Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
23 NOVEMBER 2015. - Ministerieel besluit waarbij bepaalde bevoegdheden binnen het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid worden gedelegeerd
Titre
23 NOVEMBRE 2015. - Arrêté ministériel accordant certaines délégations de compétences au sein de l'Institut Scientifique de Santé publique
Informations sur le document
Info du document
Tekst (15)
Texte (15)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
CHAPITRE Ier. - Dispositions générales
Artikel 1. Onderhavig ministerieel besluit is uitsluitend van toepassing op de bevoegdheden uitgeoefend ten bate van de Overheidsdienst met uitzondering van de bevoegdheden uitgeoefend door de Rechtspersoonlijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid.
Article 1er. Le présent arrêté ministériel ne s'applique qu'aux compétences exercée au profit du Service de l'Etat à l'exclusion des compétences exercées par la Personnalité juridique de l'Institut Scientifique de Santé publique.
Art.2. § 1er. Overeenkomstig artikel 30 van het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van het statuut van het administratief en technisch personeel van de wetenschappelijke instellingen van de Staat en artikel 52, § 2, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen, oefent de Algemeen directeur van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid de bevoegdheden uit die zijn toegewezen aan de Voorzitter van het directiecomité inzake materies waaraan de rijksambtenaren in dienst van dit Instituut onderworpen zijn.
  § 2. Voor de andere materies wordt een delegatie van bevoegdheden toegekend aan de Algemeen directeur van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid alsook aan de directeur P&O, de directeur van de ondersteunende dienst, de operationele directeurs en de directeur ICT volgens de uitvoeringsbepalingen waarin artikel 4 en volgende voorzien.
  § 3. Binnen de perken van zijn bevoegdheden en onder zijn verantwoordelijkheid, kan de Algemeen directeur bevoegdheden en handtekeningen vermeld in paragraaf 2 delegeren aan één of meer operationele directeurs of directeur van de ondersteunende dienst, directeur P&O of directeur ICT op grond van een ondertekend en gedateerd schriftelijk document met opgave van de gedelegeerde bevoegdheden en handtekeningen.
  § 4. In het kader van de regels waaraan het statuut van de rijksambtenaren onderworpen is, oefent de directeur P&O van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid de bevoegdheden uit die zijn toegekend aan de directeur van de personeelsdienst of aan de ambtenaar die verantwoordelijk is voor de personeelsdienst.
Art.2. § 1er. Conformément à l'article 30 de l'arrêté royal du 30 avril 1999 fixant le statut du personnel administratif et du personnel technique des établissements scientifiques de l'Etat et à l'article 52, § 2, de l'arrêté royal du 25 février 2008 fixant le statut du personnel scientifique des établissements scientifiques fédéraux, le Directeur général de l'Institut Scientifique de Santé publique exerce les compétences dévolues au Président du comité de direction dans les matières qui régissent les agents de l'Etat qui sont employés par cet Institut.
  § 2. Dans les autres matières, une délégation de compétences est accordée au Directeur général de l'Institut Scientifique de Santé Publique ainsi qu'au directeur P&O, au directeur du service d'appui, aux directeurs opérationnels et au directeur ICT pour les matières qui ont trait au service de l'Etat selon les modalités prévues aux articles 4 et suivants.
  § 3. Dans les limites de ses attributions et sous sa responsabilité, le Directeur général peut déléguer les compétences ou les signatures visées au paragraphe 2 au moyen d'un écrit daté et signé précisant ces compétences et signatures déléguées, à un ou plusieurs directeurs opérationnels ou directeur du service d'appui, directeur P&O ou directeur ICT.
  § 4. Dans le cadre de la réglementation qui régit le statut des agents de l'Etat, le directeur P&O de l'Institut Scientifique de Santé Publique exerce les compétences qui sont dévolues au directeur du service du personnel ou à l'agent responsable du service du personnel.
