Art. N2. Bijlage 2. - Inlichtingen te vermelden in de registratie van een mengsel (artikel 4, tweede lid)
Afdeling 1. : Identificatie van de declarant 1° Naam van de persoon/de onderneming die het mengsel op de markt brengt.
2° Identificatienummer bij de Kruispuntbank der Ondernemingen, indien de declarant er één heeft.
3° Activiteitensector.
4° Adres van de maatschappelijke zetel.
5° Voor bedrijven waarvan de maatschappelijke zetel zich buiten de Europese Economische Ruimte bevindt : vermelding van de hoedanigheid van de extra-nationale juridische entiteit of van gemandateerd vertegenwoordiger.
6° Persoonsgegevens van een fysieke contactpersoon : naam, voornaam, adres, telefoonnummer, e-mailadres.
Afdeling 2. : Identificatie van de stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand vervat in het geregistreerde mengsel § 1er. De declarant verstrekt de inlichtingen opgesomd in deze afdeling voor elke stof bedoeld in artikel 3 die is vervat in het geregistreerde mengsel.
Naar keuze van de declarant hebben de technische gegevens betrekking op :
1° ofwel de inlichtingen over de stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand zoals ze in het mengsel aanwezig zijn;
2° ofwel de inlichtingen over de stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand zoals zij waren vooraleer ze in het mengsel werden geïntegreerd.
§ 2. Verplicht mede te delen inlichtingen :
1° Chemische identificatie van de stoffen te weten :
a) Chemische benaming
b) Chemische formule
c) CAS-nummer
d) En, desgevallend, CE nummer (EINECS of ELINCS).
2° gemiddelde en mediane afmeting van de deeltjes, in verhouding tot een standaardafwijking.
3° Distributiecurve van de deeltjesafmetingen in aantal.
4° Gemiddelde afmeting van de aggregaten en, indien de stof onder geagglomereerde vorm wordt overgedragen, de gemiddelde afmeting van de agglomeraten, waarbij deze afmetingen in verhouding tot een standaardafwijking worden weergegeven indien die beschikbaar is.
5° Kwalitatieve beschrijving van de vorm van de deeltjes.
6° desgevallend, kwalitatieve beschrijving van de bekleding van de deeltjes (coating).
Voor de punten 2° tot 5° vermeldt de declarant bovendien de gebruikte determinatiemethode, de feiten die verklaren waarom deze methode op de betreffende stof toepasbaar is, en een beschrijving van de experimentele omstandigheden.
De afmetingen die bijdragen aan het aanleveren van de informatie gegeven in punten 2° tot 5 ° zijn traceerbaar, dat wil zeggen, ze kunnen worden gelinkt aan een referentie via een ononderbroken en gedocumenteerde keten van kalibraties, waarvan elkeen bijdraagt aan de meetonzekerheid.
§ 3. Inlichtingen die moeten worden medegedeeld indien ze beschikbaar zijn op de datum van de registratie :
1° Indien de stof het voorwerp is geweest van een registratie door de declarant in het kader van de REACH Verordening, het registratienummer. Het gedeelte van het registratienummer dat duidt op de individuele declarant mag echter worden weggelaten.
2° Desgevallend, aard en hoeveelheid van elke onzuiverheid waarvan de massaconcentratie in de stof geproduceerd in nanoparticulaire toestand hoger is dan 0,1 % en, indien deze verplicht moet worden medegedeeld met het oog op andere reglementaire bepalingen, van elke onzuiverheid waarvan de massaconcentratie in de stof geproduceerd in nanoparticulaire toestand lager is dan 0,1 %.
3° Aard van de kristallografische fasen en, in geval van een mengeling van fasen, verhouding van elk van de fasen, met inbegrip van de amorfe fase indien die bestaat.
4° Gemiddelde specifieke oppervlakte, gerelateerd met een standaardafwijking, met opgave van de gebruikte determinatiemethode alsook van de feiten die verklaren waarom deze methode op de betreffende stof toepasbaar is, en een beschrijving van de experimentele omstandigheden.
5° Zeta potentiaal, met vermelding van het milieu en van de pH-omstandigheden en van de ionische kracht.
Afdeling 3. : Hoeveelheid stoffen die gedurende de bedoelde periode op de markt worden gebracht § 1. Raming van de totale hoeveelheid van elk stof geïdentificeerd in afdeling 2 die door de declarant op de markt zal worden gebracht tussen de datum van de registratie en het einde van het kalenderjaar (uitgedrukt in kilogram).
Moet het mengsel in toepassing van artikel 24, § 1, worden geregistreerd vóór 1 januari 2017, dan is bij wijze van afwijking de in aanmerking te nemen periode diegene die ligt tussen 1 januari en 31 december 2017.
§ 2. Massaconcentratie van de in afdeling 2 geïdentificeerde stoffen die in het geregistreerde mengsel aanwezig zijn.
§ 3. Toestand waarin de in afdeling 2 geïdentificeerde stoffen in het geregistreerde mengsel aanwezig zijn (vast, vloeibaar, gasvormig, poedervormig, mesofase of andere).
Afdeling 4. : gebruik van het mengsel § 1. Korte beschrijving van het gebruik van de stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand ingebed in het mengsel, en van alle voorziene gebruiksvormen voor het geregistreerde mengsel.
§ 2. Handelsbenaming of gedeponeerd merk van de stof in het kader van het op de markt brengen ervan door de declarant.
§ 3. Facultatieve vermelding van de geclaimde eigenschappen voor dewelke de geregistreerde stoffen worden gebruikt.
Afdeling 5. : Identiteit van de professionele gebruikers aan wie de declarant het mengsel zal overdragen tussen de datum van de registratie en het einde van het kalenderjaar (indien gekend op het ogenblik van de registratie) Voor elke professionele gebruiker vermeldt de declarant :
1° Naam van de verwerver van het geregistreerde mengsel.
2° Identificatienummer in de Kruispuntbank der Ondernemingen, indien de verwerver er één heeft.
3° Adres van de maatschappelijke zetel.
Moet de stof in toepassing van de bepalingen van artikel 24, § 1, worden geregistreerd vóór 1 januari 2017, dan is bij wijze van afwijking de in aanmerking te nemen periode diegene die ligt tussen 1 januari en 31 december 2017.
Art. N2. Bijlage 2. - Informations à inclure dans la enregistrement d'un mélange (article 4, alinéa 2)
Section 1re. : Identification du déclarant 1° Nom de la personne/entreprise qui met le mélange sur le marché.
2° Numéro d'identification à la Banque-Carrefour des Entreprises, si le déclarant en possède un.
3° Secteur d'activité.
4° Adresse du siège social.
5° En ce qui concerne les entreprises dont le siège social se trouve hors de l'Espace économique européen : mention de la qualité d'entité juridique extranationale ou de représentant mandaté.
6° Coordonnées d'une personne physique de contact : nom, prénom, adresse, numéro de téléphone, adresse e-mail.
Section 2. : Identification des substances manufacturées à l'état nanoparticulaire contenues dans le mélange enregistré § 1er. Le déclarant fournit les informations énoncées dans la présente section pour chaque substance visée à l'article 3 contenue dans le mélange enregistré.
Les données techniques se rapportent, au choix du déclarant :
1° Soit aux informations relatives aux substances manufacturées à l'état nanoparticulaire telles qu'elles se présentent dans le mélange;
2° Soit aux informations relatives aux substances manufacturées à l'état nanoparticulaire telles qu'elles se présentaient préalablement à leur incorporation dans le mélange.
§ 2. Informations à communiquer obligatoirement :
1° Identification chimique des substances, à savoir :
a) Nom chimique
b) Formule chimique
c) Numéro CAS
d) Et, le cas échéant, numéro de CE (EINECS ou ELINCS).
2° Taille moyenne et médiane des particules, en relation avec un écart type.
3° Courbe de distribution de tailles des particules en nombre.
4° Taille moyenne des agrégats et, si la substance est cédée sous forme agglomérée, taille moyenne des agglomérats, ces tailles étant mises en relation avec un écart type quand celui-ci est disponible.
5° Description qualitative de la forme des particules.
6° Le cas échéant, description qualitative du revêtement des particules (enrobage).
En ce qui concerne les points 2° à 5°, le déclarant mentionne en outre la méthode de détermination utilisée, les faits expliquant pourquoi cette méthode est applicable à la substance concernée, et une description des conditions d'expérimentation.
Les mesures qui contribuent à fournir les informations des points 2° à 5° sont traçables, c'est-à-dire qu'elles peuvent être reliées à une référence par l'intermédiaire d'une chaîne ininterrompue et documentée d'étalonnages dont chacun contribue à l'incertitude de mesure.
§ 3. Informations à communiquer si elles sont disponibles à la date de la enregistrement :
1° Lorsque la substance a fait l'objet d'un enregistrement par le déclarant dans le cadre du règlement REACH, le numéro d'enregistrement. La partie du numéro d'enregistrement qui désigne le déclarant individuel peut toutefois être omise.
2° Le cas échéant, nature et quantité de chaque impureté dont la concentration massique dans la substance manufacturée à l'état nanoparticulaire est supérieure à 0,1 %, et de chaque impureté dont la concentration massique dans la substance manufacturée à l'état nanoparticulaire est inférieure à 0,1% lorsque la communication de cette information est obligatoire aux fins d'autres dispositions réglementaires.
3° Nature des phases cristallographiques et, dans le cas d'un mélange de phases, proportion de chacune des phases, y compris de la phase amorphe lorsqu'elle existe.
4° Surface spécifique moyenne, associée à un écart type, avec indication de la méthode de détermination utilisée, avec la mention de la méthode de détermination utilisée, ainsi que les faits expliquant pourquoi cette méthode est applicable à la substance concernée, et une description des conditions d'expérimentation.
5° Potentiel zêta, avec mention du milieu et des conditions de pH et de force ionique.
Section 3. : Quantité de substances mises sur le marché durant la période considérée § 1er. Estimation de la quantité totale de chaque substance identifiée dans la section 2 qui sera mise sur le marché dans le cadre de la mise sur le marché du mélange enregistré entre la date de l'enregistrement et la fin de l'année civile (exprimée en kilogrammes).
Par dérogation, lorsque le mélange doit être enregistré avant le 1er janvier 2017 en application de l'article 24, § 1er, la période à prendre en compte est celle qui se déroule entre le 1er janvier et le 31 décembre 2017.
§ 2. Concentration massique des substances identifiées dans la section 2 présentes dans le mélange enregistré.
§ 3. Etat dans lequel les substances identifiées dans la section 2 sont présentes dans le mélange enregistré (solide, liquide, gazeux, poudre, mésophase ou autre).
Section 4. : Usages du mélange § 1er. Brève description des utilisations des substances manufacturées à l'état nanoparticulaire contenues dans le mélange, et de tous les usages prévus pour le mélange enregistré.
§ 2. Nom commercial ou marque déposée de la substance que le déclarant met lui-même sur le marché.
§ 3. Mention facultative des propriétés revendiquées pour lesquelles les substances identifiées dans la section 3 est ou sont utilisées.
Section 5. : Identité des utilisateurs professionnels à qui le déclarant transmettra le mélange entre la date de l'enregistrement et la fin de l'année civile (si connus au moment de l'enregistrement) Le déclarant précise, pour chacun des utilisateurs professionnels :
1° Nom de l'acquéreur du mélange enregistré.
2° Numéro d'identification à la Banque-Carrefour des Entreprises, si l'acquéreur en possède un.
3° Adresse du siège social.
Par dérogation, lorsque la substance doit être enregistrée avant le 1er janvier 2017 en application de l'article 24, § 1er, la période à prendre en compte est celle qui se déroule entre le 1er janvier et le 31 décembre 2017.