Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse bepalingen inzake welzijn op het werk
Titre
24 AVRIL 2014. - Arrêté royal modifiant diverses dispositions dans le cadre du bien-être au travail
Informations sur le document
Info du document
Tekst (37)
Texte (37)
Hoofdstuk I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers
Chapitre I. - Modification de l'arrêté royal du 28 mai 2003 relatif à la surveillance de la santé des travailleurs
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de bepaling onder 4° wordt opgeheven;
  b) er wordt een bepaling onder 11° en 12° toegevoegd, luidende :
  "11° de adviserend geneesheer : elke geneesheer die tussenkomt bij de beoordeling van de medische geschiktheid van de werknemer overeenkomstig de desbetreffende sociale zekerheidsreglementering;
  12° de Minister : de Minister die het welzijn op het werk in zijn bevoegdheid heeft."
Article 1er. Dans l'article 2 de l'arrêté royal du 28 mai 2003 relatif à la surveillance de la santé des travailleurs, les modifications suivantes sont apportées :
  a) la disposition sous 4° est abrogée;
  b) une disposition sous 11° et 12° est ajoutée, rédigée comme suit :
  " 11° le médecin-conseil : tout médecin qui intervient dans l'évaluation de l'aptitude médicale du travailleur conformément à la réglementation relative à la sécurité sociale;
  12° le Ministre : le Ministre qui a le bien-être au travail dans ses compétences. "
Art.2. Artikel 3, g), 3° van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.2. L'article 3, g), 3° du même arrêté, est abrogé.
Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 1 vervangen als volgt :
  " § 1. De werkgever neemt de nodige maatregelen opdat de werknemers die een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid of een activiteit met welbepaald risico uitoefenen, verplicht onder gezondheidstoezicht staan, en opdat de uitvoering van dit gezondheidstoezicht verloopt overeenkomstig de voorschriften van dit besluit. "
Art.3. Dans l'article 4 du même arrêté, le paragraphe 1er est remplacé par ce qui suit :
  " § 1er. L'employeur prend les mesures nécessaires pour que les travailleurs qui occupent un poste de sécurité, un poste de vigilance ou qui exercent une activité à risque défini, soient soumis obligatoirement à la surveillance de santé et pour que l'exécution de cette surveillance de santé se déroule conformément aux prescriptions du présent arrêté. "
Art.4. In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
  " § 2. De werkgever verwittigt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer :
  - wanneer een werknemer klaagt over ongemakken of tekenen van een aandoening vertoont die kunnen worden toegeschreven aan zijn arbeidsomstandigheden;
  - wanneer hij vaststelt dat de lichamelijke of geestelijke toestand van een werknemer de risico's verbonden aan de werkpost onmiskenbaar verhoogt.
  De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer beoordeelt onafhankelijk of deze werknemer aan een gezondheidsbeoordeling moet worden onderworpen en of maatregelen kunnen worden genomen met het oog op de aanpassing van de arbeidsomstandigheden.
Art.4. Dans l'article 5 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
  " § 2. L'employeur avertit le conseiller en prévention-médecin du travail :
  - lorsqu'un travailleur se plaint de malaises ou de signes d'affection qui peuvent être attribués à ses conditions de travail;
  - lorsqu'il constate que l'état physique ou mental d'un travailleur augmente incontestablement les risques liés au poste de travail.
  Le conseiller en prévention-médecin du travail juge en toute indépendance si ce travailleur doit être soumis à une évaluation de santé et si des mesures peuvent être prises en vue d'adapter les conditions de travail.
Art.5. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) in § 1, eerste lid, worden de woorden "in functie van het totaal aantal tewerkgestelde werknemers" opgeheven;
  b) in § 1, eerste lid, 1° worden de woorden "en activiteiten verbonden aan voedingswaren" opgeheven;
  c) in § 1, eerste lid, 2° worden de woorden "of activiteit verbonden aan voedingswaren" opgeheven;
Art.5. Dans l'article 6 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  a) dans le § 1er, alinéa 1er, les mots " en fonction de l'effectif des travailleurs occupés " sont abrogés;
  b) dans le § 1er, alinéa 1er, 1°, les mots " et des activités liées aux denrées alimentaires " sont abrogés;
  c) dans le § 1er, alinéa 1er, 2°, les mots " ou d'activité liée aux denrées alimentaires " sont abrogés.
Art.6. In artikel 11, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "of een spontane raadpleging" ingevoegd tussen de woorden "geen periodieke gezondheidsbeoordeling" en de woorden "is een formulier";
Art.6. Dans l'article 11, alinéa 1er du même arrêté, les mots " ou la consultation spontanée " sont insérés entre les mots " autre que l'évaluation de santé périodique " et " à l'intention du conseiller en prévention-médecin du travail ".
Art.7. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 3 wordt in de Nederlandse tekst het woord "gewone" opgeheven;
  2° in § 4 worden de woorden "van Werkgelegenheid" opgeheven.
Art.7. Dans l'article 12 du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le § 3, dans le texte néerlandais, le mot " gewone " est supprimé;
  2° dans le § 4, les mots " de l'Emploi " sont abrogés.
Art.8. In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de woorden ", of de activiteit verbonden aan voedingswaren" opgeheven.
Art.8. Dans l'article 17 du même arrêté, les mots " ou de l'activité liée aux denrées alimentaires " sont abrogés.
Art.9. In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de woorden "geneesheer-directeur van de medische Arbeidsinspectie" vervangen door de woorden "geneesheer sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het werk".
Art.9. Dans l'article 25 du même arrêté, les mots " médecin-directeur concerné de l'Inspection médicale du travail " sont remplacés par les mots " médecin inspecteur social concerné de la direction générale Contrôle du bien-être au travail ".
Art.10. In artikel 26 van hetzelfde besluit worden in de bepalingen onder 1° en 2° de woorden ", of een activiteit verbonden aan voedingswaren" opgeheven.
Art.10. Dans l'article 26 du même arrêté, dans les dispositions sous 1° et 2°, les mots " ou à une activité liée aux denrées alimentaires " sont abrogés.
Art.11. Artikel 27, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "In afwijking van het eerste lid, 1° mogen de voorafgaande gezondheidsbeoordeling en de betekening van de beslissing ook gebeuren vooraleer de arbeidsovereenkomst gesloten wordt, voor zover deze gezondheidsbeoordeling de laatste stap is in de procedure van werving en selectie en de arbeidsovereenkomst, onder voorbehoud van de beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, effectief tot stand komt."
Art.11. L'article 27, alinéa 2, du même arrêté, est remplacé par la disposition suivante :
  " Par dérogation à l'alinéa 1er, 1°, l'évaluation de santé préalable et la notification de la décision peuvent aussi être réalisées avant que le contrat de travail ne soit conclu, pour autant que cette évaluation de santé soit la dernière étape dans la procédure de recrutement et de sélection, et que le contrat de travail aboutisse effectivement, sous réserve de la décision du conseiller en prévention-médecin du travail. "
Art.12. Art. 28, § 1, 2° van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  "2° een klinisch onderzoek van de algemene gezondheidstoestand en biometrische onderzoeken indien de preventieadviseur-arbeids|Upgeneesheer dit noodzakelijk acht;"
Art.12. L'article 28, § 1er, 2° du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
  " 2° un examen clinique de l'état général, et des examens biométriques si le conseiller en prévention-médecin du travail l'estime nécessaire; "
Art.13. Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Art. 30. De werkgever is gehouden de werknemers die een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid of een activiteit met welbepaald risico uitoefenen, aan een periodieke gezondheidsbeoordeling te onderwerpen."
Art.13. L'article 30 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 30. L'employeur est tenu de soumettre à une évaluation de santé périodique les travailleurs occupés à un poste de sécurité, à un poste de vigilance ou à une activité à risque défini. "
Art.14. Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Na minstens vier opeenvolgende weken afwezigheid wegens om het even welke ziekte, aandoening of ongeval of wegens bevalling, worden de werknemers tewerkgesteld aan een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid of een activiteit met welbepaald risico, verplicht aan een onderzoek bij werkhervatting onderworpen. Mits toestemming van de werknemer kan de preventieadviseur-arbeids|Upgeneesheer overleg plegen met de behandelende arts en/of de adviserend geneesheer.
  Op verzoek van de werknemer of wanneer de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer het nodig oordeelt wegens de aard van de ziekte, de aandoening of het ongeval, kan het onderzoek bij werkhervatting plaatsvinden na een afwezigheid van kortere duur.
  Dit onderzoek gebeurt ten vroegste op de dag waarop het werk of de dienst wordt hernomen en ten laatste op de tiende werkdag daarna."
Art.14. L'article 35 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Après une absence de quatre semaines consécutives au moins, due soit à une maladie, à une affection ou à un accident quelconques, soit après un accouchement, les travailleurs occupés à un poste de sécurité, à un poste de vigilance ou à une activité à risque défini, sont obligatoirement soumis à un examen de reprise du travail. Si le travailleur y consent, le conseiller en prévention-médecin du travail peut se concerter avec le médecin traitant et/ou le médecin conseil.
  A la demande du travailleur, ou lorsque le conseiller en prévention-médecin du travail le juge nécessaire en raison de la nature de la maladie, de l'affection ou de l'accident, l'examen de reprise du travail peut avoir lieu après une absence de plus courte durée.
  Cet examen a lieu au plus tôt le jour de la reprise du travail ou du service et au plus tard dans les dix jours ouvrables. "
Art.15. In artikel 36bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt :
  " § 1. De werkgever informeert alle werknemers die al dan niet onderworpen zijn aan het verplicht gezondheidstoezicht, over hun recht te genieten van een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting in geval van arbeidsongeschiktheid, met het oog op een eventuele aanpassing van hun werkpost.";
  2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt :
  " § 2. In geval van arbeidsongeschiktheid, kan de werknemer, al dan niet onderworpen aan het verplicht gezondheidstoezicht, rechtstreeks bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting vragen. Mits toestemming van de werknemer kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overleg plegen met de behandelende arts en/of de adviserend geneesheer.";
  3° paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :
  " § 3. Vanaf het ogenblik dat hij, overeenkomstig § 2, een aanvraag ontvangt verwittigt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer de werkgever, tenzij de werknemer hiermee niet akkoord is, en nodigt hij de werknemer uit voor een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting, dat plaatsvindt binnen een termijn van tien werkdagen volgend op de dag van de ontvangst van de aanvraag."
Art.15. Dans l'article 36bis du même arrêté, inséré par l'arrêté royal du 4 juillet 2004 et modifié par l'arrêté royal du 27 janvier 2008, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le paragraphe 1er est remplacé par ce qui suit :
  " § 1er. L'employeur informe tous les travailleurs soumis ou non à la surveillance de la santé obligatoire de leur droit à bénéficier d'une visite de pré-reprise du travail en cas d'incapacité de travail, en vue d'un aménagement éventuel de leur poste de travail. ";
  1° le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
  " § 2. En cas d'incapacité de travail, le travailleur soumis ou non à la surveillance de santé obligatoire, peut demander directement une visite de pré-reprise du travail au conseiller en prévention-médecin du travail. Si le travailleur y consent, le conseiller en prévention-médecin du travail peut se concerter avec le médecin traitant et/ou le médecin conseil. ";
  2° le paragraphe 3 est remplacé par ce qui suit :
  " § 3. Dès le moment où, conformément au § 2, il reçoit une demande, le conseiller en prévention-médecin du travail avertit l'employeur, sauf si le travailleur n'est pas d'accord, et convoque le travailleur à une visite de pré-reprise du travail, qui a lieu dans un délai de dix jours ouvrables suivant le jour de la réception de la demande. "
Art.16. Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  "Elke werknemer, al dan niet onderworpen aan het gezondheidstoezicht, of met zijn akkoord de behandelende arts, kan rechtstreeks bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer een spontane raadpleging vragen naar aanleiding van gezondheidsklachten waarvan hij of de behandelende arts meent dat deze arbeidsgerelateerd zijn.
  Vanaf het ogenblik dat hij de aanvraag ontvangt, verwittigt de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer de werkgever, tenzij de werknemer hiermee niet akkoord is, en voert binnen de tien werkdagen een gezondheidsbeoordeling van de werknemer uit. Deze gezondheidsbeoordeling wordt, in voorkomend geval, bekrachtigd door een beslissing van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer waaraan alle voorwaarden betreffende de uitvoering van het gezondheidstoezicht verbonden zijn."
Art.16. L'article 37 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
  " Tout travailleur soumis ou non à la surveillance de santé, ou le médecin traitant avec l'accord du travailleur, peut demander une consultation spontanée directement au conseiller en prévention-médecin du travail, pour des plaintes liées à la santé qu'il estime, ou que le médecin traitant estime être en relation avec le travail.
  Dès qu'il reçoit la demande, le conseiller en prévention-médecin du travail avertit l'employeur sauf si le travailleur n'est pas d'accord, et effectue une évaluation de santé du travailleur dans les dix jours ouvrables. Cette évaluation de santé est sanctionnée, le cas échéant, par une décision du conseiller en prévention-médecin du travail et est alors assortie de toutes les conditions d'exécution de la surveillance de santé. "
Art.17. In artikel 54, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "geneesheren-arbeidsinspecteurs en van de sociale controleurs van de medische Arbeidsinspectie" vervangen door de woorden "sociaal inspecteurs van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het werk".
Art.17. Dans l'article 54, alinéa 2 du même arrêté, les mots " médecins-inspecteurs du travail et des contrôleurs sociaux de l'Inspection médicale du travail " sont remplacés par les mots " inspecteurs sociaux de la direction générale Contrôle du bien-être au travail ".
Art.18. In de artikelen 85, § 3, tweede lid, 86 en 95, § 2 van hetzelfde besluit, worden de woorden "Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde" vervangen door de woorden "Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het werk".
Art.18. Dans les articles 85, § 3, alinéa 2, 86 et 95, § 2 du même arrêté, les mots " Administration de l'hygiène et de la médecine du travail " sont remplacés par les mots " direction générale Contrôle du bien-être au travail ".
Art.19. Artikel 93 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende :
  " § 2. De Minister kan, met het oog op de bewaring en overmaking van de geautomatiseerde gezondheidsdossiers bijzondere voorwaarden en nadere regelen vaststellen voor de toepassing van de artikelen 84 tot 91, inzonderheid binnen het raam van de toepassing van de bepalingen van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.".
Art.19. L'article 93 du même arrêté, dont le texte actuel formera le paragraphe 1er, est complété par un paragraphe 2 rédigé comme suit :
  " § 2. Le Ministre peut, pour la conservation et le transfert des dossiers de santé automatisés, fixer des conditions et modalités plus précises pour l'application des articles 84 à 91, en particulier dans le cadre de l'application des dispositions de la loi du 15 janvier 1990 relative à l'institution et à l'organisation d'une Banque-carrefour de la sécurité sociale. "
Art.20. In de artikelen 4, § 3, 7, § 2, tweede lid, 33, § 5 en § 6, 38, § 5, 43, 65, 66, 68, § 1, derde lid, § 2, eerste en tweede lid, 70, § 1, tweede lid, 94, eerste lid, 95, § 1, tweede lid en 96 van hetzelfde besluit worden de woorden "geneesheer-arbeidsinspecteur van de Medische Arbeidsinspectie" vervangen door de woorden "geneesheer sociaal inspecteur van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het werk".
Art.20. Dans les articles 4, § 3, 7, § 2, alinéa 2, 33, § 5 et § 6, 38, § 5, 43, 65, 66, 68, § 1er, alinéa 3, § 2, alinéas 1er et 2, 70, § 1er, alinéa 2, 94, alinéa 1er, 95, § 1er, alinéa 2, et 96 du même arrêté, les mots " médecin-inspecteur du travail de l'Inspection médicale du travail " sont remplacés par les mots " médecin inspecteur social de la direction générale Contrôle du bien-être au travail ".
Art.21. In de bijlage I van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in punt 2 worden de woorden " aan een activiteit verbonden aan voedingswaren " opgeheven;
  2° in punt 5 worden de woorden " spontane raadpleging " opgeheven en het punt 6 wordt het punt 5.
Art.21. Dans l'annexe I du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° au point 2, les mots " à une activité liée aux denrées alimentaires " sont abrogés;
  2° au point 5, les mots " consultation spontanée " sont abrogés et le point 6 devient le point 5.
Art.22. In bijlage II-3e deel van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "geneesheer-arbeidsinspecteur" worden vervangen door de woorden "geneesheer sociaal inspecteur";
  2° de woorden "Medische inspectie" worden vervangen door de woorden "Regionale Directie Toezicht op het Welzijn op het werk".
Art.22. A l'annexe II - 3ème partie, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots " médecin- inspecteur du travail " sont remplacés par les mots " médecin inspecteur social ";
  2° les mots " Inspection médicale " sont remplacés par les mots " Direction régionale Contrôle du bien-être au travail ".
Hoofdstuk II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur
Chapitre II. - Modification de l'arrêté royal du 27 août 1993 relatif au travail sur des équipements à écran de visualisation
Art.23. Artikel 4 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 betreffende het werken met beeldschermapparatuur wordt vervangen als volgt :
  "Art. 4. § 1. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, is de werkgever ertoe gehouden :
  1° minstens om de vijf jaar een analyse te maken op het niveau van elke groep van beeldschermwerkposten en op het niveau van het individu om de risico's inzake welzijn te evalueren die voor de werknemers voortvloeien uit het werken met een beeldscherm, met name inzake de eventuele risico's voor het gezichtsvermogen en de problemen van lichamelijke en geestelijke belasting;
  2° passende maatregelen te nemen op grond van de in 1° bedoelde analyse, teneinde de aldus vastgestelde risico's te voorkomen of te verhelpen, rekening houdend met de samenvoeging of de combinatie van de gevolgen ervan.
  § 2. De analyse bedoeld in § 1, 1° wordt indien nodig aangevuld met een bevraging van de werknemers of met een ander instrument dat peilt naar de werkomstandigheden en/of eventuele gezondheidsproblemen gerelateerd aan het werken met een beeldscherm, uit te voeren onder de verantwoordelijkheid van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.
  De collectieve resultaten hiervan worden door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer overgemaakt aan de werkgever en binnen de twee maanden na de overmaking voorgelegd aan het Comité voor preventie en bescherming op het werk.
  § 3. Na advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en van het Comité voor preventie en bescherming op het werk stelt de werkgever de maatregelen vast die nodig zijn om de activiteit van de werknemer zodanig te organiseren dat de dagelijkse werktijd met een beeldscherm op gezette tijden wordt onderbroken door rustpauzes of andersoortige activiteiten, waardoor de belasting van het werken met een beeldscherm wordt verlicht."
Art.23. L'article 4 de l'arrêté royal du 27 août 1993 relatif au travail sur des équipements à écran de visualisation, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 4. § 1er. Sans préjudice des dispositions de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif à la politique du bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail, l'employeur est tenu de :
  1° réaliser au moins tous les cinq ans une analyse au niveau de chaque groupe de postes de travail à écran de visualisation et au niveau de l'individu, afin d'évaluer les risques liés au bien-être pour les travailleurs, qui résultent du travail sur écran, notamment en ce qui concerne les risques éventuels pour le système visuel et les problèmes de charge physique et mentale;
  2° prendre les mesures appropriées sur la base de l'analyse visée au 1°, afin de prévenir ou remédier aux risques ainsi constatés, en tenant compte de leur addition ou de la combinaison de leurs effets.
  § 2. L'analyse visée au § 1er, 1° est, si nécessaire, complétée par un questionnaire des travailleurs, ou par un autre moyen qui évalue les conditions de travail et/ou les éventuels problèmes de santé liés au travail sur écran, à réaliser sous la responsabilité du conseiller en prévention-médecin du travail.
  Les résultats collectifs de ceci sont transmis par le conseiller en prévention-médecin du travail à l'employeur, et sont, endéans les deux mois suivant cet envoi, soumis au Comité pour la prévention et la protection au travail.
  § 3. Après avis du conseiller en prévention-médecin du travail et du Comité pour la prévention et la protection au travail, l'employeur fixe les mesures nécessaires pour organiser l'activité du travailleur de telle sorte que le temps de travail quotidien sur écran soit périodiquement interrompu par des pauses, ou par des activités de nature différente, qui ont pour effet d'alléger la charge de travail sur écran. "
Art.24. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder 1° vervangen als volgt :
  "1° indien uit de bevraging of het ander instrument bedoeld in artikel 4, § 2 blijkt dat er mogelijke gezondheidsproblemen zijn, wordt de betrokken werknemer door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer onderworpen aan een aangepaste gezondheidsbeoordeling."
Art.24. A l'article 7 du même arrêté, la disposition sous 1° est remplacée par ce qui suit :
  " 1° s'il ressort du questionnaire ou de l'autre moyen visé à l'article 4, § 2 que la possibilité de problèmes de santé existe, le travailleur concerné est soumis à une évaluation de santé appropriée par le conseiller en prévention-médecin du travail. "
Hoofdstuk III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia op het werk
Chapitre III. - Modification de l'arrêté royal du 4 août 1996 concernant la protection des travailleurs contre les risques liés à l'exposition à des agents biologiques au travail
Art.25. Artikel 19, tweede lid, 2° van het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia op het werk wordt opgeheven.
Art.25. L'article 19, alinéa 2, 2° de l'arrêté royal du 4 août 1996 concernant la protection des travailleurs contre les risques liés à l'exposition à des agents biologiques au travail est abrogé.
Art.26. In hetzelfde besluit wordt een afdeling V/II ingevoegd, die de artikelen 25/6 tot 25/8 bevat, luidende :
  "AFDELING V/II.- WERKNEMERS IN CONTACT MET VOEDINGSWAREN
  Art. 25/6. Deze afdeling is van toepassing op de werkgevers die werknemers tewerkstellen die activiteiten uitoefenen die een behandeling of een onmiddellijk contact inhouden met voedingswaren of -stoffen die bestemd zijn voor consumptie of voor verkoop en die kunnen worden besmet of bezoedeld.
  Art. 25/7. Onverminderd de toepassing van artikel 29, verstrekt de werkgever in samenwerking met zijn interne en/of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk een adequate opleiding aan zijn werknemers over de richtsnoeren en procedures in verband met voedselhygiëne.
  Art. 25/8. De werkgever voert minstens om de vijf jaar een analyse uit op het niveau van elke groep van werkposten of functies en op het niveau van het individu om de risico's inzake welzijn te evalueren die voor de werknemers zoals bedoeld in artikel 25/6 voortvloeien uit het contact met voedingswaren en waarbij ook rekening wordt gehouden met de aspecten inzake voedselhygiëne.
  De werkgever legt binnen de twee maanden na de analyse de resultaten ervan voor aan het Comité voor preventie en bescherming op het werk."
Art.26. Dans le même arrêté, il est inséré une section V/II qui comprend les articles 25/6 à 25/8, rédigée comme suit :
  " SECTION V/II.- TRAVAILLEURS EN CONTACT AVEC DES DENREES ALIMENTAIRES
  Art. 25/6. Cette section s'applique aux employeurs occupant des travailleurs qui effectuent des activités comportant une manipulation ou un contact direct avec des denrées ou substances alimentaires destinées à la consommation ou à la vente et qui sont susceptibles d'être souillées ou contaminées.
  Art. 25/7. Sans préjudice de l'application de l'article 29, l'employeur fournit, en collaboration avec son service interne et/ou externe pour la prévention et la protection au travail, une formation adéquate à ses travailleurs au sujet des lignes directives et procédures relatives à l'hygiène alimentaire.
  Art. 25/8. L'employeur effectue au moins tous les cinq ans une analyse au niveau de chaque groupe de postes de travail ou de fonctions et au niveau de l'individu, pour évaluer les risques liés au bien-être qui résultent du contact avec des denrées alimentaires pour les travailleurs visés à l'article 25/6, et en tenant compte des aspects liés à l'hygiène alimentaire.
  Endéans les deux mois suivant l'analyse, l'employeur soumet les résultats de celle-ci au Comité pour la prévention et la protection au travail. "
Hoofdstuk IV. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Chapitre IV. - Modification de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif à la politique du bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail
Art.27. In het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wordt een artikel 17bis ingevoegd, luidende :
  "Art. 17bis. § 1. De werkgever informeert de werknemers over de opdrachten en taken van de interne en/of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, en van de verschillende preventieadviseurs.
  § 2. De werkgever vermeldt op een voor de werknemers gemakkelijk toegankelijke plaats de namen en de contactgegevens van de preventieadviseurs bevoegd voor arbeidsveiligheid, arbeidsgeneeskunde en psychosociale aspecten, en desgevallend de naam en de contactgegevens van de vertrouwenspersoon en van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk."
Art.27. Dans l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif à la politique du bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail, il est inséré un article 17bis rédigé comme suit :
  " Art. 17bis. § 1er. L'employeur informe les travailleurs des missions et des tâches du service interne et/ou externe pour la prévention et la protection au travail, et des différents conseillers en prévention.
  § 2. L'employeur mentionne à un endroit facilement accessible pour les travailleurs, les noms et coordonnées des conseillers en prévention compétents pour la sécurité du travail, la médecine du travail et les aspects psychosociaux, et le cas échéant le nom et les coordonnées de la personne de confiance et du service externe pour la prévention et la protection au travail. "
Hoofdstuk V. - Wijziging van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk
Chapitre V. - Modification de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif au service interne pour la prévention et la protection au travail
Art.28. In artikel 3, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) de bepaling onder 1°, c) wordt aangevuld met de woorden "en l);";
  b) de bepaling onder 2° wordt aangevuld met de bepalingen onder l), m) en n), luidende :
  "l) vleesverwerkende nijverheid;
  m) menselijke gezondheidszorg;
  n) vervoer en opslag;"
Art.28. A l'article 3, § 1er, alinéa 3 de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif au service interne pour la prévention et la protection au travail, les modifications suivantes sont apportées :
  a) le 1°, c) est complété par les mots "et l);";
  b) le 2° est complété par les l), m) et n) rédigés comme suit :
  "l) industrie de transformation de la viande;
  m) soins de santé humaine;
  n) transport et stockage;"
Hoofdstuk VI. - Opheffings- en slotbepalingen
Chapitre VI. - Dispositions abrogatoires et finales
Art.29. Artikel 135bis van het Algemeen reglement voor de Arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 januari 1973, wordt opgeheven.
Art.29. L'article 135bis du Règlement général pour la protection du travail, approuvé par les arrêtés du Régent des 11 février 1946 et 27 septembre 1947, inséré par l'arrêté royal du 22 janvier 1973, est abrogé.
Art.30. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016, met uitzondering van de artikelen [1, b)], 4, 6, 7, 9, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 22, 27 en 28 die in werking treden de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art.30. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2016, à l'exception des articles [1er, b)], 4, 6, 7, 9, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 22, 27 et 28 qui entrent en vigueur le jour de la publication du présent arrêté au Moniteur belge.
Art. 31. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 31. Le ministre compétent pour l'Emploi est chargé de l'exécution du présent arrêté.