Artikel 1. Artikel 1, 3°, a), van het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, wordt vervangen als volgt :
" a) per bladzijde van het borderel overeenstemmend met een bladzijde van het formaat A4 of een gedeelte ervan : 5 EUR; ".
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
25 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 september 1962 tot vaststelling van de lonen der hypotheekbewaarders
Titre
25 AVRIL 2014. - Arrêté royal modifiant l'arrêté royal du 18 septembre 1962 déterminant les salaires des conservateurs des hypothèques
Informations sur le document
Numac: 2014003224
Datum: 2014-04-25
Info du document
Numac: 2014003224
Date: 2014-04-25
Tekst (12)
Texte (12)
Article 1er. L'article 1, 3°, a), de l'arrêté royal du 18 septembre 1962 déterminant les salaires des conservateurs des hypothèques, remplacé par l'arrêté royal du 4 mars 1998 et modifié par l'arrêté royal du 13 juillet 2001, est remplacé par ce qui suit :
" a) par page de bordereau correspondant à une page de format A4 ou à une fraction de celle-ci : 5 EUR; ".
" a) par page de bordereau correspondant à une page de format A4 ou à une fraction de celle-ci : 5 EUR; ".
Art.2. Artikel 1, 6°, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, wordt vervangen als volgt :
" 6° voor elke overschrijving, per bladzijde van de akte overeenstemmend met een bladzijde van het formaat A4 of een gedeelte ervan : 10,70 EUR.
Geen loon wordt aangerekend voor alle stukken die krachtens een wettelijke bepaling zonder aanbieding ervan geacht worden tegelijk met de akten te zijn overgeschreven; ".
" 6° voor elke overschrijving, per bladzijde van de akte overeenstemmend met een bladzijde van het formaat A4 of een gedeelte ervan : 10,70 EUR.
Geen loon wordt aangerekend voor alle stukken die krachtens een wettelijke bepaling zonder aanbieding ervan geacht worden tegelijk met de akten te zijn overgeschreven; ".
Art.2. L'article 1, 6° du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 4 mars 1998 et modifié par l'arrêté royal du 13 juillet 2001, est remplacé par ce qui suit :
" 6° pour toute transcription par page de l'acte correspondant à une page de format A4 ou à une fraction de celle-ci : 10,70 EUR.
Aucun salaire n'est dû pour tous les documents qui, en vertu d'une disposition légale, sont, sans présentation, réputés être transcrits en même temps que les actes; ".
" 6° pour toute transcription par page de l'acte correspondant à une page de format A4 ou à une fraction de celle-ci : 10,70 EUR.
Aucun salaire n'est dû pour tous les documents qui, en vertu d'une disposition légale, sont, sans présentation, réputés être transcrits en même temps que les actes; ".
Art.3. In artikel 1, 11° van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, worden de woorden "of van de overschrijvingen van verklaringen van niet vatbaarheid voor beslag" ingevoegd tussen de woorden "Burgerlijk Wetboek" en de woorden ", met inbegrip van de afgifte".
Art.3. Dans l'article 1er, 11° du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 4 mars 1998 et modifié par l'arrêté royal du 13 juillet 2001, les mots "ou des transcriptions des déclarations d'insaisissabilité" sont insérés entre les mots "Code civil" et les mots ", y compris la délivrance".
Art.4. In artikel 1, 22° van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, worden de woorden "per telefax" vervangen door de woorden "per telefax of als ingescande bijlage bij een e-mail".
Art.4. Dans l'article 1er, 22° du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 4 mars 1998 en modifié par l'arrêté royal du 13 juillet 2001, les mots "par télécopieur" sont remplacés par les mots "par télécopieur ou par annexe scannée à un courriel".
Art.5. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art.5. L'article 3 du même arrêté est abrogé.
Art.6. In artikel 5, 11° van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 april 1996 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, worden de woorden "per telefax" vervangen door de woorden "per telefax of als ingescande bijlage bij een e-mail".
Art.6. Dans l'article 5, 11° du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 4 avril 1996 en modifié par l'arrêté royal du 13 juillet 2001, les mots "par télécopie" sont remplacés par les mots "par télécopieur ou par annexe scannée à un courriel".
Art.7. In artikel 8, derde lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998, worden de woorden "van een gewestelijke directeur bij een fiscaal bestuur" vervangen door de woorden "van een adviseur-generaal benoemd in de klasse A4 bij de Federale Overheidsdienst Financiën".
Art.7. Dans l'article 8, alinéa 3, du même arrêté, remplacé par l'arrêté royal du 4 mars 1998, les mots "d'un directeur régional d'administration fiscale" sont remplacés par les mots "d'un conseiller général nommé dans la classe A4 au Service public fédéral Finances".
Art.8. In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 maart 1998, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :
" 1° de bezoldigingen, toelagen, vergoedingen, premies, pensioencomplementen en andere uitgaven toegekend aan de contractuele bedienden van de hypotheekbewaarder die geen deel uitmaken van het kader bedoeld in artikel 3bis van het besluit van de Regent van 1 juli 1949 betreffende het personeel van de hypotheekbewaarders en waarvan het bedrag vastgesteld is overeenkomstig de bepalingen van voormeld besluit van de Regent, alsmede het bedrag van de desbetreffende sociale lasten die op de werkgever rusten; ";
2° de bepalingen 1° /1 en 1° /2 worden ingevoegd, luidende :
" 1° /1 de pensioencomplementen toegekend aan de contractuele bedienden van de hypotheekbewaarder die deel uitmaken van het kader bedoeld in artikel 3bis van het besluit van de Regent van 1 juli 1949 betreffende het personeel van de hypotheekbewaarders en waarvan het bedrag vastgesteld is overeenkomstig de bepalingen van voormeld besluit van de Regent, alsmede het bedrag van de desbetreffende sociale lasten die op de werkgever rusten;
1° /2 de premies voor de verzekering arbeidsongevallen die werd afgesloten voor de contractuele bedienden van de hypotheekbewaarder; ";
3° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
" 2° als beheerskosten, een bedrag gelijk aan maximum 1 pct. van het bedrag van de lonen waarop de voorafneming wordt berekend krachtens artikel 8 en te bewijzen aan de hand van een werkelijke verantwoording van deze kosten; ".
1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt :
" 1° de bezoldigingen, toelagen, vergoedingen, premies, pensioencomplementen en andere uitgaven toegekend aan de contractuele bedienden van de hypotheekbewaarder die geen deel uitmaken van het kader bedoeld in artikel 3bis van het besluit van de Regent van 1 juli 1949 betreffende het personeel van de hypotheekbewaarders en waarvan het bedrag vastgesteld is overeenkomstig de bepalingen van voormeld besluit van de Regent, alsmede het bedrag van de desbetreffende sociale lasten die op de werkgever rusten; ";
2° de bepalingen 1° /1 en 1° /2 worden ingevoegd, luidende :
" 1° /1 de pensioencomplementen toegekend aan de contractuele bedienden van de hypotheekbewaarder die deel uitmaken van het kader bedoeld in artikel 3bis van het besluit van de Regent van 1 juli 1949 betreffende het personeel van de hypotheekbewaarders en waarvan het bedrag vastgesteld is overeenkomstig de bepalingen van voormeld besluit van de Regent, alsmede het bedrag van de desbetreffende sociale lasten die op de werkgever rusten;
1° /2 de premies voor de verzekering arbeidsongevallen die werd afgesloten voor de contractuele bedienden van de hypotheekbewaarder; ";
3° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt :
" 2° als beheerskosten, een bedrag gelijk aan maximum 1 pct. van het bedrag van de lonen waarop de voorafneming wordt berekend krachtens artikel 8 en te bewijzen aan de hand van een werkelijke verantwoording van deze kosten; ".
Art.8. A l'article 9 du même arrêté, modifié par l'arrêté royal du 4 mars 1998, sont apportées les modifications suivantes :
1° la disposition sous 1° est remplacée par ce qui suit :
" 1° les rémunérations, allocations, indemnités, primes, compléments de pension et autres dépenses octroyées aux employés contractuels du conservateur des hypothèques qui ne font pas partie du cadre visé à l'article 3bis de l'arrêté du Régent du 1er juillet 1949 relatif au personnel des conservateurs des hypothèques et dont le montant est établi conformément aux dispositions de l'arrêté du Régent précité, ainsi que le montant des charges sociales y afférentes qui incombent à l'employeur; ";
2° les dispositions 1° /1 et 1° /2 sont insérées, rédigées comme suit :
" 1° /1 les compléments de pension octroyés aux employés contractuels du conservateur des hypothèques qui font partie du cadre visé à l'article 3bis de l'arrêté du Régent du 1er juillet 1949 relatif au personnel des conservateurs des hypothèques et dont le montant est établi conformément aux dispositions de l'arrêté du Régent précité, ainsi que le montant des charges sociales y afférentes qui incombent à l'employeur;
1° /2 les primes pour l'assurance accidents de travail qui a été souscrite pour les employés contractuels du conservateur des hypothèques; ";
3° la disposition sous 2° est remplacée par ce qui suit :
" 2° à titre de frais de gestion, une somme égale à maximum 1 p.c. du montant des salaires sur lequel le prélèvement est opéré en vertu de l'article 8, et à prouver par une justification réelle de ces frais; ".
1° la disposition sous 1° est remplacée par ce qui suit :
" 1° les rémunérations, allocations, indemnités, primes, compléments de pension et autres dépenses octroyées aux employés contractuels du conservateur des hypothèques qui ne font pas partie du cadre visé à l'article 3bis de l'arrêté du Régent du 1er juillet 1949 relatif au personnel des conservateurs des hypothèques et dont le montant est établi conformément aux dispositions de l'arrêté du Régent précité, ainsi que le montant des charges sociales y afférentes qui incombent à l'employeur; ";
2° les dispositions 1° /1 et 1° /2 sont insérées, rédigées comme suit :
" 1° /1 les compléments de pension octroyés aux employés contractuels du conservateur des hypothèques qui font partie du cadre visé à l'article 3bis de l'arrêté du Régent du 1er juillet 1949 relatif au personnel des conservateurs des hypothèques et dont le montant est établi conformément aux dispositions de l'arrêté du Régent précité, ainsi que le montant des charges sociales y afférentes qui incombent à l'employeur;
1° /2 les primes pour l'assurance accidents de travail qui a été souscrite pour les employés contractuels du conservateur des hypothèques; ";
3° la disposition sous 2° est remplacée par ce qui suit :
" 2° à titre de frais de gestion, une somme égale à maximum 1 p.c. du montant des salaires sur lequel le prélèvement est opéré en vertu de l'article 8, et à prouver par une justification réelle de ces frais; ".
Art.9. Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 10. Moesten de bij artikel 11bis, derde lid, bedoelde aanrekening en de bij artikel 9 bedoelde aftrekkingen niet geheel kunnen geschieden ingevolge de ontoereikendheid van de krachtens artikel 8 berekende voorafneming, dan wordt het ontbrekende gedeelte door de Schatkist voorgeschoten en het aldus ontstane voorschot wordt gedelgd door middel van een aanrekening op de krachtens artikel 8 te berekenen voorafneming in de gezamenlijke hypotheekkantoren van het land. ".
" Art. 10. Moesten de bij artikel 11bis, derde lid, bedoelde aanrekening en de bij artikel 9 bedoelde aftrekkingen niet geheel kunnen geschieden ingevolge de ontoereikendheid van de krachtens artikel 8 berekende voorafneming, dan wordt het ontbrekende gedeelte door de Schatkist voorgeschoten en het aldus ontstane voorschot wordt gedelgd door middel van een aanrekening op de krachtens artikel 8 te berekenen voorafneming in de gezamenlijke hypotheekkantoren van het land. ".
Art.9. L'article 10 du même arrêté est remplacé par ce qui suit :
" Art. 10. Si l'imputation visée à l'article 11bis, alinéa 3, et les déductions visées à l'article 9 ne peuvent être effectuées intégralement à cause de l'insuffisance du prélèvement opéré en vertu de l'article 8, la partie manquante est avancée par le Trésor et l'avance ainsi créée est amortie au moyen d'une imputation sur le prélèvement à opérer en vertu de l'article 8 dans l'ensemble des conservations des hypothèques du pays. ".
" Art. 10. Si l'imputation visée à l'article 11bis, alinéa 3, et les déductions visées à l'article 9 ne peuvent être effectuées intégralement à cause de l'insuffisance du prélèvement opéré en vertu de l'article 8, la partie manquante est avancée par le Trésor et l'avance ainsi créée est amortie au moyen d'une imputation sur le prélèvement à opérer en vertu de l'article 8 dans l'ensemble des conservations des hypothèques du pays. ".
Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende :
" Art. 11bis. Een som, overeenstemmend met het bedrag van de niet bij artikel 9, 1° tot 1° /2 bedoelde bezoldigingen, toelagen, vergoedingen, premies en andere uitgaven toegekend aan het personeel van de hypotheekbewaarders, wordt, voor het einde van het jaar waarin deze uitgaven worden gedaan, ten bate van de Schatkist voorafgenomen op het bruto-bedrag van de tijdens dat jaar in de hypotheekkantoren geheven lonen, de lonen vastgesteld bij de artikelen 1, 18° tot 21°, en 5, 9° en 10°, niet inbegrepen.
Indien in de loop van eenzelfde jaar het hypotheekkantoor niet beheerd werd door dezelfde hypotheekbewaarder-titularis of hypotheekbewaarder-interimaris, geschiedt deze voorafneming voor ieder naar de duur van zijn beheer.
Vooraleer de bij artikel 9 bedoelde aftrekkingen kunnen worden uitgevoerd, wordt de in de voorgaande leden bepaalde voorafneming aangerekend op de krachtens artikel 8 berekende voorafneming voor dezelfde periode. ".
" Art. 11bis. Een som, overeenstemmend met het bedrag van de niet bij artikel 9, 1° tot 1° /2 bedoelde bezoldigingen, toelagen, vergoedingen, premies en andere uitgaven toegekend aan het personeel van de hypotheekbewaarders, wordt, voor het einde van het jaar waarin deze uitgaven worden gedaan, ten bate van de Schatkist voorafgenomen op het bruto-bedrag van de tijdens dat jaar in de hypotheekkantoren geheven lonen, de lonen vastgesteld bij de artikelen 1, 18° tot 21°, en 5, 9° en 10°, niet inbegrepen.
Indien in de loop van eenzelfde jaar het hypotheekkantoor niet beheerd werd door dezelfde hypotheekbewaarder-titularis of hypotheekbewaarder-interimaris, geschiedt deze voorafneming voor ieder naar de duur van zijn beheer.
Vooraleer de bij artikel 9 bedoelde aftrekkingen kunnen worden uitgevoerd, wordt de in de voorgaande leden bepaalde voorafneming aangerekend op de krachtens artikel 8 berekende voorafneming voor dezelfde periode. ".
Art.10. Dans le même arrêté, il est inséré un article 11bis, rédigé comme suit :
" Art. 11bis. Une somme qui correspond au montant des rémunérations, allocations, indemnités, primes et autres dépenses non visées à l'article 9, 1° à 1° /2 qui ont été octroyées au personnel des conservateurs des hypothèques, est prélevée au profit du Trésor, avant la fin de l'année pendant laquelle ces dépenses ont été faites, sur le montant brut des salaires perçus pendant cette année dans les conservations des hypothèques, non compris les salaires repris à l'article 1er, 18° à 21° et 5, 9° et 10°.
Si, dans le cours d'une même année, la conservation des hypothèques n'a pas été gérée par le même conservateur des hypothèques titulaire ou conservateur des hypothèques intérimaire, ce prélèvement est opéré pour chacun au prorata de la durée de sa gestion.
Avant que les déductions visées à l'article 9 peuvent être effectuées, le prélèvement fixé par les alinéas précédents est imputé sur le prélèvement opéré en vertu de l'article 8 pour la même période. ".
" Art. 11bis. Une somme qui correspond au montant des rémunérations, allocations, indemnités, primes et autres dépenses non visées à l'article 9, 1° à 1° /2 qui ont été octroyées au personnel des conservateurs des hypothèques, est prélevée au profit du Trésor, avant la fin de l'année pendant laquelle ces dépenses ont été faites, sur le montant brut des salaires perçus pendant cette année dans les conservations des hypothèques, non compris les salaires repris à l'article 1er, 18° à 21° et 5, 9° et 10°.
Si, dans le cours d'une même année, la conservation des hypothèques n'a pas été gérée par le même conservateur des hypothèques titulaire ou conservateur des hypothèques intérimaire, ce prélèvement est opéré pour chacun au prorata de la durée de sa gestion.
Avant que les déductions visées à l'article 9 peuvent être effectuées, le prélèvement fixé par les alinéas précédents est imputé sur le prélèvement opéré en vertu de l'article 8 pour la même période. ".
Art.11. Dit besluit treedt in werking de tiende dag nadat het in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt, met uitzondering van :
1° de artikelen 8, 1° en 2°, 9 en 10 die in werking treden op 1 mei 2014;
2° het artikel 8, 3° dat in werking treedt op 1 januari 2015.
1° de artikelen 8, 1° en 2°, 9 en 10 die in werking treden op 1 mei 2014;
2° het artikel 8, 3° dat in werking treedt op 1 januari 2015.
Art.11. Le présent arrêté entre en vigueur le dixième jour qui suit celui de sa publication au Moniteur belge, à l'exception :
1° des articles 8, 1° et 2°, 9 et 10 qui entrent en vigueur le 1er mai 2014;
2° de l'article 8, 3° qui entre en vigueur le 1er janvier 2015.
1° des articles 8, 1° et 2°, 9 et 10 qui entrent en vigueur le 1er mai 2014;
2° de l'article 8, 3° qui entre en vigueur le 1er janvier 2015.
Art. 12. De minister bevoegd voor Financiën wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 12. Le ministre qui a les Finances dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté.