Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
4 MEI 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende regeling van de samenstelling en de werking van de Brusselse Raad voor Dierenwelzijn(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-05-2016 en tekstbijwerking tot 17-06-2020)
Titre
4 MAI 2016. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale réglant la composition et le fonctionnement du Conseil bruxellois du Bien-être animal(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 27-05-2016 et mise à jour au 17-06-2020)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (14)
Texte (14)
HOOFDSTUK I. - Definities
CHAPITRE Ier. - Définitions
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° "Raad": de Brusselse Raad voor Dierenwelzijn, zoals bedoeld in artikel 31 van de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren;
  2° "minister": de minister of staatssecretaris bevoegd voor het dierenwelzijn;
  3° "Instituut": het Brussels Instituut voor Milieubeheer;
  [1 4° "Dierentuincommissie": het comité zoals bedoeld in artikel 5 § 2, tweede lid van de wet van 14 augustus 1986.]1
  
Article 1er. Pour l'application des dispositions du présent arrêté, on entend par :
  1° "Conseil": le Conseil bruxellois du Bien-être animal, tel que visé à l'article 31 de la loi du 14 août 1986 relative à la protection et au bien-être des animaux;
  2° "ministre": le ministre ou secrétaire d'Etat en charge du bien-être animal;
  3° "Institut": l'Institut Bruxellois pour la Gestion de l'Environnement;
  [1 4°. " La Commission des parcs zoologiques " : le comité comme mentionné à l'article 5 § 2, second alinéa de la loi du 14 août 1986.]1
  
HOOFDSTUK II. - De Brusselse Raad voor dierenwelzijn
CHAPITRE II. - Le conseil bruxellois du bien-être animal
Art.2. De Raad bestaat uit 15 effectieve en 11 plaatsvervangende leden:
  1° 2 vertegenwoordigers van de verenigingen voor dierenbescherming;
  2° 2 vertegenwoordigers van de dierenasielen;
  3° 2 vertegenwoordigers van de sector van de handel en de teelt van huisdieren;
  4° 1 Nederlandstalige vertegenwoordiger van de Orde der dierenartsen;
  5° 1 Franstalige vertegenwoordiger van de Orde der dierenartsen;
  6° 1 vertegenwoordiger van een beroepsorganisatie van dierenartsen;
  7° 1 vertegenwoordiger van het maatschappelijk middenveld, voorgedragen door een niet-gouvernementele vereniging zonder winstoogmerk die actief is op het gebied van het leefmilieu, het gezin of de consumenten;
  8° 1 vertegenwoordiger van de Vereniging van Stad en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB);
  9° 4 deskundigen inzake het wetenschappelijk en medisch onderzoek.
  De vertegenwoordiger van het Instituut woont de vergaderingen van de Raad met raadgevende stem bij en de vergaderingen van de werkgroep.
  Minimaal één derde van de leden van de Raad behoren tot de minst talrijke taalgroep.
Art.2. Le Conseil est composé de 15 membres effectifs et 11 membres suppléants:
  1° 2 représentants des associations de protection des animaux;
  2° 2 représentants des refuges pour animaux;
  3° 2 représentants du secteur du commerce et de l'élevage d'animaux domestiques;
  4° 1 représentant néerlandophone de l'Ordre des vétérinaires;
  5° 1 représentant francophone de l'Ordre des vétérinaires;
  6° 1 représentant d'une association des vétérinaires;
  7° 1 représentant de la société civile, proposé par une association non gouvernementale sans but lucratif, active dans le domaine de l'environnement, de la famille ou des consommateurs;
  8° 1 représentant de l'Association de la Ville et des Communes de la Région de Bruxelles-Capitale (AVCB);
  9° 4 experts dans le domaine de la recherche scientifique et médicale
  Le représentant désigné par l'Institut assiste aux travaux du Conseil avec voix consultative et aux réunions du groupe de travail.
  Au moins un tiers des membres du Conseil appartiennent au groupe linguistique minoritaire.
