Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2005 betreffende de geografische indeling van watersystemen en de organisatie van het integraal waterbeleid in uitvoering van Titel I van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 maart 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 5° wordt vervangen door wat volgt:
"5° stroomgebiedbeheerplan: het stroomgebiedbeheerplan, vermeld in artikel 33 van het decreet en de bekkenspecifieke delen, vermeld in artikel 36, § 1, derde lid van het decreet.";
2° er wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"6° wateruitvoeringsprogramma: het wateruitvoeringsprogramma, vermeld in artikel 66bis van het decreet.";
3° er wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"7° het bekkenbestuur: de algemene bekkenvergadering en het bekkenbureau zoals vermeld in artikel 26, eerste lid, van het decreet.".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
21 MAART 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2005 betreffende de geografische indeling van watersystemen en de organisatie van het integraal waterbeleid in uitvoering van Titel I van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen
Titre
21 MARS 2014. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant diverses dispositions de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 septembre 2005 relatif à la classification géographique des systèmes d'eau et à l'organisation de la politique intégrée de l'eau en exécution du Titre Ier du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau et modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 mars 2006 fixant les règles de séparation entre l'obligation d'assainissement communale et supra-communale et la fixation des plans de zonage
Informations sur le document
Numac: 2014202497
Datum: 2014-03-21
Info du document
Numac: 2014202497
Date: 2014-03-21
Table des matières
Tekst (20)
Texte (20)
Hoofdstuk 1. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2005 betreffende de geografische indeling van watersystemen en de organisatie van het integraal waterbeleid in uitvoering van Titel I van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid
Chapitre 1er. Modifications de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 septembre 2005 relatif à la classification géographique des systèmes d'eau et à l'organisation de la politique intégrée de l'eau en exécution du Titre Ier du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau
Article 1er. Dans l'article 1er de l'arrêté du Gouvernement flamand du 9 septembre 2005 relatif à la classification géographique des systèmes d'eau et à l'organisation de la politique intégrée de l'eau en exécution du Titre Ier du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 mars 2008, sont apportées les modifications suivantes :
1° le point 5° est remplacé par ce qui suit :
" 5° plan de gestion du bassin hydrographique : le plan de gestion du bassin hydrographique, visé à l'article 33 du décret et les parties spécifiques de bassin, visées à l'article 36, § 1er, alinéa trois, du décret. " ;
2° il est ajouté un point 6°, rédigé comme suit :
" 6° programme de mise en oeuvre en matière d'eau : le programme de mise en oeuvre en matière d'eau, visé à l'article 66bis du décret. " ;
3° il est ajouté un point 7°, rédigé comme suit :
" 7° l'administration de bassin hydrographique : l'assemblée générale de bassin et le bureau de bassin, tels que visés à l'article 26, alinéa premier, du décret. ".
1° le point 5° est remplacé par ce qui suit :
" 5° plan de gestion du bassin hydrographique : le plan de gestion du bassin hydrographique, visé à l'article 33 du décret et les parties spécifiques de bassin, visées à l'article 36, § 1er, alinéa trois, du décret. " ;
2° il est ajouté un point 6°, rédigé comme suit :
" 6° programme de mise en oeuvre en matière d'eau : le programme de mise en oeuvre en matière d'eau, visé à l'article 66bis du décret. " ;
3° il est ajouté un point 7°, rédigé comme suit :
" 7° l'administration de bassin hydrographique : l'assemblée générale de bassin et le bureau de bassin, tels que visés à l'article 26, alinéa premier, du décret. ".
Art.2. In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt:
"4° het voorbereiden van de methodologie van de stroomgebiedbeheerplannen en van de richtlijnen ervoor, met inbegrip van een inschatting van de kosten en baten, en het voorbereiden van wateruitvoeringsprogramma's;";
2° in punt 6° wordt het woord "waterbeheerplannen" vervangen door het woord "stroomgebiedbeheerplannen";
3° punt 7° wordt vervangen door wat volgt:
"7° het onderling afstemmen van de ontwerpen van bekkenspecifieke delen binnen de stroomgebiedbeheerplannen;";
4° aan punt 9° worden de woorden "en overeenkomstig de Overstromingsrichtlijn" toegevoegd;
5° na punt 10° worden de punten 11° en 12° ingevoegd, die luiden als volgt:
"11° het bundelen, coördineren en afstemmen van de bekkenspecifieke delen van het wateruitvoeringsprogramma overeenkomstig artikel 37, § 6, van het decreet, en het vaststellen van het wateruitvoeringsprogramma behalve wat het vaststellen betreft van de bijkomende acties vermeld in bijlage IV punt 6 van het decreet en de tussentijdse afbakeningen van overstromingsgebieden en oeverzones vermeld in bijlage IV punt 8 van het decreet;
12° het digitaal ter beschikking stellen van de stroomgebiedbeheerplannen, overeenkomstig artikel 38 van het decreet en van het vastgestelde wateruitvoeringsprogramma.".
