Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
28 MAART 2013. - Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 106 van 28 maart 2013, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vaststelling, voor 2013 en 2014, van de voorwaarden voor de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van de regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die 20 jaar nachtarbeid hebben verricht of tewerkgesteld zijn in het bouwbedrijf en arbeidsongeschikt zijn
Titre
28 MARS 2013. - Convention collective de travail n° 106 du 28 mars 2013, conclue au sein du Conseil national du Travail, fixant, pour 2013 et 2014, les conditions d'octroi d'une indemnité complémentaire dans le cadre du régime de chômage avec complément d'entreprise pour certains travailleurs âgés licenciés qui ont travaillé 20 ans dans un régime de travail de nuit ou qui ont été occupés dans le secteur de la construction et sont en incapacité de travail
Informations sur le document
Tekst (16)
Texte (16)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
CHAPITRE Ier. - Champ d'application
Artikel 1. Deze overeenkomst geldt voor de werkgevers en de werknemers waarop de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités van toepassing is.
Article 1er. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux travailleurs auxquels la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires est applicable.
HOOFDSTUK II. - Interprofessioneel kader
CHAPITRE II. - Cadre interprofessionnel
Art.2. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt een aanvullende vergoeding toe te kennen aan werknemers, indien zij worden ontslagen, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 56 jaar of ouder zijn en een beroepsverleden hebben van ten minste 33 jaar op voorwaarde :
  a) dat zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst ten minste 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidings-maatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46sexies van 9 januari 1995, nr. 46septies van 25 april 1995 en nr. 46duodecies van 19 december 2001;
  en
  b) dat zij vallen onder een paritair comité of subcomité die hierover een collectieve arbeidsovereenkomst heeft afgesloten die dergelijk stelsel invoert of verlengt.
  § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt er ook toe een aanvullende vergoeding toe te kennen aan de werknemers die op het ogenblik waarop ze worden ontslagen, voldoen aan de volgende voorwaarden :
  - ze werden tewerkgesteld door een werkgever die ressorteert onder het paritair comité voor het bouwbedrijf;
  - ze beschikken over attest van een arbeidsgeneesheer dat hun ongeschiktheid tot voortzetting van hun beroepsactiviteit bevestigt.
  - in het paritair comité voor het bouwbedrijf moet een collectieve arbeidsovereenkomst zijn gesloten die onder meer voorziet in de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden die niet lager mogen zijn dan 56 jaar en een beroepsloopbaan van 33 jaar als werknemer alsook een voorwaarde inzake de arbeidsgeschiktheid.
  § 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ingevolge artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
  Commentaar
  Artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voorziet voor de in artikel 1 vermelde ontslagen werknemers in een regeling van werkloosheid met bedrijfstoeslag op voorwaarde dat dergelijk stelsel wordt ingesteld door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de schoot van de Nationale Arbeidsraad.
  Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst geeft voor de periode 2013-2014 uitvoering aan deze bepaling.
Art.2. § 1er. La présente convention collective de travail vise à octroyer, en cas de licenciement, une indemnité complémentaire aux travailleurs qui, au moment de la fin du contrat de travail, sont âgés de 56 ans ou plus et ont au moins 33 ans de carrière professionnelle, à condition :
  a) qu'au moment de la fin du contrat de travail, ils aient travaillé au moins 20 ans dans un régime de travail tel que visé à l'article 1er de la convention collective de travail n° 46 du 23 mars 1990 relative aux mesures d'encadrement du travail en équipes comportant des prestations de nuit ainsi que d'autres formes de travail comportant des prestations de nuit, modifiée par les conventions collectives de travail n° 46sexies du 9 janvier 1995, n° 46septies du 25 avril 1995 et n° 46 duodecies du 19 décembre 2001;
  et
  b) qu'ils relèvent d'une commission ou sous-commission paritaire qui a conclu une convention collective de travail qui introduit ou prolonge un tel régime.
  § 2. Cette convention collective vise également à octroyer une indemnité complémentaire aux travailleurs qui, au moment où ils sont licenciés, répondent aux conditions suivantes :
  - ils ont été occupés par un employeur qui relève de la commission paritaire de la construction;
  - ils disposent d'une attestation qui confirme leur incapacité à continuer leur activité professionnelle, délivrée par un médecin du travail;
  - dans la commission paritaire de la construction, une convention collective de travail doit avoir été conclue qui prévoie entre autres des conditions d'âge et de carrière qui ne pourront pas être inférieures à 56 ans et à 33 ans de carrière professionnelle en tant que travailleur salarié, ainsi qu'une condition relative à l'aptitude au travail.
