Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
10 JANUARI 2014. - [Besluit van de Vlaamse Regering van 10 januari 2014 houdende de uitvoering van het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur inzake de erkenning van onderwijskwalificaties van niveau 1 tot en met niveau 4] (Opschrift vervangen door AGF2021-07-16/34, art. 56, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2021)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-01-2014 en tekstbijwerking tot 28-08-2024)
Titre
10 JANVIER 2014. - [Arrêté du Gouvernement flamand du 10 janvier 2014 portant exécution du décret du 30 avril 2009 relatif à la structure des certifications en matière de reconnaissance des qualifications d'enseignement des niveaux 1 à 4 inclus] (Intitulé remplacé par AGF2021-07-16/34, art. 56, 004; En vigueur : 01-09-2021)(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 31-01-2014 et mise à jour au 28-08-2024)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (25)
Texte (25)
HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
CHAPITRE 1er. - Définitions et champ d'application
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° agentschap : het [1 Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen]1 opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 april 2009 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming;
  2° beroepskwalificatie : het begrip, vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet van 30 april 2009;
  3° competentie : het begrip, vermeld in artikel 2, 6° van het decreet van 30 april 2009, en artikel 3, 5°, van het decreet van 30 april 2009 betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs;
  4° decreet van 30 april 2009 : het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur;
  5° onderwijskwalificatie : het begrip, vermeld in artikel 2, 17°, van het decreet van 30 april 2009;
  6° VLOR : de Vlaamse Onderwijsraad vermeld in het decreet van 2 april 2004 betreffende de participatie op school en de Vlaamse onderwijsraad.
  
Article 1er. Dans le présent arrêté, on entend par :
  1° agence : [1 l'Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen]1, créée par l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 avril 2009 portant création de l'agence autonomisée " Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming ";
  2° qualification professionnelle : la notion, telle que visée à l'article 2, 4°, du décret du 30 avril 2009;
  3° compétence : la notion telle que visée à l'article 2, 6°, du décret du 30 avril 2009 et à l'article 3, 5°, du décret du 30 avril 2009 relatif à l'enseignement secondaire après secondaire et l'enseignement supérieur professionnel;
  4° décret du 30 avril 2009 : le décret du 30 avril 2009 relatif à la structure des certifications;
  5° qualification professionnelle : la notion, telle que visée à l'article 2, 17°, du décret du 30 avril 2009;
  6° VLOR : le " Vlaamse Onderwijsraad " (Conseil flamand de l'Enseignement), visé au décret du 2 avril 2004 relatif à la participation à l'école et au " Vlaamse Onderwijsraad ";
  
Art.2. Dit besluit is van toepassing op de erkenning van de onderwijskwalificaties van niveau 1 tot en met niveau 4,[1 vermeld in artikel 14, eerste lid 1°, 2°, 3° en 4°, van het decreet van 30 april 2009]1.
  
Art.2. Le présent arrêté est applicable à la reconnaissance des qualifications d'enseignement des niveaux 1er au 4 inclus, [1 visés à l'article 14, alinéa premier, 1°, 2°, 3° et 4°, du décret du 30 avril 2009]1.
  
HOOFDSTUK 2. - Procedure voor de erkenning van onderwijskwalificaties
CHAPITRE 2. - Procédure pour la reconnaissance de qualifications d'enseignement
Afdeling 1. - Voorwaarden voor de samenstellingsmogelijkheden en de omvang van onderwijskwalificaties
Section 1re. - Conditions pour les possibilités de composition et l'ampleur des qualifications d'enseignement
Art.3. Beroepskwalificatie(s) vervat in een onderwijskwalificatie zijn in principe van hetzelfde niveau of mits motivatie één niveau lager of één niveau hoger dan de onderwijskwalificatie zelf en kunnen hierbij geen onderwijsniveau overschrijden. Eenzelfde beroepskwalificatie kan vervat zitten in verschillende onderwijskwalificaties.
  [1 Deelkwalificaties die gebruikt worden in een onderwijskwalificatie van niveau 1 tot en met 4, zijn deelkwalificaties die onderdeel uitmaken van een beroepskwalificatie van niveau 1 tot en met 4.]1
  
Art.3. La ou les qualifications professionnelles reprises dans une qualification d'enseignement sont en principe du même niveau ou, moyennant motivation, d'un niveau inférieur ou supérieur à la qualification d'enseignement même et elles ne peuvent dépasser aucun niveau d'enseignement. Une même qualification professionnelle peut être contenue dans différentes qualifications d'enseignement.
  [1 Les qualifications partielles utilisées dans une qualification d'enseignement des niveaux 1er à 4 sont des qualifications partielles qui font partie d'une qualification professionnelle des niveaux 1er à 4.]1
  
Afdeling 2. - Opmaak van een voorstel van onderwijskwalificatie
Section 2. - Etablissement d'une proposition de qualification d'enseignement
Art.4. [1 Het agentschap werkt voorstellen van onderwijskwalificaties uit op eigen initiatief of op verzoek van belanghebbenden, die daarvoor aan het agentschap alle informatie geven die het agentschap noodzakelijk acht.]1 [1 Het agentschap legt]1 hetzij de gemotiveerde beslissing tot het niet opmaken van een voorstel hetzij het voorstel van onderwijskwalificatie voor advisering voor aan de VLOR.
  
Art.4. [1 L'agence élabore des qualifications d'enseignement d'initiative ou à la demande d'intéressés, qui fournissent à cet effet à l'agence toutes les informations que l'agence juge nécessaires.]1 [1 L'agence soumet]1 soit la décision motivée de non-élaboration d'une proposition, soit la proposition de qualification d'enseignement pour avis au VLOR.
  
Art.5. Ieder voorstel van onderwijskwalificatie bevat :
  1° [2 de benaming en het niveau;]2
  2° de aanvragers en de actoren die bij de opmaak betrokken zijn;
  3° [2 de onderwijsdoelen waaruit de onderwijskwalificatie is samengesteld met toepassing van artikel 14 van het decreet van 30 april 2009, meer bepaald:
   a) de decretale eindtermen;
   b) in voorkomend geval: de decretale specifieke eindtermen of, bij ontstentenis, een beschrijving van de vooropgestelde specifieke eindtermen;
   c) in voorkomend geval: de competenties van de erkende beroepskwalificaties of deelkwalificaties;]2

  4° de benaming en het niveau van de erkende beroepskwalificatie(s) die in voorkomend geval deel uitmaken van de kwalificatie;
  5° ter uitvoering van en overeenkomstig de toepassing van de criteria, vermeld in artikel 15, tweede lid van het decreet van 30 april 2009 :
  a) de maatschappelijke, economische of culturele behoefte;
  b) de onderwijskundige en opvoedkundige context : de aansluiting bij de doelgroep, het bieden van een duidelijke finaliteit zijnde de arbeidsmarktgerichtheid en/of de doorstroomgerichtheid, de mate waarin leermotivatie gestimuleerd wordt;
  c) een inschatting van de instroom;
  d) een inschatting van de uitstroom;
  e) de noodzakelijke materiële en financiële middelen en expertise;
  f) de noodzakelijke samenwerking, als die vereist is;
  g) [2 de beschrijving van de plaats in de opleidingsstructuur, de vereiste voorkennis en een inschatting van de wenselijkheid van een aanbodbeperking;]2
  h) [2 ...]2
  6° de beschrijving van het [2 verschil in inhoudelijke invulling]2 van de onderwijskwalificatie tegenover en de [2 eventuele]2 samenhang met andere voorstellen van onderwijskwalificaties en met erkende beroeps- en onderwijskwalificaties;
  7° welke onderwijskwalificatie of kwalificaties in voorkomend geval vervangen worden.
  