1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt:
"4° het voorbereiden van de methodologie van de stroomgebiedbeheerplannen en van de richtlijnen ervoor, met inbegrip van een inschatting van de kosten en baten, en het voorbereiden van wateruitvoeringsprogramma's;";
2° in punt 6° wordt het woord "waterbeheerplannen" vervangen door het woord "stroomgebiedbeheerplannen";
3° punt 7° wordt vervangen door wat volgt:
"7° het onderling afstemmen van de ontwerpen van bekkenspecifieke delen binnen de stroomgebiedbeheerplannen;";
4° aan punt 9° worden de woorden "en overeenkomstig de Overstromingsrichtlijn" toegevoegd;
5° na punt 10° worden de punten 11° en 12° ingevoegd, die luiden als volgt:
"11° het bundelen, coördineren en afstemmen van de bekkenspecifieke delen van het wateruitvoeringsprogramma overeenkomstig artikel 37, § 6, van het decreet, en het vaststellen van het wateruitvoeringsprogramma behalve wat het vaststellen betreft van de bijkomende acties vermeld in bijlage IV punt 6 van het decreet en de tussentijdse afbakeningen van overstromingsgebieden en oeverzones vermeld in bijlage IV punt 8 van het decreet;
12° het digitaal ter beschikking stellen van de stroomgebiedbeheerplannen, overeenkomstig artikel 38 van het decreet en van het vastgestelde wateruitvoeringsprogramma.".
Art.2. Dans l'article 6 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes :
1° le point 4° est remplacé par ce qui suit :
" 4° la préparation de la méthodologie des plans de gestion des bassins hydrographiques et des directives à cet effet, y compris une estimation des frais et des bénéfices, et la préparation de programmes de mise en oeuvre en matière d'eau ; " ;
2° dans le point 6°, les mots " plans de gestion de l'eau " sont remplacés par les mots " plans de gestion des bassins hydrographiques " ;
3° le point 7° est remplacé par ce qui suit :
" 7° l'harmonisation mutuelle des projets de parties spécifiques de bassin au sein des plans de gestion des bassins hydrographiques ; " ;
4° le point 9° est complété par les mots " et conformément à la Directive Inondations " ;
5° après le point 10° sont insérés les points 11° et 12°, rédigés comme suit :
" 11° le groupement, la coordination et l'harmonisation des parties spécifiques de bassin du programme de mise en oeuvre en matière d'eau conformément à l'article 37, § 6, du décret, et la fixation du programme de mise en oeuvre en matière d'eau, sauf en ce qui concerne la fixation d'actions supplémentaires visées à l'annexe IV, point 6, du décret, et les délimitations intermédiaires de zones d'inondation et de zones de rive, visées à l'annexe IV, point 8, du décret ;
12° la mise à disposition numérique des plans de gestion des bassins hydrographiques, conformément à l'article 38 du décret et du programme de mise en oeuvre en matière d'eau fixé. ".
1° le point 4° est remplacé par ce qui suit :
" 4° la préparation de la méthodologie des plans de gestion des bassins hydrographiques et des directives à cet effet, y compris une estimation des frais et des bénéfices, et la préparation de programmes de mise en oeuvre en matière d'eau ; " ;
2° dans le point 6°, les mots " plans de gestion de l'eau " sont remplacés par les mots " plans de gestion des bassins hydrographiques " ;
3° le point 7° est remplacé par ce qui suit :
" 7° l'harmonisation mutuelle des projets de parties spécifiques de bassin au sein des plans de gestion des bassins hydrographiques ; " ;
4° le point 9° est complété par les mots " et conformément à la Directive Inondations " ;
5° après le point 10° sont insérés les points 11° et 12°, rédigés comme suit :
" 11° le groupement, la coordination et l'harmonisation des parties spécifiques de bassin du programme de mise en oeuvre en matière d'eau conformément à l'article 37, § 6, du décret, et la fixation du programme de mise en oeuvre en matière d'eau, sauf en ce qui concerne la fixation d'actions supplémentaires visées à l'annexe IV, point 6, du décret, et les délimitations intermédiaires de zones d'inondation et de zones de rive, visées à l'annexe IV, point 8, du décret ;
12° la mise à disposition numérique des plans de gestion des bassins hydrographiques, conformément à l'article 38 du décret et du programme de mise en oeuvre en matière d'eau fixé. ".
Art.3. In artikel 7 van hetzelfde besluit, wordt de eerste paragraaf, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 februari 2008 en 7 maart 2008, vervangen door wat volgt:
" § 1. De CIW bestaat uit leden van de bij het integraal waterbeleid betrokken entiteiten en wordt voorgezeten door het hoofd van de VMM.
De CIW wordt als volgt samengesteld:
1° het hoofd van de VMM;
2° twee leden van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie;
3° twee leden van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken;
4° een lid van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed;
5° een lid van het beleidsdomein Landbouw en Visserij;
6° een lid van het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie;
7° een lid, voorgedragen door Aquaflanders v.z.w.;
8° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Provincies;
9° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten;
10° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen;
11° een lid aangeduid door de gezamenlijke provinciegouverneurs.".
" § 1. De CIW bestaat uit leden van de bij het integraal waterbeleid betrokken entiteiten en wordt voorgezeten door het hoofd van de VMM.