  § 3. Cette convention collective de travail est conclue conformément à l'article 3, § 1er de l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise.
  Commentaire
  L'article 3, § 1er de l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise prévoit un régime de chômage avec complément d'entreprise pour les travailleurs licenciés visés à l'article 1er à condition que ce régime soit instauré par une convention collective de travail conclue au sein du Conseil national du Travail.
  La présente convention collective de travail exécute cette disposition pour la période 2013-2014.
HOOFDSTUK III. - Procedure van tenuitvoerlegging en van de voorwaarden voor de toekenning van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt
CHAPITRE III. - Procédure de mise en oeuvre et conditions d'octroi d'un régime d'indemnisation complémentaire au bénéfice de certains travailleurs âgés licenciés, occupés dans une branche d'activité qui ne relève pas d'une commission paritaire instituée ou lorsque la commission paritaire instituée ne fonctionne pas
Art.3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt tevens in afwijking van artikel 2, § 1, b) een stelsel in te voeren voor de toekenning van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt.
  Commentaar
  Deze regeling herneemt de suppletoire regeling van SWT voor 20 jaar nachtarbeid.
Art.3. La présente convention collective de travail vise également à instaurer, en dérogation à l'article 2, § 1er, b), un système d'octroi d'un régime d'indemnisation complémentaire au bénéfice de certains travailleurs âges licenciés, occupés dans une branche d'activité qui ne relève pas d'une commission paritaire instituée ou lorsque la commission paritaire instituée ne fonctionne pas.
  Commentaire
  La présente disposition reprend le régime supplétif de chômage avec complément d'entreprise pour 20 ans de travail de nuit.
Art.4. In toepassing van artikel 3 kunnen werkgevers die ressorteren onder een niet opgericht paritair comité of een paritair comité dat niet werkt de in artikel 2 van deze overeenkomst genoemde regeling ten uitvoer te leggen door middel van een toetreding.
  Deze toetreding kan gebeuren in de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst, een toetredingsakte opgemaakt overeenkomstig artikel 5 of een wijziging van het arbeidsreglernent.
  Zij heeft uitsluitend betrekking op de regeling en de voorwaarden voor de toekenning ervan, zoals bedoeld in artikel 2.
  Ongeacht de vorm van de toetreding moet de neerlegging gebeuren ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Art.4. En application de l'article 3, les employeurs ressortissant à une commission paritaire non instituée ou à une commission paritaire qui ne fonctionne pas peuvent mettre en oeuvre, par voie d'adhésion, le régime visé à l'article 2 de la présente convention.
  L'adhésion peut prendre la forme d'une convention collective de travail, d'un acte d'adhésion établi conformément à l'article 5, ou d'une modification du règlement de travail.
  Elle porte exclusivement sur le régime et ses conditions d'octroi, visés à l'article 2.
  Quelle que soit la forme de l'adhésion, le dépôt doit se faire au Greffe de la Direction générale Relations collectives de travail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale.
Art.5. De toetredingsakte wordt opgemaakt overeenkomstig de volgende procedure en volgens het model dat ais bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd.
  Het ontwerp van toetredingsakte wordt door de werkgever aan elke werknemer schriftelijk meegedeeld.
  Gedurende acht dagen vanaf die schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de werknemers waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven. Gedurende dezelfde termijn van acht dagen kan de werknemer of zijn vertegenwoordiger eveneens zijn opmerkingen meedelen aan de sociaal inspecteur-directiehoofd van de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg waar de onderneming gevestigd is. De naam van de werknemer mag niet meegedeeld of ruchtbaar gemaakt worden.
  Na deze termijn van acht dagen wordt de toetredingsakte, samen met het register, door de werkgever neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Art.5. L'acte d'adhésion est établi dans le respect de la procédure suivante et conformément au modèle figurant en annexe de la présente convention.
  L'employeur communique le projet d'acte d'adhésion par écrit à chaque travailleur.
  Pendant huit jours à dater de cette communication écrite, l'employeur tient à la disposition des travailleurs un registre où ceux-ci peuvent consigner leurs observations. Pendant ce même délai de huit jours, le travailleur ou son représentant peut également communiquer ses observations à l'inspecteur social chef de direction de la Direction générale Contrôle des Lois sociales du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, du lieu d'établissement de l'entreprise. Le nom du travailleur ne peut être ni communiqué, ni divulgué.
  Passé ce délai de huit jours, l'employeur dépose l'acte d'adhésion au Greffe de la Direction générale Relations collectives de travail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, accompagné du registre.
