Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
19 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het pensioenstelsel voor werknemers rekening houdend met het principe van de eenheid van loopbaan
Titre
19 AVRIL 2014. - Loi modifiant diverses dispositions relatives au régime de pension des travailleurs salariés compte tenu du principe de l'unité de carrière
Informations sur le document
Info du document
Tekst (12)
Texte (12)
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
CHAPITRE 1er. - Disposition introductive
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de la Constitution.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers
CHAPITRE 2. - Modifications de l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés
Art.2. Artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 205 van 29 augustus 1983, wordt vervangen als volgt :
  "Art. 10bis. § 1. Wanneer de werknemer aanspraak kan maken op een rustpensioen krachtens dit besluit en op een rustpensioen of een als zodanig geldend voordeel krachtens één of meer andere regelingen en wanneer het totaal aantal dagen dat in aanmerking genomen wordt in het geheel van die regelingen 14 040 voltijdse dagequivalenten overschrijdt, wordt de beroepsloopbaan die voor de berekening van het rustpensioen als werknemer in aanmerking wordt genomen verminderd met zoveel voltijdse dagequivalenten als nodig om genoemd totaal tot 14 040 te herleiden.
  Een gelijkaardige vermindering wordt toegepast wanneer de overlevende echtgenoot van een werknemer op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering krachtens dit besluit en op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering of een als zodanig geldend voordeel krachtens één of meer andere regelingen aanspraak kan maken, en het in het geheel van deze regelingen in aanmerking genomen aantal voltijdse dagequivalenten het aantal overschrijdt dat verkregen wordt door 312 voltijdse dagequivalenten te vermenigvuldigen met de noemer van de breuk bedoeld ofwel in artikel 7, § 1, derde lid, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 voor het overlevingspensioen ofwel in artikel 7bis, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit voor de overgangsuitkering.
  Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "andere regeling" verstaan :
  1° iedere andere Belgische regeling inzake rust- en overlevingspensioen, uitgezonderd die voor de zelfstandigen;
  2° iedere andere gelijkaardige regeling van een vreemd land, met uitsluiting van de regelingen die onder het toepassingsgebied vallen van Europese verordeningen of van bilaterale overeenkomsten van sociale zekerheid die voorzien in de samentelling van verzekeringstijdvakken die geregistreerd werden in de ondertekenende landen en de toekenning van een nationaal pensioen ten laste van ieder van die landen, pro rata van de verzekeringstijdvakken geregistreerd door ieder van hen;
  3° elke regeling die toepasselijk is op het personeel van een volkenrechtelijke instelling.
  § 2. Bij samenloop van een rustpensioen krachtens dit besluit en een rustpensioen krachtens het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen worden voor de toepassing van deze bepaling de minst voordelige voltijdse dagequivalenten in mindering gebracht, ongeacht de regeling waarin deze dagen gepresteerd werden.
  Een gelijkaardige vermindering wordt toegepast wanneer de overlevende echtgenoot van een werknemer aanspraak kan maken op een overlevingspensioen of op een overgangsuitkering krachtens dit besluit en op een overlevingspensioen of een overgangsuitkering krachtens het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967.
  § 3. De Koning bepaalt :
  1° in welke gevallen de vermindering beoogd bij dit artikel niet wordt toegepast of wordt versoepeld;
  2° op welke wijze, bij samenloop van een pensioen in de werknemersregeling en een pensioen van dezelfde aard in een andere regeling, de beroepsloopbaan wordt verminderd;
  3° op welke wijze, bij samenloop van een rustpensioen, een overlevingspensioen of een overgangsuitkering in de werknemersregeling met een rustpensioen, een overlevingspensioen of een overgangsuitkering als zelfstandige, de beroepsloopbaan wordt verminderd;
  4° wat onder breuk wordt verstaan;
  5° welke breuken die krachtens andere regelingen worden toegekend voor de toepassing van dit artikel niet in aanmerking worden genomen;
  6° wat onder volledig pensioen in een andere regeling wordt verstaan;
  7° wat onder voltijdse dagequivalenten in een andere regeling wordt verstaan en op welke wijze de voltijdse dagequivalenten in aanmerking worden genomen.".
Art.2. L'article 10bis de l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés, inséré par l'arrêté royal n° 205 du 29 août 1983, est remplacé par ce qui suit :
  "Art. 10bis. § 1er. Lorsque le travailleur salarié peut prétendre à une pension de retraite en vertu du présent arrêté et à une pension de retraite ou un avantage en tenant lieu en vertu d'un ou plusieurs autres régimes et lorsque le nombre total de jours pris en compte dans l'ensemble de ces régimes dépasse 14 040 jours équivalents temps plein, la carrière professionnelle qui est prise en considération pour le calcul de la pension de retraite de travailleur salarié est diminuée d'autant de jours équivalents temps plein qu'il est nécessaire pour réduire ledit total à 14 040.
  Une réduction analogue est appliquée lorsque le conjoint survivant d'un travailleur salarié peut prétendre à une pension de survie ou à une allocation de transition en vertu du présent arrêté et à une pension de survie ou à une allocation de transition ou un avantage en tenant lieu en vertu d'un ou de plusieurs autres régimes et que le nombre total de jours équivalents temps plein pris en compte dans l'ensemble de ces régimes dépasse le nombre obtenu en multipliant 312 jours équivalents temps plein par le dénominateur de la fraction visée soit à l'article 7, § 1er, alinéa 3, de l'arrêté royal du 23 décembre 1996 pour la pension de survie soit à l'article 7bis, § 1er, alinéa 2, du même arrêté pour l'allocation de transition.
  Pour l'application du présent article il y a lieu d'entendre par "autre régime" :
  1° tout autre régime belge en matière de pension de retraite et de survie, à l'exclusion de celui des indépendants;
  2° tout autre régime analogue d'un pays étranger, à l'exclusion des régimes relevant du champ d'application des règlements européens ou des conventions bilatérales de sécurité sociale qui prévoient la totalisation des périodes d'assurances enregistrées dans les pays signataires et l'octroi d'une pension nationale à charge de chacun de ces pays, au prorata des périodes d'assurances enregistrées dans chacun d'entre eux;
  3° tout régime qui est applicable au personnel d'une institution de droit international public.
  § 2. En cas de cumul d'une pension de retraite en vertu du présent arrêté avec une pension de retraite en vertu de l'arrêté royal n° 72 du 10 novembre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs indépendants, les jours équivalents temps plein les moins avantageux sont déduits pour l'application de la présente disposition, quel que soit le régime dans lequel ces jours ont été accomplis.
  Une réduction analogue est appliquée lorsque le conjoint survivant d'un travailleur salarié peut prétendre à une pension de survie ou à une allocation de transition en vertu du présent arrêté et à une pension de survie ou à une allocation de transition en vertu de l'arrêté royal n° 72 du 10 novembre 1967.
  § 3. Le Roi détermine :
  1° dans quels cas la réduction visée au présent article n'est pas appliquée ou est assouplie;
  2° de quelle façon, en cas de cumul d'une pension dans le régime des travailleurs salariés avec une pension de même nature dans un autre régime, la carrière professionnelle est diminuée;
  3° de quelle façon, en cas de cumul d'une pension de retraite, d'une pension de survie ou d'une allocation de transition dans le régime des travailleurs salariés avec une pension de retraite, une pension de survie ou une allocation de transition en tant que travailleur indépendant, la carrière professionnelle est diminuée;
  4° ce qu'il y a lieu d'entendre par fraction;
  5° quelles fractions de pensions accordées en vertu d'autres régimes ne sont pas prises en considération pour l'application du présent article;
  6° ce qu'il y a lieu d'entendre par pension complète dans un autre régime;
  7° ce qu'il y a lieu d'entendre par jours équivalents temps plein dans un autre régime et de quelle façon les jours équivalents temps plein sont pris en considération.".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
CHAPITRE 3. - Modifications de l'arrêté royal du 23 décembre 1996 portant exécution des articles 15, 16 et 17 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions
Art.3. In artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het derde lid wordt vervangen als volgt :
  "Wanneer het aantal voltijdse dagequivalenten dat de loopbaan bevat, met inbegrip van de voltijdse dagequivalenten met betrekking tot het pensioen bedoeld in hoofdstuk 13 van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, hoger is dan 14 040, worden de voltijdse dagequivalenten die recht geven op het voordeligste pensioen in aanmerking genomen tot beloop van die 14 040 dagen. Wanneer het pensioen werd berekend op basis van één of meerdere breuken met een noemer lager dan 45, wordt het aantal voltijdse dagequivalenten betreffende elke noemer vermenigvuldigd met de verhouding tussen 45 en deze noemer.";
  2° het wordt aangevuld met een lid, luidende :
  "De vermindering van de beroepsloopbaan betreft bij voorrang de voltijdse dagequivalenten die recht openen op het minst voordelige pensioen. Het aantal in mindering te brengen dagen kan echter niet 1 560 voltijdse dagequivalenten overschrijden. Deze dagen worden als volgt bepaald :
  1° het pensioen verleend voor elk kalenderjaar wordt gedeeld door het aantal voltijdse dagequivalenten in aanmerking genomen voor het desbetreffende jaar teneinde hun aandeel in het pensioen te bepalen;
  2° het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten en hun overeenstemmend pensioenaandeel worden verwijderd uit het kalenderjaar waarvan het aandeel in het pensioen berekend per dag het minst voordelig is;
  3° wanneer het aantal voltijdse dagequivalenten van het kalenderjaar bedoeld in de bepaling onder 2° lager is dan het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten, wordt het overblijvend aantal te verwijderen voltijdse dagequivalenten en hun overeenstemmend pensioenaandeel verwijderd uit het kalenderjaar waarvan het aandeel in het pensioen voortaan het minst voordelig is;
  4° er wordt één voor één beroep gedaan op de kalenderjaren waarvan het aandeel in het pensioen het minst voordelig wordt voor zover het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten van de beroepsloopbaan niet bereikt is.".
Art.3. Dans l'article 5, § 1er, de l'arrêté royal du 23 décembre 1996 portant exécution des articles 15, 16 et 17 de la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions, les modifications suivantes sont apportées :
  1° l'alinéa 3 est remplacé par ce qui suit :
  "Lorsque le nombre de jours équivalents temps plein que la carrière comporte, en ce compris les jours équivalents temps plein afférents à la pension visée au chapitre 13 de l'arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du régime de pension de retraite et de survie des travailleurs salariés, est supérieur à 14 040, les jours équivalents temps plein donnant droit à la pension la plus avantageuse sont pris en considération à concurrence de ces 14 040 jours. Lorsque la pension est calculée sur base d'une ou plusieurs fractions ayant un dénominateur inférieur à 45, le nombre de jours équivalents temps plein relatif à chaque dénominateur est multiplié par le rapport entre 45 et ce dénominateur.";
  2° il est complété par un alinéa rédigé comme suit :
  "La réduction de la carrière professionnelle affecte par priorité les jours équivalents temps plein qui ouvrent le droit à la pension la moins avantageuse. Le nombre de jours à déduire ne peut toutefois pas excéder 1 560 jours équivalents temps plein. Ces jours sont déterminés comme suit :
  1° la pension accordée pour chaque année civile est divisée par le nombre de jours équivalents temps plein pris en considération pour l'année concernée afin de déterminer leur apport en pension;
  2° le nombre de jours équivalents temps plein à déduire et leur apport en pension correspondant sont éliminés de l'année civile dont l'apport en pension calculé par jour est le moins avantageux;
  3° lorsque le nombre de jours équivalents temps plein de l'année civile visée au 2° est inférieur au nombre de jours équivalents temps plein à déduire, le nombre excédentaire de jours équivalents temps plein à déduire et leur apport en pension sont éliminés de l'année civile dont l'apport en pension est désormais le moins avantageux;
  4° il est fait appel au fur et à mesure aux années civiles dont l'apport en pension devient le moins avantageux tant que le nombre de jours équivalents temps plein à déduire de la carrière professionnelle n'est pas atteint.".
Art.4. In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het vierde lid wordt vervangen als volgt :
  "Wanneer het aantal voltijdse dagequivalenten dat de loopbaan bevat hoger is dan het aantal dat verkregen wordt door 312 voltijdse dagequivalenten met de noemer van de breuk te vermenigvuldigen, worden de voltijdse dagequivalenten die recht geven op het voordeligste pensioen in aanmerking genomen tot beloop van het door deze vermenigvuldiging verkregen resultaat. Wanneer het pensioen van de overleden echtgenoot werd berekend op basis van één of meerdere breuken met een noemer lager dan de noemer bedoeld in het derde lid wordt het aantal voltijdse dagequivalenten betreffende elke noemer vermenigvuldigd met de verhouding tussen de hoogste noemer en de lagere noemer.";
  2° er wordt tussen het vierde en het vijfde lid een lid ingevoegd, luidende :
  "De vermindering van de beroepsloopbaan betreft bij voorrang de voltijdse dagequivalenten die recht openen op het minst voordelige pensioen. Het aantal in mindering te brengen dagen kan echter het aantal niet overschrijden dat verkregen wordt door het derde van de noemer van de breuk te vermenigvuldigen met 104. Deze dagen worden als volgt bepaald :
  1° het pensioen verleend voor elk kalenderjaar wordt gedeeld door het aantal voltijdse dagequivalenten in aanmerking genomen voor het desbetreffende jaar teneinde hun aandeel in het pensioen te bepalen;
  2° het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten en hun overeenstemmend pensioenaandeel worden verwijderd uit het kalenderjaar waarvan het aandeel in het pensioen berekend per dag het minst voordelig is;
  3° wanneer het aantal voltijdse dagequivalenten van het kalenderjaar bedoeld in de bepaling onder 2° lager is dan het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten, wordt het overblijvend aantal te verwijderen voltijdse dagequivalenten en hun overeenstemmend pensioenaandeel verwijderd uit het kalenderjaar waarvan het aandeel in het pensioen voortaan het minst voordelig is;
  4° er wordt één voor één beroep gedaan op de kalenderjaren waarvan het aandeel in het pensioen het minst voordelig wordt voor zover het aantal in mindering te brengen voltijdse dagequivalenten van de beroepsloopbaan niet bereikt is.".
Art.4. Dans l'article 7, § 1er, du même arrêté, les modifications suivantes sont apportées :
  1° l'alinéa 4 est remplacé par ce qui suit :
  "Lorsque le nombre de jours équivalents temps plein que la carrière comporte est supérieur au nombre obtenu en multipliant 312 jours équivalents temps plein par le dénominateur de la fraction, les jours équivalents temps plein donnant droit à la pension la plus avantageuse sont pris en considération, à concurrence du résultat de cette multiplication. Lorsque la pension du conjoint décédé est calculée sur base d'une ou plusieurs fractions ayant un dénominateur inférieur au dénominateur visé à l'alinéa 3, le nombre de jours équivalents temps plein relatif à chaque dénominateur est multiplié par le rapport entre le dénominateur le plus élevé et le dénominateur inférieur.";
  2° un alinéa rédigé comme suit est inséré entre les alinéas 4 et 5 :
  "La réduction de la carrière professionnelle affecte par priorité les jours équivalents temps plein qui ouvrent le droit à la pension la moins avantageuse. Le nombre de jours à déduire ne peut toutefois pas excéder le nombre obtenu en multipliant par 104 le tiers du dénominateur de la fraction. Ces jours sont déterminés comme suit :
  1° la pension accordée pour chaque année civile est divisée par le nombre de jours équivalents temps plein pris en considération pour l'année concernée afin de déterminer leur apport en pension;
  2° le nombre de jours équivalents temps plein à déduire et leur apport en pension correspondant sont éliminés de l'année civile dont l'apport en pension calculé par jour est le moins avantageux;
  3° lorsque le nombre de jours équivalents temps plein de l'année civile visée au 2° est inférieur au nombre de jours équivalents temps plein à déduire, le nombre excédentaire de jours équivalents temps plein à déduire et leur apport en pension sont éliminés de l'année civile dont l'apport en pension est désormais le moins avantageux;
  4° il est fait appel au fur et à mesure aux années civiles dont l'apport en pension devient le moins avantageux tant que le nombre de jours équivalents temps plein à déduire de la carrière professionnelle n'est pas atteint.".
HOOFDSTUK 4. - Wijziging van de wet van 11 mei 2003 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen met het oog op de uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan
CHAPITRE 4. - Modification de la loi du 11 mai 2003 modifiant diverses dispositions relatives à la pension de retraite des travailleurs salariés et des indépendants compte tenu du principe de l'unité de carrière
Art.5. Artikel 2 van de wet van 11 mei 2003 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en zelfstandigen met het oog op de uitvoering van het principe van de eenheid van loopbaan wordt opgeheven.
Art.5. L'article 2 de la loi du 11 mai 2003 modifiant diverses dispositions relatives à la pension de retraite des travailleurs salariés et des indépendants compte tenu du principe de l'unité de carrière est abrogé.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
CHAPITRE 5. - Dispositions finales
Art.6. De bepalingen van deze wet zijn van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 2015 ingaan.
Art.6. Les dispositions de la présente loi sont applicables aux pensions qui prennent cours effectivement et pour la première fois au plus tôt le 1er janvier 2015.
Art. 7. Deze wet treedt in werking op 1 januari 2015, met uitzondering van artikel 2, voor wat betreft de paragrafen 2 en 3, 3°, van artikel 10bis, die in werking treden op een door de Koning te bepalen datum.
Art. 7. La présente loi entre en vigueur le 1er janvier 2015, à l'exception de l'article 2, pour ce qui concerne les paragraphes 2 et 3, 3°, de l'article 10bis, qui entrent en vigueur à la date à fixer par le Roi.