Art.3. § 1. In geval van afwezigheid of verhindering van de Algemeen directeur, worden de hem verleende bevoegdheidsdelegaties door huidig besluit gedurende de periode van zijn afwezigheid of verhindering uitgeoefend door de operationele directeur die hij heeft aangewezen. Als de Algemeen directeur niet in staat is om de operationele directeur aan te wijzen, dan zal de operationele directeur met de hoogste graadanciënniteit of, desgevallend, met de hoogste dienstanciënniteit ervoor instaan.
  § 2. Als de functie geen titularis heeft, dan wordt de bevoegdheidsdelegatie die inherent is aan de functie toegekend aan het personeelslid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid dat de functie daadwerkelijk uitoefent.
  Als een gedelegeerd functietitularis langdurig afwezig is, dan wordt zijn bevoegdheidsdelegatie uitgeoefend door het personeelslid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid dat tijdelijk instaat voor de functie en individueel door de Algemeen directeur is aangewezen. Wanneer de functie niet wordt uitgeoefend door een personeelslid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, kan de bevoegdheidsdelegatie worden uitgeoefend door een ander personeelslid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid dat individueel door de Algemeen directeur is aangewezen.
Art.3. § 1er. En cas d'absence ou d'empêchement du Directeur général, les délégations de compétences dont il est investi en vertu du présent arrêté sont accordées, pendant la durée de son absence ou de son empêchement, au directeur opérationnel qu'il désigne. Si le Directeur général est dans l'incapacité de désigner le directeur opérationnel, il s'agira du directeur opérationnel dont l'ancienneté de grade ou, le cas échéant, l'ancienneté de service est la plus grande.
  § 2. Lorsque la fonction n'a pas de titulaire, la délégation de compétences inhérente à la fonction est octroyée au membre du personnel de l'Institut Scientifique de Santé publique qui assume effectivement la fonction.
  Lorsqu'un titulaire de fonction délégué est absent pour une longue durée, sa délégation de compétences est exercée par le membre du personnel de l'Institut Scientifique de Santé publique qui assume temporairement la fonction et qui est individuellement identifié par le Directeur général. Lorsque la fonction n'est pas exercée par un membre du personnel de l'Institut Scientifique de Santé publique, la délégation de compétence peut être exercée par un autre membre du personnel de l'Institut Scientifique de Santé publique qui est individuellement identifié par le Directeur général.
HOOFDSTUK II. - Delegaties in personeelszaken
CHAPITRE II. - Délégations en matière de personnel
Art.4. De Algemeen directeur is gemachtigd om:
  1° de eed van de ambtenaren van niveau A en van het wetenschappelijk personeel af te nemen;
  2° de personeelsleden van niveau B, C en D tot ambtenaren te benoemen;
  3° de toestemming te verlenen voor de uitoefening van een hoger ambt in een functie van de klassen A1 en A2, B, C en D;
  4° te beslissen over het ontslag wegens lichamelijke ongeschiktheid van de ambtenaren van niveau B, C en D;
  5° een disciplinaire straf uit te spreken voor een ambtenaar van niveau A of een wetenschappelijk personeelslid met uitzondering van terugzetting, ontslag van ambtswege en afzetting;
  6° de administratieve standplaats schriftelijk te bepalen als die om dienstredenen niet samenvalt met de plaats waar de centrale administratie of de buitendienst gevestigd is;
  7° de bevoegde hiërarchische overste aan te stellen voor tuchtzaken;
  8° overeenkomsten voor tewerkstelling van studenten te sluiten, te wijzigen of op te zeggen;
  9° arbeidsovereenkomsten te sluiten, te wijzigen, te schorsen of op te zeggen van het contractuele personeel, zowel voor het administratieve en technische personeel als voor het wetenschappelijke personeel;
  10° de toelagen en vergoedingen voor te stellen aan de personeelsleden waarop de betrokkenen aanspraak kunnen maken krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling voor de titularis van een functie van operationele directeur of directeur van de ondersteunende dienst;
  11° zijn akkoord te verlenen aan dienstreizen en verplaatsingen in het buitenland, alsook de deelname aan welk colloquium, seminarie in het buitenland of congres ook;
  12° in geval van misbruik de verblijfsvergoeding te weigeren;
  13° de ambtenaren van de niveau A te bevorderen door verhoging in weddeschaal.
Art.4. Le Directeur général est habilité à :
  1° recevoir les prestations de serment des agents de niveau A et du personnel scientifique ;
  2° décider de la nomination en qualité d'agents pour les niveaux B, C et D ;
  3° accorder autorisation d'exercer une fonction supérieure dans une fonction des classes A1 et A2 et B, C et D ;
  4° décider du licenciement pour inaptitude physique des agents de niveau B, C et D ;
  5° prononcer une peine disciplinaire à l'encontre d'un agent de niveau A ou d'un agent scientifique à l'exception de la rétrogradation, de la démission d'office et de la révocation;
  6° fixer, par écrit, la résidence administrative, lorsque, pour des raisons de service, elle ne coïncide pas avec le lieu où l'administration centrale ou le service extérieur est établi;
  7° désigner le supérieur hiérarchique compétent en matière disciplinaire;
  8° conclure, modifier ou résilier des contrats d'occupation d'étudiants;
  9° conclure, modifier, suspendre ou résilier les contrats de travail du personnel contractuel tant administratif et technique que scientifique;
  10° proposer les allocations et indemnités aux membres du personnel auxquels les intéressés peuvent prétendre en vertu d'une disposition légale ou réglementaire pour les titulaires d'une fonction de directeur opérationnel ou du service d'appui;
  11° donner son accord sur les missions et déplacements à l'étranger ainsi que la participation à un colloque, séminaire extérieur ou congrès quelconque;
  12° refuser l'indemnité de séjour en cas d'abus.
  13° promouvoir par avancement barémique les agents de niveau A.
Art.5. De directeur van de dienst P&O is gemachtigd om:
  1° de eed van de ambtenaren van niveau B, C en D af te nemen;
  2° de ambtenaren van de niveaus B, C en D te bevorderen door verhoging in weddeschaal;
  3° de bevoegdheden uit te oefenen inzake selectie en werving:
  a) de organisatie aan te vragen van een vergelijkende selectie, een vergelijkend overgangsexamen of een bekwaamheidstest;
  b) op basis van een functiebeschrijving en een competentieprofiel, de organisatie aan te vragen van een bijkomende vergelijkende proef die voor de functie leidt tot een aparte rangschikking van de geslaagden;
  c) overleg te plegen met de afgevaardigd bestuurder van het selectiebureau van de federale overheid met betrekking tot het maximum aantal kandidaten toegelaten voor de vergelijkende proef;
  d) het maximum aantal kandidaten vast te leggen op basis van het aantal vacante betrekkingen per functie;
  e) na het advies van de afgevaardigd bestuurder van het selectiebureau van de federale overheid, voor specifieke betrekkingen in het bezit zijn van welbepaalde diploma's om welbepaalde klassen of graden op te leggen;
  f) de aangeworven geslaagden toelaatbaar te verklaren zo zij aan de bijzondere toelaatbaarheidvereisten voldoen en als een wervingsreserve wordt aangelegd, zijn beslissing mee te delen aan de afgevaardigd bestuurder van het selectiebureau van de federale overheid;
  g) de afgevaardigd bestuurder van het selectiebureau van de federale overheid te vragen de geldigheidsduur van een wervingsreserve met één jaar te verlengen;
  4° wat de technische of administratieve personeelsleden betreft, de van rechtswege verworven geldelijke anciënniteit in de openbare overheidsdiensten van de staten die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte of de Zwitserse Confederatie vast te leggen;
  5° wat de technische of administratieve personeelsleden betreft, de duur vast te stellen van de in de privésector of als zelfstandige verrichte diensten die in aanmerking wordt genomen voor het bepalen van de geldelijke anciënniteit van de personeelsleden die onderworpen zijn aan het geldelijke statuut van het rijksambtenaren;
  6° de aanvragen in ontvangst te nemen met betrekking tot de openverklaring van betrekkingen, de interne mutatie, de cumulatie van beroepsactiviteiten en het ontslag van welke aard ook;
  7° de halftijdse vervroegde uittreding of de vrijwillige vierdaagse werkweek toe te kennen aan de personeelsleden van de klassen SW3, SW2 en SW1, A3, A2 en A1 en van de niveaus B, C en D;
  8° het recht te geven op vervroegd halftijds pensioen en de vrijwillige vierdagenweek op een latere datum dan die gekozen door het personeelslid overeenkomstig de artikelen 4, § 2, 6, § 4, en 9, § 2, van het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende diverse beschikkingen in verband met de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector;
  9° met inachtneming van de algemene door de Minister van Ambtenarenzaken vastgestelde principes, de opvang- en opleidingsprogramma's vast te leggen die aan de behoeften van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid voldoen;
  10° de ambtenaren te verzoeken om verminderde prestaties te verrichten in geval van ziekte;
  11° te besluiten tot de terbeschikkingstelling van de ambtenaren wegens ziekte;
  12° het volgende toe te kennen:
  a) verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid;
  b) afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheid;
  13° voor de personeelsleden te beslissen over de aanvragen voor:
  a) verlof om dwingende redenen;
  b) loopbaanonderbreking in alle stelsels;
  14° dienstvrijstelling toe te kennen om een opleiding te volgen buiten de federale overheid;
  15° een onderzoek aan te vragen in het kader van de vroegtijdige oppensioenstelling om gezondheidsredenen bij het Bestuur van de medische expertise;
  16° op verzoek van de ambtenaar het gebruik van een verlofdag toe te kennen bij gebrek aan een verantwoording voor een dag van ziekte of bij gebrek aan een onderzoek door de adviserende arts;
  17° de aangiften te ontvangen van elk ongeval dat als een arbeidsongeval of als een ongeval op de weg naar en van het werk kan worden beschouwd of van elke herzieningsaanvraag;
  18° de beslissing van de genezingsverklaring zonder permanente arbeidsongeschiktheid te melden;
  19° de meldingen van het Bestuur van de medische expertise te ontvangen;
  20° na te gaan of is voldaan aan de toekenningsvoorwaarden voor een schadeloosstelling in geval van een arbeidsongeval of een ongeval dat zich heeft voorgedaan op de weg naar en van het werk;
  21° alle elementen van de geleden schade te onderzoeken en aan het slachtoffer of zijn rechthebbenden de uitbetaling van een rente voor te stellen;
  22° te beslissen of een ongeval een arbeidsongeval is in de zin van artikel 2 van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector;
  23° in overleg met de Algemeen directeur, de directeur van de ondersteunende dienst of de operationele directeur die betrokken is te beslissen over de door de personeelsleden ingediende aanvragen inzake bijscholing en professionele ontwikkeling.
Art.5. Le directeur du service P&O est habilité à :
  1° recevoir la prestation de serment des agents de niveau B, C et D;
  2° promouvoir par avancement barémique les agents de niveau B, C et D;
  3° exercer les compétences concernant la sélection et le recrutement:
  a) demander l'organisation d'une sélection comparative ou par accession au niveau supérieur ou un test d'aptitude;
  b) sur base d'une description de fonction et d'un profil de compétences, demander l'organisation d'une épreuve comparative complémentaire qui conduit, pour la fonction, à un classement distinct des lauréats;
  c) se concerter avec l'administrateur délégué du bureau de sélection de l'administration fédérale quant au nombre maximum de lauréats admis à participer à l'épreuve comparative;
  d) fixer le nombre maximum de lauréats sur la base du nombre d'emplois vacants par fonction;
  e) après avis de l'administrateur délégué du bureau de sélection de l'administration fédérale, imposer pour certains emplois la possession de diplômes particuliers pour certaines classes ou grades;
  f) déclarer admissibles les lauréats recrutés, s'ils remplissent les conditions spécifiques d'admissibilité et, si une réserve de lauréats est constituée, notifier sa décision à l'administrateur délégué du bureau de sélection de l'administration fédérale;
  g) demander à l'administrateur délégué du bureau de sélection de l'administration fédérale de prolonger d'un an la durée de validité d'une réserve de recrutement;
  4° en ce qui concerne les membres du personnel technique ou administratif constater l'ancienneté pécuniaire acquise de plein droit dans les services publics des Etats faisant partie de l'Espace économique européen ou de la Confédération suisse;
  5° en ce qui concerne les membres du personnel technique ou administratif fixer la durée des services accomplis dans le secteur privé ou en qualité d'indépendant qui est prise en considération pour déterminer l'ancienneté pécuniaire des membres du personnel soumis au statut pécuniaire des agents de l'Etat;
  6° recevoir les demandes d'ouverture de postes, de mutation interne, de cumul d'activités professionnelles ou de démission de toute nature;
  7° accorder le départ anticipé à mi-temps ou la semaine volontaire de quatre jours aux membres du personnel des classes SW3, SW2 et SW1, A3, A2 et A1 et des niveaux B, C et D;
  8° faire courir le droit au départ anticipé à mi-temps et à la semaine volontaire de quatre jours à une date ultérieure à celle choisie par le membre du personnel conformément aux articles 4, § 2, 6, § 4, et 9, § 2, de l'arrêté royal du 20 septembre 2012 portant des dispositions diverses concernant la semaine de quatre jours et le travail à mi-temps à partir de 50 ou 55 ans dans le secteur public;
  9° fixer, en se conformant aux principes généraux définis par le Ministre de la Fonction publique, les programmes d'accueil et de formation qui répondent aux besoins de l'Institut scientifique de Santé publique;
  10° inviter les agents à effectuer des prestations réduites en cas de maladie;
  11° prononcer la mise en disponibilité des agents pour maladie;
  12° accorder:
  a) des prestations réduites pour convenance personnelle;
  b) une absence de longue durée pour convenance personnelle;
  13° décider pour les membres du personnel en ce qui concerne les demandes de :
  a) congé pour motifs impérieux;
  b) interruption de carrière dans tous les régimes;
  14° accorder une dispense de service pour suivre une formation hors de l'administration fédérale;
  15° demander un examen dans le cadre de la mise à la pension prématurée pour raisons de santé auprès de l'Administration de l'expertise médicale;
  16° accorder à la demande de l'agent l'utilisation d'un jour de congé en cas d'absence de justification d'un jour de maladie ou de défaut d'examen par le médecin conseil;
  17° recevoir les déclarations de tout accident susceptible d'être considéré comme accident de travail ou accident survenu sur le chemin du travail ou de toute demande de révision;
  18° notifier la décision de déclaration de guérison sans incapacité permanente de travail;
  19° recevoir les notifications de l'Administration de l'expertise médicale;
  20° vérifier si les conditions d'octroi des indemnités sont réunies en cas d'accident du travail ou d'accident survenu sur le chemin du travail;
  21° examiner les éléments du dommage subi et proposer à la victime ou à ses ayants droit le paiement d'une rente;
  22° décider si un accident est un accident du travail au sens de l'article 2 de la loi du 3 juillet 1967 sur la prévention ou la réparation des dommages résultant des accidents du travail, des accidents survenus sur le chemin du travail et des maladies professionnelles dans le secteur public;
  23° décider en concertation avec le Directeur général, le directeur du service d'appui ou le directeur opérationnel concerné de l'opportunité de donner suite aux demandes introduites par les membres du personnel en matière de formation continue et de perfectionnement professionnel.
