Comparaison NL / FR

Artikel 1. § 1. Deze overeenkomst beoogt de vastlegging van de modaliteiten tot uitvoering van de terugnameplicht voor afvalbanden overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen.
  De overeenkomst beoogt de bevordering van preventie, alsmede een beter beheer van afvalbanden via de selectieve inzameling en de gepaste verwerking ervan, met inachtneming van de organisatorische, technische, economische en ecologische verplichtingen in het kader van de duurzame ontwikkeling.
  § 3. De overeenkomst beoogt ook de harmonisatie van de modaliteiten voor de uitvoering van de terugnameplicht in de drie Gewesten.

Art.2. § 1. De begrippen en definities opgenomen in het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, in Boek I van het Milieuwetboek en in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen zijn van toepassing op deze overeenkomst.
  § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst, wordt verstaan onder:
  1° beheersplan: een document met minstens de volgende partijen:
  - een preventieplan;
  - een overzicht van de acties voor ondernemingen, tussenpersonen en gebruikers;
  - een overzicht van de acties met betrekking tot de ophaling en de verwerking van afvalbanden;
  - een financieel plan;
  - een opvolgingsmethode;
  2° hergebruik van een band: elke handeling waarbij een band die aan het einde van zijn levensduur is, hergebruikt wordt met dezelfde bestemming als die waarvoor hij bedacht werd, en dit zonder loopvlakvernieuwing of fysieke of chemische wijziging;
  3° band: elke volle of lucht rubberband met inbegrip van bandages met uitzondering van de fietsbanden;
  4° herbruikbare band: elke band die voldoet aan de wettelijke normen inzake het oorspronkelijk gebruik en die doorverkocht of afgestaan wordt door een tussenpersoon van een circuit dat bestemd is om de band verder te gebruiken voor het doel waartoe hij ontworpen werd en dit zonder fysieke of chemische wijziging;
  5° versleten band: elke band die niet of niet meer kan gebruikt worden voor het doel waarvoor de band oorspronkelijk bestemd was en waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is of verplicht is zich te ontdoen;
  6° rechapeerbare band: elke versleten band die, na demontage, en in de staat waarin hij zich bevindt, niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en waarvan het loopvlak kan vervangen worden zodat hij opnieuw voor het doel waarvoor hij oorspronkelijk bestemd was, kan aangewend worden;
  7° valoriseerbare band: elke versleten band die, na demontage, in de staat waarin hij zich bevindt, niet meer in aanmerking komt voor hergebruik en die niet kan worden gerechapeerd;
  8° operator: elke natuurlijke of rechtspersoon die over de wettelijke vergunningen en erkenningen beschikt die vereist zijn in het kader van de uitoefening van zijn dienstprestaties, voor eigen rekening of voor rekening van derden;
  9° gehomologeerde operator: elke operator aan wie het beheersorgaan een homologatie of certificatie heeft afgeleverd die hem toelaat al dan niet betaalde diensten te leveren, voor eigen rekening of voor rekening van derden, in opdracht van het beheersorgaan in het kader van de uitvoering van de huidige milieubeleidsovereenkomst en die de voor zijn activiteit relevante modelovereenkomst heeft afgesloten met het beheersorgaan;
  10° niet gehomologeerde operator: elke operator die niet onder de definitie van artikel 2, § 2, punt 9 valt;
  11° ophaler: elke gehomologeerde operator waarvan de activiteit bestaat uit het ophalen van afvalbanden bij de geregistreerde inzamelingspunten;
  12° geregistreerd ophaalpunt: elke verkooppunt dat toetreedt tot het ophalingssysteem dat werd opgezet door het beheersorgaan, of een geregistreerde gebruiker, of een plaats waar afvalbanden kunnen worden gedeponeerd en waarvan de exploitant middels een toetredingsovereenkomst is toegetreden tot het ophalingssysteem dat door het beheersorgaan wordt opgezet;
  13° sorteerder: elke gehomologeerde operator waarvan de activiteit bestaat uit het sorteren van afvalbanden met het oog op hun hergebruik, loopvlakvernieuwing en recyclage of andere wijzen van nuttige toepassing;
  14° voorbehandelingsbedrijf: elke gehomologeerde waarvan de activiteit bestaat uit het behandelen van valoriseerbare afvalbanden met het oog op hun gebruik, hetzij in een industrieel proces, hetzij als vervangingsbrandstof (energetische valorisatie). Elk bedrijf dat granulaat of geshredderde banden produceert, wordt beschouwd als voorbehandelingsbedrijf;
  15° verwerkingsbedrijf: elke gehomologeerde of erkende operator door het beheersorgaan die afvalbanden verwerkt voor eigen rekening of voor rekening van derden. Deze verwerking bestaat zowel uit de voorbehandeling als uit de behandeling, hetzij in een industrieel proces, hetzij als vervangingsbrandstof, hetzij als karkas bestemd voor loopvlakvernieuwing;

Art.3. § 1. Deze milieubeleidsovereenkomst is gesloten tussen de ondertekenende partijen overeenkomstig Boek I van het Milieuwetboek.
  Deze milieubeleidsovereenkomst bindt de ondertekenende partijen alsook de producenten, verdelers en detailhandelaars onderworpen aan de terugnameplicht inzake afvalbanden en die, hetzij lid zijn van de organisaties die ze te dien einde machtiging verleend hebben, hetzij een toetredingsovereenkomst met het beheersorgaan hebben gesloten. Een lijst van producenten, tussenhandelaars en eindverkopers die bij deze milieubeleidsovereenkomst gebonden zijn, wordt ter beschikking gesteld van de "Office wallon des déchets (OWD, Waalse dienst voor afvalstoffen).
  § 2. Deze milieubeleidsovereenkomst is van toepassing op alle banden bestemd voor de vervangmarkt en de banden bestemd voor eerste montage, met uitzondering van banden die deel uitmaken van een voertuig zoals bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen.
  De overname door het beheersorgaan voor afvalbanden van de terugnameplicht inzake banden van eerste montage betreffende voertuigen van andere categorieën dan M1 en N1 treedt in werking op 1 april 2010. Voor de banden van eerste montage van voertuigen van de categorieën M1 en N1, wordt de terugnameplicht vanaf 1 juli 2009 overgenomen door het beheersorgaan voor afgedankte voertuigen.

Art.4. § 1. De volgende bepalingen zijn van toepassing op de verwerking van de afvalbanden ingezameld overeekomstig de terugnameplicht:
  1° alle aangeboden afvalbanden worden ingezameld naar rato van maximum 100 % van de hoeveelheid nieuwe banden die op de markt gebracht worden door de producenten die een toetredingsovereenkomst met het beheersorgaan hebben gesloten;
  2° het percentage van inzameling van de in het Waalse Gewest op de vervangingsmarkt gebrachte banden bedraagt minstens 85 %;
  3° de eerste handeling na de inzameling zal betrekking hebben op het sorteren van herbruikbare en niet-herbruikbare banden;
  4° het totaalpercentage hergebruik, loopvlakvernieuwing en recyclage van ingezamelde banden bedraagt minstens 55 %;
  5° de andere ingezamelde banden zullen energetisch gevaloriseerd worden;
  6° de verwijdering van afvalbanden is niet toegelaten.
  Om deze doelstellingen optimaal te halen, sluit het beheersorgaan met de gehomologeerde operatoren overeenkomsten af voor de inzameling en het sorteren van afvalbanden, enerzijds, en overeenkomsten voor de voorbehandeling en de verwerking van afvalbanden, anderzijds. De modelontwerpen van deze overeenkomsten worden ter informatie en voor hun goedkeuring door de Dienst overgemaakt aan de vertegenwoordigers van de betrokken actoren.
  Het is niet uitgesloten dat het beheersorgaan beide overeenkomsten met dezelfde gehomologeerde operator afsluit. In dat verband zal het beheersorgaan gepaste stimuli uitwerken om de doelstellingen te bereiken.
  § 2. Het beheersorgaan zal in overleg met de Dienst een onderzoek doen om de resultaten en het potentieel loopvlakvernieuwing op grond van een monster te kunnen beoordelen. Het beheersorgaan zet een monitoringsysteem op waarmee de resultaten van de loopvlakvernieuwing jaarlijks geregistreerd kunnen worden.
  Het beheersorgaan zal op objectieve en contradictoire wijze onderzoek doen naar de impact van het slijtagepercentage op het gewicht van de afvalbanden. De conclusies van dat onderzoek zullen worden aan de Dienst meegedeeld.
  § 3. Het beheersorgaan zal in overleg met de Dienst de milieueffecten van de verwerkingstechnieken evalueren, met inbegrip van het logistieke aspect.

Art.5. Het beheersorgaan en de individuele producenten nemen de nodige initiatieven inzake kwalitatieve en kwantitatieve preventie om de milieueffecten te verminderen zonder dat hierbij het veiligheidsaspect in het gedrang komt. Dit zal onder meer gerealiseerd worden via voorlichting van de gebruikers.
  Deze initiatieven hebben onder meer als doel bij te dragen tot:
  - duurzaam gebruik van banden door de gebruikers;
  - levensduurverlenging van banden;
  - verlaging van de CO2-uitstoot door het juiste gebruik van de band;
  - kwalitatieve preventie zoals de samenstelling van de band en slijtvastheid;
  - informatieverlening over banden waarvan het loopvlak vernieuwd is of die herbruikbaar zijn: rekening houdend met het feit dat loopvlakvernieuwing of hergebruik heel belangrijk is op milieuvlak omdat het de natuurlijke hulpbronnen spaart en energie bespaart die nodig zijn voor de fabricatie, verbinden het beheersorgaan en de individuele producenten zich ertoe maatregelen te nemen om het grote publiek te informeren over de bestaande voordelen en alternatieven bij het kopen van rechapeerde herbruikbare banden.

Art.6. Preventieplan
  § 1. Om tot de in artikel 5 omschreven preventiedoelen bij te dragen, stelt het beheersorgaan een preventieplan op. Dat plan bevat hoe dan ook:
  - de aard en het gewicht van de verschillende types afval;
  - de lijst van de reeds genomen maatregelen ter berperking van de hoeveelheid afval en/of ter vermindering van de schadelijkheid ervan voor het leefmilieu, en het resultaat ervan;
  - de geplande acties door het beheersorgaan om kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen;
  - de individueel geplande acties door de producenten aangesloten bij het beheersorgaan om kwantitatieve en kwalitatieve preventie te bevorderen;
  - indicatoren van de geplande acties in functie van de evaluatie van de inspanningen en/of resultaten.
  § 2. Zes maanden na ondertekening van deze milieubeleidsovereenkomst legt het beheersorgaan een preventieplan ter goedkeuring voor aan de Dienst.
  § 3. Het beheersorgaan rapporteert jaarlijks over de uitvoering van het preventieplan. Het preventieplan zal jaarlijks worden geëvalueerd op basis van de indicatoren en resultaten en, desnoods, elk jaar in overleg met de Dienst worden bijgewerkt.

Art.7. Het beheersorgaan zorgt voor de sensibilisering van de gebruikers via de detailhandelaars en verdelers in verband met de inzameling en verwerking van afvalbanden in uitvoering van deze milieubeleidsovereenkomst en conform het preventieplan.
  Elke algemene voorlichtingscampagne die het beheersorgaan wil voeren, moet eerst door de Dienst goedgekeurd worden.
  De kosten van de inzameling, de verwerking en de recycling van afvalbanden, de wijze van financiering ervan alsook de wijzen van beheer van die afval maken het voorwerp uit van een mededeling aan de verbruikers.
  § 2. Het beheersorgaan zorgt voor doeltreffendheid van de keten voor de terugname van de afvalbanden, met name via de voorlichting en sensibilisering van de inzamelaars, vervoerders, detailhandelaars, garagisten en vergunde verwerkingscentra.

Art.8. De detailhandelaar moet op een duidelijk zichtbare plaats in elk van zijn verkooppunten een bericht aanbrengen waarop onder de titel "TERUGNAMEPLICHT" is aangegeven op welke wijze hij voldoet aan de bepalingen van onderhavige milieubeleidsovereenkomst en op welke wijze de koper zich kan ontdoen van zijn versleten band. Ook bij verkoop buiten een verkoopsruimte moet de consument hierover geïnformeerd worden. Het sensibiliseringsmateriaal dat door het beheersorgaan ter beschikking wordt gesteld, is aan het voorafgaand advies van de Dienst onderworpen.

Art.9. Overeenkomstig artikel 10 zorgen de producenten zorgen voor een toereikende geografische dekking door het inzamelingsnet.

Art.10. § 1. De detailhandelaars en garagisten moeten elke afvalband die hen door de gezinnen of de beroepsgebruiker gebracht wordt gratis terugnemen bij de aankoop van een band van hetzelfde type.
  § 2. De afvalbanden die door producenten, verdelers en detailhandelaars in uitvoering van de terugnameplicht teruggenomen worden, worden ingezameld op één van de volgende wijzen:
  - de detailhandelaars en garagisten kunnen de banden gratis overhandigen aan hun verdeler van nieuwe banden voor zover hij wordt geregistreerd voor de inzameling van andere afval dan gevaarlijke afval;
  - de producenten, verdelers, detailhandelaars en garagisten kunnen de afvalbanden laten inzamelen door een ophaler. De lijst van de ophalers ligt ter inzake op de website van het beheersorgaan;
  - de producenten, verdelers en detailhandelaars kunnen de afvalbanden naar een verwerkingsbedrijf brengen dat door het beheersorgaan erkend of gehomologeerd is.
  § 3. Het beheersorgaan maakt een inzamelingsplan op dat in de praktische modaliteiten van de inzameling voorziet. Dat plan wordt ter informatie overgemaakt aan de vertegenwoordigers van de betrokken actoren en dan aan de Dienst voorgelegd voor goedkeuring.
  § 4. Het beheersorgaan zal een modelovereenkomst tot inzameling en sortering van afvalbanden opstellen op grond waarvan op zijn minst de doelstellingen van deze milieubeleidsovereenkomst gehaald kunnen worden.
  § 5. De geregistreerde inzamelingspunten verbinden zich ertoe om valoriseerbare banden alleen af te leveren aan of te laten ophalen door gehomologeerde operatoren en ze verbinden zich ertoe het beheersorgaan op de hoogte te brengen van de hoeveelheden banden die zouden zijn weggevoerd door niet-gehomologeerde operatoren om te worden gerechapeerd.

Art.11. § 1. Het beheersorgaan sluit met de privaatrechtelijke rechtspersonen die instaan voor het ophalen van huisvuil een overeenkomst tot gebruik van containerparken met het oog op de inontvangstname van afvalbanden van de gezinnen en de bezoldiging van deze dienst, rekening houdend met de winsten die eventueel voortkomen uit de inzameling en verwerking van afvalbanden.
  De in aanmerking genomen kosten vloeien rechtstreeks en noodzakelijkerwijs voort uit het beheer van de afvalbandenstroom:
  - de inzamelrecipiënten, waarvan de de privaatrechtelijke rechtspersonen eigenaar zijn;
  - de communicatiecampagnes;
  - de infrastructuren;
  - het personeel;
  - de algemene kosten;
  - de bijkomende specifieke maatregelen opgeëist door het beheersorgaan om de kwaliteit en de veiligheid van de afvalbanden te garanderen.
  Die kosten worden berekend op grond van het model dat in samenspraak tussen de betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen en het beheersorgaan wordt vastgelegd, rekening houdend met de gewestelijke specificiteiten van de containerparken en met de specifieke verplichtingen die aan de begunstigden van subsidies opgelegd kunnen worden overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2007 betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties.
  De gewestelijke subsidies worden bijgevolg niet in aanmerking genomen bij de berekening van de kosten, overeenkomstig artikel 7, 6°, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2007 betreffende de financiering van de afvalbeheersinstallaties.
  § 2. Als een opdracht voor de duur van de milieubeleidsovereenkomst door het Gewest of de publiekrechtelijke rechtspersonen wordt gegund met het oog op de inzameling en de verwerking van afvalbanden van de gezinnen in het netwerk van de containerparken van de publiekrechtelijke rechtspersonen, maken de Dienst en de publiekrechtelijke rechtspersonen een bestek op dat ze vooraf ter goedkeuring aan het beheersorgaan voorleggen. Als het Gewest een eenmalige opdracht sluit voor het gezamenlijke Waalse grondgebied, moet eerst ook het advies van de betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen ingewonnen worden.
  Het beheersorgaan deelt zijn opmerkingen mee binnen een termijn van een maand. Het voorstel tot gunning van de opdracht wordt opgemaakt in samenspraak tussen de Dienst (voor het Gewest) of de publiekrechtelijke rechtspersonen en het beheersorgaan.
  § 3. Als een opdracht door het Gewest wordt gegund, betaalt het beheersorgaan één keer per jaar en uiterlijk 1 september aan de Dienst de uitgaven terug die gedaan werden voor de selectieve ophaling en de verwerking van afvalbanden van de gezinnen ingezameld in de loop van het voorafgaande jaar in de betrokken containerparken, rekening houdend met de winsten die eventueel voortvloeien uit de inzameling en de verwerking van de afvalbanden.
  Het door het beheersorgaan eventueel terug te betalen bedrag wordt berekend aan de hand van volgende formule:
  (UITGAVEN DIENST + KOSTEN DIENST) x BIJDRAGE
  waarbij:
  - het bedrag van de uitgaven wordt vastgelegd op basis van de facturen opgemaakt in het kader van de uitvoering van de regionale of plaatselijke opdracht, op grond van de hoeveelheden afvalbanden ingezameld in de loop van het voorafgaande jaar in al de containerparken;
  - de kosten van de Dienst zijn administratieve kosten en kosten voor het beheer van de regionale overheidsopdracht van de Dienst die rechtstreeks en noodzakelijkerwijs verband houden met het beheer van de afvalbandenstroom;
  - de bijdrage wordt berekend door de hoeveelheden banden voor particulieren die door de leden van het beheersorgaan op de markt worden gebracht of verkocht te delen door de totaalhoeveelheden banden voor particulieren die op de markt worden gebracht of verkocht door alle producenten die aan de terugnameplicht onderworpen zijn.
  De eerste storting wordt verricht het jaar na het jaar waarin de opdracht betreffende de in de loop van het voorafgaande jaar ingezamelde banden is toegekend.
  § 4. Als een opdracht door de publiekrechtelijke rechtspersonen wordt gegund, vergoedt het beheersorgaan de publiekrechtelijke rechtspersonen voor de selectieve inzameling en de verwerking van afvalbanden van de gezinnen ingezameld in de betrokken containerparken, rekening houdend met de winsten die eventueel voortvloeien uit de inzameling en de verwerking van de afvalbanden. De modaliteiten tot uitvoering van deze paragraaf liggen vast in de overeenkomst bedoeld in artikel 11 § 1, overeenkomstig artikel 7, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen.
  § 5. Overeenkomstig artikel 19, § 2, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, kan het beheersorgaan, wat afval uit de gewone activiteit van de gezinnen betreft, gebruik maken van de mogelijkheid om inzamelingsmodaliteiten te organiseren ter aanvulling van de modaliteiten vastgelegd door de territoriaal betrokken publiekrechtelijke rechtspersonen, die zich in de plaats van het openbaar inzamelingsnet kunnen stellen voor zover ze een geografisch gebied bedienen en een minstens gelijkwaardige kwalitatieve dienst en kostendekking bieden, alsook een percentage ingezamelde afval dat minstens gelijk is aan het gecombineerde inzamelingspercentage van de publiekrechtelijke rechtspersonen en andere personen (bijv. detailhandelaars), zonder compensatie. Elke vervanging van het openbaar inzamelingsnet wordt aan de voorafgaande goedkeuring van de Regering onderworpen.

Art.12. § 1. Alle ingezamelde afvalbanden worden gesorteerd met het oog op hun hergebruik en loopvlakvernieuwing. Te dien einde zal het beheersorgaan overeenkomsten met de operatoren sluiten.
  § 2. Het beheersorgaan legt de Dienst de criteria voor op grond waarvan een onderscheid gemaakt kan worden tussen niet herbruikbare afvalbanden en voor hergebruik geschikte banden die onmiddellijk en zonder enige behandeling weer op de markt gebracht kunnen worden. Banden die niet meer voldoen aan de geldende federale wetgeving die de minimale diepte van de profielen van het loopvlak bepaalt, zijn niet voor hergebruik geschikt.

Art.13. § 1. De overeenkomstig artikel 2, § 2, punt 7, van deze milieubeleidsovereenkomst valoriseerbare afvalbanden worden behandeld teneinde de bij artikel 4 bepaalde doelstellingen te halen.

Art.14. § 1. Het beheersorgaan zal overeenkomsten met de operatoren sluiten. In dat verband zal het beheersorgaan gepaste stimuli uitwerken om de doelstellingen te halen.
  § 2. Het beheersorgaan zal de modelovereenkomsten voor voorbehandeling en verwerking ter goedkeuring voorleggen aan de Dienst. Die modelovereenkomsten bevatten hoe dan ook bepalingen op grond waarvan de doelstellingen van deze milieubeleidsovereenkomst gehaald kunnen worden.

Art.15. Het beheersorgaan zal alle beheerstaken op zich nemen die nodig zijn voor de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst, met name :
  1° de initiatieven inzake preventie;
  2° sensibilisering overeenkomstig artikel 7;
  3° het beheer van de inzameling van afvalbanden;
  4° het beheer van de verwerking van afvalbanden;
  5° de nakoming van de verplichtingen tot informatieverstrekking aan de Dienst en de actoren betrokken bij de tenuitvoerlegging van deze milieubeleidsovereenkomst;
  6° het opzetten, met de verdelers en de operatoren, van een systeem om de herkomst van de afvalbanden te controleren;
  7° de monitoring van de resultaten en tenuitvoerlegging van de overige bepalingen van deze milieubeleidsovereenkomst;
  8° rapportage aan de Dienst overeenkomstig de artikelen 21 tot 25 van deze milieubeleidsovereenkomst;
  9° de onderzoeken bedoeld in artikel 4, §§ 2 en 3.

Art.16. Het beheersorgaan streeft naar een zo groot mogelijke uniformiteit inzake administratieve procedures en logistiek.

Art.17. Met het oog op de uitvoering van artikel 15, zal het beheersorgaan de Dienst uiterlijk drie maanden na de ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst een beheersplan voor de duur van de overeenkomst ter goedkeuring voorleggen, enerzijds, en uiterlijk zes maanden na de ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst, een plan met uitvoerige uitleg over de overwogen sensibiliserings- en communicatiemaatregelen, overeenkomstig de bepalingen van artikel 7. Het beheersplan bevat minstens de uitvoeringsmodaliteiten van de bepalingen van artikel 15 (met uitzondering van punt 2° dat het voorwerp uitmaakt van een specifiek plan), alsook de strategische, financiële en operationele maatregelen bedoeld in artikel 19, § 1, 5°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2013 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. Het beheersorgaan legt jaarlijks voor 1 oktober een geactualiseerde versie van het beheersplan ter goedkeuring over voor het volgende kalenderjaar, alsook een geactualiseerde versie van het plan met uitvoerige uitleg over de overwogen sensibiliserings- en communicatiemaatregelen.

Art. 18. Modelovereenkomste.n
  Het beheersorgaan zal uiterlijk zes maanden na de ondertekening van deze milieubeleidsovereenkomst alle modelovereenkomsten ter uitvoering ervan voor akkoord aan de Dienst voorleggen. Elke wijziging in de modelovereenkomsten wordt vooraf goedgekeurd door de Dienst.

Art.19. Raad van bestuur
  De Dienst zal namens het Gewest de rol van waarnemer vervullen in de Raad van Bestuur en in de Algemene Vergadering van het beheersorgaan. Daartoe zal hij te gelegener tijd uitgenodigd worden om de door het beheersorgaan belegde vergaderingen bij te wonen en zal hij daarvan verslag krijgen. Minstens één vertegenwoordiger van de distributiesector heeft zitting in de Raad van bestuur van het beheersorgaan.

Art.20. Overleg
  Met het oog op de uitvoering van deze milieubeleidsovereenkomst zal het beheersorgaan naar gelang van het voorwerp overleg plegen met de representatieve organisaties die de detailhandelaars, de verdelers, de lokale overheden, de ophalers of de verwerkingsbedrijven vertegenwoordigen. Daartoe zal, op verzoek van de verenigingen die de betrokken openbare of privé-actoren vertegenwoordigen, van het beheersorgaan of van de Dienst, een overlegplatform minstens een keer per jaar en telkens als het nodig is vergaderen.
  Deskundigen kunnen ook punctueel en naar gelang van de agenda van het overlegplatform uitgenodigd worden om aan de vergaderingen deel te nemen.

Art.21. § 1. Het beheersorgaan verstrekt de Dienst jaarlijks voor 20 april de volgende gegevens betreffende het voorafgaande kalenderjaar :
  1° de totale hoeveelheid banden, uitgedrukt in kilogram, soort en eenheid, die op de markt werd gebracht in het Waalse Gewest. Behalve wanneer aparte rapporten worden opgemaakt, vermeldt het rapport respectievelijk de hoeveelheid banden die op de vervangingsmarkt is gebracht en de banden die op de markt gebrachte nieuwe voertuigen uitrusten;
  2° de in kilogram, soort en eenheid uitgedrukte totale hoeveelheid afvalbanden, inclusief die welke in aanmerking komen voor hergebruik, ingezameld in het kader van de toepassing van de terugnameplicht, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen de afvalbanden ingezameld via het netwerk van containerparken beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen en de afvalbanden ingezameld via het distributienet;
  3° de installaties waarin de ingezamelde afvalbanden zijn verwerkt, de omschrijving van de verwerkingswijze en het percentage restafval dat verwijderd wordt na die verwerkingen;
  4° de totale hoeveelheid afvalbanden, uitgedrukt in kilogram en eenheid;
  a) gesorteerd voor hergebruik;
  b) met een nieuw loopvlak;
  c) voor materiaalrecyclage gebruikt;
  d) energetisch gevaloriseerd.
  5° de raming van de in kilogram uitgedrukte totale hoeveelheid banden op de markt gebracht in het Waalse Gewest tijdens het lopende jaar;
  6° de bijdrage(n) gestort aan het beheersorgaan, alsook de berekeningsmodaliteiten, en de lijst van de leden van en aangeslotenen bij het beheersorgaan.
  § 2. Het beheersorgaan brengt jaarlijks voor 20 april ook verslag uit over :
  1° de toelichting van de resultaten
  2° het preventieplan (cf. artikel 6)
  3° de wijze van inzameling en verwerking, inclusief de lijst van de ophalers en verwerkingsbedrijven;
  4° het financieel beheer;
  5° alle andere maatregelen van het beheersplan.

Art.22. De verdelers en detailhandelaars van banden verstrekken het beheersorgaan jaarlijks voor 31 januari de gegevens over het aantal en het soort ingezamelde banden die in de loop van het voorafgaande kalenderjaar door niet gehomologeerde operatoren afgevoerd werden met het oog op loopvlakvernieuwing.

Art.23. Financieel rapport
  § 1. Het beheersorgaan en de Dienst wijzen samen de vennootschap aan die controle zal voeren op zijn rekeningen en de in artikel 21, § 2, punt 4, bedoelde gegevens zal nagaan om zich ervan te vergewissen dat de financiële stromen gebruikt worden overeenkomstig de doelstellingen van deze milieubeleidsovereenkomst. De controlevennootschap brengt jaarlijks een schriftelijk rapport uit aan het beheersorgaan en aan de Dienst.
  § 2. De Dienst kan verzoeken om elke aanvullende informatie die hij nuttig acht in het kader van de controle om zich ervan te vergewissen dat de financiële stromen stroken met de opdrachten van het beheersorgaan.

Art.24. De rapporteringsvoorwaarden zijn de volgende:
  1° de cijfergegevens verstrekt aan de Dienst in het kader van de terugnameplicht worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorgaan;
  2° de cijfergegevens van overbrengers en verwerkingsbedrijven die in het kader van de terugnameplicht aan het beheersorgaan of de producent worden verstrekt, worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorgaan;
  3° de cijfergegevens verstrekt door de producenten aan het beheersorgaan in het kader van de terugnameplicht worden gecertificeerd door een onafhankelijk controleorgaan.
  Het beheersorgaan of elke door hem aangewezen derde kan deze opdracht overnemen op voorwaarde dat de leden minstens één keer om de drie jaar gecontroleerd worden en het beheersorgaan over deze actie en de desbetreffende resultaten jaarlijks verslag uitbrengt aan de Dienst.

Art.25. Het beheersorgaan stelt via zijn website permanent volgende informatie ter beschikking van de Dienst :
  1° de lijst van de producenten die een toetredingsovereenkomst hebben afgesloten met het beheersorgaan;
  2° de lijst van de geregistreerde inzamelingspunten;
  3° de lijst van de ophalers, sorteerders en voorbehandelingsbedrijven waarmee het beheersorgaan een overeenkomst heeft afgesloten;
  4° de lijst van de gehomologeerde of geregistreerde verwerkingsbedrijven waarop een beroep wordt gedaan voor de verwerking van de afvalbanden die teruggenomen worden in het kader van deze milieubeleidsovereenkomst.

Art.26. Indien de partijen het nodig achten, kan een systeem uitgewerkt worden dat de geheimhouding van de gegevens garandeert.

Art.27. § 1. Het beheersorgaan mag de toetreding van geen enkele onderneming weigeren waarop de in deze milieubeleidsovereenkomst bedoelde terugnameplicht van toepassing is. Het beheersorgaan kan, met de instemming van de Dienst, om ernstige redenen van deze verplichting afwijken. Het beheersorgaan kan, met de instemming van de Dienst, om ernstige redenen van deze verplichting afwijken.
  § 2. Het beheersorgaan legt de toetredingsovereenkomst ter advies voor aan de Dienst.

Art.28. Milieubijdrage
  § 1. § 1. De producenten die een toetredingsovereenkomst met het beheersorgaan hebben afgesloten, betalen hem ter financiering van zijn activiteiten een milieubijdrage per op de markt gebrachte band. Deze milieubijdrage kan verschillen naar gelang van het type band. Deze milieubijdrage kan verschillen naar gelang van het type band.
  § 2. Wat betreft de banden van eerste montage van de voertuigen van de andere categorieën dan M1 en N1 die voortaan onder het toepassingsveld van deze milieubeleidsovereenkomst vallen, treden de verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 45, 46, 47 en 48 van het besluit van het Waalse Gewest tot invoering van een terugnameplicht voor sommige afvalstoffen in werking op 1 april 2010.
  § 3. Het beheersorgaan zal het bedrag van deze milieubijdrage vastleggen met inachtneming van de vermoedelijke inzamelings- en verwerkingskosten en, meer algemeen, van zijn verplichtingen tot uitvoering van deze milieubeleidsovereenkomst. Het bedrag van de milieubijdrage moet voor advies aan de Dienst voorgelegd worden. Het bedrag kan jaarlijks herzien worden.
  § 4. De producenten, verdelers en detailhandelaars verbinden zich ertoe geen banden te verkopen op de Belgische markt waarvoor geen milieubijdrage betaald werd of waarvoor het bewijs van het bestaan van een sluitend terugnamesysteem niet kan worden geleverd. Die clausule zal opgenomen worden in de overeenkomst tot toetreding tot het beheersorgaan.
  § 5. De milieubijdragen met opgave van de bedragen worden steeds, per band en per type band, afzonderlijk op de factuur vermeld.

Art.29. Financieel plan
  § 1. Het beheersorgaan legt uiterlijk drie maanden na ondertekening van de milieubeleidsovereenkomst een financieel plan voor de looptijd van de milieubeleidsovereenkomst ter advies aan de Dienst voor. Dat plan bevat de berekening en de verantwoording van de milieubijdragen.
  § 2. Het beheersorgaan legt voor 1 oktober een actualisatie van het plan voor het volgende kalenderjaar ter advies over.

Art.30. Verantwoordelijkheden van de organisaties en de producenten
  § 1. § 1. Het beheersorgaan, opgericht door de organisaties en de producenten, moet de vorm van een vereniging zonder winstgevend doel behouden, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de vereniging zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend.
  § 2. De organisaties en de producenten aangesloten bij het beheersorgaan stellen alles in het werk om de werking van het beheersorgaan te garanderen zodat alle verbintenissen i.v.m. deze milieubeleidsovereenkomst nagekomen kunnen worden.

Art.31. Verantwoordelijkheden van de producenten
  § 1. De producenten sluiten een toetredingsovereenkomst met het beheersorgaan.
  Het beheersorgaan stelt hiertoe een modelovereenkomst op.
  § 2. De producenten zijn verantwoordelijk voor de financiering van het beheersorgaan.

Art.32. Verantwoordelijkheden van de verdelers en detailhandelaars
  § 1. De verdelers en detailhandelaars van banden leggen jaarlijks voor 31 januari alle gerapporteerde gegevens ter beschikking van het beheersorgaan, overeenkomstig artikel 22.
  § 2. De milieubijdrage zoals bepaald in artikel 28 wordt toegepast bij de montage van een nieuwe band, behalve indien de klant het bewijs voorlegt dat ze al betaald werd. Het geïnde bedrag wordt aan het beheersorgaan teruggestort overeenkomstig de bepalingen van artikel 28.

Art.33. De Dienst zal er namens het Waalse Gewest voor zorgen dat de decreten van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen en van 5 juni 2008 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de beteugeling van milieuovertredingen en de herstelmaatregelen inzake leefmilieu, alsook het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen, strikt toegepast worden en dat overtredingen geverbaliseerd worden.

Art.34. In voorkomend geval worden de verplichtingen waarin deze milieubeleidsovereenkomst voorziet aangepast aan de bepalingen van elke Europese regelgeving betreffende afvalbanden indien ze strijdig zijn met die regelgeving. Het Waalse Gewest neemt de nodige initiatieven om de Europese regelgeving eenvormig om te zetten.

Art.35. Het Waalse Gewest verbindt er zich toe, na overleg met het beheersorgaan, initiatieven te nemen die de doelstellingen van deze milieubeleidsovereenkomst kunnen helpen halen, onder andere door :
  1° de aanvullende reglementaire maatregelen te nemen op zijn niveau;
  2° aandacht te besteden aan de bestemming van afvalstoffen bij controles en andere dossierbehandeling;
  3° een voorbeeldfunctie te vervullen bij de aankoop van diensten, werken en producten door bij overheidsopdrachten oog te hebben voor een ethisch en duurzaam aankoopbeleid.

Art.36. Buiten het kader van de wetgeving met betrekking tot de terugnameplicht, verbinden de producenten, het beheersorgaan en het Waalse Gewest er zich toe in samenwerking met de landbouwsector oplossingen te zoeken voor de inzameling en verwerking van afvalbanden die als afdeklaag gebruikt worden in de landbouwsector. De middelen die hiervoor zouden worden ingezet, mogen de uitvoering van de terugnameplicht niet in gevaar brengen en moeten in verhouding staan tot de financiële mogelijkheden van het beheersorgaan en het Waalse Gewest.
  Dat soort initiatief kan in partnerschap met de plaatselijke besturen genomen worden.

Art.37. § 1. De milieubeleidsovereenkomst treedt in werking tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel D85 van Boek I van het Milieuwetboek.
  § 2. De milieubeleidsovereenkomst wordt gesloten voor een termijn van vijf jaar. Ze is hernieuwbaar, overeenkomstig de bepalingen van artikel D88 van Boek I van het Milieuwetboek.
  § 3. Met de instemming van alle partijen kan deze milieubeleidsovereenkomst gedurende haar geldigheidsperiode geamendeerd worden, zoals gestipuleerd in artikel D89 van Boek I van het Milieuwetboek.
  § 4. Deze milieubeleidsovereenkomst kan worden opgezegd, mits inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. Indien de opzegging niet uitgaat van het Waalse Gewest, moet zij gezamenlijk uitgaan van alle andere partijen. De opzegging wordt bij ter post aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot betekend, op straffe van nietigheid. De opzegtermijn begint te lopen vanaf de eerste dag van de maand na de kennisgeving.
  De terugnameplichtigen die de overeenkomst opzeggen, moeten de nodige maatregelen genomen hebben om vanaf de dag na de datum van opzegging te voldoen aan de bepalingen van het besluit van de Waalse Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht voor bepaalde afvalstoffen. Ze brengen de Dienst daarvan op de hoogte.

Art.38. § 1. In geval van geschil over de uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst zal een geschillencommissie samengesteld worden. Deze commissie wordt ad hoc (naar gelang van de aard van het geschil) samengesteld en moet altijd bestaan uit twee vertegenwoordigers van het Waalse Gewest en twee vertegenwoordigers van het beheersorgaan. De voorzitter wordt met het akkoord van de vier vertegenwoordigers gekozen uit de vertegenwoordigers van het Waalse Gewest.
  § 2. De beslissingen worden bij consensus genomen. Indien geen consensus kan worden bereikt, brengt de Geschillencommissie verslag uit aan de bevoegde Minister.

Art.39. Elk geschil voortvloeiende uit of in verband met deze milieubeleidsovereenkomst en waarvoor de Geschillencommissie bedoeld in artikel 38 geen oplossing vindt, valt onder de bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Namen.

Art. 41. De milieubeleidsovereenkomst is op 5 december 2013 te Namen gesloten en ondertekend door de vertegenwoordigers van elke partij. Elke partij bericht ontvangst van één exemplaar van de getekende overeenkomst.