Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
25 FEBRUARI 2013. - Programmadecreet 2013(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-03-2013 en tekstbijwerking tot 06-06-2025)
Titre
25 FEVRIER 2013. - Décret-programme 2013(NOTE : Consultation des versions antérieures à partir du 26-03-2013 et mise à jour au 06-06-2025)
Informations sur le document
Info du document
Tekst (96)
Texte (96)
HOOFDSTUK 1. - Persoonsgebonden aangelegenheden
CHAPITRE 1er. - Matières personnalisables
Afdeling 1. - Gezondheid
Section 1re. - Santé
Artikel 1. Hoofdstuk I van het decreet van 1 juni 2004 betreffende de gezondheidspromotie en inzake medische preventie wordt aangevuld met een artikel 1.1, luidende :
  " Art. 1.1. Het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake gezondheid kan persoonsgegevens die de gezondheid betreffen, verzamelen en verwerken, met inachtneming van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en met inachtneming van de medische geheimhoudingsplicht. Gegevens worden uitsluitend verzameld en verwerkt indien dit noodzakelijk is voor de uitoefening, opvolging en evaluatie van de bevoegdheden van de Duitstalige Gemeenschap op het gebied van gezondheid.
  De Regering bepaalt de nadere voorwaarden voor de verzameling en verwerking van de gegevens vermeld in het eerste lid. "
Article 1er. Dans le chapitre Ier du décret du 1er juin 2004 relatif à la promotion de la santé et à la prévention médicale, il est inséré un article 1.1. rédigé comme suit :
  " Art. 1.1. Le département du Ministère de la Communauté germanophone compétent en matière de santé peut, moyennant le respect de la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel et du secret médical, collecter et traiter des données à caractère personnel relatives à la santé. La collecte et le traitement des données interviendront uniquement dans les cas où cela est nécessaire pour l'exercice, le suivi et l'évaluation des compétences de la Communauté germanophone en matière de santé.
  Le Gouvernement fixe les autres modalités de collecte et de traitement pour les données mentionnées à l'alinéa 1er. "
Art.2. Artikel 8, § 2, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 maart 2005 en 25 juni 2007, wordt vervangen als volgt :
  " § 2. Behoren tot de Adviesraad met raadgevende stem :
  1° één vertegenwoordiger van de Regering;
  2° twee vertegenwoordigers van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake gezondheid;
  3° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake pedagogie;
  4° één vertegenwoordiger van het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake sport. "
Art.2. L'article 8, § 2, du même décret, modifié par les décrets des 21 mars 2005 et 25 juin 2007, est remplacé par ce qui suit :
  " § 2. Font partie du Conseil consultatif avec voix consultative :
  1° un représentant du Gouvernement;
  2° deux représentants du département du Ministère de la Communauté germanophone compétent en matière de santé;
  3° un représentant du département du Ministère de la Communauté germanophone compétent en matière de pédagogie;
  4° un représentant du département du Ministère de la Communauté germanophone compétent en matière de sport. "
Art.3. In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "de bevoegde Afdeling" vervangen door de woorden "het bevoegde departement".
Art.3. A l'article 9, alinéa 1er, du même décret, les mots "de la division compétente" sont remplacés par les mots "du département compétent".
Afdeling 2. - Woonstructuren voor bejaarden
Section 2. - Structures d'hébergement pour personnes âgées
Art.4. In artikel 1 van het decreet van 4 juni 2007 betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische verzorgingstehuizen wordt de bepaling onder 6° vervangen als volgt :
  " 6° departement : het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake gezondheid; "
Art.4. L'article 1er, 6°, du décret du 4 juin 2007 relatif aux structures d'hébergement, d'accompagnement et de soins pour personnes âgées, aux résidences pour seniors et aux maisons de soins psychiatriques, est remplacé par ce qui suit :
  " 6° département : le département du Ministère de la Communauté germanophone compétent en matière de santé; "
Art.5. Artikel 1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2012, wordt aangevuld met bepalingen onder 9° en 10°, luidende :
  " 9° opnamecapaciteit : aantal erkende plaatsen in een zorgaanbod;
  10° vestigingsplaats : alle inrichtingen van een inrichtende macht die binnen een straal van één kilometer liggen. "
Art.5. L'article 1er, du même décret, modifié par le décret du 13 février 2012, est complété par les 9° et 10° rédigés comme suit :
  " 9° capacité d'accueil : le nombre de places agréées d'une offre de soins;
  10° implantation : tous les établissements d'un pouvoir organisateur implantés dans un rayon d'un kilomètre. "
Art.6. In artikel 2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de volgende § 1.1 wordt ingevoegd :
  " § 1.1. Met het oog op de toelating of erkenning moeten de in § 1, 2°, 4°, 5° en 6°, vermelde zorgaanbiedingen bij een rustoord voor bejaarden of een rust- of verzorgingstehuis worden aangesloten. "
  2° de volgende § 1.2 wordt ingevoegd :
  " § 1.2. De totale opnamecapaciteit van de zorgaanbiedingen vermeld in § 1, 1° en 6°, bedraagt niet meer dan 150 plaatsen per vestigingsplaats. "
Art.6. A l'article 2 du même décret, modifié par le décret du 13 février 2012, les modifications suivantes sont apportées :
  1° l'article est complété par le § 1.1 rédigé comme suit :
  " § 1.1. En vue de l'autorisation ou de l'agréation, les offres de soins mentionnées au § 1er, 2°, 4°, 5° et 6°, doivent être implantées dans une maison de repos pour personnes âgées ou dans une maison de repos et de soins. "
  2° l'article est complété par le § 1.2 rédigé comme suit :
  " § 1.2. La capacité d'accueil totale des offres de soins mentionnées au § 1er, 1° et 6°, ne dépasse pas 150 places par implantation. "
Art.7. In artikel 3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid wordt de eerste zin vervangen als volgt :
  " De inrichtende macht van een zorgaanbod of een psychiatrisch verzorgingstehuis vraagt in de volgende gevallen, vóór de voorlopige erkenning, bij de Regering een toelating aan om : "
  2° het artikel wordt aangevuld met een vierde, vijfde en zesde lid, luidende :
  " De aanvraag om toelating moet volledig zijn en uiterlijk op 1 juli bij het bevoegde departement worden ingediend.
  De Regering beslist eenmaal per jaar, tegen 31 januari van het daaropvolgende kalenderjaar, over de toelating van aanvullende opnamecapaciteiten voor nieuwe of reeds bestaande zorgaanbiedingen.
  De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van de aanvraag vermeld in het vierde lid. "
Art.7. A l'article 3 du même décret, les modifications suivantes sont apportées :
  1° la première phrase du premier alinéa est remplacée par la phrase suivante :
  " Dans les cas suivants, le pouvoir organisateur d'une offre de soins ou d'une maison de soins psychiatriques demande, avant l'agréation provisoire, une autorisation au Gouvernement pour : "
  2° l'article est complété par les alinéas 4, 5 et 6, rédigés comme suit :
  " La demande d'autorisation complète est introduite auprès du département compétent pour le 1er juillet au plus tard.
  Une fois par an, le 31 janvier de l'année civile suivante, le Gouvernement statue sur l'autorisation de capacités d'accueil supplémentaires pour les offres de soins, tant nouvelles qu'existantes.
  Le Gouvernement fixe la forme et le contenu de la demande visée au quatrième alinéa. "
Art.8. Hoofdstuk II, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een artikel 3.1, luidende :
  " Art. 3.1. Tot uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de toelating kan de inrichtende macht van een zorgaanbod een aanvraag indienen om de toelating voor een periode van ten hoogste één jaar te verlengen.
  De Regering beslist over deze aanvraag tot verlenging binnen drie maanden na ontvangst van de volledige aanvraag.
  De Regering bepaalt de vorm en de inhoud van de aanvraag tot verlenging van de toelating. "
Art.8. Dans le chapitre II, section 1re, du même décret, il est inséré un article 3.1, rédigé comme suit :
  " Art. 3.1. Au plus tard trois mois avant l'expiration de l'autorisation, le pouvoir organisateur d'une offre de soins peut introduire une demande de prolongation pour une durée maximale d'un an.
  Le Gouvernement statue sur cette demande de prolongation dans les trois mois suivant la réception de la demande complète.
  Le Gouvernement fixe la forme et le contenu de la demande de prolongation de l'autorisation. "
Art.9. In artikel 5 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 15 maart 2010 en 13 februari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 2 worden de woorden "Onverminderd artikel 9 kent de Regering" vervangen door de woorden "De Regering kent";
  2° in § 3 worden de woorden "Behalve voor de seniorenresidenties betreffen de door de Regering vastgelegde erkenningsvoorwaarden in het bijzonder :" vervangen door de woorden "De door de Regering vastgelegde erkenningsvoorwaarden betreffen in het bijzonder :".
Art.9. A l'article 5 du même décret, modifié par les décrets des 15 mars 2010, et 13 février 2012, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans le § 2, les mots "Sans préjudice de l'article 9, le" sont remplacés par le mot "Le";
  2° dans le § 3, les mots "Sauf en ce qui concerne les résidences pour seniors, les" sont remplacés le mot "Les".
Art.10. Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.10. L'article 6 du même décret est abrogé.
Art.11. In artikel 12, §§ 1 en 2, van hetzelfde decreet worden de woorden "de afdeling" vervangen door de woorden "het departement".
Art.11. A l'article 12, §§ 1er et 2, du même décret, les mots "de la division" sont remplacés par les mots "du département".
Art.12. In artikel 13, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "zorgaanbiedingen en psychiatrische verzorgingstehuizen" vervangen door de woorden "zorgaanbiedingen, psychiatrische verzorgingstehuizen en seniorenresidenties".
Art.12. A l'article 13, alinéa 1er, du même décret, les mots "offres de soins et maisons de soins psychiatriques" sont remplacés par les mots "offres de soins, maisons de soins psychiatriques et résidences pour seniors".
Art.13. In artikel 14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2008 en 13 februari 2012, wordt na § 2 een § 2.1 ingevoegd, luidende :
  " § 2.1. Indien de in artikel 2, § 1, 1°, genoemde zorgaanbieding niet over een bezettingsgraad van minstens 93 % van de erkende opnamecapaciteit beschikt - een bezettingsgraad die berekend wordt op basis van de hoogste jaarlijkse bezettingsgraad tijdens de drie afgelopen jaren te rekenen vanaf 1 juli van een jaar - wordt het verschil tussen de minimale bezettingsgraad van 93 % en de werkelijke hoogste bezettingsgraad op 1 januari van het jaar volgend op het begrotingsjaar procentueel van de erkende opnamecapaciteit afgetrokken.
  De Regering deelt de inrichtende macht van een zorgaanbieding twee maanden van te voren per aangetekende brief mee dat ze van plan is om een deel van de opnamecapaciteit in te trekken. De inrichtende macht beschikt over een termijn van veertien dagen om haar standpunt daaromtrent mee te delen.
  Binnen een maand na ontvangst van het standpunt beslist de Regering of een deel van de opnamecapaciteit al dan niet wordt ingetrokken. Die beslissing wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van de inrichtende macht. "
Art.13. Dans l'article 14 du même décret, modifié par les décrets des 16 juin 2008 et 13 février 2012, il est inséré un § 2.1, rédigé comme suit :
  " § 2.1. Si l'offre de soins mentionnée à l'article 2, § 1er, 1°, n'a pas un taux d'occupation représentant au moins 93 % de sa capacité d'accueil agréée, basé sur l'occupation annuelle la plus élevée des trois dernières années débutant au 1er juillet d'une année, la différence entre les 93 % d'occupation minimale et l'occupation effective la plus élevée au 1er janvier de l'année suivant l'exercice est déduite proportionnellement de la capacité d'accueil agréée.
  Le Gouvernement communique au pouvoir organisateur d'une offre de soins son intention de retirer une partie de la capacité d'accueil, et ce, par recommandé envoyé deux mois avant le retrait de l'agréation. Le pouvoir organisateur dispose d'un délai de quinze jours pour faire connaître sa position.
  Le Gouvernement statue sur le retrait de l'agréation dans le mois suivant la réception de la position adoptée par le pouvoir organisateur. Cette décision est notifiée sans délai à ce dernier. "
Art.14. Artikel 16 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een § 3, luidende :
  " § 3. In afwijking van artikel 2, § 1.2, blijven toelatingen die overeenkomstig artikel 3 zijn toegekend en die op 1 januari 2013 voorliggen, geldig. "
Art.14. L'article 16 du même décret est complété par un § 3, rédigé comme suit :
  " § 3. Par dérogation à l'article 2, § 1.2, les autorisations octroyées conformément à l'article 3 et existant au 1er janvier 2013 restent valables. "
Afdeling 3. - Niet-dringend ziekenvervoer
Section 3. - Transport non urgent de patients
Art.15. In de artikelen 3 en 4 van het decreet van 4 juni 2007 betreffende het niet-dringend ziekenvervoer worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in artikel 3, § 1, worden de woorden "de bevoegde afdeling" vervangen door de woorden "het bevoegde departement".
  2° in artikel 4, § 1, worden de woorden "de bevoegde afdeling" vervangen door de woorden "het bevoegde departement".
Art.15. Aux articles 3 et 4 du décret du 4 juin 2007 relatif au transport non urgent de patients, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'article 3, § 1er, les mots "de la division compétente" sont remplacés par les mots "du département compétent";
  2° dans l'article 4, § 1er, les mots "de la division compétente" sont remplacés par les mots "du département compétent".
Art.16. In artikel 4, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "de door de Regering aangewezen ambtenaar" vervangen door de woorden "het door de Regering aangewezen personeelslid" en wordt het woord "ambtenaar" vervangen door het woord "personeelslid"; in artikel 4, §§ 2 en 3, van hetzelfde decreet worden de woorden "de ambtenaar" telkens vervangen door de woorden "het personeelslid" en in artikel 6 van hetzelfde decreet wordt het woord "ambtenaren" telkens vervangen door het woord "personeelsleden".
Art.16. Dans les articles 4 et 6 du même décret, le mot "fonctionnaire" est remplacé par le mot "agent" moyennant les adaptations grammaticales appropriées.
Afdeling 4. - Thuishulpdiensten
Section 4. - Services d'aide à domicile
Art.17. In artikel 2 van het decreet van 16 februari 2009 betreffende de thuishulpdiensten en houdende oprichting van een consultatiebureau voor thuishulp, transmurale en stationaire hulp wordt de bepaling onder 7° vervangen als volgt :
  " 7° departement : het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake Gezin en Bejaarden; "
Art.17. L'article 2, 7°, du décret du 16 février 2009 concernant les services d'aide à domicile et créant un bureau de consultation pour l'aide à domicile, semi-résidentielle et résidentielle est remplacé par ce qui suit :
  " 7° département : le département du Ministère de la Communauté germanophone compétent en matière de famille et de personnes âgées; ".
Art.18. In de artikelen 4, 5, 7 §§ 1 en 2, 15, § 3, 16, §§ 1 en 2, 19, § 2 en 20 van hetzelfde decreet worden de woorden "de afdeling" telkens vervangen door de woorden "het departement".
Art.18. Dans les articles 4, 5, 7, §§ 1er et 2, 15, § 3, 16, §§ 1re et 2, 19, § 2, et 20 du même décret, le mot "division" est remplacé par le mot "département" moyennant les adaptions grammaticales appropriées.
Afdeling 5. - Jeugdbijstand
Section 5. - Aide à la jeunesse
Art.19. In artikel 1 van het decreet van 19 mei 2008 over de jeugdbijstand en houdende omzetting van maatregelen inzake jeugdbescherming wordt de bepaling onder 10° vervangen als volgt :
  " 10° departement : het departement van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake jeugdbijstand. "
Art.19. L'article 1er, 10°, du décret du 19 mai 2008 relatif à l'aide à la jeunesse et visant la mise en oeuvre de mesures de protection de la jeunesse est remplacé par ce qui suit :
  " 10° département : le département du Ministère de la Communauté germanophone compétent en matière d'aide à la jeunesse. "
Art.20. In de artikelen 8, § 1, 21 §§ 2 tot 4, 26 § 1, 27, eerste lid, en 30, § 2, 4°, van hetzelfde decreet worden de woorden "de Afdeling" telkens vervangen door de woorden "het departement".
Art.20. Dans les articles 8, § 1er, 21, §§ 2 à 4, 26, § 1er, 27, alinéa 1er, et 30, § 2, 4°, du même décret, le mot "division" est remplacé par le mot "département" moyennant les adaptions grammaticales appropriées.
Afdeling 6. - Noodopvangwoningen
Section 6. - Habitations destinées à l'accueil d'urgence
Art.21. In artikel 4 van het decreet van 9 mei 1994 betreffende de noodopvangwoningen worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de bepaling onder 2°, vervangen bij het decreet van 15 maart 2010, wordt aangevuld met de woorden "die als noodopvangwoning moet dienen";
  2° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : "3° de inrichting moet personen in noodtoestand opnemen, zonder onderscheiding van herkomst, ras of ideologische of politieke overtuiging;"
Art.21. Dans l'article 4 du décret du 9 mai 1994 relatif aux habitations destinées à l'accueil d'urgence les modifications suivantes sont apportées :
  1° le 2°, remplacé par le décret du 15 mars 2010, est complété par les mots "qui doit servir à l'accueil d'urgence";
  3° dans le 3°, le mot "tous" est abrogé.
Art.22. Artikel 5, tweede lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt :
  " Indien aan de in artikel 4 vermelde voorwaarden is voldaan, wordt de erkenning voor onbepaalde tijd toegekend. "
Art.22. L'article 5, alinéa 2, du même décret, est remplacé par ce qui suit :
  " Lorsque les conditions mentionnées à l'article 4 sont remplies, l'agréation est accordée pour une durée indéterminée. "
Art.23. Artikel 6 van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 15 maart 2010, wordt vervangen als volgt :
  " Art. 6. Indien niet voldaan is aan één of meer van de in artikel 4 opgelegde voorwaarden die voor een erkenning noodzakelijk zijn, kan de Regering de erkenning weigeren of een voorwaardelijke voorlopige erkenning voor een beperkte termijn van ten hoogste drie jaar toekennen.
  Indien niet meer voldaan wordt aan één of meer van de in artikel 4 opgelegde voorwaarden die de basis van een erkenning vormden, kan de Regering de erkenning intrekken of een voorwaardelijke verlenging van de erkenning voor een beperkte termijn van ten hoogste drie jaar toekennen. "
Art.23. L'article 6 du même décret, remplacé par le décret du 15 mars 2010, est remplacé par ce qui suit :
  " Art. 6. Lorsqu'une ou plusieurs des conditions requises pour l'agréation, fixées à l'article 4, ne sont pas remplies, le Gouvernement peut refuser l'agréation ou accorder une agréation provisoire conditionnelle pour une période limitée de trois ans maximum.
  Lorsqu'une ou plusieurs des conditions requises pour l'agréation, fixées à l'article 4, ne sont plus remplies, le Gouvernement peut retirer l'agréation ou accorder une prolongation conditionnelle de l'agréation pour une période limitée de trois ans maximum. "
Art.24. Artikel 23 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een lid, luidende :
  " De inrichting en haar inrichtende macht bieden het Ministerie de mogelijkheid om de noodopvangwoningen te bezichtigen, na voorafgaande aankondiging indien de woningen leegstaan of na uitdrukkelijke toestemming van de huurder. Het Ministerie inspecteert de noodopvangwoningen van de inrichtende macht ten minste één keer om de drie jaar. "
Art.24. L'article 23 du même décret est complété par un deuxième alinéa, rédigé comme suit :
  " Après avertissement en cas de non occupation ou après accord formel du locataire, l'institution et son pouvoir organisateur permettent au Ministère de visiter les habitations destinées à l'accueil d'urgence. Tous les trois ans au moins, le Ministère mène une inspection des habitations destinées à l'accueil d'urgence du pouvoir organisateur. "
Afdeling 7. - Schuldbemiddeling en afbetaling van schulden
Section 7. - Médiation et apurement de dettes
Art.25. Artikel 5, tweede lid, van het decreet van 29 april 1996 betreffende de schuldbemiddeling en de afbetaling van schulden wordt vervangen als volgt :
  " De erkenning wordt voor onbepaalde duur verleend. "
Art.25. L'article 5, alinéa 2, du décret du 29 avril 1996 concernant la médiation et l'apurement de dettes, est remplacé par ce qui suit :
  " L'agréation est accordée pour une durée indéterminée. "
Art.26. Artikel 6 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.26. L'article 6 du même décret est abrogé.
Art.27. Artikel 8 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
  " De instelling voor schuldbemiddeling biedt het Ministerie de mogelijkheid om de instelling na voorafgaande aankondiging te bezichtigen. De instelling voor schuldbemiddeling biedt het Ministerie de mogelijkheid om de erkenningsvoorwaarden te allen tijde te controleren en alle daarop betrekking hebbende documenten in te zien. "
Art.27. L'article 8 du même décret est complété par un deuxième alinéa, rédigé comme suit :
  " Après avertissement, la médiation de dettes permet au Ministère de visiter l'institution de médiation de dettes. L'institution de médiation de dettes permet en tout temps au Ministère de vérifier le respect des conditions d'agréation et de consulter tous les documents y relatifs. "
Art.28. Artikel 11 van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
  " De tegemoetkoming van het Fonds voor afbetaling van schulden geschiedt binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen in de vorm van een renteloze lening. Die lening dient om alle bestaande schulden volledig af te betalen, met uitzondering van de financiële verplichtingen die de Regering bepaalt. De Regering bepaalt de nadere criteria op basis waarvan het Fonds voor afbetaling van schulden een lening verstrekt. "
Art.28. L'article 11 du même décret est complété par un deuxième alinéa, rédigé comme suit :
  " L'intervention du Fonds d'apurement de dettes s'opère dans les limites des moyens budgétaires disponibles, sous forme de prêt sans intérêt. Ce prêt sert à apurer complètement tous les engagements financiers existants, à l'exception de ceux déterminés par le Gouvernement. Le Gouvernement fixe les autres modalités d'attribution d'un prêt par le fonds d'apurement de dettes. "
Art.29. In hetzelfde decreet wordt een hoofdstuk III ingevoegd, luidende :
  " HOOFDSTUK III. - SLOTBEPALINGEN" "
  Artikel 15 van hetzelfde decreet wordt in het nieuwe hoofdstuk III opgenomen.
  In het nieuwe hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt een artikel 16 ingevoegd, luidende :
  " Art. 16. De lopende erkenningen die overeenkomstig artikel 2 zijn verleend, met uitzondering van de voorwaardelijke erkenningen, worden op 1 maart 2013 omgezet in erkenningen van onbepaalde duur. "
Art.29. Dans le même décret, il est inséré un Chapitre III, rédigé comme suit :
  " CHAPITRE III. - Dispositions finales "
  L'article 15 du même décret est intégré dans le nouveau chapitre III.
  Dans le nouveau chapitre III du même décret, il est inséré un article 16, rédigé comme suit :
  " Art. 16. Au 1er mars 2013, les agréations en cours octroyées conformément à l'article 2 sont, à l'exception des agréations conditionnelles, transformées en agréations à durée indéterminée."
HOOFDSTUK 2. - Culturele aangelegenheden
CHAPITRE 2. - Matières culturelles
Afdeling 1. - Ondersteuning van musea
Section 1re. - Soutien accordé aux musées
Art.30. In artikel 4, derde lid, 1°, van het decreet van 7 mei 2007 over de bevordering van de musea en van de cultureel-erfgoedpublicaties wordt tussen de eerste en de tweede zin een nieuwe zin ingevoegd, luidende :
  " de voorwaarde "zonder winstgevend doel zijn" geldt niet voor autonome gemeentebedrijven; "
Art.30. Dans l'article 4, alinéa 3, 1°, du décret du 7 mai 2007 relatif à la promotion des musées et des publications dans le domaine du patrimoine culturel, la phrase suivante est insérée entre la première et la deuxième phrases :
  " La condition relative à l'absence de but lucratif ne vaut pas pour les régies communales autonomes. "
Afdeling 2. - Jeugd
Section 2. - Jeunesse
Art.31. Artikel 8 van het decreet van 6 december 2011 ter ondersteuning van het jeugdwerk wordt aangevuld met een bepaling onder 5°, luidende :
  " 5° bij de door de Regering aangewezen dienst jaarlijks, uiterlijk op 31 maart, een gecodeerde lijst indienen van alle jonge mensen die op 31 december van het voorgaande jaar lid van de jeugdorganisatie waren. "
Art.31. L'article 8 du décret du 6 décembre 2011 visant à soutenir l'animation de jeunesse est complété par un 5°, rédigé comme suit :
  " 5° introduisent annuellement et pour le 31 mars, auprès du service mandaté par le Gouvernement, une liste codée de tous les jeunes gens membres de l'organisation de jeunesse au 31 décembre de l'année précédente. "
Art.32. Artikel 14, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met een bepaling onder 7.1, luidende :
  " 7.1 het jeugdkamp moet in overnachting voorzien en minstens vijf opeenvolgende dagen duren; "
Art.32. L'article 14, alinéa 1er, du même décret est complété par un 7.1, rédigé comme suit :
  " 7.1 le camp de jeunes doit prévoir des nuitées et se dérouler sur au moins cinq jours consécutifs; "
Afdeling 3. - Volwassenenvorming
Section 3. - Formation des adultes
Art.33. In artikel 7, eerste lid, 3°, van het decreet van 17 november 2008 ter ondersteuning van de instellingen voor volwassenenonderwijs worden de woorden "130 dagen" vervangen door de woorden "104 dagen".
Art.33. Dans l'article 7, alinéa 1er, 3°, du décret du 17 novembre 2008 visant à soutenir les établissements de formation pour adultes, les mots "130 jours" sont remplacés par les mots "104 jours".
Art.34. In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een artikel 7.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 7.1. Ondersteuningsperiode
  De periode waarin een instelling voor volwassenenonderwijs ondersteund wordt, begint op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de Regering haar goedkeuring heeft gegeven. De ondersteuningsperiode bedraagt vier jaar en wordt eenvormig op alle ondersteunde instellingen voor volwassenenonderwijs toegepast.
  Nieuwe ondersteuningsaanvragen kunnen tijdens een ondersteuningsperiode worden ingediend. De ondersteuning loopt op het einde van de eenvormige ondersteuningsperiode af. "
Art.34. Dans le chapitre II du même décret, il est inséré un article 7.1, rédigé comme suit :
  " Art. 7.1. Période de soutien
  La période de soutien d'un établissement de formation pour adultes commence le 1er janvier de l'année suivant celle où le Gouvernement a octroyé son approbation. Elle couvre quatre années et s'applique de manière uniforme à tous les établissements de formation pour adultes.
  Les nouvelles demandes de soutien peuvent être introduites pendant une période de soutien. L'éventuel soutien expire au terme de la période uniforme de soutien. "
Art.35. In artikel 8, § 5, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het eerste lid worden tussen de woorden "en geldt" en de woorden "voor vier jaar" de woorden ", onverminderd artikel 7.1, tweede lid," ingevoegd;
  2° in dezelfde paragraaf wordt na het eerste lid het volgende lid ingevoegd :
  " Indien het concept achteraf inhoudelijk wordt gewijzigd, moeten die wijzigingen vooraf en uitvoerig gemotiveerd ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Regering. "
  3° het vroegere tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt vervangen als volgt : " Als twee jaar van de eenvormige ondersteuningsperiode verstreken zijn, wordt het goedgekeurd globaal concept aan een tussentijdse evaluatie onderworpen. Deze dient als basis om het volgend globaal concept uit te werken. "
Art.35. A l'article 8, § 5, du même décret, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 1er, les mots ", sans préjudice de l'article 7.1, alinéa 2", sont insérés entre le mot "valable" et le mot "pour";
  2° dans le même paragraphe, il est inséré après l'alinéa 1er un alinéa rédigé comme suit :
  " Les modifications ultérieures portant sur le contenu du concept, accompagnées d'une justification détaillée, seront soumises à l'approbation préalable du Gouvernement. "
  3° dans l'ancien alinéa 2, qui devient l'alinéa 3, les mots "de la période uniforme de soutien" sont insérés après les mots "concept global approuvé".
Art.36. In artikel 10, derde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "De jaarlijkse forfaitaire toelage wordt bij het begin van de geldigheidsperiode" vervangen door de woorden "Onverminderd artikel 7.1, tweede lid, wordt de jaarlijkse forfaitaire toelage bij het begin van de geldigheidsperiode".
Art.36. Dans l'article 10, alinéa 3, du même décret, les mots ", sans préjudice de l'article 7.1, alinéa 2," sont insérés entre les mots "est accordé" et les mots "au début".
Art.37. In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "De Regering vordert de toelage terug" vervangen door de woorden "De Regering vordert de toelage geheel of gedeeltelijk terug".
Art.37. Dans l'article 15, alinéa 1er, du même décret, les mots "en tout ou partie" sont insérés entre les mots "le subside" et le mot "lorsque".
Art.38. In hoofdstuk III van hetzelfde decreet wordt een artikel 18.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 18.1. Overgangsbepaling
  § 1. De eerste eenvormige ondersteuningsperiode overeenkomstig artikel 7.1 begint op 1 januari 2014 en dekt de periode 2014-2017.
  § 2. Instellingen voor volwassenenonderwijs waarvan het globaal concept goedgekeurd werd voor een periode die na 1 januari 2014 doorloopt, worden, nadat hun ondersteuning is afgelopen en indien een nieuwe aanvraag is goedgekeurd, overgenomen in een overgangsperiode voor de ondersteuning. In afwijking van artikel 8, §§ 3 en 4, hoeft voor die verlengingen geen voorafgaand advies van de vakjury te worden ingewonnen.
  De overgangsperiode voor de ondersteuning begint overeenkomstig artikel 7.1 op 1 januari van het jaar dat volgt op het jaar waarin de Regering haar goedkeuring heeft gegeven en eindigt met de eenvormige ondersteuningsperiode 2014-2017. "
Art.38. Dans le chapitre III du même décret, il est inséré un article 18.1, rédigé comme suit :
  " Art. 18.1. Disposition transitoire
  § 1er. La première période uniforme de soutien conformément à l'article 7.1 débute le 1er janvier 2014 et couvre la période 2014-2017.
  § 2. Les établissements de formation pour adultes dont le concept global a été approuvé pour une période allant au-delà du 1er janvier 2014 seront, à l'expiration de leur soutien et en cas d'approbation de leur nouvelle demande, repris dans une période transitoire de soutien. Par dérogation à l'article 8, §§ 3 et 4, l'avis préalable du jury spécial n'est pas requis pour l'approbation de ces nouvelles demandes.
  La période transitoire de soutien débute, conformément à l'article 7.1, le 1er janvier de l'année suivant celle où le Gouvernement a octroyé son approbation et expire en même temps que la période uniforme de soutien 2014-2017. "
Afdeling 4. - Toerisme
Section 4. - Tourisme
Art.39. In artikel 9, tweede lid, van het decreet van 17 februari 2003 betreffende de erkenning en bevordering van de verfraaiingscomités, verenigingen voor het vreemdelingenverkeer en van de koepelverenigingen ervan, alsmede van de informatiebureaus en informatiepunten, gewijzigd bij het decreet van 15 maart 2010, wordt na de eerste zin de volgende zin ingevoegd :
  " Gemeenten kunnen de inrichtende machten van informatiepunten zijn. "
Art.39. Dans l'article 9, alinéa 2, du décret du 17 février 2003 relatif à la reconnaissance et à la promotion des comités d'embellissement, syndicats d'initiative et de leurs associations faîtières, ainsi que des bureaux d'information et points d'information, modifié par le décret du 15 mars 2010, la phrase suivante est insérée après la première phrase :
  " Les communes peuvent être les pouvoirs organisateurs de points d'information. "
HOOFDSTUK 3. - Monumentenzorg
CHAPITRE 3. - Protection des monuments et sites
Art.40. In het opschrift van artikel 25 van het decreet van 23 juni 2008 betreffende de bescherming van monumenten, klein erfgoed, ensembles en landschappen en betreffende de opgravingen worden de woorden "en vergunningsplicht" opgeheven.
  Het derde lid van hetzelfde artikel wordt opgeheven.
Art.40. Dans l'intitulé de l'article 25 du décret du 23 juin 2008 relatif à la protection des monuments, du petit patrimoine, des ensembles et sites, ainsi qu'aux fouilles, les mots "et obligation d'autorisation" sont abrogés.
  L'alinéa 3 du même article est abrogé.
Art.41. In hoofdstuk IV, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 25.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 25.1. Vergunningsplicht voor veranderingswerken op archeologische vindplaatsen
  § 1. Voor veranderingswerken aan archeologische vindplaatsen opgenomen in de inventaris is een voorafgaande vergunning van de Regering vereist. Aan die vergunning zijn de volgende voorwaarden verbonden :
  1° het gaat om één van de volgende werkzaamheden :
  a) tuinaanleg;
  b) gebruik van landbouwgrond;
  c) bouwprojecten;
  d) indelingen in percelen;
  e) wegwerkzaamheden en wegenbouw;
  f) het leggen van leidingen voor de openbare distributie van water, gas, elektriciteit en warmte, voor de openbare riolering of voor telecommunicatie.
  2° de werken kunnen de archeologische goederen wijzigen, herstellen of beschadigen;
  3° als gevolg van de grondbeweging wordt het gebruik van de bodem of de ondergrond gewijzigd.
  § 2. Aanvragen om goedkeuring van veranderingswerken op archeologische vindplaatsen worden bij het Ministerie ingediend. Daartoe wordt het door de Regering vastgelegde aanvraagformulier gebruikt. Indien de aanvrager niet de eigenaar is, dan voegt hij een akkoordverklaring van de eigenaar bij zijn aanvraag.
  Voor de werkzaamheden vermeld in § 1, 1°, c) tot f), moeten bovendien de plannen worden ingediend.
  § 3. Binnen vijftien kalenderdagen nadat de aanvraag is ingekomen, controleert het Ministerie of de aanvraag volledig is en vraagt het zo nodig om de ontbrekende documenten toe te zenden.
  Zodra de volledigheid van de aanvraag bevestigd is, beschikt de Regering over een termijn van dertig kalenderdagen om een beslissing te nemen. Indien binnen die termijn geen beslissing is genomen, wordt de vergunning geacht te zijn toegekend.
  De vergunning bepaalt de voorwaarden en vereisten voor de uitvoering van de werken.
  § 4. Binnen dertig kalenderdagen na de ontvangst van de beslissing van de Regering kan de aanvrager beroep instellen bij de Regering. Het met redenen omklede beroep wordt per aangetekend schrijven ingesteld. De Regering beschikt over dertig kalenderdagen om uitspraak te doen over het beroep. "
Art.41. Dans le chapitre IV, Section 1re, du même décret, il est inséré un article 25.1, rédigé comme suit :
  " Art. 25.1. Obligation d'autorisation pour des travaux modifiant des sites archéologiques
  § 1er. Des travaux modifiant des sites archéologiques inscrits dans l'atlas nécessitent l'autorisation préalable du Gouvernement lorsque les conditions suivantes sont remplies :
  1° Il s'agit un des types de travaux suivants :
  a) aménagement de jardins;
  b) utilisation de surfaces agricoles;
  c) projets de construction;
  d) lotissements;
  e) travaux de voirie;
  f) pose de canalisations pour la distribution publique d'eau, de gaz, d'électricité, de chaleur, pour l'élimination publique des eaux usées et pour les télécommunications;
  2° Les travaux pourraient modifier, remettre en état ou endommager les biens archéologiques;
  3° Les mouvements de terres entraînent une modification de l'affectation du sol ou du sous-sol.
  § 2. Les demandes d'autorisation de travaux modifiant des sites archéologiques sont introduites auprès du Ministère. Le formulaire de demande spécifié par le Gouvernement sera utilisé à cette fin. Si le requérant n'est pas le propriétaire, il joindra l'accord de ce dernier.
  En outre, les plans seront annexés pour les travaux modificatifs mentionnés au § 1er, 1°, c) à f).
  § 3. Dans les 15 jours calendrier suivant la réception de la demande, le Ministère examine si celle-ci est complète et demande, le cas échéant, l'envoi des documents manquants.
  Après confirmation que la demande est bien complète, le Gouvernement dispose d'un délai de 30 jours calendrier pour statuer sur l'autorisation. A défaut de décision dans ce délai, la demande est réputée approuvée.
  L'autorisation fixe les conditions et les obligations pour la réalisation des travaux.
  § 4. Dans les 30 jours calendrier suivant la réception de la décision prise par le Gouvernement, le requérant peut introduire un recours auprès de ce dernier. Le recours motivé est introduit par recommandé. Le Gouvernement dispose de 30 jours calendrier pour statuer. "
HOOFDSTUK 4. - Financiën en begroting
CHAPITRE 4. - Finances et budget
Afdeling 1. - Financieel reglement
Section 1re. - Règlement budgétaire
Art.42. In artikel 12 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap wordt het tweede lid opgeheven.
Art.42. Dans l'article 12 du décret du 25 mai 2009 relatif au règlement budgétaire de la Communauté germanophone, le deuxième alinéa est abrogé.
Art.43. In hoofdstuk II van hetzelfde decreet wordt een artikel 13.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 13.1 - Vastgesteld recht
  Een recht geldt als vastgesteld wanneer :
  1° het bedrag precies is bepaald;
  2° de identiteit van de schuldenaar of de schuldeiser bekend is;
  3° de betalingsverplichting bestaat en
  4° een verantwoordingsstuk beschikbaar is. "
Art.43. Dans le chapitre II du même décret, il est inséré un article 13.1, rédigé comme suit :
  " Art. 13.1. Droits constatés
  Un droit est considéré comme constaté lorsque :
  1° le montant précis a été déterminé;
  2° l'identité du débiteur ou du créancier est connue;
  3° l'obligation de paiement existe et
  4° une pièce justificative est disponible."
Art.44. In artikel 36 van hetzelfde decreet worden de woorden "1 maart" vervangen door de woorden "15 februari".
Art.44. A l'article 36, du même décret, les mots "1er mars" sont remplacés par les mots "15 février".
Art.45. In artikel 38 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid, 1°, worden de woorden "de uitvoeringsrekening van de begroting overeenkomstig artikel 16 en" opgeheven;
  2° het derde lid wordt aangevuld met bepalingen onder 5° en 6°, luidende :
  " 5° de uitvoeringsrekeningen overeenkomstig artikel 16;
  6° een samenvattend overzicht van de vastleggingen die op 31 december openstaan. "
Art.45. A l'article 38 du même décret, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 2, 1°, les mots "des comptes d'exécution du budget visés à l'article 16 et" sont abrogés;
  2° l'alinéa 3 est complété par les 5° et 6°, rédigés comme suit :
  " 5° les comptes d'exécution du budget visés à l'article 16;
  6° un récapitulatif des engagements ouverts au 31 décembre. "
Art.46. In artikel 39, § 1, van hetzelfde decreet worden de woorden "De rekeningen moeten" vervangen door de woorden "De rekeningaflegging moet".
Art.46. A l'article 39, § 1er, du même décret, la phrase introductive est remplacée par la phrase suivante : "La reddition des comptes doit être régulière, sincère et complète et présenter une image fidèle :"
Art.47. In artikel 40 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° de woorden "30 juni" worden vervangen door de woorden "31 mei";
  2° het artikel wordt aangevuld met een tweede lid, luidende :
  " De jaarrekening van de diensten van het hoofdbestuur wordt vóór 15 mei van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, toegezonden aan het Rekenhof. "
Art.47. A l'article 40 du même décret, les modifications suivantes sont apportées :
  1° les mots "30 juin" sont remplacés par les mots "31 mai";
  2° l'article est complété par un second alinéa, rédigé comme suit :
  " Les comptes annuels des services de l'administration générale sont transmis à la Cour des Comptes pour le 15 mai de l'année suivant l'année budgétaire. "
Art.48. In hetzelfde decreet wordt een artikel 40.1 ingevoegd, luidende :
  " Art. 40.1. Certificering
  Uiterlijk op de 30ste september die volgt op het einde van het begrotingsjaar zendt het Rekenhof de in artikel 46 beschreven certificering van de jaarrekeningen toe aan het Parlement, aan de Regering en aan de betreffende instellingen. "