Art.3. De oproep tot kandidaten wordt bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad. De kandidaturen worden aan het Instituut toegezonden. De verenigingen, instellingen en sectoren zoals bepaald in artikel 2, 1° tem 8° dragen kandidaat-vertegenwoordigers voor.
  De [Regering] benoemt de leden en hun plaatsvervangers van de Raad onder de kandidaturen bedoeld in het eerste lid voor een mandaat van 5 jaar. (ERRATUM, zie B.St. 18-10-2016, p. 70469)
  De plaatsvervanger mag het lid gedurende zijn afwezigheid vervangen en heeft dezelfde bevoegdheden.
  De effectieve leden of plaatsvervangers kunnen door de [Regering] ontslagen worden als ze niet langer representatief zijn of in geval van een overtreding van dit besluit. (ERRATUM, zie B.St. 18-10-2016, p. 70469)
  Als een effectief of plaatsvervangend lid voor het verstrijken van zijn mandaat ontslag uit de Raad neemt of ontslagen wordt, kan de [Regering] een opvolger voor dat mandaat benoemen. (ERRATUM, zie B.St. 18-10-2016, p. 70469)
  [1 Het lidmaatschap is bezoldigd met een zitpenning. De Staatssecretaris belast met dierenwelzijn bepaalt het bedrag van deze vergoeding.]1 De leden van de Raad hebben recht op terugbetaling van hun reiskosten, conform de modaliteiten voorzien voor de personeelsleden van het Instituut.
  
Art.3. L'appel aux candidats est publié au Moniteur belge. Les candidatures sont envoyées à l'Institut. Les associations, les institutions et les secteurs comme prévus à l'article 2, de 1° à 8° proposent des candidats représentants.
  Le [Gouvernement] nomme les membres et leurs suppléants au Conseil parmi les candidatures visées au premier alinéa, pour un mandat de 5 ans. (ERRATUM, voir M.B. 18-10-2016, p. 70469)
  Le suppléant peut remplacer le membre pendant son absence et a les mêmes compétences.
  Les membres effectifs ou suppléants peuvent être démis de leur fonction par le [Gouvernement] si ils ne sont plus représentatifs ou en cas d'infraction au présent arrêté. (ERRATUM, voir M.B. 18-10-2016, p. 70469)
  Si un membre effectif ou suppléant quitte le Conseil ou est démis de ses fonctions avant la fin de son mandat, le [Gouvernement] peut nommer un successeur pour ce mandat. (ERRATUM, voir M.B. 18-10-2016, p. 70469)
  [1 L'affiliation est rémunérée avec un jeton de présence. La Secrétaire d'Etat chargée du bien -être animal fixe le montant de cette rémunération.]1 Les membres du Conseil ont toutefois droit au remboursement de leurs frais de déplacement, conformément aux modalités prévues pour les membres du personnel de l'Institut.
  
Art.4. De Raad wijst onder de in artikel 2, eerste lid, 9°, bedoelde wetenschappelijke deskundigen een voorzitter en een ondervoorzitter aan.
  De Raad stelt tijdens de eerste vergadering van de Raad het huishoudelijk reglement vast. Dit reglement omvat onder meer regels inzake de taken van de voorzitter en ondervoorzitter, vergaderfrequentie, vergaderdata, uitnodigingen voor de vergaderingen, verslaggeving, agenda, goedkeuring van agenda en verslag alsook een gedetailleerde definiëring van de te volgen procedures.
  De Raad beraadslaagt op geldige wijze als de meerderheid van zijn leden aanwezig is. Is die meerderheid niet aanwezig, dan kan de Raad na een nieuwe bijeenroeping op geldige wijze over hetzelfde onderwerp beraadslagen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
  Wanneer een lid niet aanwezig kan zijn, kan hij zijn advies elektronisch overmaken aan het instituut die het zal overbrengen aan de Raad tijdens de bijeenkomst.
Art.4. Le Conseil désigne un président et un vice-président parmi les experts scientifiques visés à l'article 2, premier alinéa, 9°.
  Lors de la première assemblée du Conseil, le président fixe le règlement d'ordre intérieur. Ce règlement comporte entre autres des règles relatives aux tâches du président et du vice-président, à la fréquence et aux dates des assemblées, aux convocations aux assemblées, aux comptes rendus, à l'ordre du jour, à l'approbation de l'ordre du jour et du compte rendu, ainsi qu'une définition détaillée des procédures à suivre.
  Le Conseil ne délibère valablement que si la majorité de ses membres sont présents. Si cette majorité n'est pas présente, le Conseil ne peut délibérer valablement sur le même sujet, quel que soit le nombre des membres présents, qu'après qu'une nouvelle convocation n'ait été envoyée.
  Lorsqu'un membre ne peut être présent, il a la possibilité de communiquer son avis par voie électronique à l'institut qui le présentera au Conseil lors de la reunion.
Art.5. § 1. De Raad verstrekt adviezen over diverse aspecten van het dierenwelzijn, zowel op verzoek van de minister als het Instituut, als op eigen initiatief. Verder bevordert de Raad onderling overleg en samenwerking tussen de belanghebbende actoren.
  § 2. De Raad brengt zijn advies binnen een termijn van één maand uit. De minister kan van deze termijn afwijken.
  § 3. De Raad maakt zijn adviezen per consensus op. Bij gebreke daarvan wordt het advies van de Raad aangevuld met een vermelding van de afwijkende mening van de leden die zich verzetten tegen het advies uitgebracht door de meerderheid.
  § 4. De in artikel 2, eerste lid, 9°, bedoelde wetenschappelijke deskundigen vormen het uitvoerend bureau.
  Het uitvoerend bureau zorgt voor het dagelijkse beheer van de Raad met de steun van de vertegenwoordiger van het Instituut.
  § 5. Het uitvoerend bureau kan, met het oog op het onderzoek van een bijzonder onderwerp, een werkgroep oprichten. In dit geval wordt een evenwicht tussen de verschillende actoren betrokken bij het onderwerp binnen de werkgroep gegarandeerd.
  Het uitvoerend bureau wijst onder de leden van de Raad een coördinator voor de werkgroep aan.
  § 6. De in § 4 bedoelde vertegenwoordiger van het Instituut bereidt het dossier voor dat als basis dient voor de discussie van de Raad of de werkgroep. Hij legt dit dossier aan de Raad of aan de werkgroep voor.
  § 7. De Raad, zijn uitvoerend bureau en de werkgroepen vergaderen met gesloten deuren. De debatten en verslagen zijn vertrouwelijk tot de verzending van de adviezen aan de minister.
  De Raad of de werkgroep kan deskundigen, die geen lid zijn en in een specifiek onderwerp onderlegd zijn, uitnodigen om deel te nemen aan de vergaderingen. Zij worden geacht de vertrouwelijkheid van de debatten te respecteren. De reiskosten van de uitgenodigde deskundigen worden terugbetaald conform de modaliteiten voor de leden van de Raad.
Art.5. § 1er. Le Conseil émet des avis sur divers aspects du bien-être animal, que ce soit à la demande du ministre ou de l'Institut, ou de sa propre initiative. Le Conseil favorise en outre la concertation et la collaboration entre les acteurs concernés.
  § 2. Le Conseil émet son avis dans un délai d'un mois. Le ministre peut décider d'un autre délai.
  § 3. Le Conseil formule ses avis par consensus. A défaut de consensus, l'avis du Conseil est complété d'une indication de l'opinion divergente des membres qui se sont opposés à l'avis émis par la majorité.
  § 4. Les experts scientifiques visés à l'article 2, premier alinéa, 9° forment le bureau exécutif.
  Le bureau exécutif se charge de la gestion quotidienne du Conseil, avec le soutien du représentant de l'Institut.
  § 5. Le bureau exécutif peut constituer un groupe de travail, en vue de l'étude d'un sujet particulier. Dans ce cas, un équilibre est garanti entre les différents acteurs concernés par le sujet au sein du groupe de travail.
  Le bureau exécutif désigne un coordinateur pour le groupe de travail parmi les membres du Conseil.
  § 6. Le représentant de l'Institut, visé au § 4, prépare le dossier qui servira de base à la discussion du Conseil ou du groupe de travail. Il soumet ce dossier au Conseil ou au groupe de travail.
  § 7. Le Conseil, son bureau exécutif et les groupes de travail se réunissent à huis clos. Les débats et comptes rendus sont confidentiels jusqu'à la transmission des avis au Ministre.
  Le Conseil ou le groupe de travail peut inviter des experts, qui ne sont pas membres et sont spécialisés dans un sujet spécifique, à participer aux réunions. Ils sont censés respecter la confidentialité des débats. Les frais de déplacement des experts invités, sont remboursés conformément aux modalités pour les membres du Conseil.
Art.6. De adviezen van de Raad, vergezeld in voorkomend geval van de besluiten van de werkgroepen, worden aan de minister overgemaakt.
  De werkzaamheden van de Raad kunnen in overleg met het Instituut het voorwerp uitmaken van een bekendmaking in wetenschappelijke tijdschriften.
Art.6. Les avis du Conseil, accompagnés le cas échéant des conclusions des groupes de travail, sont transmis au ministre.
  Les activités du Conseil peuvent faire l'objet d'une publication dans des magazines scientifiques, en concertation avec l'Institut.
Art.7. Het secretariaat van de raad wordt verzorgd door het Instituut. De zetel van de Raad is bij het Instituut gevestigd. Bedoeld Instituut bewaart de archieven ervan.
Art.7. Le secretariat est assuré par l'Institut. Le siège du Conseil est situé à l'Institut. Ledit Institut en conserve les archives.
HOOFDSTUK II/1. [1 - De Brusselse Dierentuincommissie]1
CHAPITRE II/1. [1 - La Commission bruxelloise des parcs zoologiques]1
Art.7/1. [1 § 1. De Dierentuincommissie wordt opgericht bij de Raad en geeft advies in de gevallen zoals bedoeld in de artikelen 3 § 2, 3° b en artikel 5 § 2, tweede lid van de wet van 14 augustus 1986.
   § 2. De Dierentuincommissie bestaat uit [2 vier effectieve leden en vier plaatsvervangende leden]2, deskundig in het welzijn, de educatie, de ethische en foktechnische aspecten, de biologie en het behoud van in dierentuinen gehouden dieren.
   § 3. Voor wat betreft de regels inzake de werkwijze en vergoeding van de leden van de Dierentuincommissie gelden de regels zoals bepaald in de artikelen 3 tot 7 van dit besluit.]1

  
Art.7/1. [1 § 1. La Commission des parcs zoologiques est créée par le Conseil et émet un avis dans les cas prévus aux articles 3 § 2, 3° b et article 5 § 2, second alinéa de la loi du 14 août 1986.
   § 2. La Commission des parcs zoologiques est composée de [2 quatre membres effectifs et quatre membres suppléants]2, experts dans le bien-être, l'éducation, les aspects éthiques et techniques de l'élevage, la biologie et la conservation des animaux tenus dans les parcs zoologiques.
   § 3. En ce qui concerne les règles relatives au mode de fonctionnement et à l'indemnisation des membres de la Commission des parcs zoologiques, les règles mentionnées aux articles 3 à 7 de cet arrêté sont d'application.]1

  
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
CHAPITRE 3. - Dispositions finales
Art.8. Opgeheven worden:
  1° het Koninklijk Besluit van 15 juli 2008 tot regeling van de samenstelling en de werking van de Raad voor Dierenwelzijn;
  2° het Ministerieel Besluit van 20 december 2013 betreffende de benoeming van de leden van de Raad voor Dierenwelzijn.
Art.8. Sont abrogés:
  1° l'Arrêté Royal du 15 juillet 2008 réglant la composition et le fonctionnement du Conseil du Bien-être animal;
  2° l'Arrêté Ministériel du 20 décembre 2013 relatif à la nomination des membres du Conseil du Bien-être des animaux.
Art. 9. De minister bevoegd voor dierenwelzijn is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 9. Le ministre qui a le Bien-être animal dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.