De CIW wordt als volgt samengesteld:
1° het hoofd van de VMM;
2° twee leden van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie;
3° twee leden van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken;
4° een lid van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed;
5° een lid van het beleidsdomein Landbouw en Visserij;
6° een lid van het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie;
7° een lid, voorgedragen door Aquaflanders v.z.w.;
8° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Provincies;
9° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten;
10° een lid, voorgedragen door de Vereniging van Vlaamse Polders en Wateringen;
11° een lid aangeduid door de gezamenlijke provinciegouverneurs.".
Art.3. Dans l'article 7 du même arrêté, le paragraphe premier, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 1er février 2008 et 7 mars 2008, est remplacé par ce qui suit :
" § 1er. La CIW est composée de membres des entités concernées par la politique intégrée de l'eau et est présidée par le chef de la VMM.
La CIW est composée comme suit :
1° le chef de la VMM ;
2° deux membres du domaine politique de l'Environnement, de la Nature et de l'Energie ;
3° deux membres du domaine politique de la Mobilité et des Travaux publics ;
4° un membre du domaine politique de l'Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et du Patrimoine immobilier ;
5° un membre du domaine politique de l'Agriculture et de la Pêche ;
6° un membre du domaine politique de l'Economie, des Sciences et de l'Innovation ;
7° un membre, proposé par l'a.s.b.l. " Aquaflanders " ;
8° un membre, proposé par l'Association des Provinces flamandes ;
9° un membre, proposé par l'Association des Villes et Communes flamandes ;
10° un membre, proposé par l'Association des Polders et Wateringues flamandes ;
11° un membre désigné par les gouverneurs de province conjointement. ".
" § 1er. La CIW est composée de membres des entités concernées par la politique intégrée de l'eau et est présidée par le chef de la VMM.
La CIW est composée comme suit :
1° le chef de la VMM ;
2° deux membres du domaine politique de l'Environnement, de la Nature et de l'Energie ;
3° deux membres du domaine politique de la Mobilité et des Travaux publics ;
4° un membre du domaine politique de l'Aménagement du Territoire, de la Politique du Logement et du Patrimoine immobilier ;
5° un membre du domaine politique de l'Agriculture et de la Pêche ;
6° un membre du domaine politique de l'Economie, des Sciences et de l'Innovation ;
7° un membre, proposé par l'a.s.b.l. " Aquaflanders " ;
8° un membre, proposé par l'Association des Provinces flamandes ;
9° un membre, proposé par l'Association des Villes et Communes flamandes ;
10° un membre, proposé par l'Association des Polders et Wateringues flamandes ;
11° un membre désigné par les gouverneurs de province conjointement. ".
Art.4. Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 11. De algemene bekkenvergadering wordt door de voorzitter opgeroepen. De algemene bekkenvergadering vergadert zoveel als nodig en minstens één maal per jaar. Behalve in dringende gevallen, wordt de algemene bekkenvergadering ten minste tien werkdagen vooraf opgeroepen.
De algemene bekkenvergadering moet in ieder geval binnen een termijn van tien werkdagen worden opgeroepen, op het verzoek van een van de volgende personen :
1° de minister;
2° de Vlaamse minister, bevoegd voor Openbare Werken;
3° de Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening.
Het bekkenbureau vergadert zoveel als nodig en minstens tweemaal per jaar.
De bekkencoördinator, die optreedt als secretaris van de algemene bekkenvergadering en het bekkenbureau overeenkomstig artikel 26, vijfde lid, van het decreet, staat in voor de begeleiding van de opmaak en de uitvoering van de bekkenspecifieke delen van het stroomgebiedbeheerplan. De bekkencoördinator is niet stemgerechtigd. In geval van afwezigheid van de voorzitter van de algemene bekkenvergadering of het bekkenbureau treedt de bekkencoördinator op als voorzitter van de desbetreffende vergadering.
"Art. 11. De algemene bekkenvergadering wordt door de voorzitter opgeroepen. De algemene bekkenvergadering vergadert zoveel als nodig en minstens één maal per jaar. Behalve in dringende gevallen, wordt de algemene bekkenvergadering ten minste tien werkdagen vooraf opgeroepen.
De algemene bekkenvergadering moet in ieder geval binnen een termijn van tien werkdagen worden opgeroepen, op het verzoek van een van de volgende personen :
1° de minister;
2° de Vlaamse minister, bevoegd voor Openbare Werken;
3° de Vlaamse minister, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening.
Het bekkenbureau vergadert zoveel als nodig en minstens tweemaal per jaar.
De bekkencoördinator, die optreedt als secretaris van de algemene bekkenvergadering en het bekkenbureau overeenkomstig artikel 26, vijfde lid, van het decreet, staat in voor de begeleiding van de opmaak en de uitvoering van de bekkenspecifieke delen van het stroomgebiedbeheerplan. De bekkencoördinator is niet stemgerechtigd. In geval van afwezigheid van de voorzitter van de algemene bekkenvergadering of het bekkenbureau treedt de bekkencoördinator op als voorzitter van de desbetreffende vergadering.