Art.48. Dans le même décret, il est inséré un article 40.1, rédigé comme suit :
  " Art. 40.1. Certification
  Pour le 30 septembre suivant la fin de l'année budgétaire, la Cour des comptes transmet au Parlement, au Gouvernement et aux institutions concernées la certification des comptes annuels décrite à l'article 46. "
Art.49. In artikel 41 van hetzelfde decreet wordt het opschrift van het artikel vervangen als volgt : " Opmerkingen bij de rekeningaflegging ".
  In hetzelfde artikel worden de woorden "en de in artikel 46 beschreven certificering" opgeheven.
Art.49. L'intitulé de l'article 41 du même décret est remplacé par les mots "Remarques à propos de la reddition des comptes".
  Dans le même article, les mots "et la certification des comptes décrite à l'article 46" sont abrogés.
Art.50. In artikel 46 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 13 februari 2012, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in het tweede lid worden de woorden "certificering van de rekeningen" vervangen door de woorden "certificering van de jaarrekeningen";
  2° na het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende :
  " Bij het vaststellen van de controlemodaliteiten worden de diensten van het hoofdbestuur en de diensten met afzonderlijk beheer voor de certificering en voor de opmerkingen bij de rekeningaflegging als een eenheid beschouwd. "
  3° het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, wordt aangevuld als volgt :
  " - de VZW Jeugdbureau van de Duitstalige Gemeenschap;
  - de Sociaal-Economische Raad van de Duitstalige Gemeenschap;
  - de Mediaraad van de Duitstalige Gemeenschap. "
Art.50. A l'article 46 du même décret, modifié par le décret du 13 février 2012, les modifications suivantes sont apportées :
  1° dans l'alinéa 2, les mots "certification des comptes" sont remplacés par les mots "certification des comptes annuels";
  2° il est inséré, après l'alinéa 2, un alinéa rédigé comme suit :
  " Lors de la fixation des modalités de contrôle, les services de l'administration générale et les services à gestion séparée sont considérés comme une seule et même unité aux fins de la certification et pour les remarques relatives à la reddition des comptes. "
  3° l'ancien alinéa 3, qui devient l'alinéa 4, est complété par les tirets suivants :
  " - l'ASBL "Bureau de la Jeunesse de la Communauté germanophone" (Jugendbüro der Deutschsprachigen Gemeinschaft);
  - le Conseil économique et social de la Communauté germanophone;
  - le Conseil des médias de la Communauté germanophone. "
Art.51. In artikel 84 van hetzelfde decreet wordt het opschrift van het artikel vervangen als volgt : "Jaarrekening".
  In hetzelfde artikel worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
  " Uiterlijk op 31 maart van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, zendt de rekenplichtige van de dienst met afzonderlijk beheer de jaarrekening overeenkomstig artikel 38 toe aan de bevoegde minister en aan de Minister van Begroting. "
  2° in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) in de eerste zin worden de woorden "de uitvoeringsrekening van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag" vervangen door de woorden "de jaarrekening";
  b) in de tweede zin worden de woorden "31 mei" vervangen door de woorden "15 april".
Art.51. L'intitulé de l'article 84 du même décret est remplacé par les mots "Comptes annuels".
  Au même article, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le premier alinéa est remplacé par ce qui suit :
  " Pour le 31 mars de l'année suivant l'année budgétaire, le comptable du service à gestion séparée transmet les comptes annuels au ministre compétent et au Ministre du Budget, et ce, conformément à l'article 38. "
  2° dans l'alinéa 2, les modifications suivantes sont apportées :
  a) dans la première phrase, les mots "le compte d'exécution du budget, les comptes annuels et le rapport annuel" sont remplacés par les mots "les comptes annuels";
  b) dans la deuxième phrase, les mots "31 mai" sont remplacés par les mots "15 avril".
Art.52. In hetzelfde decreet wordt een artikel 84.1. ingevoegd, luidende :
  " Art. 84.1. Jaarverslag
  Uiterlijk op 30 april van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, zendt de gedelegeerde ordonnateur van de dienst met afzonderlijk beheer een jaarverslag over zijn activiteiten tijdens het afgelopen begrotingsjaar toe aan de bevoegde minister en aan de Minister van begroting. Indien de dienst met afzonderlijk beheer een beheerscontract met de Regering heeft gesloten, bevat het jaarverslag ook een beschrijving van de situatie qua uitvoering van dit beheerscontract.
  Na goedkeuring door de Regering zendt de Minister van begroting het jaarverslag toe aan het Rekenhof. Deze toezending heeft uiterlijk plaats op 15 mei van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt. "
Art.52. Dans le même décret, il est inséré un article 84.1, rédigé comme suit :
  " Art. 84.1. Rapport annuel
  Pour le 30 avril de l'année suivant l'année budgétaire, l'ordonnateur délégué du service à gestion séparée transmet au ministre compétent et au Ministre du Budget un rapport annuel sur les activités menées au cours de l'année budgétaire écoulée. Si le service à gestion séparée a conclu un contrat de gestion avec le Gouvernement, le rapport annuel comprend également le rapport relatif à l'exécution dudit contrat.
  Après approbation par le Gouvernement, le Ministre du Budget transmet le rapport annuel à la Cour des Comptes, et ce, au plus tard le 15 mai de l'année suivant l'année budgétaire. "
Art.53. Artikel 85 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.53. L'article 85 du même décret est abrogé.
Art.54. In artikel 99 van hetzelfde decreet wordt het opschrift van het artikel vervangen als volgt : "Jaarrekening".
  In hetzelfde artikel worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het eerste lid wordt vervangen als volgt :
  " Uiterlijk op 15 april van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, zendt de rekenplichtige van de instelling van openbaar nut de jaarrekening overeenkomstig artikel 38 toe aan de toezichthoudende minister en aan de Minister van begroting. "
  2° in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  a) in de eerste zin worden de woorden "de uitvoeringsrekening van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag" vervangen door de woorden "de jaarrekening";
  b) in de tweede zin worden de woorden "31 mei" vervangen door de woorden "30 april".
Art.54. L'intitulé de l'article 99 du même décret est remplacé par les mots "Comptes annuels".
  Dans le même article, les modifications suivantes sont apportées :
  1° le premier alinéa est remplacé par ce qui suit :
  " Pour le 15 avril de l'année suivant l'année budgétaire, le comptable de l'organisme d'intérêt public transmet les comptes annuels au ministre compétent et au Ministre du Budget, et ce, conformément à l'article 38. "
  2° dans l'alinéa 2, les modifications suivantes sont apportées :
  a) dans la première phrase, les mots "le compte d'exécution du budget, les comptes annuels et le rapport annuel" sont remplacés par les mots "les comptes annuels";
  b) dans la deuxième phrase, les mots "31 mai" sont remplacés par les mots "30 avril".
Art.55. In hetzelfde decreet wordt een artikel 99.1. ingevoegd, luidende :
  " Art. 99.1. Jaarverslag
  Uiterlijk op 15 mei van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt, zendt de gedelegeerde ordonnateur van de instelling van openbaar nut een jaarverslag over de activiteiten tijdens het afgelopen begrotingsjaar toe aan de toezichthoudende minister en aan de Minister van begroting. Indien de instelling van openbaar nut een beheerscontract met de Regering heeft gesloten, bevat het jaarverslag ook een beschrijving van de situatie qua uitvoering van dit beheerscontract.
  Na goedkeuring door de Regering zendt de Minister van Begroting het jaarverslag toe aan het Rekenhof. Deze toezending heeft uiterlijk plaats op 31 mei van het jaar dat op het begrotingsjaar volgt. "
Art.55. Dans le même décret, il est inséré un article 99.1, rédigé comme suit :
  " Art. 99.1. Rapport annuel
  " Pour le 15 mai de l'année suivant l'année budgétaire, l'ordonnateur délégué de l'organisme d'intérêt public transmet au ministre de tutelle et au Ministre du Budget un rapport annuel sur les activités menées au cours de l'année budgétaire écoulée. Si l'organisme d'intérêt public a conclu un contrat de gestion avec le Gouvernement, le rapport annuel comprend également le rapport relatif à l'exécution dudit contrat.
  Après approbation par le Gouvernement, le Ministre du Budget transmet le rapport annuel à la Cour des comptes, et ce, au plus tard le 31 mai de l'année suivant l'année budgétaire. "
Art.56. Artikel 100 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art.56. L'article 100 du même décret est abrogé.
Afdeling 2. - Instellingen van openbaar nut
Section 2. - Organismes d'intérêt public
Art.57. Artikel 34, § 2, van het decreet van 27 juni 1986 betreffende het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap, vervangen bij het decreet van 25 mei 2009, wordt opgeheven.
Art.57. L'article 34, § 2, du décret du 27 juin 1986 relatif au Centre belge pour la Radiodiffusion-Télévision de la Communauté germanophone, remplacé par le décret du 25 mai 2009, est abrogé.
Art.58. In artikel 7, derde lid, van het decreet van 19 juni 1990 houdende oprichting van een "Dienststelle der Deutschsprachige Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung" (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor de personen met een handicap), ingevoegd bij het decreet van 25 juni 2007, worden de woorden "de bevoegde afdeling" vervangen door de woorden "het bevoegde departement".
Art.58. Dans l'article 7, alinéa 3, du décret du 19 juin 1990 portant création d'un Office de la Communauté germanophone pour les personnes handicapées, inséré par le décret du 25 juin 2007, les mots "de la division compétente" sont remplacés par les mots "du département compétent".
Art.59. Artikel 33bis van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 25 mei 2009, wordt opgeheven.
Art.59. L'article 33bis du même décret, remplacé par le décret du 25 mai 2009, est abrogé.
Art.60. Artikel 38bis van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de K.M.O.'s, vervangen bij het decreet van 25 mei 2009, wordt opgeheven.
Art.60. L'article 38bis du décret du 16 décembre 1991 relatif à la formation et la formation continue dans les classes moyennes et les P.M.E., remplacé par le décret du 25 mai 2009, est abrogé.
Art.61. Artikel 16 van het decreet van 17 januari 2000 tot oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap, vervangen bij het decreet van 25 mei 2009, wordt opgeheven.
Art.61. L'article 16 du décret du 17 janvier 2000 portant création d'un Office de l'emploi en Communauté germanophone, remplacé par le décret du 25 mai 2009, est abrogé.
Afdeling 3. - Afschrijvingsfonds
Section 3. - Fonds d'amortissement
Art.62. In artikel 1, tweede lid, van het decreet van 21 december 1995 houdende oprichting van een afschrijvingsfonds in de Duitstalige Gemeenschap worden de woorden "in de zin van artikel 45 van de wetgeving op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 17 juli 1991" vervangen door de woorden "in de zin van artikel 56 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap".
Art.62. Dans l'article 1er, alinéa 2, du décret du 21 décembre 1995 portant création d'un Fonds d'amortissement en Communauté germanophone, les mots "au sens de l'article 45 de la législation sur la comptabilité de l'Etat, coordonnée par l'arrêté royal du 17 juillet 1991" sont remplacés par les mots "au sens de l'article 56 du décret du 25 mai 2009 relatif au règlement budgétaire de la Communauté germanophone".
Art.63. Artikel 2, eerste lid, van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : " Het Fonds dient om de door de Duitstalige Gemeenschap aangegane leningen af te betalen, alsook om debetrente en rente op kredietlijnen te betalen. "
Art.63. Dans l'article 2 du même décret, l'alinéa 1er est complété par les mots ", des intérêts débiteurs et des intérêts de lignes de crédit".
Art.64. Artikel 4bis, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 3 februari 2003, wordt vervangen als volgt : " De uitgaven van het afschrijvingsfonds bestaan uit de jaarlijkse terugbetalingen van kapitaal en intresten van de aangegane leningen, alsook uit de jaarlijkse betalingen van debetrente en rente op kredietlijnen. "
Art.64. Dans l'article 4bis, alinéa 1er, du même décret, inséré par le décret du 3 février 2003, les mots " des intérêts débiteurs et des intérêts de lignes de crédit"sont insérés après les mots "emprunts contractés".
HOOFDSTUK 5. - Niet-commerciële sector
CHAPITRE 5. - Secteur non marchand
Afdeling 1. [1 - Socio-culturele sector]1
Section 1re. [1 - Secteur socioculturel]1
Art.65. § 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen en met inachtneming van de voorwaarden vermeld in § 2, ontvangen de socioculturele instellingen uit de niet-commerciële sector de volgende jaarlijkse subsidies :
  1° in 2013 : 214 euro per voltijds equivalente betrekking;
  2° [1 in de jaren 2014-2016 537 euro per voltijds equivalente betrekking;]1
  [1 [2 in de jaren 2017-2019]2 :
   a) voor de ontwikkeling van de weddeschalen: 714,39 euro per voltijds equivalente betrekking;"
   b) voor de erkenning van dienstjaren: 248,41 euro per voltijds equivalente betrekking[2 ;]2]1