Art.5. Chaque proposition de qualification d'enseignement comprend :
  1° [2 la dénomination et le niveau ;]2
  2° les demandeurs et les acteurs associés à l'établissement;
  3° [2 les objectifs pédagogiques dont la qualification d'enseignement est constituée en application de l'article 14 du décret du 30 avril 2009, à savoir :
   a) les objectifs finaux décrétaux ;
   b) le cas échéant : les objectifs finaux spécifiques décrétaux ou, à défaut, une description des objectifs finaux spécifiques postulés ;
   c) le cas échéant : les compétences des qualifications professionnelles ou partielles reconnues ;]2

  4° la dénomination et le niveau de la qualification professionnelle reconnue ou des qualifications professionnelles reconnues faisant partie, le cas échéant, de la qualification;
  5° en exécution de et conformément à l'application des critères, visés à l'article 15, alinéa deux, du décret du 30 avril 2009;
  a) les besoins sociaux, économiques ou culturels;
  b) le contexte didactique et pédagogique : s'axer sur le groupe cible, offrir une finalité claire, notamment l'insertion au marché de l'emploi et/ou à la transition, la mesure dans laquelle la motivation d'apprentissage est stimulée;
  c) une estimation de l'entrée;
  d) une estimation de la sortie;
  e) les moyens matériels et financiers et l'expertise nécessaires;
  f) la collaboration nécessaire, si requise;
  g) [2 la description du lieu dans la structure des formations, les connaissances préalables requises et l'estimation de l'opportunité d'une restriction de l'offre ;]2
  h) [2 ...]2
  6° la description [2 de la différence de contenu]2 de la qualification d'enseignement par rapport à et la cohérence [2 éventuelle]2 avec d'autres propositions de qualifications d'enseignement et avec les qualifications d'enseignement et qualifications professionnelles reconnues;
  7° la qualification ou les qualifications d'enseignement qui, le cas échéant, seront remplacées.
  
Art.6. Het agentschap maakt de voorstellen van onderwijskwalificatie op. Met het oog op het creëren van voldoende draagvlak raadpleegt het agentschap bij de uitwerking van een voorstel [1 ...]1 :
  1° [1 eventueel de aanvragers van het voorstel van onderwijskwalificatie en eventueel deskundigen;]1
  2° vertegenwoordigers van de representatieve verenigingen van inrichtende machten en het Gemeenschapsonderwijs.
  
Art.6. L'agence établit les propositions de qualification d'enseignement. En vue de la création d'une base suffisante, l'agence consulte, lors de l'élaboration d'une proposition [1 ...]1 :
  1° [1 les demandeurs éventuels de la proposition de qualification d'enseignement ;]1
  2° les représentants des associations représentatives des pouvoirs organisateurs et l'Enseignement communautaire.
  
Afdeling 3. - Advisering van een onderwijskwalificatie
Section 3. - Conseils relatifs à une qualification d'enseignement
Art.7. Elk voorstel van onderwijskwalificatie van niveau 1 tot en met 4 wordt door het agentschap aan de VLOR voor advies voorgelegd. De VLOR brengt advies uit over de elementen, vermeld in artikel 5, 1°, 2° en 4° tot en met 7°.
  Dat advies wordt bij het agentschap uitgebracht binnen dertig kalenderdagen.
Art.7. Toute proposition de qualification d'enseignement des niveaux 1er à 4 inclus est présentée pour avis au VLOR. Le VLOR émet des avis sur les éléments, visés à l'article 5, 1°, 2° et 4° à 7° inclus.
  Cet avis est émis auprès de l'agence dans les trente jours calendaires.
Afdeling 4. - Erkenning van een onderwijskwalificatie
Section 4. - Agrément d'une qualification d'enseignement
Art.8. [1 § 1. [2 Het agentschap legt het voorstel van onderwijskwalificatie met een erkenningsadvies dat gebaseerd is op het advies, vermeld in artikel 7, voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming. De Vlaamse Regering beslist of de erkenning al dan niet wordt verleend. De Vlaamse Regering beslist over een voorstel dat uiterlijk op 1 oktober is ingediend, uiterlijk op 31 maart daaropvolgend. De voormelde termijnen gelden met behoud van de toepassing van de termijnen voor de organisatie van structuuronderdelen en de termijnen voor het verwerven van onderwijsbevoegdheid die bij decreet of besluit zijn vastgelegd.]2.
   De erkenning, vermeld in het eerste lid, vindt plaats door de toevoeging van de onderwijskwalificatie als structuuronderdeel of opleiding in ten minste één van de volgende regelingen, naargelang van het geval:
   1° het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs;
   2° het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de studiebekrachtiging in het volwassenenonderwijs.
   § 2. De erkende onderwijskwalificatie omvat minstens de volgende elementen:
   1° de benaming;
   2° het niveau;
   3° de onderwijsdoelen waaruit de onderwijskwalificatie is samengesteld, meer bepaald:
   a) de decretale eindtermen;
   b) in voorkomend geval: de decretale specifieke eindtermen of, bij ontstentenis, een indicatieve beschrijving van de vooropgestelde specifieke eindtermen;
   c) in voorkomend geval: de competenties van de erkende beroepskwalificaties of deelkwalificaties;
   4° de plaats in de opleidingsstructuur waar de onderwijskwalificatie kan worden aangeboden;
   5° het jaar waarin de erkenning is verleend.]1