Art.6. In geval van geschil betreffende de toepassing van de artikelen 4 en 5, met uitzondering van de geschillen inzake het arbeidsreglement, zal de Nationale Arbeidsraad, waarbij de zaak door de meest gerede partij aanhangig is gemaakt, teneinde uitspraak te doen het paritair comité aanwijzen waaronder de werkgevers met een soortgelijke activiteit ressorteren.
  Commentaar
  Wat de geschillen inzake het arbeidsreglement betreft, wordt in herinnering gebracht dat de artikelen 11 en 12 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen van toepassing zijn.
  Daarin is bepaald dat, indien er voor een bedrijfstak geen paritair comité bestaat, de terzake bevoegde minister, die door de voorzitter van de ondernemingsraad van het geschil in kennis is gesteld, of, wanneer er geen ondernemingsraad bestaat, de door de Koning aangewezen ambtenaar de zaak aanhangig maakt bij de Nationale Arbeidsraad die, teneinde uitspraak te doen over het geschil, het paritair comité aanwijst waaronder de ondernemingen ressorteren die een soortgelijke activiteit hebben.
Art.6. En cas de litiges relatifs à l'application des articles 4 et 5 à l'exception de ceux portant sur le règlement de travail, le Conseil national du Travail, saisi par la partie la plus diligente, désignera, pour se prononcer, la commission paritaire dont relèvent les employeurs ayant une activité similaire.
  Commentaire
  En ce qui concerne les litiges relatifs au règlement de travail, il est rappelé que ce sont les articles 11 et 12 de la loi du 8 avril 1965 instituant les règlements de travail qui s'appliquent.
  Ceux-ci disposent que si, pour une branche d'activité, il n'existe pas de commission paritaire, le ministre compétent en la matière, informé du différend par le président du conseil d'entreprise, ou, lorsqu'il n'existe pas de conseil d'entreprise, le fonctionnaire désigné par le Roi saisit le Conseil national du Travail qui désigne, pour se prononcer sur le différend, la commission paritaire dont relèvent les entreprises ayant une activité similaire.
HOOFDSTUK IV. - Toepassingsregels
CHAPITRE IV. - Modalités d'application
Art.7. De in artikel 2 en 3 vastgelegde regeling geldt voor de werknemers die worden ontslagen, behalve om een dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, en die 56 jaar zijn of die ouder zijn overeenkomstig de voorwaarden waarin de collectieve arbeidsovereenkomst van de bouwsector voorziet, gedurende de periode van 1 januari 2013 tot 31 december 2014 en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereen-komst een beroepsverleden ais werknemer van ten minste 33 jaar of een langer beroepsverleden ais werknemer waarin een collectieve arbeidsovereen-komst van de bouwsector voorziet, kunnen laten gelden.
  Die werknemers moeten bovendien kunnen bewijzen dat zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst :
  - ofwel ten minste 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begelei-dingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46sexies van 9 januari 1995, nr. 46septies van 25 april 1995 en nr. 46duodecies van 19 december 2001;
  - ofwel tewerkgesteld zijn door een werkgever die behoort tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en beschikken over een attest dat hun ongeschiktheid tot voortzetting van hun beroepsactiviteit bevestigt, afgegeven door een arbeidsgeneesheer.
  De werknemer die de in de vorige alinea's vastgestelde voorwaarden vervult en wiens opzegtermijn na 31 december 2014 verstrijkt, behoudt het recht op de aanvullende vergoeding.
Art.7. Le régime visé aux articles 2 et 3 bénéficie aux travailleurs qui sont licenciés sauf en cas de motif grave au sens de la législation sur les contrats de travail et qui sont âgés de 56 ans ou qui sont plus âgés conformément aux conditions qui sont prévues dans la convention collective de travail du secteur de la construction, au cours de la période du 1er janvier 2013 au 31 décembre 2014 et peuvent se prévaloir au moment de la fin du contrat de travail d'une carrière professionnelle en tant que travailleur salarié d'au moins 33 ans ou d'une carrière professionnelle en tant que travailleur salarié plus longue, prévue dans une convention collective de travail du secteur de la construction.
  En outre, ces travailleurs doivent pouvoir justifier qu'au moment de la fin du contrat de travail :
  - soit ils ont travaillé au moins 20 ans dans un régime de travail tel que visé à l'article 1er de la convention collective de travail n° 46 du 23 mars 1990 relative aux mesures d'encadrement du travail en équipes comportant des prestations de nuit ainsi que d'autres formes de travail comportant des prestations de nuit, modifiée par les conventions collectives de travail n° 46sexies du 9 janvier 1995, n° 46septies du 25 avril 1995 et n° 46duodecies du 19 décembre 2001;
  - soit ils ont été occupés par un employeur relevant de la commission paritaire de la construction et disposent d'une attestation qui confirme leur incapacité à continuer leur activité professionnelle, délivrée par un médecin du travail.
  Le travailleur qui réunit les conditions prévues aux alinéas précédents et dont le délai de préavis expire après le 31 décembre 2014 maintient le droit à l'indemnité complémentaire.
Art.8. Voor de punten die niet door deze overeenkomst geregeld zijn, onder andere wat het bedrag van de aanvullende vergoeding betreft, wordt verwezen naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sonnmige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeids-overeenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994, nr. 17vicies van 17 december 1997, nr. 17vicies quater van 19 december 2001, nr. 17 vicies sexies van 7 oktober 2003 en nr. 17tricies van 19 december 2006.
Art.8. Pour les points qui ne sont pas réglés par la présente convention et entre autres pour le montant de l'indemnité complémentaire, il est fait application de la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974 instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, modifiée par les conventions collectives de travail n° 17bis du 29 janvier 1976, n° 17nonies du 7 juin 1983, n° 17duodevicies du 26 juillet 1994, n° 17vicies du 17 décembre 1997, n° 17vicies quater du 19 décembre 2001, n° 17 vicies sexies du 7 octobre 2003 et n° 17tricies du 19 décembre 2006.
HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
CHAPITRE V. - Entrée en vigueur et durée de la convention
Art.9. Deze overeenkomst is gesloten voor bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013 en treedt buiten werking op 31 december 2014.
Art.9. La présente convention est conclue pour une durée déterminée. Elle produit ses effets le 1er janvier 2013 et cesse d'être en vigueur le 31 décembre 2014.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2013.
  De Minister van Werk,
  Mevr. M. DE CONINCK
  Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 14 octobre 2013.
  La Ministre de l'Emploi,
  Mme M. DE CONINCK
BIJLAGE.
ANNEXE.
Art. N. Model.
  Uitvoering van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 106 van 28 maart 2013 tot instelling en vaststelling van de procedure van tenuitvoerlegging en van de voorwaarden voor de toekenning van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werk- nemers die worden ontslagen en die tewerkgesteld zijn in een bedrijfs- tak die niet onder een opgericht paritair comite ressorteert of wan- neer het opgericht paritair comite niet werkt
  Toetredingsakte
Art. N. Modèle
  Mise en oeuvre de l'article 4 de la convention collective de travail n° 106 du 28 mars 2013 instaurant et déterminant la procédure de mise en oeuvre et les conditions d'octroi d'un régime d'indemnisation complémentaire au bénéfice de certains travailleurs âgés licenciés, occupés dans une branche d'activité qui ne relève pas d'une commission paritaire instituée ou lorsque la commission paritaire instituée ne fonctionne pas
  Acte d'adhésion
Terug te sturen aan de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Terug te sturen aan de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
A renvoyer au Greffe de la Direction générale Relations collectives de travail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale
A renvoyer au Greffe de la Direction générale Relations collectives de travail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale
* Identificatie van de onderneming : . . . . .
  * Adres : . . . . .
  * R.S.Z.-inschrijvingsnummer : . . . . .
  * Nummer paritair comité : . . . . .
* Identificatie van de onderneming : . . . . .
  * Adres : . . . . .
  * R.S.Z.-inschrijvingsnummer : . . . . .
  * Nummer paritair comité : . . . . .
Ondergetekende, ........................., die de voornoemde onderneming vertegenwoordigt, verklaart toe te treden tot de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 106 van 28 maart 2013.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2013.
  De Minister van Werk,
  Mevr. M. DE CONINCK
* Identification de l'entreprise : . . . . .
  * Adresse : . . . . .
  * Numéro d'immatriculation à l'O.N.S.S. : . . . . .
  * Numéro de commission paritaire : . . . . .
* Identification de l'entreprise : . . . . .
  * Adresse : . . . . .
  * Numéro d'immatriculation à l'O.N.S.S. : . . . . .
  * Numéro de commission paritaire : . . . . .
Je soussigné(e), ..................., représentant l'entreprise susmentionnée, déclare adhérer à la convention collective de travail n° 106 du 28 mars 2013.
-
  Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 14 octobre 2013.
  La Ministre de l'Emploi,
  Mme M. DE CONINCK