  Voor de berekening van het aantal voltijdse equivalenten worden de personeelsleden van het onderwijs die in de instellingen werkzaam zijn, niet in aanmerking genomen. Als teldag geldt elk jaar 1 januari.
  [2 4° in 2020: 1.341,18 euro per voltijds equivalente betrekking;]2
  [3 5° in 2021: 1.719,56 euro per voltijds equivalente betrekking;]3
  [4 6° in het jaar 2022: 2.097,94 euro per voltijds equivalente betrekking;]4
  [5 [6 vanaf 2023]6 : 2.357,03 euro per voltijds equivalente betrekking.]5
  § 2. Om subsidie te ontvangen, moeten de in § 1 vermelde instellingen aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° de instellingen ontvangen direct of indirect subsidies van de Duitstalige Gemeenschap in het kader van de bevoegdheden vermeld in artikel 4 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;
  2° de instellingen hebben personen in dienst die op basis van een arbeidsovereenkomst werken;
  3° [1 de instellingen voldoen aan de minimumvoorwaarden [2 overeenkomstig de op het tijdstip van de ondersteuning geldende collectieve arbeidsovereenkomst van het paritair subcomité 329.02]2.]1
  [3 ...]3
  De Regering vordert een subsidie geheel of gedeeltelijk terug wanneer de ontvanger van de subsidie de bepalingen van dit artikel overtreedt.
  [1 § 3. [3 ...]3
   De subsidie vermeld in [2 paragraaf 1, eerste lid, 3°, b), en 4°,]2 en andere voordelen kunnen alleen in aanmerking komen voor de subsidiëring als ze in het kader van een overeenkomst tussen de sociale partners vastgelegd werden en de Regering vooraf met de subsidiëring van die voordelen ingestemd heeft.]1

  
Art.65. § 1er. Dans les limites des moyens budgétaires disponibles et moyennant le respect des conditions fixées au § 2, les établissements socioculturels du secteur non marchand reçoivent les subsides annuels suivants :
  1° en 2013 : 214 euros par équivalent temps plein;
  2° [1 dans les années 2014-2016 : 537 euros par équivalent temps plein;]1
  [1 [2 dans les années 2017-2019]2 :
   a) pour l'évolution des échelles de traitement : 714,39 euros par équivalent temps plein; "
   b) pour la reconnaissance des années d'ancienneté : 248,41 euros par équivalent temps plein[2 ;]2]1

  Les membres du personnel de l'enseignement ne sont pas pris en considération pour calculer le nombre d'équivalents temps plein. Le jour de référence est le 1er janvier de chaque année.
  [2 4° en 2020 : 1 341,18 euros par équivalent temps plein;]2
  [3 5° en 2021 : 1 719,56 euros par équivalent temps plein;]3
  [4 6° en 2022 : 2 097,94 euros par équivalent temps plein;]4
  [5 [6 à partir de 2023 :]6 2 357,03 euros par équivalent temps plein.]5
  § 2. Pour obtenir un subside, les établissements visés au § 1er remplissent les conditions suivantes :
  1° les établissements reçoivent des subsides, directement ou indirectement, de la Communauté germanophone dans le cadre des compétences mentionnées à l'article 4 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles;
  2° les établissements occupent des personnes dans les liens d'un contrat de travail;
  3° [1 les établissements remplissent les normes minimales [2 conformément à la convention collective de travail de la sous-commission paritaire n° 329.02 applicable au moment du subventionnement]2.]1
  [3 ...]3
  Le Gouvernement exige le remboursement en tout ou partie d'un subside lorsque le bénéficiaire du subside enfreint les dispositions du présent article.
  [1 § 3. [3 ...]3.
   Le subside mentionné au § 1er, alinéa 1er, 3°, b) [2 et 4°]2, et d'autres avantages ne peuvent être pris en considération pour la subsidiation que s'ils ont été fixés dans le cadre d'un accord conclu entre les partenaires sociaux et que si le Gouvernement a marqué son accord préalable quant à la subsidiation de ces avantages.]1

  
Afdeling 2. [1 - Oprichting van een personeelsregister voor de non-profitsector]1
Section 2. [1 - Création d'un cadastre du personnel pour le secteur non marchand]1
Art. 65.1. [1 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
   1° diensten en instellingen van de non-profitsector: alle privaatrechtelijke en publiekrechtelijke organisaties, instellingen en diensten die onder de Duitstalige Gemeenschap ressorteren - met uitzondering van de onderwijssector - en die personeelssubsidie van de Regering ontvangen;
   2° personeelsregister: de databank die overeenkomstig artikel 65.2 door de Regering is opgericht en die de gegevens vermeld in artikel 65.3 bevat.]1

  
Art.65.1. [1 Pour l'application du présent chapitre, il faut entendre par :
   1° services et établissements du secteur non marchand : tous les établissements, services et organisations de droit privé et public actifs dans les domaines de compétence de la Communauté germanophone, à l'exception de ceux de l'enseignement, et recevant du Gouvernement un subside pour frais de personnel;
   2° cadastre du personnel : la banque de données instituée par le Gouvernement conformément à l'article 65.2 et contenant les données mentionnées à l'article 65.3.]1

  
Art. 65.2. [1 De Regering richt een personeelsregister voor de non-profitsector op en beheert dat register.
   Het personeelsregister is bedoeld om de volgende doeleinden te verwezenlijken:
   1° het doelmatig controleren van de bewijsstukken voor de subsidies die alleen worden toegekend als bepaalde personeelsnormen worden nageleefd, alsook het toekennen van die subsidies;
   2° het doelmatig controleren van de naleving van voorwaarden voor het verkrijgen of behouden van een vergunning, toelating of erkenning die verband houdt met personeelsnormen, alsook het toekennen van die vergunning, toelating of erkenning;
   3° het inschatten van de uitwerkingen van decretale of verordenende wijzigingen op de betrokken diensten en instellingen van de non-profitsector;
   4° het opstellen van relevante statistieken en simulaties over de behoefte aan dienstverleningen van de non-profitsector die onder de Duitstalige Gemeenschap ressorteert, de mate waarin die behoefte gedekt wordt, het aantal en de kwaliteit van de geschapen banen, het aantal en het belang van de diensten en instellingen van de non-profitsector die onder de Duitstalige Gemeenschap ressorteren.]1

  
Art.65.2. [1 Le Gouvernement institue et gère un cadastre du personnel pour le secteur non marchand.
   Ce cadastre du personnel sert :
   1° à vérifier correctement les justificatifs pour les subsides dont l'octroi est subordonné au respect de normes en matière de personnel, et à octroyer ces subsides;
   2° à vérifier correctement si les conditions d'octroi et de maintien d'une autorisation, d'un agrément ou d'une reconnaissance en lien avec des normes en matière de personnel sont respectées, et à octroyer cette autorisation, cet agrément ou cette reconnaissance;
   3° à estimer les répercussions de modifications décrétales ou règlementaires sur les différents services et établissements du secteur non marchand;
   4° à établir des statistiques et simulations pertinentes, relatives aux besoins existant en matière de prestations du secteur non marchand relevant de la compétence de la Communauté germanophone, à la couverture de ces besoins, au nombre et à la qualité des emplois créés, au nombre et à l'importance des services et établissements du secteur non marchand relevant de la compétence de la Communauté germanophone.]1

  
Art. 65.3. [1 De Regering kan alle overeenkomstig artikel 65.5 toereikende, ter zake dienende en niet overmatige persoonsgegevens uit de volgende gegevenscategorieën verwerken:
   1° voor de diensten en instellingen van de non-profitsector:
   a) het ondernemingsnummer;
   b) de contactgegevens;
   c) het identificatienummer van het bestuur dat bevoegd is voor de controle op de naleving van de voorwaarden voor de vergunning, de verklaring, het toezicht, de erkenning en/of de subsidiëring;
   d) de paritaire commissie of paritaire subcommissie waaronder de dienst of de instelling ressorteert;
   e) het bedrag en de financieringsbron van alle overheidssteun;
   f) de rechtsvorm;
   2° met betrekking tot de personeelsleden van de diensten en instellingen van de non-profitsector:
   a) het rijksregisternummer;
   b) de naam en voornaam;
   c) de geboortedatum;
   d) het interne identificatienummer van het personeelslid;
   e) de elementen betreffende de functie van het personeelslid;
   f) de elementen betreffende de arbeidstijdregeling van het personeelslid;
   g) de elementen betreffende de beroepskwalificatie of de opleiding van het personeelslid;
   h) elementen die noodzakelijk zijn voor de berekening van de anciënniteit van het personeelslid;
   i) inlichtingen over de aard van de arbeidsverhouding, in het bijzonder het statuut van de werknemer en de door hem gepresteerde uren;
   j) inlichtingen over het loon, de andere voordelen en de loonkosten van het personeelslid.
   De Regering preciseert de gegevenscategorieën vermeld in het eerste lid na een voorafgaand advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit.]1

  
Art.65.3. [1 Le Gouvernement peut traiter toutes les données à caractère personnel des catégories suivantes si elles sont appropriées, utiles et proportionnées au sens de l'article 65.5 :
   1° en ce qui concerne les services et établissements du secteur non marchand :
   a) le numéro d'entreprise;
   b) les coordonnées de contact;
   c) le numéro d'identification de l'administration compétente pour la vérification du respect des conditions mises à l'autorisation, à la déclaration, au contrôle, à l'agrément, à la reconnaissance ou, selon le cas, au bénéfice des subsides;
   d) la commission ou sous-commission paritaire dont relève le service ou l'établissement;
   e) le montant et l'origine de tous les financements publics;
   f) la forme juridique;
   2° en ce qui concerne les membres du personnel des services et établissements du secteur non marchand :
   a) le numéro de registre national;
   b) les nom et prénom;
   c) la date de naissance;
   d) le numéro d'identification interne du membre du personnel;
   e) les éléments se rapportant à la fonction du membre du personnel;
   f) les éléments se rapportant au régime de temps de travail du membre du personnel;
   g) les éléments se rapportant à la qualification professionnelle ou, selon le cas, à la formation du membre du personnel;
   h) les éléments nécessaires pour calculer l'ancienneté de service du membre du personnel;
   i) les informations relatives à la nature de la relation de travail, notamment le statut et la charge de travail;
   j) les informations relatives à la rémunération, aux avantages divers et aux charges salariales du membre du personnel.
   Le Gouvernement précise, sur avis préalable de l'Autorité de protection des données, les catégories de données mentionnées à l'alinéa 1er.]1

  
Art. 65.4. [1 De diensten en instellingen van de non-profitsector registreren de gegevens vermeld in artikel 65.3 in het personeelsregister en werken die gegevens bij binnen de bewijsvoeringstermijnen die in de grondslagen voor de berekening van de ondersteuning zijn vastgelegd.]1
  
Art.65.4. [1 Les services et établissements du secteur non marchand enregistrent dans le cadastre du personnel les données mentionnées à l'article 65.3 et les actualisent dans les délais de présentation de justificatifs prescrits dans les bases du subventionnement applicables.]1
  
Art. 65.5. [1 Onverminderd andersluidende wettelijke of decretale bepalingen moeten de Regering en andere personen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, de gegevens die hun in de uitoefening van hun opdracht toevertrouwd worden, vertrouwelijk behandelen.]1
  
Art.65.5. [1 Sans préjudice de dispositions légales ou décrétales contraires, le Gouvernement et les autres parties à l'exécution du présent décret et de ses dispositions d'exécution sont tenus de traiter confidentiellement les données qui leur sont confiées dans le cadre de l'exercice de leur mission.]1
  
Art. 65.6. [1 De Regering is verantwoordelijk voor de verwerking van de persoonsgegevens vermeld in artikel 65.3, alsook voor het personeelsregister. De Regering geldt als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming voor de verwerking van die gegevens en het personeelsregister.
   De Regering verwerkt persoonsgegevens met het oog op de uitvoering van wettelijke of decretale opdrachten, in het bijzonder wat betreft de taken vermeld in artikel 65.2 en de decreten en besluiten die aan dat artikel ten grondslag liggen, voor zover deze betrekking hebben op het controleren van de bewijsstukken voor subsidies waarvan de toekenning gebonden is aan de inachtneming van personeelsnormen, op de toekenning van die subsidies en op het doelmatig controleren van de naleving van voorwaarden voor het verkrijgen of behouden van een vergunning, toelating of erkenning die verband houdt met personeelsnormen, alsook het toekennen van die vergunning, toelating of erkenning. Ze mag de verzamelde gegevens niet voor andere doeleinden dan voor de uitvoering van haar wettelijke of decretale opdrachten gebruiken.]1

  
Art.65.6. [1 Le Gouvernement est responsable du traitement des données à caractère personnel mentionnées à l'article 65.3 ainsi que du cadastre du personnel. Le Gouvernement est considéré comme responsable du traitement de ces données et du cadastre du personnel, et ce, au sens de l'article 4, 7°, du règlement général sur la protection des données.
   Le Gouvernement traite des données à caractère personnel en vue d'exécuter des missions légales ou décrétales, notamment en ce qui concerne les tâches mentionnées à l'article 65.2 et les décrets et arrêtés sur lesquels se base cet article, dans la mesure où ces tâches consistent à vérifier les justificatifs pour les subsides dont l'octroi est subordonné au respect de normes en matière de personnel, à octroyer ces subsides, à vérifier dans les règles de l'art si les conditions d'octroi et de maintien d'une autorisation, d'un agrément ou d'une reconnaissance en lien avec des normes de personnel sont respectées, ainsi qu'à octroyer cette autorisation, cet agrément ou cette reconnaissance. Il ne peut utiliser les données collectées à d'autres fins que celles de l'exercice de ses missions légales ou décrétales.]1

  
Art. 65.7. [1 De gegevens mogen tot hoogstens tien jaar na beëindiging van de arbeidsverhouding van de betrokken personeelsleden bij de diensten en instellingen van de non-profitsector bewaard worden in een vorm die de mogelijkheid biedt de betrokken personen te identificeren. Met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende het archiefwezen worden ze uiterlijk na het verstrijken van die termijn vernietigd.
   Voor zover er een administratieve of gerechtelijke procedure loopt tegen een beslissing die op basis van die gegevens werd genomen, wordt de in het eerste lid bepaalde bewaringstermijn verlengd tot er naar aanleiding van die procedures een in kracht van gewijsde gegane beslissing is genomen.]1

  
Art.65.7. [1 Les données peuvent être conservées au maximum dix ans après la cessation de la relation de travail du membre du personnel avec le service et les établissements du secteur non marchand, et ce, sous une forme permettant l'identification des personnes concernées. Sans préjudice des dispositions relatives à l'archivage, elles sont détruites au plus tard au terme de ce délai.
   Si une procédure administrative ou judiciaire est entamée contre une décision prise sur la base de ces données, le délai de conservation prévu à l'alinéa 1er est prolongé jusqu'à ce que ces procédures aient fait l'objet d'un jugement définitif.]1

  
Art. 65.8. [1 De Regering en de diensten en instellingen van de non-profitsector zien erop toe dat passende veiligheidsmaatregelen worden toegepast bij de verwerking van de gegevens vermeld in artikel 65.3.
   Op zijn minst gelden de volgende veiligheidsmaatregelen:
   1° het personeelsregister wordt voor alle diensten en instellingen van de non-profitsector beveiligd met een afzonderlijk paswoord;
   2° alle diensten en instellingen van de non-profitsector kunnen alleen de gegevens registreren, inzien en bijwerken die betrekking hebben op henzelf of op hun personeelsleden.
   De Regering kan de nadere regels daaromtrent bepalen.]1

  
Art.65.8. [1 Lors du traitement des données mentionnées à l'article 65.3, les services et établissements du secteur non marchand veillent à ce que des mesures de sécurité appropriées soient appliquées.
   Ces mesures minimales de sécurité sont les suivantes :
   1° le cadastre du personnel est protégé par un mot de passe distinct pour chaque service et établissement du secteur non marchand;
   2° chaque service et établissement du secteur non marchand ne peut enregistrer, consulter et actualiser que les données le concernant ou concernant les membres de son personnel.
   Le Gouvernement peut préciser d'autres modalités en la matière.]1

  
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen
CHAPITRE 6. - Dispositions finales
Art. 66. Artikel 33 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011.
  Artikel 23 heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2012.
  De artikelen 30, 31, 39, 42 tot 64 en 65 hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2013.
Art. 66. L'article 33 produit ses effets le 1er janvier 2011.
  L'article 23 produit ses effets le 1er juillet 2012.
  Les articles 30, 31, 39, 42 à 64 et 65 produisent leurs effets le 1er janvier 2013.