  
Art.8. [1 § 1.[2 L'agence soumet la proposition de qualification d'enseignement avec un avis de reconnaissance, basé sur l'avis visé à l'article 7, au ministre flamand compétent pour l'enseignement et la formation. Le Gouvernement flamand statue sur l'octroi ou non de la reconnaissance. Le Gouvernement flamand statue sur une proposition introduite au plus tard le 1er octobre, au plus tard le 31 mars suivant. Les délais précités s'appliquent sans préjudice des délais pour l'organisation des subdivisions structurelles et des délais pour l'acquisition de la compétence d'enseignement fixés par décret ou par arrêté.]2
   La reconnaissance visée à l'alinéa 1 s'effectue par l'ajout de la qualification d'enseignement en tant que subdivision structurelle ou formation dans au moins une des réglementations suivantes, selon le cas :
   1° l'arrêté du Gouvernement flamand du 1 juin 2018 portant certaines mesures concernant la modernisation de l'enseignement secondaire ;
   2° l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 juillet 2007 relatif à la validation des études dans l'éducation des adultes.
   § 2. La qualification d'enseignement reconnue comprend au moins les éléments suivants :
   1° la dénomination ;
   2° le niveau ;
   3° 3° les objectifs pédagogiques dont la qualification d'enseignement est constituée, plus précisément :
   a) les objectifs finaux décrétaux ;
   b) le cas échéant : Les objectifs finaux spécifiques décrétaux ou, à défaut, une description indicative des objectifs finaux spécifiques envisagés ;
   c) le cas échéant : les compétences des qualifications professionnelles ou qualifications partielles reconnues ;
   4° le lieu dans la structure des formations où la qualification d'enseignement peut être offerte ;
   5° l'année de l'octroi de la reconnaissance.]1

  
HOOFDSTUK 2/1. [1 - Procedure voor de actualisering of schrapping van onderwijskwalificaties]1
CHAPITRE 2/1. [1 - Procédure d'actualisation ou de suppression de qualifications d'enseignement]1
Art.8/1. [1 § 1. Het agentschap werkt een voorstel tot actualisering van onderwijskwalificaties uit op eigen initiatief of op verzoek van belanghebbenden, die daarvoor aan het agentschap alle informatie geven die het agentschap noodzakelijk acht.
   Het agentschap legt het voorstel tot actualisering voor aan de vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs, die advies geven over het feit of het voorstel alleen betrekking heeft op een technische aanpassing of niet, op basis van de criteria, vermeld in paragraaf 2. Het agentschap kan ook de aanvrager of deskundigen raadplegen over het dossier.
   § 2. Onder technische aanpassingen als vermeld in paragraaf 1, worden een van de volgende aanpassingen verstaan:
   1° redactionele aanpassingen van taalkundige, grammaticale of vormelijke aard, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de bepalingen van de erkende onderwijskwalificatie;
   2° rechtzettingen van onnauwkeurigheden, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de bepalingen van de erkende onderwijskwalificatie;
   3° wijzigingen in de naam van de onderwijskwalificatie of de naam van de beroepskwalificaties die onderdeel zijn van de onderwijskwalificatie, zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke omschrijving van de erkende onderwijskwalificatie, zonder wijziging van de finaliteit en zonder wijziging van de competenties;
   4° wijzigingen in de beroepskwalificaties die onderdeel zijn van de onderwijskwalificatie, die beperkt zijn tot het opsplitsen of samenvoegen van beroepskwalificaties zonder wijziging van de competenties;
  [2 4° /1 de schrapping uit de samenstelling van een onderwijskwalificatie van een door de Vlaamse Regering opgeheven beroepskwalificatie, een deelkwalificatie of sets van competenties daaruit, zonder dat die schrapping leidt tot een andere benaming van de onderwijskwalificatie of een wijziging van de competenties;]2
   5° wijzigingen in de onderwijsdoelen, meer bepaald de onderdelen waaruit de onderwijskwalificatie is samengesteld met toepassing van artikel 14 van het decreet van 30 april 2009, ten gevolge van een actualisatie van een beroepskwalificatie, zonder dat de wijzigingen van de beroepskwalificatie aanleiding geven tot de toekenning van een ander kwalificatieniveau aan de beroepskwalificatie en zonder wijziging van de finaliteit.]1

