van een privaatrechtelijke vennootschap of vereniging in vereffening die ten minste twee jaarrekeningen heeft openbaar gemaakt;
  c) voor financiële instrumenten die werden verworven na uitoefening van de inschrijvings- of conversierechten die verbonden zijn aan effecten in de AICB.
Art.97. Sont interdits à l'OPCA :
  1° la participation à un syndicat de prise ferme ou de garantie ou à tout autre syndicat financier;
  2° le prêt d'instruments financiers, sauf aux conditions déterminées par arrêté royal. La possibilité de prêt d'instruments financiers doit, le cas échéant, être mentionnée dans le règlement de gestion ou les statuts et dans le prospectus;
  3° l'acquisition d'instruments financiers d'une société ou association de droit privé qui a été déclarée en état de faillite, a obtenu une réorganisation judiciaire ou un sursis de paiement, ou a fait l'objet, dans un pays étranger, d'une mesure analogue;
  4° l'acquisition d'instruments financiers de sociétés ou associations de droit privé n'ayant pas publié au moins deux comptes annuels. Cette interdiction ne s'applique toutefois pas :
  a) aux instruments financiers visés à l'article 35, § 1er, 1° ;
  b) aux instruments financiers créés en représentation de l'apport de l'ensemble de l'actif et du passif d'une société ou association de droit privé en liquidation et ayant publié deux comptes annuels au moins;
  c) aux instruments financiers acquis par l'exercice des droits de souscription et de conversion attachés aux valeurs comprises dans l'OPCA.
Art.98. Een AICB kan cessie-retrocessieovereenkomsten (repurchase agreements) sluiten met de bedoeling tijdelijk liquide middelen op te nemen of tijdelijk liquide middelen te beleggen.
Art.98. Un OPCA peut conclure des conventions de cession-rétrocession (repurchase agreements) dans l'intention de recueillir ou de placer temporairement des liquidités.
Art.99. Onverminderd de toepassing van de artikelen 45, § 6, derde lid, 94, 97, 2°, en 98, mag een AICB technieken en instrumenten gebruiken die betrekking hebben op effecten of geldmarktinstrumenten met het oog op een goed portefeuillebeheer, wanneer deze technieken en instrumenten aan de volgende criteria voldoen :
  1° zij zijn economisch gepast in die zin dat zij kostendoelmatig zijn;
  2° zij worden gehanteerd met het oog op de verwezenlijking van een of meer van de volgende specifieke doelstellingen :
  a) de vermindering van de risico's;
  b) de terugbrenging van de kosten;
  c) het genereren van extra kapitaal of inkomsten voor de AICB, waarbij het daaraan verbonden risico samenhangt met het risicoprofiel van de AICB en de in artikelen 45, 46, 47 en 48 neergelegde risicospreidingsregels;
  3° met de aan deze technieken en instrumenten verbonden risico's wordt afdoende rekening gehouden in het kader van het risicobeheerproces van de AICB.
Art.99. Sans préjudice de l'application des articles 45, § 6, alinéa 3, 94, 97, 2°, et 98, un OPCA peut, aux fins d'une gestion efficace du portefeuille, utiliser des techniques et instruments qui ont pour objet des valeurs mobilières ou des instruments du marché monétaire, pour autant que ces techniques et instruments remplissent les critères suivants :
  1° ils sont économiquement appropriés, en ce sens que leur mise en oeuvre est rentable;
  2° ils sont utilisés en vue d'atteindre un ou plusieurs des objectifs suivants :
  a) réduction des risques;
  b) réduction des coûts;
  c) création de capital ou de revenus supplémentaires pour l'OPCA, avec un niveau de risque compatible avec son profil de risque ainsi qu'avec les règles de diversification des risques prévues aux articles 45, 46, 47 et 48;
  3° les risques qu'ils comportent sont pris en considération par le processus de gestion des risques de l'OPCA de manière appropriée.
Art.100. § 1. Een AICB mag niet inschrijven op het kapitaal van een beheervennootschap.
  Een AICB mag niet optreden als oprichter van een vennootschap.
  § 2. Op verzoek van een belegger verstrekt de beheer- of beleggingsvennootschap aanvullende gegevens betreffende de kwantitatieve begrenzingen die van toepassing zijn in het risicobeheer van de AICB, de daartoe gekozen methodes en de recente ontwikkeling van de risico's en rendementen van de voornaamste categorieën instrumenten.
Art.100. § 1er. Un OPCA ne peut souscrire au capital d'une société de gestion.
  Un OPCA ne peut agir en qualité de fondateur d'une société.
  § 2. Si un investisseur en fait la demande, la société de gestion ou la société d'investissement fournit des informations complémentaires sur les limites quantitatives qui s'appliquent à la gestion des risques de l'OPCA, sur les méthodes choisies pour respecter ces limites et sur l'évolution récente des risques et des rendements des principales catégories d'instruments.
Onderafdeling V. - Ontbinding, vereffening en fusie en andere herstructureringen van AICB's en van compartimenten
Sous-section V. - Dissolution, liquidation, fusion et autres restructurations d'OPCA et de compartiments
Art.101. De verwijzingen in de artikelen 148 tot 188 naar het Wetboek van Vennootschappen hebben naar analogie betrekking op gemeenschappelijke beleggingsfondsen en op compartimenten van AICB's.
  A. Ontbinding en vereffening van AICB's en van hun compartimenten
Art.101. Les références faites dans les articles 148 à 188 au Code des sociétés concernent, par analogie, les fonds communs de placement et les compartiments d'OPCA.
  A. Dissolution et liquidation d'OPCA et de leurs compartiments
Art.102. § 1. Het beheerreglement of de statuten van een AICB bepalen dat de beslissingen tot ontbinding van de AICB of van een van hun compartimenten worden genomen door de bevoegde algemene vergadering van deelnemers.
  In geval de beslissing tot ontbinding een compartiment van een AICB betreft, bepalen haar statuten of het beheerreglement dat de algemene vergadering van deelnemers van het betrokken compartiment bevoegd is om tot ontbinding van het compartiment te beslissen.
  Het beheerreglement of de statuten van een AICB kunnen, desgevallend per compartiment, de modaliteiten van vereffening bepalen evenals één of meerdere vereffenaars aanduiden.
  § 2. In afwijking van paragraaf 1 kunnen het beheerreglement of de statuten van een AICB voorzien in de ontbinding van rechtswege van de AICB of een compartiment op de in het beheerreglement of de statuten bepaalde vervaldag.
  In dit geval vermelden het beheerreglement of de statuten de vereffeningswijze, de benoeming van één of meerdere vereffenaars en de wijze van afsluiting van de vereffening van de AICB of van het compartiment. Indien de vereffening en de afsluiting van de vereffening betrekking hebben op een compartiment, bepalen de statuten of het beheerreglement van de betrokken AICB op welke wijze de statutenwijziging of de wijziging van het beheerreglement die hier desgevallend uit voortvloeit, zal worden doorgevoerd.
Art.102. § 1er. Le règlement de gestion ou les statuts d'un OPCA prévoient que les décisions de dissolution de l'OPCA ou d'un de ses compartiments sont prises par l'assemblée générale des participants compétente.
  Si la décision de dissolution concerne un compartiment d'un OPCA, le règlement de gestion ou les statuts de celui-ci prévoient que l'assemblée générale des participants du compartiment concerné est compétente pour décider de la dissolution du compartiment.
  Le règlement de gestion ou les statuts d'un OPCA peuvent - le cas échéant, par compartiment - prévoir les modalités de liquidation et désigner un ou plusieurs liquidateurs.
  § 2. Par dérogation au § 1er, le règlement de gestion ou les statuts d'un OPCA peuvent prévoir la dissolution de plein droit de l'OPCA ou d'un compartiment à l'échéance prévue dans le règlement de gestion ou les statuts.
  Dans ce cas, le règlement de gestion ou les statuts mentionnent le mode de liquidation, la désignation d'un ou plusieurs liquidateurs et le mode de clôture de la liquidation de l'OPCA ou du compartiment. Si la liquidation et sa clôture portent sur un compartiment, les statuts ou le règlement de gestion de l'OPCA concerné prévoient la manière dont sera effectuée la modification des statuts ou du règlement de gestion qui en découlera le cas échéant.
Art.103. Het prospectus herneemt op wie de verbintenis rust tot tussenkomst ten voordele van de deelnemers in de gevallen bedoeld in de artikelen 106, 110 en 111.
Art.103. Le prospectus précise sur qui repose l'engagement d'intervention au bénéfice des participants dans les cas visés aux articles 106, 110 et 111.
Art.104. § 1. Wanneer het bestuursorgaan zich voorneemt om, overeenkomstig artikel 102, § 1, eerste lid, het besluit tot ontbinding van de AICB of een compartiment aan de bevoegde algemene vergadering van deelnemers voor te leggen, dient het bestuursorgaan hiervan voorafgaandelijk kennis te geven aan de FSMA.
  Bij deze kennisgeving wordt een dossier gevoegd dat alle nodige elementen bevat teneinde de voorgenomen ontbinding en, in voorkomend geval, de voorgenomen vereffening te kunnen beoordelen.
  Dit dossier omvat inzonderheid, van zodra de betrokken stukken beschikbaar zijn, het verslag van het bestuursorgaan waarin het voorstel tot ontbinding wordt toegelicht, de staat van activa en passiva van de betrokken AICB of van het betrokken compartiment, het controleverslag van de commissaris over deze staat van activa en passiva, het ontwerp van de oproeping bedoeld in artikel 105, het ontwerp van persbericht bedoeld in artikel 107, en, in voorkomend geval, het ontwerp van statutenwijziging.
  Te gepasten tijde wordt het dossier aangevuld met alle andere verslagen en stukken die ten behoeve van de deelnemers door het bestuursorgaan of de commissaris in de loop van de ontbinding- en vereffeningprocedure worden opgesteld.
  § 2. In geval het beheerreglement of de statuten van een AICB overeenkomstig artikel 102, § 2, voorzien in de ontbinding van rechtswege van de AICB of van een compartiment, maakt het bestuursorgaan aan de FSMA een dossier over dat alle nodige elementen bevat teneinde de voorgenomen vereffening te kunnen beoordelen.
  Dit dossier omvat inzonderheid, van zodra de betrokken stukken beschikbaar zijn, het verslag van het bestuursorgaan inzake de vereffening, de staat van activa en passiva van de betrokken AICB of van het betrokken compartiment, het controleverslag van de commissaris over de staat van activa en passiva en de vereffeningwaarde van de rechten van deelneming, en het ontwerp van persbericht bedoeld in artikel 107.
  Te gepasten tijde wordt het dossier aangevuld met alle andere verslagen en stukken die ten behoeve van de deelnemers door het bestuursorgaan of de commissaris in de loop van de ontbinding- en vereffeningprocedure worden opgesteld.
Art.104. § 1er. Lorsque l'organe de gestion se propose, conformément à l'article 102, § 1er, alinéa 1er, de soumettre à l'assemblée générale des participants compétente la décision de dissolution de l'OPCA ou d'un compartiment, il doit préalablement en aviser la FSMA.
  A cet avis est joint un dossier comprenant tous les éléments permettant de juger de la dissolution et, le cas échéant, de la liquidation proposées.
  Le dossier comprend en particulier, dès le moment où ces documents sont disponibles, le rapport de l'organe de gestion commentant la proposition de dissolution, l'état des actifs et des passifs de l'OPCA concerné ou du compartiment concerné, le rapport de contrôle du commissaire sur cet état des actifs et des passifs, le projet de convocation visé à l'article 105, le projet de communiqué de presse visé à l'article 107, et, le cas échéant, le projet de modification des statuts.
  Le dossier est complété en temps utile par tous les autres rapports et documents établis, au cours de la procédure de dissolution et liquidation, par l'organe de gestion ou le commissaire, à l'intention des participants.
  § 2. Si le règlement de gestion ou les statuts d'un OPCA prévoient, conformément à l'article 102, § 2, la dissolution de plein droit de l'OPCA ou d'un compartiment, l'organe de gestion transmet à la FSMA un dossier comprenant tous les éléments permettant de juger de la liquidation proposée.
  Le dossier comprend en particulier, dès le moment où ces documents sont disponibles, le rapport de l'organe de gestion concernant la liquidation, l'état des actifs et des passifs de l'OPCA concerné ou du compartiment concerné, le rapport de contrôle du commissaire sur l'état des actifs et des passifs et sur la valeur de liquidation des parts, et le projet de communiqué de presse visé à l'article 107.
  Le dossier est complété en temps utile par tous les autres rapports et documents établis, au cours de la procédure de dissolution et liquidation, par l'organe de gestion ou le commissaire, à l'intention des participants.
Art.105. In het in artikel 104, § 1, bedoelde geval bevat de oproeping tot de algemene vergadering van de AICB of van een compartiment, onverminderd de toepassing van de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en de bepalingen van het beheerreglement of de statuten, volgende gegevens :
  1° een bondige rechtvaardiging van het voorstel tot ontbinding, eventueel met verwijzing naar het verslag van het bestuursorgaan opgesteld overeenkomstig artikel 181, § 1, eerste lid, van het Wetboek van Vennootschappen;
  2° een vermelding van de verplichting tot schorsing van de bepaling van de netto-inventariswaarde evenals van de uitvoering van aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel tot compartimentswijziging;
  3° vermelding van de in artikel 111, § 1, bedoelde mogelijkheid tot kosteloze inschrijving op rechten van deelneming in andere instellingen voor collectieve belegging of compartimenten en de modaliteiten ervan of van de in artikel 111, § 2, bedoelde begeleidingsmaatregelen.
  De FSMA kan, gelet op de omstandigheden, bijkomende publicatiemodaliteiten voor het oproepingsbericht opleggen.
Art.105. Dans le cas visé à l'article 104, § 1er, la convocation à l'assemblée générale de l'OPCA ou d'un compartiment comprend, sans préjudice de l'application des dispositions du Code des sociétés et des dispositions du règlement de gestion ou des statuts, les renseignements suivants :
  1° une justification succincte de la proposition de dissolution, faisant éventuellement référence au rapport de l'organe de gestion établi conformément à l'article 181, § 1er, alinéa 1er, du Code des sociétés;
  2° la mention de l'obligation de suspendre la détermination de la valeur nette d'inventaire ainsi que l'exécution des demandes d'émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment;
  3° la mention de la possibilité visée à l'article 111, § 1er, de souscription gratuite à des parts d'autres organismes de placement collectif ou d'autres compartiments, et les modalités qui s'y rattachent, ou des mesures d'accompagnement visées à l'article 111, § 2.
  La FSMA peut, eu égard aux circonstances, imposer des modalités de publication complémentaires pour l'avis de convocation.
Art.106. Onverminderd specifieke voorschriften ten aanzien van gedwongen vereffening, mag het besluit tot ontbinding van een master pas in werking treden ten vroegste drie maanden nadat de master al haar deelnemers en de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de feeder in kennis heeft gesteld van het bindende besluit tot ontbinding.
  Een master moet, in het in het eerste lid bedoelde geval en vóór de publicatie van de oproeping tot de bevoegde algemene vergadering die wordt samengeroepen om te beslissen over haar ontbinding, de kosten provisioneren van de ontbinding, evenals de kosten die niet worden uitgedrukt als een percentage van de netto-inventariswaarde en die zij moet dragen tot de voorziene datum van de afsluiting van de vereffening. De kosten die deze provisionering te boven gaan, worden gedragen door de in het prospectus aangeduide personen.
Art.106. Sans préjudice des dispositions spécifiques applicables en matière de liquidation obligatoire, la décision de dissolution d'un master ne peut prendre effet que trois mois au plus tôt à compter du moment où le master a informé tous ses participants et les autorités compétentes de l'Etat membre d'origine du feeder de sa décision contraignante de dissolution.
  Un master doit, dans le cas visé à l'alinéa 1er et avant la publication de la convocation à l'assemblée générale compétente qui est invitée à se prononcer sur sa dissolution, provisionner les frais de dissolution ainsi que les frais qui ne sont pas exprimés sous forme de pourcentage de la valeur nette d'inventaire et qu'il doit supporter jusqu'à la date prévue de clôture de la liquidation. Les frais excédant cette provision sont supportés par les personnes indiquées dans le prospectus.
Art.107. Van zodra de vereffeningwaarde van de rechten van deelneming is vastgesteld, wordt een persbericht gepubliceerd, dat minstens de volgende gegevens bevat :
  1° naar gelang het geval, hetzij vermelding van de beslissing van de bevoegde algemene vergadering tot ontbinding van de AICB of van het compartiment hetzij vermelding van de vervaldag en de ontbinding van rechtswege van de AICB of van het compartiment;
  2° de vereffeningwaarde van de betrokken rechten van deelneming met aanduiding van de berekeningsdatum;
  3° in geval het beleggingsbeleid van de betrokken AICB of van het betrokken compartiment gericht was op de verwezenlijking bij vervaldag van een bepaald rendement middels het gebruik van bepaalde technieken of derivaten, het actuariële rendement, uitgedrukt op jaarbasis, met verwijzingen naar het beleggingsdoel van de AICB of het compartiment;
  4° de instellingen die instaan voor de uitbetaling van de vereffeningwaarde van de rechten van deelneming;
  5° de periode waarin de vereffeningwaarde van de rechten van deelneming wordt uitbetaald;
  6° in voorkomend geval, vermelding van de in artikel 111, § 1, bedoelde mogelijkheid tot kosteloze inschrijving op rechten van deelneming in andere instellingen voor collectieve belegging of compartimenten en de modaliteiten ervan of van de in artikel 111, § 2, bedoelde begeleidingsmaatregelen;
  7° vermelding dat de staat van activa en passiva, evenals de verslagen van het bestuursorgaan en het controleverslag van de commissaris zoals bedoeld bij artikel 104, beschikbaar zijn bij de onderneming bedoeld in artikel 248, § 2, van de wet;
  8° de aankondiging van de procedure die zal worden gevolgd voor de sluiting van de vereffening en dat, indien de definitief vastgestelde vereffeningwaarde zou verschillen van het bedrag bedoeld sub 2°, de modaliteiten van de uitbetaling van het verschil in een bijkomend persbericht zullen worden bekend gemaakt.
  Dit persbericht wordt gepubliceerd hetzij in twee dagbladen die landelijk of in grote oplage worden verspreid hetzij via enig ander gelijkwaardig publicatiemiddel, dat door de FSMA is aanvaard.
Art.107. Dès que la valeur de liquidation des parts est déterminée, un communiqué de presse est publié qui comprend au minimum les renseignements suivants :
  1° selon le cas, soit la mention de la décision de l'assemblée générale compétente de dissoudre l'OPCA ou le compartiment, soit la mention de l'échéance et de la dissolution de plein droit de l'OPCA ou du compartiment;
  2° la valeur de liquidation des parts concernées, avec l'indication de la date de calcul;
  3° lorsque la politique de placement de l'OPCA ou du compartiment concerné était axée sur la réalisation à l'échéance d'un certain rendement en faisant usage de certaines techniques ou de certains instruments dérivés, le rendement actuariel, exprimé sur une base annuelle, avec des références à l'objectif de placement de l'OPCA ou du compartiment;
  4° les organismes chargés du paiement de la valeur de liquidation des parts;
  5° la période au cours de laquelle la valeur de liquidation des parts sera payée;
  6° le cas échéant, la mention de la possibilité visée à l'article 111, § 1er, de souscription gratuite à des parts d'autres organismes de placement collectif ou d'autres compartiments, et les modalités qui s'y rattachent, ou des mesures d'accompagnement visées à l'article 111, § 2;
  7° la mention selon laquelle l'état des actifs et des passifs ainsi que les rapports de l'organe de gestion et le rapport de contrôle du commissaire, tels que visés à l'article 104, sont disponibles auprès de l'entreprise visée à l'article 248, § 2, de la loi;
  8° l'annonce de la procédure qui sera suivie pour la clôture de la liquidation, et du fait que, si la valeur de liquidation définitivement déterminée devait différer du montant visé au 2°, les modalités du paiement de la différence seraient publiées dans un communiqué de presse complémentaire.
  Le communiqué de presse visé est publié dans deux quotidiens à diffusion nationale ou à tirage suffisant ou par tout autre moyen de publication équivalent accepté par la FSMA.
Art.108. Onverminderd de bepalingen van Boek IV, Titel IX van het Wetboek van Vennootschappen stelt de commissaris voorafgaandelijk een controleverslag op inzake elke uitbetaling aan de deelnemers die plaats vindt in het kader van de vereffening van een AICB of van een compartiment.
Art.108. Sans préjudice des dispositions du Livre IV, Titre IX, du Code des sociétés, le commissaire établit préalablement un rapport de contrôle concernant chaque paiement aux participants qui a lieu dans le cadre de la liquidation d'un OPCA ou d'un compartiment.
Art.109. De onderneming bedoeld in artikel 248, § 2 van de wet staat gedurende minstens 6 maanden in voor de uitbetaling aan de deelnemers van de vereffeningwaarde van de rechten van deelneming in een AICB of een compartiment.
Art.109. L'entreprise visée à l'article 248, § 2, de la loi est chargée pendant au moins 6 mois du paiement aux participants de la valeur de liquidation des parts d'un OPCA ou d'un compartiment.
Art.110. § 1. Indien in de loop van de 12 maanden hetzij vóór de publicatie van de oproeping tot de algemene vergadering van de AICB of van een compartiment, bedoeld in artikel 105, hetzij, voor een AICB of een compartiment met een vaste vervaldag, vóór de vervaldag, inkopen van rechten van deelneming hebben plaatsgevonden die gezamenlijk meer dan 30 % van het totaal van de uitstaande rechten van deelneming in de betrokken AICB of het betrokken compartiment vertegenwoordigen, dragen de hiertoe in het prospectus aangeduide personen voor eenzelfde percentage als waarvoor inkopen hebben plaatsgevonden bij tot de juridische, administratieve of advieskosten in verband met de voorbereiding en de afronding van de ontbinding, de vereffening en de afsluiting van de vereffening van de betrokken AICB of het betrokken compartiment. Deze kosten worden verminderd met de kosten waartoe desgevallend wordt bijgedragen op basis van het tweede lid.
  Indien de in het eerste lid bedoelde drempel van 30 % wordt overschreden, dragen bovendien de personen die globaal meer dan 5 % van het totaal van de uitstaande rechten van deelneming hebben laten inkopen tijdens de periode van 12 maanden zoals bedoeld in het eerste lid, bij aan de in het eerste lid bedoelde kosten indien de AICB een procedure heeft ingesteld om gedurende 12 maanden de identiteit bij te houden van deze deelnemers. Deze personen dragen bij alsof zij nog deelnemers waren.
  § 2. Voor de vaststelling of inkopen de drempel van 30 % bedoeld in § 1, eerste lid overschrijden, wordt het totaal aantal rechten van deelneming waarvoor inkopen hebben plaatsgevonden, vergeleken met het totaal aantal uitstaande rechten van deelneming op het ogenblik van de publicatie van de oproeping tot de algemene vergadering van de AICB of van een compartiment, bedoeld in artikel 105, hetzij, voor een AICB of een compartiment met een vaste vervaldag, op de vervaldag.
  Voor de vaststelling of inkopen de drempel van 5 % bedoeld in § 1, tweede lid overschrijden, wordt het aantal rechten van deelneming die een persoon heeft laten inkopen verminderd met het aantal rechten van deelneming waarvoor deze persoon heeft ingetekend gedurende dezelfde periode. Dit aantal wordt vergeleken met het totaal aantal uitstaande rechten van deelneming op het ogenblik van de publicatie van de oproeping tot de algemene vergadering van de AICB of van een compartiment, bedoeld in artikel 105, hetzij, voor een AICB of een compartiment met een vaste vervaldag, op de vervaldag.
  Indien binnen de betrokken AICB of het betrokken compartiment verschillende types of klassen van rechten van deelneming bestaan, wordt voor de toepassing van deze paragraaf het percentage van inkopen berekend binnen elk type of elke klasse van rechten van deelneming. Vervolgens worden deze percentages gewogen op basis van het nettovermogen van het type of de klasse van rechten van deelneming ten opzichte van het nettovermogen van de AICB of het compartiment.
  § 3. De regeling bepaald in de voorgaande paragrafen moet niet worden nageleefd indien wordt aangetoond dat, sinds de start van de verhandeling van de rechten van deelneming in een AICB of van een compartiment met een vaste vervaldag, een jaarlijkse voorziening werd aangelegd tot volledige dekking van de vereffeningskosten van deze AICB of dit compartiment.
Art.110. § 1er. Si, au cours des 12 mois précédant soit la publication de la convocation à l'assemblée générale de l'OPCA ou d'un compartiment, visée à l'article 105, soit, s'il s'agit d'un OPCA ou d'un compartiment à échéance fixe, la date d'échéance, des rachats de parts ont eu lieu qui représentent ensemble plus de 30 % du total des parts existantes de l'OPCA concerné ou du compartiment concerné, les personnes désignées à cet effet dans le prospectus contribuent, à concurrence du pourcentage des rachats, aux frais juridiques, administratifs ou de conseil liés à la préparation et à la mise au point de la dissolution, de la liquidation et de la clôture de la liquidation de l'OPCA concerné ou du compartiment concerné. Ces frais sont réduits du montant des frais auxquels les personnes en question ont, le cas échéant, contribué en vertu de l'alinéa 2.
  Si le seuil de 30 % visé à l'alinéa 1er est dépassé, les personnes qui, globalement, ont demandé des rachats de parts pour plus de 5 % du total des parts existantes pendant la période de 12 mois visée à l'alinéa 1er, contribuent en outre aux frais visés à l'alinéa 1er lorsque l'OPCA a mis en place une procédure visant à conserver l'identité de ces participants pendant 12 mois. Ces personnes contribuent aux frais comme si elles étaient toujours des participants.
  § 2. Pour déterminer si des rachats dépassent le seuil de 30 % visé au § 1er, alinéa 1er, le nombre total de parts ayant fait l'objet d'un rachat est comparé avec le nombre total de parts existantes soit au moment de la publication de la convocation à l'assemblée générale de l'OPCA ou d'un compartiment, visée à l'article 105, soit, s'il s'agit d'un OPCA ou d'un compartiment à échéance fixe, à la date d'échéance.
  Pour déterminer si des rachats dépassent le seuil de 5 % visé au § 1er, alinéa 2, le nombre de parts dont une personne a demandé le rachat est diminué du nombre de parts souscrites par cette personne au cours de la même période. Ce nombre est comparé avec le nombre total de parts existantes soit au moment de la publication de la convocation à l'assemblée générale de l'OPCA ou d'un compartiment, visée à l'article 105, soit, s'il s'agit d'un OPCA ou d'un compartiment à échéance fixe, à la date d'échéance.
  S'il existe au sein de l'OPCA concerné ou du compartiment concerné différents types ou classes de parts, le pourcentage des rachats est, aux fins du présent paragraphe, calculé au sein de chaque type ou classe de parts. Ces pourcentages sont ensuite pondérés sur la base de l'actif net du type ou de la classe de parts par rapport à l'actif net de l'OPCA ou du compartiment.
  § 3. Les règles prévues par les paragraphes précédents ne doivent pas être respectées s'il est démontré que, depuis le début de la commercialisation des parts d'un OPCA ou d'un compartiment à échéance fixe, une provision annuelle a été constituée en vue d'assurer la couverture totale des frais de liquidation de cet OPCA ou de ce compartiment.
Art.111. § 1. In het in artikel 104, § 1, bedoelde geval moet aan de betrokken deelnemers gedurende minimaal een maand, te rekenen vanaf de inbetalingstelling van de vereffeningwaarde van de rechten van deelneming, de mogelijkheid worden geboden om zonder kosten, behoudens eventuele taksen, in te schrijven op rechten van deelneming in één of meerdere andere instellingen voor collectieve belegging of compartimenten die, bij voorkeur, een gelijkaardige beleggingspolitiek hebben als de ontbonden AICB of het ontbonden compartiment. De instellingen voor collectieve belegging of compartimenten waarop deze inschrijvingsmogelijkheid betrekking heeft, zijn ingeschreven op de lijst bedoeld in artikel 200 of 260 van de wet of op de lijst bedoeld in artikel 33 of 149 van de wet van 3 augustus 2012.
  Deze inschrijvingsmogelijkheid moet aan elke deelnemer worden geboden ten bedrage van de globale vereffeningwaarde van zijn rechten van deelneming, desgevallend verhoogd met een bedrag opdat geen onderaandelen van rechten van deelneming aan de deelnemers zouden toekomen.
  De in het prospectus vermelde personen dragen de eventueel verschuldigde provisies en kosten, bedoeld in artikel 82, § 1, naar aanleiding van dergelijke inschrijving.
  § 2. De FSMA kan, ter vervanging van de in de eerste paragraaf vermelde mogelijkheid, gelijkwaardige begeleidingsmaatregelen aanvaarden.
Art.111. § 1er. Dans le cas visé à l'article 104, § 1er, les participants concernés doivent avoir la possibilité, pendant au moins un mois à dater de la mise en paiement de la valeur de liquidation des parts, de souscrire sans frais, sauf taxes éventuelles, à des parts d'un ou plusieurs autres organismes de placement collectif ou compartiments présentant de préférence une politique de placement comparable à celle de l'OPCA dissous ou du compartiment dissous. Les organismes de placement collectif ou compartiments sur lesquels porte cette possibilité de souscription sont inscrits à la liste visée à l'article 200 ou 260 de la loi ou à la liste visée à l'article 33 ou 149 de la loi du 3 août 2012.
  Cette possibilité de souscription doit être offerte à chaque participant à hauteur de la valeur globale de liquidation de ses parts, majorée, le cas échéant, d'une soulte, de telle sorte qu'aucun participant ne se voie attribuer des sous-parts.
  Les personnes mentionnées dans le prospectus supportent les commissions et frais, tels que visés à l'article 82, § 1er, éventuellement dus à l'occasion d'une telle souscription.
  § 2. La FSMA peut, en remplacement de la possibilité mentionnée au § 1er, accepter des mesures d'accompagnement équivalentes.
Art.112. De invereffeningstelling van een AICB of een compartiment leidt, naar gelang het geval, tot de schrapping van de inschrijving van de betrokken AICB of van het betrokken compartiment.
  B. Fusie en andere herstructureringen van instellingen voor collectieve belegging en van compartimenten
Art.112. La mise en liquidation d'un OPCA ou d'un compartiment entraîne la suppression, selon le cas, de l'inscription de l'OPCA concerné ou de celle du compartiment concerné.
  B. Fusions et autres restructurations d'organismes de placement collectif et de compartiments
Art.113. Voor de toepassing van dit onderdeel B van deze onderafdeling worden compartimenten beschouwd als instellingen voor collectieve belegging.
Art.113. Pour l'application de la partie B de la présente sous-section, les compartiments sont considérés comme des organismes de placement collectif.
Art.114. De artikelen 113 tot 137 hebben betrekking op de betrokkenheid van de AICB's bedoeld in artikel 3 bij fusies of andere herstructureringen waarbij enkel openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming naar Belgisch recht betrokken zijn.
Art.114. Les articles 113 à 137 portent sur la participation des OPCA visés à l'article 3 à des fusions ou à d'autres restructurations dans lesquelles seuls des organismes de placement collectif publics de droit belge à nombre variable de parts sont impliqués.
Art.115. De fusie of andere herstructurering wordt niet toegelaten indien deze tot gevolg zou hebben dat een deelnemer van een instelling voor collectieve belegging die voldoet aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, deelnemer zou worden van een AICB.
Art.115. La fusion ou autre restructuration n'est pas autorisée si cette opération aurait pour effet qu'un participant d'un organisme de placement collectif répondant aux conditions de la directive 2009/65/CE deviendrait participant d'un OPCA.
Art.116. In afwijking van artikel 672 van het Wetboek van vennootschappen kan, onder de in het tweede lid vermelde voorwaarden, worden overgegaan tot de fusie van één enkel compartiment van een Belgische instelling voor collectieve belegging of één enkel Belgisch gemeenschappelijk beleggingsfonds met een nieuw compartiment van een Belgische instelling voor collectieve belegging.
  Onverminderd de toepassing van artikel 115, is de in het eerste lid bedoelde verrichting slechts mogelijk onder de volgende voorwaarden :
  1° het gehele vermogen van het op te slorpen compartiment of gemeenschappelijk beleggingsfonds gaat als gevolg van de verrichting over op een nieuw compartiment van een andere instelling voor collectieve belegging;
  2° elke deelnemer van het op te slorpen compartiment of gemeenschappelijk beleggingsfonds heeft, voor elk recht van deelneming ingevolge de verrichting recht op één recht van deelneming van hetzelfde type en van een gelijkaardige klasse van rechten van deelneming in het verkrijgende compartiment.
Art.116. Par dérogation à l'article 672 du Code des sociétés, il peut être procédé, moyennant le respect des conditions énoncées à l'alinéa 2, à la fusion d'un seul compartiment d'organisme de placement collectif de droit belge ou d'un seul fonds commun de placement de droit belge avec un nouveau compartiment d'organisme de placement collectif de droit belge.
  Sans préjudice de l'application de l'article 115, l'opération visée à l'alinéa 1er n'est possible que si les conditions suivantes sont remplies :
  1° l'ensemble du patrimoine du compartiment ou du fonds commun de placement à absorber est transféré, à la suite de l'opération, à un nouveau compartiment d'un autre organisme de placement collectif ;
  2° chaque participant du compartiment ou du fonds commun de placement à absorber a, pour chaque part, droit, à la suite de l'opération, à une part du même type et relevant d'une classe de parts similaire du compartiment bénéficiaire.
Art.117. Het beheerreglement of de statuten van een instelling voor collectieve belegging bepalen dat de beslissingen tot fusie, splitsing, met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichtingen en tot inbreng of overdracht van een algemeenheid of een bedrijfstak worden genomen door de bevoegde algemene vergadering van deelnemers.
  In geval de beslissingen bedoeld in het voorgaande lid een compartiment betreffen, bepalen het beheerreglement of de statuten dat de algemene vergadering van deelnemers van het betrokken compartiment bevoegd is voor deze beslissingen.
  Het beheerreglement of de statuten van een instelling voor collectieve belegging kunnen geen strengere bepalingen voorzien voor de meerderheid vereist in de artikelen 699, § 1, 2°, (a), 712, § 1, 2°, (a), 722, § 1, 2°, (a), 736, § 1, 2°, (a), 751, § 1, 2°, (a) en 761, § 3, van het Wetboek van vennootschappen.
Art.117. Le règlement de gestion ou les statuts d'un organisme de placement collectif prévoient que les décisions de fusion, de scission ou d'opération assimilée à une fusion ou à une scission ainsi que les décisions d'apport ou de cession d'universalité ou de branche d'activité sont prises par l'assemblée générale des participants compétente.
  Dans le cas où les décisions visées à l'alinéa précédent concernent un compartiment, le règlement de gestion ou les statuts prévoient que l'assemblée générale des participants du compartiment concerné est compétente pour prendre ces décisions.
  Le règlement de gestion ou les statuts d'un organisme de placement collectif ne peuvent prévoir de dispositions plus rigoureuses, en ce qui concerne la majorité requise, que celles imposées par les articles 699, § 1er, 2°, (a), 712, § 1er, 2°, (a), 722, § 1er, 2°, (a), 736, § 1er, 2°, (a), 751, § 1er, 2°, (a) et 761, § 3, du Code des sociétés.
Art.118. Het prospectus herneemt op wie de verbintenis rust tot tussenkomst ten voordele van de deelnemers in de gevallen bedoeld in de artikelen 131 en 132.
Art.118. Le prospectus précise sur qui repose l'engagement d'intervention au bénéfice des participants dans les cas visés aux articles 131 et 132.
Art.119. § 1. Wanneer het bestuursorgaan van een op te slorpen, te splitsen, inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging zich voorneemt om, overeenkomstig artikel 117, het besluit tot herstructurering aan de bevoegde algemene vergadering van deelnemers voor te leggen, dient het bestuursorgaan hiervan kennis te geven aan de FSMA met het oog op haar voorafgaandelijke goedkeuring.
  Bij deze kennisgeving wordt een dossier gevoegd dat de volgende informatie bevat :
  1° het fusievoorstel, splitsingsvoorstel of voorstel van inbreng of overdracht, naar behoren goedgekeurd door de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging;
  2° een verklaring van elk van de bewaarders van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging waarin wordt bevestigd dat zij hebben nagegaan of de gegevens bedoeld in artikel 120, § 1, tweede lid, 1°, 6° en 7° in overeenstemming zijn met de wet en dit besluit en met het beheerreglement of de statuten van hun instelling voor collectieve belegging;
  3° de informatie over de voorgestelde herstructurering die de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging aan hun respectieve deelnemers willen verstrekken.
  § 2. Samen met het dossier bedoeld in § 1, worden de volgende stukken betreffende de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging voorgelegd aan de FSMA :
  1° het ontwerp van de oproeping tot de algemene vergadering die zich over de herstructurering dient uit te spreken;
  2° in voorkomend geval, het ontwerp van persbericht bedoeld in artikel 135 § 1;
  3° in voorkomend geval, een bijgewerkte versie van het beheerreglement of de statuten, het prospectus en de essentiële beleggersinformatie.
  Bovendien worden te gepasten tijde alle andere verslagen en stukken die in de loop van de herstructureringsprocedure worden opgesteld ten behoeve van de deelnemers van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging overgemaakt aan de FSMA.
Art.119. § 1er. Lorsque l'organe de gestion d'un organisme de placement collectif à absorber ou à scinder ou d'un organisme de placement collectif apporteur ou transférant se propose de soumettre, conformément à l'article 117, à l'assemblée générale des participants compétente la décision de restructuration, il doit en aviser la FSMA en vue d'obtenir son autorisation préalable.
  A cet avis est joint un dossier comportant les informations suivantes :
  1° le projet de fusion, de scission, d'apport ou de cession, dûment approuvé par les organismes de placement collectif concernés par la restructuration ;
  2° une déclaration émise par chacun des dépositaires des organismes de placement collectif concernés par la restructuration, confirmant qu'ils ont vérifié la conformité des éléments d'information énoncés à l'article 120, § 1er, alinéa 2, 1°, 6° et 7° avec les exigences de la loi et du présent arrêté ainsi qu'avec le règlement de gestion ou les statuts de leur organisme de placement collectif respectif;
  3° les informations relatives à la restructuration proposée que les organismes de placement collectif concernés par la restructuration comptent fournir à leurs participants respectifs.
  § 2. Sont, en même temps que le dossier visé au § 1er, soumis à la FSMA les documents suivants concernant les organismes de placement collectif concernés par la restructuration :
  1° le projet de convocation à l'assemblée générale appelée à se prononcer sur la restructuration ;
  2° le cas échéant, le projet de communiqué de presse visé à l'article 135, § 1er;
  3° le cas échéant, une version actualisée du règlement de gestion ou des statuts, du prospectus et des informations clés pour l'investisseur.
  Tous les autres rapports et documents établis, au cours de la procédure de restructuration, à l'intention des participants des organismes de placement collectif concernés par la restructuration sont, en outre, transmis en temps utile à la FSMA.
Art.120. § 1. De bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging stellen een gemeenschappelijk fusievoorstel, splitsingsvoorstel of voorstel van inbreng of overdracht op.
  In afwijking van de artikelen 693, tweede lid, 706, tweede lid, 719, tweede lid, 728, tweede lid, 743, tweede lid, en 760, § 2, van het Wetboek van vennootschappen bevat het fusievoorstel, splitsingsvoorstel of voorstel van inbreng of overdracht de volgende informatie, indien van toepassing :
  1° het soort herstructurering en de betrokken instellingen voor collectieve belegging;
  2° de achtergrond en redenen van de voorgenomen herstructurering;
  3° de verwachte gevolgen van de voorgenomen herstructurering voor de deelnemers van al de bij deze herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging; hieronder kan de informatie worden opgenomen over de datum vanaf wanneer de uitgereikte rechten van deelneming in de verkrijgende instelling voor collectieve belegging recht geven te delen in de winst, alsmede elke bijzondere regeling betreffende dit recht;
  4° de criteria die zijn vastgesteld voor de waardering van de activa en de passiva of van de algemeenheid of bedrijfstak op de in artikel 133 bedoelde datum voor de berekening van de ruilverhouding of de vergoeding;
  5° de berekeningsmethode voor de ruilverhouding of de vergoeding;
  6° de beoogde ingangsdatum van de herstructurering; hieronder kan de informatie worden opgenomen over de datum vanaf welke de handelingen van de op te slorpen, te splitsen of inbrengende instelling(en) voor collectieve belegging boekhoudkundig geacht worden te zijn verricht voor rekening van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging;
  7° de regels die van toepassing zijn bij overdracht van activa, respectievelijk omruiling van rechten van deelneming;
  8° het beheerreglement of de statuten van de nieuw op te richten verkrijgende instelling voor collectieve belegging;
  9° in geval van een splitsing, de nauwkeurige beschrijving en verdeling van de aan elke verkrijgende of nieuwe instelling voor collectieve belegging over te dragen delen van de activa en passiva van het vermogen;
  10° in geval van een splitsing, de verdeling onder de deelnemers van de te splitsen instelling voor collectieve belegging van de rechten van deelneming in de verkrijgende of nieuwe instellingen voor collectieve belegging alsmede het criterium waarop deze verdeling is gebaseerd.
  De bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging kunnen besluiten om verdere informatie op te nemen in het fusievoorstel, splitsingsvoorstel of voorstel van inbreng of overdracht.
  Op basis van de gegevens, gekend op het ogenblik van het neerleggen van het fusievoorstel of splitsingsvoorstel, moet de toepassing van de in het tweede lid, 5°, vermelde berekeningsmethode voor de ruilverhouding ertoe leiden dat elke deelnemer van de op te slorpen of te splitsen instelling voor collectieve belegging minstens één recht van deelneming ontvangt van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging. De FSMA kan gelijkwaardige maatregelen aanvaarden.
  § 2. Bij herstructurering zijn de artikelen 444, 602, 694, 707, 730, 745 en 761, § 2, van het Wetboek van vennootschappen niet van toepassing.
Art.120. § 1er. Les organismes de placement collectif concernés par la restructuration établissent un projet commun de fusion, de scission, d'apport ou de cession.
  Par dérogation aux articles 693, alinéa 2, 706, alinéa 2, 719, alinéa 2, 728, alinéa 2, 743, alinéa 2, et 760, § 2, du Code des sociétés, le projet de fusion, de scission, d'apport ou de cession expose, le cas échéant, les éléments suivants :
  1° une identification du type de restructuration et des organismes de placement collectif concernés ;
  2° le contexte et la motivation de la restructuration envisagée ;
  3° l'incidence prévue de la restructuration envisagée sur les participants de tous les organismes de placement collectif concernés par cette restructuration ; cette information peut comprendre l'indication de la date à partir de laquelle les parts de l'organisme de placement collectif bénéficiaire qui sont attribuées donnent le droit de participer aux bénéfices, ainsi que toute modalité relative à ce droit ;
  4° les critères adoptés pour l'évaluation de l'actif et du passif ou de l'universalité ou branche d'activité à la date de calcul du rapport d'échange ou de la rémunération, telle que visée à l'article 133 ;
  5° la méthode de calcul du rapport d'échange ou de la rémunération ;
  6° la date d'effet prévue de la restructuration ; cette information peut comprendre l'indication de la date à partir de laquelle les opérations de l'organisme ou des organismes de placement collectif à absorber ou à scinder ou de l'organisme ou des organismes de placement collectif apporteurs sont considérées du point de vue comptable comme accomplies pour le compte de l'organisme de placement collectif bénéficiaire ;
  7° les règles applicables respectivement au transfert d'actifs et à l'échange de parts ;
  8° le règlement de gestion ou les statuts de l'organisme de placement collectif bénéficiaire nouvellement constitué ;
  9° dans le cas d'une scission, la description et la répartition précises des éléments du patrimoine actif et passif à transférer à chacun des organismes de placement collectif bénéficiaires ou nouvellement constitués ;
  10° dans le cas d'une scission, la répartition entre les participants de l'organisme de placement collectif à scinder des parts des organismes de placement collectif bénéficiaires ou nouvellement constitués, ainsi que le critère sur lequel cette répartition est fondée.
  Les organismes de placement collectif concernés par la restructuration peuvent décider d'inclure des éléments supplémentaires dans le projet de fusion, de scission, d'apport ou de cession.
  Sur la base des données connues au moment du dépôt du projet de fusion ou de scission, l'application de la méthode de calcul du rapport d'échange mentionnée à l'alinéa 2, 5°, doit avoir pour conséquence que chaque participant de l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder reçoive au moins une part de l'organisme de placement collectif bénéficiaire. La FSMA peut accepter des mesures équivalentes.
  § 2. Dans le cas d'une restructuration, les articles 444, 602, 694, 707, 730, 745 et 761, § 2, du Code des sociétés ne sont pas applicables.
Art.121. Bij herstructurering bevat de oproeping tot de algemene vergadering van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging, onverminderd de toepassing van de bepalingen van het Wetboek van vennootschappen en de bepalingen van het beheerreglement of de statuten, een aanduiding van de plaats waar de in artikel 126 bedoelde informatie kosteloos verkrijgbaar wordt gesteld voor het publiek.
  De FSMA kan, gelet op de omstandigheden, bijkomende publicatiemodaliteiten voor het oproepingsbericht opleggen.
Art.121. Dans le cas d'une restructuration, la convocation à l'assemblée générale des organismes de placement collectif concernés par la restructuration comporte, sans préjudice de l'application des dispositions du Code des sociétés et des dispositions du règlement de gestion ou des statuts, une indication du lieu où les informations visées à l'article 126 peuvent être obtenues gratuitement par le public.
  La FSMA peut, eu égard aux circonstances, imposer des modalités de publication complémentaires pour l'avis de convocation.
Art.122. Indien de FSMA oordeelt dat het dossier bedoeld in artikel 119, § 1, onvolledig is, verzoekt zij uiterlijk 10 werkdagen na ontvangst van dit dossier om bijkomende informatie.
  Indien de FSMA oordeelt dat het dossier bedoeld in artikel 119, § 1, niet voldoet aan de vereisten van dit onderdeel B van deze onderafdeling of indien de aan de deelnemers te verstrekken informatie geacht wordt niet gepast of ontoereikend te zijn in functie van de mogelijke gevolgen van de voorgenomen herstructurering voor de deelnemers van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging, kan zij schriftelijk verzoeken om de nodige aanpassingen door te voeren.
Art.122. Si elle estime que le dossier visé à l'article 119, § 1er, n'est pas complet, la FSMA demande des informations supplémentaires dans un délai maximal de dix jours ouvrables à compter de la réception dudit dossier.
  Si elle estime que le dossier visé à l'article 119, § 1er, ne satisfait pas aux exigences prévues par la partie B de la présente sous-section ou si elle considère que les informations qu'il est proposé de fournir aux participants ne sont pas appropriées ou pas satisfaisantes au regard de l'incidence potentielle de la restructuration envisagée sur les participants des organismes de placement collectif concernés par la restructuration, la FSMA peut exiger par écrit que les adaptations nécessaires soient effectuées.
Art.123. De FSMA keurt de voorgenomen herstructurering bedoeld in artikel 119, § 1, goed indien deze voldoet aan alle vereisten van de artikelen 115, 119, § 1, 120, 124 en 125 en indien de aan de deelnemers te verstrekken informatie geacht wordt toereikend te zijn.
  De beslissing van de FSMA om de herstructureringen al dan niet goed te keuren, wordt binnen 20 werkdagen na indiening van de volledige informatie bedoeld in artikel 119, § 1, desgevallend aangepast overeenkomstig artikel 122, tweede lid, schriftelijk ter kennis gebracht van de aanvragers. Enkel de aanvragers van de goedkeuring mogen, overeenkomstig artikel 121 van de wet van 2 augustus 2002, beroep instellen tegen de beslissing tot weigering van de goedkeuring van de herstructurering. Tegen de beslissing om de herstructurering goed te keuren kan geen beroep worden ingesteld.
Art.123. La FSMA autorise la restructuration envisagée, telle que visée à l'article 119, § 1er, si celle-ci est conforme à toutes les exigences prévues par les articles 115, 119, § 1er, 120, 124 et 125 et si les informations qu'il est proposé de fournir aux participants sont considérées comme satisfaisantes.
  La décision de la FSMA d'autoriser ou non la restructuration est notifiée aux demandeurs par écrit, dans les vingt jours ouvrables qui suivent la transmission de l'ensemble des informations complètes visées à l'article 119, § 1er, le cas échéant adaptées conformément à l'article 122, alinéa 2. Seuls les demandeurs de l'autorisation peuvent introduire un recours, conformément à l'article 121 de la loi du 2 août 2002, contre la décision de refus d'autorisation de la restructuration. La décision d'autoriser la restructuration n'est pas susceptible de recours.
Art.124. De bewaarders van elk van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging controleren of de in artikel 120, § 1, tweede lid, 1°, 6° en 7°, bedoelde gegevens in overeenstemming zijn met de wet en dit besluit en met het beheerreglement of de statuten van hun instelling voor collectieve belegging.
Art.124. Les dépositaires de chacun des organismes de placement collectif concernés par la restructuration vérifient la conformité des éléments d'information énoncés à l'article 120, § 1er, alinéa 2, 1°, 6° et 7°, avec les exigences de la loi et du présent arrêté, ainsi qu'avec le règlement de gestion ou les statuts de leur organisme de placement collectif respectif.
Art.125. § 1. Hetzij een bewaarder, hetzij een onafhankelijke, overeenkomstig Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, toegelaten auditor valideert in een schriftelijk verslag inzonderheid de volgende elementen, indien van toepassing :
  1° de criteria die zijn vastgesteld voor de waardering van de activa en, indien van toepassing, de passiva of van de algemeenheid of bedrijfstak op de in artikel 133 bedoelde datum voor de berekening van de ruilverhouding of vergoeding;
  2° de contante geldwaarde per recht van deelneming;
  3° de berekeningsmethode voor de ruilverhouding of vergoeding, alsmede de ruilverhouding of vergoeding zoals bepaald op de in artikel 133 vastgestelde datum voor de berekening van die ruilverhouding of vergoeding.
  De validatie van de ruilverhouding of vergoeding wordt opgenomen in een addendum bij het schriftelijk verslag van de in het eerste lid bedoelde persoon.
  Voor de toepassing van het eerste lid worden de commissarissen van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging geacht onafhankelijk te zijn.
  Een afschrift van het verslag bedoeld in § 1 wordt aan de FSMA bezorgd en op aanvraag kosteloos ter beschikking gesteld van de deelnemers van al de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging.
  § 2. Bij een herstructurering bedoeld in artikel 114 zijn de artikelen 695, 708, 731 en 746 van het Wetboek van vennootschappen niet van toepassing.
  Iedere verwijzing naar een verslag bedoeld in één van deze artikelen, moet worden begrepen als een verwijzing naar het verslag bedoeld in § 1.
  § 3. De in § 1 bedoelde personen kunnen ter plaatse inzage nemen van alle documenten die dienstig zijn voor de vervulling van hun taak. Zij zijn gerechtigd van de instellingen voor collectieve belegging die bij de herstructurering betrokken zijn, te verlangen dat hen alle ophelderingen en inlichtingen worden verstrekt. Zij zijn tevens gerechtigd alle controles te verrichten die zij nodig achten.
Art.125. § 1er. Un dépositaire ou un contrôleur légal des comptes indépendant, agréé conformément à la directive 2006/43/CE du Parlement européen et du Conseil du 17 mai 2006 concernant les contrôles légaux des comptes annuels et des comptes consolidés, rédige un rapport écrit afin de valider, le cas échéant, notamment les éléments suivants :
  1° les critères adoptés pour l'évaluation de l'actif et, le cas échéant, du passif, ou de l'universalité ou de la branche d'activité, à la date de calcul du rapport d'échange ou de la rémunération, telle que visée à l'article 133 ;
  2° le paiement en espèces par part ;
  3° la méthode de calcul du rapport d'échange ou de la rémunération, ainsi que le rapport d'échange ou la rémunération déterminé à la date de calcul de ce rapport d'échange ou de cette rémunération, telle que visée à l'article 133.
  La validation du rapport d'échange ou de la rémunération est reprise dans un supplément joint au rapport écrit de la personne visée à l'alinéa 1er.
  Pour l'application de l'alinéa 1er, les commissaires des organismes de placement collectif concernés par la restructuration sont considérés comme des contrôleurs légaux des comptes indépendants.
  Un exemplaire du rapport visé au § 1er est transmis à la FSMA et mis, sur demande et gratuitement, à la disposition des participants de tous les organismes de placement collectif concernés par la restructuration.
  § 2. Dans le cas d'une restructuration visée à l'article 114, les articles 695, 708, 731 et 746 du Code des sociétés ne sont pas applicables.
  Toute référence faite à un rapport visé dans l'un de ces articles doit être comprise comme une référence faite au rapport visé au § 1er.
  § 3. Les personnes visées au § 1er peuvent prendre connaissance sans déplacement de tout document utile à l'accomplissement de leur mission. Ils peuvent obtenir auprès des organismes de placement collectif concernés par la restructuration toutes les explications ou informations et procéder à toutes les vérifications qui leur paraissent nécessaires.
Art.126. § 1. De bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging verstrekken hun respectieve deelnemers passende en nauwkeurige informatie over de voorgestelde herstructurering. Deze informatie wordt beknopt en in niet-technische bewoordingen vastgesteld zodat de deelnemers met kennis van zaken het effect van de voorgestelde herstructurering op hun belegging kunnen beoordelen en zij hun rechten kunnen uitoefenen, inzonderheid deze uit hoofde van artikel 131.
  Indien de voorgestelde herstructurering een inbreng of overdracht van een algemeenheid of een bedrijfstak betreft, houdt deze informatie desgevallend rekening met de gevolgen van de eventueel voorgenomen vereffening van de inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging.
  Indien de deelnemers van een instelling voor collectieve belegging ingevolge de voorgestelde herstructurering deelnemers zouden worden van een instelling voor collectieve belegging die tevens betrokken is in een andere voorgenomen herstructurering, houdt de informatie voor de deelnemers van de eerste instelling voor collectieve belegging eveneens rekening met de gevolgen van deze andere voorgenomen herstructurering.
  § 2. De aan de deelnemers van de op te slorpen, te splitsen, inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging te verstrekken informatie voldoet aan de behoeften van beleggers die geen voorafgaande kennis hebben over de kenmerken van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging of over de wijze van bedrijfsvoering ervan. In deze informatie wordt hun aandacht gevestigd op de essentiële beleggersinformatie van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging en wordt de wenselijkheid benadrukt om die te lezen.
  In de aan deze deelnemers te verstrekken informatie wordt het volgende vermeld, indien van toepassing :
  1° de achtergrond en redenen van de voorgestelde herstructurering;
  2° de mogelijke gevolgen van de voorgestelde herstructurering voor de deelnemers, waaronder in elk geval de wezenlijke verschillen in beleggingspolitiek en -strategie, de kosten, de verwachte resultaten, periodieke verslaggeving en mogelijke verwatering van de resultaten, en - in voorkomend geval - een duidelijke waarschuwing aan de beleggers dat de herstructurering eventueel een verandering qua fiscale behandeling tot gevolg kan hebben. De in dit opzicht te verstrekken informatie bevat tevens :
  a) details betreffende alle verschillen in de rechten van de deelnemers van de op te slorpen, te splitsen, inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging voordat en nadat de voorgestelde herstructurering ingaat;
  b) indien in de essentiële beleggersinformatie van de op te slorpen, te splitsen, inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging en van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging synthetische risico- en opbrengstindicatoren in verschillende categorieën worden vermeld of in de begeleidende beschrijving op verschillende materiële risico's wordt gewezen, een vergelijking van die verschillen;
  c) een vergelijking van alle lasten, vergoedingen en kosten voor de betrokken instellingen voor collectieve belegging op basis van de in hun respectieve essentiële beleggersinformatie bekendgemaakte bedragen;
  d) indien de op te slorpen, te splitsen, inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging een prestatievergoeding toepast, een toelichting op welke wijze deze zal worden toegepast totdat de herstructurering ingaat;
  e) indien de verkrijgende instelling voor collectieve belegging een prestatievergoeding toepast, een toelichting op welke wijze deze verder zal worden toegepast om de eerlijke behandeling te waarborgen van de deelnemers die voorheen rechten van deelneming in de op te slorpen, te splitsen of desgevallend inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging bezaten;
  f) in gevallen waarin kosten in verband met de voorbereiding en de afronding van de herstructurering op grond van artikel 132 bij de op te slorpen, te splitsen, inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging of de verkrijgende instelling voor collectieve belegging of bij deelnemers ervan in rekening kunnen worden gebracht, details over de wijze van toewijzing van deze kosten;
  g) een toelichting of de op te slorpen, te splitsen, inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging of haar beheervennootschap voornemens is een herschikking van de portefeuille door te voeren voordat de herstructurering ingaat;
  3° eventuele specifieke rechten die deelnemers bij de voorgestelde herstructurering hebben, waaronder in elk geval het recht op aanvullende informatie, het recht om op aanvraag een afschrift te verkrijgen van het verslag van de onafhankelijke auditor of bewaarder, het recht om te eisen dat hun rechten van deelneming overeenkomstig artikel 131 zonder kosten worden ingekocht of terugbetaald, of indien van toepassing worden omgezet, en de uiterste datum voor de uitoefening van dat recht. De in dit opzicht te verstrekken informatie bevat tevens :
  a) details over op welke wijze alle nog te ontvangen inkomsten in de respectieve instellingen voor collectieve belegging moeten worden behandeld;
  b) een aanwijzing op welke wijze het in artikel 125 bedoelde verslag van de onafhankelijke auditor of bewaarder kan worden verkregen;
  4° de relevante procedurele aspecten en de beoogde ingangsdatum van de herstructurering. De in dit opzicht te verstrekken informatie bevat inzonderheid :
  a) de procedure op grond waarvan de deelnemers zal worden gevraagd het voorstel tot fusie, splitsing, inbreng of overdracht goed te keuren en de regelingen die zullen worden getroffen om hen over het resultaat te informeren;
  b) de details over een voorgenomen opschorting van de verhandeling van rechten van deelneming om een efficiënte uitvoering van de herstructurering mogelijk te maken;
  c) wanneer de herstructurering van kracht zal worden in overeenstemming met artikel 133;
  5° een bijgewerkte versie van de essentiële beleggersinformatie van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging;
  6° indien de voorwaarden van de voorgestelde herstructurering bepalingen omvatten betreffende een bijbetaling in geld, details over die voorgestelde bijbetaling, onder meer wanneer en op welke wijze de deelnemers de bijbetaling in geld zullen ontvangen;
  7° de termijn waarbinnen het voor de deelnemers mogelijk blijft om in te schrijven op, of de terugbetaling te vragen van, rechten van deelneming in de op te slorpen, te splitsen, inbrengende of overdragende instelling voor collectieve belegging;
  8° de termijn waarbinnen de deelnemers van de op te slorpen of te splitsen instelling voor collectieve belegging die binnen de toepasselijke tijdslimiet geen gebruik maken van hun rechten op grond van artikel 131, hun rechten als deelnemer van de verkrijgende instelling of instellingen voor collectieve belegging kunnen uitoefenen;
  9° een toelichting dat in gevallen waarin het voorstel tot fusie of splitsing met de nodige meerderheid wordt goedgekeurd, die deelnemers die tegen het voorstel stemmen of in het geheel niet stemmen en binnen de toepasselijke termijn geen gebruik maken van hun rechten op grond van artikel 131, deelnemers worden van de verkrijgende instelling of instellingen voor collectieve belegging.
  § 3. De aan de deelnemers van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging te verstrekken informatie spitst zich toe op de herstructureringsoperatie en het potentiële effect ervan op de verkrijgende instelling voor collectieve belegging.
  In de aan deze deelnemers te verstrekken informatie wordt in elk geval het volgende vermeld :
  1° de achtergrond en redenen van de voorgestelde herstructurering;
  2° de mogelijke gevolgen van de voorgestelde herstructurering voor de deelnemers, waaronder in elk geval de wezenlijke verschillen in beleggingspolitiek en -strategie, de kosten, de verwachte resultaten, periodieke verslaggeving en mogelijke verwatering van de resultaten, en - in voorkomend geval - een duidelijke waarschuwing aan de beleggers dat de herstructurering eventueel een verandering qua fiscale behandeling tot gevolg kan hebben. De in dit opzicht te verstrekken informatie bevat tevens een toelichting of de verkrijgende instelling voor collectieve belegging of haar beheervennootschap verwacht dat de herstructurering enig materieel effect op de portefeuille van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging zal hebben en of deze voornemens is een herschikking van de portefeuille door te voeren voordat of nadat de herstructurering ingaat;
  3° eventuele specifieke rechten die deelnemers bij de voorgestelde herstructurering hebben, waaronder in elk geval het recht op aanvullende informatie, het recht om op aanvraag een afschrift te verkrijgen van het verslag van de onafhankelijke auditor of bewaarder, het recht om te eisen dat hun rechten van deelneming overeenkomstig artikel 131 zonder kosten worden ingekocht of terugbetaald, of indien van toepassing worden omgezet, en de uiterste datum voor de uitoefening van dat recht. De in dit opzicht te verstrekken informatie bevat tevens :
  a) details over op welke wijze alle nog te ontvangen inkomsten in de respectieve instellingen voor collectieve belegging moeten worden behandeld;
  b) een aanwijzing op welke wijze het in artikel 125 bedoelde verslag van de onafhankelijke auditor of bewaarder kan worden verkregen;
  4° de relevante procedurele aspecten en de beoogde ingangsdatum van de herstructurering. De in dit opzicht te verstrekken informatie bevat inzonderheid :
  a) de procedure op grond waarvan de deelnemers zal worden gevraagd het voorstel tot fusie, splitsing, inbreng of overdracht goed te keuren en de regelingen die zullen worden getroffen om hen over het resultaat te informeren;
  b) de details over een voorgenomen opschorting van de verhandeling van rechten van deelneming om een efficiënte uitvoering van de herstructurering mogelijk te maken;
  c) wanneer de herstructurering van kracht zal worden in overeenstemming met artikel 133;
  5° de meest recente versie van de essentiële beleggersinformatie van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging, als deze is gewijzigd met het oog op de herstructureringsoperatie;
  § 4. De aan de deelnemers te verstrekken informatie mag een aanbeveling bevatten door de desbetreffende beheervennootschap of de raad van bestuur van de betrokken beleggingsvennootschap ten aanzien van de te maken keuze.
  Indien aan het begin van het informatiedocument een samenvatting van de hoofdpunten van het fusievoorstel, splitsingsvoorstel of voorstel van inbreng of overdracht wordt verstrekt, moet daarin naar de delen van het informatiedocument worden verwezen waarin nadere informatie wordt verstrekt.
Art.126. § 1er. Les organismes de placement collectif concernés par la restructuration fournissent à leurs participants respectifs des informations utiles et précises quant à la restructuration proposée. Ces informations sont rédigées de manière concise et dans un langage non technique permettant aux participants de juger en connaissance de cause de l'incidence de la restructuration proposée sur leur investissement et d'exercer les droits que leur confère notamment l'article 131.
  Si la restructuration proposée concerne un apport ou une cession d'universalité ou de branche d'activité, ces informations tiennent compte, le cas échéant, de l'incidence d'une liquidation éventuellement envisagée de l'organisme de placement collectif apporteur ou transférant.
  Si les participants d'un organisme de placement collectif sont susceptibles, à la suite de la restructuration proposée, de devenir des participants d'un organisme de placement collectif qui est également concerné par une autre restructuration envisagée, les informations fournies aux participants du premier organisme de placement collectif tiennent compte également de l'incidence de cette autre restructuration envisagée.
  § 2. Les informations fournies aux participants de l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder ou de l'organisme de placement collectif apporteur ou transférant doivent répondre aux besoins d'investisseurs qui n'ont aucune connaissance préalable des caractéristiques de l'organisme de placement collectif bénéficiaire ni de son mode de fonctionnement. Elles doivent attirer leur attention sur les informations clés pour l'investisseur diffusées par l'organisme de placement collectif bénéficiaire et insister sur l'utilité de les lire.
  Les informations à fournir à ces participants comprennent, le cas échéant, les éléments suivants :
  1° le contexte et la motivation de la restructuration proposée ;
  2° l'incidence possible de la restructuration proposée sur les participants, y compris, notamment, toutes différences substantielles en ce qui concerne la politique et la stratégie de placement, les coûts, les résultats attendus, la présentation périodique de rapports et le risque de dilution de la performance ainsi que, le cas échéant, un avertissement bien visible aux investisseurs sur le fait que leur régime fiscal pourrait changer à la suite de la restructuration. Les informations à fournir à cet égard comprennent en outre :
  a) des informations détaillées sur les différences entre les droits, avant et après la restructuration proposée, des participants de l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder ou de l'organisme de placement collectif apporteur ou transférant ;
  b) si, dans les informations clés pour l'investisseur concernant l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder ou l'organisme de placement collectif apporteur ou transférant et celles concernant l'organisme de placement collectif bénéficiaire, les indicateurs synthétiques de risque et de rendement apparaissent dans des catégories différentes, ou si les principaux risques décrits dans l'explication textuelle qui les accompagne sont différents, une comparaison de ces différences ;
  c) une comparaison de tous les frais, honoraires et commissions pour les organismes de placement collectif concernés, sur la base des montants indiqués dans leurs informations clés pour l'investisseur respectives ;
  d) si l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder ou l'organisme de placement collectif apporteur ou transférant applique une commission de performance, une explication de la manière dont elle sera établie jusqu'au moment où la restructuration deviendra effective ;
  e) si l'organisme de placement collectif bénéficiaire applique une commission de performance, une description de la manière dont elle sera établie par la suite pour garantir un traitement équitable aux participants qui détenaient précédemment des parts dans l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder ou, le cas échéant, dans l'organisme de placement collectif apporteur ou transférant ;
  f) dans les cas où l'article 132 permet de faire supporter les coûts liés à la préparation et à la réalisation de la restructuration par l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder ou l'organisme de placement collectif apporteur ou transférant, par l'organisme de placement collectif bénéficiaire ou par leurs participants, des informations détaillées sur la manière dont ces coûts seront répartis ;
  g) des éclaircissements quant à l'intention éventuelle de l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder ou l'organisme de placement collectif apporteur ou transférant ou de sa société de gestion de rééquilibrer le portefeuille avant la restructuration ;
  3° tous droits spécifiques des participants en rapport avec la restructuration proposée, y compris, notamment, le droit d'obtenir des informations complémentaires, le droit d'obtenir sur demande un exemplaire du rapport du contrôleur légal des comptes indépendant ou du dépositaire et le droit de demander le rachat ou le remboursement ou, le cas échéant, la conversion de leurs parts sans frais conformément à l'article 131, ainsi que la date ultime à laquelle ce droit peut être exercé. Les informations à fournir à cet égard comprennent en outre :
  a) des précisions sur le traitement des produits à recevoir de chacun des organismes de placement collectif ;
  b) une indication de la manière dont le rapport du contrôleur légal des comptes indépendant ou du dépositaire visé à l'article 125 peut être obtenu ;
  4° les aspects pertinents de la procédure et la date d'effet prévue de la restructuration. Les informations à fournir à cet égard comprennent notamment :
  a) la procédure selon laquelle les participants seront invités à approuver la proposition de fusion, de scission, d'apport ou de cession, et les modalités selon lesquelles ils seront informés des résultats ;
  b) des précisions sur une éventuelle suspension de la négociation des parts pour permettre le bon déroulement de l'opération de restructuration ;
  c) la date de prise d'effet de la restructuration, conformément à l'article 133 ;
  5° une version actualisée des informations clés pour l'investisseur diffusées par l'organisme de placement collectif bénéficiaire ;
  6° si les termes de la restructuration proposée prévoient des paiements en espèces, tous les détails des paiements prévus, et notamment quand et comment les participants recevront le paiement en espèces ;
  7° la période pendant laquelle les participants pourront continuer à souscrire et à demander le remboursement des parts de l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder ou de l'organisme de placement collectif apporteur ou transférant ;
  8° le moment à partir duquel les participants de l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder qui n'ont pas exercé, dans les délais prévus, les droits que leur accorde l'article 131, pourront exercer leurs droits en tant que participants de l'organisme ou des organismes de placement collectif bénéficiaires ;
  9° le fait que lorsque la proposition de fusion ou de scission reçoit le nombre de voix requises, les participants qui ont voté contre la proposition ou n'ont pas voté et qui n'ont pas exercé, dans les délais prévus, les droits que leur accorde l'article 131, deviennent participants de l'organisme ou des organismes de placement collectif bénéficiaires.
  § 3. Les informations à fournir aux participants de l'organisme de placement collectif bénéficiaire doivent porter pour l'essentiel sur les modalités de la restructuration et sur son incidence potentielle sur l'organisme de placement collectif bénéficiaire.
  Les informations à fournir à ces participants comprennent notamment les élément suivants :
  1° le contexte et la motivation de la restructuration proposée ;
  2° l'incidence possible de la restructuration proposée sur les participants, y compris, notamment, toutes différences substantielles en ce qui concerne la politique et la stratégie de placement, les coûts, les résultats attendus, la présentation périodique de rapports et le risque de dilution de la performance ainsi que, le cas échéant, un avertissement bien visible aux investisseurs sur le fait que leur régime fiscal pourrait changer à la suite de la restructuration. Les informations à fournir à cet égard précisent également si l'organisme de placement collectif bénéficiaire ou sa société de gestion prévoit que la restructuration aura une incidence importante sur le portefeuille de l'organisme de placement collectif bénéficiaire, et si celui-ci prévoit de rééquilibrer ce portefeuille soit avant, soit après la restructuration ;
  3° tous droits spécifiques des participants en rapport avec la restructuration proposée, y compris, notamment, le droit d'obtenir des informations complémentaires, le droit d'obtenir sur demande un exemplaire du rapport du contrôleur légal des comptes indépendant ou du dépositaire et le droit de demander le rachat ou le remboursement ou, le cas échéant, la conversion de leurs parts sans frais conformément à l'article 131, ainsi que la date ultime à laquelle ce droit peut être exercé. Les informations à fournir à cet égard comprennent en outre :
  a) des précisions sur le traitement des produits à recevoir de chacun des organismes de placement collectif ;
  b) une indication de la manière dont le rapport du contrôleur légal des comptes indépendant ou du dépositaire visé à l'article 125 peut être obtenu ;
  4° les aspects pertinents de la procédure et la date d'effet prévue de la restructuration. Les informations à fournir à cet égard comprennent notamment :
  a) la procédure selon laquelle les participants seront invités à approuver la proposition de fusion, de scission, d'apport ou de cession, et les modalités selon lesquelles ils seront informés des résultats ;
  b) des précisions sur une éventuelle suspension de la négociation des parts pour permettre le bon déroulement de l'opération de restructuration ;
  c) la date de prise d'effet de la restructuration, conformément à l'article 133;
  5° la version la plus récente des informations clés pour l'investisseur diffusées par l'organisme de placement collectif bénéficiaire, dès lors qu'elles ont été modifiées aux fins de l'opération de restructuration.
  § 4. Les informations à fournir aux participants peuvent contenir une recommandation de la société de gestion ou du conseil d'administration de la société d'investissement concernée quant au choix à opérer.
  Si un résumé des points principaux du projet de fusion, de scission, d'apport ou de cession est fourni au début du document d'information, il doit renvoyer aux parties du document d'information où des informations complémentaires sont fournies.
Art.127. De in artikel 126 bedoelde informatie wordt pas aan de deelnemers van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging verstrekt nadat de FSMA de voorgenomen herstructurering heeft goedgekeurd.
  Deze informatie wordt verstrekt ten minste dertig dagen voor de uiterste datum voor het aanvragen van een inkoop of terugbetaling, of indien van toepassing een omzetting, uit hoofde van artikel 131.
  Een fusie van een master met een andere instelling voor collectieve belegging of de splitsing van een master in twee of meer instellingen voor collectieve beleggingen kan alleen ingaan als de master al haar deelnemers ten minste zestig dagen voor de beoogde ingangsdatum deze informatie heeft verstrekt.
Art.127. Les informations visées à l'article 126 sont transmises aux participants des organismes de placement collectif concernés par la restructuration uniquement après que la FSMA ait autorisé la restructuration envisagée.
  Ces informations sont transmises au moins trente jours avant la date ultime de demande de rachat ou de remboursement ou, le cas échéant, de conversion au titre de l'article 131.
  La fusion d'un master avec un autre organisme de placement collectif ou la scission d'un master en deux organismes de placement collectif ou plus ne prend effet que si le master a fourni les informations susvisées à tous ses participants au plus tard soixante jours avant la date de prise d'effet proposée.
Art.128. Tussen de datum waarop de in artikel 126 bedoelde informatie aan de deelnemers wordt verstrekt en de datum waarop de herstructurering ingaat, worden deze informatie en de actuele essentiële beleggersinformatie van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging verstrekt aan elke persoon die rechten van deelneming in één van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging aankoopt of daarop inschrijft of om een exemplaar vraagt van het beheerreglement of de statuten, het prospectus of de essentiële beleggersinformatie van een van deze instellingen voor collectieve belegging.
Art.128. Entre la date à laquelle les informations visées à l'article 126 sont fournies aux participants et la date à laquelle la restructuration prend effet, ces informations et le document actualisé contenant les informations clés pour l'investisseur de l'organisme de placement collectif bénéficiaire sont fournis à toute personne achetant ou souscrivant des parts de l'un des organismes de placement collectif concernés par la restructuration ou qui demande à recevoir un exemplaire du règlement de gestion ou des statuts, du prospectus ou des informations clés pour l'investisseur de l'un de ces organismes de placement collectif.
Art.129. De bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging verstrekken de in artikel 126 bedoelde informatie aan hun deelnemers op papier of op een andere duurzame drager.
  Als de informatie op een andere duurzame drager dan papier aan alle of bepaalde deelnemers wordt verstrekt, dienen de volgende voorwaarden te worden vervuld :
  a) de informatieverstrekking past in de context waarin de deelnemer en de bij de herstructurering betrokken instelling voor collectieve belegging of, in voorkomend geval, de respectieve beheervennootschap, zaken met elkaar doen of gaan doen;
  b) de deelnemer aan wie de informatie moet worden verstrekt, kiest, wanneer deze voor de keuze wordt gesteld tussen informatie op papier of op een andere duurzame drager, uitdrukkelijk voor deze andere drager.
  Voor de toepassing van het tweede lid wordt de verstrekking van informatie via elektronische mededelingen geacht te passen in de context waarin de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging of hun respectieve beheervennootschap en de deelnemer zaken doen of gaan doen indien bewezen is dat de cliënt regelmatig toegang tot het internet heeft. Dit wordt als bewezen aangemerkt als de deelnemer een e-mailadres opgeeft om zaken te doen.
Art.129. Les organismes de placement collectif concernés par la restructuration fournissent les informations visées à l'article 126 aux participants sur papier ou sur un autre support durable.
  Si les informations sont fournies à certains participants ou à tous les participants sur un support durable autre que le papier, les conditions suivantes doivent être remplies :
  a) le mode de transmission est adapté au contexte dans lequel sont ou seront conduites les affaires entre le participant et l'organisme de placement collectif concerné par la restructuration ou, le cas échéant, la société de gestion concernée ;
  b) le participant à qui l'information doit être fournie, après s'être vu proposer le choix entre la fourniture de l'information sur papier ou sur cet autre support durable, opte formellement pour cet autre support.
  Pour l'application de l'alinéa 2, la fourniture d'informations par voie électronique est considérée comme adaptée au contexte dans lequel sont ou seront conduites les affaires entre les organismes de placement collectif concernés par la restructuration ou les sociétés de gestion concernées et le participant, s'il est prouvé que ce dernier a un accès régulier à l'internet. La fourniture par le participant d'une adresse électronique aux fins de la conduite de ces affaires est considérée comme une preuve de cet accès régulier.
Art.130. De bij de herstructurering betrokken beleggingsvennootschappen of hun compartimenten zijn, in afwijking van artikel 533 van het Wetboek van vennootschappen, niet verplicht om de oproeping tot de algemene vergadering die zich over de herstructurering zal uitspreken te publiceren in het Belgisch Staatsblad en een nationaal verspreid dagblad, voor zover de informatie bedoeld in artikel 126 aan de beleggers wordt verstrekt overeenkomstig artikel 129, eerste lid en voor zover de volgende elementen worden toegevoegd aan de informatie bedoeld in artikel 126 :
  a) de oproeping tot de algemene vergadering die zich over de herstructurering dient uit te spreken;
  b) een schematisch en chronologisch overzicht met de datum waarop de in dit artikel bedoelde informatie wordt verstrekt, de datum van de algemene vergadering die zich over de herstructurering dient uit te spreken, de relevante data vermeld in artikel 126, § 2, 4°, of § 3, 4°, en de periodes waarin de in het tweede lid bedoelde documenten worden gepubliceerd op de website;
  c) de pagina van de website waarop de in het tweede lid bedoelde documenten rechtstreeks kunnen worden geconsulteerd.
  De instelling voor collectieve belegging die gebruik maakt van de in het eerste lid bedoelde mogelijkheid stelt de volgende documenten kosteloos ter beschikking op een website die voor iedereen toegankelijk is :
  a) de oproeping tot de algemene vergadering die zich over de herstructurering dient uit te spreken, vanaf de dag van het versturen van de in dit artikel bedoelde informatie tot ten minste de dag van de algemene vergadering;
  b) het persbericht bedoeld in artikel 135, zo snel mogelijk na de algemene vergadering die zich over de herstructurering heeft uitgesproken en gedurende ten minste een maand.
Art.130. Par dérogation à l'article 533 du Code des sociétés, les sociétés d'investissement concernées par la restructuration ou leurs compartiments ne sont pas tenus de publier la convocation à l'assemblée générale appelée à se prononcer sur la restructuration au Moniteur belge et dans un organe de presse de diffusion nationale, pour autant que les informations visées à l'article 126 soient fournies aux investisseurs conformément à l'article 129, alinéa 1er et pour autant que les éléments suivants soient ajoutés aux informations visées à l'article 126 :
  a) la convocation à l'assemblée générale appelée à se prononcer sur la restructuration ;
  b) un aperçu schématique et chronologique mentionnant la date à laquelle les informations visées dans cet article sont fournies, la date de l'assemblée générale appelée à se prononcer sur la restructuration, les dates pertinentes visées à l'article 126, § 2, 4°, ou § 3, 4°, et les périodes pendant lesquelles les documents visés à l'alinéa 2 sont publiés sur le site web ;
  c) la page du site web sur laquelle les documents visés à l'alinéa 2 peuvent être directement consultés.
  L'organisme de placement collectif qui fait usage de la possibilité visée à l'alinéa 1er prévoit la mise à disposition, sans frais, sur un site web accessible à tout un chacun des documents suivants :
  a) la convocation à l'assemblée générale appelée à se prononcer sur la restructuration, à partir de la date d'envoi des informations visées dans cet article et au moins jusqu'à la date de l'assemblée générale ;
  b) le communiqué de presse visé à l'article 135, le plus rapidement possible après l'assemblée générale qui s'est prononcée sur la restructuration et pendant au moins un mois.
Art.131. De deelnemers van elk van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging mogen eisen dat hun rechten van deelneming zonder enigerlei andere kosten dan die tot dekking van de kosten voor de realisatie van de activa, ingehouden ten gunste van de instelling voor collectieve belegging, worden ingekocht of terugbetaald of, zo mogelijk, worden omgezet in rechten van deelneming in een andere instelling voor collectieve belegging met een soortgelijk beleggingsbeleid en die wordt beheerd door dezelfde beheervennootschap of door een andere maatschappij waarmee de beheervennootschap is verbonden door gemeenschappelijke bedrijfsvoering of gemeenschappelijke controle of door een substantiële rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming.
  De in het eerste lid bedoelde mogelijkheid gaat in zodra de deelnemers van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging overeenkomstig artikel 127 in kennis zijn gesteld van de voorgestelde herstructurering. Het recht vervalt 5 werkdagen voor de in artikel 133 bedoelde datum voor de berekening van de ruilverhouding of de vergoeding.
  De in het prospectus vermelde personen dragen de eventuele verschuldigde provisies en kosten die met toepassing van het eerste lid niet ten laste van de deelnemers mogen vallen.
Art.131. Les participants de chacun des organismes de placement collectif concernés par la restructuration ont le droit d'exiger, sans frais autres que ceux retenus au profit de l'organisme de placement collectif pour couvrir les coûts de la réalisation des actifs, le rachat ou le remboursement de leurs parts ou, lorsque c'est possible, leur conversion en parts d'un autre organisme de placement collectif poursuivant une politique de placement similaire et géré par la même société de gestion ou par toute autre société avec laquelle la société de gestion est liée dans le cadre d'une communauté de gestion ou de contrôle ou par une importante participation directe ou indirecte.
  Le droit visé à l'alinéa 1er devient effectif au moment où les participants des organismes de placement collectif concernés par la restructuration ont été informés de la restructuration proposée conformément à l'article 127 et expire cinq jours ouvrables avant la date de calcul du rapport d'échange ou de la rémunération, telle que visée à l'article 133.
  Les personnes mentionnées dans le prospectus supportent les éventuels commissions et frais qui ne peuvent être mis à charge des participants conformément à l'alinéa 1er.
Art.132. Behalve in gevallen waarin een instelling voor collectieve belegging geen beheervennootschap heeft aangesteld, worden juridische, administratieve of advieskosten in verband met de voorbereiding en de afronding van de herstructurering niet in rekening gebracht bij de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging of hun deelnemers.
  In gevallen waarin een instelling voor collectieve belegging geen beheervennootschap heeft aangesteld, is artikel 110 naar analogie van toepassing bij herstructurering.
  De in het prospectus vermelde personen dragen de eventuele verschuldigde kosten, bedoeld in de voorgaande leden.
Art.132. Sauf dans les cas où les organismes de placement collectif n'ont pas désigné de société de gestion, les coûts juridiques, des services de conseil ou administratifs associés à la préparation et à la réalisation de la restructuration ne sont pas facturés aux organismes de placement collectif concernés par la restructuration ou à leurs participants.
  Dans les cas où les organismes de placement collectif n'ont pas désigné de société de gestion, l'article 110 s'applique par analogie à l'occasion d'une restructuration.
  Les personnes mentionnées dans le prospectus supportent les coûts éventuels visés dans les alinéas précédents.
Art.133. § 1. De ruilverhouding van de rechten van deelneming en in voorkomend geval de opleg dan wel de vergoeding voor de inbreng of overdracht worden berekend op de datum waarop het bevoegde orgaan van een van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging als laatste van die instellingen de herstructurering goedkeurt.
  Met toepassing van artikel 125 valideert de daarin bedoelde persoon uiterlijk de vijfde bankwerkdag volgend op de in het eerste lid bedoelde datum de ruilverhouding en in voorkomend geval de opleg dan wel de vergoeding voor de inbreng of overdracht.
  Op voorwaarde dat de ruilverhouding en in voorkomend geval de opleg dan wel de vergoeding voor de inbreng of overdracht worden gevalideerd overeenkomstig het tweede lid, is de herstructurering in afwijking van de artikelen 701, tweede lid, 715, 724, tweede lid, 738, tweede lid, en 754 van het Wetboek van vennootschappen, voltrokken en gaat deze in op [1 uiterlijk]1 de zesde bankwerkdag volgend op de in het eerste lid bedoelde datum, hetzij, voor een herstructurering door oprichting van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging en indien deze datum later valt, op de datum waarop de nieuwe instelling voor collectieve belegging is opgericht.
  § 2. Indien de toepassing van de ruilverhouding er toe leidt dat aan de deelnemers van de bij de herstructurering betrokken instellingen voor collectieve belegging, in ruil voor een volledig recht van deelneming, tevens fracties van rechten van deelneming in de verkrijgende instelling voor collectieve belegging toekomen, moet aan deze deelnemers de mogelijkheid worden geboden om deze fracties van rechten van deelneming zonder kosten, behoudens eventuele taksen, in geld terugbetaald te krijgen, zonder benadeling van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging. De FSMA kan gelijkwaardige maatregelen aanvaarden.
  
Art.133. § 1er. Le rapport d'échange des parts et, le cas échéant, la soulte ou la rémunération attribuée pour l'apport ou la cession sont calculés à la date à laquelle l'organe compétent de l'un des organismes de placement collectif concernés par la restructuration approuve, en dernier lieu, la restructuration.
  En application de l'article 125, la personne y visée valide au plus tard le cinquième jour ouvrable bancaire suivant la date visée à l'alinéa 1er, le rapport d'échange et, le cas échéant, la soulte ou la rémunération attribuée pour l'apport ou la cession.
  A condition que le rapport d'échange et, le cas échéant, la soulte ou la rémunération attribuée pour l'apport ou la cession soient validés conformément à l'alinéa 2, la restructuration est, par dérogation aux articles 701, alinéa 2, 715, 724, alinéa 2, 738, alinéa 2, et 754 du Code des sociétés, réalisée et celle-ci prend effet soit [1 au plus tard]1 le sixième jour ouvrable bancaire suivant la date visée à l'alinéa 1er, soit, pour une restructuration par constitution de l'organisme de placement collectif bénéficiaire et si cette date est postérieure, à la date à laquelle le nouvel organisme de placement collectif est constitué.
  § 2. Si, en raison de l'application du rapport d'échange, les participants des organismes de placement collectif concernés par la restructuration se voient également attribuer, en échange d'une part complète, des fractions de parts de l'organisme de placement collectif bénéficiaire, ils doivent avoir la possibilité de se faire rembourser ces fractions de parts en espèces et sans frais, sauf taxes éventuelles, sans qu'il soit porté préjudice à l'organisme de placement collectif bénéficiaire. La FSMA peut accepter des mesures équivalentes.
  
Art.134. Van zodra de overdracht van de activa en, in voorkomend geval, van de passiva voltooid is, bevestigt de beheervennootschap van de verkijgende instelling voor collectieve belegging schriftelijk de overdracht aan de bewaarder van deze instelling voor collectieve belegging. Indien geen beheervennootschap werd aangesteld, bevestigt de verkrijgende instelling voor collectieve belegging zelf schriftelijk de overdracht aan haar bewaarder.
Art.134. Dès que le transfert de l'actif et, le cas échéant, du passif a été effectué, la société de gestion de l'organisme de placement collectif bénéficiaire confirme ce transfert, par écrit, au dépositaire dudit organisme de placement collectif. Si l'organisme de placement collectif bénéficiaire n'a pas désigné de société de gestion, il confirme le transfert lui-même, par écrit, à son dépositaire.
Art.135. § 1. Van zodra de herstructurering is voltrokken, publiceert de verkrijgende instelling voor collectieve belegging een persbericht dat minstens de volgende gegevens bevat :
  1° een vermelding van de beslissingen van de bevoegde organen tot herstructurering en van het ingaan van de herstructurering;
  2° de ruilverhouding van de betrokken rechten van deelneming en, in voorkomend geval, het bedrag van de opleg dan wel de vergoeding voor de inbreng of overdracht, met aanduiding van de berekeningsdatum;
  3° de ondernemingen die desgevallend instaan voor het ruilen van de rechten van deelneming;
  4° in voorkomend geval, vermelding van de in artikel 133, § 2, bedoelde mogelijkheid tot kosteloze terugbetaling van fracties van rechten van deelneming en de modaliteiten ervan;
  5° vermelding dat de in artikel 126 bedoelde informatie, het fusievoorstel, splitsingsvoorstel of voorstel van inbreng of overdracht en de in het kader van de herstructureringen opgestelde verslagen van een onafhankelijke auditor of bewaarder beschikbaar zijn bij de onderneming bedoeld in artikel 248, § 2, van de wet.
  Dit persbericht wordt gepubliceerd hetzij in twee dagbladen die landelijk of in grote oplage worden verspreid, hetzij op de website bedoeld in artikel 130, voor zover de instelling voor collectieve belegging gebruikt heeft gemaakt van de mogelijkheid bedoeld in dat artikel, hetzij via enig ander gelijkwaardig publicatiemiddel dat is aanvaard door de FSMA.
  Dit persbericht wordt ter kennis gebracht aan de FSMA.
  § 2. Indien na de verstrekking van de in artikel 126 bedoelde informatie, vast komt te staan dat de daarin beschreven herstructurering geen doorgang zal vinden, publiceren de instellingen voor collectieve belegging die bij de herstructurering zijn betrokken een gezamenlijk persbericht waarin dit wordt bekendgemaakt.
  Dit persbericht wordt gepubliceerd hetzij in twee dagbladen die landelijk of in grote oplage worden verspreid, hetzij op de website bedoeld in artikel 130, voor zover de instellingen voor collectieve belegging gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid bedoeld in dat artikel, hetzij via enig ander gelijkwaardig publicatiemiddel dat is aanvaard door de FSMA.
  Dit persbericht wordt op voorhand ter kennis gebracht van de FSMA.
Art.135. § 1er. Dès que la restructuration est réalisée, l'organisme de placement collectif bénéficiaire publie un communiqué de presse qui comprend au moins les renseignements suivants :
  1° la mention des décisions de restructuration prises par les organes compétents et de la prise d'effet de la restructuration ;
  2° le rapport d'échange des parts concernées et, le cas échéant, le montant de la soulte ou la rémunération attribuée pour l'apport ou la cession, avec indication de la date de calcul ;
  3° les entreprises chargées, le cas échéant, de l'échange des parts ;
  4° le cas échéant, la mention de la possibilité visée à l'article 133, § 2, de remboursement sans frais de fractions de parts, et les modalités qui s'y rattachent ;
  5° la mention du fait que les informations visées à l'article 126, le projet de fusion, de scission, d'apport ou de cession, ainsi que les rapports établis dans le cadre des restructurations par un contrôleur légal des comptes indépendant ou un dépositaire, sont disponibles auprès de l'entreprise visée à l'article 248, § 2, de la loi.
  Ce communiqué de presse est publié soit dans deux quotidiens à diffusion nationale ou à tirage suffisant, soit sur le site web visé à l'article 130, pour autant que l'organisme de placement collectif ait fait usage de la possibilité visée dans cet article, soit encore par tout autre moyen de publication équivalent accepté par la FSMA.
  Ce communiqué de presse est porté à la connaissance de la FSMA.
  § 2. S'il apparaît, après la fourniture des informations visées à l'article 126, que la restructuration qui y est décrite n'aura pas lieu, les organismes de placement collectif concernés par la restructuration publient un communiqué de presse commun qui en fait état.
  Ce communiqué de presse est publié soit dans deux quotidiens à diffusion nationale ou à tirage suffisant, soit sur le site web visé à l'article 130, pour autant que les organismes de placement collectif aient fait usage de la possibilité visée dans cet article, soit encore par tout autre moyen de publication équivalent accepté par la FSMA.
  Ce communiqué de presse est préalablement porté à la connaissance de la FSMA.
Art.136. De voltrekking van de herstructurering leidt tot de schrapping van de inschrijving van de op te slorpen of te splitsen instelling voor collectieve belegging, tenzij deze niet ophoudt te bestaan.
Art.136. La réalisation de la restructuration entraîne la suppression de l'inscription de l'organisme de placement collectif à absorber ou à scinder, à moins que celui-ci ne cesse pas d'exister.
Art.137. In afwijking van Boek XI, Titel II, Hoofdstuk I, Afdeling VI van het Wetboek van vennootschappen, kan een in artikel 114 bedoelde herstructurering niet nietig worden verklaard zodra deze overeenkomstig artikel 133 is ingegaan.
Art.137. Par dérogation au livre XI, titre II, chapitre I, section VI du Code des sociétés, une restructuration visée à l'article 114 qui a pris effet conformément à l'article 133 ne peut être déclarée nulle et non avenue.
Afdeling IV. - Uitgifte en openbaar aanbod van rechten van deelneming van een AICB
Section IV. - Emission et offre publique de parts d'un OPCA
Onderafdeling I. - Behandeling van aanvragen tot uitgifte, inkoop dan wel compartimentswijziging
Sous-section Ire. - Traitement des demandes d'émission ou de rachat, ou de changement de compartiment
Art.138. § 1. Vanaf de eerste bankwerkdag na de afsluiting van de initiële inschrijvingsperiode voert de AICB de aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging ten minste tweemaal per maand uit.
  Indien de aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel tot compartimentswijziging betrekking hebben op rechten van deelneming uitgegeven door een AICB bedoeld bij artikel 49, § 1, mag de uitvoering van deze aanvragen, in afwijking van het voorgaande lid, worden beperkt tot één maal per maand.
  § 2. In afwijking van § 1 kan de uitgifte van rechten van deelneming in AICB's enkel in uitzonderlijke gevallen, inzonderheid in de in artikel 145 bedoelde gevallen, en wanneer dat verantwoord is rekening houdend met de belangen van de deelnemers, tijdelijk worden geschorst.
  [1 In afwijking van paragraaf 1 kan de uitgifte van rechten van deelneming worden stopgezet voor de AICB's die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel instellingen voor collectieve belegging met vergelijkbare kenmerken, en voor de andere AICB's bedoeld bij artikel 92.]1
  De schorsing of stopzetting van de uitgifte van rechten van deelneming overeenkomstig de voorgaande leden wordt bekendgemaakt in een bericht, dat wordt gepubliceerd in één of meer in België uitgegeven dagbladen of op een andere door de FSMA aanvaarde wijze. Deze schorsing of stopzetting wordt vermeld in het prospectus.
  § 3. De prijs van de rechten van deelneming bij uitgifte en inkoop dient binnen de gebruikelijke termijnen te worden gestort.
  
Art.138. § 1er. A partir du premier jour ouvrable bancaire suivant la clôture de la période de souscription initiale, l'OPCA exécute les demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment au moins deux fois par mois.
  Si les demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment, portent sur des parts émises par un OPCA visé à l'article 49, § 1er, l'exécution de ces demandes peut, par dérogation à l'alinéa précédent, être limitée à une fois par mois.
  § 2. Par dérogation au § 1er, l'émission des parts des OPCA ne peut être provisoirement suspendue que dans des cas exceptionnels, notamment ceux visés à l'article 145, et si la suspension est justifiée compte tenu de l'intérêt des participants.
  [1 Par dérogation au paragraphe 1er, il peut être mis fin à l'émission de parts des OPCA qui fournissent aux investisseurs, à certaines dates prédéterminées, des rémunérations dont le calcul est fondé sur un algorithme et qui sont liées à la performance ou à l'évolution du prix d'actifs financiers, d'indices ou de portefeuilles de référence ou à la réalisation d'autres conditions concernant ces actifs financiers, indices ou portefeuilles de référence, ou des organismes de placement collectif ayant des caractéristiques similaires, et des autres OPCA visés à l'article 92.]1
  La suspension ou l'arrêt de l'émission des parts conformément aux alinéas précédents fait l'objet d'un avis qui est publié dans un ou plusieurs quotidiens diffusés en Belgique ou par un autre moyen de publication accepté par la FSMA. Cette suspension ou cet arrêt est mentionné dans le prospectus.
  § 3. Le prix des parts en cas d'émission et de rachat est versé dans les délais d'usage.
  
Art.139. Tenzij gedurende de initiële inschrijvingsperiode, worden de aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging uitgevoerd op basis van de netto-inventariswaarde, zoals berekend overeenkomstig artikel 142.
Art.139. Sauf pendant la période de souscription initiale, les demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment, sont exécutées sur la base de la valeur nette d'inventaire calculée conformément à l'article 142.
Art.140. § 1. Aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel tot compartimentswijziging die worden overgemaakt via de financiële tussenpersonen die de AICB zelf heeft aangeduid voor de verhandeling van haar rechten van deelneming, moeten ten laatste op het ogenblik van de afsluiting van de ontvangstperiode, bepaald in het prospectus, door voormelde financiële tussenpersonen worden ontvangen.
  De persoon die de beheertaken voor AICB's, bedoeld bij artikel 3, 41°, c), van de wet waarneemt, en de in het eerste lid bedoelde financiële tussenpersonen moeten derwijze georganiseerd zijn dat voormelde aanvragen binnen een redelijke termijn na de afsluiting van de ontvangstperiode, bepaald in het prospectus, worden overgemaakt aan de persoon die de beheertaken voor AICB's, bedoeld bij artikel 3, 41°, c), van de wet waarneemt, zonder dat deze aanvragen mogen worden gewijzigd of geannuleerd.
  § 2. Aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel tot compartimentswijziging die worden overgemaakt via andere financiële bemiddelaars dan deze die de AICB zelf heeft aangeduid voor de verhandeling van haar rechten van deelneming, moeten voor de afsluiting van de ontvangstperiode, bepaald in het prospectus, zijn overgemaakt aan de persoon die de beheertaken voor AICB's, bedoeld bij artikel 3, 41°, c), van de wet waarneemt.
Art.140. § 1er. Les demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment, transmises via les intermédiaires financiers que l'OPCA a lui-même désignés pour la commercialisation de ses parts, doivent être reçues par ces intermédiaires au plus tard au moment de la clôture de la période de réception, telle que déterminée dans le prospectus.
  La personne qui assure les fonctions de gestion d'OPCA visées à l'article 3, 41°, c), de la loi, et les intermédiaires financiers visés à l'alinéa 1er doivent être organisés de telle sorte que les demandes susmentionnées soient transmises dans un délai raisonnable après la clôture de la période de réception, telle que déterminée dans le prospectus, à la personne qui assure les fonctions de gestion d'OPCA visées à l'article 3, 41°, c), de la loi, sans que ces demandes puissent être modifiées ni annulées.
  § 2. Les demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment, transmises via des intermédiaires financiers autres que ceux que l'OPCA a lui-même désignés pour la commercialisation de ses parts, doivent être transmises avant la clôture de la période de réception, telle que déterminée dans le prospectus, à la personne qui assure les fonctions de gestion d'OPCA visées à l'article 3, 41°, c), de la loi.
Art.141. De contracten met de financiële tussenpersonen die de AICB zelf heeft aangeduid voor de verhandeling van haar rechten van deelneming, bepalen dat :
  1° de betrokken financiële bemiddelaars geen aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel tot compartimentswijziging meer ontvangen na de afsluiting van de ontvangstperiode die erop toepasselijk is;
  2° de betrokken financiële bemiddelaars geen aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel tot compartimentswijziging ontvangen waarvan zij weten of vermoeden dat ze zijn ingegeven door een praktijk van market timing;
  3° de betrokken financiële bemiddelaars, op eenvoudig verzoek van de AICB, alle gegevens overmaken waaruit blijkt dat één of meerdere aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel tot compartimentswijziging vóór de afsluiting van de ontvangstperiode, die erop toepasselijk is, werd ontvangen.
Art.141. Les contrats avec les intermédiaires financiers désignés par l'OPCA même pour la commercialisation de ses parts prévoient que :
  1° les intermédiaires financiers concernés ne reçoivent plus de demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment, après la clôture de la période de réception y afférente;
  2° les intermédiaires financiers concernés ne reçoivent pas de demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment, dont ils savent ou soupçonnent qu'elles sont motivées par une pratique de market timing;
  3° les intermédiaires financiers concernés transmettent, sur simple demande de l'OPCA, tous les renseignements attestant qu'une ou plusieurs demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment, ont été reçues avant la clôture de la période de réception y afférente.
Onderafdeling II. [1 - Berekening van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming en schorsing ervan; maatregelen bij foutieve berekening van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming; schorsing van de uitvoering van de aanvragen tot inkoop]1
Sous-section II. [1 - Calcul de la valeur nette d'inventaire des parts et suspension de ce calcul; mesures en cas de calcul erroné de la valeur nette d'inventaire des parts; suspension de l'exécution des demandes de rachat]1
Art.142. De netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming wordt vastgesteld op basis van de reële waarde van de activa en de passiva, tenzij anders bepaald in het koninklijk besluit van 10 november 2006.
  Voor ten minste 80 % van de activa wordt een waarde, zoals bedoeld in het eerste lid, in aanmerking genomen die nog niet gekend was bij de afsluiting van de ontvangstperiode van de aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging.
  Voor effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten die worden verhandeld op een markt geviseerd in artikel 35, § 1, 1°, 2° en 3°, is de waarde, zoals bedoeld in het eerste lid, gelijk aan de slotkoers van het betrokken instrument, tenzij anders bepaald door het koninklijk besluit van 10 november 2006.
Art.142. La valeur nette d'inventaire des parts est déterminée sur la base de la valeur réelle des actifs et des passifs, sauf disposition contraire prévue par l'arrêté royal du 10 novembre 2006.
  Pour au moins 80 % des actifs, une valeur, telle que visée à l'alinéa 1er, qui n'était pas encore connue au moment de la clôture de la période de réception des demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment, est prise en compte.
  Pour les valeurs mobilières, les instruments du marché monétaire et les instruments financiers dérivés négociés sur un marché visé à l'article 35, § 1er, 1°, 2° et 3°, la valeur visée à l'alinéa 1er est égale au cours de clôture de l'instrument concerné, sauf disposition contraire prévue par l'arrêté royal du 10 novembre 2006 précité.
Art.143. De AICB maakt de netto-inventariswaarde, zoals berekend overeenkomstig artikel 142, minstens bekend in één of meer in België uitgegeven dagbladen of op een andere door de FSMA aanvaarde wijze.
  Indien categorieën van rechten van deelneming zijn gecreëerd en de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming per categorie kan verschillen, wordt de netto-inventariswaarde van deze rechten van deelneming, uitgedrukt in de betrokken munteenheid, per categorie gepubliceerd volgens de modaliteiten bepaald in het voorgaande lid.
Art.143. L'OPCA publie, au moins dans un ou plusieurs quotidiens publiés en Belgique ou par un autre moyen de publication accepté par la FSMA, la valeur nette d'inventaire calculée conformément à l'article 142.
  Si des catégories de parts ont été créées et que la valeur nette d'inventaire des parts peut différer selon la catégorie concernée, la valeur nette d'inventaire de ces parts, exprimée dans la devise concernée, est publiée par catégorie selon les modalités prévues à l'alinéa précédent.
Art.144. Onverminderd de toepassing van artikel 145, kunnen de bepaling van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming, evenals de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging slechts worden geschorst bij uitzonderlijke omstandigheden en voor zover de schorsing verantwoord is, rekening houdend met de belangen van de deelnemers.
  In het in het eerste lid bedoelde geval moet de AICB haar voornemen onverwijld meedelen aan de FSMA.
  De schorsing bedoeld in het eerste lid kan, in voorkomend geval, beperkt worden tot één of meerdere categorieën van rechten van deelneming.
Art.144. Sans préjudice de l'application de l'article 145, la détermination de la valeur nette d'inventaire des parts, ainsi que l'exécution des demandes d'émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment ne peuvent être suspendues que dans des circonstances exceptionnelles et pour autant que la suspension soit motivée en tenant compte des intérêts des participants.
  Dans le cas visé à l'alinéa 1er, l'OPCA doit sans délai communiquer son intention à la FSMA.
  La suspension visée à l'alinéa 1er peut, le cas échéant, être limitée à une ou plusieurs catégories de parts.
Art.145. De bepaling van de netto-inventariswaarde, evenals de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van de rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging worden geschorst :
  1° wanneer één of meerdere markten, waarop meer dan 20 % van de activa van de AICB worden verhandeld, of één of meerdere belangrijke wisselmarkten, waar de deviezen worden verhandeld waarin de waarde van de activa is uitgedrukt, gesloten zijn om een andere reden dan wettelijke vakantie of wanneer de transacties er zijn geschorst of beperkt;
  2° wanneer de toestand zo ernstig is dat de tegoeden en/of verplichtingen van de AICB niet correct kunnen worden gewaardeerd of dat de AICB er niet normaal kan over beschikken of dit niet kan doen zonder de belangen van de deelnemers in de AICB ernstig te schaden;
  3° wanneer de AICB niet in staat is gelden te transfereren of transacties te verwezenlijken tegen een normale prijs of wisselkoers of wanneer beperkingen zijn opgelegd aan de wisselmarkten of aan de financiële markten;
  4° vanaf de publicatie van de oproeping tot de bevoegde algemene vergadering die wordt samengeroepen om te beslissen over de ontbinding van een AICB of een compartiment, wanneer deze ontbinding niet uitsluitend bedoeld is om haar rechtsvorm te wijzigen. Deze schorsing is niet van toepassing op een master in het geval bedoeld in artikel 106;
  5° bij een fusie of andere herstructurering, ten laatste de dag voor de datum waarop de ruilverhouding en in voorkomend geval de opleg dan wel de vergoeding voor de inbreng of overdracht worden berekend.
  In het geval bedoeld in het 4° van het eerste lid en indien een bevoegde algemene vergadering die eerst wordt bijeengeroepen niet kan beslissen omdat het desgevallend door de statuten of beheerreglement vereiste aanwezigheidsquorum niet is bereikt, wordt de schorsing opgeheven tot op het ogenblik van de publicatie van de oproeping tot de tweede bevoegde algemene vergadering, voor zover de kosten van de ontbinding werden geprovisioneerd.
  De in het eerste lid, 5°, bedoelde schorsing neemt een einde :
  - voor de op te slorpen, te splitsen, inbrengende of overdragende AICB, zodra de herstructurering is ingegaan of, indien de herstructurering niet wordt goedgekeurd, de dag na de in het eerste lid, 5°, bedoelde datum;
  - voor de verkrijgende AICB, de dag na de in het eerste lid, 5°, bedoelde datum.
Art.145. La détermination de la valeur nette d'inventaire, ainsi que l'exécution des demandes d'émission et de rachat des parts ou de changement de compartiment, sont suspendues :
  1° lorsqu'un ou plusieurs marchés sur lesquels plus de 20 % des actifs de l'OPCA sont négociés, ou un ou plusieurs marchés de change importants où sont négociées les devises dans lesquelles est exprimée la valeur des actifs, sont fermés pour une raison autre que les vacances légales, ou lorsque les transactions y sont suspendues ou limitées;
  2° lorsque la situation est grave au point que les avoirs et/ou engagements de l'OPCA ne peuvent pas être évalués correctement ou que l'OPCA ne peut en disposer normalement, ou ne peut le faire sans porter gravement préjudice aux intérêts des participants de l'OPCA;
  3° lorsque l'OPCA n'est pas en mesure de transférer des espèces ou d'effectuer des transactions à un prix ou à un taux de change normal, ou lorsque des limitations sont imposées aux marchés des changes ou aux marchés financiers;
  4° dès la publication de la convocation à l'assemblée générale compétente des participants qui est invitée à se prononcer sur la dissolution de l'OPCA ou d'un compartiment, lorsque cette dissolution n'a pas pour finalité exclusive la modification de la forme juridique. Cette suspension n'est pas applicable à un master dans le cas visé à l'article 106 ;
  5° lors d'une fusion ou autre restructuration, au plus tard la veille du jour où le rapport d'échange et, le cas échéant, la soulte ou la rémunération attribuée pour l'apport ou la cession sont calculés.
  Si, dans le cas visé à l'alinéa 1er, 4°, une première assemblée générale compétente ne peut se prononcer en raison d'un quorum de présence insuffisant par rapport aux dispositions des statuts ou du règlement de gestion, la suspension est levée jusqu'au moment de la publication de la convocation à la deuxième assemblée générale compétente, à condition que les frais de dissolution aient été provisionnés.
  La suspension visée à l'alinéa 1er, 5°, prend fin :
  - pour l'OPCA à absorber ou à scinder ou l'OPCA apporteur ou transférant, dès que la restructuration a pris effet ou, si la restructuration n'a pas été approuvée, le lendemain du jour visé à l'alinéa 1er, 5° ;
  - pour l'OPCA bénéficiaire, le lendemain du jour visé à l'alinéa 1er, 5°.
Art.146. Onverminderd de toepassing van artikel 145, als een master de bepaling van de netto-inventariswaarde van haar rechten van deelneming, evenals de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van haar rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging, hetzij op eigen initiatief hetzij op verzoek van haar bevoegde autoriteiten tijdelijk schorst, mag elk van haar feeders de bepaling van de netto-inventariswaarde van haar rechten van deelneming, evenals de uitvoering van de aanvragen tot uitgifte en inkoop van haar rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging schorsen in dezelfde periode als die van de master, niettegenstaande de voorwaarden van artikel 144, eerste lid.
Art.146. Sans préjudice de l'application de l'article 145, lorsqu'un master suspend temporairement, soit de sa propre initiative, soit à la demande de ses autorités compétentes, la détermination de la valeur nette d'inventaire de ses parts, ainsi que l'exécution des demandes d'émission et de rachat de ses parts ou de changement de compartiment, chacun de ses feeders peut suspendre la détermination de la valeur nette d'inventaire de ses parts, ainsi que l'exécution des demandes d'émission et de rachat de ses parts ou de changement de compartiment durant la même période que celle fixée par le master, nonobstant les conditions prévues à l'article 144, alinéa 1er.
Art.147. De AICB publiceert elke schorsing van de netto-inventariswaarde [1 op de in het prospectus vermelde plaats]1.
  In het in artikel 145, eerste lid, 4° en 5°, en tweede lid, bedoelde geval, volstaat publicatie middels opname in een oproepingsbericht tot de bevoegde algemene vergadering van deelnemers.
  
Art.147. L'OPCA publie chaque suspension de la valeur nette d'inventaire [1 à l'endroit mentionné dans le prospectus]1.
  Dans le cas visé à l'article 145, alinéa 1er, 4° et 5°, et alinéa 2, la publication par insertion dans la convocation à l'assemblée générale compétente des participants suffit.
  
Art. 147/1. [1 Conform dit artikel kan de AICB de uitvoering van de aanvragen tot inkoop gedeeltelijk schorsen.
   De schorsingsmaatregel wordt onder de volgende voorwaarden toegepast:
   - de schorsingsmaatregel mag enkel worden toegepast wanneer op een bepaalde dag de negatieve schommeling van het saldo van het passief van de AICB of van het compartiment, voor die dag, een in het prospectus gedefinieerd en gepubliceerd percentage overschrijdt;
   - het in het vorige streepje bedoelde percentage wordt bepaald in het licht van de oriëntatie van het beheer van de AICB en de liquiditeit van de aangehouden activa;
   - de schorsingsmaatregel heeft betrekking op het deel van het totale bedrag van de inkopen dat de in het eerste streepje vermelde drempel overschrijdt, en wordt proportioneel toegepast op alle individuele aanvragen tot inkoop die voor de betrokken dag worden ingediend op het niveau van het betrokken compartiment of de betrokken AICB;
   - het gedeelte van de aanvragen tot inkoop waarvan de uitvoering is geschorst, wordt, behalve wanneer het order door de deelnemer wordt herroepen, automatisch uitgesteld tot de datum van afsluiting van de eerste daaropvolgende ontvangstperiode van de aanvragen tot inschrijving en terugbetaling. De inkooporders moeten evenredig worden uitgevoerd voor alle deelnemers;
   - de beslissing tot schorsing van de uitvoering van de aanvragen tot inkoop heeft een voorlopig karakter en wordt dag per dag genomen.
   Bij schorsing van de uitvoering van de aanvragen tot inkoop stelt de AICB de FSMA daarvan onmiddellijk in kennis en bezorgt zij haar de cijfergegevens waaruit blijkt dat de in het vorige lid bedoelde drempel is bereikt. Wanneer een AICB haar rechten van deelneming ook in andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte verhandelt, dient zij haar beslissing ook ter kennis te brengen van de bevoegde autoriteiten van die Staten.
   De betrokken deelnemers worden zo snel mogelijk individueel op de hoogte gebracht van de schorsing van de uitvoering van de aanvragen tot inkoop, desgevallend via de betrokken distributeur(s). De AICB bezorgt de betrokken deelnemers tegelijkertijd ook alle informatie die zij nodig hebben om het betrokken order, in voorkomend geval, te herroepen.
   De AICB gaat onmiddellijk over tot de publicatie van de maatregel tot schorsing van de uitvoering van de aanvragen tot inkoop op de in het prospectus vermelde website.]1

  
Art.147/1. [1 L'OPCA peut, conformément au présent article, suspendre partiellement l'exécution des demandes de rachat.
   La mesure de suspension est appliquée conformément aux conditions suivantes:
   - la mesure de suspension ne peut être appliquée que lorsque la variation négative du solde du passif de l'OPCA ou du compartiment pour un jour donné dépasse, pour le jour concerné, un pourcentage défini et publié dans son prospectus;
   - le pourcentage visé au tiret précédent est défini au regard de l'orientation de la gestion de l'OPCA et de la liquidité des actifs qu'il détient;
   - la mesure de suspension porte sur la proportion du montant global des rachats qui dépasse le seuil mentionné au premier tiret et est appliquée proportionnellement à toutes les demandes de rachat individuelles introduites pour le jour concerné au niveau du compartiment ou de l'OPCA concerné;
   - la portion des demandes de rachat dont l'exécution a été suspendue est, sauf révocation de l'ordre par le participant, reportée automatiquement au jour de clôture de la première période de réception des demandes d'inscription et de remboursement qui suit. Les ordres de rachat doivent être exécutés dans les mêmes proportions pour tous les participants;
   - la mesure de suspension de l'exécution des demandes de rachat a un caractère provisoire et se décide jour par jour.
   En cas de suspension de l'exécution des demandes de rachat, l'OPCA le notifie immédiatement à la FSMA et communique les données chiffrées desquelles il apparaît que le seuil visé à l'alinéa précédent est atteint. Lorsqu'il s'agit d'un OPCA qui commercialise également ses parts dans d'autres Etats membres de l'Espace économique européen, il doit communiquer sa décision aux autorités compétentes de ces Etats.
   Les participants concernés sont informés individuellement dans les plus brefs délais de la suspension de l'exécution des demandes de rachat, le cas échéant par l'intermédiaire du ou des distributeurs concernés. A cette occasion, l'OPCA communique également les informations utiles pour permettre aux participants, le cas échéant, de révoquer l'ordre concerné.
   L'OPCA publie immédiatement la mesure de suspension de l'exécution des demandes de rachat sur le site internet mentionné dans le prospectus.]1

  
Art.148. De persoon die de beheertaken voor AICB's, bedoeld bij artikel 3, 41°, c), van de wet waarneemt, brengt de FSMA en de bewaarder onmiddellijk op de hoogte bij de vaststelling van een significante fout bij de berekening van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming.
  Onder significante fout verstaat men, voor de toepassing van dit artikel, een eenmalige fout of gelijktijdige of opeenvolgende fouten die :
  1° voor AICB's waarvan het merendeel van de activa is belegd in geldmarktinstrumenten en andere kortlopende activa minstens 0,25 % van de netto-inventariswaarde vertegenwoordigt of vertegenwoordigen;
  2° voor AICB's waarvan het merendeel van de activa is belegd in aandelen minstens 1 % van de netto-inventariswaarde vertegenwoordigt of vertegenwoordigen;
  3° voor de andere AICB's minstens 0,5 % van de netto-inventariswaarde vertegenwoordigt of vertegenwoordigen.
Art.148. La personne qui assure les fonctions de gestion d'OPCA visées à l'article 3, 41°, c), de la loi, avertit sans délai la FSMA et le dépositaire si une erreur significative est constatée dans le calcul de la valeur nette d'inventaire des parts.
  Par erreur significative, il y a lieu d'entendre, pour l'application du présent article, une erreur isolée ou des erreurs simultanées ou successives qui :
  1° pour les OPCA dont la majeure partie des actifs est placée dans des instruments du marché monétaire et autres avoirs à court terme, représente(nt) au moins 0,25 % de la valeur nette d'inventaire;
  2° pour les OPCA dont la majeure partie des actifs est placée en actions, représente(nt) au moins 1 % de la valeur nette d'inventaire;
  3° pour les autres OPCA, représente(nt) au moins 0,5 % de la valeur nette d'inventaire.
Art.149. Indien de commissaris een fout in de zin van artikel 148 vaststelt, brengt hij de persoon die de beheertaken voor AICB's, bedoeld bij artikel 3, 41°, c), van de wet waarneemt en de FSMA hiervan op de hoogte. De artikelen 150 tot 153 zijn in een dergelijk geval toepasselijk.
Art.149. Si le commissaire constate une erreur au sens de l'article 148, il en avertit la personne qui assure les fonctions de gestion d'OPCA visées à l'article 3, 41°, c), de la loi, ainsi que la FSMA. Les articles 150 à 153 sont en ce cas d'application.
Art.150. In het in artikel 148 bedoelde geval stelt de persoon die de beheertaken voor AICB's, bedoeld bij artikel 3, 41°, c), van de wet waarneemt, een herstelplan op waarin de reeds genomen of de te nemen maatregelen worden beschreven teneinde aan de oorzaak van de fout te verhelpen.
  De AICB brengt de noodzakelijke verbeteringen aan aan de beheerstructuur en de procedures van interne controle.
Art.150. Dans le cas visé à l'article 148, la personne qui assure les fonctions de gestion d'OPCA visées à l'article 3, 41°, c), de la loi, établit un plan de redressement qui décrit les mesures déjà prises ou à prendre afin de remédier à la cause de l'erreur.
  L'OPCA apporte les améliorations nécessaires à la structure de gestion et aux procédures de contrôle interne.
Art.151. De persoon die de beheertaken voor AICB's, bedoeld bij artikel 3, 41°, c), van de wet waarneemt, herberekent de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming op basis van correcte gegevens voor de periode waarop de fout betrekking had. Hij bepaalt de schade die de AICB en de beleggers hebben geleden.
Art.151. La personne qui assure les fonctions de gestion d'OPCA visées à l'article 3, 41°, c), de la loi, recalcule la valeur nette d'inventaire des parts sur la base de données correctes pour la période sur laquelle portait l'erreur. Elle détermine le dommage subi par l'OPCA et par les investisseurs.
Art.152. In een speciaal rapport bevestigt de commissaris de juistheid van de overeenkomstig artikel 151 aangebrachte correctie en beoordeelt hij of de maatregelen van het herstelplan, bedoeld bij artikel 150, afdoende zijn.
Art.152. Le commissaire confirme, dans un rapport spécial, l'exactitude des corrections apportées conformément à l'article 151 et juge si les mesures préconisées par le plan de redressement, visé à l'article 150, sont suffisantes.
Art.153. Nadat de commissaris het speciaal rapport, bedoeld bij artikel 152 heeft opgesteld, publiceert de AICB in twee dagbladen die landelijk of in grote oplage worden verspreid, hetzij via enig ander gelijkwaardig publicatiemiddel dat is goedgekeurd door de FSMA, dat een fout werd gemaakt bij de vaststelling van de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming. Zij vermeldt waar de gecorrigeerde netto-inventariswaarde, in vergelijking met de foutieve netto-inventariswaarde, gratis door het publiek kan worden geconsulteerd. Zij vermeldt, in voorkomend geval, welke maatregelen worden voorgesteld teneinde de schade te vergoeden die de AICB of de beleggers hebben geleden.
  Het vorige lid is niet van toepassing indien de AICB en/of de benadeelde deelnemers werden geïdentificeerd, persoonlijk werden verwittigd en, zo nodig, werden vergoed.
Art.153. Une fois que le commissaire a établi le rapport spécial visé à l'article 152, l'OPCA annonce, dans deux quotidiens à diffusion nationale ou à tirage suffisant ou par tout autre moyen de publication équivalent accepté par la FSMA, qu'une erreur a été commise dans la détermination de la valeur nette d'inventaire des parts. Il indique où la valeur nette d'inventaire corrigée, en comparaison avec la valeur nette d'inventaire erronée, peut être consultée gratuitement par le public. Il mentionne, le cas échéant, les mesures proposées afin de réparer le préjudice subi par l'OPCA ou par les investisseurs.
  L'alinéa précédent n'est pas d'application au cas où l'OPCA et/ou les participants lésés ont été identifiés, avertis personnellement et indemnisés s'il échet.
Onderafdeling III. - Nadere regels inzake de uitgifte en openbaar aanbod van rechten van deelneming in AICB's
Sous-section III. - Règles complémentaires en matière d'émission et d'offre publique de parts d'OPCA
Art.154. De opdracht van de in artikel 248, § 2, van de wet bedoelde onderneming kan slechts worden beëindigd wanneer deze onderneming werd vervangen of wanneer de inschrijving van de AICB werd geschrapt of ingetrokken overeenkomstig artikel 359 of 360 van de wet.
Art.154. Il ne peut être mis fin à la mission de l'entreprise visée à l'article 248, § 2, de la loi que lorsque ladite entreprise a été remplacée, ou lorsque l'inscription de l'OPCA a été supprimée ou révoquée conformément à l'article 359 ou 360 de la loi.
Art.155. § 1. In alle publicaties waarin de netto-inventariswaarde van rechten van deelneming in een AICB wordt vermeld, wordt de netto-inventariswaarde gedateerd op de dag van de afsluiting van de ontvangstperiode die betrekking heeft op aanvragen tot uitgifte of inkoop dan wel compartimentswijziging voor rechten van deelneming aan deze netto-inventariswaarde.
  § 2. De maximaal toegestane afwijking, bedoeld in artikel 248, § 3, tweede lid, van de wet, stemt overeen met de maximaal toegestane afwijking die is vastgelegd in de marktregels van de betrokken MTF of gereglementeerde markt, met een maximum van 3 %. Indien geen maximaal toegestane afwijking is bepaald in de marktregels, bedraagt deze 3 %.
Art.155. § 1er. Dans toutes les publications où figure la valeur nette d'inventaire des parts d'un OPCA, ladite valeur nette d'inventaire porte la date du jour de clôture de la période de réception, à cette valeur, des demandes d'émission ou de rachat de parts ou de changement de compartiment.
  § 2. L'écart maximal autorisé, visé à l'article 248, § 3, alinéa 2, de la loi, correspond à l'écart maximal autorisé qui est fixé dans les règles de marché du MTF ou du marché réglementé concerné, avec un maximum de 3 %. Si les règles de marché ne prévoient pas d'écart maximal autorisé, celui-ci est fixé à 3 %.
Afdeling V. - Periodieke informatie en boekhouding
Section V. - Information périodique et comptabilité
Art.156. Het in artikel 252, § 1, eerste lid, van de wet bedoelde jaarverslag moet worden openbaar gemaakt binnen drie maanden na het einde van de periode waarop het betrekking heeft.
  Het in artikel 252, § 1, eerste lid, van de wet bedoelde halfjaarlijks verslag moet worden openbaar gemaakt binnen twee maanden na het einde van het halfjaar waarop het betrekking heeft.
Art.156. Le rapport annuel visé à l'article 252, § 1er, alinéa 1er, de la loi doit être publié dans les trois mois qui suivent la fin de la période sur laquelle il porte.
  Le rapport semestriel visé à l'article 252, § 1er, alinéa 1er, de la loi doit être publié dans les deux mois qui suivent la fin du semestre sur lequel il porte.
Art.157. Op het ogenblik van publicatie leggen de AICB's hun jaarverslagen en halfjaarlijkse verslagen over aan de FSMA.
Art.157. Au moment de la publication, les OPCA communiquent leurs rapports annuels et semestriels à la FSMA.
Art.158. § 1. Er wordt een inventaris bijgehouden van de bestanddelen van het vermogen van de AICB of, in voorkomend geval, van elk van de compartimenten.
  Tenzij anders bepaald, worden de elementen van de inventaris voor de eerste maal bij de afsluiting van de initiële inschrijvingsperiode en, nadien, elke dag waarop aanvragen tot uitgifte of inkoop van rechten van deelneming dan wel compartimentswijziging kunnen worden uitgevoerd, gewaardeerd.
  § 2. De netto-inventariswaarde van een recht van deelneming in een AICB of een compartiment op een welbepaalde datum is de waarde die wordt verkregen door de netto-inventariswaarde van de AICB of van het compartiment op die datum te delen door het aantal op dezelfde datum bestaande rechten van deelneming, zo nodig rekening houdend met de pariteit tussen de verschillende categorieën van rechten van deelneming.
Art.158. § 1er. Il est tenu un inventaire des éléments du patrimoine de l'OPCA ou, le cas échéant, de chacun des compartiments.
  Sauf disposition contraire, les éléments de l'inventaire sont évalués pour la première fois au moment de la clôture de la période de souscription initiale et, ensuite, chaque jour où peuvent être exécutées des demandes d'émission ou de rachat de parts, ou de changement de compartiment.
  § 2. La valeur nette d'inventaire, à une date déterminée, d'une part d'un OPCA ou d'un compartiment est la valeur qui est obtenue en divisant la valeur nette d'inventaire, à cette date, de l'OPCA ou du compartiment par le nombre de parts existant à la même date, en tenant compte, le cas échéant, de la parité entre les différentes catégories de parts.
TITEL III. - AICB's naar buitenlands recht
TITRE III. - OPCA de droit étranger
HOOFDSTUK I. - Bepalingen van toepassing op alle openbare AICB's naar buitenlands recht
CHAPITRE Ier. - Dispositions d'application à tous les OPCA publics de droit étranger
Art.159. De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op de AICB's naar buitenlands recht die hun effecten openbaar aanbieden in België.
  Voor de toepassing van deze titel gelden de regels die toepasselijk zijn op een gemeenschappelijk beleggingsfonds, indien de betrokken AICB als een unit trust werd opgericht.
Art.159. Les dispositions du présent titre sont applicables aux OPCA de droit étranger qui offrent publiquement leurs titres en Belgique.
  Pour l'application du présent titre, les règles auxquelles sont soumis les fonds communs de placement sont applicables aux OPCA constitués sous la forme de unit trust.
Art.160. § 1. De berichten en kennisgevingen aan de aandeelhouders die, krachtens artikel 268 van de wet, in België moeten worden verspreid, omvatten minstens de informatie die de AICB in het land waar zij gevestigd is, verspreidt. Deze berichten en kennisgevingen moeten in België worden verspreid middels gelijkaardige modaliteiten als in het land waar de AICB is gevestigd.
  § 2. De vertaling van de in § 1 bedoelde stukken wordt gemaakt onder de verantwoordelijkheid van de AICB. Deze vertalingen vormen een getrouwe weergave van het origineel.
Art.160. § 1er. Les avis et communications aux actionnaires qui doivent être diffusés en Belgique en vertu de l'article 268 de la loi, contiennent au moins les informations que l'OPCA diffuse dans le pays où il est établi. Ces avis et communications doivent être diffusés en Belgique selon des modalités équivalentes à celles applicables dans le pays où l'OPCA est établi.
  § 2. La traduction des documents visés au § 1 er est effectuée sous la responsabilité de l'OPCA. Les traductions sont le reflet fidèle des documents originaux.
Art.161. Voor de uitoefening van hun werkzaamheden mogen AICB's in hun benaming dezelfde verwijzing naar hun rechtsvorm, zoals beleggingsvennootschap of gemeenschappelijk beleggingsfonds, gebruiken als deze die zij gebruiken in hun lidstaat van herkomst.
Art.161. Un OPCA peut, aux fins de l'exercice de ses activités, utiliser pour sa dénomination la même référence à sa forme juridique, telle que "société d'investissement" ou "fonds commun de placement", que celle qu'il utilise dans son Etat membre d'origine.
HOOFDSTUK II. - Specifieke bepalingen voor de AICB's naar buitenlands recht met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
CHAPITRE II. - Dispositions d'application particulière aux OPCA de droit étranger à nombre variable de parts
Art.162. De financiële bemiddelaars die instaan voor de verhandeling van de rechten van deelneming in de AICB in België mogen geen andere provisies of kosten aanrekenen dan deze die worden bedoeld in artikel 82, § 1, 2° en 3°, § 2, 2° en 3°, § 3, 2°.
Art.162. Les intermédiaires financiers qui assurent la commercialisation des parts de l'OPCA en Belgique ne peuvent pas prélever de commissions ou frais autres que ceux visés à l'article 82, § 1er, 2° et 3°, § 2, 2° et 3°, et § 3, 2°.
Art.163. § 1. De artikelen [1 21 tot 29/6]1 inzake het prospectus en de essentiële beleggersinformatie over het openbaar aanbod van rechten van deelneming en stukken met betrekking tot het openbaar aanbod van rechten van deelneming zijn van toepassing, tenzij de FSMA een afwijking van deze artikelen toestaat.
  Een AICB naar buitenlands recht mag noch de term "gewaarborgd kapitaal" of een gelijkaardige term noch de term "kapitaalbescherming", "beschermd kapitaal" of een gelijkaardige term gebruiken, tenzij is voldaan aan de voorwaarden bepaald in artikel 92.
  § 2. Artikel 107 over de publicatie van een persbericht bij de vaststelling van de vereffeningwaarde van de rechten van deelneming, is van toepassing.
  § 3. De artikelen 144 tot 147 inzake de schorsing van de berekening van de netto-inventariswaarde zijn van toepassing, tenzij de FSMA een afwijking van deze artikelen toestaat.
  § 4. De artikelen 140, 141, 154 en 155, § 1 zijn toepasselijk met betrekking tot de verhandeling van de rechten van deelneming in de AICB in België.
  De AICB maakt de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming bekend in één of meer in België uitgegeven dagbladen of op een andere door de FSMA aanvaarde wijze.
  Indien verschillende categorieën van rechten van deelneming in België openbaar worden aangeboden, wordt de netto-inventariswaarde van deze rechten van deelneming, uitgedrukt in de betrokken munteenheid, per categorie gepubliceerd volgens de modaliteiten bepaald in het voorgaande lid.
  § 5. De artikelen 156 en 157 en, mutatis mutandis, hoofdstuk II van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 november 2006 zijn van toepassing, rekening houdend met de de kenmerken van de instelling voor collectieve belegging en de regelgeving van haar land van oorsprong. De AICB verstrekt minstens informatie aan de beleggers die gelijkwaardig is aan deze bedoeld in hoofdstuk II van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 november 2006.
  
Art.163. § 1er. Les articles [1 21 à 29/6]1, relatifs au prospectus et aux informations clés pour l'investisseur concernant l'offre publique de parts ainsi qu'aux documents relatifs à l'offre publique de parts, sont applicables, sauf dérogation accordée par la FSMA.
  Un OPCA de droit étranger ne peut se prévaloir ni du terme "capital garanti" ou d'un terme équivalent, ni du terme "protection du capital" ou "capital protégé" ou d'un terme équivalent, sauf si les conditions prévues à l'article 92 sont remplies.
  § 2. L'article 107, relatif à la publication d'un communiqué de presse lors de la détermination de la valeur de liquidation des parts, est applicable.
  § 3. Les articles 144 à 147, relatifs à la suspension du calcul de la valeur nette d'inventaire, sont applicables, sauf dérogation accordée par la FSMA.
  § 4. Les articles 140, 141, 154 et 155, § 1er sont applicables en ce qui concerne la commercialisation des parts de l'OPCA en Belgique.
  L'OPCA publie la valeur nette d'inventaire des parts dans un ou plusieurs quotidiens diffusés en Belgique ou par un autre moyen de publication accepté par la FSMA.
  Si plusieurs catégories de parts sont offertes publiquement en Belgique, la valeur nette d'inventaire de ces parts, exprimée dans la devise concernée, est publiée par catégorie, selon les modalités prévues à l'alinéa précédent.
  § 5. Les articles 156 et 157 et, mutatis mutandis, le chapitre II de l'annexe à l'arrêté royal du 10 novembre 2006 sont applicables, compte tenu des caractéristiques de l'organisme de placement collectif et de la réglementation en vigueur dans son Etat d'origine. L'OPCA doit au moins fournir aux investisseurs des informations équivalentes à celles qui sont énumérées au chapitre II de l'annexe à l'arrêté royal du 10 novembre 2006.
  
Art.164. Elke dag waarop in België rechten van deelneming worden uitgegeven of ingekocht dan wel een compartimentswijziging plaats heeft en in elk geval met de overeenkomstige periodiciteit als bedoeld in artikel 138, stelt de AICB de netto-inventariswaarde van de rechten van deelneming vast en maakt die bekend in één of meer in België uitgegeven dagbladen of op een andere door de FSMA aanvaarde wijze.
  De FSMA kan een afwijking van deze bepaling toestaan.
Art.164. L'OPCA établit et publie, dans un ou plusieurs quotidiens diffusés en Belgique ou par un autre moyen de publication accepté par la FSMA, la valeur nette d'inventaire des parts chaque jour où a lieu une émission ou un rachat de parts ou un changement de compartiment en Belgique, et, en tout cas, selon la fréquence correspondante prévue à l'article 138.
  La FSMA peut autoriser une dérogation à la présente disposition.
TITEL IV. - Bepalingen betreffende de beheervennootschappen van openbare AICB's
TITRE IV. - Dispositions relatives aux sociétés de gestion d'OPCA publics
HOOFDSTUK I. - Administratieve procedures, controlemechanisme en gedragsregels
CHAPITRE Ier. - Procédures administratives, mécanismes de contrôle et règles de conduite
Art.165. De beheervennootschappen die openbare AICB's naar Belgisch of buitenlands recht beheren die hebben geopteerd voor de categorie van toegelaten beleggingen vermeld in artikel 183, eerste lid, 1° van de wet conformeren zich aan de artikelen [1 15 tot 18/1, 86, 87 en 91/1]1.
  
Art.165. Les sociétés de gestion qui gèrent des OPCA publics de droit belge ou étranger qui ont opté pour la catégorie de placements autorisés visée à l'article 183, alinéa 1er, 1° de la loi se conforment aux articles [1 15 à 18/1, 86, 87 et 91/1]1.
  
HOOFDSTUK II. - Auditcomité
CHAPITRE II. - Comité d'audit
Art.166. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de beheervennootschappen naar Belgisch recht die openbare AICB's beheren die zijn onderworpen aan deel III van de wet.
Art.166. Les dispositions du présent chapitre s'appliquent aux sociétés de gestion de droit belge qui gèrent des OPCA publics de droit belge ou étrangers soumis à la partie III de la loi.
Art.167. § 1. De beheervennootschap richt een auditcomité op binnen haar wettelijk bestuursorgaan. Het auditcomité is samengesteld uit niet-uitvoerende bestuurders van het wettelijk bestuursorgaan. Ten minste één lid van het auditcomité is een onafhankelijk lid van het wettelijk bestuursorgaan in de zin van artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen en beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en/of audit. Bovendien beschikken de leden van het auditcomité over een collectieve deskundigheid op het gebied van de activiteiten van de betrokken beheervennootschap en op het gebied van boekhouding en audit.
  In het jaarverslag van het wettelijk bestuursorgaan wordt aangetoond dat de leden van het auditcomité over de nodige individuele en collectieve deskundigheid beschikken.
  § 2. Een beheervennootschap die voldoet aan ten minste twee van de volgende drie criteria, is vrijgesteld van de verplichting om een auditcomité op te richten :
  a) gemiddeld aantal werknemers gedurende het betrokken boekjaar van minder dan 250 personen;
  b) balanstotaal van minder dan of gelijk aan 43.000.000 euro;
  c) jaarlijkse netto-omzet van minder dan of gelijk aan 50.000.000 euro.
  § 3. Voor zover een auditcomité is opgericht dat voor de gehele groep bevoegd is en voldoet aan de vereisten van dit besluit, kan de FSMA aan een beheervennootschap die een dochter of een kleindochter is van een gemengde financiële holding, van een verzekeringsholding, van een financiële holding, van een kredietinstelling, van een verzekeringsonderneming, van een herverzekeringsonderneming, van een beleggingsonderneming, van een andere beheervennootschap van AICB of van een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG, afwijkingen toestaan van de voormelde bepalingen en specifieke voorwaarden vastleggen voor het verlenen van deze afwijkingen. De FSMA maakt haar afwijkingsbeleid openbaar.
  [1 Wanneer een beheervennootschap van alternatieve instellingen voor collectieve belegging op basis van het eerste lid is vrijgesteld van de verplichting om over een auditcomité te beschikken, worden de in paragraaf 5 bedoelde opdrachten van de erkende commissaris, uitgeoefend ten opzichte van het wettelijk bestuursorgaan.]1
  § 4. [1 Onverminderd de wettelijke opdrachten van het wettelijk bestuursorgaan, heeft het auditcomité minstens de taken bedoeld in artikel 526bis, § 4, van het Wetboek van Vennootschappen.
   De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten kan, bij reglement vastgesteld overeenkomstig artikel 64 van de wet van 2 augustus 2002, de in deze paragraaf bedoelde elementen op technische punten preciseren en aanvullen.
   Het auditcomité brengt bij het wettelijk bestuursorgaan regelmatig verslag uit over de uitoefening van zijn taken, en ten minste wanneer het wettelijk bestuursorgaan de jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening en de in artikel 67/1 van de wet bedoelde periodieke staten opstelt die de beheervennootschap van alternatieve instellingen voor collectieve belegging respectievelijk aan het einde van het boekjaar en aan het einde van het eerste halfjaar overmaakt.]1

  § 5. [1 De erkende commissaris is belast met de opdrachten bedoeld in artikel 526bis, § 6, eerste en tweede lid, van het Wetboek van Vennootschappen.]1
  § 6. De erkende commissaris brengt bij het wettelijk bestuursorgaan, in voorkomend geval via het auditcomité indien een dergelijk comité werd opgericht, verslag uit over belangrijke zaken die bij de uitoefening van zijn wettelijke controle van de jaarrekening aan het licht zijn gekomen, en meer bepaald over ernstige tekortkomingen in de interne controle met betrekking tot de financiële verslaggeving.
  § 7. De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan de bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen over het auditcomité van de genoteerde vennootschappen in de zin van artikel 4 van dit Wetboek.
  
Art.167. § 1er. La société de gestion constitue un comité d'audit au sein de son organe légal d'administration. Le comité d'audit est composé de membres non exécutifs de l'organe légal d'administration. Au moins un membre du comité d'audit est un membre indépendant de l'organe légal d'administration au sens de l'article 526ter du Code des sociétés et est compétent en matière de comptabilité et/ou d'audit. En outre, les membres du comité d'audit disposent d'une compétence collective dans le domaine des activités de la société de gestion concernée et en matière de comptabilité et d'audit.
  Le rapport annuel de l'organe légal d'administration justifie la compétence individuelle et collective des membres du comité d'audit.
  § 2. Sont exemptées de l'obligation d'avoir un comité d'audit les sociétés de gestion répondant à au moins deux des trois critères suivants :
  a) nombre moyen de salariés inférieur à 250 personnes sur l'ensemble de l'exercice concerné;
  b) total du bilan inférieur ou égal à 43.000.000 euros;
  c) chiffre d'affaires net annuel inférieur ou égal à 50.000.000 euros.
  § 3. Pour autant qu'un comité d'audit dont les attributions s'étendent à tout le groupe et répondant aux exigences du présent arrêté ait été constitué, la FSMA peut, à l'égard des sociétés de gestion qui sont filiales ou sous-filiales d'une compagnie financière mixte, d'une société holding d'assurances, d'une compagnie financière, d'un établissement de crédit, d'une entreprise d'assurances, d'une entreprise de réassurance, d'une entreprise d'investissement, d'une autre société de gestion d'OPCA ou d'une société de gestion d'organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE, accorder des dérogations aux dispositions qui précèdent et fixer des conditions spécifiques à l'octroi de celles-ci. La FSMA rend publique sa politique de dérogation.
  [1 Lorsqu'une société de gestion d'organismes de placement collectif alternatif est dispensée, en vertu de l'alinéa 1er, de l'obligation d'avoir un comité d'audit, les missions du commissaire agréé visées au paragraphe 5 sont exécutées vis-à-vis de l'organe légal d'administration.]1
  § 4. [1 Sans préjudice des missions légales de l'organe légal d'administration, le comité d'audit est au moins chargé des missions visées à l'article 526bis, § 4, du Code des sociétés.
   L'Autorité des services et marchés financiers peut, par voie de règlement pris conformément à l'article 64 de la loi du 2 août 2002, préciser et compléter sur des points d'ordre technique les éléments visés au présent paragraphe.
   Le comité d'audit fait régulièrement rapport à l'organe légal d'administration sur l'exercice de ses missions, au moins lors de l'établissement par celui-ci des comptes annuels et consolidés et des états périodiques visés à l'article 67/1 de la loi, respectivement transmis par la société de gestion d'organismes de placement collectifs alternatifs à la fin de l'exercice social et à la fin du premier semestre social.]1

  § 5. [1 Le commissaire agréé est chargé des missions visées à l'article 526bis, § 6, alinéas 1er et 2, du Code des sociétés.]1
  § 6. Le commissaire agréé fait rapport à l'organe légal d'administration, le cas échéant par l'intermédiaire du comité d'audit si un tel comité a été constitué, sur les questions importantes apparues dans l'exercice de sa mission de contrôle légal des comptes, et en particulier sur les faiblesses significatives du contrôle interne au regard du processus d'information financière.
  § 7. Les dispositions qui précèdent ne portent pas préjudice aux dispositions du Code des sociétés relatives au comité d'audit des sociétés cotées au sens de l'article 4 de ce Code.
  
TITEL V. - Wijzigingsbepalingen
TITRE V. - Dispositions modificatives
HOOFDSTUK I. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging
CHAPITRE Ier. - Dispositions modificatives de l'arrêté royal du 23 septembre 1992 relatif aux comptes annuels des établissements de crédit, des entreprises d'investissement et des sociétés de gestion d'organismes de placement collectif
Art.168. In artikel 1, eerste lid, 4° van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 december 2016, worden de woorden "bij artikel 306" vervangen door de woorden "bij artikel 10".
Art.168. A l'article 1er, alinéa 1er, 4° de l'arrêté royal du 23 septembre 1992 relatif aux comptes annuels des établissements de crédit, des entreprises d'investissement et des sociétés de gestion d'organismes de placement collectif, modifié pour la dernière fois par l'arrêté royal du 5 décembre 2016, les mots "à l'article 306" sont remplacés par les mots "à l'article 10".
HOOFDSTUK II. - Koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging
CHAPITRE II. - Dispositions modificatives de l'arrêté royal du 23 septembre 1992 relatif aux comptes consolidés des établissements de crédit, des entreprises d'investissement et des sociétés de gestion d'organismes de placement collectif
Art.169. Artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 september 1992 op de geconsolideerde jaarrekening van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 september 2006, wordt aangevuld met een bepaling onder 4°, luidend :
  "4° de beheervennootschappen van alternatieve instellingen voor collectieve belegging bedoeld bij artikel 10 van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders.".
Art.169. L'article 1er, alinéa 1er de l'arrêté royal du 23 septembre 1992 relatif aux comptes consolidés des établissements de crédit, des entreprises d'investissement et des sociétés de gestion d'organismes de placement collectif, modifié par la dernière fois par l'arrêté royal du 1er septembre 2006, est complété par un 4°, rédigé comme suit :
  "4° aux sociétés de gestion d'organismes de placement collectif alternatifs visés à l'article 10 de la loi du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement collectif alternatifs et à leurs gestionnaires.".
HOOFDSTUK III. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 september 2006 houdende bepaalde uitvoeringsmaatregelen voor de institutionele instellingen voor collectieve belegging in schuldvorderingen
CHAPITRE III. - Dispositions modificatives de l'arrêté royal du 15 septembre 2006 portant certaines mesures d'exécution relatives aux organismes de placement collectif en créances institutionnels
Art.170. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 september 2006 houdende bepaalde uitvoeringsmaatregelen voor de institutionele instellingen voor collectieve belegging in schuldvorderingen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het zinsdeel "Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 103, eerste lid, 2° en tweede lid van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, hierna "de wet" genoemd, wordt een institutionele instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen geacht, voor de toepassing van artikel 103, derde lid van de wet, de passende maatregelen te hebben genomen om de hoedanigheid van institutioneel of professioneel belegger van de houders van haar effecten te waarborgen, wanneer zij aan de volgende voorwaarden voldoet :" wordt vervangen als volgt :
  "Onder voorbehoud van de toepassing van de artikelen 3, 6°, en 271/6, § 2, eerste lid, van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen, hierna "de wet" genoemd, wordt een institutionele instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen geacht, voor de toepassing van artikel 271/6, § 2, tweede en derde lid, van de wet, de passende maatregelen te hebben genomen om de hoedanigheid van in aanmerking komende belegger van de houders van haar effecten te waarborgen, wanneer zij aan de volgende voorwaarden voldoet :";
  2° in de bepalingen onder 1°, 2° en 4°, worden de woorden "institutionele of professionele beleggers in de zin van artikel 5, § 3 van de wet," telkens vervangen door de woorden "in aanmerking komende beleggers";
  3° in de Franse versie van de bepaling onder 3°, worden de woorden "des investisseurs institutionnels ou professionnels au sens de l'article 5, § 3 de la loi" vervangen door de woorden "des investisseurs éligibles";
  4° in de Nederlandse versie van de bepaling onder 3°, worden de woorden "institutionele of professionele beleggers als bedoeld in artikel 5, § 3 van de wet" vervangen door de woorden "in aanmerking komende beleggers" ;
  5° de bepaling onder 5°, a), wordt vervangen als volgt :
  "onder voorbehoud van de toepassing van artikel 271/6, § 1, van de wet, zijn de effecten die door de institutionele instelling voor belegging in schuldvorderingen worden uitgegeven, op naam, of;";
  6° de bepaling onder 5°, c), wordt vervangen als volgt :
  "c) elke belegger die inschrijft op effecten van de institutionele instelling voor belegging in schuldvorderingen of deze effecten verwerft, bevestigt formeel en schriftelijk aan deze instelling dat hij een in aanmerking komende belegger is, en verbindt zich er ten aanzien van deze instelling toe om de betrokken effecten enkel over te dragen aan een overnemer die op zijn beurt formeel en schriftelijk aan de instelling bevestigt dat hij een in aanmerking komende belegger is, en dat hij zich ertoe verbindt om dezelfde bevestiging te vragen aan de volgende overnemer;"
  7° in de bepaling onder 6° worden de woorden "institutionele of professionele belegger is in de zin van artikel 5, § 3 van de wet" vervangen door de woorden "in aanmerking komende belegger is";
  8° in de bepaling onder 7° worden de woorden "die geen institutionele of professionele belegger zijn in de zin van artikel 5, § 3 van de wet" vervangen door de woorden "die geen in aanmerking komende beleggers zijn".
Art.170. A l'article 1er de l'arrêté royal du 15 septembre 2006 portant certaines mesures d'exécution relatives aux organismes de placement collectif en créances institutionnels, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le membre de phrase "Sous réserve de l'application de l'article 103, alinéa 1er, 2°, et alinéa 2, de la loi du 20 juillet 2004 relative à certaines formes de gestion collective de portefeuilles d'investissement, ci-après, "la loi", un organisme de placement collectif en créances institutionnel est présumé, pour l'application de l'article 103, alinéa 3, de la loi, avoir pris des mesures adéquates pour garantir la qualité d'investisseurs institutionnels ou professionnels des détenteurs de ses titres lorsqu'il satisfait aux conditions suivantes :" est remplacé par ce qui suit :
  "Sous réserve de l'application des articles 3, 6° et 271/6, § 2, alinéa 1er de la loi du 3 août 2012 relative aux organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la Directive 2009/65/CE et aux organismes de placement en créances, ci-après, "la loi", un organisme de placement collectif en créances institutionnel est présumé, pour l'application de l'article 271/6, § 2, alinéas 2 et 3, de la loi, avoir pris des mesures adéquates pour garantir la qualité d'investisseurs éligibles des détenteurs de ses titres lorsqu'il satisfait aux conditions suivantes :";
  2° aux 1°, 2° et 4°, les mots "des investisseurs institutionnels ou professionnels au sens de l'article 5, § 3 de la loi" sont chaque fois remplacés par les mots "des investisseurs éligibles";
  3° dans la version française du 3°, les mots "des investisseurs institutionnels ou professionnels au sens de l'article 5, § 3 de la loi" sont remplacés par les mots "des investisseurs éligibles";
  4° dans la version néérlandaise du 3°, les mots "institutionele of professionele beleggers als bedoeld in artikel 5, § 3 van de wet" sont remplacés par les mots "in aanmerking komende beleggers" ;
  5° le 5°, a) est remplacé par ce qui suit :
  "sous réserve de l'application de l'article 271/6, § 1er de la loi, les titres émis par l'organisme de placement en créances institutionnel sont nominatifs, ou;";
  6° le 5°, c) est remplacé par ce qui suit :
  "c) chaque investisseur qui souscrit ou acquiert des titres de l'organisme de placement en créances institutionnel, confirme formellement, par écrit, à l'organisme qu'il est un investisseur éligible, et il s'engage, à l'égard de l'organisme, à ne céder lesdits titres qu'à des cessionnaires qui confirmeront à leur tour, formellement par écrit, à l'organisme qu'ils sont des investisseurs éligibles et qui s'engageront à demander la même confirmation de leurs cessionnaires ultérieurs;";
  7° au 6°, les mots "un investisseur institutionnel ou professionnel, au sens de l'article 5, § 3, de la loi" sont remplacés par les mots "un investisseur éligible";
  8° au 7°, les mots "des investisseurs institutionnels ou professionnels, au sens de l'article 5, § 3, de la loi" sont remplacés par les mots "des investisseurs éligibles".
HOOFDSTUK IV. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 september 2006 over het register van de in aanmerking komende beleggers en tot aanpassing van het begrip in aanmerking komende beleggers
CHAPITRE IV. - Dispositions modificatives de l'arrêté royal du 26 septembre 2006 relatif au registre des investisseurs éligibles et portant adaptation de la notion d'investisseurs éligibles
Art.171. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 september 2006 over het register van de in aanmerking komende beleggers en tot aanpassing van het begrip in aanmerking komende beleggers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 26 september 2013, wordt de bepaling onder 1° opgeheven.
Art.171. A l'article 1er de l'arrêté royal du 26 septembre 2006 relatif au registre des investisseurs éligibles et portant adaptation de la notion d'investisseurs éligibles, modifié par l'arrêté royal du 26 septembre 2013, le 1° est abrogé.
Art.172. Het opschrift van afdeling III, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 september 2013, wordt vervangen als volgt :
  "Register van de in aanmerking komende beleggers".
Art.172. L'intitulé de la section III, remplacé par l'arrêté royal du 26 septembre 2013, est remplacé par ce qui suit :
  "Registre des investisseurs éligibles".
Art.173. Het opschrift van afdeling IV, vervangen bij het koninklijk besluit van 26 september 2013, wordt vervangen als volgt :
  "Toegang tot het register van de in aanmerking komende beleggers".
Art.173. L'intitulé de la section IV, remplacé par l'arrêté royal du 26 septembre 2013, est remplacé par ce qui suit :
  "Accès au registre des investisseurs éligibles".
HOOFDSTUK V. - Bepaling tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2006 op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming
CHAPITRE V. - Disposition modificative de l'arrêté royal du 10 novembre 2006 relatif à la comptabilité, aux comptes annuels et aux rapports périodiques de certains organismes de placement collectif publics à nombre variable de parts
Art.174. Deel 1 van hoofdstuk II van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 november 2006 op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming wordt aangevuld met een afdeling 3 met het opschrift "beloningsbeleid", luidende :
  "Het jaarverslag bevat tevens :
  - het totale bedrag van de beloning gedurende het boekjaar, onderverdeeld in de vaste en variabele beloning die de beheervennootschap, respectievelijk de beleggingsvennootschap aan haar personeel betaalt, het aantal begunstigden en, in voorkomend geval, elk rechtstreeks door de instelling voor collectieve belegging betaald bedrag, met inbegrip van elke prestatievergoeding;
  - het geaggregeerde bedrag van de beloning, uitgesplitst naar categorieën van werknemers of andere medewerkers als bedoeld in artikel 213/1, derde lid van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvordering of in artikel 40, eerste lid van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders;
  - een beschrijving van de wijze waarop de beloning en de voordelen zijn berekend;
  - de resultaten van de in artikel 213/2, 3° et 4° van de wet van 3 augustus 2012 betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvordering of in artikel 41, 3° en 4° van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders bedoelde evaluaties, met inbegrip van onregelmatigheden die zich eventueel hebben voorgedaan;
  - materiële wijzigingen in het vastgestelde beloningsbeleid.".
Art.174. La partie Ire du chapitre II de l'annexe de l'arrêté royal du 10 novembre 2006 relatif à la comptabilité, aux comptes annuels et aux rapports périodiques de certains organismes de placement collectif publics à nombre variable de parts est complétée par une section 3 intitulée "Politique de rémunération", rédigée comme suit :
  "Le rapport annuel mentionne également :
  - le montant total des rémunérations pour l'exercice, ventilé en rémunérations fixes et variables, payées par la société de gestion et la société d'investissement à son personnel, et le nombre de bénéficiaires, ainsi que, le cas échéant, tout montant payé directement par l'organisme de placement collectif lui-même, y compris les éventuelles commissions de performance;
  - le montant agrégé des rémunérations, ventilé par catégories de salariés ou d'autres membres du personnel visées à l'article 213/1, alinéa 3 de la loi du 3 août 2012 relative aux organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE et aux organismes de placement en créances ou à l'article 40, alinéa 1er de la loi du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement collectif alternatifs et à leurs gestionnaires;
  - une description de la manière dont les rémunérations et les avantages ont été calculés;
  - les résultats des examens visés à l'article 213/2, 3° et 4° de la loi du 3 août 2012 relative aux organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE et aux organismes de placement en créances ou à l'article 41, 3° et 4° de la loi du 19 avril 2014 relative aux organismes de placement collectif alternatifs et à leurs gestionnaires, y compris toute irrégularité qui s'est produite;
  - toute modification importante de la politique de rémunération adoptée.".
HOOFDSTUK VI. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging
CHAPITRE VI. - Dispositions modificatives de l'arrêté royal du 12 novembre 2012 relatif aux sociétés de gestion d'organismes de placement collectif
Art.175. Het opschrift van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging wordt vervangen als volgt :
  "Koninklijk besluit met betrekking tot beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG".
Art.175. L'intitulé de l'arrêté royal du 12 novembre 2012 relatif aux sociétés de gestion d'organismes de placement collectif est remplacé par ce qui suit :
  "Arrêté royal relatif aux sociétés de gestion d'organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE".
Art.176. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG";
  2° in het tweede lid worden de woorden "die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG" ingevoegd tussen de woorden "beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging" en de woorden "die een bijkantoor in België hebben gevestigd";
  3° in de Nederlandse versie van het tweede lid wordt het woord "buitenlandse" ingevoegd tussen de woorden "Artikelen 11 tot 23 zijn van toepassing op de" en het woord "beheervennootschappen".
Art.176. A l'article 3 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° l'alinéa 1er est complété par les mots "qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE";
  2° à l'alinéa 2, les mots "qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE" sont insérés entre les mots "sociétés de gestion d'organismes de placement collectif" et le mot "étrangères";
  3° dans la version néerlandaise de l'alinéa 2, le mot "buitenlandse" est inséré entre les mots "Artikelen 11 tot 23 zijn van toepassing op de" et le mot "beheervennootschappen".
HOOFDSTUK VII. - Bepalingen tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging
CHAPITRE VII. - Dispositions modificatives de l'arrêté royal du 12 novembre 2012 relatif à certains organismes de placement collectif publics
Art.177. Het opschrift van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging wordt vervangen als volgt :
  "Koninklijk besluit met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG".
Art.177. L'intitulé de l'arrêté royal du 12 novembre 2012 relatif à certains organismes de placement collectif publics est remplacé par ce qui suit :
  "Arrêté royal relatif aux organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE".
Art.178. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder 2° worden de woorden ", of artikel 70, § 1, 1° tot 3°, " opgeheven;
  2° in de bepaling onder 17° worden de woorden "betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles" vervangen door de woorden "betreffende de instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG en de instellingen voor belegging in schuldvorderingen";
  3° in de bepaling onder 18° wordt de [...] vervangen door de woorden "12 november 2012".
Art.178. A l'article 2 de l'arrêté royal du 12 novembre 2012 relatif à certains organismes de placement collectif publics, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le 2°, les mots ", ou à l'article 70, § 1er, 1° à 3°, " sont supprimés;
  2° dans le 17°, les mots "relative à certaines formes de gestion collective de portefeuilles d'investissement" sont remplacés par les mots "relative aux organismes de placement collectif qui répondent aux conditions de la Directive 2009/65/CE et aux organismes de placement en créances";
  3° dans le 18°, le "[...]" est remplacé par les mots "12 novembre 2012".
Art.179. In hetzelfde besluit wordt de aanhef van titel II vervangen als volgt :
  "Titel II. -- Openbare instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht die opteren voor de beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG"
Art.179. Dans le même arrêté, l'intitulé du titre II est remplacé par ce qui suit :
  "Titre II. - Organismes de placement collectif publics belges qui optent pour les placements répondant aux conditions prévues par la Directive 2009/65/CE"
Art.180. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 3. § 1. De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op de Belgische instellingen voor collectieve belegging die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG.
  § 2. Dit besluit mag ook worden geciteerd onder het verkorte opschrift "ICBE-besluit".".
Art.180. L'article 3 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  "Art. 3. § 1er. Les dispositions du présent titre s'appliquent aux organismes de placement collectif belges qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE.
  § 2. Le présent arrêté peut également être cité sous l'intitulé abrégé "arrêté royal OPCVM".".
Art.181. In artikel 7, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "of op diens eventuele hoedanigheid van in aanmerking komende belegger" ingevoegd na de woorden "op het institutioneel of professioneel karakter van de inschrijver".
Art.181. A l'article 7, alinéa 2 du même arrêté les mots "ou sur sa qualité éventuelle d'investisseur éligible" sont insérés après les mots "sur le caractère institutionnel ou professionnel du souscripteur".
Art.182. De artikelen 8, 9 en 10 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art.182. Les articles 8, 9 et 10 du même arrêté sont abrogés.
Art.183. In artikel 23, § 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder 2° worden de woorden "58, §§ 2 tot 5, 59, 62, § 6, 76, §§ 2 tot 5, 77 en 80, § 6" vervangen door de woorden "58, §§ 2 tot 5, 59 en 62, § 6";
  2° in de bepaling onder 6° worden de woorden "in de artikelen 61 en 79" vervangen door de woorden "in artikel 61".
Art.183. A l'article 23, § 3 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au 2°, les mots "58, § § 2 à 5, 59, 62, § 6, 76, § § 2 à 5, 77 et 80, § 6" sont remplacés par les mots "58, § § 2 à 5, 59 et 62, § 6";
  2° au 6°, les mots "aux articles 61 et 79" sont remplacés par les mots "à l'article 61".
Art.184. In artikel 24, § 1, derde lid, 1° van hetzelfde besluit, worden de woorden "26, 58 en 76" vervangen door de woorden "26 en 58".
Art.184. Dans l'article 24, § 1er, alinéa 3, 1° du même arrêté, les mots "26, 58 et 76" sont remplacés par les mots "26 et 58".
Art.185. In artikel 25, § 1 van hetzelfde besluit, worden de woorden "26, 58, §§ 2 tot 5 en 76, §§ 2 tot 5" telkens vervangen door de woorden "26 en 58, §§ 2 tot 5".
Art.185. Dans l'article 25, § 1er du même arrêté, les mots "26, 58, § § 2 à 5 et 76, § § 2 à 5" sont chaque fois remplacés par les mots "26 et 58, § § 2 à 5".
Art.186. In artikel 26, § 1, 2° van hetzelfde besluit worden de woorden "58, §§ 2 tot 5, 62, § 6, 76, §§ 2 tot 5 en 80, § 6" vervangen door de woorden "58, §§ 2 tot 5 en 62, § 6".
Art.186. Dans l'article 26, § 1er, 2° du même arrêté, les mots "58, § § 2 à 5, 62, § 6, 76, § § 2 à 5 et 80, § 6" sont remplacés par les mots "58, § § 2 à 5 et 62, § 6".
Art.187. In het opschrift van afdeling II, hoofdstuk I, titel II wordt het woord "effecten" telkens vervangen door de woorden "rechten van deelneming".
Art.187. Dans l'intitulé de la section II, chapitre Ier, titre II, le mot "titres" est chaque fois remplacé par le mot "parts".
Art.188. In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1, 1° wordt vervangen als volgt :
  "1° de identificatie van de instelling voor collectieve belegging en van haar bevoegde autoriteit;";
  2° in paragraaf 2 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende :
  "De essentiële beleggersinformatie bevat daarnaast een mededeling dat de nadere gegevens van het geactualiseerde beloningsbeleid, met ten minste een beschrijving van de wijze van berekening van de beloning en de voordelen, de identiteit van de personen die verantwoordelijk zijn voor het toekennen van de beloning en de voordelen, met inbegrip van de samenstelling van het remuneratiecomité, indien een dergelijk comité is ingesteld, beschikbaar zijn op een website (met vermelding van het adres van die website) en dat daarvan op verzoek gratis een afschrift op papier ter beschikking wordt gesteld.".
Art.188. Dans l'article 31 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le paragraphe 1er, 1° est remplacé par ce qui suit :
  "1° l'identification de l'organisme de placement collectif et de son autorité compétente ;" ;
  2° au paragraphe 2, un alinéa rédigé comme suit est inséré entre l'alinéa 1er et l'alinéa 2 :
  "Les informations clés pour l'investisseur comprennent également une déclaration indiquant que les détails de la politique de rémunération actualisée, y compris, notamment, une description de la manière dont les rémunérations et les avantages sont calculés, l'identité des personnes responsables de l'attribution des rémunérations et des avantages, y compris la composition du comité de rémunération, lorsqu'un tel comité existe, sont disponibles sur un site internet (y compris une référence à ce site internet) et qu'un exemplaire sur papier sera mis à disposition gratuitement sur demande.".
Art.189. In artikel 34, § 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepalingen onder 3° en 4° worden telkens de woorden "de aangestelde beheervennootschap of" geschrapt;
  2° in de bepaling onder 12° worden de woorden "en/of wijziging van de initiële inschrijvingsperiode, en/of wijziging van de valutadatum met betrekking tot de initiële inschrijving, en/of wijziging van de initiële inschrijvingsprijs per recht van deelneming" ingevoegd tussen de woorden "financiële markten," en de woorden "voor zover";
  3° in de bepaling onder 13° worden de woorden "tot I.2.6." ingevoegd tussen het woord "I.2.3." en de woorden "en I.3.3.";
  4° een bepaling onder 14° /1 wordt ingevoegd, luidende :
  "14° /1 wijziging van de datum van de eerste netto-inventariswaarde na de initiële inschrijvingsperiode en/of van de datum van berekening hiervan;";
  5° bepalingen onder 17° /1, 17° /2 en 17° /3 worden ingevoegd, luidende :
  "17° /1 hernieuwing van het mandaat van een bestuurder en/of van een persoon die deelneemt aan de effectieve leiding van de instelling voor collectieve belegging;
  17° /2 hernieuwing van het mandaat van de erkende commissaris van de instelling voor collectieve belegging;
  17° /3 niet wezenlijke wijziging van de omschrijving van een index, op voorwaarde dat deze wijziging louter gebeurt naar aanleiding van een actualisering van de index door de opsteller hiervan en dat de instelling voor collectieve belegging en de opsteller van de index geen deel uitmaken van dezelfde economische groep;".
Art.189. Dans l'article 34, § 1er du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans les points 3° et 4° les mots "de la société de gestion désignée ou" sont chaque fois abrogés ;
  2° dans le point 12°, les mots "et/ou modification de la période initiale de souscription, et/ou modification de la date valeur de la souscription initiale, et/ou modification du prix initial de souscription par part" sont insérés entre les mots "marchés financiers," et les mots "pour autant" ;
  3° au point 13°, les mots "à I.2.6" sont insérés entre le mot "I.2.3" et les mots "et I.3.3." ;
  4° un 14° /1 est inséré, rédigé comme suit :
  "14° /1 modification de la date de la première valeur nette d'inventaire après la période initiale de souscription et/ou de la date de calcul de celle-ci;";
  5° un 17° /1, un 17° /2 et un 17° /3 sont insérés, rédigés comme suit :
  "17° /1 renouvellement du mandat d'un administrateur et/ou d'une personne qui prend part à la direction effective de l'organisme de placement collectif;
  17° /2 renouvellement du mandat du commissaire agréé de l'organisme de placement collectif ;
  17° /3 modification non substantielle de la description d'un indice, à condition que cette modification soit exclusivement effectuée à l'occasion d'une actualisation de l'indice par le fournisseur de celui-ci et que l'OPCA et le fournisseur de l'indice ne fassent pas partie du même groupe économique;".
Art.190. In artikel 34, § 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de bepaling onder 10° worden de woorden "en/of wijziging van de initiële inschrijvingsperiode, en/of wijziging van de valutadatum met betrekking tot de initiële inschrijving, en/of wijziging van de initiële inschrijvingsprijs per recht van deelneming" ingevoegd tussen de woorden "financiële markten," en de woorden "voor zover";
  2° bepalingen onder 11° /1 en 11° /2 worden ingevoegd, luidende :
  "11° /1 voor de instellingen voor collectieve belegging bedoeld in het tweede lid van dit punt, bijwerking van de scenario's die de potentiële resultaten van de instellingen voor collectieve belegging illustreren.
  Het eerste lid van dit punt is van toepassing op de instellingen voor collectieve belegging die de beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op een algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden met betrekking tot die financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel instellingen voor collectieve belegging met vergelijkbare kenmerken;
  11° /2 niet wezenlijke wijziging van de omschrijving van een index, op voorwaarde dat deze wijziging louter gebeurt naar aanleiding van een actualisering van de index door de opsteller hiervan en dat de instelling voor collectieve belegging en de opsteller van de index geen deel uitmaken van dezelfde economische groep;".
Art.190. Dans l'article 34, § 2 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au 10°, les mots "et/ou modification de la période initiale de souscription et/ou modification de la date valeur de la souscription initiale, et/ou modification du prix initial de souscription par part," sont insérés entre les mots "financiële markten," et les mots "pour autant" ;
  2° un 11° /1 et un 11° /2 sont introduits, rédigés comme suit :
  "11° /1 pour les organismes de placement collectif visés au deuxième alinéa du présent point, adaptation des scénarios qui illustrent les résultats potentiels de l'organisme de placement collectif.
  Sont visés à l'alinéa premier du présent point, les organismes de placement collectif qui fournissent aux investisseurs, à certaines dates prédéterminées, des rémunérations dont le calcul est fondé sur un algorithme et qui sont liées à la performance ou à l'évolution du prix d'actifs financiers, d'indices ou de portefeuilles de référence ou à la réalisation d'autres conditions concernant ces actifs financiers, indices ou portefeuilles de référence, ou des organismes de placement collectif ayant des caractéristiques similaires ;
  11° /2 modification non substantielle de la description d'un indice, à condition que cette modification soit exclusivement effectuée à l'occasion d'une actualisation de l'indice par le fournisseur de celui-ci et que l'OPCA et le fournisseur de l'indice ne fassent pas partie du même groupe économique;".
Art.191. Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Als een compliancefunctie werd opgericht bij een instelling die een ontwerp van bericht, van reclame of van een ander stuk dat betrekking heeft op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging opstelt, dan wel ter goedkeuring voorlegt aan de FSMA, neemt deze de nodige maatregelen om te verzekeren dat het ontwerp voldoet aan de bepalingen van de wet, van het koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende bepaalde informatieverplichtingen bij de commercialisering van financiële producten bij niet-professionele cliënten en van dit besluit.
  De vertaling van de berichten, reclame en andere stukken die betrekking hebben op een openbaar aanbod van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging, wordt gemaakt onder de verantwoordelijkheid van de personen op wier initiatief deze berichten, reclame en andere stukken worden gepubliceerd.".
Art.191. L'article 37 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  "Si une fonction de compliance a été créée au sein d'un établissement qui élabore un projet d'avis, de publicité ou d'autre document relatif à une offre publique de parts d'un organisme de placement collectif ou le soumet à l'approbation de la FSMA, celle-ci prend les mesures nécessaires pour s'assurer que le projet répond aux dispositions de la loi, de l'arrêté royal du 25 avril 2014 imposant certaines obligations en matière d'information lors de la commercialisation de produits financiers auprès des clients de détail et du présent arrêté.
  La traduction des avis, publicités et autres documents qui se rapportent à une offre publique de parts d'un organisme de placement collectif est effectuée sous la responsabilité des personnes à l'initiative desquelles ces avis, publicités et autres documents sont rendus publics.".
Art.192. In artikel 49 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 worden de woorden ", of artikel 70, § 1, 8° " opgeheven;
  2° in paragraaf 2 worden de woorden ", of artikel 71, § 1," opgeheven;
  3° in paragraaf 3 worden de woorden ", of artikel 72, § 1," en de woorden ", of artikel 72, §§ 2 en 3," opgeheven.
Art.192. A l'article 49 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au paragraphe 1er, les mots ", ou de l'article 70, § 1er, 8° " sont abrogés;
  2° au paragraphe 2, les mots ", ou à l'article 71, § 1er," sont abrogés;
  3° au paragraphe 3, les mots ", ou à l'article 72, § 1er," et les mots ", ou à l'article 72, § § 2 et 3," sont abrogés.
Art.193. In artikel 51 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid opgeheven.
Art.193. Dans l'article 51 du même arrêté, l'alinéa 1er est abrogé.
Art.194. In artikel 66, § 2, 3° van hetzelfde besluit worden de woorden "zelfs indien deze instelling voor collectieve belegging verschillende compartimenten telt" opgeheven.
Art.194. Dans l'article 66, § 2, 3° du même arrêté, les mots ", même si cet organisme de placement collectif compte plusieurs compartiments" sont abrogés.
Art.195. In de titel II, hoofdstuk II, afdeling I van hetzelfde besluit wordt onderafdeling III, die de artikelen 69 tot 87 bevat, opgeheven.
Art.195. Dans le titre II, chapitre II, section Ière du même arrêté, la sous-section III, comprenant les articles 69 à 87, est abrogée.
Art.196. In artikel 88 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de eerste lid worden de woorden "Een feeder die heeft geopteerd voor de categorie van toegelaten beleggingen, bedoeld bij artikel 7, eerste lid, 1°, van de wet," vervangen door de woorden "Een feeder";
  2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.196. A l'article 88 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° à l'alinéa 1er, les mots "Un feeder qui a opté pour la catégorie de placements autorisés visée à l'article 7, alinéa 1er, 1°, de la loi," sont remplacés par les mots "Un feeder";
  2° l'alinéa 2 est abrogé.
Art.197. In artikel 89 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1, eerste lid worden de woorden "Een feeder die heeft geopteerd voor de categorie van toegelaten beleggingen, bedoeld bij artikel 7, eerste lid, 1°, van de wet," vervangen door de woorden "Een feeder";
  2° in paragraaf 1, eerste lid, 1° worden de woorden "artikel 52, § 2" vervangen door de woorden "artikel 52, § 3";
  3° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art.197. A l'article 89 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au paragraphe 1er, alinéa 1er, les mots "un feeder qui a opté pour la catégorie de placements autorisés visée à l'article 7, alinéa 1er, 1°, de la loi," sont remplacés par les mots "un feeder";
  2° au paragraphe 1er, alinéa 1er, 1°, les mots "article 52, § 2" sont remplacés par les mots "article 52, § 3";
  3° le paragraphe 2 est abrogé.
Art.198. In artikel 90, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "in de artikelen 65, § 1 en 83, § 1" vervangen door de woorden "in artikel 65, § 1".
Art.198. Dans l'article 90, § 1er du même arrêté, les mots "des articles 65, § 1er, et 83, § 1er," sont remplacés par les mots "de l'article 65, § 1er".
Art.199. In artikel 91, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden "de artikelen 65, § 1 en 83, § 1" vervangen door de woorden "artikel 65, § 1".
Art.199. Dans l'article 91, § 1er, alinéa 1er du même arrêté, les mots "des articles 65, § 1er, et 83, § 1er," sont remplacés par les mots "de l'article 65, § 1er".
Art.200. In artikel 92, 5° worden de woorden "of artikel 89, § 2, tweede lid, 1° " opgeheven.
Art.200. Dans l'article 92, 5°, les mots ", ou à l'article 89, § 2, alinéa 2, 1° " sont abrogés.
Art.201. In de Franse versie van artikel 94, 5° van hetzelfde besluit wordt het woord "monnaies" vervangen door het woord "devises".
Art.201. Dans la version française de l'article 94, 5° du même arrêté, le mot "monnaies" est remplacé par le mot "devises".
Art.202. In artikel 99 van hetzelfde besluit wordt de "[...] vervangen door de woorden "12 november 2012".
Art.202. Dans l'article 99 du même arrêté, le "[...]" est remplacé par les mots "12 novembre 2012".
Art.203. In de Franse versie van artikel 101, 5° van hetzelfde besluit wordt het woord "monnaies" vervangen door het woord "devises".
Art.203. Dans la version française de l'article 101, 5°, le mot "monnaies" est remplacé par le mot "devises".
Art.204. In de Nederlandse versie van artikel 106, § 1, 3° van hetzelfde besluit worden de woorden "de la loi" vervangen door de woorden "van de wet".
Art.204. Dans la version néerlandaise de l'article 106, § 1er, 3°, les mots "de la loi" sont remplacés par les mots "van de wet".
Art.205. In artikel 111 van hetzelfde besluit worden de woorden "de artikelen 65, § 1 en 83, § 1" telkens vervangen door de woorden "artikel 65, § 1".
Art.205. Dans l'article 111 du même arrêté, les mots "des articles 65, § 1er, et 83, § 1er" sont chaque fois remplacés par les mots "de l'article 65, § 1er".
Art.206. In artikel 116 van hetzelfde besluit, worden de woorden ", of artikel 70, § 1, 5° of 6°, " telkens opgeheven.
Art.206. Dans l'article 116 du même arrêté, les mots ", ou à l'article 70, § 1er, 5° ou 6°, " sont chaque fois abrogés.
Art.207. Artikel 117, § 2 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een punt 4°, luidende :
  4° een bedrag tot ontmoediging van een compartimentswijziging die volgt binnen de periode van een maand na intreding, ingehouden ten voordele van de instelling voor collectieve belegging. Indien het beheerreglement of de statuten een toelating in deze zin bevatten, mag het bestuursorgaan van de instelling voor collectieve belegging beslissen dit bedrag niet in te houden of de bedoelde periode van een maand te wijzigen, mits het bestuursorgaan in het eerst volgende jaarverslag zijn beslissing motiveert op grond van concrete omstandigheden en objectieve criteria bepaald in het beheerreglement of de statuten.
Art.207. L'article 117, § 2 du même arrêté est complété par un point 4°, rédigé comme suit :
  4° d'un montant destiné à décourager tout changement de compartiment dans le mois qui suit l'entrée, montant retenu au profit de l'organisme de placement collectif. Si le règlement de gestion ou les statuts contiennent une autorisation dans ce sens, l'organe de gestion de l'organisme de placement collectif peut décider de ne pas retenir ce montant ou de modifier la période d'un mois précitée, à condition de motiver cette décision, dans le prochain rapport annuel, sur la base de circonstances concrètes et de critères objectifs définis dans le règlement de gestion ou les statuts.
Art.208. In artikel 135, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden ", en artikel 70, § 1, 1°, 2° of 3°, " opgeheven.
Art.208. A l'article 135, § 1, alinéa 2 du même arrêté, les mots ", et à l'article 70, § 1er, 1°, 2° ou 3° " sont abrogés.
Art.209. In artikel 141 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 1 worden de woorden "de artikelen 52, § 1, en 70, § 1," vervangen door de woorden "artikel 52, § 1,";
  2° in paragraaf 4 worden de woorden "de artikelen 58, § 4 en 76, § 4" vervangen door de woorden "artikel 58, § 4".
Art.209. A l'article 141 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au paragraphe 1er, les mots "à l'article 52, § 1er et à l'article 70, § 1er" sont remplacés par les mots "à l'article 52, § 1er";
  2° au paragraphe 4, les mots "aux articles 58, § 4 et 76, § 4" sont remplacés par les mots "à l'article 58, § 4".
Art.210. In artikel 142 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden de woorden "de artikelen 52, 62, 70 en 80" vervangen door de woorden "de artikelen 52 en 62";
  2° in het tweede lid worden de woorden ", of 70, § 1, 5°, 6°, 8° en 9° " opgeheven.
Art.210. A l'article 142 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° à l'alinéa 1er, les mots "des articles 52, 62, 70 et 80" sont remplacés par les mots "des articles 52 et 62";
  2° à l'alinéa 2, les mots ", ou à l'article 70, § 1er, 5°, 6°, 8° et 9° " sont abrogés.
Art.211. In artikel 143, 4°, a) van hetzelfde besluit worden de woorden ", of 70, § 1, 1° " opgeheven.
Art.211. Dans l'article 143, 4°, a) du même arrêté les mots ", ou à l'article 70, § 1er, 1° " sont abrogés.
Art.212. In artikel 145 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "80, § 6, derde lid," worden opgeheven;
  2° in de bepaling onder 2°, c) worden de woorden "62, 63, 64, 65, 80, 81, 82 en 83" vervangen door de woorden "62, 63, 64 en 65".
Art.212. A l'article 145 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots "80, § 6, alinéa 3," sont abrogés;
  2° au 2°, c), les mots "62, 63, 64, 65, 80, 81, 82 et 83" sont remplacés par les mots "62, 63, 64 et 65".
Art.213. In de Franse versie van artikel 160, 2° van hetzelfde besluit worden de woorden "à moins que" vervangen door de woorden "à condition que".
Art.213. Dans la version française de l'article 160, 2° du même arrêté, les mots "à moins que" sont remplacés par les mots "à condition que".
Art.214. In het opschrift van afdeling IV, hoofdstuk II van titel II wordt het woord "effecten" vervangen door de woorden "rechten van deelneming".
Art.214. Dans l'intitulé de la section IV, chapitre II du titre II, le mot "titres" est remplacé par le mot "parts".
Art.215. In artikel 189, § 1 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.
Art.215. Dans l'article 189, § 1er du même arrêté, l'alinéa 2 est abrogé.
Art.216. In artikel 193, derde lid worden de woorden "in de artikelen 52, § 1, 1°, 2° en 3°, 70, 1, 1°, 2° en 3°, " vervangen door de woorden "in artikel 52, § 1, 1°, 2° en 3° ".
Art.216. Dans l'article 193, alinéa 3, les mots "aux articles 52, § 1er, 1°, 2° et 3°, et 70, § 1er, 1°, 2° et 3°, " sont remplacés par les mots "à l'article 52, § 1er, 1°, 2° et 3° ".
Art.217. In artikel 196, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden "desgevallend door de statuten of beheerreglement" ingevoegd tussen de woorden "omdat het" en de woorden "vereiste aanwezigheidsquorum";
Art.217. Dans l'article 196, alinéa 2 du même arrêté, les mots "par rapport aux dispositions des statuts ou du règlement de gestion" sont insérés entre le mot "insuffisant" et les mots ", la suspension est levée" ;
Art.218. In titel III van hetzelfde besluit wordt het hoofdstuk II, die de artikelen 221 tot 225 bevat, opgeheven.
Art.218. Dans le titre III du même arrêté, le chapitre II, comprenant les articles 221 à 225, est abrogé.
Art.219. In artikel 227 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
  "De openbare instellingen voor collectieve belegging, die erkend zijn overeenkomstig artikel 145/16 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, en die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG voegen de vermelding "pensioenspaarfonds" toe aan hun naam.";
  2° het tweede lid wordt opgeheven.
Art.219. Dans l'article 227 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :
  "Les organismes de placement collectif publics qui sont agréés conformément à l'article 145/16 du Code des impôts sur les revenus 1992 et qui répondent aux conditions de la directive 2009/65/CE font suivre leur dénomination de la mention "fonds d'épargne-pension"." ;
  2° l'alinéa 2 est abrogé.
Art.220. In hetzelfde besluit wordt artikel 233 opgeheven.
Art.220. Dans le même arrêté, l'article 233 est abrogé.
Art.221. Punt 4 van bijlage A, I van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "4. Gegevens met betrekking tot de bewaarder
  4.1. De identiteit van de bewaarder van de instelling voor collectieve belegging en een omschrijving van zijn taken, alsmede van belangenconflicten die kunnen ontstaan.
  4.2. Een beschrijving van alle door de bewaarder gedelegeerde bewaartaken, de lijst van de gedelegeerden en subgedelegeerden en eventuele belangenconflicten die uit dergelijke delegaties kunnen voortvloeien.
  4.3. een verklaring dat actuele informatie met betrekking tot de punten 4.1 en 4.2 op verzoek aan beleggers ter beschikking zal worden gesteld.".
Art.221. Le point 4 de l'annexe A, I, du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  "4. Informations concernant le dépositaire
  4.1. Identité du dépositaire de l'organisme de placement collectif et description de ses missions et des conflits d'intérêts qui pourraient se produire.
  4.2. Description des éventuelles fonctions de garde déléguées par le dépositaire, liste des délégataires et sous-délégataires et identification des conflits d'intérêts susceptibles de résulter d'une telle délégation.
  4.3. Déclaration indiquant que des informations actualisées concernant les points 4.1 et 4.2 seront mises à disposition des investisseurs sur demande.".
Art.222. Punt 5 van bijlage A, I van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een punt 5.3, luidende :
  "5.3 Het prospectus bevat :
  a) hetzij de nadere gegevens van het geactualiseerde beloningsbeleid, met ten minste een beschrijving van de wijze van berekening van de beloning en de voordelen, de identiteit van de personen die verantwoordelijk zijn voor het toekennen van de beloning en de voordelen, met inbegrip van de samenstelling van het remuneratiecomité, indien een dergelijk comité is ingesteld;
  b) hetzij een samenvatting van het beloningsbeleid en een mededeling dat de nadere gegevens van het geactualiseerde beloningsbeleid, met ten minste een beschrijving van de wijze van berekening van de beloning en de voordelen, de identiteit van de personen die verantwoordelijk zijn voor het toekennen van de beloning en de voordelen, met inbegrip van de samenstelling van het remuneratiecomité, indien een dergelijk comité is ingesteld, beschikbaar zijn op een website (met vermelding van het adres van die website) en dat daarvan op verzoek gratis een afschrift op papier ter beschikking wordt gesteld.".
Art.222. Le point 5 de l'annexe A, I, du même arrêté est complété par un 5.3, rédigé comme suit :
  "5.3 Le prospectus comporte :
  a) soit les détails de la politique de rémunération actualisée, y compris, notamment, une description de la manière dont les rémunérations et les avantages sont calculés, l'identité des personnes responsables de l'attribution des rémunérations et des avantages, y compris la composition du comité de rémunération, lorsqu'un tel comité existe;
  b) soit un résumé de la politique de rémunération et une déclaration indiquant que les détails de la politique de rémunération actualisée, y compris, notamment, une description de la manière dont les rémunérations et les avantages sont calculés, l'identité des personnes responsables de l'attribution des rémunérations et des avantages, y compris la composition du comité de rémunération, lorsqu'un tel comité existe, sont disponibles sur un site internet (y compris une référence à ce site internet) et qu'un exemplaire sur papier sera mis à disposition gratuitement sur demande.".
Art.223. In punt 9 van bijlage C van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 117, § 2, 4° en in" ingevoegd tussen de woorden "toelating bedoeld in" en de woorden "artikel 117, § 3, 3° ".
Art.223. Au point 9 de l'annexe C du même arrêté, les mots "à l'article 117, § 2, 4° et" sont insérés entre les mots "autorisation visée" et les mots "à l'article 117, § 3, 3° ".
TITEL VI. - Diverse en overgangsbepalingen
TITRE VI. - Dispositions diverses et transitoires
Art.224. De openbare AICB's met veranderlijk aantal rechten van deelneming, die erkend zijn overeenkomstig artikel 145/16 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voegen de vermelding "pensioenspaarfonds" toe aan hun naam.
Art.224. Les OPCA publics à nombre variable de parts qui sont agréés conformément à l'article 145/16 du Code des impôts sur les revenus 1992 font suivre leur dénomination de la mention "fonds d'épargne-pension".
Art.225. De bepalingen van Hoofdstukken I en III van Titel I en de bepalingen van Titel IV en V van het koninklijk besluit van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor collectieve belegging worden opgeheven op het ogenblik dat er geen instellingen, bedoeld bij artikelen 505 en 506 van de wet, meer zijn ingeschreven op de lijst bedoeld bij artikel 120, § 1, of artikel 137 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten.
  Conform het eerste lid publiceert de minister van Financiën een bericht in het Belgisch Staatsblad waarin wordt vastgesteld dat voornoemde bepalingen van het koninklijk besluit van 4 maart 1991 met betrekking tot bepaalde instellingen voor collectieve belegging zijn opgeheven.
Art.225. Les dispositions des Chapitres Ier et III du Titre Ier et les dispositions des Titres IV et V de l'arrêté royal du 4 mars 1991 relatif à certains organismes de placement collectif sont abrogées à partir du moment où il n'y a plus d'organismes, visés aux articles 505 et 506 de la loi, qui sont inscrits à la liste visée à l'article 120, § 1er, ou à l'article 137 de la loi du 4 décembre 1990 relative aux opérations financières et aux marchés financiers.
  Conformément à l'alinéa 1er, le ministre des Finances publie un avis au Moniteur belge qui constate l'abrogation des dispositions précitées de l'arrêté royal du 4 mars 1991 relatif à certains organismes de placement collectif.
Art.226. De minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.226. Le ministre qui a les Finances dans ses attributions et le ministre qui a l'Economie dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l'exécution du présent arrêté.
BIJLAGEN.
ANNEXES.
Art. N1. Bijlage A. - Inhoud van het prospecturs.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-03-2017, p. 37598)
Art. N1. Annexe A. - Contenu du prospectus.
  (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 17-03-2017, p. 37582)
  Gewijzigd door:
  Modifié par:
Art. N2. Bijlage B. - Toelichting bij bepaalde informatie die moet worden opgenomen in het jaarverslag en halfjaarverslag van de AICB.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-03-2017, p. 37608)
Art. N2. Annexe B. - Commentaire de certaines informations à insérer dans les rapports annuels et semestriels de l'OPCA.
  (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 17-03-2017, p. 37591)
Art. N3. Bijlage C. - Inhoud van het beheerreglement of statuten.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 17-03-2017, p. 37612)
Art. N3. Annexe C. - Contenu du règlement de gestion ou des statuts.
  (Image non reprise pour des raisons techniques, voir M.B. du 17-03-2017, p. 37595)
  Gewijzigd door:
  Modifié par: