Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
7 MEI 2015. - Koninklijk besluit ter omzetting van richtlijn 2013/54/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende bepaalde verantwoordelijkheden van de vlaggenstaat met betrekking tot de naleving en de handhaving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006
Titre
7 MAI 2015. - Arrêté royal transposant la directive 2013/54/UE du Parlement européen et du Conseil du 20 novembre 2013 relative à certaines responsabilités de l'état du pavillon en ce qui concerne le respect et la mise en application de la convention du travail maritime, 2006
Informations sur le document
Info du document
Tekst (18)
Texte (18)
Artikel 1. In bijlage XIXbis, punt 1, h) van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 maart 2011, worden de woorden "artikel 3, § 2" vervangen door de woorden "artikel 3, § 2 en/of § 4".
Article 1er. Dans l'annexe XIXbis, point 1, h), de l'arrêté royal du 20 juillet 1973 portant règlement sur l'inspection maritime, remplacé par l'arrêté royal du 13 mars 2011, les mots " article 3, § 2 " sont remplacés par les mots " article 3, § 2 et/ou § 4 ".
Art.2. In artikel 1, 23°, van het koninklijk besluit van 11 maart 2002 inzake veiligheidsvoorschriften en -normen voor passagiersschepen die voor binnenlandse reizen worden gebruikt en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 1981 betreffende voorschriften voor passagiersschepen die geen internationale reis maken en die uitsluitend in een beperkt vaargebied langs de kust varen en van het koninklijk besluit van 20 juli 1973 houdende zeevaartinspectiereglement, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 maart 2011, worden de woorden "artikel 3, § 2" vervangen door de woorden "artikel 3, § 2 en/of § 4".
Art.2. Dans l'article 1er, 23°, de l'arrêté royal du 11 mars 2002 établissant des règles et normes de sécurité pour les navires à passagers utilisés pour effectuer des voyages nationaux et modifiant l'arrêté royal du 12 novembre 1981 concernant les règles pour navires à passagers n'effectuant pas de voyage international et naviguant exclusivement dans une zone de navigation restreinte le long de la côte et l'arrêté royal du 20 juillet 1973 portant règlement sur l'inspection maritime, remplacé par l'arrêté royal du 13 mars 2011, les mots " article 3, § 2 " sont remplacés par les mots " article 3, § 2 et/ou § 4 ".
Art.3. In het koninklijk besluit van 12 maart 2003 houdende handhaving van de verplichte arbeidstijd voor zeevarenden aan boord van schepen die Belgische havens aandoen wordt een artikel 1/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 1/1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van :
  - richtlijn 1999/63/EG van de Raad van 21 juni 1999 inzake de overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van zeevarenden, gesloten door de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Federatie van de bonden voor het vervoerspersoneel in de Europese Unie (FST), gewijzigd bij richtlijn 2009/13/EG van de Raad van 16 februari 2009;
  - richtlijn 2013/54/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 20 november 2013 betreffende bepaalde verantwoordelijkheden van de vlaggenstaat met betrekking tot de naleving en de handhaving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006.".
Art.3. Dans l'arrêté royal du 12 mars 2003 concernant l'application des dispositions relatives au maintien de la durée du travail obligatoire des gens de mer à bord des navires faisant escale dans des ports belges, il est inséré un article 1/1 rédigé comme suit :
  " art. 1/1. Cet arrêté transpose partiellement :
  - la directive 1999/63/CE du Conseil du 21 juin 1999 concernant l'accord relatif à l'organisation du temps de travail des gens de mer, conclu par l'Association des armateurs de la Communauté européenne (ECSA) et la Fédération des syndicats des transports dans l'Union européenne (FST), modifié par la directive 2009/13/CE du Conseil du 16 février 2009;
  - la directive 2013/54/UE du parlement européen et du Conseil du 20 novembre 2013 relative à certaines responsabilités de l'Etat du pavillon en ce qui concerne le respect et la mise en application de la convention du travail maritime, 2006.".