  
Art.8/1. [1 § 1. L'agence élabore une proposition d'actualisation des qualifications d'enseignement d'initiative ou à la demande d'intéressés, qui lui fournissent toutes les informations que l'agence juge nécessaires.
   L'agence soumet la proposition d'actualisation aux représentants de l'Enseignement communautaire et aux associations représentatives des pouvoirs organisateurs d'enseignement subventionné, qui rendent un avis sur le fait que la proposition ne porte que sur une adaptation technique ou non, sur la base des critères visés au paragraphe 2. L'agence peut également consulter le demandeur ou des experts sur le dossier.
   § 2. Par adaptations techniques telles que visées au paragraphe 1, on entend l'une des adaptations suivantes :
   1° des adaptations rédactionnelles de nature linguistique, grammaticale ou formelle, sans porter préjudice à la description quant au contenu des dispositions de la qualification d'enseignement reconnue ;
   2° des rectifications d'imprécisions, sans porter préjudice à la description quant au contenu des dispositions de la qualification d'enseignement reconnue ;
   3° des modifications du nom de la qualification d'enseignement ou du nom des qualifications professionnelles qui font partie de la qualification d'enseignement, sans porter préjudice à la description quant au contenu de la qualification d'enseignement reconnue, sans modification de la finalité et sans modification des compétences ;
   4° des modifications des qualifications professionnelles qui font partie de la qualification d'enseignement et qui se limitent à la scission ou à la fusion des qualifications professionnelles sans modification des compétences ;
  [2 4° /1 la suppression de la composition d'une qualification d'enseignement d'une qualification professionnelle abrogée par le Gouvernement flamand, d'une qualification partielle ou d'ensembles de compétences relevant de la qualification, sans que cette suppression ne conduise à une autre dénomination de la qualification d'enseignement ou à une modification des compétences ; ]2
   5° des modifications des objectifs pédagogiques, plus précisément des éléments dont la qualification d'enseignement est constituée en application de l'article 14 du décret du 30 avril 2009, à la suite d'une actualisation d'une qualification professionnelle, sans que les modifications de la qualification professionnelle donnent lieu à l'octroi d'un autre niveau de certification à la qualification professionnelle et sans modification de la finalité.]1

  
Art.8/2. [1 Als een voorstel tot actualisering van een erkende onderwijskwalificatie alleen betrekking heeft op een technische aanpassing, legt het agentschap het geactualiseerde dossier, samen met een advies dat gebaseerd is op het advies, vermeld in artikel 8/1, tweede lid, ter beslissing voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming.
   [2 De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, beslist over de actualisering van de onderwijskwalificatie. Als de actualisering betrekking heeft op een wijziging als vermeld in artikel 8/1, Ї 2, 3А of 4А, wijzigt de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, in overeenstemming hiermee het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende sommige maatregelen betreffende de modernisering van het secundair onderwijs of het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 betreffende de studiebekrachtiging in het volwassenenonderwijs, naargelang van het geval. Over een voorstel dat uiterlijk op 1 oktober is ingediend, beslist de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, uiterlijk op 31 maart daaropvolgend. De voormelde termijnen gelden met behoud van de toepassing van de termijnen voor de organisatie van structuuronderdelen en de termijnen voor het verwerven van onderwijsbevoegdheid die bij decreet of besluit zijn vastgelegd.]2.]1

  
Art.8/2. [1 Lorsqu'une proposition d'actualisation d'une qualification d'enseignement reconnue ne porte que sur une adaptation technique, l'agence soumet le dossier actualisé, accompagné d'un avis, basé sur l'avis visé à l'article 8/1, alinéa 2, pour décision au ministre flamand ayant l'enseignement et la formation dans ses attributions.
   [2 Le ministre flamand compétent pour l'enseignement et la formation statue sur l'actualisation de la qualification d'enseignement. Si l'actualisation porte sur une modification telle que visée à l'article 8/1, § 2, 3° ou 4°, le ministre flamand compétent pour l'enseignement et la formation modifie, conformément à l'arrêté du Gouvernement flamand du 1er juin 2018 portant certaines mesures concernant la modernisation de l'enseignement secondaire ou à l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 juillet 2007 relatif à la validation des études dans l'éducation des adultes, selon le cas. Le ministre flamand compétent pour l'enseignement et la formation statue sur une proposition introduite au plus tard le 1er octobre, au plus tard le 31 mars suivant. Les délais précités s'appliquent sans préjudice des délais pour l'organisation des subdivisions structurelles et des délais pour l'acquisition de la compétence d'enseignement fixés par décret ou par arrêté.]2]1

  
Art.8/3. [1 Als een actualisering van een erkende onderwijskwalificatie niet beperkt is tot een technische aanpassing, volgt het agentschap de procedure voor de erkenning van een onderwijskwalificatie, vermeld in hoofdstuk 2.]1
  
Art.8/3. [1 Lorsqu'une actualisation d'une qualification d'enseignement reconnue n'est pas limitée à une adaptation technique, l'agence suit la procédure de reconnaissance d'une qualification d'enseignement visée au chapitre 2.]1
  
Art.8/4. [1 § 1. Als het dossier, vermeld in artikel 8/1, betrekking heeft op een integrale schrapping van een erkende onderwijskwalificatie, raadpleegt het agentschap de volgende actoren :
   1° eventueel de aanvragers van het voorstel tot schrapping en eventueel deskundigen;
   2° vertegenwoordigers van het Gemeenschapsonderwijs en de representatieve verenigingen van inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs.
   § 2. Het agentschap legt elk voorstel van schrapping van een onderwijskwalificatie voor aan de VLOR voor advies. Dat advies wordt bij het agentschap uitgebracht binnen dertig dagen na ontvangst van het voorstel.
   § 3. Het agentschap legt het voorstel tot schrapping van onderwijskwalificatie met een advies dat gebaseerd is op het advies, vermeld in paragraaf 2, binnen dertig dagen na ontvangst van het advies, vermeld in paragraaf 2, voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming. De Vlaamse Regering beslist of de onderwijskwalificatie al dan niet wordt geschrapt. Leerlingen kunnen een onderwijskwalificatie die wordt geschrapt binnen een normaal tijdsbestek en zonder onderbreking verder zetten.]1

  
Art.8/4. [1 § 1. Lorsque le dossier visé à l'article 8/1 porte sur la suppression intégrale d'une qualification d'enseignement reconnue, l'agence consulte les acteurs suivants :
   1° éventuellement les demandeurs de la proposition de suppression et éventuellement des experts ;
   2° des représentants de l'Enseignement communautaire et des associations représentatives des pouvoirs organisateurs d'enseignement subventionné.
   § 2. L'agence soumet toute proposition de suppression d'une qualification d'enseignement au " VLOR " pour avis. Cet avis est émis auprès de l'agence dans les trente jours suivant la réception de la proposition.
   § 3. L'agence soumet la proposition de suppression de la qualification d'enseignement avec un avis basé sur l'avis visé au paragraphe 2, dans les trente jours suivant la réception de l'avis visé au paragraphe 2, au ministre flamand ayant l'enseignement et la formation dans ses attributions. Le Gouvernement flamand statue sur la suppression ou non de la qualification d'enseignement. Les élèves peuvent poursuivre une qualification d'enseignement supprimée dans un délai normal et sans interruption.]1

  
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingsbepalingen
CHAPITRE 3. - Dispositions modificatives
Art.9. Artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 januari 2013 houdende de uitvoering van het decreet betreffende de kwalificatiestructuur van 30 april 2009 inzake de erkenning van beroepskwalificaties en inzake de erkenning van onderwijskwalificaties voor het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs wordt vervangen door wat volgt :
  "Art. 11. Een gevalideerd beroepskwalificatiedossier wordt voor inschaling aan een inschalingscommissie voorgelegd.
  Een inschalingscommissie als vermeld in het eerste lid wordt als volgt samengesteld :
  1° zeven effectieve leden aangewezen door de SERV;
  2° vijf effectieve leden aangewezen door de VLOR;
  3° één effectief lid aangewezen door de VDAB en één effectief lid aangewezen door Syntra Vlaanderen;
  4° twee onafhankelijke interne experten uit het agentschap.
  De experten, vermeld in het tweede lid, 4° zijn niet stemgerechtigd en nemen de proces- en kwaliteitsbewaking op.
  Voor elk effectief lid word(t)(en) minimaal één tot maximaal drie plaatsvervangers aangeduid.
  Het voorzitterschap wordt waargenomen door een onafhankelijke externe expert, die de minister aanwijst.".
Art.9. L'article 11 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 janvier 2013 portant exécution du décret relatif à la structure des certifications du 30 avril 2009 en matière de reconnaissance de qualifications professionnelles et en matière de reconnaissance des qualifications d'enseignement pour l'enseignement secondaire après secondaire et l'enseignement supérieur professionnel est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 11. Un dossier de qualification professionnelle validé est présenté à une commission d'insertion pour insertion.
  Une commission d'insertion telle que visée à l'alinéa premier, est composée comme suit :
  1° sept membres effectifs désignés par le SERV;
  2° cinq membres effectifs désignés par le VLOR;
  3° un membre effectif désigné par le VDAB et un membre effectif désigné par Syntra Vlaanderen;
  4° deux experts internes indépendants de l'agence.
  Les experts, visés à l'alinéa premier, 4°, n'ont pas de droit de vote et assurent le contrôle du procès et de la qualité.
  Pour chaque membre effectif, un suppléant au minimum et trois suppléants au maximum est/sont désigné(s).
  La présidence est assurée par un expert externe indépendant, désigné par le Ministre. ".
Art.10. Aan artikel 16, tweede lid van hetzelfde besluit wordt een punt 5° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  "5° een advies over de wenselijkheid van een opleiding die leidt tot die onderwijskwalificatie, de studieomvang van de opleiding hoger beroepsonderwijs die leidt tot die onderwijskwalificatie, uitgedrukt in studiepunten, de benaming van de opleiding in het hoger beroepsonderwijs en het studiegebied waartoe ze behoort.".
Art.10. A l'article 16, alinéa deux, du même arrêté, il est ajouté un point 5°, rédigé comme suit :
  " 5° un avis sur l'opportunité d'une formation conduisant à cette qualification d'enseignement, le volume des études de la formation enseignement supérieur professionnel conduisant à cette qualification d'enseignement, exprimé en unités d'études, la dénomination de la formation dans l'enseignement supérieur professionnel et la discipline à laquelle appartient la formation. ".
Art.11. In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen door wat volgt :
  " § 2 Elk voorstel van onderwijskwalificatie van niveau 5 wordt door het agentschap aan de commissie hoger onderwijs voor advies voorgelegd.
  De commissie hoger onderwijs adviseert over de aspecten vermeld in artikel 16. Dat advies wordt bij het agentschap uitgebracht binnen dertig kalenderdagen.".
Art.11. Dans l'article 17 du même arrêté, le paragraphe 2 est remplacé par ce qui suit :
  " § 2. Toute proposition de qualification d'enseignement du niveau 5 est soumise pour avis par l'agence à la commission d'enseignement supérieur.
  La commission d'enseignement supérieur rend avis sur les aspects visés à l'article 16. Cet avis est émis auprès de l'agence dans les trente jours calendaires. ".
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
CHAPITRE 4. - Disposition finale
Art. 12. De Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs en bevoegd voor de coördinatie van het vormingsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12. Le Ministre flamand qui a l'enseignement et la coordination de la politique de la formation dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté.