Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
15 MEI 2014. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 12 maart 2009 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van de grote ondernemingen en ten gunste van de kleine of middelgrote ondernemingen die investeren met het oog op de bevordering van alternatieve vervoerswijzen op het wegvervoer en die doelstellingen inzake de milieubescherming nastreven
Titre
15 MAI 2014. - Arrêté du Gouvernement wallon modifiant l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 mars 2009 relatif aux incitants régionaux en faveur des grandes entreprises et en faveur des petites ou moyennes entreprises qui réalisent des investissements favorisant des modes de transport alternatifs à la route et qui poursuivent des objectifs de protection de l'environnement
Informations sur le document
Numac: 2014203717
Datum: 2014-05-15
Info du document
Numac: 2014203717
Date: 2014-05-15
Tekst (12)
Texte (12)
Artikel 1. In artikel 3, § 1, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 12 maart 2009 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van de grote ondernemingen en ten gunste van de kleine of middelgrote ondernemingen die investeren met het oog op de bevordering van alternatieve vervoerswijzen op het wegvervoer en die doelstellingen inzake de milieubescherming nastreven, worden de woorden "het jaar dat volgt op de verrichting" vervangen door de woorden "het jaar van de verrichting".
Article 1er. Dans l'article 3, § 1er, alinéa 3, de l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 mars 2009 relatif aux incitants régionaux en faveur des grandes entreprises et en faveur des petites ou moyennes entreprises qui réalisent des investissements favorisant des modes de transport alternatifs à la route et qui poursuivent des objectifs de protection de l'environnement, les mots " qui suit " sont remplacés par le mot " de ".
Art.2. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid :
"Het bedrag van de premie is niet hoger dan 500.000 euro per periode van twaalf opeenvolgende maanden na ontvangst van de in artikel 9, tweede lid, bedoelde periode.".
"Het bedrag van de premie is niet hoger dan 500.000 euro per periode van twaalf opeenvolgende maanden na ontvangst van de in artikel 9, tweede lid, bedoelde periode.".
Art.2. L'article 5 du même arrêté est complété par un alinéa rédigé comme suit :
" Le montant de la prime ne dépasse pas 500.000 euros par période de douze mois consécutifs à dater de la réception de la demande visée à l'article 9, alinéa 2. ".
" Le montant de la prime ne dépasse pas 500.000 euros par période de douze mois consécutifs à dater de la réception de la demande visée à l'article 9, alinéa 2. ".
Art.3. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 6. Het bedrag van de premie voor de technische aanpassing die toegekend is aan de onderneming die de investeringen bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid, 4° tot 6°, verricht, is gelijk aan 30 % van het bedrag van de investeringen indien het gaat om een kleine of een middelgrote onderneming of aan 20 % van het bedrag van de investeringen als het gaat om een grote onderneming.
Het bedrag van de premie voor de technische aanpassing is gelijk aan 50 % van de in aanmerking komende investeringen als het gaat om :
1° investeringen betreffende de aankoop en de installatie van alternatieve aandrijvingen waarvan de technologie erkend is en normaal in de handel gebracht wordt, met name de hybride motoren, de motoren die werken met alternatieve brandstoffen of de brandstofcellen;
2° investeringen betreffende de aankoop en de installatie van erkende systemen voor de vermindering van de verontreinigende emissies van de aandrijfmotoren, met name de katalysatoren.
Het bedrag van de premie mag, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commisse van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, niet hoger zijn dan 200.000 euro over een periode van drie boekjaren.".
"Art. 6. Het bedrag van de premie voor de technische aanpassing die toegekend is aan de onderneming die de investeringen bedoeld in artikel 3, § 1, tweede lid, 4° tot 6°, verricht, is gelijk aan 30 % van het bedrag van de investeringen indien het gaat om een kleine of een middelgrote onderneming of aan 20 % van het bedrag van de investeringen als het gaat om een grote onderneming.
Het bedrag van de premie voor de technische aanpassing is gelijk aan 50 % van de in aanmerking komende investeringen als het gaat om :
1° investeringen betreffende de aankoop en de installatie van alternatieve aandrijvingen waarvan de technologie erkend is en normaal in de handel gebracht wordt, met name de hybride motoren, de motoren die werken met alternatieve brandstoffen of de brandstofcellen;
2° investeringen betreffende de aankoop en de installatie van erkende systemen voor de vermindering van de verontreinigende emissies van de aandrijfmotoren, met name de katalysatoren.
Het bedrag van de premie mag, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commisse van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, niet hoger zijn dan 200.000 euro over een periode van drie boekjaren.".
Art.3. L'article 6 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 6. Le montant de la prime à l'adaptation technique octroyé à l'entreprise qui réalise des investissements visés à l'article 3, § 1er, alinéa 2, 4° à 6°, s'élève à 30 pour cent du montant des investissements s'il s'agit d'une petite entreprise ou d'une moyenne entreprise ou à 20 pour cent du montant des investissements s'il s'agit d'une grande entreprise.
Le montant de la prime à l'adaptation technique s'élève à 50 pour cent des investissements éligibles s'il s'agit :
1° d'investissements relatifs à l'achat et à l'installation de systèmes de propulsion alternatifs dont la technologie est avérée et normalement commercialisée, notamment les moteurs hybrides, les moteurs fonctionnant avec des carburants alternatifs ou pile à combustible;
2° d'investissements relatifs à l'achat et à l'installation de systèmes avérés de réduction des émissions polluantes des moteurs de propulsion, notamment les catalyseurs.
Le montant de la prime ne dépasse pas 200.000 euros par entreprise sur une période de trois exercices fiscaux, conformément au Règlement (UE) n° 1407/2013 de la Commission du 18 décembre 2013 concernant l'application des articles 107 et 108 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides de minimis. ".
" Art. 6. Le montant de la prime à l'adaptation technique octroyé à l'entreprise qui réalise des investissements visés à l'article 3, § 1er, alinéa 2, 4° à 6°, s'élève à 30 pour cent du montant des investissements s'il s'agit d'une petite entreprise ou d'une moyenne entreprise ou à 20 pour cent du montant des investissements s'il s'agit d'une grande entreprise.
Le montant de la prime à l'adaptation technique s'élève à 50 pour cent des investissements éligibles s'il s'agit :
1° d'investissements relatifs à l'achat et à l'installation de systèmes de propulsion alternatifs dont la technologie est avérée et normalement commercialisée, notamment les moteurs hybrides, les moteurs fonctionnant avec des carburants alternatifs ou pile à combustible;
2° d'investissements relatifs à l'achat et à l'installation de systèmes avérés de réduction des émissions polluantes des moteurs de propulsion, notamment les catalyseurs.
Le montant de la prime ne dépasse pas 200.000 euros par entreprise sur une période de trois exercices fiscaux, conformément au Règlement (UE) n° 1407/2013 de la Commission du 18 décembre 2013 concernant l'application des articles 107 et 108 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne aux aides de minimis. ".
Art.4. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
"De premie voor het containervervoer over de binnenwateren wordt berekend als volgt :
1° 12 euro per container van 20 voet;
2° 20 euro per container van 30 voet;
3° 36 euro per container van 40 voet;
4° 40 euro per container van 45 voet.".
"De premie voor het containervervoer over de binnenwateren wordt berekend als volgt :
1° 12 euro per container van 20 voet;
2° 20 euro per container van 30 voet;
3° 36 euro per container van 40 voet;
4° 40 euro per container van 45 voet.".
Art.4. Dans l'article 7 du même arrêté, l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit :
" La prime au transport fluvial de conteneurs se calcule comme suit :
1° 12 euros par conteneur de 20 pieds;
2° 20 euros par conteneur de 30 pieds;
3° 36 euros par conteneur de 40 pieds;
4° 40 euros par conteneur de 45 pieds. ".
" La prime au transport fluvial de conteneurs se calcule comme suit :
1° 12 euros par conteneur de 20 pieds;
2° 20 euros par conteneur de 30 pieds;
3° 36 euros par conteneur de 40 pieds;
4° 40 euros par conteneur de 45 pieds. ".
Art.5. In artikel 13, tweede lid, 4°, van hetzelfde decreet worden de woorden "of nieuwe" opgeheven.
Art.5. Dans l'article 13, alinéa 2, 4°, du même arrêté, les mots " ou nouvelles " sont abrogés.
Art.6. Artikel 14, eerste lid,van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een punt 4°, luidend als volgt :
"4 de verrichting van een bijkomende of nieuwe tonnenmaat vervoerd over de bevaarbare waterwegen of de spoorwegen of een aantal overslagen van bijkomende of nieuwe intermodale eenheden naar de water- of spoorweg bepaald in de bijlage bij de beslissing in het geval van de premie voor de alternatieve vervoerswijze.".
"4 de verrichting van een bijkomende of nieuwe tonnenmaat vervoerd over de bevaarbare waterwegen of de spoorwegen of een aantal overslagen van bijkomende of nieuwe intermodale eenheden naar de water- of spoorweg bepaald in de bijlage bij de beslissing in het geval van de premie voor de alternatieve vervoerswijze.".
Art.6. L'article 14, alinéa 1er, du même arrêté est complété par le 4° rédigé comme suit :
" 4° de la réalisation d'un tonnage supplémentaire ou nouveau de transport réalisé par voies navigables ou par chemin de fer ou d'un nombre de transbordements d'unités intermodales supplémentaires vers la voie d'eau ou le rail fixé dans l'annexe à la décision dans le cas de la prime au mode de transport alternatif. ".
" 4° de la réalisation d'un tonnage supplémentaire ou nouveau de transport réalisé par voies navigables ou par chemin de fer ou d'un nombre de transbordements d'unités intermodales supplémentaires vers la voie d'eau ou le rail fixé dans l'annexe à la décision dans le cas de la prime au mode de transport alternatif. ".
Art.7. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden twee leden ingevoegd tussen het derde en het vierde lid :
"Als de onderneming de voorwaarde bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, niet naleeft, neemt de Minister of de gemachtigd ambtenaar een beslissing tot opschorting van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren die door het bestuur aan de onderneming per aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening wordt meegedeeld. De beslissing begint te lopen op de datum waarop de onderneming ze ontvangt en eindigt op de datum van ontvangst door het bestuur van een nieuwe financiële toestand m.b.t. één van beide volgende boekhoudjaren.
Indien de onderneming niet binnen een termijn van vierentwintig maanden te rekenen van de beslissing tot opschorting bedoeld in het vierde lid een nieuwe financiële of balanstoestand voorlegt die beantwoordt aan de kenmerken omschreven in het vierde lid, treft de Minister of de gemachtigd ambtenaar een beslissing tot weigering van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren, waarvan door het bestuur aan de onderneming kennis wordt gegeven bij aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening.
"Als de onderneming de voorwaarde bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, niet naleeft, neemt de Minister of de gemachtigd ambtenaar een beslissing tot opschorting van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren die door het bestuur aan de onderneming per aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening wordt meegedeeld. De beslissing begint te lopen op de datum waarop de onderneming ze ontvangt en eindigt op de datum van ontvangst door het bestuur van een nieuwe financiële toestand m.b.t. één van beide volgende boekhoudjaren.
Indien de onderneming niet binnen een termijn van vierentwintig maanden te rekenen van de beslissing tot opschorting bedoeld in het vierde lid een nieuwe financiële of balanstoestand voorlegt die beantwoordt aan de kenmerken omschreven in het vierde lid, treft de Minister of de gemachtigd ambtenaar een beslissing tot weigering van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren, waarvan door het bestuur aan de onderneming kennis wordt gegeven bij aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening.
Art.7. Dans l'article 19 du même arrêté, deux alinéas rédigés comme suit sont insérés entre les alinéas 3 et 4 :
" Si l'entreprise ne respecte pas la condition visée à l'article 4, alinéa 1er, 2°, le Ministre ou le fonctionnaire délégué prend une décision de suspension de la demande de prime au transport fluvial de conteneurs, notifiée par l'administration à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi. La décision prend cours à dater de sa réception par l'entreprise et prend fin à dater de la réception par l'administration d'une nouvelle situation financière portant sur l'un des deux exercices comptables subséquents.
Si l'entreprise ne produit pas dans un délai de vingt-quatre mois prenant cours à dater de la décision de suspension visée à l'alinéa 4, une nouvelle situation financière répondant aux caractéristiques définies à l'alinéa 4, le Ministre ou le fonctionnaire délégué prend une décision de refus d'octroi de la prime au transport fluvial de conteneurs, notifiée par l'administration à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi. ".
" Si l'entreprise ne respecte pas la condition visée à l'article 4, alinéa 1er, 2°, le Ministre ou le fonctionnaire délégué prend une décision de suspension de la demande de prime au transport fluvial de conteneurs, notifiée par l'administration à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi. La décision prend cours à dater de sa réception par l'entreprise et prend fin à dater de la réception par l'administration d'une nouvelle situation financière portant sur l'un des deux exercices comptables subséquents.
Si l'entreprise ne produit pas dans un délai de vingt-quatre mois prenant cours à dater de la décision de suspension visée à l'alinéa 4, une nouvelle situation financière répondant aux caractéristiques définies à l'alinéa 4, le Ministre ou le fonctionnaire délégué prend une décision de refus d'octroi de la prime au transport fluvial de conteneurs, notifiée par l'administration à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi. ".
Art.8. Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt :
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
"De premie voor het containervervoer over de binnenwateren wordt om de zes maanden op verzoek van de onderneming gestort.".
2° de bepaling wordt aangevuld met vijf leden luidend als volgt :
"De onderneming dient uiterlijk één jaar na het einde van het betrokken halfjaar, een uitbetalingsaanvraag in samen met het bewijs van de naleving van :
1° artikel 10 van het decreet volgens de modaliteiten bepaald door de Minister;
"2° de voorwaarde bedoeld in artikel 4, lid 1, 2°, tijdens het boekjaar afgesloten vóór de aanvraag tot vereffening van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren.
Indien de bewijzen bedoeld in het derde lid, 1°, niet worden verstrekt door de onderneming, treft de Minister of de gemachtigd ambtenaar een beslissing tot opschorting van de uitbetaling van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren tijdens een maximumduur van twaalf maanden ingaand te rekenen van de indiening van de aanvraag tot vereffening en het bestuur geeft kennis van die beslissing bij ter post aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening aan de onderneming en gelast haar om zich te schikken naar de voorwaarden bedoeld in het derde lid volgens de modaliteiten en termijnen overeengekomen met de bevoegde administratie.
Als de onderneming de voorwaarde bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, niet naleeft, neemt de Minister of de gemachtigd ambtenaar een beslissing tot opschorting van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren die door het bestuur aan de onderneming per aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening wordt meegedeeld. De beslissing begint te lopen op de datum waarop de onderneming ze ontvangt en eindigt op de datum van ontvangst door het bestuur van een nieuwe financiële toestand m.b.t. één van beide volgende boekhoudjaren.
Als de in het vierde lid bedoelde termijn verstreken is, en indien de onderneming niet heeft aangetoond dat zij de voorwaarden bedoeld in het derde lid naleeft, trekt de Minister of de gemachtigd ambtenaar de beslissing tot toekenning van de premie voor het fluviale containerpark, waarvan het bestuur aan de onderneming kennis gegeven heeft bij aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening in.
Het bestuur vordert dan de premie voor het containervervoer over de binnenwateren overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 van het decreet terug.".
1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
"De premie voor het containervervoer over de binnenwateren wordt om de zes maanden op verzoek van de onderneming gestort.".
2° de bepaling wordt aangevuld met vijf leden luidend als volgt :
"De onderneming dient uiterlijk één jaar na het einde van het betrokken halfjaar, een uitbetalingsaanvraag in samen met het bewijs van de naleving van :
1° artikel 10 van het decreet volgens de modaliteiten bepaald door de Minister;
"2° de voorwaarde bedoeld in artikel 4, lid 1, 2°, tijdens het boekjaar afgesloten vóór de aanvraag tot vereffening van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren.
Indien de bewijzen bedoeld in het derde lid, 1°, niet worden verstrekt door de onderneming, treft de Minister of de gemachtigd ambtenaar een beslissing tot opschorting van de uitbetaling van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren tijdens een maximumduur van twaalf maanden ingaand te rekenen van de indiening van de aanvraag tot vereffening en het bestuur geeft kennis van die beslissing bij ter post aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening aan de onderneming en gelast haar om zich te schikken naar de voorwaarden bedoeld in het derde lid volgens de modaliteiten en termijnen overeengekomen met de bevoegde administratie.
Als de onderneming de voorwaarde bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, niet naleeft, neemt de Minister of de gemachtigd ambtenaar een beslissing tot opschorting van de premie voor het containervervoer over de binnenwateren die door het bestuur aan de onderneming per aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening wordt meegedeeld. De beslissing begint te lopen op de datum waarop de onderneming ze ontvangt en eindigt op de datum van ontvangst door het bestuur van een nieuwe financiële toestand m.b.t. één van beide volgende boekhoudjaren.
Als de in het vierde lid bedoelde termijn verstreken is, en indien de onderneming niet heeft aangetoond dat zij de voorwaarden bedoeld in het derde lid naleeft, trekt de Minister of de gemachtigd ambtenaar de beslissing tot toekenning van de premie voor het fluviale containerpark, waarvan het bestuur aan de onderneming kennis gegeven heeft bij aangetekend schrijven of op enige andere wijze van mededeling met vaste dagtekening in.
Het bestuur vordert dan de premie voor het containervervoer over de binnenwateren overeenkomstig de bepalingen van artikel 15 van het decreet terug.".
Art.8. Dans l'article 20 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
1° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :
" Le versement de la prime au transport fluvial de conteneurs est semestriel et subordonné à la demande de l'entreprise. ".
2° la disposition est complétée par cinq alinéas rédigés comme suit :
" L'entreprise introduit, au plus tard un an à dater de la fin du semestre concerné, une demande de liquidation comprenant la preuve du respect :
1° de l'article 10 du décret selon les modalités déterminées par le Ministre;
2° de la condition visée à l'article 4, alinéa 1er, 2°, pendant l'exercice comptable clôturé précédant la demande de liquidation de la prime au transport fluvial de conteneurs.
A défaut pour l'entreprise d'apporter les preuves visées à l'alinéa 3, 1°, le Ministre ou le fonctionnaire délégué prend une décision de suspension de la liquidation de la prime au transport fluvial de conteneurs pendant une durée de douze mois prenant cours à dater de la demande de liquidation et l'administration notifie la décision à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi, en lui enjoignant de se conformer, selon des modalités et délais convenus avec l'administration compétente, aux conditions visées à l'alinéa 3.
Si l'entreprise ne respecte pas la condition visée à l'article 4, alinéa 1er, 2°, le Ministre ou le fonctionnaire délégué prend une décision de suspension de la demande de prime au transport fluvial de conteneurs, notifiée par l'administration à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi. La décision prend cours à dater de sa réception par l'entreprise et prend fin à dater de la réception par l'administration d'une nouvelle situation financière portant sur l'un des deux exercices comptables subséquents.
Passé le délai visé à l'alinéa 4, si l'entreprise n'a pas apporté les preuves du respect des conditions visées à l'alinéa 3, le ministre ou le fonctionnaire délégué procède au retrait de la décision d'octroi de prime au transport fluvial de conteneurs notifié par l'administration à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi.
L'administration récupère alors la prime au transport fluvial de conteneurs conformément à l'article 15 du décret. ".
1° l'alinéa 1er est remplacé par ce qui suit :
" Le versement de la prime au transport fluvial de conteneurs est semestriel et subordonné à la demande de l'entreprise. ".
2° la disposition est complétée par cinq alinéas rédigés comme suit :
" L'entreprise introduit, au plus tard un an à dater de la fin du semestre concerné, une demande de liquidation comprenant la preuve du respect :
1° de l'article 10 du décret selon les modalités déterminées par le Ministre;
2° de la condition visée à l'article 4, alinéa 1er, 2°, pendant l'exercice comptable clôturé précédant la demande de liquidation de la prime au transport fluvial de conteneurs.
A défaut pour l'entreprise d'apporter les preuves visées à l'alinéa 3, 1°, le Ministre ou le fonctionnaire délégué prend une décision de suspension de la liquidation de la prime au transport fluvial de conteneurs pendant une durée de douze mois prenant cours à dater de la demande de liquidation et l'administration notifie la décision à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi, en lui enjoignant de se conformer, selon des modalités et délais convenus avec l'administration compétente, aux conditions visées à l'alinéa 3.
Si l'entreprise ne respecte pas la condition visée à l'article 4, alinéa 1er, 2°, le Ministre ou le fonctionnaire délégué prend une décision de suspension de la demande de prime au transport fluvial de conteneurs, notifiée par l'administration à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi. La décision prend cours à dater de sa réception par l'entreprise et prend fin à dater de la réception par l'administration d'une nouvelle situation financière portant sur l'un des deux exercices comptables subséquents.
Passé le délai visé à l'alinéa 4, si l'entreprise n'a pas apporté les preuves du respect des conditions visées à l'alinéa 3, le ministre ou le fonctionnaire délégué procède au retrait de la décision d'octroi de prime au transport fluvial de conteneurs notifié par l'administration à l'entreprise par lettre recommandée ou par toute modalité conférant date certaine à l'envoi.
L'administration récupère alors la prime au transport fluvial de conteneurs conformément à l'article 15 du décret. ".
Art.9. Artikel 26 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 26. Tijdens een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit mogen de facturen die voorafgaan aan de termijn bedoeld in artikel 9, eerste lid, in afwijking van artikel 9 in aanmerking genomen worden in het raam van dit besluit voor zover ze na 30 september 2013 gedateerd zijn.".
"Art. 26. Tijdens een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van dit besluit mogen de facturen die voorafgaan aan de termijn bedoeld in artikel 9, eerste lid, in afwijking van artikel 9 in aanmerking genomen worden in het raam van dit besluit voor zover ze na 30 september 2013 gedateerd zijn.".
Art.9. L'article 26 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 26. Durant une période de trois mois à dater de l'entrée en vigueur du présent arrêté, et par dérogation à l'article 9, alinéa 1er, les factures antérieures au délai fixé à l'article 9, alinéa 1er, sont prises en considération dans le cadre du présent arrêté si elles sont postérieures au 30 septembre 2013. ".
" Art. 26. Durant une période de trois mois à dater de l'entrée en vigueur du présent arrêté, et par dérogation à l'article 9, alinéa 1er, les factures antérieures au délai fixé à l'article 9, alinéa 1er, sont prises en considération dans le cadre du présent arrêté si elles sont postérieures au 30 septembre 2013. ".
Art.10. Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
"Art. 27. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Dit besluit houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020.".
"Art. 27. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Dit besluit houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020.".
Art.10. L'article 27 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 27. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2014.
Le présent arrêté cesse d'être en vigueur le 31 décembre 2020. ".
" Art. 27. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2014.
Le présent arrêté cesse d'être en vigueur le 31 décembre 2020. ".
Art.11. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art.11. Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2014.
Art. 12. De Minister bevoegd voor Economie en de K.M.O.'s is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12. Le Ministre qui a l'Economie et les P.M.E. dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.