Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de wet : de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;
2° overnemer : natuurlijke of rechtspersoon dewelke de activiteiten bedoeld in artikel 1 van de wet, van een vergunde of erkende natuurlijke of rechtspersoon onder de voorwaarden en modaliteiten zoals bepaald in onderhavig besluit, tijdelijk overneemt;
3° leidinggevend personeel : personen zoals bedoeld in artikel 5 van de wet;
4° bevoegde ambtenaar : de ambtenaar bedoeld in artikel 7, § 1 van de wet;
5° minister : de minister van Binnenlandse Zaken;
6° administratie : de Directie Private Veiligheid bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie bij de FOD Binnenlandse Zaken;
7° aanvraag : aanvraag van de overnemer tot tijdelijke voortzetting van de overgenomen activiteiten, zoals bedoeld in artikel 4bis, § 2 van de wet;
8° definitieve vergunning of erkenning : vergunning of erkenning zoals bedoeld in de artikelen 2, § 1, eerste lid, en 4, §§ 1 tot en met 3, van de wet;
9° initieel vergunde entiteit : natuurlijke of rechtspersoon die de activiteiten heeft overgedragen.
Nederlands (NL)
Français (FR)
Titre
27 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden, de aanvraagprocedure en de uitoefeningswijze, verbonden aan de beslissing zoals bedoeld in artikel 4bis, § 2 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
Titre
27 MAI 2014. - Arrêté royal déterminant les conditions, la procédure de demande et la modalité d'exercice liés à la décision visée à l'article 4bis, § 2, de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière
Informations sur le document
Numac: 2014000552
Datum: 2014-05-27
Info du document
Numac: 2014000552
Date: 2014-05-27
Table des matières
Tekst (13)
Texte (13)
HOOFDSTUK 1. - Definities
CHAPITRE 1er. - Définitions
Article 1er. Dans le cadre de l'application du présent arrêté, il y a lieu d'entendre par :
1° la loi : la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière;
2° repreneur : personne physique ou morale pouvant temporairement poursuivre les activités, visées à l'article 1er de la loi, d'une personne physique ou morale autorisée ou agréée en respectant les conditions et modalités prévues dans le présent arrêté;
3° personnel dirigeant : les personnes visées à l'article 5 de la loi;
4° fonctionnaire compétent : le fonctionnaire visé à l'article 7, § 1er, de la loi;
5° ministre : le ministre de l'Intérieur;
6° administration : la Direction Sécurité Privée de la Direction générale Sécurité et Prévention du SPF Intérieur;
7° demande : demande formulée par le repreneur de poursuivre temporairement les activités reprises, telle que visées à l'article 4bis, § 2, de la loi;
8° autorisation définitive ou agrément définitif : autorisation ou agrément visé aux articles 2, § 1er, alinéa 1er, et 4, §§ 1er à 3, de la loi;
9° entité initialement autorisée : personne physique ou morale qui a délégué les activités.
1° la loi : la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière;
2° repreneur : personne physique ou morale pouvant temporairement poursuivre les activités, visées à l'article 1er de la loi, d'une personne physique ou morale autorisée ou agréée en respectant les conditions et modalités prévues dans le présent arrêté;
3° personnel dirigeant : les personnes visées à l'article 5 de la loi;
4° fonctionnaire compétent : le fonctionnaire visé à l'article 7, § 1er, de la loi;
5° ministre : le ministre de l'Intérieur;
6° administration : la Direction Sécurité Privée de la Direction générale Sécurité et Prévention du SPF Intérieur;
7° demande : demande formulée par le repreneur de poursuivre temporairement les activités reprises, telle que visées à l'article 4bis, § 2, de la loi;
8° autorisation définitive ou agrément définitif : autorisation ou agrément visé aux articles 2, § 1er, alinéa 1er, et 4, §§ 1er à 3, de la loi;
9° entité initialement autorisée : personne physique ou morale qui a délégué les activités.
HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden waaraan de overnemer moet voldoen en uitoefeningswijze
CHAPITRE 2. - Conditions à remplir par le repreneur et modalités d'exercice
Art.2. De overnemer is ertoe gehouden de overgenomen activiteiten uit te oefenen volgens de bepalingen voorzien in de wet en haar uitvoeringsbesluiten.
Art.2. Le repreneur est tenu d'exercer les activités reprises conformément à la loi et ses arrêtés d'exécution.
Art.3. De activiteiten kunnen door de overnemer in toepassing van artikel 4bis, § 2 van de wet enkel tijdelijk verder uitgeoefend worden op voorwaarde dat :
1° zij niet in onderaanneming aan een andere onderneming worden gegeven;
2° de overnemer beschikt over de organisatorische, technische en infrastructurele middelen, alsmede over het aantal uitvoerende personeelsleden die door of krachtens de wet minimaal vereist zijn voor de uitoefening van de activiteiten waarvoor hij de tijdelijke voortzetting vraagt.
1° zij niet in onderaanneming aan een andere onderneming worden gegeven;
2° de overnemer beschikt over de organisatorische, technische en infrastructurele middelen, alsmede over het aantal uitvoerende personeelsleden die door of krachtens de wet minimaal vereist zijn voor de uitoefening van de activiteiten waarvoor hij de tijdelijke voortzetting vraagt.
Art.3. Les activités peuvent uniquement être temporairement exercées par le repreneur, en application de l'article 4bis, § 2, de la loi, à condition que :
1° elles ne soient pas confiées en sous-traitance à une autre entreprise;
2° le repreneur dispose des moyens organisationnels, techniques et d'infrastructure, ainsi que du nombre d'agents d'exécution qui, par ou en vertu de la loi, sont au minimum requis pour pouvoir exercer les activités pour lesquelles il demande la poursuite temporaire.
1° elles ne soient pas confiées en sous-traitance à une autre entreprise;
2° le repreneur dispose des moyens organisationnels, techniques et d'infrastructure, ainsi que du nombre d'agents d'exécution qui, par ou en vertu de la loi, sont au minimum requis pour pouvoir exercer les activités pour lesquelles il demande la poursuite temporaire.
HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden waaraan het personeel van de overnemer moet voldoen en uitoefeningswijze
CHAPITRE 3. - Conditions à remplir par le personnel du repreneur et modalités d'exercice
Art.4. Het personeel is onderworpen aan de voorwaarden zoals bedoeld door of krachtens de wet behoudens, voor wat betreft het leidinggevend personeel, deze bedoeld in de volgende artikelen van de wet : - artikel 5, eerste lid, 5° ; - artikel 8 § 3.
Art.4. Le personnel est soumis aux conditions visées par ou en vertu de la loi, excepté, en ce qui concerne le personnel dirigeant, celles visées aux articles suivants de la loi : - article 5, alinéa 1er, 5° ; - article 8, § 3.
Art.5. Het leidinggevend personeel moet, naast de voorwaarden voorzien in artikel 4 van onderhavig besluit, voldoen aan volgende vereisten :
1° geen enkel onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden, bedoeld in artikel 7 § 1, tweede lid van de wet, wordt voor betrokkenen door de bevoegde ambtenaar overwogen, in navolging van artikel 7, § 2, derde lid, van de wet;
2° niet in negatieve zin gekend zijn omwille van het feit dat betrokkenen :
a) herhaaldelijke inbreuken pleegden op de wet of haar uitvoeringsbesluiten;
b) het voorwerp uitmaakten van een beslissing vanwege de Minister waarbij de identificatiekaart werd geweigerd, geschorst of ingetrokken;
c) deel uitmaakten van de werkelijke leiding of de raad van bestuur van een onderneming, dienst of instelling die eerder geweigerd werd of waarvan de vergunning of erkenning eerder werd ingetrokken.
1° geen enkel onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden, bedoeld in artikel 7 § 1, tweede lid van de wet, wordt voor betrokkenen door de bevoegde ambtenaar overwogen, in navolging van artikel 7, § 2, derde lid, van de wet;
2° niet in negatieve zin gekend zijn omwille van het feit dat betrokkenen :
a) herhaaldelijke inbreuken pleegden op de wet of haar uitvoeringsbesluiten;
b) het voorwerp uitmaakten van een beslissing vanwege de Minister waarbij de identificatiekaart werd geweigerd, geschorst of ingetrokken;
c) deel uitmaakten van de werkelijke leiding of de raad van bestuur van een onderneming, dienst of instelling die eerder geweigerd werd of waarvan de vergunning of erkenning eerder werd ingetrokken.
Art.5. Le personnel dirigeant doit, outre les conditions prévues à l'article 4 du présent arrêté, satisfaire aux exigences suivantes :
1° aucune enquête sur les conditions de sécurité, visée à l'article 7, § 1er, alinéa 2, de la loi, n'est envisagée pour les intéressés par le fonctionnaire compétent, eu égard à l'article 7, § 2, alinéa 3, de la loi;
2° ne pas être connus défavorablement parce que :
a) les intéressés ont à plusieurs reprises commis des infractions à la loi ou ses arrêtés d'exécution;
b) ils ont fait l'objet d'une décision rendue par le Ministre suite à laquelle la carte d'identification a été refusée, suspendue ou retirée;
c) les intéressés ont appartenu à la direction effective ou au conseil d'administration d'une entreprise, d'un service ou d'un organisme qui a été antérieurement refusé(e) ou dont l'autorisation ou l'agrément a été antérieurement retiré(e).
1° aucune enquête sur les conditions de sécurité, visée à l'article 7, § 1er, alinéa 2, de la loi, n'est envisagée pour les intéressés par le fonctionnaire compétent, eu égard à l'article 7, § 2, alinéa 3, de la loi;
2° ne pas être connus défavorablement parce que :
a) les intéressés ont à plusieurs reprises commis des infractions à la loi ou ses arrêtés d'exécution;
b) ils ont fait l'objet d'une décision rendue par le Ministre suite à laquelle la carte d'identification a été refusée, suspendue ou retirée;
c) les intéressés ont appartenu à la direction effective ou au conseil d'administration d'une entreprise, d'un service ou d'un organisme qui a été antérieurement refusé(e) ou dont l'autorisation ou l'agrément a été antérieurement retiré(e).
HOOFDSTUK 4. - Aanvraagprocedure
CHAPITRE 4. - Procédure de demande.
Art.6. Elke overnemer die de toepassing wenst van artikel 4bis, § 2 van de wet, richt daartoe een aanvraag bij ter post aangetekende brief aan de administratie.
De aanvraag bestaat uit een schrijven waarin de dringende redenen en onvoorziene omstandigheden die de toepassing zouden vereisen van artikel 4bis, § 2 van de wet, in concreto worden gemotiveerd en dewelke eveneens de schriftelijke stukken bevatten die deze motivering schragen.
De aanvraag is slechts ontvankelijk indien voorafgaandelijk of gelijktijdig door de overnemer een aanvraag werd ingediend teneinde een definitieve vergunning of erkenning te bekomen.
De aanvraag bestaat uit een schrijven waarin de dringende redenen en onvoorziene omstandigheden die de toepassing zouden vereisen van artikel 4bis, § 2 van de wet, in concreto worden gemotiveerd en dewelke eveneens de schriftelijke stukken bevatten die deze motivering schragen.
De aanvraag is slechts ontvankelijk indien voorafgaandelijk of gelijktijdig door de overnemer een aanvraag werd ingediend teneinde een definitieve vergunning of erkenning te bekomen.
Art.6. Tout repreneur qui souhaite l'application de l'article 4bis, § 2, de la loi, adresse à cet effet une demande à l'administration par courrier recommandé à la poste.
La demande consiste en un courrier dans lequel les raisons urgentes et les circonstances imprévues qui nécessiteraient l'application de l'article 4bis, § 2 de la loi, sont concrètement motivées et qui contient également les pièces écrites qui soutiennent cette motivation
Le demande ne sera recevable que si préalablement ou simultanément une demande a été introduite par le repreneur pour obtenir une autorisation définitive ou un agrément définitif.
La demande consiste en un courrier dans lequel les raisons urgentes et les circonstances imprévues qui nécessiteraient l'application de l'article 4bis, § 2 de la loi, sont concrètement motivées et qui contient également les pièces écrites qui soutiennent cette motivation
Le demande ne sera recevable que si préalablement ou simultanément une demande a été introduite par le repreneur pour obtenir une autorisation définitive ou un agrément définitif.
Art.7. De aanvraag dient volgende bescheiden en inlichtingen te bevatten :
1° het ondernemingsnummer van de overnemer;
2° het e-mailadres alsook het telefoonnummer waar de personen bedoeld in artikel 16 van de wet, de politiediensten en de klanten van de onderneming, dienst of instelling een vertegenwoordiger tijdens de kantooruren nuttig kunnen bereiken;
3° de akten waaruit de rechtmatige overname van de activiteiten door de overnemer blijkt;
4° een verklaring ondertekend door de overnemer en de initieel vergunde entiteit waaruit blijkt dat er geen betwisting is omtrent de overname;
5° een lijst van het administratief en logistiek personeel, het operationeel uitvoerend personeel en het leidinggevend personeel binnen de onderneming, dienst of instelling met opgave van naam, voornaam, rijksregisternummer, geboortedatum en -plaats;
6° voor het leidinggevend personeel :
a) een uittreksel uit het strafregister, dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het wetboek van strafvordering, of een gelijkwaardig getuigschrift indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, dat niet ouder is dan zes maanden op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend;
b) een door betrokkene ondertekende historiek van zijn beroepsactiviteiten;
c) een volledig ingevuld document van instemming met het onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden volgens het model opgenomen in bijlage 4 van het koninklijk besluit van 26 september 2005 betreffende de modaliteiten voor de toekenning, de geldigheidsduur, de weigering en de vernietiging van de identificatiekaart en de procedure inzake de onderzoeken naar de veiligheidsvoorwaarden;
7° een geldig verzekeringsattest inzake de verzekering van de burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid zoals bedoeld in artikel 3 van de wet;
8° het attest van afwezigheid van fiscale en sociale schulden van de daartoe bevoegde overheden zoals bedoeld in artikel 4quater, § 4 van de wet;
9° een document met weergave van de sociale en economische context van de overname waaronder de gevolgen inzake tewerkstelling;
10° een verklaring op eer dat de Europese regelgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten, dewelke desgevallend van toepassing zijn, zullen worden gerespecteerd.11° het bewijs van bankwaarborg zoals bedoeld in artikel 19, § 5, vijfde lid van de wet.
1° het ondernemingsnummer van de overnemer;
2° het e-mailadres alsook het telefoonnummer waar de personen bedoeld in artikel 16 van de wet, de politiediensten en de klanten van de onderneming, dienst of instelling een vertegenwoordiger tijdens de kantooruren nuttig kunnen bereiken;
3° de akten waaruit de rechtmatige overname van de activiteiten door de overnemer blijkt;
4° een verklaring ondertekend door de overnemer en de initieel vergunde entiteit waaruit blijkt dat er geen betwisting is omtrent de overname;
5° een lijst van het administratief en logistiek personeel, het operationeel uitvoerend personeel en het leidinggevend personeel binnen de onderneming, dienst of instelling met opgave van naam, voornaam, rijksregisternummer, geboortedatum en -plaats;
6° voor het leidinggevend personeel :
a) een uittreksel uit het strafregister, dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het wetboek van strafvordering, of een gelijkwaardig getuigschrift indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, dat niet ouder is dan zes maanden op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend;
b) een door betrokkene ondertekende historiek van zijn beroepsactiviteiten;
c) een volledig ingevuld document van instemming met het onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden volgens het model opgenomen in bijlage 4 van het koninklijk besluit van 26 september 2005 betreffende de modaliteiten voor de toekenning, de geldigheidsduur, de weigering en de vernietiging van de identificatiekaart en de procedure inzake de onderzoeken naar de veiligheidsvoorwaarden;
7° een geldig verzekeringsattest inzake de verzekering van de burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid zoals bedoeld in artikel 3 van de wet;
8° het attest van afwezigheid van fiscale en sociale schulden van de daartoe bevoegde overheden zoals bedoeld in artikel 4quater, § 4 van de wet;
9° een document met weergave van de sociale en economische context van de overname waaronder de gevolgen inzake tewerkstelling;
10° een verklaring op eer dat de Europese regelgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten, dewelke desgevallend van toepassing zijn, zullen worden gerespecteerd.11° het bewijs van bankwaarborg zoals bedoeld in artikel 19, § 5, vijfde lid van de wet.
Art.7. La demande doit contenir les documents et renseignements suivants :
1° le numéro d'entreprise du repreneur;
2° l'adresse e-mail ainsi que le numéro de téléphone auxquels les personnes visées à l'article 16 de la loi, les services de police et les clients de l'entreprise, du service ou de l'organisme peuvent effectivement joindre un représentant pendant les heures de bureau;
3° les actes attestant que les activités ont été légitimement reprises par le repreneur;
4° une déclaration signée par le repreneur et l'entité initiale autorisée d'où il ressort qu'il n'y a pas de contestation concernant la reprise;
5° une liste du personnel administratif et logistique, du personnel exécutant opérationnel et du personnel dirigeant au sein de l'entreprise, du service ou de l'organisme, avec mention des nom, prénom, numéro de registre national, date et lieu de naissance;
6° pour le personnel dirigeant :
a) un extrait de casier judiciaire conforme au modèle visé à l'article 596, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle, ou un autre document équivalent si l'intéressé a son domicile à l'étranger, datant de maximum six mois, au moment de l'introduction de la demande;
b) un historique, signé par l'intéressé, de ses activités professionnelles;
c) un document de consentement à l'enquête sur les conditions de sécurité, entièrement rempli, d'après le modèle figurant en annexe 4 de l'arrêté royal du 26 septembre 2005 relatif aux modalités en matière d'octroi, de durée de validité, de refus et de destruction de la carte d'identification et à la procédure en matière d'enquêtes sur les conditions de sécurité;
7° une attestation d'assurance valable concernant l'assurance responsabilité civile et contractuelle comme prévu par l'article 3 de la loi;
8° l'attestation d'absence de dettes fiscales et sociales délivrée par les autorités compétentes à cet effet, comme prévu à l'article 4quater, § 4, de la loi;
9° un document reflétant le contexte social et économique relatif à la reprise dont les conséquences en matière d'emploi;
10° une déclaration sur l'honneur selon laquelle la réglementation européenne et les conventions collectives de travail, qui sont applicables le cas échéant, seront respectées.11° la preuve de garantie bancaire comme prévu par l'article 19, § 5, alinéa 5, de la loi.
1° le numéro d'entreprise du repreneur;
2° l'adresse e-mail ainsi que le numéro de téléphone auxquels les personnes visées à l'article 16 de la loi, les services de police et les clients de l'entreprise, du service ou de l'organisme peuvent effectivement joindre un représentant pendant les heures de bureau;
3° les actes attestant que les activités ont été légitimement reprises par le repreneur;
4° une déclaration signée par le repreneur et l'entité initiale autorisée d'où il ressort qu'il n'y a pas de contestation concernant la reprise;
5° une liste du personnel administratif et logistique, du personnel exécutant opérationnel et du personnel dirigeant au sein de l'entreprise, du service ou de l'organisme, avec mention des nom, prénom, numéro de registre national, date et lieu de naissance;
6° pour le personnel dirigeant :
a) un extrait de casier judiciaire conforme au modèle visé à l'article 596, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle, ou un autre document équivalent si l'intéressé a son domicile à l'étranger, datant de maximum six mois, au moment de l'introduction de la demande;
b) un historique, signé par l'intéressé, de ses activités professionnelles;
c) un document de consentement à l'enquête sur les conditions de sécurité, entièrement rempli, d'après le modèle figurant en annexe 4 de l'arrêté royal du 26 septembre 2005 relatif aux modalités en matière d'octroi, de durée de validité, de refus et de destruction de la carte d'identification et à la procédure en matière d'enquêtes sur les conditions de sécurité;
7° une attestation d'assurance valable concernant l'assurance responsabilité civile et contractuelle comme prévu par l'article 3 de la loi;
8° l'attestation d'absence de dettes fiscales et sociales délivrée par les autorités compétentes à cet effet, comme prévu à l'article 4quater, § 4, de la loi;
9° un document reflétant le contexte social et économique relatif à la reprise dont les conséquences en matière d'emploi;
10° une déclaration sur l'honneur selon laquelle la réglementation européenne et les conventions collectives de travail, qui sont applicables le cas échéant, seront respectées.11° la preuve de garantie bancaire comme prévu par l'article 19, § 5, alinéa 5, de la loi.
Art.8. De Minister oordeelt op basis van het gehele dossier en de concrete omstandigheden of de overnemer kan genieten van het principe zoals voorzien in artikel 4bis, § 2, van de wet.
Art.8. Le Ministre juge, sur la base de l'ensemble du dossier et des circonstances concrètes, si le repreneur peut bénéficier du principe tel que prévu à l'article 4bis, § 2, de la loi.
Art. 9. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 9. Notre Ministre de l'Intérieur est chargée de l'exécution du présent arrêté.