Art.4. L'article 11 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 11. L'assemblée générale de bassin est convoquée par le président. L'assemblée générale de bassin se réunit autant de fois que nécessaire et au moins une fois par an. Sauf dans des cas urgents, l'assemblée générale de bassin est convoquée au moins dix jours à l'avance.
L'assemblée générale de bassin doit en tout cas être convoquée dans un délai de dix jours ouvrables, sur la demande d'une des personnes suivantes :
1° le Ministre ;
2° le Ministre flamand ayant les Travaux publics dans ses attributions ;
3° le Ministre flamand ayant l'Aménagement du Territoire dans ses attributions.
Le bureau de bassin se réunit autant de fois que nécessaire et au moins deux fois par an.
Le coordinateur de bassin, agissant comme secrétaire de l'assemblée générale de bassin et du bureau de bassin conformément à l'article 26, alinéa cinq, du décret, assure l'accompagnement de l'établissement et la mise en oeuvre des parties spécifiques de bassin du plan de gestion du bassin hydrographique. Le coordinateur de bassin n'a pas de droit de vote. En cas d'absence du Président de l'assemblée générale de bassin ou du bureau de bassin, le coordinateur de bassin agit comme Président de la réunion concernée.
" Art. 11. L'assemblée générale de bassin est convoquée par le président. L'assemblée générale de bassin se réunit autant de fois que nécessaire et au moins une fois par an. Sauf dans des cas urgents, l'assemblée générale de bassin est convoquée au moins dix jours à l'avance.
L'assemblée générale de bassin doit en tout cas être convoquée dans un délai de dix jours ouvrables, sur la demande d'une des personnes suivantes :
1° le Ministre ;
2° le Ministre flamand ayant les Travaux publics dans ses attributions ;
3° le Ministre flamand ayant l'Aménagement du Territoire dans ses attributions.
Le bureau de bassin se réunit autant de fois que nécessaire et au moins deux fois par an.
Le coordinateur de bassin, agissant comme secrétaire de l'assemblée générale de bassin et du bureau de bassin conformément à l'article 26, alinéa cinq, du décret, assure l'accompagnement de l'établissement et la mise en oeuvre des parties spécifiques de bassin du plan de gestion du bassin hydrographique. Le coordinateur de bassin n'a pas de droit de vote. En cas d'absence du Président de l'assemblée générale de bassin ou du bureau de bassin, le coordinateur de bassin agit comme Président de la réunion concernée.
Art.5. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de woorden "het bekkenbestuur" vervangen door de woorden "de algemene bekkenvergadering en het bekkenbureau".
Art.5. Dans l'article 12 du même arrêté, les mots " l'administration de bassin à être présents aux concertations et à " sont remplacés par les mots " l'assemblée générale de bassin et du bureau de bassin d'être présents aux concertations et de ".
Art.6. Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 13. De algemene bekkenvergadering keurt voor de werking van de algemene bekkenvergadering en van het bekkenbureau en voor de organisatie van het bekkensecretariaat een huishoudelijk reglement goed.".
"Art. 13. De algemene bekkenvergadering keurt voor de werking van de algemene bekkenvergadering en van het bekkenbureau en voor de organisatie van het bekkensecretariaat een huishoudelijk reglement goed.".
Art.6. L'article 13 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 13. Pour le fonctionnement de l'assemblée générale de bassin et du bureau de bassin et pour l'organisation du secrétariat de bassin, l'assemblée générale de bassin approuve un règlement d'ordre intérieur. ".
" Art. 13. Pour le fonctionnement de l'assemblée générale de bassin et du bureau de bassin et pour l'organisation du secrétariat de bassin, l'assemblée générale de bassin approuve un règlement d'ordre intérieur. ".
Art.7. Er worden na artikel 14 van hetzelfde besluit een artikel 14/1 en een artikel 14/2 ingevoegd die luiden als volgt:
"Art. 14/1. Voor de vergaderingen van de algemene bekkenvergadering en het bekkenbureau geldt een aanwezigheidsquorum:
1° bij de vergadering van de algemene bekkenvergadering zijn minstens 4 vertegenwoordigers van het Vlaams Gewest aanwezig;
2° bij de vergadering van het bekkenbureau zijn minstens 2 vertegenwoordigers van het Vlaams Gewest aanwezig.
Art. 14/2. § 1. De beslissingen en adviezen van de algemene bekkenvergadering worden overeenkomstig artikel 26, zesde lid, van het decreet, in beginsel enkel bij consensus genomen. Indien geen consensus kan bereikt worden, kunnen de beslissingen en adviezen enkel aangenomen worden met een bijzondere meerderheid waarbij:
1° aan elk van de vertegenwoordigers van het Vlaams Gewest 1 stem wordt toegewezen;
2° aan elk van de vertegenwoordigers van de provincie(s) 1 stem wordt toegewezen;
3° aan de vertegenwoordigers van de gemeenten 1 stem wordt toegewezen per begonnen schijf van 25 gemeenten waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt van het bekken;
4° aan de vertegenwoordigers van de polders en wateringen gezamenlijk 1 stem wordt toegewezen;
5° aan de vertegenwoordiger(s) van het havenbedrijf gezamenlijk 1 stem wordt toegewezen;
en de stemming voor minstens drie vierde van de uitgebrachte stemmen positief is.
§ 2. De beslissingen en adviezen van het bekkenbureau worden overeenkomstig artikel 26, zesde lid, van het decreet, in principe bij consensus genomen. Indien geen consensus bereikt kan worden, worden de beslissingen en adviezen aangenomen met een gewone meerderheid."
"Art. 14/1. Voor de vergaderingen van de algemene bekkenvergadering en het bekkenbureau geldt een aanwezigheidsquorum:
1° bij de vergadering van de algemene bekkenvergadering zijn minstens 4 vertegenwoordigers van het Vlaams Gewest aanwezig;
2° bij de vergadering van het bekkenbureau zijn minstens 2 vertegenwoordigers van het Vlaams Gewest aanwezig.
Art. 14/2. § 1. De beslissingen en adviezen van de algemene bekkenvergadering worden overeenkomstig artikel 26, zesde lid, van het decreet, in beginsel enkel bij consensus genomen. Indien geen consensus kan bereikt worden, kunnen de beslissingen en adviezen enkel aangenomen worden met een bijzondere meerderheid waarbij:
1° aan elk van de vertegenwoordigers van het Vlaams Gewest 1 stem wordt toegewezen;
2° aan elk van de vertegenwoordigers van de provincie(s) 1 stem wordt toegewezen;
3° aan de vertegenwoordigers van de gemeenten 1 stem wordt toegewezen per begonnen schijf van 25 gemeenten waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt van het bekken;
4° aan de vertegenwoordigers van de polders en wateringen gezamenlijk 1 stem wordt toegewezen;
5° aan de vertegenwoordiger(s) van het havenbedrijf gezamenlijk 1 stem wordt toegewezen;
en de stemming voor minstens drie vierde van de uitgebrachte stemmen positief is.
§ 2. De beslissingen en adviezen van het bekkenbureau worden overeenkomstig artikel 26, zesde lid, van het decreet, in principe bij consensus genomen. Indien geen consensus bereikt kan worden, worden de beslissingen en adviezen aangenomen met een gewone meerderheid."
Art.7. Après l'article 14 du même arrêté, il est inséré un article 14/1 et un article 14/2, rédigés comme suit :
" Art. 14/1. Un quorum de présence s'applique aux réunions de l'assemblée générale de bassin et du bureau de bassin :
1° lors de la réunion de l'assemblée générale de bassin, au moins 4 représentants de la Région flamande sont présents ;
2° lors de la réunion du bureau de bassin, au moins 2 représentants de la Région flamande sont présents.
" Art. 14/2. § 1er. En principe, les décisions et avis de l'assemblée générale de bassin sont uniquement pris par consensus, conformément à l'article 26, alinéa six, du décret. Lorsqu'aucun consensus ne peut être atteint, les décisions et avis peuvent uniquement être adoptés par une majorité spéciale, où :
1° il est accordé 1 voix à chacun des représentants de la Région flamande ;
2° il est accordé 1 voix à chacun des représentants de la province/des provinces ;
3° il est accordé 1 voix aux représentants des communes par tranche commencée de 25 communes dont le territoire fait partie, en tout ou en partie, du bassin ;
4° il est accordé 1 voix conjointement aux représentants des polders et des wateringues ;
5° il est accordé 1 voix conjointement au représentant/aux représentants de la régie portuaire ;
et le vote est positif pour au moins les trois quarts des voix émises.
§ 2. En principe, les décisions et avis du bureau de bassin sont pris par consensus, conformément à l'article 26, alinéa six, du décret. Lorsqu'aucun consensus ne peut être atteint, les décisions et avis sont adoptés à la majorité simple. ".
" Art. 14/1. Un quorum de présence s'applique aux réunions de l'assemblée générale de bassin et du bureau de bassin :
1° lors de la réunion de l'assemblée générale de bassin, au moins 4 représentants de la Région flamande sont présents ;
2° lors de la réunion du bureau de bassin, au moins 2 représentants de la Région flamande sont présents.
" Art. 14/2. § 1er. En principe, les décisions et avis de l'assemblée générale de bassin sont uniquement pris par consensus, conformément à l'article 26, alinéa six, du décret. Lorsqu'aucun consensus ne peut être atteint, les décisions et avis peuvent uniquement être adoptés par une majorité spéciale, où :
1° il est accordé 1 voix à chacun des représentants de la Région flamande ;
2° il est accordé 1 voix à chacun des représentants de la province/des provinces ;
3° il est accordé 1 voix aux représentants des communes par tranche commencée de 25 communes dont le territoire fait partie, en tout ou en partie, du bassin ;
4° il est accordé 1 voix conjointement aux représentants des polders et des wateringues ;
5° il est accordé 1 voix conjointement au représentant/aux représentants de la régie portuaire ;
et le vote est positif pour au moins les trois quarts des voix émises.
§ 2. En principe, les décisions et avis du bureau de bassin sont pris par consensus, conformément à l'article 26, alinéa six, du décret. Lorsqu'aucun consensus ne peut être atteint, les décisions et avis sont adoptés à la majorité simple. ".
Art.8. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 15. De dagelijkse leiding van het bekkensecretariaat ligt bij de bekkencoördinator die zijn taak uitoefent overeenkomstig het huishoudelijk reglement vermeld in artikel 13, de richtlijnen van het bekkenbestuur overeenkomstig artikel 27, § 4, 1°, van het decreet, en van het CIW-secretariaat.".
"Art. 15. De dagelijkse leiding van het bekkensecretariaat ligt bij de bekkencoördinator die zijn taak uitoefent overeenkomstig het huishoudelijk reglement vermeld in artikel 13, de richtlijnen van het bekkenbestuur overeenkomstig artikel 27, § 4, 1°, van het decreet, en van het CIW-secretariaat.".
Art.8. L'article 15 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 15. La direction journalière du secrétariat de bassin revient au coordinateur de bassin qui exerce sa tâche conformément au règlement d'ordre intérieur, visé à l'article 13, aux directives de administration de bassin hydrographique, conformément à l'article 27, § 4, 1°, du décret, et du secrétariat CIW. ".
" Art. 15. La direction journalière du secrétariat de bassin revient au coordinateur de bassin qui exerce sa tâche conformément au règlement d'ordre intérieur, visé à l'article 13, aux directives de administration de bassin hydrographique, conformément à l'article 27, § 4, 1°, du décret, et du secrétariat CIW. ".
Art.9. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 16. Het bekkensecretariaat omvat minstens:
1° de bekkencoördinator;
2° één of meer planningsverantwoordelijken van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie en/of het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken;
3° één vertegenwoordiger per provincie van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed;
4° voor elke provincie vertegenwoordigd in het bekkenbureau een door de provincie ter beschikking gesteld personeelslid overeenkomstig artikel 26, vierde lid, van het decreet.".
"Art. 16. Het bekkensecretariaat omvat minstens:
1° de bekkencoördinator;
2° één of meer planningsverantwoordelijken van het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie en/of het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken;
3° één vertegenwoordiger per provincie van het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed;
4° voor elke provincie vertegenwoordigd in het bekkenbureau een door de provincie ter beschikking gesteld personeelslid overeenkomstig artikel 26, vierde lid, van het decreet.".
Art.9. L'article 16 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 16. Le secrétariat de bassin comprend au moins :
1° le coordinateur de bassin ;
2° un responsable de planification ou plusieurs responsables de planification du domaine politique de l'Environnement, de la Nature et de l'Energie et/ou du domaine politique de la Mobilité et des Travaux publics ;
3° un représentant par province du domaine politique de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine immobilier ;
4° pour chaque province représentée au sein du bureau de bassin, un membre du personnel mis à disposition par la province, conformément à l'article 26, alinéa quatre, du décret. ".
" Art. 16. Le secrétariat de bassin comprend au moins :
1° le coordinateur de bassin ;
2° un responsable de planification ou plusieurs responsables de planification du domaine politique de l'Environnement, de la Nature et de l'Energie et/ou du domaine politique de la Mobilité et des Travaux publics ;
3° un représentant par province du domaine politique de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine immobilier ;
4° pour chaque province représentée au sein du bureau de bassin, un membre du personnel mis à disposition par la province, conformément à l'article 26, alinéa quatre, du décret. ".
Art.10. Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.10. L'article 17 du même arrêté est abrogé.
Art.11. In hoofdstuk III van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 februari 2008, 7 maart 2008 en 29 mei 2009 wordt afdeling 3, dat bestaat uit artikel 21 en 22, opgeheven.
Art.11. Dans le chapitre III du même arrêté, modifié par les arrêtés du Gouvernement flamand des 1er février 2008, 7 mars 2008 et 29 mai 2009, la section 3, comprenant les articles 21 et 22, est abrogée.
Art.12. Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 23. Bij het vaststellen van de stroomgebiedbeheerplannen vermeldt de Vlaamse Regering in het algemeen wat ze omtrent de overeenkomstig artikel 37, § 2 en § 3 van het decreet ingediende opmerkingen en adviezen heeft overwogen.".
"Art. 23. Bij het vaststellen van de stroomgebiedbeheerplannen vermeldt de Vlaamse Regering in het algemeen wat ze omtrent de overeenkomstig artikel 37, § 2 en § 3 van het decreet ingediende opmerkingen en adviezen heeft overwogen.".
Art.12. L'article 23 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 23. Lors de la fixation des plans de gestion des bassins hydrographiques, le Gouvernement flamand mentionne, en général, ce qu'il a considéré en ce qui concerne les remarques et avis introduits conformément à l'article 37, § 2 et § 3, du décret. ".
" Art. 23. Lors de la fixation des plans de gestion des bassins hydrographiques, le Gouvernement flamand mentionne, en général, ce qu'il a considéré en ce qui concerne les remarques et avis introduits conformément à l'article 37, § 2 et § 3, du décret. ".
Art.13. Na artikel 23 van hetzelfde besluit wordt een artikel 23/1 ingevoegd dat luidt als volgt:
"Art. 23/1. Als in een wateruitvoeringsprogramma bijkomende acties worden opgenomen die passen binnen de visie en de maatregelen van het maatregelenprogramma als vermeld in bijlage IV punt 6 van het decreet, worden deze op voorstel van de CIW goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Als in een wateruitvoeringsprogramma tussentijdse afbakeningen van overstromingsgebieden als vermeld in bijlage IV punt 8 van het decreet opgenomen worden, verloopt de voorbereiding en de goedkeuring van deze afbakeningen volgens de regeling vermeld in de artikelen 28 tot 35 van het besluit van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht, de vergoedingsplicht en de afbakening van overstromingsgebieden van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003."
"Art. 23/1. Als in een wateruitvoeringsprogramma bijkomende acties worden opgenomen die passen binnen de visie en de maatregelen van het maatregelenprogramma als vermeld in bijlage IV punt 6 van het decreet, worden deze op voorstel van de CIW goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Als in een wateruitvoeringsprogramma tussentijdse afbakeningen van overstromingsgebieden als vermeld in bijlage IV punt 8 van het decreet opgenomen worden, verloopt de voorbereiding en de goedkeuring van deze afbakeningen volgens de regeling vermeld in de artikelen 28 tot 35 van het besluit van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht, de vergoedingsplicht en de afbakening van overstromingsgebieden van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003."
Art.13. Après l'article 23 du même arrêté, il est inséré un article 23/1, rédigé comme suit :
" Art. 23/1. Lorsque, dans un programme de mise en oeuvre en matière d'eau, des actions supplémentaires sont incorporées qui s'inscrivent dans la vision et les mesures du programme des mesures tel que visé à l'annexe IV, point 6, du décret, elles sont approuvées par le Gouvernement flamand sur la proposition de la CIW.
Lorsque, dans un programme de mise en oeuvre en matière d'eau, des délimitations intermédiaires de zones d'inondation telles que visées à l'annexe IV, point 8, du décret, sont incorporées, la préparation et l'approbation de ces délimitations se déroule selon le régime visé aux articles 28 à 35 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 juillet 2009 portant exécution de l'expropriation d'utilité publique, du droit de préemption, de l'obligation d'achat, l'obligation d'indemnité et la délimitation des zones d'inondation du titre Ier du décret sur la politique intégrée de l'eau du 18 juillet 2003. ".
" Art. 23/1. Lorsque, dans un programme de mise en oeuvre en matière d'eau, des actions supplémentaires sont incorporées qui s'inscrivent dans la vision et les mesures du programme des mesures tel que visé à l'annexe IV, point 6, du décret, elles sont approuvées par le Gouvernement flamand sur la proposition de la CIW.
Lorsque, dans un programme de mise en oeuvre en matière d'eau, des délimitations intermédiaires de zones d'inondation telles que visées à l'annexe IV, point 8, du décret, sont incorporées, la préparation et l'approbation de ces délimitations se déroule selon le régime visé aux articles 28 à 35 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 juillet 2009 portant exécution de l'expropriation d'utilité publique, du droit de préemption, de l'obligation d'achat, l'obligation d'indemnité et la délimitation des zones d'inondation du titre Ier du décret sur la politique intégrée de l'eau du 18 juillet 2003. ".
Art.14. Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.14. L'article 24 du même arrêté est abrogé.
Hoofdstuk 2. Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen
Chapitre 2. Modifications de l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 mars 2006 fixant les règles de séparation entre l'obligation d'assainissement communale et supra-communale et la fixation des plans de zonage
Art.15. In artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "- vanaf de datum waarop het decreet van 7 mei 2004 in werking treedt het IVA VMM-" geschrapt;
2° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt:
" § 4. Het definitieve zoneringsplan wordt vervolgens om de zes jaar getoetst. Indien een herziening nodig is, dan gebeurt dit gelijktijdig en conform de procedure voor de vaststelling van stroomgebiedbeheerplannen als vermeld in de artikelen 36 en 37 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.
De definitieve zoneringsplannen blijven in ieder geval van kracht tot de herziene definitieve zoneringsplannen in het stroomgebiedbeheerplan zijn opgenomen en bekendgemaakt.
Jaarlijks kan een actualisering gebeuren van de definitieve zoneringsplannen voor wat betreft de overgang van de zone "het collectief te optimaliseren buitengebied" naar het "collectief geoptimaliseerd buitengebied" zoals vermeld in artikel 8, § 3. Deze jaarlijkse actualisering gebeurt in het wateruitvoeringsprogramma zoals vermeld in artikel 66bis van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.".
1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "- vanaf de datum waarop het decreet van 7 mei 2004 in werking treedt het IVA VMM-" geschrapt;
2° paragraaf 4 wordt vervangen door wat volgt:
" § 4. Het definitieve zoneringsplan wordt vervolgens om de zes jaar getoetst. Indien een herziening nodig is, dan gebeurt dit gelijktijdig en conform de procedure voor de vaststelling van stroomgebiedbeheerplannen als vermeld in de artikelen 36 en 37 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.
De definitieve zoneringsplannen blijven in ieder geval van kracht tot de herziene definitieve zoneringsplannen in het stroomgebiedbeheerplan zijn opgenomen en bekendgemaakt.
Jaarlijks kan een actualisering gebeuren van de definitieve zoneringsplannen voor wat betreft de overgang van de zone "het collectief te optimaliseren buitengebied" naar het "collectief geoptimaliseerd buitengebied" zoals vermeld in artikel 8, § 3. Deze jaarlijkse actualisering gebeurt in het wateruitvoeringsprogramma zoals vermeld in artikel 66bis van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.".
Art.15. Dans l'article 10 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 10 mars 2006 fixant les règles de séparation entre l'obligation d'assainissement communale et supra-communale et la fixation des plans de zonage sont apportées les modifications suivantes :
1° dans le paragraphe 1er, les mots " - à partir de la date à laquelle le décret du 7 mai 2004 entre en vigueur, l'IVA VMM - " sont supprimés ;
2° le paragraphe 4 est remplacé par ce qui suit :
" § 4. Le plan de zonage définitif est ensuite testé tous les six ans. Lorsqu'une révision est nécessaire, elle a lieu simultanément et conformément à la procédure de l'établissement de plans de gestion des bassins hydrographiques telle que visée aux articles 36 et 37 du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau.
Les plans de zonage définitifs restent en tout cas en vigueur jusqu'au moment où les plans de zonage définitifs revus ont été incorporés et publiés dans le plan de gestion du bassin hydrographique.
Tous les ans, une actualisation des plans de zonage définitifs peut avoir lieu en ce qui concerne la transition de la " zone extérieure à optimaliser collectivement " à la " zone extérieure optimalisée collectivement ", telle que visée à l'article 8, § 3. Cette actualisation annuelle a lieu dans le programme de mise en oeuvre en matière d'eau, telle que visée à l'article 66bis du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau. ".
1° dans le paragraphe 1er, les mots " - à partir de la date à laquelle le décret du 7 mai 2004 entre en vigueur, l'IVA VMM - " sont supprimés ;
2° le paragraphe 4 est remplacé par ce qui suit :
" § 4. Le plan de zonage définitif est ensuite testé tous les six ans. Lorsqu'une révision est nécessaire, elle a lieu simultanément et conformément à la procédure de l'établissement de plans de gestion des bassins hydrographiques telle que visée aux articles 36 et 37 du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau.
Les plans de zonage définitifs restent en tout cas en vigueur jusqu'au moment où les plans de zonage définitifs revus ont été incorporés et publiés dans le plan de gestion du bassin hydrographique.
Tous les ans, une actualisation des plans de zonage définitifs peut avoir lieu en ce qui concerne la transition de la " zone extérieure à optimaliser collectivement " à la " zone extérieure optimalisée collectivement ", telle que visée à l'article 8, § 3. Cette actualisation annuelle a lieu dans le programme de mise en oeuvre en matière d'eau, telle que visée à l'article 66bis du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau. ".
Art.16. Artikel 11 van voornoemd besluit wordt vervangen daar wat volgt:
"Art. 11. Na de opmaak van het definitieve zoneringsplan zal de VMM een uitvoeringsplan opmaken.
Het uitvoeringsplan maakt een onderdeel uit van de stroomgebiedbeheerplannen. Het uitvoeringsplan wordt goedgekeurd conform de procedure voor de vaststelling van de stroomgebiedbeheerplannen als vermeld in de artikelen 36 en 37 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.
"Art. 11. Na de opmaak van het definitieve zoneringsplan zal de VMM een uitvoeringsplan opmaken.
Het uitvoeringsplan maakt een onderdeel uit van de stroomgebiedbeheerplannen. Het uitvoeringsplan wordt goedgekeurd conform de procedure voor de vaststelling van de stroomgebiedbeheerplannen als vermeld in de artikelen 36 en 37 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid.
Art.16. L'article 11 de l'arrêté précité est remplacé par ce qui suit :
" Art. 11. Après l'établissement du plan de zonage définitif, la VMM établira un plan de mise en oeuvre.
Le plan de mise en oeuvre fait partie des plans de gestion des bassins hydrographiques. Le plan de mise en oeuvre est approuvé conformément à la procédure de l'établissement de plans de gestion des bassins hydrographiques telle que visée aux articles 36 et 37 du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau.
" Art. 11. Après l'établissement du plan de zonage définitif, la VMM établira un plan de mise en oeuvre.
Le plan de mise en oeuvre fait partie des plans de gestion des bassins hydrographiques. Le plan de mise en oeuvre est approuvé conformément à la procédure de l'établissement de plans de gestion des bassins hydrographiques telle que visée aux articles 36 et 37 du décret du 18 juillet 2003 relatif à la politique intégrée de l'eau.
Hoofdstuk 3. Slotbepaling
Chapitre 3. Disposition finale
Art. 17. De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 17. Le Ministre flamand ayant l'environnement et la politique des eaux dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.