Art.4. In hetzelfde besluit wordt een artikel 1/2 ingevoegd, luidende :
  "1/2. Elk schip dat onder Belgische vlag vaart en onder het toepassingsgebied van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006 valt, houdt aan boord een exemplaar van de overeenkomst betreffende de organisatie van de arbeidstijd van zeevarenden, gesloten door de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Federatie van de bonden voor het vervoerspersoneel in de Europese Unie (FST) van 30 september 1998, gewijzigd bij de overeenkomst van 19 mei 2008 tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) inzake het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 ter beschikking op een gemakkelijke en rechtstreeks toegankelijke plaats zodat de zeelieden, de met de scheepvaartcontrole belaste ambtenaren en de erkende organisaties de overeenkomst kunnen raadplegen. Dit kan langs elektronische weg.".
Art.4. Dans le même arrêté, il est inséré un article 1/2 rédigé comme suit :
  " 1/2. Tout navire battant pavillon belge et tombant sous le champ d'application de la loi du 13 juin 2014 d'exécution et de contrôle de l'application de la Convention du travail maritime 2006 tient à disposition à son bord un exemplaire de l'accord relatif à l'organisation du temps de travail des gens de mer, conclu par l'Association des armateurs de la Communauté européenne (ECSA) et la Fédération des syndicats des transports dans l'Union européenne (FST) du 30 septembre 1998, modifié par l'accord conclu le 19 mai 2008 par les Associations des armateurs de la Communauté européenne (ECSA) et la Fédération européenne des travailleurs des transports (ETF) concernant la convention du travail maritime, 2006 dans un endroit facilement et directement accessible aux marins, aux agents chargés du contrôle de la navigation et aux organismes agréés de sorte qu'ils puissent consulter l'accord. L'accès peut être assuré par voie électronique. ".
Art.5. In artikel 1, 22°, van het koninklijk besluit van 21 november 2005 betreffende een stelsel van verplichte onderzoeken voor de veilige exploitatie van geregelde diensten met ro-ro-veerboten en hogesnelheidspassagiersvaartuigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 maart 2011, worden de woorden "artikel 3, § 2" vervangen door de woorden "artikel 3, § 2 en/of § 4".
Art.5. Dans l'article 1er, 22°, de l'arrêté royal du 21 novembre 2005 relatif à un système de visites obligatoires pour l'exploitation en toute sécurité de services réguliers de transbordeurs rouliers et d'engins à passagers à grande vitesse, remplacé par l'arrêté royal du 13 mars 2011, les mots " article 3, § 2 " sont remplacés par les mots " article 3, § 2 et/ou § 4 ".
Art.6. In artikel 1, e), van het koninklijk besluit van 8 maart 2007 betreffende binnenschepen die ook voor niet-internationale zeereizen worden gebruikt, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 maart 2011, worden de woorden "artikel 3, § 2" vervangen door de woorden "artikel 3, § 2 en/of § 4".
Art.6. Dans l'article 1er, e), de l'arrêté royal du 8 mars 2007 relatif aux bateaux de navigation intérieure qui sont aussi utilisés pour effectuer des voyages non internationaux par mer, remplacé par l'arrêté royal du 13 mars 2011, les mots " article 3, § 2 " sont remplacés par les mots " article 3, § 2 et/ou § 4 ".
Art.7. In het koninklijk besluit van 13 maart 2011 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor de met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties, worden de woorden "artikel 3, § 2" telkens vervangen door de woorden "artikel 3, § 2 en/of § 4".
Art.7. Dans l'arrêté royal du 13 mars 2011 établissant des règles et normes communes concernant les organismes habilités à effectuer l'inspection et la visite des navires et les activités pertinentes des administrations maritimes, les mots " article 3, § 2 " sont chaque fois remplacés par les mots " article 3, § 2 et/ou § 4 ".
Art.8. Artikel 1 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt :
  "Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van :
  - richtlijn 2009/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties.
  Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van :
  - richtlijn 2013/54/EU van 20 november 2013 betreffende bepaalde verantwoordelijkheden van de vlaggenstaat met betrekking tot de naleving en de handhaving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006.".
Art.8. L'article 1er du même arrêté, est remplacé par ce qui suit :
  " Article 1er. Cet arrêté transpose :
  - la directive 2009/15/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 avril 2009 établissant des règles et normes communes concernant les organismes habilités à effectuer l'inspection et la visite des navires et les activités pertinentes des administrations maritimes.
  Cet arrêté transpose partiellement :
  - la directive 2013/54/UE du parlement européen et du Conseil du 20 novembre 2013 relative à certaines responsabilités de l'Etat du pavillon en ce qui concerne le respect et la mise en application de la convention du travail maritime, 2006. ".
Art.9. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in paragraaf 2 wordt het woord "Wanneer" vervangen door de woorden "Onverminderd de bepalingen van § 4, wanneer";
  2° artikel 3 wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende :
  " § 4. De Minister kan een erkende organisatie, indien zij daarmee instemt en op voorwaarde dat zij aantoont dat zij voldoende capaciteit heeft en voldoende bevoegd en onafhankelijk is, een bijkomende erkenning en bijkomende machtiging verlenen voor het toezicht op de naleving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006 en de afgifte van krachtens dat verdrag wettelijk voorgeschreven certificaten en certificaten van vrijstelling.
  In ieder geval blijft de Belgische overheid volledig verantwoordelijk voor de inspectie van de leef- en werkomstandigheden van de betrokken zeevarenden op een schip dat onder de Belgische vlag vaart. Deze bepaling doet geen afbreuk aan richtlijn 2009/15/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor de met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties.
  De erkende organisatie die krachtens deze paragraaf een bijkomende machtiging heeft ontvangen ziet erop toe dat haar personeel dat gemachtigd is inspecties uit te voeren en belast is met de controle op de correcte tenuitvoerlegging van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006, de opleiding krijgt en over de competentie en de onafhankelijkheid beschikt die nodig of wenselijk zijn om die controle te kunnen uitvoeren en om te zorgen voor de handhaving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006. De bepalingen van dit lid doen geen afbreuk aan de bepalingen van bijlage I van Verordening (EG) nr. 391/2009.
  De bepalingen van dit besluit en Verordening (EG) nr. 391/2009, uitgezonderd de bepalingen betreffende de erkenning van organisaties en de bepalingen inzake kennisgeving aan de Europese Commissie en de Lidstaten van de Europese Unie, zijn mutatis mutandis van toepassing voor wat betreft het MLC 2006.".
Art.9. Dans l'article 3 du même arrêté les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le paragraphe 2 le mot " Lorsque " est remplacé par les mots " Sans préjudice des dispositions du § 4, lorsque ";
  2° l'article 3 est complété par le paragraphe 4 rédigé comme suit :
  " § 4. Le Ministre peut accorder à un organisme agréé, si celui-ci y consent et à condition qu'il démontre qu'il possède la capacité, la compétence et l'indépendance suffisantes, une agréation et une habilitation complémentaires en vue de contrôler le respect de la Convention du travail maritime, 2006 et la délivrance des certificats légalement prescrits par celle-ci ainsi que des certificats d'exemption.
  Dans tous les cas, l'autorité belge conserve la pleine responsabilité de l'inspection des conditions de vie et de travail des gens de mer concernés à bord des navires battant pavillon belge. La présente disposition est sans préjudice de la directive 2009/15/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 avril 2009 établissant des règles et normes communes concernant les organismes habilités à effectuer l'inspection et la visite des navires et les activités pertinentes des administrations maritimes.
  Les organismes agréés, qui ont reçu une agréation supplémentaire en vertu du présent paragraphe veillent à ce que son personnel, habilité à réaliser des inspections conformément au présent arrêté, et chargé de vérifier la bonne mise en oeuvre de la Convention du travail maritime 2006, possède la formation, les compétences et l'indépendance nécessaires ou souhaitables pour pouvoir effectuer cette vérification et assurer le respect de la Convention du travail maritime 2006. Les dispositions de cet alinéa sont sans préjudice à l'annexe Ire du Règlement (CE) n° 391/2009.
  Les dispositions du présent arrêté et du Règlement (CE) n° 391/2009, à l'exclusion des dispositions relatives à l'agrément des organismes et les dispositions relatives à la notification à la Commission européenne et les Etats membres de l'Union européenne, sont d'application mutatis mutandis pour la MLC 2006. ".
Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 6/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 6/1. Om de in artikel 6, eerste lid, bedoelde taken uit te voeren, deelt de Directie Scheepvaartcontrole alle informatie over alle toepasselijke nationale wet- en regelgeving en relevante internationale instrumenten mee aan de erkende organisatie.".
Art.10. Dans le même arrêté, il est inséré un article 6/1 rédigé comme suit :
  " Art. 6/1. Pour effectuer les tâches visées à l'article 6, alinéa 1er, la Direction Contrôle de la navigation communique toutes les informations sur l'ensemble des dispositions applicables de la législation nationale, ainsi, que sur les instruments internationaux pertinents. ".
Art.11. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 juni 2011 betreffende de naleving van vlaggenstaatverplichtingen wordt vervangen als volgt :
  "Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van :
  - richtlijn 2009/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de naleving van vlaggenstaatverplichtingen.
  Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van :
  - richtlijn 2013/54/EU van 20 november 2013 betreffende bepaalde verantwoordelijkheden van de vlaggenstaat met betrekking tot de naleving en de handhaving van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006.".
Art.11. L'article 1 de l'arrêté royal du 15 juin 2011 concernant le respect des obligations de l'Etat du pavillon est remplacé par ce qui suit :
  " Article 1er. Cet arrêté transpose :
  - la directive 2009/21/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 avril 2009 concernant le respect des obligations des Etats du pavillon.
  Cet arrêté transpose partiellement :
  - la directive 2013/54/UE du parlement européen et du Conseil du 20 novembre 2013 relative à certaines responsabilités de l'Etat du pavillon en ce qui concerne le respect et la mise en application de la convention du travail maritime, 2006. ".
Art.12. Artikel 2 wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende :
  "4° relevante onderdelen van het MLC 2006 : de onderdelen van het MLC 2006 waarvan de inhoud geacht wordt overeen te komen met de bepalingen in de bijlage bij richtlijn 2009/13/EG van de Raad van 16 februari 2009 tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) inzake het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 en tot wijziging van richtlijn 1999/63/EG.".
Art.12. L'article 2 est complété par le 4°, rédigé comme suit :
  " 4° passages pertinents de la MLC 2006 : les passages de la MLC 2006 dont le contenu est considéré comme correspondant aux dispositions figurant à l'annexe de la directive 2009/13/CE du Conseil du 16 février 2009 portant mise en oeuvre de l'accord conclu par les Associations des armateurs de la Communauté européenne (ECSA) et la Fédération européenne des travailleurs des transports (ETF) concernant la convention du travail maritime, 2006, et modifiant la directive 1999/63/CE. ".
Art.13. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 2, eerste lid, worden de woorden "en de maritieme arbeid" ingevoegd tussen de woorden "om de veiligheid" en de woorden "te verbeteren";
  2° in § 2, eerste lid, 1° worden de woorden "maritieme arbeid, " ingevoegd tussen de woorden "met betrekking tot" en de woorden "de veiligheid van Belgische schepen".
Art.13. Dans l'article 3 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le § 2, alinéa premier, les mots " et le travail maritime " sont insérés entre les mots " renforcer la sécurité " et les mots " et de prévenir la pollution ".
  2° dans le § 2, alinéa premier, 1°, les mots " au travail maritime, " sont insérés entre les mots " ayant trait " et les mots " à la sécurité des navires belges ".
Art.14. In artikel 5, § 1 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid aangevuld met de woorden "en het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006".
Art.14. Dans l'article 5, § 1er, du même arrêté, l'alinéa 1er est complété par les mots " et la Convention du travail maritime, 2006. ".
Art.15. In hetzelfde besluit wordt een artikel 5/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 5/1. De administratie van de inspectiesystemen van de Dienst Vlaggenstaat, zoals bepaald in dit besluit, worden voortdurend door een systeem van kwaliteitsbewaking getoetst volgens de ISO norm 9001 of volgens een gelijkwaardige norm teneinde te garanderen dat de daartoe vastgestelde doelstellingen worden verwezenlijkt, met inbegrip van de doelstellingen zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006.
  Het personeel van de Dienst Vlaggenstaat dat gemachtigd is inspecties uit te voeren overeenkomstig dit besluit en de wet van 13 juni 2014 tot uitvoering en controle van de toepassing van het Verdrag betreffende maritieme arbeid 2006, en belast is met de controle op de correcte tenuitvoerlegging van de relevante onderdelen van het MLC 2006, krijgt de opleiding en beschikt over de competentie en de onafhankelijkheid die nodig of wenselijk zijn om die controle te kunnen uitvoeren en om te zorgen voor de handhaving van de relevante onderdelen van MLC 2006.".
Art.15. Dans le même arrêté, il est inséré un article 5/1 rédigé comme suit :
  " Art. 5/1. L'administration des systèmes d'inspection du Service Etat du pavillon, tel que prévu dans le présent arrêté, font l'objet d'un contrôle continu dans le cadre d'un système de surveillance de qualité selon la norme ISO 9001 ou selon une norme équivalente afin de garantir la réalisation d'objectifs définis à cet effet dans l'article 2 de la loi du 13 juin 2014 d'exécution et de contrôle de l'application de la Convention du travail maritime, 2006.
  Le personnel du Service Etat du pavillon, habilité à réaliser des inspections conformément au présent arrêté et à la loi du 13 juin 2014 d'exécution et de contrôle de l'application de la Convention du travail maritime 2006, et chargé de vérifier la bonne mise en oeuvre des passages pertinents de la MLC 2006, reçoit la formation et dispose des compétences et de l'indépendance nécessaires ou souhaitables pour pouvoir effectuer cette vérification et assurer le respect des passages pertinents de la MLC 2006. ".
Art.16. In het koninklijk besluit van 4 augustus 2014 tot bepaling van de klachtenprocedure aan boord van Belgische schepen die onder Belgische vlag varen en tot vaststelling van het model van klachtenformulier wordt een artikel 16/1 ingevoegd, luidende :
  "Art. 16/1. Wanneer het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer een klacht ontvangt op grond van artikel 16 die niet het als kennelijk ongegrond beschouwt of bewijsmateriaal ontvangt waaruit blijkt dat een schip dat onder Belgische vlag vaart niet aan de voorschriften van het Verdrag betreffende maritieme arbeid, 2006 voldoet of dat de tenuitvoerleggingsmaatregelen ernstige tekortkomingen vertonen, neemt het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer de nodige maatregelen om deze zaak te onderzoeken en zorgt het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer ervoor dat de nodige stappen worden genomen om alle geconstateerde tekortkomingen weg te werken in overeenstemming met het protocolakkoord zoals bedoeld in artikel 45 van de wet MLC.
  Het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer beschikt over een termijn van drie maanden om de klacht te behandelen en te beslechten, in overleg, in voorkomend geval, met de betrokken zeeman of elke persoon die het nuttig acht om te horen.
  Het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer deelt door een gedateerd en ondertekend schrijven zijn gemotiveerde beslissing mee aan de zeeman.".
Art.16. Dans l'arrêté royal du 4 août 2014 déterminant la procédure de plainte à bord des navires battant pavillon belge et fixant le modèle de formulaire de plainte, il est inséré un article 16/1 rédigé comme suit :
  " Art. 16/1. Quand la Direction générale Transport maritime reçoit une plainte en vertu de l'article 16, qui ne lui apparaît pas manifestement infondée, ou acquiert la preuve qu'un navire battant pavillon belge ne se conforme pas aux prescriptions de la Convention du travail maritime, 2006 ou que les mesures d'exécution de cette dernière présentent de sérieux manquements, la Direction générale Transport maritime prend les dispositions nécessaires pour enquêter sur la question et veille à ce que les mesures nécessaires soient prises pour remédier à tous les manquements constatés, conformément au protocole d'accord visé à l'article 45 de la loi MLC.
  La Direction générale Transport maritime dispose d'un délai de trois mois pour traiter et régler la plainte, en consultation, s'il y a lieu, avec le marin concerné ou toute personne qu'il estimera utile d'entendre.
  La Direction générale Transport maritime communique par un écrit daté et signé sa décision motivée au marin. ".
Art.17. Dit besluit treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.17. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 18. De minister bevoegd voor Maritieme Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 18. Le ministre qui a la Mobilité maritime dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.