Art.6. De directeur van de ondersteunende dienst is gemachtigd om:
  1° de staten van de vergoedingen die aan het personeel worden toegekend voor het verrichten van prestaties buiten de normale uurroosters goed te keuren;
  2° de vergoeding toe te kennen voor het gebruik van de fiets voor het woon-werkverkeer en in dat kader:
  a) te beslissen over de te volgen reisweg en afstand, alsook de datum te vermelden waarop die beslissing in werking treedt;
  b) de eindbeslissing te nemen in geval van bezwaar tegen de opgelegde reisweg en afstand;
  3° de toestemming te geven om de fiets te gebruiken voor reizen en verplaatsingen in het belang van de dienst of wegens dienstnoodwendigheden;
  4° de personeelsleden die helemaal geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer toe te staan hun eigen voertuig te gebruiken over een vooraf bepaalde afstand, voor zover er door de overheid evenwel geen specifiek aangepast vervoersaanbod in concrete gevallen kan worden georganiseerd, mits de personeelsleden zich in een van de situaties bevinden als bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de tenlasteneming van de kosten inzake openbaar vervoer in het woon-werkverkeer van de federale personeelsleden door de Staat en sommige federale openbare instellingen.
Art.6. Le directeur du service d'appui est habilité à :
  1° approuver les états d'indemnités allouées au personnel du chef de l'exécution de prestations en dehors des horaires de travail;
  2° accorder l'allocation d'utilisation de la bicyclette sur le chemin du travail et dans ce cadre :
  a) décider du parcours à suivre et de la distance, ainsi que mentionner la date d'entrée en vigueur de cette décision;
  b) prendre la décision finale en cas d'objection contre le parcours et la distance imposés;
  3° autoriser l'utilisation de la bicyclette pour des voyages et des déplacements dans l'intérêt du service ou pour des nécessités de service;
  4° permettre aux membres du personnel qui ne peuvent pas du tout utiliser les moyens de transport en commun publics, d'utiliser leur véhicule personnel sur une distance déterminée au préalable, pour autant que l'autorité n'organise pas pour des cas concrets une offre de transport spécifique, à condition de se trouver dans une des situations visées à l'article 7 de l'arrêté royal du 3 mai 2007 portant la prise en charge des frais de déplacements par les transports publics de la résidence au lieu de travail des membres du personnel fédéral par l'Etat et certains organismes publics fédéraux.
Art.7. De operationele directeuren en de directeur van de ondersteunde dienst kunnen de staten van de reis- en verblijfskosten van de personeelsleden van hun dienst goedkeuren.
Art.7. Les directeurs opérationnels et le directeur du service d'appui peuvent approuver les états de frais de route et de séjour concernant les membres du personnel de leur service.
HOOFDSTUK III. - Delegaties met betrekking tot overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten
CHAPITRE III. - Délégations en matière de marchés publics de travaux, de fournitures et de services
Art.8. Onder voorbehoud van de bevoegdheden van de minister en de Ministerraad inzake gunning en uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten waarvan de uitgaven ten laste zijn van de begroting van de FOD Volksgezondheid Veiligheid van de Voedselketel en Leefmilieu, met uitzondering van de overeenkomsten voor wetenschappelijke onderzoeking en studies, wordt een delegatie van bevoegdheden verleend om:
  a) de opdrachtdocumenten goed te keuren;
  b) de wijze te kiezen waarop de opdracht wordt gegund, de procedure in te zetten en de betrokken overeenkomst te sluiten;
  c) de leidend ambtenaar aan te wijzen;
  d) de afwijking van de essentiële clausules en voorwaarden van de gegunde opdracht, de dading en de teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering;
  e) het afzien van de gunning van een opdracht, het besluit om de procedure over te doen, desnoods op een andere wijze.
  De delegaties worden volgens de onderstaande bedragen verleend:
  a) tot € 200.000 (exclusief btw) per opdracht: aan de Algemeen directeur;
  b) tot € 25.000 (exclusief btw) per opdracht: aan de betrokken operationele directeur en aan de directeur van de ondersteunende dienst;
  c) tot € 5.000 (exclusief btw) per opdracht: aan de diensthoofden;
  d) tot maximum € 125.000 (exclusief btw) per opdracht: aan de directeur van de dienst ICT voor alles wat de informatica aangaat en in het bijzonder de conformiteit van het product onderworpen aan de opdracht.
Art.8. Sans préjudice des compétences du ministre et du Conseil des ministres, en matière de passation et d'exécution des marchés publics de travaux, de fournitures et de services dont les dépenses sont à charge du budget du SPF Santé publique Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement à l'exception des conventions pour la recherche scientifique et des études, une délégation de compétences est octroyée pour:
  a) arrêter les documents du marché;
  b) choisir le mode de passation d'un marché, engager la procédure et conclure ledit marché;
  c) désigner le fonctionnaire dirigeant;
  d) déroger aux clauses et conditions essentielles du marché conclu, transiger et remettre des amendes pour retard d'exécution;
  e) renoncer à passer un marché, décider de recommencer la procédure, au besoin suivant un autre mode.
  Les délégations sont octroyées à concurrence des montants suivants:
  a) jusqu'à 200.000 € (hors T.V.A.) par marché: au Directeur général;
  b) jusqu'à 25.000 € (hors T.V.A.) par marché: au directeur opérationnel concerné et au directeur du service d'appui;
  c) jusqu'à 5.000 € (hors T.V.A.) par marché: aux chefs de service;
  d) jusqu'à un maximum de 125.000 € (hors T.V.A.) par marché: au directeur du service ICT pour tout ce qui a trait à l'informatique et notamment la conformité du produit soumis à marché.
HOOFDSTUK IV. - Andere delegaties
CHAPITRE IV. - Autres délégations
Art.9. De Algemeen directeur is gemachtigd om:
  1° na inachtneming van de wetgeving inzake overheidsopdrachten, de advoca(a)t(en) aan de minister voor te stellen voor de verdediging van de belangen van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid in geschillen behalve:
  a) in geval van beroep bij het Grondwettelijk Hof;
  b) in geval van beroep bij de Raad van State ten opzichte van een reglementering betreffende het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid of de federale wetenschappelijke instellingen;
  c) als hij of de directeur van de ondersteunende dienst of een operationele directeur persoonlijk betrokken partij is;
  2° de minister voor te stellen om alle beslissingen te nemen, en namelijk tot berusting of afstand inzake rechtsgedingen en het goedkeuren van alle dadingen en de eruit voortvloeiende uitgaven alsook de uitgaven die voortvloeien uit een schulderkenning of een gerechtelijke beslissing, het bedrag vast te leggen van de in te vorderen sommen ten laste van de aansprakelijke personen en het gedeelte te bepalen van de schade dat ten laste valt van de Staat, zowel hoofdsom als interesten, inzake:
  a) geschillen van alle aard, zowel betreffende de contractuele aansprakelijkheid als de extracontractuele aansprakelijkheid van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid;
  b) zaakschade, ook in geval van verkeersongevallen;
  c) diefstallen, verliezen, tekorten en beschadigingen ten nadele van de Staat, met uitzondering van de gevallen waar de aansprakelijke personen openbare rekenplichtigen of ambtenaren zijn, in het bijzonder en rechtstreeks belast met het toezicht op de rekenplichtigen die op dat vlak volledig onderworpen blijven aan de bepalingen op hen van toepassing;
  d) burgerlijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand van het personeel van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid, alsook de vergoeding van de door hen geleden schade, behalve voor de Algemeen directeur, de directeur van de ondersteunende dienst of een operationele directeur persoonlijk betrokken partij in het geschil;
  e) kosten en erelonen van advocaten van de Staat alsook de gerechtskosten, met inbegrip van de rechtsplegingvergoeding, behalve voor de Algemeen directeur, de directeur van de ondersteunende dienst of een operationele directeur persoonlijk betrokken partij in het geschil;
  f) de burgerlijke aansprakelijkheid zonder schuld van het personeel van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid;
  3° alle documenten bestemd voor het Rekenhof te tekenen en alle briefwisseling en documenten die uitgaan van het Rekenhof te ontvangen.
Art.9. Le Directeur général est habilité à:
  1° après respect de la législation sur les marchés publics, proposer au ministre le ou les avocats destinés à assurer la défense des intérêts de l'Institut Scientifique de Santé Publique dans les affaires contentieuses sauf:
  a) en cas de recours devant la Cour Constitutionnelle;
  b) en cas de recours devant le Conseil d'Etat à l'égard d'une règlementation relative à l'Institut Scientifique de Santé Publique ou des établissements scientifiques fédéraux;
  c) si lui ou le directeur du service d'appui ou un directeur opérationnel est personnellement impliqué dans l'affaire contentieuse;
  2° proposer au ministre de prendre toutes les décisions, et notamment de résignation ou d'abandon d'instances judiciaires, d'approbation de toute transaction et dépenses en résultant ainsi que toute dépense résultant d'une reconnaissance de dette ou d'une décision judiciaire, de fixer le montant des sommes à recouvrer à charge des personnes responsables et à déterminer la portée du dommage qui est à charge de l'Etat, tant en principal qu'en intérêt, en matière de:
  a) contentieux de toute nature, relatif tant à la responsabilité contractuelle qu'à la responsabilité extracontractuelle de l'Institut Scientifique de Santé Publique;
  b) de dommages aux biens, y compris en cas d'accident de roulage;
  c) de vols, pertes, manquements au détriment de l'Etat, à l'exception des cas où les personnes responsables sont comptables publics ou des fonctionnaires chargés spécialement et directement de la surveillance des comptables lesquels, en cette matière, restent entièrement soumis aux dispositions qui les régissent;
  d) de responsabilité civile et d'assistance en justice du personnel de l'Institut Scientifique de Santé Publique ainsi que de réparation du dommage subi par eux à l'exception du Directeur général, du directeur du service d'appui ou d'un directeur opérationnel personnellement impliqué dans l'affaire contentieuse;
  e) de frais et honoraires des avocats de l'Etat ainsi que de frais de justice, y compris l'indemnité de procédure, sauf pour le Directeur général, le directeur du service d'appui ou un directeur opérationnel personnellement impliqué dans l'affaire contentieuse;
  f) de responsabilité civile sans faute du personnel de l'Institut Scientifique de Santé Publique;
  3° signer tous les écrits destinés à la Cour des comptes et réceptionner toutes les correspondances et tous les documents émanant de la Cour des comptes.
Art.10. De directeur van de ondersteunende dienst en de operationele directeuren zijn namens de Algemeen directeur gemachtigd om tot publicatie in het Belgisch Staatsblad over te gaan van koninklijke en ministeriele besluiten alsook van officiële berichten betreffende hun diensten.
Art.10. Le directeur du service d'appui et les directeurs opérationnels sont habilités, au nom du Directeur général, à autoriser la publication au Moniteur belge des arrêtés royaux et ministériels ainsi que des avis officiels concernant leurs services.
Art. 11. De directeur van de ondersteunende dienst is namens de Algemeen directeur, gemachtigd om:
  1° de rekeningen goed te keuren, de ordonnanties van betalingen en de ordonnanties van geldvoorschotten, van regularisatie of van geldvoorschotten, de betalingsstaten betreffende de voor het vervoer van ambtenaren gebruikte reisorders en van de kostenstaten betreffende de dienstreizen te ondertekenen;
  2° de aan het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid betekende deurwaarderexploten voor ontvangst te tekenen.
Art. 11. Le directeur du service d'appui est habilité, au nom du Directeur général, à :
  1° approuver les comptes, signer les ordonnances de paiement et les ordonnances d'ouverture de crédit, de régularisation ou d'avances de fonds, les bordereaux de paiement des réquisitoires utilisés pour le transport des agents et les états de dépenses relatifs aux missions;
  2° signer pour réception des exploits d'huissier signifiés à l'Institut Scientifique de Santé publique.